ID.nl logo
Zelf inbouwspotjes installeren? Dat is makkelijker dan je denkt!
© kajikajie
Huis

Zelf inbouwspotjes installeren? Dat is makkelijker dan je denkt!

Ga je zelf inbouwspots installeren? Goed plan! Want spotjes zijn erg veelzijdig: je gebruikt ze net zo gemakkelijk om een ruimte te verlichten als om accenten te leggen voor extra sfeer. Bij ID.nl laten we er graag ons licht 💡 over schijnen.

Inbouwspots passen perfect bij een hobbyklusser die graag alles zelf in de hand heeft. Want je bepaalt exact waar ze komen en hoeveel je er ophangt. In deze handleiding lees je hoe je zelf installeert. • Planning en indeling van de spotjes • Elektra voor de spotlampen verzorgen • De lichtspots aansluiten en monteren

Lees ook: Veilig klussen: ontspannen werken met elektra


Gereedschap

• Boormachine
• Gatenzaag (opzetstuk voor boormachine)
• Striptang
• Schroevendraaier
• Rolmaat
• Potlood

Materialen

• Spotlampen
• Installatiedraad
• Lasklemmen

Voor de veiligheid

• Veiligheidsbril

Voor je begint

We beginnen met een korte inleiding om alles op een rijtje te zetten. Het is bijvoorbeeld goed om te weten dat inbouwspots een transformator nodig hebben om netstroom om te zetten naar het juiste voltage, over het algemeen is dat 12V. Bij de meeste winkels koop je een totaalpakket, dus spots met een ingebouwde transformator of een losse transformator voor de complete set. Stel je zelf wat samen? Let er dan op dat je de totale wattage niet overstijgt. Daarvoor vermenigvuldig je het aantal spots met de wattage per spot. Dat mag niet meer zijn dan de maximale belasting die op de transformator vermeld staat.

Licht uit, inbouwspot aan!

Heel veel keuze bij Bol

Een verlaagd plafond voor inbouwspots

Inbouwspots kun je niet in een solide, betonnen plafond plaatsen. Er is namelijk ruimte nodig om de warmte af te voeren. Daarom kun je inbouwspots alleen plaatsen in een verlaagd plafond. Voor ledlampen is een hoogte van 10 cm voldoende, want ledlampen worden niet zo warm. Halogeenlampen zijn minder efficiënt en kunnen erg heet worden. De ruimte tussen vals en echt plafond moet daarom minstens 20 cm bedragen. Heb je geen verlaagd plafond? Kies dan voor opbouwspots of maak er een groter project van en verlaag een gedeelte van je plafond.

Bepaal de locatie van de spots

Het mooie van spots is dat je helemaal zelf bepaalt hoeveel je er installeert en waar je ze plaatst. Maar er zijn wel een aantal vuistregels. Spotjes worden eigenlijk nooit dichter dan 30 cm van elkaar gemonteerd. Verder is een afstand van meer dan een meter te groot: de spots vormen dan geen mooi geheel meer. Bepaal met een rolmaat en potlood waar de spots moeten komen. Zorg ervoor dat ze in een rechte lijn terechtkomen door ook de afstand vanaf de muur op te meten.

Gaten boren met de gatenzaag

Weet je precies waar de spots moeten komen? Dan gaan we nu de gaten in het plafond boren! Op de verpakking van je inbouwspots staat hoe groot het gat in het plafond moet zijn voor de installatie, waarschijnlijk ergens tussen de 6 en 9 cm.

Er zit een afdekrand rond iedere spot. Dus ook als je niet de exacte maat gatenboor in huis hebt, is een paar millimeter groter meestal geen probleem. Zet altijd een veiligheidsbril op tijdens het boren.

