ID.nl logo
Je eerste racefiets: wat heb je nodig als beginner?
© www.photoschmidt.de
Mobiliteit

Je eerste racefiets: wat heb je nodig als beginner?

Als de kou uit de lucht is, begint het bij veel fietsfanaten weer te kriebelen. Het wordt namelijk tijd om de wielrenfiets van zolder te halen. Ben jij van plan om met deze sportieve hobby te beginnen? Lees dan hier wat je nodig hebt!

Wat heb je nodig als beginnende wielrenner? Is een budgetfiets een goed idee of koop je beter meteen een professioneel model? We bespreken het allemaal in dit artikel. • Je eerste wielrenfiets: waar moet je rekening mee houden? • Materiaal, montagegroep en remmen • Overige benodigdheden en toekomstige upgrades Ga veilig de weg op met je racefiets: zo kies je een betrouwbare fietshelm.

Type wielrenfiets

In eerste instantie nemen veel mensen aan dat er maar één soort wielrenfiets bestaat. Maar wie de Tour de France volgt, ziet al snel dat de renners niet iedere dag op dezelfde fiets rijden. In grote lijnen zijn er vier soorten:

  • Allround: de naam zegt het al: je kunt met deze fiets alle kanten op en dat is handig voor beginners.

  • Endurance: gemaakt voor lange ritten. Je zit iets meer rechtop en dat is prettig voor beginners.

  • Aero: fiets met een zo laag mogelijk luchtweerstand door een sterker voorovergebogen houding.

  • Klim: fiets met een extreem laag gewicht. Duur en specialistisch en daarom voor starters niet geschikt.

Een allround of endurance fiets aan zijn de beste opties voor beginners.

Aankoopbedrag: wat is verstandig?

Starten met een dure racefiets is geen goed idee. Want wat als je wielrennen toch niet leuk vindt? Tegelijkertijd zijn de goedkoopste fietsen ook geen aanrader. Want daardoor beleef je minder plezier aan de sport. Wat is wel een mooi bedrag voor je eerste racefiets? Laten we vooropstellen dat het een sport met hoge startkosten is. Buiten het kopen van een fiets valt het mee, want je hoeft bijvoorbeeld geen contributie te betalen.

©pavel1964 - stock.adobe.com

Een degelijke racefiets met alle benodigdheden kost je al snel 1000 euro. Dan hebben we het nog over een beginnersmodel. Voor een fiets uit het middensegment ben je meer dan 2500 euro kwijt en voor een model uit de topklasse betaal je rond de 10.000 euro.

Tweedehands wielrenspullen kopen

Op de tweedehandsmarkt staan veel racefietsen en benodigdheden. Met een mooie deal bespaar je een hoop geld. Let er wel op dat de framemaat en dergelijke echt bij jou past. Dat is bij een racefiets nog een stuk belangrijker dan bij een standaard fiets. Denk er verder aan dat je vaak geen garantie hebt. Een ander voordeel bij het kopen van een nieuwe fiets is dat je bij een wielerwinkel geholpen wordt bij het perfect afstellen van de fiets. Een helm moet je wel altijd nieuw kopen. Want een tweedehands exemplaar kan onzichtbaar beschadigd zijn en daardoor onvoldoende bescherming bieden.

Zijn er verschillen tussen dames- en herenfietsen?

Tussen racefietsen voor dames en heren bestaat weinig verschil. Wielrenfietsen hebben sowieso het ontwerp van een herenfiets met de hoge stang tussen zadel en stuur. Er is wel een onderscheid tussen de zadels die mannen en vrouwen prettig vinden. Maar dat is persoonlijk en zul je toch echt zelf moeten ontdekken. We raden je wel aan om meteen te beginnen met een comfortabel zadel.

Lees ook: 5 goede racefietszadels voor langeafstandsritten

Het materiaal van het frame

Racefietsen worden gemaakt van aluminium, koolstofvezel (carbon), staal en titanium. Een stalen fiets is het goedkoopst, maar ook ouderwets, zwaar en kan gaan roesten. Titanium is een zeer geschikt materiaal, maar ook erg duur. Onder beginners is aluminium het populairst. Het is stevig, licht en betaalbaar.

Carbon is nog lichter, maar ook duurder en kwetsbaarder. Je zult al snel meer dan 1200 euro uit moeten geven voor zo’n model. Een voordeel is dat je door het lage gewicht makkelijker een helling opklimt en carbon trillingen beter absorbeert dan aluminium voor een hoger rijcomfort. Afhankelijk van je budget zijn aluminium en carbon goede opties voor beginners.

