Veilig klussen: ontspannen werken met elektra
Als klusser doe je graag zoveel mogelijk zelf. Dus ook problemen met de elektra ga je zelf te lijf. Dat is geen probleem, zolang je maar rekening houdt met de veiligheid. In deze handleiding lees je wat je moet weten voordat je aan de elektra gaat sleutelen.
Wil je een nieuwe lamp installeren of een extra stopcontact aanleggen? Dan is het belangrijk om te weten hoe de elektra in jouw huis werkt. In dit artikel bespreken we hoe je veilig klust aan elektra en lees je wat je vooral niet moet doen. • Basiskennis en veiligheid • De groepenkast: wat je moet weten • Elektriciteitsdraden: kleuren en aansluitingen
Lees ook: Zelf een stopcontact aanleggen of verplaatsen
Basiskennis en veiligheid
Denk altijd aan je eigen veiligheid! Klussen aan elektra vraagt om de nodige voorzichtigheid. Maar omdat het gevaar "onzichtbaar" is, wordt er lang niet altijd veilig geklust. Een stuk basiskennis over hoe elektra werkt is essentieel om veilig te werken. Zorg er verder altijd voor dat je voorzichtig en rustig te werk gaat. Dat is belangrijk voor je eigen veiligheid, maar je doet het ook om brandgevaar te voorkomen. Slecht geïsoleerde kabels, kapotte aansluitingen en overbelasting zijn defecten die tot brand kunnen leiden. Minder zwaarwegend is schade aan apparatuur, maar dat is ook een risico wanneer je onverantwoord klust aan elektra.
©Dimarik
Wat zijn de gevaren van een schok?
Het gevaar van een schok wordt bepaald door de stroomsterkte, uitgedrukt in ampère. In combinatie met de weerstand van een menselijk lichaam (meer dan 10 kilo-ohm) is er wel weer een hoge spanning (voltage) nodig om echt tot gevaar te leiden. Praktisch verwoord komt het erop neer dat een 1,5 volt batterij eigenlijk nooit een gevaar oplevert. Maar het stroomnet van 230 volt wel.
Vanaf een stroomsterkte van 1 milliampère is een schok voelbaar en vanaf ongeveer 5 milliampère is zo'n schok pijnlijk. In aanraking komen met een schok boven de 30 mA is potentieel dodelijk. Maar kleinere schokken kunnen ook brandwonden en (blijvend) letsel veroorzaken, met name aan het zenuwstelsel en aan de bloedvaten. Rechtstreekse elektrocutie door stroom uit het thuisnetwerk komt in Nederland zelden voor. Maar er zijn jaarlijks wel honderden gewonden met al dan niet blijvend letsel. Door veilig en verantwoord te werk te gaan zijn die incidenten te voorkomen.
Groepenkast: wat je moet weten
Via de groepenkast wordt elektriciteit in de woning verdeeld. Bovendien wordt er de veiligheid van de complete stroominstallatie gegarandeerd. Dus een beetje kennis is wel zo handig wanneer je aan de elektra gaat sleutelen.
Een enkele groep kan maximaal 16 ampère aan. In combinatie met de spanning van 230 volt kan er in totaal 16 x 230 = 3680 watt per groep aangesloten worden. Sluit dus nooit apparaten met gezamenlijk meer dan 3680 watt aan op een enkele groep.
Een groep zit verbonden aan een aardlekschakelaar. In Nederland zitten er maximaal 4 groepen op zo’n schakelaar. De aardlekschakelaar controleert de stroomsterkte die door het circuit loopt. Kort uitgelegd moet de som hiervan 0 zijn. Als het afwijkt is er mogelijk sprake van een gevaarlijke situatie, zoals kortsluiting. In dat geval schakelt de aardlekschakelaar de stroom uit om erger te voorkomen. Als bij jou thuis de stroom uitvalt, is dat dus meestal een preventiemaatregel.
