ID.nl logo
🔌 Spannend verhaal: zelf een stopcontact aanleggen of verplaatsen
© Maksim Shebeko - stock.adobe.com
Huis

🔌 Spannend verhaal: zelf een stopcontact aanleggen of verplaatsen

Heb je een extra stopcontact nodig of wil je een bestaand stopcontact verplaatsen? Zowel het zelf aanleggen van een nieuw stopcontact als het verplaatsen van een bestaand stopcontact is een klus die je, als je het aandurft, gewoon zelf kunt doen. In deze handleiding leggen we je stap voor stap uit hoe je een wandcontactdoos aanlegt.

We hebben steeds meer apparatuur, dus hebben we ook steeds meer stopcontacten nodig. Een verlengsnoer is meestal niet de mooiste oplossing. Daarom leggen we in deze handleiding uit hoe je op een verantwoorde manier een wandcontactdoos aanlegt en aansluit: • Algemene uitleg over de elektra in een woning • Het verplaatsen van een stopcontact • Een compleet nieuw stopcontact aanleggen

Lees ook: Veilig klussen: ontspannen werken met elektra

Gereedschap

• Striptang
• Boormachine
• Trekveer
• Gatenzaag
• Combinatietang
• Schroevendraaier (klein en groot)
• Zaag
• Sleuvenzaag (huren)
• Beitel
• Hamer

Materiaal

• Wandcontactdoos (hollewanddoos)
• Stopcontact
• Bekabeling
• Elektriciteitsleidingen

Beschermingsmiddelen (bij het frezen)

• Mondkapje
• Veiligheidsbril
• Werkhandschoenen

Lees ook: PBM en werkkleding: dit heb je nodig als hobbyklusser

Schakel altijd de stroom uit

Veiligheid staat op de eerste plek! Wanneer je gaat klussen aan elektra zijn er een paar zaken om rekening mee te houden. Het gevaar wordt weleens over het hoofd gezien, omdat het voor een groot deel 'onzichtbaar' is. Zet voor je begint altijd de stroom uit in de meterkast. Wanneer alles overzichtelijk in groepen is ingedeeld schakel je alleen de stroom in de betreffende ruimte uit.

Trek elektriciteitsdraden altijd verticaal

In de muur lopen elektrakabels van boven naar beneden. Dat is voor de veiligheid. Want wanneer je een gat boort om iets op te hangen, weet je hierdoor waar de kabels lopen, namelijk recht boven een wandcontactdoos of schakelaar. Wil je het stopcontact op een andere plek? Dat krijg je voor elkaar door de kabels via het plafond, en eventueel onder de vloer, te trekken.

Gat voor de hollewanddoos

Voor de aanleg van het stopcontact gebruiken we een hollewanddoos. Dat is een kunststoffen huls die aan de achterkant openingen heeft voor de bekabeling. Aan de voorkant is er ruimte om een stopcontact aan te leggen. Je zet deze vast in de muur door met een gatenzaag een gat in de muur te maken. Dat doen we zowel bij het verplaatsen van een stopcontact als bij het aanleggen van een compleet nieuwe wandcontactdoos.

Een gatenzaag is een ronde zaag die je op je boormachine plaatst. Standaard hollewanddozen hebben een diameter van 76 mm en een diepte van 50 mm. Boor het gat bij een solide muur iets dieper, omdat je de wanddoos dan makkelijker vast kunt zetten met bijvoorbeeld gips. Bij een holle gipswand is het vooral belangrijk dat je zeker weet dat er achter de wand genoeg ruimte is.

©Wimmer Alfred

🔌 Een stopcontact verplaatsen

We beginnen met de makkelijkste klus: het verplaatsen van een stopcontact. Dat is minder moeilijk dan het aanleggen van een extra stopcontact, waar we verderop naar gaan kijken. Bij oudere woningen zitten de wandcontactdozen vaak op ooghoogte. Dat is niet heel fraai, want hierdoor zie je de stekkers en kabels. Moderne stopcontacten zitten vaak op maximaal 30 cm hoogte. Als je een stopcontact naar beneden verplaatst, kun je de oude draden gewoon verlengen. Je hoeft daarom niet helemaal vanaf de centraaldoos kabels te trekken.

