ID.nl logo
Voordelig op pad met een fiets van de zaak
© iBrave
Mobiliteit

Voordelig op pad met een fiets van de zaak

Als je veel fietst voor je werk, kan het voordelig zijn om een fiets van de zaak te hebben. Zowel voor werknemers als voor zzp’ers zijn er fiscaal gunstige mogelijkheden. Hoe werkt dat en wat levert het op?

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen:

  • Welke regelingen zijn er voor werknemers?
  • Hoe kun je fietskosten vergoed krijgen met een privé fiets?
  • Welke regelingen zijn er voor zelfstandigen?

Ook interessant voor jou: Elektrische fiets kopen: tips voor de beste e-bike

Fietsen is populair. Het houdt je gezond en als je voor de fiets kiest in plaats van de auto, doe je ook nog iets goeds voor het milieu en voor de drukte op de snelweg. Daarom stimuleert de overheid het gebruik van de fiets met fiscale voordelen. Het maakt daarbij niet uit of je een gewone fiets, een e-bike of een speed pedelec gebruikt. De voordelen gelden ook voor een bakfiets, racefiets, mountainbike of elektrische scooter, maar niet voor een snorfiets, brommer of scooter op benzine.

Zowel voor werknemers als voor zelfstandigen bestaan er verschillende regelingen. Wil je als werknemer gebruikmaken van een fietsregeling, dan ben je afhankelijk van de mogelijkheden die je werkgever aanbiedt. Als ondernemer kies je helemaal zelf hoe je de fietsregeling inricht, zolang je je maar aan de fiscale regels houdt.

Regelingen voor werknemers 

1. Fiets kopen via werkkostenregeling

Werkgevers mogen hun werknemers een vergoeding geven voor een nieuwe fiets, door de aanschaf te betalen van het brutoloon. Dat betekent dat je even wat minder loon ontvangt, maar je fiets wordt hierdoor wel zo’n 40 procent goedkoper, afhankelijk van het belastingtarief dat voor jou geldt. Ook een fietsverzekering en accessoires mag je op deze manier betalen.

Je kunt de aankoopprijs over verschillende maanden uitsmeren, zodat je salaris niet in één maand flink lager is. Eventueel kun je de fiets ook betalen van je vakantiegeld of – als je werkgever het goed vindt – met overuren of vakantiedagen. Een fiets kopen via je brutoloon is vaak erg gunstig. Je wordt eigenaar van de fiets en je mag hem gebruiken voor al je fietskilometers, zakelijk én privé. Ook hoef je niet bij te houden hoeveel kilometers je zakelijk rijdt en hoeveel privé.

Dit voordeel is geregeld in de werkkostenregeling (WKR), waarmee een werkgever ook andere zaken belastingvrij kan vergoeden, zoals bedrijfsfitness en een kerstpakket. De werkgever bepaalt zelf welke vergoedingen hij beschikbaar stelt.

Als je een fiets koopt via deze regeling, kun je nog wel een onbelaste vergoeding krijgen van maximaal 23 cent per zakelijke kilometer (2024), inclusief woon-werkverkeer. 

Zul je altijd zien: platte band

Een goede fietspomp is een musthave!

©Uwe

2. Leasefiets gebruiken

Je werkgever kan ook een fiets voor je leasen. De fiets is dan eigendom van de leasemaatschappij. Het voordeel is dat de leasemaatschappij al het onderhoud doet. Als je de fiets privé mag gebruiken, moet je 7 procent van de adviesprijs bij je inkomen tellen en daar belasting over betalen. Als je een eigen bijdrage voor de fiets moet betalen, wordt de bijtelling lager. In het ideale geval neemt je werkgever ook de bijtelling voor zijn rekening en betaal je zelf helemaal niets. De werkgever moet zich hierbij wel houden aan het maximumbedrag dat hij belastingvrij mag vergoeden.

Als je een fiets krijgt van je werkgever, mag je geen onbelaste vergoeding meer krijgen voor zakelijk gereden kilometers met de fiets. Je mag nog wel een onbelaste reiskostenvergoeding krijgen voor reizen met het OV of met de auto. 

3. Fiets ter beschikking gesteld krijgen

Een werkgever kan ook een fiets ter beschikking stellen. De fiets blijft dan eigendom van de werkgever. Als werknemer betaal je niets voor de fiets, maar je krijgt ook geen kilometervergoeding. 

©René Schmidt - photoschmidt 2020

4. Renteloos geld lenen voor een nieuwe fiets

Je werkgever mag je een bedrag lenen waarvoor je een fiets kan kopen. Deze lening mag renteloos zijn. Je werkgever mag je daarnaast een reiskostenvergoeding geven voor gereden kilometers met de fiets, ook voor woon-werkverkeer (23 cent per kilometer, 2024). Je kunt deze vergoeding gebruiken om de lening af te lossen. Misschien kun je ook een overschot aan vakantie- of overuren gebruiken om de lening af te lossen. 

5. Een vergoeding ontvangen voor je privé-fiets

Heb je al een fiets of ben je van plan een nieuwe te kopen om ermee naar je werk te gaan? Dan mag je werkgever je een vergoeding geven van 23 cent per zakelijk gereden fietskilometer, inclusief woon-werkverkeer. Hiermee kun je dus de kosten van je fiets terugverdienen. Bedenk wel dat je dit geld ook nodig kunt hebben voor onderhoud aan de fiets. 

©iuricazac

Fiets van de zaak als zzp’er

Als je zzp’er bent, dan kun je kiezen of je je fiets privé aanschaft of als bedrijf. 

1. Privé-fiets

Koop je de fiets privé, dan mag je voor alle zakelijk gereden kilometer 23 cent van de winst aftrekken (bedrag 2024). Andere kosten, zoals kosten voor onderhoud, verzekering en de fietsenstalling, mag je niet aftrekken. 

2. Fiets op naam van de zaak

Is minimaal 10 procent van al je fietskilometers zakelijk? Dan kun je de fiets ook op de zaak zetten. Je mag de aanschafprijs dan verspreid over een aantal jaar aftrekken van de winst. Ook de kosten voor onderhoud, verzekering en de fietsenstalling mag je aftrekken. Daar tegenover staan dat je 7 procent van de adviesprijs bij je inkomen moet tellen. Voor de gereden kilometers mag je geen kosten aftrekken.

Speed pedelec, nog meer voordeel

Voor een nieuwe speed pedelec van de zaak, geldt nog een extra belastingvoordeel. Je kunt 27 procent van de aanschafprijs aftrekken als milieu investeringsaftrek (MIA). Als je de fiets zakelijk aanschaft, moet je wel weer 7 procent van de adviesprijs bij je inkomen tellen. Maar onderhouds- en verzekeringskosten mag je aftrekken. 


▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!