©wichientep

Gebruik de aansluiting voor de plafondlamp

Dan gaan we nu verder met de elektra. Schakel voor je begint de stroom in de ruimte uit! We sluiten de spotlampen aan door gebruik te maken van de elektra voor de plafondlamp, vaak is dat een centraaldoos. Want dan kunnen we gebruik maken van de al bestaande schakelaar op de muur (tip: vervang de schakelaar op de muur door een dimmer zodat je nóg meer controle hebt). Daarbij kiezen we voor parallelschakeling, zodat de overige spotjes het nog doen wanneer er eentje mocht uitvallen.

Voor de verbindingen gebruiken we lasklemmen. Dat zijn koppelstukjes waarmee je gemakkelijk een aantal elektradraden aan elkaar verbindt. Je hebt er per spot twee nodig en nog twee voor de connectie met de centraaldoos. De goede oude kroontjes, ook wel bekend als lusklem, zijn ook prima te gebruiken. In plaats een klemmetje wordt de draad vastgezet met een schroefje. Dat is iets meer gepriegel, vandaar dat lasklemmen de voorkeur hebben.

Even voor het overzicht: we verlengen de bruine (fase) en blauwe (nul) draden vanaf de centraaldoos met een lasklem. Vervolgens gebruiken we voor ieder spotlicht een lasklem om deze draden parallel te schakelen, wederom met zowel de bruine als de blauwe draad. We leggen het hieronder in detail uit.

©Sergey Dzyuba | bbsferrari

De stroomdraden en spots verbinden

Vanuit de centraaldoos koppel je een fasedraad en nuldraad door met een lasklem. Vervolgens verbind je die weer met iedere spotlamp. Je hebt lasklemmen nodig met minstens drie verbindingspunten. Meer is ook goed, want je kunt de openingen die je niet gebruikt gewoon leeg laten. Met een striptang verwijder je steeds 1,5 tot 2 centimeter van het omhulsel van de draad.

💡 Belangrijk: gebruik een lasklem alleen voor dezelfde kant van het circuit. Dus koppel alleen fasedraden of nuldraden in een klem.

De fasedraad steek je in een van de openingen met klemmetje van een lasklem. Vervolgens trek je, vanuit dezelfde lasklem, een nieuw stukje fasedraad naar de spotlamp. De derde opening in de lasklem gebruik je om de draad door te schakelen naar de volgende spot. Voor de nuldraad doe je in feite hetzelfde. Maak de spotlamp nog niet vast aan het circuit. Dat doen we voor het gemak pas als alle lasklemmen geschakeld zijn.

Werk zo door tot aan de laatste spotlamp in je systeem. Daar heb je nog maar twee openingen van de lasklem nodig (je hoeft dan immers niet meer de draden door te schakelen). Zorg ervoor dat de draden niet te kort zijn, want dan wordt het veel lastiger om de spots te installeren. Alle bedrading zit straks verstopt achter het verlaagde plafond, dus daar zie je niks van.

Lees ook: 🔌 Spannend verhaal: zelf een stopcontact aanleggen of verplaatsen

©Dmitriy

De lichtspot in het plafond installeren

Verbind nu per spotlamp een fasedraad en een nuldraad vanaf een lasklem. Je bent nu klaar met de elektra! Je hoeft nu alleen nog maar de spotjes volgens de handleidingen te installeren.

©ronstik

Inbouwspot in een kast

Wil je de spots in een kast ophangen? Dan kun je eventueel gebruik maken van een verlengsnoer: daarmee is het hele project een stukje eenvoudiger en korter. Door in de kast een gat te maken voor het snoer leg je hier eenvoudige een stekkerdoos in een steek je de stekker gewoon in het stopcontact.


â–¼ Volgende artikel
Overstappen naar een warmtepomp: kan dit met je eigen radiatoren?
Energie

Overstappen naar een warmtepomp: kan dit met je eigen radiatoren?

Je overweegt om je cv-ketel te vervangen door een warmtepomp, maar je wilt daarvoor niet je vloer openbreken om vloerverwarming te leggen. Het goede nieuws is dat je bij een warmtepomp niet per se voor vloerverwarming moet gaan. Vaak is het mogelijk om de bestaande radiatoren te behouden. Hier lees je hoe dat zit!

