ID.nl logo
Keuzehulp: de 10 beste routers van nu (augustus 2022)
© Reshift Digital
Huis

Keuzehulp: de 10 beste routers van nu (augustus 2022)

Heb je een internetverbinding, dan heb je ook een router. Een moderne router is niet alleen het hart van je thuisnetwerk, maar verzorgt ook de draadloze dekking in huis. De router die je van je internetprovider krijgt, is zeker op draadloos gebied lang niet altijd het meest ideale apparaat. Waar moet je op letten als je een nieuwe router wilt kopen?

Top 10 beste routers

Tips voor je router

Veelgestelde vragen

©PXimport

Top 10 routers (augustus 2022)

1. Netgear Orbi RBK50

De beste mesh-router10Score100

**+ Gebruiksvriendelijk

  • Uitstekende prestaties
  • Uitstekend bereik
  • Hoge prijs**

Netgear bracht met de Orbi RBK50 als eerste een wifi-mesh-systeem op de markt, maar deed dit direct erg goed. Nog altijd is Netgears eerste Orbi het beste wifi-mesh-systeem dat je kunt kopen. Dat komt doordat de RBK50 nog altijd het enige AC3000-systeem op de Nederlandse markt is. Het bereik is uitstekend en de prestaties zijn indrukwekkend. Wel is de RBK50 door de indrukwekkende techniek (per node) het duurste systeem dat je kunt kopen. Wil je meer weten? Lees hier onze review.

2. TP-Link Deco M4

Goedkoop én goed9Score90

**+ Prijs-kwaliteitverhouding

  • Goede dekking en prestaties
  • Gebruiksvriendelijk
  • AC1300: beperkte capaciteit**

De nieuwe TP-Link Deco M4 is ruimschoots het goedkoopste mesh-systeem op de markt, maar hoort samen met zijn ‘broer’ Deco M5 tot de best presterende producten in hun klasse. Het systeem scoort waar het telt: de installatie is gebruiksvriendelijk en geschikt voor de grootste leek, en dat geldt ook voor de app. Lees hier onze review.

3. TP-Link Deco M9

Mesh met Zigbee10Score100

+ Dekking, capaciteit en prestaties+ Gebruiksvriendelijk+ Zigbee en bluetooth- Geen

Met de TP-Link Deco M9 Plus, een triband-oplossing, probeert TP-Link ook de intensievere gebruiker naar zich toe te trekken. En met succes, want dit is gemiddeld het snelste AC2200-mesh-systeem. Enkel de AC3000-oplossingen zijn sneller. De Deco M9 Plus heeft een accesspoint-modus, bedrade backhaul, uitgebreide beveiligingsopties (antivirus, firewall), gastnetwerk en ook iets meer geavanceerde zaken als portforwarding ontbreken niet. De instellingen gaan via een app; een webinterface ontbreekt, al zullen hooguit echte prosumers die missen. De doorsnee consument zal de uitgebreide opties voor ouders en de extra beveiligingslaag met onder meer de antivirus en firewall zeker waarderen. Lees hier onze review.

4. Netgear Orbi RBK23

Scherp geprijsde krachtpatser10Score100

+ Gebruiksvriendelijk+ Prestaties en bereik+ Scherpe prijsstelling- Geen

Netgear heeft met de Orbi RBK50 het beste wifi-mesh-systeem, maar ook in de langzamere AC2200-klase maakt Netgear met de RBK23 indruk. Deze set bestaat uit drie losse torentjes, maar dan één maatje kleiner, met als enig gevolg dat de satellieten nu twee in plaats van vier lan-poorten hebben. Onder type RBK20 is deze set ook met een router en één satelliet verkrijgbaar. De prestaties zijn in de AC2200-klasse prima, maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld de technisch vergelijkbare TP-Link Deco M9 Plus. Wil je meer weten over de RBK23? Lees hier onze review.