©Martin Hibberd

Montagegroep

De verzameling van pedalen, cranks, cassettes, kettingbladen, derailleurs en de kabels en hendels die erbij horen, noemen we de montagegroep, de aandrijving of gewoonweg de groep. Het zijn in feite de onderdelen waarmee je de fiets aanstuurt en aandrijft. Bij een beginnersfiets zit meestal standaard zo’n groep. Bij de hogere prijssegmenten zoeken renners vaak alles afzonderlijk bij elkaar.

Shimano, Sram en Campagnolo zijn de grootste en bekendste merken. Die hebben elk weer verschillende lijnen, oplopend van beginner tot professional. De montagegroep bestaat uit de meest kwetsbare onderdelen van een fiets. Duurdere groepen zijn duurzamer en alles werkt net even ietsje soepeler, zoals het schakelen. Als je van plan bent om rustig aan te beginnen is een starterset die op je eerste racefiets zit voldoende, zolang je kiest voor een betrouwbaar merk. Pas als je serieus gaat wielrennen, profiteer je significant van de voordelen van een dure montagegroep.

©chamnan

Remmen

Je racefiets kan niet zonder een paar betrouwbare remmen. De traditionele velgremmen zijn voor racefietsen nog altijd populair. Daarbij worden blokjes tegen de velg aangeklemd wanneer je de rem aantrekt. Het nadeel is dat ze niet zo goed werken als het geregend heeft of als je wielen vies zijn. Daarnaast beschadigen ze op den duur de velgen. Schijfremmen lijken dan ook de toekomst te hebben. Inmiddels zitten ze standaard op de meeste nieuwe racefietsen, ook binnen het lagere prijssegment.

Mechanische schijfremmen zijn goedkoop vergeleken met hydraulische schijfremmen. Dat laatste zijn door de hoge kosten en specialistisch onderhoud niet aan te bevelen voor beginners. Schijfremmen hebben veel remkracht en werken ook optimaal bij nattigheid en vuil. Als het even kan raden we je aan om voor mechanische schijfremmen te kiezen. Maar als je tijdens droog weer een vlak parcours aflegt, zijn velgremmen ook prima.

Wielrenschoenen

Wielrenschoenen worden nog weleens over het hoofd gezien. Terwijl ze wel degelijk noodzakelijk zijn. In eerste instantie zullen wielrenschoenen even wennen zijn. Erop lopen voelt wat apart aan.

©Egoitz Bengoetxea

Het is de bedoeling dat je de schoenen vastklikt in de pedalen en dat vereist enige oefening. Daarvoor gebruik je de schoenplaatjes onder de zool. Die koop je niet samen met de schoenen, maar horen bij de pedalen. Je maakt deze plaatjes vast aan de zool met 3 schroefjes in een driehoek. Alle racefietsschoenen gebruiken hetzelfde systeem, dus dat is lekker makkelijk. Dankzij het vastklikken kunnen je voeten niet van de pedalen schieten. Bovendien kun je ook bij een omhooggaande beweging van je voet extra kracht zetten door aan de pedaal te trekken. Handig om nog net de top van een berg te bereiken of dat sprintje vlak voor de finish te winnen.

Fietskleding

Wielerkleding zit strak zodat je zo min mogelijk weerstand ervaart. Sommigen vinden dat in eerste instantie ongemakkelijk om te dragen. Als je geen wedstrijden rijdt, is het dragen van een normaal sportshirt of T-shirt niet zo’n punt. Hoewel wielrenners op den duur altijd kiezen voor een echt fietsshirt. We adviseren om wel altijd een goede wielrenbroek aan te schaffen, die draag je trouwens zonder onderbroek. Een paar fietshandschoenen is eigenlijk ook onmisbaar. Daarmee voorkom je blaren op je handen tijdens lange tochten.

Ook interessant: Wielerkleding: wat draag je bij welke temperatuur?

Serieus werk maken van je wielertocht?

Wielerkleding vermindert weerstand waardoor je sneller gaat!

Lijst met overige benodigdheden

Voor een geslaagde wielertocht heb je meer nodig dan alleen een betrouwbare fiets. Denk ook aan een helm, een bandenplakset, een extra binnenband, een fietspomp of CO₂-patroon en een bidon.

Upgrades voor een later moment

Zodra je verknocht bent aan het wielrennen, leer je vanzelf meer over racefietsen. Echte fanaten hebben over elk onderdeel een oordeel klaar. Wat dacht je van een aerodynamischer stuur of lichtere wielen? Je kunt de montageset vervangen of uiteindelijk kiezen voor een high-end frame. We adviseren om met een goede basis te beginnen en als je veel fietst en meer leert kun je upgrades overwegen. Alvast veel fietsplezier!


▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.

