ID.nl logo
Fairphone 3+ – nog beter voor het milieu
© Reshift Digital
Huis

Fairphone 3+ – nog beter voor het milieu

In de basis lijken de Fairphone 3 en Fairphone 3+ op elkaar. Het verschil zit hem in de camera’s, de speaker en de hoeveelheid gerecycled plastic (veertig in plaats van negen procent). Ook wordt Android 10 dit keer meteen meegeleverd. Maar hoe bevalt het toestel verder?

Laten we eerlijk zijn: veel mensen kopen te vaak een nieuwe smartphone. Sommige mensen vinden het een probleem dat ze dat eens per twee, drie jaar moeten doen, andere doen dat zonder na te denken twee keer per jaar. Uiteindelijk moet je het zelf weten. Het is jouw geld, maar dat is niet het enige waar het om draait: al die smartphones zijn (samen met andere elektronicaproducten) een aanslag op het milieu.

En dat is waar Fairphone zijn businessmodel op gebaseerd heeft. De fabrikant maakt duurzame toestellen. Niet alleen worden leveranciers beter betaald, ook kun je bepaalde onderdelen gemakkelijk vervangen. Zo hoef je dus geen hoge reparatiekosten te betalen en word je ook niet verleid meteen een nieuwe smartphone te kopen zodra de oude kapot is.

©PXimport

Specificaties Fairphone 3 Plus

In 2019 bracht Fairphone de Fairphone 3 uit. Precies een jaar later komt nu de Fairphone 3+. Beide toestellen lijken in de basis ontzettend veel op elkaar. Zo is er (wederom) een Qualcomm Snapdragon 632 aanwezig, die vergezeld wordt door 4 GB aan werkgeheugen en 64 GB aan interne opslagruimte. De specificaties zorgen voor een relatief langzame smartphone, maar gelukkig is die ervaring niet storend. Wanneer je je toestel gebruikt voor wat berichtendiensten en telefoongesprekken, dan moet het wel goedkomen.

Je kunt ook een micro-sd-kaart in het toestel plaatsen door de accu eruit te halen. Die accu heeft een vermogen van 3040 mAh. Daarmee kom je een dag gewoon door, maar houd er wel rekening mee dat je hem aan het einde van die dag moet opladen. Draadloos opladen is niet aanwezig, dat gebeurt via een usb-c-kabel.

©PXimport

Zuinig omgaan met het milieu

Die usb-c-kabel wordt niet meegeleverd. Dat gebeurt met een reden. Fairphone gelooft namelijk dat je al zo’n kabel en oplader hebt liggen die je gebruiken kunt. Is dat niet het geval, dan kun je er nog eentje los bestellen op de website. Apple probeert nu hetzelfde trucje uit te halen met de Apple Watch Series 6. Die smartwatch wordt niet voorzien van een oplader in de doos. Het bedrijf verkoopt dat als milieubesparend, maar in dit geval gaat het meer om kostenbesparing. En dat idee bespeuren we niet als het om de Fairphone 3+ gaat. De insteek is anders, omdat heel de bedrijfscultuur anders is. En daar is wat voor te zeggen.

De Fairphone 3+ heeft zes onderdelen die je kunt vervangen wanneer ze kapotgaan. Of wanneer je ze gewoon wil upgraden natuurlijk. Het idee hierachter is dat je je telefoon toch enigszins modern of nieuw kunt laten aanvoelen, zonder meteen een nieuwe aan te schaffen. Op de website van de fabrikant zie je een overzicht met beschikbare onderdelen. Voorbeelden zijn de nieuwe camera’s en de matzwarte achterkant. En het mooie is: als je een Fairphone 3 hebt, dan kun je die onderdelen ook gebruiken in je oude smartphone. Kun je die 3+ toch laten liggen. Scheelt weer.