Sleuf bij solide muur

Een stopcontact in een solide muur aanleggen is ietsje meer werk. Je kunt namelijk niet achter de gipsplaten langs werken. Je zult een sleuf in de muur moeten frezen voor de elektrabuis. Die moet 2 centimeter breed en 2 centimeter diep zijn. Dat gaat makkelijk met een sleuvenzaag. We raden je aan om die te huren vanwege de hoge kosten (zelf een sleuvenzaag kopen kost je al snel vele honderden euro's). Ga rustig en voorzichtig te werk en draag altijd handschoenen, een bril en een stofmasker. Neem voor je begint de instructies door. Nadat je aan de slag bent geweest met de sleuvenzaag, gebruik je een hamer en beitel om de losse delen weg te bikken.

©Yuriy_Pozdnikov | Urich

Kabels trekken achter gipsplaten

Bij een wand met gipsplaten hoef je geen sleuf te zagen. In plaats daarvan werk je de bekabeling gewoon achter de gipsplaten weg. Bij een wand die al helemaal afgewerkt is, kost dat iets meer tijd. Vooral omdat je na de klus hier en daar wat zult moeten herstellen.

🔌 Een nieuw stopcontact aanleggen

Wil je een extra stopcontact in een kamer? Dat kost ietsje meer tijd. Want de kabels daarvoor trek je vanaf de centraaldoos in een ruimte. Je zult dus meer moeten frezen en langere kabels moeten trekken. We beginnen met een stukje theorie.

De centraaldoos in een ruimte

In woningen in Nederland loopt de stroom vanuit de meterkast naar individuele ruimtes in het huis. In een kamer wordt dat vervolgens verdeeld via de centraaldoos. Die zit vrijwel altijd in het plafond, op de plek van de lamp. Je komt dit te weten door de lamp weg te halen en te kijken welke draden er lopen. Een centraaldoos is een stuk groter dan een normale aansluiting van een lamp. Hiervandaan lopen namelijk kabels naar alle stopcontacten in de kamer. Als je goed kijkt, kun je de leidingen zien voor de kabels. We gaan de bedrading voor het stopcontact ook vanaf deze centraaldoos aanleggen.

Lees ook: Zelf inbouwspotjes installeren? Dat is makkelijker dan je denkt!

Bekabeling via het plafond

Het eerste stuk van de stroomkabels loopt in het plafond naar de muur. In de wand trekken we kabels alleen verticaal. Dus ieder stopcontact heeft een eigen 'spoor' met elektriciteitsdraden. Bij een solide plafond zul je moeten frezen. Als de kamer nog niet afgewerkt is, kun je de kabels wellicht makkelijker trekken.

In sommige woningen is het eenvoudiger om vanaf een verdieping hoger te werken. Maak precies boven de centraaldoos de vloer open en trek de kabels op deze manier richting de muur. Iedere woning is anders, dus je zult zelf even moeten onderzoeken welke van deze opties bij jou de beste methode is. Wanneer je het hele traject moet frezen, zul je ook weer veel moeten herstellen. Teken hoe dan ook eerst zorgvuldig met een potlood de baan van de bekabeling over de muur en het plafond af.

Elektriciteitsleidingen aanleggen

Vanaf de centraaldoos leg je eerst elektriciteitsleidingen voor de stroomdraden aan. Dat zijn goedkope, meestal crèmewitte buizen van kunststof. Doorgaans hebben ze een doorsnede van ongeveer 16 mm en je vindt ze bij elke bouwmarkt. Voor de bochten koop je flexibele stukken. Het is even passen en meten, maar de buizen zijn gelukkig makkelijk te verwerken. Laat aan de uiteinden nog een stukje vrij zodat je bij de contactpunten voor de stroomdraden kunt.

©Karyna Chekaryova

Draden trekken

Steek een trekveer van onderaf in de elektriciteitsleidingen, dus bij de nieuwe wandcontactdoos. Duw deze tot aan de centraaldoos en verbind er een bruine, blauwe en geel/groene draad aan. Trek deze vervolgens helemaal tot aan de wandcontactdoos. Knip de draden op maat en maak ze aan beide kanten vast. Veel plezier met je nieuwe stopcontact!

Stopcontacten alleen maar in zwart of wit?

Welnee, ze zijn er zelfs in goud!
▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.