ID.nl logo
Zo gaat usb-c de toekomst veranderen
© PXimport
Huis

Zo gaat usb-c de toekomst veranderen

Na jaren gebruik te hebben gemaakt van verschillende usb-standaarden, stapt de elektronica-industrie sinds 2015 over op usb-c. Het bekende platte, rechthoekige stekkertje verdwijnt. Usb-c is een universele aansluiting die zijn voorgangers gaat vervangen, en tal van voordelen biedt... Maar de overstap op usb-c blijkt ook een mindere kant te kennen. Tijd voor een uitgebreide blik op deze connector van de toekomst.

De usb (universal serial bus) is misschien wel de bekendste aansluiting die er op elektronica te vinden is. Versie 1.0 werd al in 1996 geïntroduceerd, in de jaren erna gevolgd door 2.0, 3.0 en 3.1. Het USB-IF (Implementers Forum) is verantwoordelijk voor die usb-standaarden, en presenteerde versie 3.1 in 2013. De verschillen met 3.0 zijn groot. De 3.1-standaard verdubbelt de maximale overdrachtssnelheid tot 10 Gbit/s, heeft een verbeterde encodeermethode waardoor de foutcorrectie in bits met bijna een kwart daalt, kan dataprotocollen mengen en laat het maximale geleverde vermogen stijgen naar 100 W.

©PXimport

Usb-c als nieuwste aanwinst

Tegelijk met usb 3.1 kondigde het USB-IF usb-c aan. Dat klinkt misschien als hetzelfde, maar is het zeker niet. Usb 3.1 is een standaard, terwijl usb-c enkel een connector (zonder standaard) is. De aansluiting maakt wel gebruik van usb 3.1 en bijbehorende voordelen ten opzichte van vorige usb-versies.

Usb 1 tot en met 3.1 zijn er in twee types: A en B. Type-A is de grote usb-connector die onder andere op je computer, toetsenbord en externe harde schijf zit, terwijl Type-B gebruikt wordt voor mobiele apparatuur. Je hebt mini-usb en micro-usb, waarvan die laatste op veel smartphones te vinden is. Usb Type-A en -B moeten bij elke nieuwe versie (bijvoorbeeld van 3.0 naar 3.1) compatibel te zijn met oudere versies, maar usb-c is dat niet. Het is een compleet nieuwe aansluiting die zo compact is dat er geen mini- of micro-varianten nodig zijn. En omdat de connector aan beide kanten van de usb-kabel kan zitten, kan hij Type-A en -B helemaal vervangen. Dat gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag, en daarom zijn adapters voorlopig een noodzakelijk accessoire. Ze maken usb-c compatibel met de oudere usb-versies op apparatuur als externe harde schijven.

Iedereen aan boord

Praktisch alle relevante elektronicabedrijven hebben zich bij usb-c aangesloten. Het zijn er ruim zevenhonderd, waaronder grote namen als Apple, Samsung, Microsoft en Intel. Maar ook pc-fabrikanten als HP, ASUS en Dell doen mee. Dat is een belangrijke reden dat usb-c twee jaar na de release al op relatief veel consumentenelektronica gebruikt wordt: de belangrijke spelers zijn aan boord. De acceptatie van usb-c gaat zo veel sneller dan van vorige standaarden.

©PXimport

Usb-verwarring

Om terug te komen op de usb 3.1-standaard: die is er in twee varianten. De eerste en oudste versie is usb 3.1 gen1, met een datasnelheid van 5 Gbit/s. Het nieuwere usb 3.1 gen2 verdubbelt die datasnelheid naar 10 Gbit/s. Usb 3.1 gen1 is dus praktisch hetzelfde als usb 3.0, wat nogal verwarrend is. Usb-c, dat gebruikmaakt van de usb 3.1-standaard, is dan ook in gen1 en gen2 op apparatuur te vinden. Het eerste apparaat dat usb-c voor de massa beschikbaar maakte, is de Apple MacBook (12 inch) uit 2015. Die heeft gen1-functies, terwijl latere producten veelal overstapten op gen2.

