ID.nl logo
Zo gaat usb-c de toekomst veranderen
© PXimport
Huis

Zo gaat usb-c de toekomst veranderen

Na jaren gebruik te hebben gemaakt van verschillende usb-standaarden, stapt de elektronica-industrie sinds 2015 over op usb-c. Het bekende platte, rechthoekige stekkertje verdwijnt. Usb-c is een universele aansluiting die zijn voorgangers gaat vervangen, en tal van voordelen biedt... Maar de overstap op usb-c blijkt ook een mindere kant te kennen. Tijd voor een uitgebreide blik op deze connector van de toekomst.

De usb (universal serial bus) is misschien wel de bekendste aansluiting die er op elektronica te vinden is. Versie 1.0 werd al in 1996 geïntroduceerd, in de jaren erna gevolgd door 2.0, 3.0 en 3.1. Het USB-IF (Implementers Forum) is verantwoordelijk voor die usb-standaarden, en presenteerde versie 3.1 in 2013. De verschillen met 3.0 zijn groot. De 3.1-standaard verdubbelt de maximale overdrachtssnelheid tot 10 Gbit/s, heeft een verbeterde encodeermethode waardoor de foutcorrectie in bits met bijna een kwart daalt, kan dataprotocollen mengen en laat het maximale geleverde vermogen stijgen naar 100 W.

©PXimport

Usb-c als nieuwste aanwinst

Tegelijk met usb 3.1 kondigde het USB-IF usb-c aan. Dat klinkt misschien als hetzelfde, maar is het zeker niet. Usb 3.1 is een standaard, terwijl usb-c enkel een connector (zonder standaard) is. De aansluiting maakt wel gebruik van usb 3.1 en bijbehorende voordelen ten opzichte van vorige usb-versies.

Usb 1 tot en met 3.1 zijn er in twee types: A en B. Type-A is de grote usb-connector die onder andere op je computer, toetsenbord en externe harde schijf zit, terwijl Type-B gebruikt wordt voor mobiele apparatuur. Je hebt mini-usb en micro-usb, waarvan die laatste op veel smartphones te vinden is. Usb Type-A en -B moeten bij elke nieuwe versie (bijvoorbeeld van 3.0 naar 3.1) compatibel te zijn met oudere versies, maar usb-c is dat niet. Het is een compleet nieuwe aansluiting die zo compact is dat er geen mini- of micro-varianten nodig zijn. En omdat de connector aan beide kanten van de usb-kabel kan zitten, kan hij Type-A en -B helemaal vervangen. Dat gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag, en daarom zijn adapters voorlopig een noodzakelijk accessoire. Ze maken usb-c compatibel met de oudere usb-versies op apparatuur als externe harde schijven.

Iedereen aan boord

Praktisch alle relevante elektronicabedrijven hebben zich bij usb-c aangesloten. Het zijn er ruim zevenhonderd, waaronder grote namen als Apple, Samsung, Microsoft en Intel. Maar ook pc-fabrikanten als HP, ASUS en Dell doen mee. Dat is een belangrijke reden dat usb-c twee jaar na de release al op relatief veel consumentenelektronica gebruikt wordt: de belangrijke spelers zijn aan boord. De acceptatie van usb-c gaat zo veel sneller dan van vorige standaarden.

©PXimport

Usb-verwarring

Om terug te komen op de usb 3.1-standaard: die is er in twee varianten. De eerste en oudste versie is usb 3.1 gen1, met een datasnelheid van 5 Gbit/s. Het nieuwere usb 3.1 gen2 verdubbelt die datasnelheid naar 10 Gbit/s. Usb 3.1 gen1 is dus praktisch hetzelfde als usb 3.0, wat nogal verwarrend is. Usb-c, dat gebruikmaakt van de usb 3.1-standaard, is dan ook in gen1 en gen2 op apparatuur te vinden. Het eerste apparaat dat usb-c voor de massa beschikbaar maakte, is de Apple MacBook (12 inch) uit 2015. Die heeft gen1-functies, terwijl latere producten veelal overstapten op gen2.