Dit artikel in het kort:

  • Warmtepomp en radiatoren: Het is mogelijk om bestaande radiatoren te behouden bij de overstap naar een warmtepomp.
  • Soorten verwarmingssystemen: Er zijn hogetemperatuur- (HTV) en lagetemperatuurradiatoren (LTV), elk met eigen eigenschappen en vereisten.
  • 50-gradentest: Controleer met een eenvoudige test of jouw radiatoren geschikt zijn voor een LTV-warmtepomp.
  • Radiatorboosters: Boosters kunnen warmte efficiënter verspreiden, waardoor HTV-radiatoren compatibel worden met LTV-systemen.

Lees ook: Stappenplan: Radiatoren op de juiste manier ontluchten

Er is een tijd geweest dat warmtepompen uitsluitend konden functioneren in combinatie met vloerverwarming. Inmiddels is het ook mogelijk om een warmtepomp aan te sluiten op bestaande radiatoren en convectoren.  

Soorten radiatoren

Om mee te beginnen: er bestaan twee typen radiatoren: hogetemperatuur-radiatoren en lagetemperatuur-radiatoren. Voor het gemak spreken we over HTV (hogetemperatuur-verwarming) en LTV (lagetemperatuur-verwarming).

Beide systemen werken in principe op dezelfde manier, maar bij de eerste stroomt water met een temperatuur tussen 55 en 70 graden Celsius. Dat zorgt voor een erg snelle opwarming, maar dit werkt meestal niet zuinig en ook niet energie-efficiënt. Vooral bij oude huizen met weinig isolatie moet je flink stoken om het binnen warm te krijgen. Bij een LTV-radiator volstaat een watertemperatuur van 45 tot 55 graden.

Heb je thuis een traditioneel cv-systeem met klassieke radiatoren, dan zijn dat altijd HTV-radiatoren. Er zijn in Nederland momenteel 4,4 miljoen woningeigenaren die hun woningen nog op hoge temperatuur verwarmen. Toch zijn LTV-radiatoren de laatste jaren populair geworden, omdat ze zuiniger zijn en efficiënter omgaan met energie. Zelfs een gewone condenserende gasketel werkt efficiënter op LTV, maar het duurt langer om de ruimte op temperatuur te brengen. En als de ruimte slecht geïsoleerd is, kan het zelfs onmogelijk zijn om de kamer warm te krijgen als het buiten flink koud is.

Er zijn drie mogelijkheden om bestaande radiatoren te laten werken met een warmtepomp: je gaat voor een HTV-warmtepomp, je test of een LTV-warmtepomp in combinatie met de huidige radiatoren een goede match is of je pimpt de radiatoren met boosters.  

Warmtepomp die hoge temperatuur levert

Er zijn warmtepompen die bijvoorbeeld met het koelmiddel propaan of CO2 werken en die een watertemperatuur garanderen tot 65 graden. Een belangrijk voordeel van zo'n HTV-warmtepomp is dat je het bestaande afgiftesysteem niet hoeft te vervangen. Je radiatoren en convectoren zijn immers erop berekend om te werken op deze temperatuur. Toch is zo'n HTV-warmtepomp een complexer apparaat en daarom duurder in aanschaf. Bovendien verbruikt dit type warmtepomp meer elektriciteit.  

©www.mitsubishielectric.com

De CO2-warmtepomp kan zelfs hoge temperaturen leveren tot 85 graden.

Klassieke radiatoren & de LTV-warmtepomp

Wanneer je oude, klassieke radiatoren die ontworpen zijn om met een hoge temperatuur te werken, aansluit op een lagetemperatuur-warmtepomp, is het rendement lager. Een klassieke radiator met een vermogen van 5 kW benut zijn volledig vermogen bij een watertemperatuur van 70 graden. Wanneer je de temperatuur van het cv-water laat dalen naar 50 graden, dan gebruikt de radiator maar de helft van zijn vermogen, dus 2,5 kW.