Een groot pluspunt van usb-c is dat de connector omkeerbaar is. Het maakt dus niet uit hoe je de kabel in je laptop, smartphone of ander apparatuur steekt: hij past altijd omdat er geen boven of onder is. Een tweede pluspunt is dat de usb-c-connector aan beide kanten van de usb-kabel kan, en dat is nieuw voor usb. Apple’s eigen Lightning-aansluiting, alweer vijf jaar geleden geïntroduceerd, was de eerste omkeerbare connector voor mobiele apparatuur. Apple liep op dat vlak dus jaren voor op usb, maar besloot om de standaard voor zichzelf te houden. Usb-c is open en is en blijft de industriestandaard, en komt dus veel breder beschikbaar. Usb-kabels met een Type-C-connector aan beide kanten blijken verschillende voordelen te hebben. Eén is dat apparaten met usb-c-poorten elkaar kunnen opladen. Verbind je een Google Pixel-laptop met een Apple MacBook via een usb-c-kabel, dan laadt eerstgenoemde de Macbook op. Door technische keuzes van Apple is dat andersom dan weer niet mogelijk. Terwijl je in theorie je laptop zou kunnen opladen van je smartphonebatterij - los van de vraag of dat praktisch is.

©PXimport

De strijd van een Google-technicus

Sinds de commerciële introductie van usb-c zijn er veel gevaarlijke accessoires uitgebracht, die niet goed werken met consumentenelektronica of het zelfs beschadigen. Google-technicus Benson Leung werd daar zo boos van dat hij zijn usb-c-kennis inzette om foutieve producten onder de aandacht te brengen. In 2015 begon hij met het testen van usb-c-apparaten en -accessoires, waarbij hij op sociale media en Amazon aangaf of je het product veilig kunt kopen of niet. Leung’s strijd kreeg steeds meer aandacht, en Amazon begon op basis van zijn oordelen gevaarlijke producten te weren. Pas echt bekend werd Leung toen hij eind 2015 fel uithaalde naar OnePlus, dat de usb-c-standaardregels overtrad door een usb-c-naar-micro-usb-Type-B-adapter met een te hoge stroomdoorvoer uit te brengen. Een usb-c-kabel bleek eveneens gevaarlijk voor niet-OnePlus-apparaten. OnePlus bekende schuld en gaf kopers van de accessoires hun geld terug, maar beklemtoonde dat ze veilig te gebruiken zijn met de OnePlus-telefoon.

©PXimport

Protococktail

Een usb-c-eigenschap die vrijwel alle fabrikanten wél respecteren, is de ondersteuning om meerdere protocollen te mengen. Usb-c is een krachtige connector die meerdere taken tegelijk kan uitvoeren. Een voorbeeld: verbind een Macbook met een usb-c-kabel aan een 4K-scherm, en de monitor laadt de laptop op terwijl hij beeld doorstuurt. Sluit je een hub aan op de usb-c-poort dan blijkt er nog veel meer (tegelijk) mogelijk. Zo’n hub kan de laptop via usb-c verbinden met de monitor (via MHL, Displayport of HDMI), de laptop opladen en hem verbinden met een usb-stick, externe harde schijf en een draadloos toetsenbord en muis. Allemaal via één poort, al moet je dus wel een hub hebben. Maar ook zonder hub biedt usb-c veel meer mogelijkheden dan vroegere usb-versies en beeldkabels. Als al je apparatuur straks gebruikmaakt van usb-c, heb je dus veel minder (en verschillende) kabels nodig om deze met elkaar te verbinden.

©PXimport

3,5mm-poort geslachtofferd

Niet alleen oudere usb-connectoren moeten usb-c vrezen, ook de 3,5mm-aansluiting wordt slachtoffer van de nieuwe connector. De vertrouwde en stokoude analoge poort was jarenlang op alle mobiele apparatuur te vinden, maar sinds vorig jaar schrapt een groeiend aantal fabrikanten hem van bijvoorbeeld smartphones. Smartphones met een usb-c-poort welteverstaan, want de connector kan de 3,5mm-poort vervangen en biedt diverse voordelen. Zo is de aansluiting dunner (en kan een telefoon dus ook dunner worden), biedt hij digitale en dus betere geluidskwaliteit en kan hij meerdere dingen tegelijk. Denk aan het afspelen van hoge kwaliteit muziek en ondertussen je hartslag (gemeten door de aangesloten oordopjes) doorgeven aan je fitnessapp.