Een groot pluspunt van usb-c is dat de connector omkeerbaar is. Het maakt dus niet uit hoe je de kabel in je laptop, smartphone of ander apparatuur steekt: hij past altijd omdat er geen boven of onder is. Een tweede pluspunt is dat de usb-c-connector aan beide kanten van de usb-kabel kan, en dat is nieuw voor usb. Apple’s eigen Lightning-aansluiting, alweer vijf jaar geleden geïntroduceerd, was de eerste omkeerbare connector voor mobiele apparatuur. Apple liep op dat vlak dus jaren voor op usb, maar besloot om de standaard voor zichzelf te houden. Usb-c is open en is en blijft de industriestandaard, en komt dus veel breder beschikbaar. Usb-kabels met een Type-C-connector aan beide kanten blijken verschillende voordelen te hebben. Eén is dat apparaten met usb-c-poorten elkaar kunnen opladen. Verbind je een Google Pixel-laptop met een Apple MacBook via een usb-c-kabel, dan laadt eerstgenoemde de Macbook op. Door technische keuzes van Apple is dat andersom dan weer niet mogelijk. Terwijl je in theorie je laptop zou kunnen opladen van je smartphonebatterij - los van de vraag of dat praktisch is.

©PXimport

De strijd van een Google-technicus

Sinds de commerciële introductie van usb-c zijn er veel gevaarlijke accessoires uitgebracht, die niet goed werken met consumentenelektronica of het zelfs beschadigen. Google-technicus Benson Leung werd daar zo boos van dat hij zijn usb-c-kennis inzette om foutieve producten onder de aandacht te brengen. In 2015 begon hij met het testen van usb-c-apparaten en -accessoires, waarbij hij op sociale media en Amazon aangaf of je het product veilig kunt kopen of niet. Leung’s strijd kreeg steeds meer aandacht, en Amazon begon op basis van zijn oordelen gevaarlijke producten te weren. Pas echt bekend werd Leung toen hij eind 2015 fel uithaalde naar OnePlus, dat de usb-c-standaardregels overtrad door een usb-c-naar-micro-usb-Type-B-adapter met een te hoge stroomdoorvoer uit te brengen. Een usb-c-kabel bleek eveneens gevaarlijk voor niet-OnePlus-apparaten. OnePlus bekende schuld en gaf kopers van de accessoires hun geld terug, maar beklemtoonde dat ze veilig te gebruiken zijn met de OnePlus-telefoon.

©PXimport

Protococktail

Een usb-c-eigenschap die vrijwel alle fabrikanten wél respecteren, is de ondersteuning om meerdere protocollen te mengen. Usb-c is een krachtige connector die meerdere taken tegelijk kan uitvoeren. Een voorbeeld: verbind een Macbook met een usb-c-kabel aan een 4K-scherm, en de monitor laadt de laptop op terwijl hij beeld doorstuurt. Sluit je een hub aan op de usb-c-poort dan blijkt er nog veel meer (tegelijk) mogelijk. Zo’n hub kan de laptop via usb-c verbinden met de monitor (via MHL, Displayport of HDMI), de laptop opladen en hem verbinden met een usb-stick, externe harde schijf en een draadloos toetsenbord en muis. Allemaal via één poort, al moet je dus wel een hub hebben. Maar ook zonder hub biedt usb-c veel meer mogelijkheden dan vroegere usb-versies en beeldkabels. Als al je apparatuur straks gebruikmaakt van usb-c, heb je dus veel minder (en verschillende) kabels nodig om deze met elkaar te verbinden.

©PXimport

3,5mm-poort geslachtofferd

Niet alleen oudere usb-connectoren moeten usb-c vrezen, ook de 3,5mm-aansluiting wordt slachtoffer van de nieuwe connector. De vertrouwde en stokoude analoge poort was jarenlang op alle mobiele apparatuur te vinden, maar sinds vorig jaar schrapt een groeiend aantal fabrikanten hem van bijvoorbeeld smartphones. Smartphones met een usb-c-poort welteverstaan, want de connector kan de 3,5mm-poort vervangen en biedt diverse voordelen. Zo is de aansluiting dunner (en kan een telefoon dus ook dunner worden), biedt hij digitale en dus betere geluidskwaliteit en kan hij meerdere dingen tegelijk. Denk aan het afspelen van hoge kwaliteit muziek en ondertussen je hartslag (gemeten door de aangesloten oordopjes) doorgeven aan je fitnessapp.

