ID.nl logo
Hirschmann INCA 1G - Gigabit over de televisiekabel
© Reshift Digital
Huis

Hirschmann INCA 1G - Gigabit over de televisiekabel

Een snelle netwerkverbinding is geen luxe, maar wat als je geen netwerkkabels kunt trekken? Heb je wel een coaxkabel voor televisie liggen, dan belooft de Hirschmann INCA 1G een oplossing te zijn voor een gigabitnetwerkaansluiting. Wij hebben voor je getest of dat echt zo is.

De techniek waarmee je een coaxkabel voor televisie kunt gebruiken voor netwerksignalen heet MoCa. De geteste INCA 1G is niet Hirschmanns eerste MoCa-adapter, zo hebben we in 2013 de Moka 16 getest die een paar jaar later werd opgevolgd door de Moka 32. Bij de Moka 16 beloofde Hirschmann snelheden van 175 Mbit/s, bij de opvolger 400 Mbit/s en bij deze INCA 1G vinden we op de verpakking een beloofde snelheid van maar liefst 1 Gbit/s. Uit eerdere ervaringen met de voorgangers van de INCA 1G weten we dat de snelheden van de MoCa-adapters in tegenstelling tot die van powerline-adapters erg dicht in de buurt van de beloofde snelheden komen. Coaxkabels zijn anders dan elektriciteitskabels ontworpen voor signaaloverdracht en afgeschermd tegen stoorzenders van buitenaf. De INCA 1G is overigens compatibel met Hirschmanns eerdere MoCa-adapters, de verbindingssnelheid wordt dat uiteraard beperkt door de oudere adapter.

©PXimport

Werking

De INCA 1G is een compact metalen kastje met een afmeting van 11 x 4,6 x 2 centimeter dat je optioneel met een schroef op de muur kunt schroeven. Op de bovenkant vindt je twee iec-coaxaansluitingen terwijl de onderkant een netwerkpoort en mico-usb-aansluiting voor de voeding heeft. Je hebt net als bij de bekende powerline-adapters minimaal twee MoCa-adapters nodig om de technologie te gebruiken. Eentje plaats je doorgaans in de meterkast in de buurt van je router en de andere installeer je op de plaats waar je een netwerkverbinding nodig hebt. Uiteraard moet naar die plek een coaxkabel lopen. Dat is direct de belangrijkste beperking van de MoCa-technologie: je hebt doorgaans een beperkt aantal coax-aansluitingen in huis. Een actief kabelabonnement is niet noodzakelijk, een coaxkabel vanuit de meterkast naar de gebruiksruimte is genoeg om de adapters te gebruiken. Hirschmann verkoopt naast de losse adapters ook een set van twee adapters in één verpakking, de INCA 1G white SET die voor ongeveer 130 euro te koop is. Een MoCa-netwerk kan uit maximaal zestien adapters bestaan.

©PXimport

Eenvoudig aansluiten

Het aansluiten van de adapter is erg eenvoudig. Waar de vorige varianten van Hirschmanns MoCa-adapters de bij satelliettelevisie gebruikelijke f-connectoren gebruikten, is de Inca 1G voorzien van de voor kabeltelevisie gebruikelijke iec-connectoren. Handig, aangezien de meeste coax-netwerken in huis voor kabeltelevisie bedoeld zullen zijn. Op de ene coax-aansluiting sluit je indien je kabeltelevisie hebt een kabel aan op je abonnee-overnamepunt en de andere aansluiting verbind je met de coaxkabel die naar het punt loopt waar je de tweede adapter installeert. Je sluit uiteraard ook een netwerkkabel aan op je router. Aan de andere kant sluit je de adapter met een coaxkabel op de muuraansluiting aan en indien je kabeltelevisie hebt, sluit je je televisie of televisie-ontvanger aan op de tweede coax-aansluiting. Op de netwerkaansluiting kun je vervolgens je netwerkapparatuur aansluiten.