▼ Volgende artikel
Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)
© DC Studio
Huis

Waarom je tv-beeld onnatuurlijk oogt (en hoe je dat oplost)

Je hebt net een klein fortuin uitgegeven aan een gloednieuwe 4K- of zelfs 8K-televisie. Je installeert hem, start je favoriete filmklassieker en zakt onderuit op de bank. Maar in plaats van een bioscoopervaring bekruipt je het gevoel dat je naar een goedkope soapserie of een homevideo zit te kijken. De acteurs bewegen vreemd soepel, de actiescènes lijken versneld en de magie is ver te zoeken. Geen zorgen, je televisie is niet stuk. Hij doet eigenlijk iets te goed zijn best.

Dit fenomeen is zo wijdverspreid dat er een officiële term voor is: het 'soap opera effect'. In technische kringen wordt dit ook wel bewegingsinterpolatie of 'motion smoothing' genoemd. Hoewel fabrikanten deze functie met de beste bedoelingen in hun televisies bouwen, is het voor filmfanaten vaak een doorn in het oog. Gelukkig is het eenvoudig op te lossen... als je tenminste weet waar je moet zoeken.

Nooit meer te veel betalen? Check
Kieskeurig.nl/prijsdalers!

Wat is het 'soap opera effect' precies?

Om te begrijpen wat er misgaat, moeten we kijken naar hoe films worden gemaakt. De meeste bioscoopfilms en veel dramaseries worden opgenomen met 24 beelden per seconde. Die snelheid geeft films hun karakteristieke, dromerige uitstraling. Een beetje bewegingsonscherpte hoort daarbij; dat is wat onze hersenen associëren met 'cinema'. Moderne televisies verversen hun beeld echter veel vaker: meestal 60 of zelfs 120 keer per seconde.

Om dat verschil te overbruggen, verzint je slimme televisie er zelf beelden bij. De software kijkt naar beeld A en beeld B, en berekent vervolgens hoe een tussenliggend beeld eruit zou moeten zien. Dit voegt de tv toe aan de stroom. Het resultaat is een supervloeiend beeld waarin elke hapering is gladgestreken.

Voor een voetbalwedstrijd of een live-uitzending is dat geweldig, omdat je de bal en spelers scherper kunt volgen. Maar bij een film zorgt die kunstmatige soepelheid ervoor dat het lijkt alsof je naar een achter de schermen-video zit te kijken, of dus naar een soapserie zoals Goede Tijden, Slechte Tijden, die traditioneel met een hogere beeldsnelheid werd opgenomen. De filmische illusie wordt hierdoor verbroken.

©ER | ID.nl

De winkelmodus is ook een boosdoener

Naast beweging is er nog een reden waarom het beeld er thuis soms onnatuurlijk uitziet: de beeldinstellingen staan nog op standje zonnebank. Veel televisies staan standaard in een modus die 'Levendig' of 'Dynamisch' heet. Deze stand is ontworpen om in een felverlichte winkel de aandacht te trekken met knallende, bijna neon-achtige kleuren en een extreem hoge helderheid. Bovendien is de kleurtemperatuur vaak nogal koel en blauw, omdat dat witter en frisser oogt onder tl-licht. In je sfeervol verlichte woonkamer zorgt dat echter voor een onrustig beeld waarbij huidtinten er onnatuurlijk uitzien en details in felle vlakken verloren gaan.

Hoe krijg je de magie terug?

Het goede nieuws is dat je deze 'verbeteringen' gewoon kunt uitzetten. De snelste manier om van het soap opera effect en de neonkleuren af te komen, is door in het menu van je televisie de beeldmodus te wijzigen. Zoek naar een instelling die Film, Movie, Cinema of Bioscoop heet. In deze modus worden de meeste kunstmatige bewerkingen, zoals bewegingsinterpolatie en overdreven kleurversterking, direct uitgeschakeld of geminimaliseerd. Het beeld wordt misschien iets donkerder en warmer van kleur, maar dat is veel dichter bij wat de regisseur voor ogen had.

Sinds kort hebben veel moderne televisies ook de zogeheten Filmmaker-modus. Dat is de heilige graal voor puristen. Als je deze modus activeert, zet de tv met één druk op de knop alle onnodige nabewerkingen uit en respecteert hij de originele beeldsnelheid, kleuren en beeldverhouding van de film.

Wil je de beeldmodus niet volledig veranderen, maar alleen dat vreemde, soepele effect kwijt? Dan moet je in de geavanceerde instellingen duiken. Elke fabrikant geeft het beestje een andere naam. Bij Samsung zoek je naar Auto Motion Plus of Picture Clarity, bij LG-televisies ga je naar TruMotion, bij Sony naar Motionflow en bij Philips naar Perfect Natural Motion. Door deze functies uit te schakelen of op de laagste stand te zetten, verdwijnt het goedkope video-effect en krijgt je film zijn bioscoopwaardige uitstraling weer terug.