Nog geen usb-c op de iPhone

Terwijl Apple-computers sinds 2015 gebruikmaken van usb-c, is de aansluiting nog niet te vinden op mobiele apparatuur als de iPhone en iPad. Die zijn voorzien van Apple’s zelfontwikkelde (dichtgetimmerde) Lightning-poort en daar lijkt de fabrikant voorlopig aan vast te houden. De nieuwe iPhones, die in september uitkomen, zouden geen usb-c- maar ‘gewoon’ een Lightning-connector hebben. Waarom is officieel niet bekend, maar één van de redenen zou zijn dat Apple veel geld verdient aan de verkoop van MFi (Lightning)-kabels. Een accessoirefabrikant moet een licentie bij Apple afnemen voordat het een kabel ‘Made For iPhone’ mag noemen. Zo’n verplichting is er bij usb-c niet: elk bedrijf mag usb-c-kabels maken en verkopen, en licenties zijn er vrijwel niet. Kortom: als iOS-producten over zouden stappen op usb-c, heeft Apple geen eigen, exclusieve aansluiting meer in handen en wordt het voor accessoirefabrikanten minder interessant om een dure licentie af te nemen. Wellicht kan Europese regelgeving deze iMelkkoe slachten: smartphones moeten immers opgeladen kunnen worden met dezelfde aansluiting. Een adapter is onvoldoende. Aan deze regelgeving wordt echter nog altijd geen gehoord gegeven.

Thunderbolt 3.0

Thunderbolt is ontwikkeld door Intel, en moet gezien worden als de grootste concurrent voor de usb-standaard. Een grote bedreiging is het echter niet, maar daar zou verandering in komen met Thunderbolt 3.0 (onthuld in juni 2015). De aansluiting verruilt de minidisplayport van oudere versies voor usb-c. Net als usb 3.1 kan Thunderbolt 3.0 maximaal 100 W vermogen leveren, maar de overdrachtssnelheid ligt met 40 Gbit/s vier keer zo hoog. Thunderbolt 3.0 is bijna twee jaar na aankondiging nog maar weinig aanwezig op consumentenelektronica, deels omdat het implementeren op een moederbord (van bijvoorbeeld een computer) relatief duur is. Daarnaast werken ook niet alle usb-c-kabels met Thunderbolt, omdat er stroomdoorvoer moet plaatsvinden in de kabel. Fabrikanten zijn er vrij in om die functie toe te voegen om hun kabel geavanceerder te maken.

Dark side

Het vrije gebruik van usb-c klinkt als iets moois, maar heeft ook een schaduwkant. Fabrikanten kunnen de connector naar eigen ‘smaak’ aanpassen, en er zijn er genoeg die zich niet aan de standaardregels van usb-c houden. Dat gebeurt in de meeste gevallen bewust en kan het product van een fabrikant beter doen lijken, terwijl het in werkelijkheid nadelig is voor de consument. Een usb-c-accessoire blijkt door aanpassingen aan bijvoorbeeld de stroomdoorvoer slecht of zelfs niet te werken met producten van andere merken, en dat is niet de bedoeling van usb-c. Producten kunnen daarom tegenvallen, en zijn soms zelfs gevaarlijk. Het is vaak genoeg gebeurd dat foutieve usb-c-accessoires consumentenelektronica onherstelbaar beschadigden. In de meeste gevallen ging het om goedkope producten van onbekende fabrikanten, die via allerlei verkoopkanalen opereren. Reden voor de grote webwinkel Amazon om begin 2016 zijn voorwaarden te updaten, en doelbewust gevaarlijke usb-c-apparaten uit de digitale schappen te weren. Met succes, maar er blijven nog ontelbare (web)winkels over waar bedrijven willens en wetens foutieve usb-c-producten aanbieden.

