ID.nl logo
Zo gaat usb-c de toekomst veranderen
© Reshift Digital
Huis

Zo gaat usb-c de toekomst veranderen

Na jaren gebruik te hebben gemaakt van verschillende usb-standaarden, stapt de elektronica-industrie sinds 2015 over op usb-c. Het bekende platte, rechthoekige stekkertje verdwijnt. Usb-c is een universele aansluiting die zijn voorgangers gaat vervangen, en tal van voordelen biedt... Maar de overstap op usb-c blijkt ook een mindere kant te kennen. Tijd voor een uitgebreide blik op deze connector van de toekomst.

De usb (universal serial bus) is misschien wel de bekendste aansluiting die er op elektronica te vinden is. Versie 1.0 werd al in 1996 geïntroduceerd, in de jaren erna gevolgd door 2.0, 3.0 en 3.1. Het USB-IF (Implementers Forum) is verantwoordelijk voor die usb-standaarden, en presenteerde versie 3.1 in 2013. De verschillen met 3.0 zijn groot. De 3.1-standaard verdubbelt de maximale overdrachtssnelheid tot 10 Gbit/s, heeft een verbeterde encodeermethode waardoor de foutcorrectie in bits met bijna een kwart daalt, kan dataprotocollen mengen en laat het maximale geleverde vermogen stijgen naar 100 W.

©PXimport

Usb-c als nieuwste aanwinst

Tegelijk met usb 3.1 kondigde het USB-IF usb-c aan. Dat klinkt misschien als hetzelfde, maar is het zeker niet. Usb 3.1 is een standaard, terwijl usb-c enkel een connector (zonder standaard) is. De aansluiting maakt wel gebruik van usb 3.1 en bijbehorende voordelen ten opzichte van vorige usb-versies.

Usb 1 tot en met 3.1 zijn er in twee types: A en B. Type-A is de grote usb-connector die onder andere op je computer, toetsenbord en externe harde schijf zit, terwijl Type-B gebruikt wordt voor mobiele apparatuur. Je hebt mini-usb en micro-usb, waarvan die laatste op veel smartphones te vinden is. Usb Type-A en -B moeten bij elke nieuwe versie (bijvoorbeeld van 3.0 naar 3.1) compatibel te zijn met oudere versies, maar usb-c is dat niet. Het is een compleet nieuwe aansluiting die zo compact is dat er geen mini- of micro-varianten nodig zijn. En omdat de connector aan beide kanten van de usb-kabel kan zitten, kan hij Type-A en -B helemaal vervangen. Dat gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag, en daarom zijn adapters voorlopig een noodzakelijk accessoire. Ze maken usb-c compatibel met de oudere usb-versies op apparatuur als externe harde schijven.

Iedereen aan boord

Praktisch alle relevante elektronicabedrijven hebben zich bij usb-c aangesloten. Het zijn er ruim zevenhonderd, waaronder grote namen als Apple, Samsung, Microsoft en Intel. Maar ook pc-fabrikanten als HP, ASUS en Dell doen mee. Dat is een belangrijke reden dat usb-c twee jaar na de release al op relatief veel consumentenelektronica gebruikt wordt: de belangrijke spelers zijn aan boord. De acceptatie van usb-c gaat zo veel sneller dan van vorige standaarden.

©PXimport

Usb-verwarring

Om terug te komen op de usb 3.1-standaard: die is er in twee varianten. De eerste en oudste versie is usb 3.1 gen1, met een datasnelheid van 5 Gbit/s. Het nieuwere usb 3.1 gen2 verdubbelt die datasnelheid naar 10 Gbit/s. Usb 3.1 gen1 is dus praktisch hetzelfde als usb 3.0, wat nogal verwarrend is. Usb-c, dat gebruikmaakt van de usb 3.1-standaard, is dan ook in gen1 en gen2 op apparatuur te vinden. Het eerste apparaat dat usb-c voor de massa beschikbaar maakte, is de Apple MacBook (12 inch) uit 2015. Die heeft gen1-functies, terwijl latere producten veelal overstapten op gen2.