5. ASUS AiMesh AX6100

Eerste mesh met Wifi 69Score90

+ Wifi 6 razendsnel+ Uitgebreide firmware- Slechts één wifi6-radio- Mesh-bereik

Kenners van ASUS-producten weten waar de fabrikant uitblinkt: wanneer het gaat om echt innovatieve producten. Het ASUS AiMesh AX6100 WiFi System (bestaande uit 2x RT-AX92U, mocht je willen uitbreiden) verdient de titel innovatief zonder enige twijfel. Het is namelijk het eerste mesh-systeem met 802.11ax, oftewel wifi 6. Kortweg: in potentie enorm snel. Maar is de AX6100 dan meteen een vanzelfsprekende keuze voor mesh? Daar zetten we vraagtekens bij, want slechts één van de twee 5GHz-radio’s ondersteunt wifi 6. Als de AX6100 die snellere wifi6-radio inzet als backhaul, dan is je client op een ander accesspoint dus alsnog beperkt tot wifi5-snelheden.

6. Synology MR2200AC

Voor nas-fans9Score90

+ Mogelijkheden en beheer+ Goede prestaties- Prijs- Ervaring vereist

Synology's MR2200AC is een wifi-mesh-systeem dat je per stuk koopt. Dat zorgt voor een wat hogere prijs als je er twee of drie nodig hebt. Een exemplaar kan ook, want de MR2200AC is meer dan andere mesh-systemen een traditionele router vol met mogelijkheden. Mocht je een nas van Synology hebben, dan voelt alles direct vertrouwd. Je kunt via apps allerlei functies toevoegen. Een prima router of wifi-mesh-systeem voor Synology-nas-bezitters.

7. AVM Fritz!Box 7530

Modem én router8Score80

+ Uitgebreide mogelijkheden+ Dect-support+ Supervectoring (indien beschikbaar)- Als router niet concurrerend op prijs

Zoek je een snelle ADSL/VDSL-modem-router met een DECT telefonie? Dan is de selectie beperkt. Met de AVM FRITZ!Box 7530 brengt AVM die combinatie voor een bescheiden prijs naar de markt. Richten we ons op de router functionaliteit dan lijkt de FRITZ!Box 7530 verder een redelijk standaard 2x2 AC1200 klasse model. Twee stream WiFi AC zoals we ook in de ca. 90 euro kostende FRITZ!Box 4040 aantroffen is een prima basis voor de meeste gebruiksdoeleinden. Het is de uitgebreide FRITZ!OS software die aan de basis staat van elk AVM apparaat waar we de meerwaarde zoeken. De kicker in dit geval is echter de uitgebreide DECT functionaliteit voor VOIP diensten, waarmee de 7530 dubbel dienst doet als telefooncentrale. Lees hier onze review.

8. TP-Link Deco M5

Betaalbaar, maar met antivirus9Score90

+ Prijs+ Goed dekking en prestaties+ Gebruiksvriendelijk- AC1300: beperkte capaciteit

TP-Links Deco M5 valt op door zijn scherpe prijs. Voor relatief weinig geld krijg je drie nodes waarmee je je hele huis kunt voorzien van een draadloos netwerk. Qua snelheid behoort de Deco met zijn AC1300-hardware zoals verwacht niet bij de top, maar de Deco scoort wel beter dan we op basis van de specificaties zouden verwachten. Als extraatje kun je de nodes bovendien ook bedraad aansluiten. Bovendien heeft TP-Link beveiliging van Trend Micro ingebouwd, waardoor de Deco M5 kortom het overwegen waard is. Je leest meer in onze vergelijkende test van wifi-mesh-systemen. Lees hier onze review.

9. D-Link Covr-1203

De eenvoudigste installatie8Score80

+ De eenvoudigste installatie+ Keurige prestaties en bereik+ Charmant compact design- Concurrentie sneller en goedkoper

D-Link lijkt de enige fabrikant die begrepen heeft dat ze iets moesten doen om harder met TP-Link te concurreren. D-Links systeem is nog eenvoudiger te installeren dan TP-Links systeem. Waar je bij alle andere merken de satellieten moet koppelen, doet de Covr dat automatisch. Da soort details maken het verschil. Ook het uiterlijk valt op: de roségouden afwerking zal bij sommige dames vermoedelijk een hogere acceptatiefactor hebben.