©PXimport

Autoriteit USB-IF

Verantwoordelijk zijn voor de usb-standaarden brengt veel kwesties met zich mee, zo ervaart het USB-IF. Al jaren probeert de organisatie fabrikanten van bepaalde zaken te overtuigen, maar er lijkt sprake van een autoriteitsprobleem. Een voorbeeld: bij de introductie van usb 3.0 stelde het USB-IF voor om de aansluiting blauw te maken, onder meer op computers. Dat moest het voor de consument duidelijk te maken dat het om een usb3.0-poort gaat en niet om een zwarte usb2.0-aansluiting. Het voorstel werd door fabrikanten als Dell genegeerd, waarna het USB-IF bij usb 3.1 maar geen kleuradvies uitbracht. Bedrijven kozen vervolgens zelf kleuren, waaronder blauw en rood.

©PXimport

One usb to rule them all

Usb-c is de connector die oudere usb-versies gaat vervangen, dat moge duidelijk zijn. De relatief nieuwe connector is compacter dan zijn voorgangers, omkeerbaar en biedt hogere overdrachtssnelheden. Daarnaast kan usb-c protocollen mengen om bijvoorbeeld een monitor van stroom te voorzien en tegelijkertijd beeld aan te sturen, en is de maximale vermogen dat geleverd kan worden verder opgeschroefd, zodat ook grote elektronica als laptops op kunnen laden via een usb-kabel. Als je al deze voordelen bekijkt, is het geen wonder dat vrijwel de hele elektronica-industrie zich achter usb-c heeft geschaard. Er zijn de afgelopen jaren dan ook al heel wat usb-c-apparaten en -accessoires uitgebracht, en dat zullen er alleen maar meer worden.

©PXimport

Kritiek op USB-IF

Maar usb-c is niet vrij van nadelen, nog niet althans. Het USB-IF mist de autoriteit om fabrikanten de connector eensgezind te laten gebruiken, en wordt bekritiseerd over de (te) ruime richtlijnen die bedrijven mogen hanteren bij het maken van usb-c-producten. Doordat de standaardregels nog weleens overtreden werden en worden, werken niet alle usb-c-apparaten en -accessoires goed samen en zijn sommige zelfs gevaarlijk voor je elektronica.

De usb-c-aansluiting is van de buitenkant één standaard, maar verschillen in onder meer het vermogen zorgen ervoor dat de connector nog niet zo universeel is als gehoopt. Desondanks lijkt het toekomstbeeld bepaald: we gaan de aankomende jaren allemaal in zee met usb-c. Steeds meer consumentenelektronica maakt gebruik van de aansluiting en totdat alles en iedereen over is, zijn we aangewezen op de vele soorten adapters die usb-c verbindt met oudere usb-versies. Dat hoort bij het overgangstijdperk, zullen we maar zeggen.

Opladen via usb-c verschilt

Het opladen via usb kan volgens de 3.1-standaard tot een vermogen van 100 W, maar dat wil niet zeggen dat het in de praktijk zo eenvoudig gaat. Het USB-IF heeft namelijk vijf verschillende oplaadprofielen opgesteld, en enkel het vijfde profiel voldoet aan de eis om met 60 W of 100 W op te laden. Daarvoor heb je een geschikte lader én kabel nodig. Bepalen of de lader en kabel genoeg vermogen kunnen doorvoeren is lastig, doordat die informatie vaak niet op de accessoires staat. Een kwestie van uitproberen en hopen op geluk, dus.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Dit is wat One UI 7 op de Samsung Galaxy S25 te bieden heeft
© Wesley Akkerman
Huis

Dit is wat One UI 7 op de Samsung Galaxy S25 te bieden heeft

De Samsung Galaxy S25-lijn is de eerste smartphonereeks die beschikt over versie 7 van One UI, de Samsung-softwareschil die je aantreft op de Android-apparaten van het bedrijf. In dit artikel lees je wat je allemaal verwachten kunt van One UI 7.