©Marcus Hofmann
Schakel altijd de stroom uit
Ga je klussen aan elektra? Zet dan je voor begint altijd de stroom uit in de groepenkast. Als alles overzichtelijk in groepen is ingedeeld schakel je alleen de stroom in de betreffende ruimte of ruimtes uit. Zorg er wel altijd voor dat je echt 100 procent zeker weet welk apparaat, stopcontact of lamp bij een bepaalde groep hoort. Is dat niet het geval? Gebruik dan een spanningzoeker of multimeter om na te gaan of de stroom echt is afgesloten nadat je een groep hebt uitgeschakeld. De stroom in de complete woning uitschakelen is meestal niet nodig. Maar als het echt een chaos is en je hebt geen spanningzoeker, is dat wel de meest veilige optie.
Een spanningzoeker gebruiken
Met een spanningzoeker meet je eenvoudig of iets onder spanning staat. Dat wordt aangegeven door een ledlampje. Een spanningzoeker ziet eruit als een schroevendraaier. Steek de voorkant in een van de polen van een stopcontact en houd je duim of andere vinger het metalen gedeelte van het handvat. Als het lampje oplicht, is er sprake van spanning.
⚡ Spanning? Safety first!
(gebruik dus een spanningzoeker)
Wandcontactdoos meten met een multimeter
Een multimeter is veelzijdiger. We leggen hier kort uit hoe je spanning op een wandcontactdoos meet. Daarvoor sluit je het zwarte meetsnoer aan op de COM-ingang. Sluit het rode meetsnoer aan op de V-uitgang. Zet de draaischakelaar op de volt en kies voor een bereik van minstens 230 V (meer is ook goed). Steek elk van de snoeren in een opening in het stopcontact en lees de spanning af op het beeldscherm.
Schakel bij twijfel een elektricien in
Is het nogal een chaos in je meterkast en weet je niet goed waar je moet beginnen? Aarzel dan niet om een professional in te schakelen. Voor de veiligheid moet een groepenkast voldoen aan bepaalde veiligheidseisen. Die zijn wettelijk vastgelegd volgens bepaalde normeringen. Als er aan jouw elektra geknutseld is door bijvoorbeeld een vorige bewoner, is de kans aanwezig dat jouw groepenkast niet meer aan de veiligheidsnormen voldoet. Zelf knutselen aan de groepenkast raden we ten zeerste af.
Lees ook: Help, kortsluiting! Zó vind je de boosdoener
Elektriciteitsdraden: kleuren en aansluitingen
Om apparaten aan te sluiten op je stroomnetwerk, maak je gebruik van elektriciteitsdraden. We leggen kort uit wat de kleuren betekenen en hoe je er veilig mee werkt.
Kleuren: een korte uitleg
Om met elektra aan de slag te gaan is enige basiskennis over stroomdraden geen overbodige luxe. De kleuren van elektriciteitskabels bepalen wat hun rol is in een circuit.
🟫 Bruin is de fasedraad. Stroom wordt hierdoor aangevoerd.
🟦 Blauw is de nuldraad en voert stroom af en vormt samen met de bruine draad een gesloten stroomkring.
🟨 🟩 Geel/Groen is de aardedraad. Deze ligt er voor de veiligheid en zorg voor ontlading tijdens bijvoorbeeld kortsluiting. Sommige oude woningen hebben deze draad niet. In dat geval raden we je aan om ze voor de veiligheid aan te (laten) leggen.
⬛ Zwart is voor een (extra) schakelaar. Je hebt zwarte draden daarom lang niet altijd nodig.
Lees ook: De kleuren van stroomdraden: dit moet je erover weten!
Elektriciteitsdraden strippen
Voor het strippen van elektriciteitsdraden gebruik je een striptang. Daarop zit een schroefje om de doorsnede in te stellen. Zorg ervoor dat je het omhulsel van een draad eraf trekt en het onderliggende koper niet beschadigt.
©Tang: ROM | Lasklem: Wytrazek | stock.adobe.com
Draden aan elkaar verbinden
In Nederland is de lasklem het meest gebruikte hulpmiddel om draden te verbinden. Lasklemmen hebben als voordeel dat ze doorzichtig zijn, zodat je kunt zien of alles goed zit aangesloten. Daarnaast zijn ze voorzien van klemmetjes om de draden vast te houden, zodat je niet hoeft te prutsen met van die kleine schroefjes. De wat ouderwetse kroonsteentjes hebben die voordelen niet. Maar ze worden nog wel gebruikt, vooral voor het aansluiten van lampen.
Lees ook: Zelf inbouwspotjes installeren? Dat is makkelijker dan je denkt!