Het vervangen van de onderdelen gaat heel simpel. Je verwijdert de accu en schroeft alle schroeven los. Vervolgens druk je voorzichtig het scherm eruit, waardoor je gemakkelijk bij de losse modules komt. Bij de camera moet je eerst nog de lintkabel verwijderen, maar daarna schroef je ook hier de schroefjes los en druk je de module er gemakkelijk uit. Je plaatst de nieuwe camera, sluit hem weer aan, doet de schroeven erin en klaar is Kees. Mocht je er niet uitkomen, dan heeft Fairphone allerlei tutorials op YouTube staan. Het vervangen is dus gemakkelijk en toegankelijk, mede ook dankzij het feit dat er een kleine Philips-schroevendraaier meegeleverd wordt. Zolang je die bij de hand hebt, kun je dus de zes verschillende onderdelen van je Fairphone 3 Plus+.

©PXimport

©PXimport

Video en audio

Eén van de vervangbare onderdelen is het scherm. En laat dat nou net, samen met de achterkant, een onderdeel van een smartphone zijn dat heel vaak veel schade oploopt. Dus dan is het maar goed ook dat je het display zonder al te veel gedoe en kennis van zaken kunt vervangen.

Het lcd-scherm is 5,65 inch groot, heeft een full hd+-resolutie, een schermverhouding van 18:9 en een pixeldichtheid van 427 pixels per inch (ppi). Alles boven de 400 ppi levert een mooi beeld op en die conclusie kunnen we ook trekken bij de Fairphone 3+. Het scherm is niet uitmuntend en heeft zelfs een klein beetje last van een ghosting effect (waarbij restbeelden nog zichtbaar zijn na een bewegend beeld), maar voor de rest worden kleuren redelijk accuraat weergeven. Je kunt hier prima foto’s en video’s op bekijken; voor dagelijks gebruik oogt het gewoon netjes. Letters zijn perfect leesbaar. De kijkhoek is niet heel groot, maar dat is gelukkig ook niet het allerbelangrijkste.

De speaker op de Fairphone 3+ zit ook dit keer aan de linkerkant van het toestel. Wellicht handig voor mensen die rechts zijn, maar deze linkshandige vindt het niet altijd prettig. De audio klinkt constant weggemoffeld, omdat de vastgehouden telefoon leunt tegen de handpalm. En rechtshandigen moeten erop letten dat ze niet toch met hun vinger op die speaker zitten. Het is een prima oplossing voor wanneer je video’s horizontaal bekijkt, omdat je hand op dat moment niet voor de speaker, maar voor verticaal gebruik is het minder wenselijk. Wel moeten we zeggen dat de speaker beter klinkt dan zijn voorganger. De audio klinkt helder, maar is verder ontdaan van bas.

©PXimport

©PXimport

Camera-upgrades

De nieuwe cameramodule is stukken beter dan de module die met de vorige Fairphone geïntroduceerd werd. De 48 megapixelcamera schiet kleurrijke en gedetailleerde foto’s, maar daar heb je wel voldoende licht voor nodig. Is het net even te donker, dan merk je dat de camera het lastig krijgt. Er ontstaan dan artefacten en de kwaliteit gaat over het algemeen omlaag.

Opvallend is echter dat je de foto’s niet in de volledige resolutie kunt schieten. Je maakt ze standaard in 12 megapixel (waarbij de pixels dus gecombineerd worden voor meer licht en detail). Verder is de autofocus lekker snel en kun je nu gebruikmaken van object tracking en scene-optimalisatie. Er is geen optische zoom, maar je kunt wel tot acht keer digitaal inzoomen.

Verder zijn er nog wat irritante dingen. In de normale fotomodus is het zo dat tappen voor scherpstellen ook meteen de foto maakt. De Pro-modus doet dat dan weer niet. Daarnaast kun je 4k-video’s in 60 fps schieten, maar full hd-video’s weer niet; dat kan alleen in 30 fps of 120 fps. De slowmotionbeelden ogen overigens prima, maar verder niet indrukwekkend.