10. Linksys Velop

Veel functionaliteit8Score80

+ Goede prestaties+ Goede mogelijkheden+ Fraaie vormgeving- Te duur

Linksys heeft niet stil gezeten: er zijn weinig systemen zo veel verbeterd als de Velop tri-band. Vorig jaar presteerde dat systeem redelijk, maar het liet ook duidelijk punten liggen. Zo is de eerst tergend trage installatieprocedure inmiddels goed te doen. Functioneel gezien is het nu ook een praktisch complete prosumer-router geworden en in de test van dit jaar waren de prestaties nog wat beter dan vorig jaar. De prijs van de Velop tri-band is wel gezakt, maar dat geldt ook voor de concurrentie. Het prijsverschil met de eveneens uitstekende Orbi RBK23 is ondanks de goede prestaties lastig te verantwoorden.

©PXimport

Tips voor je router

De router is het middelpunt van je thuisnetwerk en regelt de verbinding tussen jouw thuisnetwerk en het internet. Thuis is de router doorgaans gecombineerd met een wifi-acesspoint, we noemen dit ook wel een draadloze router.

Van je internetprovider krijg je vaak een draadloze router waar ook een modem in verwerkt is, een modem-router. Je kunt de router van je internetprovider gebruiken als basis voor je thuisnetwerk, maar meestal wordt je dan beperkt in je mogelijkheden.

Wil je controle over alle instellingen, dan heb je een eigen router nodig. Soms kunt je de router van je internetprovider vervangen, maar meestal kan dit vanwege de modemfunctionaliteit niet en sluit je een eigen router op de modem-router van de internetprovider aan.

Wat heb je nodig?

©PXimport

Routers zijn in allerlei varianten te koop. Koop dus niet zomaar de eerste router die je in een winkel tegenkomt, want de kans is groot dat het apparaat niet optimaal aansluit bij jouw wensen en eisen.

Stel daarom een wensenlijstje op waaraan je router moet voldoen. Uiteraard zijn de specificaties belangrijk: deze bepalen voor een groot gedeelte wat de router kan. Een belangrijke eerste schifting kun je maken op basis van de snelheid van de netwerkaansluitingen. Let erop of de router is voorzien van gigabit-netwerkpoorten (1000 Mbit/s). Hoewel routers met langzamere fast ethernet-poorten (100 Mbit/s) een zeldzame verschijning beginnen te worden, kom je ze nog wel tegen.

Sommige routers hebben naast de netwerkaansluitingen ook één of meerdere usb-poorten. Die kun je gebruiken om een externe harde schijf te delen met je netwerk, waardoor je de router kunt inzetten als een simpele nas. Vervolgens is de draadloze standaard die de router ondersteunt belangrijk. Een aantal jaar geleden was 802.11n de courante standaard en je kunt dergelijke routers nog steeds kopen. Je kunt echter beter een 802.11ac-router kopen.

Snel, sneller snelst?

©PXimport

Met die keuze voor een 802.11ac-router ben je er niet, want ac-routers zijn in ingedeeld in verschillende snelheidsklassen. Waar we begonnen met AC1750- en AC1900-routers, kun je tegenwoordig al AC5400-routers kopen. In beginsel betekent een hoger getal meer snelheid, maar dat betekent niet dat je zonder meer de snelste router moet kopen.

Zeker omdat de snelste routers een stuk duurder zijn dan bijvoorbeeld AC1900-routers die ook nog gewoon te koop zijn. Afhankelijk van je gebruiksdoel is het de vraag of je het snelheidsverschil echt merkt. Het is namelijk niet zo dat een AC5300-router in de praktijk bijvoorbeeld meer dan twee keer zo snel is als een AC1900-router. Sterker nog: waarschijnlijk merk je bij een beperkt aantal clients het verschil niet eens.

Een getal als AC5300 drukt namelijk de totale snelheid van de router uit waarbij de snelheid van alle radio’s bij elkaar zijn opgeteld. Wil je weten wat het exacte verschil tussen bijvoorbeeld AC1900 en AC5300 is? Wij hebben alle getallen ontleed. De meeste routers hebben twee of drie radio’s terwijl je client maar met één radio tegelijkertijd verbinding maakt. De ‘snelste’ routers hebben dan ook vooral nut als je heel veel apparaten tegelijkertijd wilt gebruiken. Voor de meeste gebruikers is een AC1900-router al snel genoeg.

Mesh: eenvoudig perfecte dekking

©PXimport

Steeds vaker blijkt één draadloze router niet genoeg te zijn om overal in huis draadloze dekking te hebben. Een nieuw type router, het zogenoemde wifi-mesh-systeem, biedt uitkomst.