De INCA 1G-adapters hebben net als de voorgangers geen mogelijkheid tot het instellen van een unieke encryptiesleutel, iets dat de technologie op zich wel kan onder de naam MoCa Protected setup. Volgens Hirschmann gaan de datasignalen niet voorbij het abonneeovernamepunt, maar we zouden het zelf kunnen instellen van een encryptiesleutel toch een veilig idee vinden.

©PXimport

Resultaten

We hebben de INCA 1G thuis in de praktijk getest op de coaxaansluiting in onze huiskamer. In de muur zit een coaxkabel van ongeveer 25 meter verwerkt die zo’n dertien jaar geleden geïnstalleerd is. De wandcontactdoos is onlangs wel vervangen voor iets moderns, de Braun Telecom btv 01. De kabel eindigt in de meterkast waar ook de router geïnstalleerd is.

Bij installatie was de in de muur verwerkte coaxkabel vast een prima kabel, maar het is anno 2020 zeker niet de best afgeschermde kabel op de markt. Een prima testsituatie dus, want de INCA 1G is bedoeld voor situaties waar je juist geen nieuwe kabels wilt trekken. We halen in onze benchmark een snelheid van 949 Mbit/s oftewel zoals beloofd een volledige gigabitsnelheid zonder problemen. Een indrukwekkende prestatie die door geen een powerline-adapter geëvenaard kan worden. Kun je kiezen tussen MoCa of powerline, ga dan zeker voor MoCa.

De MoCa-adapter is vervolgens aangesloten op een switch in het televisiemeubel waarop diverse apparatuur is aangesloten. In de praktijk bleek alles prima te werken. Het energieverbruik van de adapters is met 3 watt per stuk beperkt. Er wordt een 1 ampère (5 watt) usb-lader meegeleverd. In de meterkast hadden we echter geen vrij stopcontact over en hebben we de usb-kabel van de INCA 1G verbonden met een usb-poort op de router. Dit bleek geen probleem te zijn.

Het MoCa-signaal heeft geen invloed heeft op televisiesignalen: de televisieontvangst is ook met aangesloten adapters uitstekend. De gebruikte frequenties voor de MoCa-technologie liggen dan ook buiten die van de door de kabelaanbieders gebruikte frequenties.

Conclusie

Hirschmann zet met de INCA 1G een uitstekend alternatief voor een normale netwerkkabel op de markt waarmee je zonder problemen een gigabitverbinding opzet. Iets dat ons met een powerline-adapter nog nooit gelukt is en komt doordat een coax-kabel ontworpen is voor signaaloverdracht. Een nadeel is dat de encryptie niet zelf in te stellen is, al gaan de signalen volgens Hirschmann niet voorbij het aop.

Het grootste nadeel van deze prima technologie blijft dat je vermoedelijk een beperkt aantal coaxaansluitingen in huis hebt die je met deze INCA 1G kunt veranderen in een netwerkaansluiting. Heb je toevallig een coaxaansluiting op de juiste plaats, dan is dit de beste oplossing om zonder netwerkkabels te trekken een snelle en stabiele netwerkverbinding te realiseren.

Fantastisch
Conclusie

**Prijs** € 69,96 (losse adapter), € 115,95 (set van twee adapters) **Aansluitingen** 2x iec-coaxaansluiting, micro-usb-aansluiting, gigabit-netwerkaansluiting **Techniek** Bonded MoCa 2.0 (1 Gbit/s) **Website** [www.hirschmann-multimedia.com]( https://www.hirschmann-multimedia.com/nl/assortiment/telecommunicatie/hybride-systemen/multimedia-over-coax/moca-r-apparaten/moca-r-apparaten/inca-1g-white-+-usb-set-695020694/groups/g+c+s+p+a+nr+view)

Plus- en minpunten
  • Volledige gigabitsnelheid
  • Eenvoudig aan te sluiten
  • Compacte en stevige behuizing
  • Laag energieverbuik
  • Encryptie niet instelbaar
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.