Een groot pluspunt van usb-c is dat de connector omkeerbaar is. Het maakt dus niet uit hoe je de kabel in je laptop, smartphone of ander apparatuur steekt: hij past altijd omdat er geen boven of onder is. Een tweede pluspunt is dat de usb-c-connector aan beide kanten van de usb-kabel kan, en dat is nieuw voor usb. Apple’s eigen Lightning-aansluiting, alweer vijf jaar geleden geïntroduceerd, was de eerste omkeerbare connector voor mobiele apparatuur. Apple liep op dat vlak dus jaren voor op usb, maar besloot om de standaard voor zichzelf te houden. Usb-c is open en is en blijft de industriestandaard, en komt dus veel breder beschikbaar. Usb-kabels met een Type-C-connector aan beide kanten blijken verschillende voordelen te hebben. Eén is dat apparaten met usb-c-poorten elkaar kunnen opladen. Verbind je een Google Pixel-laptop met een Apple MacBook via een usb-c-kabel, dan laadt eerstgenoemde de Macbook op. Door technische keuzes van Apple is dat andersom dan weer niet mogelijk. Terwijl je in theorie je laptop zou kunnen opladen van je smartphonebatterij - los van de vraag of dat praktisch is.

©PXimport

De strijd van een Google-technicus

Sinds de commerciële introductie van usb-c zijn er veel gevaarlijke accessoires uitgebracht, die niet goed werken met consumentenelektronica of het zelfs beschadigen. Google-technicus Benson Leung werd daar zo boos van dat hij zijn usb-c-kennis inzette om foutieve producten onder de aandacht te brengen. In 2015 begon hij met het testen van usb-c-apparaten en -accessoires, waarbij hij op sociale media en Amazon aangaf of je het product veilig kunt kopen of niet. Leung’s strijd kreeg steeds meer aandacht, en Amazon begon op basis van zijn oordelen gevaarlijke producten te weren. Pas echt bekend werd Leung toen hij eind 2015 fel uithaalde naar OnePlus, dat de usb-c-standaardregels overtrad door een usb-c-naar-micro-usb-Type-B-adapter met een te hoge stroomdoorvoer uit te brengen. Een usb-c-kabel bleek eveneens gevaarlijk voor niet-OnePlus-apparaten. OnePlus bekende schuld en gaf kopers van de accessoires hun geld terug, maar beklemtoonde dat ze veilig te gebruiken zijn met de OnePlus-telefoon.

©PXimport

Protococktail

Een usb-c-eigenschap die vrijwel alle fabrikanten wél respecteren, is de ondersteuning om meerdere protocollen te mengen. Usb-c is een krachtige connector die meerdere taken tegelijk kan uitvoeren. Een voorbeeld: verbind een Macbook met een usb-c-kabel aan een 4K-scherm, en de monitor laadt de laptop op terwijl hij beeld doorstuurt. Sluit je een hub aan op de usb-c-poort dan blijkt er nog veel meer (tegelijk) mogelijk. Zo’n hub kan de laptop via usb-c verbinden met de monitor (via MHL, Displayport of HDMI), de laptop opladen en hem verbinden met een usb-stick, externe harde schijf en een draadloos toetsenbord en muis. Allemaal via één poort, al moet je dus wel een hub hebben. Maar ook zonder hub biedt usb-c veel meer mogelijkheden dan vroegere usb-versies en beeldkabels. Als al je apparatuur straks gebruikmaakt van usb-c, heb je dus veel minder (en verschillende) kabels nodig om deze met elkaar te verbinden.