In plaats van één router krijg je bij aanschaf van een wifi-mesh-systeem meerdere wifi-toegangspunten. De hoofdrouter sluit je net als iedere andere router met een kabel aan op je modem(router) van je internetprovider. De extra wifi-toegangspunten maken draadloos verbinding met de hoofdrouter en breiden de draadloze dekking uit.

Je koopt een wifi-mesh-systeem doorgaans in een pakket met twee of drie wifi-toegangspunten waarmee je heel je huis van dekking kunt voorzien.

Instellen en optimaliseren

©PXimport

Heb je eenmaal de perfecte router gevonden, dan wil je natuurlijk wel alles uit je apparaat halen. Het optimaliseren van je router doe je via de webinterface waar je een groot aantal instellingen kunt aanpassen.

Overigens kun je steeds meer routers ook (deels) instellen met behulp van een app voor je smartphone. Sommige wifi-mesh-systemen, waaronder TP-Links Deco M5 en Google Wifi, kun je zelfs alleen met een app configureren. In de webinterface kun je de draadloze instellingen optimaliseren. Niet alleen stel je een eigen netwerknaam in, je kunt ook het gebruikte kanaal veranderen als blijkt dat de router zelf niet het meest optimale kanaal kiest.

Extra veiligheid

©PXimport

Je router is letterlijk het middelpunt van je netwerk. Tegelijkertijd worden er door bijvoorbeeld de opkomst van smarthome-apparatuur steeds meer apparaten in het thuisnetwerk gehangen waarvan je niet direct weet wat voor informatie gedeeld wordt.

Routerfabrikanten springen hier op in door beveiligingsmogelijkheden in hun routers te bouwen. TP-Link en ASUS kiezen ervoor om samen te werken met antivirusfabrikant Trend Micro. Daarnaast gebeurt ook het omgekeerde: traditionele beveiligingsfabrikanten als Norton en F-Secure brengen hun producten juist in de vorm van een eigen router naar het thuisnetwerk. Welke router er ook gekozen wordt: veiligheid en toezicht wordt één van de belangrijkste thema’s op routergebied de komende tijd.

©PXimport

Veelgestelde vragen

Is een snellere router beter?

Met beter wordt doorgaans een betere dekking bedoeld. In dat geval is het antwoord nee. Wifi-routers bevatten radio’s die qua zendvermogen moeten voldoen aan wettelijke eisen. Een duurdere en dus snellere router, bevat doorgaans meer radio’s ten opzichte van een goedkoper exemplaar. Dat betekent dat er meer apparaten op een hoge snelheid tegelijkertijd met de router verbonden kunnen worden. Het betekent echter niet dat het bereik van de router groter wordt. De individuele radio’s moeten immers nog steeds voldoen aan de wettelijke eisen. Een duurdere router is dus vooral interessant als je heel veel apparaten (tien of meer) op één plek in je huis voluit wil kunnen gebruiken. Heb je echter dekkingsproblemen, bijvoorbeeld op zolder, dan zul je een oplossing moeten zoeken die gebruik maakt van meerdere wifi-accesspoints zoals een wifi-mesh-systeem, repeater, powerline-adapter met wifi of een bedraad accesspoint.

Wat is een wifi-mesh-systeem?

Niet zo zeer snelheid, maar dekking is tegenwoordig steeds vaker het belangrijkste wifi-probleem. Een dekkingsprobleem los je niet op met één duurdere of snellere router, je hebt meerdere accesspoints verspreid over je huis nodig. Een wifi-mesh-systeem is een draadloze router die ondersteund wordt door meegeleverde wifi-accesspoints. Die accesspoints, die ook wel nodes genoemd worden, worden draadloos aangesloten op de router. Hierdoor kun je zonder dat je kabels hoeft te trekken toch heel je huis voorzien van een dekkend draadloos netwerk. Wifi-mesh-systemen zijn er in verschillende prijsklassen afhankelijk van de radioconfiguratie. De goedkoopste systemen zijn AC1200/AC1300-systemen waarbij de onderlinge communicatie tussen de nodes via dezelfde radio’s verloopt als de communicatie met de clients. Duurdere systemen hebben een aparte radio voor de communicatie met de nodes en herken je aan de AC2200- of AC3000-typering. Wil je alleen een beetje surfen of heb je geen groot gezin, dan heb je aan een goedkoper systeem genoeg. Stel je hogere eisen aan je wifi, dan kun je beter voor een duurder systeem kiezen.