Als je de ruimte goed hebt geïsoleerd en je hebt bijvoorbeeld geïnvesteerd in triple glas, dan is het wel mogelijk om de ruimte voldoende te verwarmen. En dan loont het wel om een warmtepomp te plaatsen. Doe je dat op de gok? Nee, je kunt dat zelf testen.  

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

De 50-gradentest

Je kunt gemakkelijk checken of jouw radiatoren het goed gaan doen met een LTV-warmtepomp. Voer deze test uit terwijl het buiten koud is, tussen de 4 en 10 graden. Stel de watertemperatuur van de ketel enkele dagen in op maximaal 50 graden in plaats van 70 graden. Wanneer de woning toch nog voldoende warm blijft, zit je goed. Als je zekerheid wilt, kun je de test zelfs de hele winter door laten lopen.

Je hebt dan wel meer tijd nodig om de woning op te warmen, maar dat kun je opvangen door de ketel een uur vroeger aan het werk te zetten. Een belangrijke voorwaarde is dat er genoeg radiatoren in huis zijn om de woning te verwarmen.

Zorg er ook voor dat de kamerthermostaat 's nachts niet lager dan 17 of 18 graden is ingesteld om een te grote terugval te vermijden. Het is de bedoeling dat je woning continu wordt verwarmd op een gelijkmatige maar lage temperatuur. Is het huis gedurende de testperiode comfortabel warm gebleven, dan mag je ervan uitgaan dat de woning geschikt is voor een LTV-verwarmer. Is het huis op deze manier niet warm te krijgen, dan moet je de isolatie verbeteren voodat je een warmtepomp kunt overwegen. Uiteraard kan een installateur ook berekenen of je de radiatoren kunt behouden. 

Pimp je radiator met een afgiftebooster

Je kunt van een gewone HTV-radiator ook een LTV-radiator maken door een set kleine radiatorventilatoren te monteren die de warmte sneller verspreiden. Over het algemeen worden deze afgifteboosters onderaan de radiator gemonteerd en de sensor/controller die hierbij hoort, ergens bovenin. Het elektrisch verbruik is minimaal, dan hebben we het over 1 kWh per jaar of ongeveer 25 cent per jaar.

De ventilatoren werken stil, het geluidsniveau zit onder de 20 dB. Om te vergelijken, dat is de geluidssterkte van boomblaadjes in de wind op anderhalve meter afstand. 20 dB wordt als 'erg zacht' omschreven, terwijl 35 dB nog als 'zacht' wordt geclassificeerd. De controller zorgt ervoor dat de booster modulerend werkt, de ventilatortjes draaien dus niet altijd op volle kracht en passen de snelheid aan de warmtevraag aan.

Verhoog je rendement met een radiatorventilator

Kleine investering voor groot comfort!

©https://heatfan.eu

In minder dat twee minuten gemonteerd

De installatie van deze boosters heeft niet veel om het lijf. In twee minuten per radiator is zo'n ventilator geplaatst, zonder gereedschap. Het apparaat klemt zich met magneten tussen de platen van de radiator of plat op een convector. Je moet hem wel aansluiten op het stroomnet. In de buurt van elke radiator is dus wel een stopcontact nodig.

De universiteit van Twente heeft in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland onderzoek gedaan naar deze afgifteboosters. De boosters hebben een levensduur van 40.000 draaiuren, wat overeenkomt met een levensduur van 1700 stookuren per jaar. Dat komt erop neer dat deze boosters net zo lang meegaan als een cv-ketel of een warmtepomp. 

©https://heatfan.eu

Werking booster

Wanneer de temperatuur van de radiator boven de 25 graden stijgt, beginnen de ventilatoren te draaien en wanneer de temperatuur zakt, schakelen ze uit. Een lampje op de sensor geeft aan wanneer de ventilatoren actief zijn. Bovendien zijn er controllers die een wifi-functie hebben en die dus nauwkeurig de temperatuur van de radiator of convector meten. Op die manier kun je een gedetailleerd overzicht bekijken van de prestaties van iedere radiator. Bovendien kun je de boosters dan ook via de smartphone bedienen. 