One UI 7 heeft verschillende softwaremogelijkheden die niet altijd aan bod komen in een recensie, maar die wel heel handig kunnen zijn. We nemen je mee langs de belangrijkste wijzigingen aan het systeem en kijken onder meer naar: • Systeemaanpassingen • Now Bar en Now Brief • Het aanpasbare snelmenu • De overige AI-mogelijkheden

Lees ook: Review Samsung Galaxy S25 Ultra – Slimme AI of slimme marketing?

De rek is inmiddels wel uit de smartphoneontwikkeling. Fabrikanten kunnen nauwelijks nog innovatieve onderdelen toevoegen, omdat de slimme telefoon inmiddels zo goed als alles kan. Vooral op hardwaregebied valt er weinig nieuws meer te verwachten. Natuurlijk zullen we nog verbeteringen zien in camera's, processors en accu's, maar in grote lijnen is de smartphone uitontwikkeld. Daardoor zijn ze tegenwoordig net zo spannend als wasmachines: ze doen wat ze moeten doen.

Dat betekent echter niet dat er geen nieuwe functies worden ontwikkeld. Die zitten vooral in software. De Google Pixel 9-reeks zette die trend medio 2024 in met een verrassend snelle opvolger van de Pixel 8-serie. OnePlus, Asus en Samsung volgen die lijn en leggen de nadruk op software. One UI 7 is daar het beste voorbeeld van. Zonder die softwareschil had Samsung net zo goed een jaar aan smartphonelanceringen kunnen overslaan.

Systeemaanpassingen

Maar wat maakt One UI 7 dan zo bijzonder? We hebben de afgelopen weken de drie verschillende Samsung Galaxy S25-toestellen getest en zijn tot de onderstaande observaties gekomen. Zo is het onder meer mogelijk om een verticale applade in te stellen. Daarmee bedoelen we dat je al je apps in de applade kunt bekijken door omhoog en omlaag te vegen (in plaats van naar links en rechts). Dat regel je door de lade te openen, onderin op de drie puntjes te tikken en dan Sorteren > Alfabetische volgorde te selecteren.

Daarnaast valt op dat de animaties in One UI 7 veel soepeler zijn dan voorheen. Ze ogen en voelen gestroomlijnd, wat het hele systeem een verfijnde en samenhangende uitstraling geeft. In eerste instantie merk je dit misschien niet direct, maar na een paar uur gebruik valt de soepelheid steeds meer op. Ook de vernieuwde systeemiconen dragen bij aan de prettige bediening op de S25-modellen. One UI 7 voelt daardoor even modern als afgewerkt aan – en dat is een groot compliment.

©Wesley Akkerman

Hier zie je de menu-opties staan voor het opnieuw rangschrikken van de applade.

Now Bar en Now Brief

Ook biedt One UI 7 ruimte aan twee nieuwe onderdelen, de Now Bar en Now Brief. Hoewel ze enkele overeenkomsten hebben, gebruik je ze allebei op andere momenten. De Now Bar is een soort zwevend eiland (waar hebben we dat eerder gehoord) onderaan het vergrendelde scherm van je Galaxy, waar je basale interface-elementen in aantreft – denk aan een opnameknop voor een geluidsopname of bijvoorbeeld wegwijzers van Google Maps. Zo kun je snel iets regelen zonder je smartphone te hoeven ontgrendelen..

Now Brief daarentegen is veel uitgebreider. Dit is een apart onderdeel binnen One UI 7 waar veel AI-opties moeten samenkomen. Now Brief biedt op drie momenten van de dag een overzicht aan van onder meer het weer, het verkeer, je agenda-afspraken en bijvoorbeeld een Spotify-afspeellijst. Het moet je helpen de dag voor te bereiden, door te komen en erop terug te kijken. Zie dit als een soort persoonlijke dag-overzicht dus. Daarmee kan de Samsung Galaxy S25 Ultra, en later ook andere Galaxy's, dienen als een persoonlijke assistent.