©PXimport

3,5mm-poort geslachtofferd

Niet alleen oudere usb-connectoren moeten usb-c vrezen, ook de 3,5mm-aansluiting wordt slachtoffer van de nieuwe connector. De vertrouwde en stokoude analoge poort was jarenlang op alle mobiele apparatuur te vinden, maar sinds vorig jaar schrapt een groeiend aantal fabrikanten hem van bijvoorbeeld smartphones. Smartphones met een usb-c-poort welteverstaan, want de connector kan de 3,5mm-poort vervangen en biedt diverse voordelen. Zo is de aansluiting dunner (en kan een telefoon dus ook dunner worden), biedt hij digitale en dus betere geluidskwaliteit en kan hij meerdere dingen tegelijk. Denk aan het afspelen van hoge kwaliteit muziek en ondertussen je hartslag (gemeten door de aangesloten oordopjes) doorgeven aan je fitnessapp.

Nog geen usb-c op de iPhone

Terwijl Apple-computers sinds 2015 gebruikmaken van usb-c, is de aansluiting nog niet te vinden op mobiele apparatuur als de iPhone en iPad. Die zijn voorzien van Apple’s zelfontwikkelde (dichtgetimmerde) Lightning-poort en daar lijkt de fabrikant voorlopig aan vast te houden. De nieuwe iPhones, die in september uitkomen, zouden geen usb-c- maar ‘gewoon’ een Lightning-connector hebben. Waarom is officieel niet bekend, maar één van de redenen zou zijn dat Apple veel geld verdient aan de verkoop van MFi (Lightning)-kabels. Een accessoirefabrikant moet een licentie bij Apple afnemen voordat het een kabel ‘Made For iPhone’ mag noemen. Zo’n verplichting is er bij usb-c niet: elk bedrijf mag usb-c-kabels maken en verkopen, en licenties zijn er vrijwel niet. Kortom: als iOS-producten over zouden stappen op usb-c, heeft Apple geen eigen, exclusieve aansluiting meer in handen en wordt het voor accessoirefabrikanten minder interessant om een dure licentie af te nemen. Wellicht kan Europese regelgeving deze iMelkkoe slachten: smartphones moeten immers opgeladen kunnen worden met dezelfde aansluiting. Een adapter is onvoldoende. Aan deze regelgeving wordt echter nog altijd geen gehoord gegeven.

Thunderbolt 3.0

Thunderbolt is ontwikkeld door Intel, en moet gezien worden als de grootste concurrent voor de usb-standaard. Een grote bedreiging is het echter niet, maar daar zou verandering in komen met Thunderbolt 3.0 (onthuld in juni 2015). De aansluiting verruilt de minidisplayport van oudere versies voor usb-c. Net als usb 3.1 kan Thunderbolt 3.0 maximaal 100 W vermogen leveren, maar de overdrachtssnelheid ligt met 40 Gbit/s vier keer zo hoog. Thunderbolt 3.0 is bijna twee jaar na aankondiging nog maar weinig aanwezig op consumentenelektronica, deels omdat het implementeren op een moederbord (van bijvoorbeeld een computer) relatief duur is. Daarnaast werken ook niet alle usb-c-kabels met Thunderbolt, omdat er stroomdoorvoer moet plaatsvinden in de kabel. Fabrikanten zijn er vrij in om die functie toe te voegen om hun kabel geavanceerder te maken.

Dark side

Het vrije gebruik van usb-c klinkt als iets moois, maar heeft ook een schaduwkant. Fabrikanten kunnen de connector naar eigen ‘smaak’ aanpassen, en er zijn er genoeg die zich niet aan de standaardregels van usb-c houden. Dat gebeurt in de meeste gevallen bewust en kan het product van een fabrikant beter doen lijken, terwijl het in werkelijkheid nadelig is voor de consument. Een usb-c-accessoire blijkt door aanpassingen aan bijvoorbeeld de stroomdoorvoer slecht of zelfs niet te werken met producten van andere merken, en dat is niet de bedoeling van usb-c. Producten kunnen daarom tegenvallen, en zijn soms zelfs gevaarlijk. Het is vaak genoeg gebeurd dat foutieve usb-c-accessoires consumentenelektronica onherstelbaar beschadigden. In de meeste gevallen ging het om goedkope producten van onbekende fabrikanten, die via allerlei verkoopkanalen opereren. Reden voor de grote webwinkel Amazon om begin 2016 zijn voorwaarden te updaten, en doelbewust gevaarlijke usb-c-apparaten uit de digitale schappen te weren. Met succes, maar er blijven nog ontelbare (web)winkels over waar bedrijven willens en wetens foutieve usb-c-producten aanbieden.

