ID.nl logo
Scan Thing: Handige scan-app voor iOS
© Reshift Digital
Huis

Scan Thing: Handige scan-app voor iOS

Scan Thing is een heel praktische scan-app voor iOS en iPadOS. Maak een foto van een object en het wordt automatisch uitgesneden en losgemaakt van de achtergrond! Hoe je ermee te werk gaat, vertellen we in dit artikel.

Soms loop je wel eens tegen van die apps aan waarvan je denkt ‘briljant’! Scan Thing is er daar een van. Als je regelmatig foto’s maakt van objecten waarvan je de achtergrond weg moet halen, weet je dat dit een klusje is dat gewoon tijd kost. Zeker, Photoshop heeft een feature om dit tegenwoordig ook snel te realiseren, maar lang niet iedereen heeft geld (over) voor dit pakket. En om het alleen voor snelle uitsneden te kopen als je voor de rest tevreden bent met de fotobewerker die je hebt? 

Lees ook:Photoshop voor iPad - Objecten uitknippen en aanpassen

De app Scan Thing doet hetzelfde voor je, maar dan voor een eenmalig bedrag van een paar euro. Zet een object op tafel – liefst goed belicht – en maak een foto. De magie begint direct: je ziet je object uitgesneden zweven. Als je tevreden bent met de uitsnede, tik je op Save, waarna de afbeelding transparant op de filmrol wordt gezet. Van daaraf kun je het openen met elke gewenste fotobewerkings-app.

©PXimport

Het automatisch uitsnijden gaat – zo leert de ervaring – heel goed. Sterker nog: als je zorgt dat het uit te snijden object zo veel mogelijk los staat van omliggende zaken gaat het eigenlijk bijna nooit mis. Alleen als de achtergrondkleur en de kleur (of een deel van de kleuren) van het object heel erg overeenkomen is het soms even opletten geblazen. 

Van bestaande foto's

Scan Thing kan ook objecten uit al gemaakte en dus op de filmrol aanwezige foto’s halen. Tik daarvoor in het live hoofdpaneel van de app op het knopje vierde knopje van bovenaf gezien. Selecteer een foto en tik op Voeg toe. In de preview sleep je met je vinger vervolgens een selectie om het uit te snijden object. Tevreden? Tik op het vinkje en dan Save.

Met de laatstgenoemde functionaliteit – ofwel het uitsnijden van objecten vanaf filmrol-foto’s haal je eigenlijk de eerdergenoemde Photoshop-functionaliteit in huis. Wat in ieder geval opvalt aan de techniek is dat ’t razendsnel werkt. 

Documenten scannen

Scan Thing kan nog meer. Het is namelijk ook een documentscanner die gefotografeerde pagina’s netjes automatisch rechttrekt. Tik daarvoor op het bovenste knopje, waarna je standaard in de automatische scanmodus belandt. Dat werkt lekker snel: plaats een pagina in beeld, waarna de app hem automatisch herkent, selecteert, fotografeert en rechttrekt. 

Gaat dat je allemaal net iets te snel, dan kun je ook de optie Manual aantikken; in dat geval moet je zelf op de ontspanknop tikken. Voor de rest blijft alles in principe volautomatisch werken, wel is het mogelijk om de automatisch geselecteerde uitsnede en perspectiefcorrectie indien gewenst nog wat te finetunen.

©PXimport

De magie van Scan Thing is ook nu nog niet voorbij. Tik je na het scannen van een of meer pagina’s op Save, dan wordt OCR losgelaten op het document. Tik op de deelknop en hevel het geheel als pdf over naar je favoriete PDF-viewer

De originele ‘scanfoto’ blijft behouden, maar je kunt er nu wel de tekst in selecteren. Ideaal voor als je later nog eens citaten uit bijvoorbeeld een (bibliotheek)boek wilt gebruiken in een werkstuk of rapport: selecteren, kopiëren en plakken.

Alleen tekst bewaren

Heb je echt alleen de tekst van een pagina nodig, dan is dat evenmin een probleem voor Scan Thing. Tik daarvoor in het hoofdpaneel op ’t bovenste knopje, met de streepjes. Om de OCR-procedure te starten tik je op de knop Tekst

Hierbij is het een beetje opletten geblazen, want Scan Thing leest (nog?) geen Nederlands. Je kunt de gewenste taal bovenin selecteren door op het taalknopje (standaard Engels) te tikken. Vervolgens kun je dan een van de wel beschikbare talen selecteren.

Tik je vervolgens op de Tekst-knop, dan wordt direct OCR op de in beeld zijnde tekst uitgevoerd; met een tik op Copy hevel je de tekst over naar het clipboard van je apparaat. Van daaruit kun je plakken in elke app die overweg kan met tekst, zoals bijvoorbeeld je tekstverwerker.