Nog geen usb-c op de iPhone

Terwijl Apple-computers sinds 2015 gebruikmaken van usb-c, is de aansluiting nog niet te vinden op mobiele apparatuur als de iPhone en iPad. Die zijn voorzien van Apple’s zelfontwikkelde (dichtgetimmerde) Lightning-poort en daar lijkt de fabrikant voorlopig aan vast te houden. De nieuwe iPhones, die in september uitkomen, zouden geen usb-c- maar ‘gewoon’ een Lightning-connector hebben. Waarom is officieel niet bekend, maar één van de redenen zou zijn dat Apple veel geld verdient aan de verkoop van MFi (Lightning)-kabels. Een accessoirefabrikant moet een licentie bij Apple afnemen voordat het een kabel ‘Made For iPhone’ mag noemen. Zo’n verplichting is er bij usb-c niet: elk bedrijf mag usb-c-kabels maken en verkopen, en licenties zijn er vrijwel niet. Kortom: als iOS-producten over zouden stappen op usb-c, heeft Apple geen eigen, exclusieve aansluiting meer in handen en wordt het voor accessoirefabrikanten minder interessant om een dure licentie af te nemen. Wellicht kan Europese regelgeving deze iMelkkoe slachten: smartphones moeten immers opgeladen kunnen worden met dezelfde aansluiting. Een adapter is onvoldoende. Aan deze regelgeving wordt echter nog altijd geen gehoord gegeven.

Thunderbolt 3.0

Thunderbolt is ontwikkeld door Intel, en moet gezien worden als de grootste concurrent voor de usb-standaard. Een grote bedreiging is het echter niet, maar daar zou verandering in komen met Thunderbolt 3.0 (onthuld in juni 2015). De aansluiting verruilt de minidisplayport van oudere versies voor usb-c. Net als usb 3.1 kan Thunderbolt 3.0 maximaal 100 W vermogen leveren, maar de overdrachtssnelheid ligt met 40 Gbit/s vier keer zo hoog. Thunderbolt 3.0 is bijna twee jaar na aankondiging nog maar weinig aanwezig op consumentenelektronica, deels omdat het implementeren op een moederbord (van bijvoorbeeld een computer) relatief duur is. Daarnaast werken ook niet alle usb-c-kabels met Thunderbolt, omdat er stroomdoorvoer moet plaatsvinden in de kabel. Fabrikanten zijn er vrij in om die functie toe te voegen om hun kabel geavanceerder te maken.

Dark side

Het vrije gebruik van usb-c klinkt als iets moois, maar heeft ook een schaduwkant. Fabrikanten kunnen de connector naar eigen ‘smaak’ aanpassen, en er zijn er genoeg die zich niet aan de standaardregels van usb-c houden. Dat gebeurt in de meeste gevallen bewust en kan het product van een fabrikant beter doen lijken, terwijl het in werkelijkheid nadelig is voor de consument. Een usb-c-accessoire blijkt door aanpassingen aan bijvoorbeeld de stroomdoorvoer slecht of zelfs niet te werken met producten van andere merken, en dat is niet de bedoeling van usb-c. Producten kunnen daarom tegenvallen, en zijn soms zelfs gevaarlijk. Het is vaak genoeg gebeurd dat foutieve usb-c-accessoires consumentenelektronica onherstelbaar beschadigden. In de meeste gevallen ging het om goedkope producten van onbekende fabrikanten, die via allerlei verkoopkanalen opereren. Reden voor de grote webwinkel Amazon om begin 2016 zijn voorwaarden te updaten, en doelbewust gevaarlijke usb-c-apparaten uit de digitale schappen te weren. Met succes, maar er blijven nog ontelbare (web)winkels over waar bedrijven willens en wetens foutieve usb-c-producten aanbieden.