©Wesley Akkerman

Dit is het thuisscherm van de Galaxy S25. Rechts van het weerbericht zie je twee widgets staan: de bovenste is een snelkoppeling naar Now Brief.

Aanpasbaar snelmenu

Een ander onderdeel dat het vermelden waard is, is het snelmenu. Daarmee doelen we op het menu dat je van boven naar beneden trek. Daarin staan allerlei opties, bijvoorbeeld voor wifi, bluetooth en andere kernonderdelen. Daar kon je al langer allerlei dingen in wijzigen, zoals bijvoorbeeld de knoppenindeling. Maar in ONe UI 7 ziet het er wel anders uit. Als je de Samsung Galaxy S25 Ultra opstart, dan heeft Samsung dit snelmenu voor je in twee delen opgedeeld. In het kader van overzicht – maar dat beteken ook dat je moet weten aan welke kant je de boel naar beneden moet trekken. Links geeft meldingen, terwijl je vanaf rechts de instellingen bekijkt.

Vind je deze tweedeling niet prettig? Je kunt gelukkig ook alles weer heel makkelijk in één overzicht bij elkaar zetten (zonder dat je daar bijvoorbeeld een aparte app als Good Lock voor hoeft te downloaden). Wanneer je dit doet, dan krijg je met een enkele swipe toegang tot zowel de notificaties als de opties. Je stelt dit met een paar simpele stappen in. Trek je snelmenu vanaf rechts naar beneden en tik op het potloodicoon aan de rechterkant. Tik nu op Vensterinstellingen (links) en tik op het volgende scherm op Samen. Tik nu op Gereed om de keuze te bevestigen. Vanaf dat moment heb je (weer) één snelmenu.

©Wesley Akkerman

Dit is het aangepaste snelmenu, dat notificaties en instellingen samenvoegt.

Overige AI-mogelijkheden

Tot slot kijken we naar de overige AI-mogelijkheden van de Samsung Galaxy S25-serie. Zo is het onder meer mogelijk Google Gemini te gebruiken. Dat doe je door de powerknop kort in te drukken: de assistent komt dan vanzelf vanaf beneden omhoog. Op moderne Galaxy's biedt Gemini ondersteuning aan voor verschillende Samsung- en Google-apps, waardoor het mogelijk is die apps aan te spreken en dingen uit te laten voeren met een stemcommando. Soms kun je zodoende twee of drie apps in één keer iets voor je laten doen, met één commando.

Op moment van schrijven lijken de mogelijkheden al redelijk uitgebreid te zijn, maar eerlijk is eerlijk: schijn bedriegt. Momenteel werken alleen de genoemde apps met deze AI-functie. Datzelfde geldt overigens voor Now Brief, als we daar nog even kort op terugkomen. Alleen de echt grote namen binnen de Google Play Store zullen direct werken met dit soort diensten. In de toekomst wordt dat aanbod uitgebreid. Nederlandse apps, zoals die van de NS bijvoorbeeld, werken hier nog niet mee. Daardoor is de waarde van dit soort AI-opties nu nog twijfelachtig.

©Wesley Akkerman

Als je op de powerknop drukt, komt Google Gemini naar boven. Zo ziet dat eruit.

▼ Volgende artikel
Wintersport voorbij? Zo houd je je skikleding fris en waterdicht
© Gorilla
Huis

Wintersport voorbij? Zo houd je je skikleding fris en waterdicht

Na een week vol sneeuwpret, frisse berglucht en indrukwekkende pistes is je skikleding niet meer zo fris. Eenmaal thuis gekomen blijft de tas met vuile was liggen voor de wasmachine. Want hoe was je eigenlijk skikleding? Als je je kleding niet goed wast en opbergt, is de kans groot dat je volgend jaar niet zo warm en droog blijft tijdens de afdaling. Onze tips helpen je om je skikleding te wassen, drogen en veilig op te bergen voor volgend jaar.