In dezelfde prijscategorie valt bijvoorbeeld de iPhone SE 2020 of de Google Pixel 4a. Beide smartphones maken veel betere foto’s dan de camera’s op de Fairphone 3+. Dat is dus wel iets om rekening mee te houden.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Android 10 tot en met Android 14

Het toestel wordt direct geleverd met Android 10. Ondanks de ietwat verouderde hardware, voelt het toestel daardoor toch modern aan. Je kunt dus genieten van alles dat Android 10 te bieden heeft: de nieuwe functies en de extra beveiliging. De beveiligingsupdate staat op 5 augustus 2020, waardoor het toestel dus iets achterloopt op de rest. Wel is het goed om te weten dat Fairphone van plan is vijf upgrades uit te brengen, waardoor je de telefoon dus ongestoord en veilig kunt gebruiken tot en met de release van Android 14. Dat komt de duurzaamheid echt ten goede.

Android 10 op de Fairphone 3 + is behoorlijk uitgekleed. Maar dat is in dit gevoel een positief punt. De telefoon is namelijk van alleen de standaard Google-apps voorzien. Je krijgt er één app van Fairphone bij, maar die kun je lekker uitschakelen. Daardoor heb je dus toegang tot vanilla Android, wat voor veel gebruikers een positieve ervaring oplevert. Er is geen bloatware en er zijn ook geen onnodige functies die je toch niet gebruikt. Verder is het opvallend dat het toestel standaard geleverd wordt met de ouderwetse navigatie toetsen in beeld, maar gelukkig kun je dat veranderen naar de nieuwe manier van navigeren (namelijk met de nieuwe gestures).

©PXimport

Fairphone 3+ – conclusie

Laten we eerlijk zijn. Voor een bedrag van 470 euro kun je betere smartphones in huis halen. Op het gebied van goede software kun je terecht bij onder meer Nokia en de OnePlus Nord en qua camerawerk doen vooral de Pixel 4 en de iPhone SE 2020 wonderen voor ongeveer hetzelfde bedrag. Echter, de reden dat je voor een Fairphone gaat, is omdat je andere waarden hecht aan je smartphonegebruik.

Je vindt het belangrijk dat zo’n toestel duurzaam is en goed is voor het milieu. En wat dat aangaat, is Fairphone de enige in zijn soort. Door het kunnen omwisselen van de modules en de vijf beloofde upgrades, hoef je de komende jaren geen ander toestel te kopen, wat uiteindelijk beter is voor het milieu. Ja, de Fairphone 3+ heeft verouderde hardware, maar voor een doorsnee gebruiken (die wat WhatsApp’t, telefoontjes pleegt en foto’s en video’s deelt) kan het ermee door. Verwacht echter niet dat je hierop goed kunt gamen.

Het is in elk geval goed om te zien dat Fairphone nog steeds nieuwe modules blijft maken en meer investeert in gerecycled plastic. Daarin is de fabrikant echt een voorbeeld voor onder meer Google, Apple en Samsung. Onderaan de streep kies je voor de Fairphone 3+ omdat je de idealen steunt van het bedrijf, niet omdat je een smartphone zoekt die veel aanbiedt voor weinig geld.

Uitstekend
Conclusie

**Prijs** € 470,- **Kleur** Matzwart **OS** Android 10 **Scherm** 5,65 inch lcd (1080 bij 2160 pixels) **Processor** Snapdragon 632 **RAM** 4 GB **Opslag** 128 GB **Batterij** 3080 mAh **Camera** 48 megapixel (achter), 16 megapixel (voor) **Connectiviteit** 4G, Bluetooth 5.0, wifi, gps, nfc **Formaat** 158 x 71.8 x 9.9 mm **Gewicht** 189 gram **Overig** dualsim, vingerafdrukscanner, micro-sd-kaartsleuf **Website** [Fairphone](https://www.fairphone.com/nl/)

Plus- en minpunten
  • Duurzaam
  • Modules gemakkelijk te vervangen
  • Kale Android-versie
  • Upgrades tot aan Android 14
  • Niet de snelste hardware
  • Niet de beste camera
  • Camerasoftware
  • Design oogt verouderd
▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.