©PXimport

Autoriteit USB-IF

Verantwoordelijk zijn voor de usb-standaarden brengt veel kwesties met zich mee, zo ervaart het USB-IF. Al jaren probeert de organisatie fabrikanten van bepaalde zaken te overtuigen, maar er lijkt sprake van een autoriteitsprobleem. Een voorbeeld: bij de introductie van usb 3.0 stelde het USB-IF voor om de aansluiting blauw te maken, onder meer op computers. Dat moest het voor de consument duidelijk te maken dat het om een usb3.0-poort gaat en niet om een zwarte usb2.0-aansluiting. Het voorstel werd door fabrikanten als Dell genegeerd, waarna het USB-IF bij usb 3.1 maar geen kleuradvies uitbracht. Bedrijven kozen vervolgens zelf kleuren, waaronder blauw en rood.

©PXimport

One usb to rule them all

Usb-c is de connector die oudere usb-versies gaat vervangen, dat moge duidelijk zijn. De relatief nieuwe connector is compacter dan zijn voorgangers, omkeerbaar en biedt hogere overdrachtssnelheden. Daarnaast kan usb-c protocollen mengen om bijvoorbeeld een monitor van stroom te voorzien en tegelijkertijd beeld aan te sturen, en is de maximale vermogen dat geleverd kan worden verder opgeschroefd, zodat ook grote elektronica als laptops op kunnen laden via een usb-kabel. Als je al deze voordelen bekijkt, is het geen wonder dat vrijwel de hele elektronica-industrie zich achter usb-c heeft geschaard. Er zijn de afgelopen jaren dan ook al heel wat usb-c-apparaten en -accessoires uitgebracht, en dat zullen er alleen maar meer worden.

©PXimport

Kritiek op USB-IF

Maar usb-c is niet vrij van nadelen, nog niet althans. Het USB-IF mist de autoriteit om fabrikanten de connector eensgezind te laten gebruiken, en wordt bekritiseerd over de (te) ruime richtlijnen die bedrijven mogen hanteren bij het maken van usb-c-producten. Doordat de standaardregels nog weleens overtreden werden en worden, werken niet alle usb-c-apparaten en -accessoires goed samen en zijn sommige zelfs gevaarlijk voor je elektronica.

De usb-c-aansluiting is van de buitenkant één standaard, maar verschillen in onder meer het vermogen zorgen ervoor dat de connector nog niet zo universeel is als gehoopt. Desondanks lijkt het toekomstbeeld bepaald: we gaan de aankomende jaren allemaal in zee met usb-c. Steeds meer consumentenelektronica maakt gebruik van de aansluiting en totdat alles en iedereen over is, zijn we aangewezen op de vele soorten adapters die usb-c verbindt met oudere usb-versies. Dat hoort bij het overgangstijdperk, zullen we maar zeggen.

Opladen via usb-c verschilt

Het opladen via usb kan volgens de 3.1-standaard tot een vermogen van 100 W, maar dat wil niet zeggen dat het in de praktijk zo eenvoudig gaat. Het USB-IF heeft namelijk vijf verschillende oplaadprofielen opgesteld, en enkel het vijfde profiel voldoet aan de eis om met 60 W of 100 W op te laden. Daarvoor heb je een geschikte lader én kabel nodig. Bepalen of de lader en kabel genoeg vermogen kunnen doorvoeren is lastig, doordat die informatie vaak niet op de accessoires staat. Een kwestie van uitproberen en hopen op geluk, dus.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Helder verhaal: 5 slimme trucs voor sprankelend schone ramen
© Alexander Raths
Huis

Helder verhaal: 5 slimme trucs voor sprankelend schone ramen

Ramen lappen staat zelden bovenaan je lijstje met favoriete klussen, maar het resultaat spreekt altijd voor zich. Schone ramen laten meer licht binnen, geven je huis een frisse uitstraling en maken het uitzicht net een stukje fraaier. En het hoeft echt geen tijdrovend karwei te zijn. Met deze vijf simpele methodes krijg je je ramen snel weer sprankelend schoon.

Hik je ook zo aan tegen het lappen van je ramen?

We hebben 5 tips voor je waarmee je tijd (én frustratie) kunt besparen:

1: Gouden combi: glasreiniger + microvezeldoek 2: Water met afwasmiddel 3: Lekker streeploos met azijn 4: Raamwisser 5: Regelmatig lappen

Lees ook: Top 10 vervelendste huishoudklussen: zo maak je ze leuker!