©CIDimport

Instellingen

Om de werking van Scan Thing naar wens aan te passen is er helemaal rechtsboven een instellingenknopje beschikbaar. Ziet eruit als een blokje met schuifregelaars. Tik erop en het instellingenmenu opent. Je kunt hier onder meer de startmodus (Default Scanning Mode) instellen, alsmede de standaardtaal voor tekstherkenning.

Mocht je het willen, dan kun je de schakelaar Crop Transparent Pixels onder Image Export Settings aanzetten. Er wordt hier gewaarschuwd dat je daardoor mogelijk extra scantijd verspeelt, maar in de praktijk merken wij er eigenlijk niks van. Waarbij geldt dat een oudere iPhone of iPad er mogelijk inderdaad wat meer moeite mee heeft, kwestie van uitproberen dus.

PDF-kwaliteit

Neem zeker ook even een kijkje onder PDF Export Settings, hier vind je een schuifregelaar om de kwaliteit van een gescand document naar wens aan te passen. Waarbij geldt dat een hogere resolutie tot grotere bestanden leidt. Je moet daar echter wel bij bedenken dat de scanresolutie in vergelijking tot die van een flatbedscanner beduidend lager is. Kies dus beter voor een hogere opslagresolutie, dan kun je de PDF’s later ook nog eens met goed fatsoen afdrukken.

Last but not least: Scan Things is niet alleen voor iOS en iPadOS beschikbaar, maar ook voor MacOS. Al geldt daarbij wel dat de camera van de gemiddelde iPad of iPhone beduidend beter is dan de gemiddelde webcam van een Mac. En ook de flexibiliteit van een los in de hand gehouden apparaat is een stuk handiger, vanzelfsprekend. 

Hoe dan ook, wat ons betreft een van die ‘must have’-apps voor op je mobiel!

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.

▼ Volgende artikel
Stormcodes: Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?
Huis

Stormcodes: Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?

Er is vandaag storm op komst en voor grote delen van het land is zelfs code oranje afgegeven. Het KNMI geeft altijd kleurcodes bij zwaar en gevaarlijk weer, maar hoe werkt dat ook al weer?

De kleurcodes voor weerswaarschuwingen van het KNMI geven aan wat de verwachte impact is van gevaarlijk weer. Er zijn vier kleurcodes: groen, geel, oranje en rood. Iedere kleurcode heeft een specifieke betekenis.

🟢 Code groen: Staat voor normaal weer, waarbij er geen noodzaak is voor speciale waarschuwingen.

🟡 Code geel: Hiermee word je opgeroepen om extra op te letten, zeker als je van plan bent de deur uit te gaan, omdat het weer mogelijk gevaarlijk wordt. Deze code kan tot 48 uur voor het verwachte weerfenomeen worden uitgegeven.

🟠Code oranje: Duidt op extreem weer, waarbij de kans op schade, verwondingen of veel hinder zeer aanwezig is. Deze code kan 24 uur van tevoren worden afgegeven. Op dit moment wordt code oranje voor storm Benjamin uitgegeven voor Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Holland.

🔴 Code rood: Is het ernstigste weeralarm, voor extreem weer dat zo'n hevige impact kan hebben dat het de samenleving kan verstoren.

Voor elke kleurcode gelden specifieke criteria, afhankelijk van het weertype, zoals regen, sneeuw, onweer, wind, temperatuur en zicht. Bij wind wordt code geel uitgegeven als er een kans is op windstoten van meer dan 75 km per uur. Bij verwachte windstoten boven de 100 km per uur zullen zijn, wordt het code oranje. Voor vandaag worden er in de kustprovincies zelfs zeer zware windstoten tot 120 kilometer per uur verwacht!

Storm Benjamin: waarom hebben stormen eigenlijk soms een naam?

Vandaag trekt storm Benjamin over Nederland. Door het geven van namen aan stormen probeert het KNMI (net als andere meteorologische instituten in andere landen dat ook doen) mensen alert te maken op de risico’s. Dat stormen een naam krijgen, vindt 52 procent van de Nederlanders een goed idee; 30 procent vindt dat niet noodzakelijk.

©www.knmi.nl

Krijgen alle stormen een naam?

In Nederland wordt er eigenlijk alleen een naam gegeven aan stormen waarvoor code oranje of code rood wordt uitgegeven. In een enkel geval krijgt een storm ook al bij code geel een eigen naam. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de kans groot is dat er opgeschaald moet worden naar code oranje, of omdat de storm in het Verenigd Koninkrijk is ontstaan en daar al een naam heeft gekregen. De namen voor dit jaar vindt je op de lijst Stormnamen 2025-2026.

Lees ook: Koopgids weerstations: zo vind je het beste weerstation voor thuis