©https://heatfan.eu


â–¼ Volgende artikel
Van hometrainer tot loopband: zo blijf je fit zonder de sportschool
© leonid iastremskyi
Gezond leven

Van hometrainer tot loopband: zo blijf je fit zonder de sportschool

Fit blijven vanuit huis? Met een hometrainer, crosstrainer, roeitrainer of loopband heb je geen sportschool meer nodig. In dit artikel lees je wat je met deze apparaten traint, hoeveel ruimte je ervoor nodig hebt en wat per apparaat de voordelen en nadelen zijn.

In dit artikel over fitnessapparatuur lees je:

  • Wat de voordelen en nadelen zijn van een hometrainer, crosstrainer, roeitrainer en loopband
  • Hoeveel ruimte je nodig hebt om deze apparaten thuis te gebruiken
  • Waar je op moet letten bij de aanschaf, zoals weerstand, stabiliteit en extra functies

Lees ook: Fit zonder tools: de beste oefeningen voor thuis

Hometrainer

Wil je op een laagdrempelige manier thuis aan je conditie werken, dan is een hometrainer waarschijnlijk  het apparaat waar je het eerst aan denkt. Logisch, want met een hometrainer kun je op een eenvoudige en veilige manier een cardiovasculaire training doen. Door de instelbare weerstand bepaal je zelf de intensiteit van je training, waardoor het geschikt is voor zowel beginners als gevorderden. Daarnaast belast de hometrainer de gewrichten minimaal: het is dus een goede keuze voor mensen met knie- of heupproblemen. Veel modellen hebben ingebouwde programma's en monitoren waarmee je je voortgang kunt bijhouden, zoals calorieverbruik, snelheid en hartslag.

Aanschaf en prijs

Bij de aanschaf van een loopband is het belangrijk om te letten op de kracht van de motor, de grootte van het loopvlak en de schokdemping. De prijzen variëren van ongeveer 400 tot 3.000 euro. Houd rekening met een benodigde ruimte van circa 2 m² en zorg voor voldoende ruimte achter de loopband om veilig te kunnen trainen.

âž• Voordelen
  • Laagdrempelig

  • Eenvoudig in gebruik

  • Minimaal belastend voor gewrichten

  • Geschikt voor beginners en revalidatie

âž– Nadelen
  • Minder intensieve training voor het bovenlichaam

  • Beweging is relatief eenzijdig

Crosstrainer

Een crosstrainer combineert verschillende bewegingen en spiergroepen in één training. Het toestel bootst de natuurlijke bewegingen van wandelen, hardlopen en traplopen na, maar belast de gewrichten nauwelijks. Ideaal wanneer je een full-body workout wil zonder risico op overbelasting.. De handgrepen van de crosstrainer bewegen mee, waardoor je niet alleen je benen, maar ook je bovenlichaam traint. Daarnaast kun je de weerstand aanpassen om de intensiteit te verhogen en jezelf uit te dagen. Een crosstrainer is vooral iets voor mensen die graag calorieën willen verbranden en tegelijkertijd hun uithoudingsvermogen willen verbeteren.

Aanschaf en prijs

Bij de aanschaf van een crosstrainer is het belangrijk om te letten op de maximale belastbaarheid, de paslengte en de soepelheid van de beweging. De prijzen beginnen rond de 300 euro en kunnen oplopen tot 2.500 euro voor de duurdere modellen. Houd rekening met een benodigde ruimte van circa 2 m², afhankelijk van het formaat, en zorg voor voldoende ruimte voor de heen-en-weer-gaande beweging van de handgrepen.