1: Glasreiniger en microvezeldoek, een gouden duo

De klassieker onder de schoonmaakmethodes blijft glasreiniger in sprayvorm, gecombineerd met een microvezeldoek. Het werkt snel, gemakkelijk en levert in de meeste gevallen een streeploos resultaat op. Spuit de reiniger gelijkmatig over het raamoppervlak: niet te spaarzaam, maar ook niet zo veel dat het in straaltjes naar beneden loopt. Neem vervolgens een microvezeldoek en poets het glas in rustige, cirkelvormige bewegingen. Begin in een hoek en werk stap voor stap naar de andere kant, zodat je geen plekken overslaat. Heb je te maken met hardnekkige vlekken, laat de spray dan even kort inwerken voordat je begint met poetsen. Wil je het glas net dat beetje extra glans geven, dan kun je de doek op een gegeven moment ook vervangen door een prop krantenpapier. Dat geeft een verrassend mooi effect.

Glasreiniger of ruitenreiniger?

In de winkel vind je flessen met glasreiniger en ruitenreiniger. Hoewel ze op het eerste gezicht vergelijkbaar lijken, is er wel een verschil. Glasreinigers zijn ideaal voor het schoonmaken van gladde, niet-poreuze oppervlakken zoals spiegels en glazen meubels binnenshuis. Ze verwijderen snel vlekken en vingerafdrukken zonder strepen achter te laten. Ruitenreinigers daarentegen zijn ontworpen voor grotere oppervlakken, zoals autoruiten en buitenramen. Ze pakken niet alleen vlekken en vingerafdrukken aan, maar ook hardnekkiger vuil, en ze drogen snel op zonder strepen of vlekken na te laten. Voor de binnenkant van de ramen is een glasreiniger (zoals Glassex of Ajax Glasreiniger) dus prima geschikt; voor de ramen buitenkant, die vaak viezer zijn, heb je meer aan een ruitenreiniger zoals bijvoorbeeld HG ruitenreiniger.

©Voyagerix - stock.adobe.com

2: Warm water met een scheut afwasmiddel

Heb je geen glasreiniger in huis of zijn je ramen uitzonderlijk vuil, dan is een emmer met warm water en een paar druppels afwasmiddel een uitstekende oplossing. Vul de emmer met schoon, warm water, voeg er een beetje afwasmiddel aan toe en maak de ramen schoon met een zachte spons of een niet-pluizende doek. Werk steeds van boven naar beneden om te voorkomen dat er druipsporen ontstaan. Zodra het raam helemaal is afgenomen, pak je een raamwisser om het water in vloeiende banen weg te trekken. Zorg ervoor dat je de wisser na elke haal even droogveegt, zodat er geen strepen achterblijven. Droog daarna de randen en hoeken na met een schone, pluisvrije doek.

Woon je in een gebied met hard water, dan is het slim om gedestilleerd water te gebruiken. Daarmee verklein je de kans op witte vlekken en kalkresten die anders zichtbaar kunnen opdrogen.

💡 Kies een bewolkte dag om je ramen te lappen. In de felle zon droogt het water namelijk sneller op, waardoor je meer kans hebt op strepen.

3: Voor een streeploos resultaat: azijn

Wie liever met natuurlijke middelen schoonmaakt, kan uitstekend terecht bij een oplossing van water en witte azijn. Meng één deel azijn met drie tot vier delen water in een lege plantenspuit, schud even goed en spray het mengsel royaal op de ramen. Gebruik een microvezeldoek of een oude, schone theedoek om het raam grondig te poetsen. Net als bij de glasreiniger kun je voor extra glans ook hier weer krantenpapier gebruiken om na te wrijven.

Azijn heeft als groot voordeel dat het vet en vuil oplost, en bovendien strepen tegengaat. Houd er wel rekening mee dat de geur tijdens het schoonmaken even sterk kan zijn. Gelukkig verdwijnt die snel zodra de ramen droog zijn. Zo houd je een fris en helder resultaat over, zonder chemische schoonmaakmiddelen.

💡 Vergeet de kozijnen niet! Een schoon raam in een vuil kozijn ziet er maar 'half af' uit.