Hoeveel mesh-punten heb ik nodig?

Wifi-mesh-systemen worden verkocht in sets van twee of drie nodes. Maar hoeveel heb je er dan nodig? Fabrikanten beloven vaak een bepaald aantal vierkante meters per node, maar deze Amerikaanse fabrikanten gaan daarbij doorgaans niet uit van de Nederlandse huizenbouw. Qua vierkante meters is een doorsnee Nederlands huis doorgaans niet heel indrukwekkend, maar het gebruik van verdiepingen en gewapend beton zorgt ervoor dat er toch meerdere nodes nodig zijn. Een goede vuistregel in een huis is één node per verdieping. Ook in een groter appartement zijn meerdere nodes handig, door ze slim te verspreiden kun je zo een uitstekende dekking realiseren. Al blijkt in de praktijk dat het krachtigste systeem op de markt, de Netgear Orbi RBK50, goed presteert in de standaardset die bestaat uit twee nodes. Bij de goedkopere AC1200/AC1300-systemen kun je beter direct voor een set met drie nodes kiezen, Je kunt bij alle systemen achteraf extra nodes kopen, maar die zijn relatief duur vergeleken met wat je voor de startset betaalt.

Wat is Wi-fi 6? En wat is Wi-fi 5?

Wifi is sinds eind jaren negentig verkrijgbaar en sindsdien zijn er regelmatig nieuwe generaties verschenen waardoor de snelheid van wifi flink omhoog is gegaan. Tot voorkort waren de verschillende generaties wifi bekend onder een getal voorzien van letters. Zo werd 802.11n opgevolgd door het huidige 802.11ac dat binnenkort wordt opgevolgd door 802.11ax. In plaats van802.11ac werd de huidige wifi-standaard ook wel AC genoemd. De Wi-Fi Alliance die de wifi-standaard beheert, vond die niet duidelijk genoeg en heeft iets nieuws bedacht. Naast de al bestaande aanduidingen als 802.11ac wordt sinds kort ool Wi-Fi gebruikt gevolgd door een getal. Het huidige 802.11ac is hetzelfde als Wi-Fi 5. Het snel te verschijnen 802.11ax wordt Wi-Fi 6 terwijl met Wi-Fi 4 wordt verwezen naar de oudere 802.11n-technologie.

Hoe zet ik een router achter router?

Doorgaans krijg je van je internetprovider een router en vaak is het niet mogelijk om dat apparaat te vervangen door een eigen router. Wanneer je toch een eigen router wil hebben, bijvoorbeeld voor meer controle over je netwerk of een betere draadloze dekking, dan zul je deze router moeten aansluiten op de router van je internetprovider. Er zijn twee manieren om een router op een andere router aan te sluiten. Bij de eerste methode sluit je de wan- of internetpoort van je eigen router aan op de lan-poort van de router van je internetprovider. Je eigen router werkt dan als router. Je moet wel al je apparaten verbinden met je nieuwe eigen router om te voorkomen dat je twee netwerken krijgt waardoor apparaten niet met elkaar kunnen communiceren. Omdat je router is aangesloten achter een andere router, heeft deze geen directe verbinding met internet waardoor je mogelijk problemen krijgt als je bijvoorbeeld poorten wilt openen. Om problemen zoveel mogelijk te voorkomen kun je je eigen router toevoegen aan de dmz (demilitarized zone) van de router van je internetprovider. Nog fraaier is de router van je internetprovider in te stellen als modem, dit wordt ook wel bridgemodus genoemd. Dit is echter vaak niet mogelijk.

Er is nog een tweede methode om een eigen router aan te sluiten op een router van je internetprovider. Dat is door je eigen router in te stellen als wifi-accesspoint. Deze methode is dus alleen geschikt als je een eigen router wil gebruiken om je wifi te verbeteren. Voor het beheer van je netwerk blijf je de router van je internetprovider gebruiken. Alle routers kun je instellen als accesspoint door de ingebouwde dhcp-server uit te schakelen en het apparaat een vast ip-adres te geven. Je sluit vervolgens een netwerkkabel aan op een normale netwerkaansluiting die je verbindt met een normale netwerkaansluiting op de andere router. Sommige routers hebben een officiële accespointmodus die de router configureert als accesspoint. Je kunt dan de wan-poort van de route gebruiken om hem aan te sluiten op een lan-poort van de router van je internetprovider.