âž• Voordelen
  • Full-body workout

  • Lage impact op gewrichten

  • Diverse weerstandsniveaus

  • Geschikt voor calorieverbranding

âž– Nadelen
  • Kan veel ruimte in beslag nemen

  • Vereist coördinatie

  • Mogelijk duurder dan andere apparaten

Roeitrainer

De roeitrainer is een van de meest complete apparaten die je in huis kunt halen. Roeien combineert kracht en cardio in één beweging, waarbij vrijwel alle grote spiergroepen worden aangesproken. Van je benen tot je rug en van je armen tot je buikspieren – alles wordt getraind. Het apparaat is daardoor ideaal voor mensen die in korte tijd een effectieve workout willen doen. Bovendien belast roeien de gewrichten nauwelijks, wat het ook geschikt maakt voor mensen met fysieke beperkingen. Veel moderne roeitrainers hebben interactieve schermen waarop je kunt 'roeien' door virtuele landschappen of je prestaties kunt vergelijken met die van anderen.

Aanschaf en prijs

Bij de aankoop van een roeitrainer is het belangrijk om te letten op het type weerstand (lucht, water of magnetisch), de stabiliteit en de aanpasbaarheid van de training. De prijzen variëren van 300 tot 2.000 euro, afhankelijk van het model en de technologie. Houd rekening met een benodigde ruimte van circa 2,5 meter lang en 1 meter breed. Sommige modellen zijn inklapbaar, zodat je ze makkelijker kunt opbergen.

âž• Voordelen
  • Zeer compleet voor kracht en cardio

  • Traint bijna alle spiergroepen

  • Lage impact op gewrichten

âž– Nadelen
  • Vereist techniek

  • Kan redelijk wat geluid maken bij lucht- of waterweerstand

  • Relatief groot

Loopband

De loopband is een klassieker onder de fitnessapparaten en biedt een natuurlijke manier om aan je conditie te werken. Of je nu kiest voor wandelen, joggen of sprinten, de loopband past zich aan jouw tempo en niveau aan. Met de verstelbare snelheid en hellingshoek kun hem eenvoudig afstemmen op jouw trainingsdoel. Hierdoor kun je bijvoorbeeld een heuveltraining simuleren of juist focussen op duurtraining. Moderne modellen hebben vaak ingebouwde schokdempers, wat de impact op je gewrichten vermindert. Met extra functies zoals hartslagmeting, vooraf ingestelde programma's en interactieve trainingsopties haal je meer uit je sessies en blijf je gemotiveerd.

Aanschaf en prijs

Bij de aanschaf van een loopband is het belangrijk om te letten op de kracht van de motor, de grootte van het loopvlak en de schokdemping. De prijzen variëren van ongeveer 400 tot 3.000 euro. Houd rekening met een benodigde ruimte van circa 2 m² en zorg voor voldoende ruimte achter de loopband om veilig te kunnen trainen.

âž• Voordelen
  • Veelzijdig (wandelen, joggen, sprinten)

  • Instelbare hellingshoek

  • Geschikt voor diverse niveaus

âž– Nadelen
  • Relatief duur

  • Kan lawaai maken

  • Hogere impact op gewrichten dan andere apparaten

Welk apparaat past bij jou?

Het kiezen van het juiste apparaat hangt af van je persoonlijke voorkeuren, trainingsdoelen en eventuele fysieke beperkingen. Door een hometrainer, crosstrainer, roeitrainer of loopband in huis te halen, maak je het gemakkelijker om regelmatig te bewegen en je gezondheid op peil te houden, zonder dat je daarvoor meteen naar de sportschool hoeft.

ApparaatTrainingen/MogelijkhedenGeschikt voor
HometrainerCardiovasculaire training, intervaltraining, calorieverbrandingBeginners, mensen met knie- of heupproblemen
CrosstrainerFull-body workout, uithoudingsvermogen verbeteren, spiergroepen combinerenMensen die calorieën willen verbranden en spieren willen trainen
RoeitrainerKracht en cardio, spieropbouw, korte intensieve sessiesIedereen die een complete workout wil, geschikt voor fysieke beperkingen
LoopbandWandelen, joggen, sprinten, heuveltraining simulerenHardlopers, wandelaars, mensen die onder alle omstandigheden willen trainen

FITNESSKLEDING

Dat sport nét even lekkerder dan gewoon in je spijkerbroek