Ook interessant:
10x (goedkoop!) je huis schoon met soda, groene zeep en azijn

4: Efficiënt werken met een raamwisser

Wil je vooral snel en efficiënt resultaat, dan is een raamwisser je beste bondgenoot. Begin met het wassen van het raam volgens een van de eerdere methodes, zet de raamwisser vervolgens in de bovenhoek en trek hem in een rechte, horizontale beweging naar de andere kant. Veeg de wisser na elke haal af met een droge doek, zodat vuil en water zich niet opnieuw over het glas verspreiden. Zorg er daarnaast voor dat je elke baan een klein beetje laat overlappen met de vorige, zodat er geen strepen of gemiste stroken ontstaan. Sluit af door de randen van het raam en de vensterbank droog te maken met een schone doek. Daarmee voorkom je dat er druppels of watervlekken achterblijven.

💡 Voor moeilijk bereikbare buitenramen kun je een telescopische raamwisser gebruiken.

©Brian Jackson

5: Houd je ramen bij door regelmatig te lappen

Tot slot een tip die misschien niet leuk klinkt, maar wel een groot verschil maakt: maak je ramen regelmatig schoon. Door ze vaker even snel af te nemen, voorkom je dat vuil en aanslag zich ophopen en vastkoeken. Dat betekent dat je minder hard hoeft te boenen en sneller klaar bent. Bovendien blijven je ramen langer helder, waardoor je altijd kunt genieten van een fris uitzicht. Mooier kunnen we het niet maken, wel een stuk makkelijker.

💡 Last van condens op je ramen? Ventileer wat vaker of verweeg een luchtontvochtiger.

Conclusie

Met deze tips en een beetje voorbereiding wordt ramen lappen een stuk eenvoudiger. Door slim te werken en de juiste schoonmaakmiddelen te gebruiken, zorg je ervoor dat je ramen er in no-time netjes uitzien!


🧽 ❌ Niet meer schoon te krijgen?
Vraag dan een offerte aan voor nieuwe ramen 👇🏼

Vraag een offerte aan voor een glaszetter:

▼ Volgende artikel
Tuinonderhoud in het najaar: dit is hét moment om aan de slag te gaan
© Gardena
Huis

Tuinonderhoud in het najaar: dit is hét moment om aan de slag te gaan

Als de zomer ten einde loopt, verdwijnt bij veel mensen de aandacht voor de tuin. Toch is het najaar een van de belangrijkste periodes voor tuinonderhoud. Wie nu opruimt en snoeit, voorkomt extra werk in het voorjaar. En met het juiste gereedschap is dat makkelijker dan je denkt!

Partnerbijdrage - in samenwerking met Gardena

Vallende blaadjes, uitgebloeide planten, struiken en bomen die in de zomer flink zijn gegroeid – juist in het najaar vraagt de tuin om aandacht. Hieronder lees je welke klussen je nu kunt uitpakken en welk gereedschap daarbij van pas komt.

Snoeien: nu knippen is straks genieten

Veel vaste planten, struiken en jonge bomen groeien in de zomer flink door. Door ze in het najaar te snoeien, houd je ze in model en voorkom je dat zwakke of te lange takken bij de eerste storm afbreken. Snoeien is ook belangrijk voor de gezondheid van de plant: zo krijgen lucht en licht krijgen meer ruimte, wat schimmelvorming tegengaat.

Voor dunne takken en jong hout is een scherpe snoeischaar vaak al genoeg. De Gardena PremiumCut Flex is daar een goed voorbeeld van. Deze stevige bypass-schaar is bedoeld voor groen hout tot 24 mm dik. Dankzij de ergonomische handgreep en PowerCoating werk je nauwkeurig en hoef je geen extra kracht uit de oefenen. De coating zorgt er bovendien voor dat je de snoeischaar makkelijk schoon kunt maken en houden.

©Gardena

Bypass?

Een bypass-snoeischaar werkt met twee gebogen snijbladen die langs elkaar heen glijden – net als bij een gewone schaar. Die beweging zorgt voor een scherpe, nauwkeurige snede, dicht bij de stengel. Deze techniek beschadigt het plantweefsel nauwelijks en is daardoor ideaal voor het snoeien van jong, levend hout. Je merkt het verschil vooral bij vers hout: de schaar knipt scherp en de snoeiwond blijft netjes.