Dit artikel in het kort: ⛷️ Wacht niet te lang met je skikleding wassen. ⛷️ Bereid de kleding voor op de wasbeurt. ⛷️ Was op lage temperaturen met weinig wasmiddel en geen wasverzachter. ⛷️ Impregneer de kleding. ⛷️ Droog de kleding in een geventileerde ruimte.

Lees ook: Dit wil je weten over de wasprogramma's van je wasmachine

Was snel na je weekje wintersport

Het op de juiste wijze je skikleding wassen is belangrijk: daardoor blijft de kwaliteit van de kleding goed. Ook blijft de kleding warm en waterdicht. Veel skikleding is gemaakt van kunststoffen, zoals polyamide en polyester. Deze stoffen zijn waterafstotend, sterk en licht. De kleding is van tevoren extra behandeld om ze waterdicht te maken, waardoor sneeuw of regen niet door de kleding komt. Was je de kleding verkeerd? Dan kan de beschermende functie verloren gaan. Je zweet en vuiligheid tasten de kleding namelijk aan. Laat je skikleding na wintersport dus niet te lang voor de wasmachine liggen.

Check voordat je gaat wassen altijd het wasetiket van de kleding. Dan weet je precies hoe het kledingstuk gewassen mag worden. Lees ook: Betekenis wassymbolen: wat zijn die wasvoorschriften?

©Lyudmila

Wasmiddel en voorbereiding

Gebruik weinig wasmiddel om je skikleding te wassen. En koop een speciaal wasmiddel voor sport- en outdoorkleding om zeker te weten dat het goed is of gebruik een fijnwasmiddel. Giet er geen wasverzachter bij, want dat is niet goed voor de kleding. Laat de kleding ook niet stomen en gebruik geen bleekmiddelen.

Bereid de kleding altijd eerst voor op de wasbeurt. Leeg alle zakken, sluit alle ritsen, knopen en klittenband om schade aan de stoffen te voorkomen. Zitten er vlekken op de kleding? Behandel deze eerst. Zorg dat de kleding binnenstebuiten de wasmachine in gaat. Ook belangrijk: doe de trommel niet te vol. Er moet voldoende ruimte zijn wil de kleding schoon worden.

Wassen met de wasmachine

Nu de kleding op de juiste wijze in de wasmachine zit, is het tijd om het juiste programma aan te zetten. Kies een programma met lage temperaturen, maximaal 30 °C. Hogere temperaturen kunnen ervoor zorgen dat de waterdichte coating beschadigd raakt. Zit er een speciaal programma op je wasmachine voor outdoor kleding? Kies dan dit programma. Het programma heeft een laag toerental bij het centrifugeren. Doe naast je skikleding geen andere kleding in de wasmachine.

©Oriol Roca

Waterdicht maken van de skikleding

Heb je voor deze wintersportvakantie net nieuwe kleding gekocht? Dan is de kans groot dat deze gewoon waterdicht is gebleven na de wasbeurt. Als je kleding wat ouder is, kan het zijn dat deze niet meer zo waterdicht is als voorheen. Misschien heb je tijdens het skiën of snowboarden wel gemerkt dat er wat vocht doorheen kwam. Was dan de kleding nog een keer, maar nu met een impregneermiddel. Of spuit de kleding in met een speciale waterdicht-spray.

Drogen en opbergen

Als er op het waslabel staat dat de skikleding in de droger mag, dan kun je de kleding zo laten drogen. Anders hang je de kleding op, of leg je die ergens plat neer. Dit doe je in een ruimte waar er genoeg ventilatie is. Hang de kleding niet op in de zon. Drogen op een verwarming kun je beter ook niet doen.

Het wasetiket geeft ook aan of je de kleding mag strijken, mocht je de behoefte hebben om je skibroek te strijken. Je mag de kleding dan op een lage temperatuur strijken. Omdat je de skikleding een lange tijd waarschijnlijk niet meer gebruikt, is het verstandig om de kleding goed op te bergen. Hang de kleding op aan een haakje in de kast of vouw de kleding losjes op, zodat het op een plank kan liggen. Daardoor haal je je kleding volgend jaar weer fris uit de kast, direct klaar om van de pistes te zoeven.