Hoe kan ik mijn router instellen?

Nadat je een router aansluit, zal het apparaat doorgaans direct functioneren. Toch zul je de instellingen in moeten duiken, want zo wil je waarschijnlijk zelf de naam van je draadloze netwerk (ssid) en wachtwoord kiezen. Voor het instellen van je router gebruik je de webinterface van je router. Meestal is deze webinterface bereikbaar door het ip-adres 192.168.1.1 in je browser in te tikken, maar soms wordt een ander ip-adres gebruikt. Op de pagina die opent kun je inloggen op je router met een gebruikersnaam en wachtwoord. Heb je dit niet zelf ingesteld, dan vind je de juiste gegevens op een sticker op je router. Steeds meer routers kun je daarnaast instellen met een app. Zo’n app is handig om bijvoorbeeld snel het gastnetwerk in te schakelen als je gasten hebt.

Wat betekenen nummers als AC1900, AC3200 of AC5400?

Fabrikanten delen hun draadloze router in snelheidsklasses in zoals AC1900, AC3200 of zelfs AC5400. Routers met een hoger getal associëren we logischerwijs met betere prestaties. Deze getallen hebben te maken met de radioconfiguratie in een router. Als versimpelde vuistregel kun je zeggen dat een hoger getal meer radiocapaciteit biedt. De meeste gebruikers hebben echter geen probleem met de capaciteit van hun draadloze router (hoeveel apparaten er tegelijkertijd voluit gebruikt kunnen worden), maar juist met het bereik van het draadloze netwerk (waar je in huis nog een goede dekking hebt). In de meeste gevallen biedt een AC1900-router zeker genoeg capaciteit terwijl je ook met een nog goedkopere AC1200-router ook wel weg zult komen. Wil je meer dekking, dan heb je meerdere accespoints nodig.

Wat is dualband en wat is tri-band?

Wifi werkt op twee verschillende frequentie-banden: de 2,4- en de 5GHz-band. Dualband betekent dat een router zowel een 2,4GHz- als een 5GHz-radio bevat. Tegenwoordig kunnen beide radio’s tegelijkertijd gebruikt worden, in het verleden was dit niet altijd het geval. Logischerwijs bevat een tri-band-router dan ook drie radio’s. Er wordt echter geen derde frequentieband gebruikt, in plaats daarvan wordt een tweede 5GHz-radio gebruikt die o peen ander kanaal werkt dan de eerste 5GHz-radio. Zo kunnen er meer apparaten op een hoge snelheid tegelijkertijd met de snelle 5GHz-band verbonden worden. Een tri-band-router is dan ook voor power-users met veel wifi-apparatuur.

Waar zet je een router neer?

Tegenwoordig gebruiken we veelal de 5GHz-band die meer bandbreedte en snelheid biedt, maar een kleiner bereik heeft. Voor een goede dekking moet je router of accesspoint daarom zo centraal mogelijk opgesteld worden. De veelgebruikte meterkast is daar doorgaans niet zo’n goede plek voor. Heb je één router, probeer hem dan eens in het trapgat tussen de begane grond en eerste verdieping te hangen. Of zet je router jusit in je woonkamer neer. Ben je immers op zoek naar de beste prestaties, dan geldt dat je de router of het accesspoint moet kunnen zien. Een moderne router is daarom ontworpen om in het zicht te zetten, iets dat je bijvoorbeeld terugziet bij de staande nodes van veel wifi-mesh-systemen. Wil je over al in huis een goed en snel netwerk, dan is dat tegenwoordig niet meer mogelijk met één apparaat. De snelle 5GHz-band heeft hiervoor een te klein bereik terwijl de 2,4GHz-band met meer bereik tegenwoordig zo vele gebruikt wordt dat deze verstopt zit waardoor ook de dekking en snelheid via 2,4 GHz tegenvalt. De echte oplossing is werken met meerdere accesspoints. Dat kan bijvoorbeeld met een wifi-mesh-systeem, repeaters of powerline-adapters met wifi.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.