Gaat het om iets dikkere takken, bijvoorbeeld van struiken of jonge bomen, dan is een takkenschaar praktischer. De Gardena EasyCut S is een compacte en lichte takkenschaar met een sterke bypass-snede. Hij heeft een snoeidiameter van 4,5 centimeter. Dankzij zijn ergonomische ontwerp en zijn gewicht van net 900 gram kun je lekker vlot doorwerken.

💡Tip: snoei op een droge dag, zodat de snoeiwonden snel kunnen indrogen en je schimmel geen kans geeft.

©Gardena

Blad op het gazon? Tijd voor actie

Afgevallen bladeren horen bij de herfst, maar laat je ze liggen, dan gaan ze al snel tegen je werken. Zeker op het gazon vormen ze een natte, compacte laag die het gras verstikt. Mos en schimmels krijgen vrij spel, en in het voorjaar zie je de kale plekken terug. Blad opruimen is dus geen overbodige luxe.

Voor kleine oppervlakken of om gevallen blad uit borders en perken te halen is een hark vaak al voldoende. De Gardena combisystem bladhark is verstelbaar in breedte, van 30 tot 50 centimeter, zodat je hem kunt aanpassen aan de situatie. Smal bij struiken of tussen planten, breder op het gazon. Je klikt hem vast op een steel naar keuze, waardoor je ook prettig rechtop kunt blijven werken.

©Gardena

Wil je sneller klaar zijn, dan is een bladblazer of -zuiger handiger. De Gardena PowerJet Collect werkt op een 18V accu en combineert blazen en zuigen ineen. Je kunt bladeren dus op een hoop blazen óf ze direct opzuigen. Doe je dat laatste, dan zorgt de geïntegreerde hakselaar dat het bladafval meteen versnipperd wordt. Is de opvangzak vol, dan is het opgevangen materiaal meteen klaar voor op de composthoop of in de groenbak.

©Gardena

Liever geen herrie of gedoe met stroom? Dan is de Gardena bladverzamelaar een slim alternatief. Deze tuinruimer werkt volledig mechanisch: je duwt hem als een karretje over het gazon en de draaiende borstels vegen het blad naar binnen. Je hoeft dus niet meer zelf telkens te bukken om opgehoopt blad te verzamelen en weg te gooien. Het borstelmechanisme is in hoogte verstelbaar, afhankelijk van de ondergrond. Handig: je kunt hem ook gebruiken na het grasmaaien of verticuteren. En dat allemaal zonder lawaai!

En waar laat je al dat groenafval?

Tijdens het snoeien en harken verzamel je al snel een flinke berg groenafval. Takken, bladeren, uitgebloeide planten – het is handig om daar meteen een verzamelpunt voor te hebben. De Gardena pop-up tuinafvalzakbiedt uitkomst. Deze stevige, rechthoekige zak klapt vanzelf open en blijft goed rechtop staan. Daardoor kun je er gemakkelijk takken en blad in kwijt, zonder dat de zak steeds omvalt. Met een inhoud van 127 liter hoef je niet steeds heen en weer te lopen. Klaar? Dan vouw je de zak plat op, zodat hij weinig ruimte inneemt in de schuur of garage.

💡Tip: gebruik meerdere zakken om te scheiden wat je kunt composteren (bladeren, plantresten) en wat naar de gemeentelijke groenophaal moet (ziek of besmet plantmateriaal, dikke takken).

©Gardena

Het najaar als onderhoudsseizoen

Hoewel het in het najaar lijkt alsof de tuin tot rust komt, is dit juist het moment om dingen aan te pakken. Je zorgt dat de tuin winterklaar is, zodat je er in het voorjaar weer helemaal van kunt genieten. Bovendien werk je vaak in prettig weer: niet te heet, niet te droog, geen muggen meer. En zeg nou zelf: het voelt goed om de tuin netjes en opgeruimd achter te laten voordat de winter echt begint!

Met goed gereedschap wordt dat werk een stuk makkelijker. Gardena helpt daarbij, met alles van snoeischaren en bladverzamelaars tot stevige tuinafvalzakken. Het enige wat jij nog hoeft te doen, is aan de slag gaan.