©PXimport

Autoriteit USB-IF

Verantwoordelijk zijn voor de usb-standaarden brengt veel kwesties met zich mee, zo ervaart het USB-IF. Al jaren probeert de organisatie fabrikanten van bepaalde zaken te overtuigen, maar er lijkt sprake van een autoriteitsprobleem. Een voorbeeld: bij de introductie van usb 3.0 stelde het USB-IF voor om de aansluiting blauw te maken, onder meer op computers. Dat moest het voor de consument duidelijk te maken dat het om een usb3.0-poort gaat en niet om een zwarte usb2.0-aansluiting. Het voorstel werd door fabrikanten als Dell genegeerd, waarna het USB-IF bij usb 3.1 maar geen kleuradvies uitbracht. Bedrijven kozen vervolgens zelf kleuren, waaronder blauw en rood.

©PXimport

One usb to rule them all

Usb-c is de connector die oudere usb-versies gaat vervangen, dat moge duidelijk zijn. De relatief nieuwe connector is compacter dan zijn voorgangers, omkeerbaar en biedt hogere overdrachtssnelheden. Daarnaast kan usb-c protocollen mengen om bijvoorbeeld een monitor van stroom te voorzien en tegelijkertijd beeld aan te sturen, en is de maximale vermogen dat geleverd kan worden verder opgeschroefd, zodat ook grote elektronica als laptops op kunnen laden via een usb-kabel. Als je al deze voordelen bekijkt, is het geen wonder dat vrijwel de hele elektronica-industrie zich achter usb-c heeft geschaard. Er zijn de afgelopen jaren dan ook al heel wat usb-c-apparaten en -accessoires uitgebracht, en dat zullen er alleen maar meer worden.

©PXimport

Kritiek op USB-IF

Maar usb-c is niet vrij van nadelen, nog niet althans. Het USB-IF mist de autoriteit om fabrikanten de connector eensgezind te laten gebruiken, en wordt bekritiseerd over de (te) ruime richtlijnen die bedrijven mogen hanteren bij het maken van usb-c-producten. Doordat de standaardregels nog weleens overtreden werden en worden, werken niet alle usb-c-apparaten en -accessoires goed samen en zijn sommige zelfs gevaarlijk voor je elektronica.

De usb-c-aansluiting is van de buitenkant één standaard, maar verschillen in onder meer het vermogen zorgen ervoor dat de connector nog niet zo universeel is als gehoopt. Desondanks lijkt het toekomstbeeld bepaald: we gaan de aankomende jaren allemaal in zee met usb-c. Steeds meer consumentenelektronica maakt gebruik van de aansluiting en totdat alles en iedereen over is, zijn we aangewezen op de vele soorten adapters die usb-c verbindt met oudere usb-versies. Dat hoort bij het overgangstijdperk, zullen we maar zeggen.

Opladen via usb-c verschilt

Het opladen via usb kan volgens de 3.1-standaard tot een vermogen van 100 W, maar dat wil niet zeggen dat het in de praktijk zo eenvoudig gaat. Het USB-IF heeft namelijk vijf verschillende oplaadprofielen opgesteld, en enkel het vijfde profiel voldoet aan de eis om met 60 W of 100 W op te laden. Daarvoor heb je een geschikte lader én kabel nodig. Bepalen of de lader en kabel genoeg vermogen kunnen doorvoeren is lastig, doordat die informatie vaak niet op de accessoires staat. Een kwestie van uitproberen en hopen op geluk, dus.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Kerstsfeer in huis? Dit kun je allemaal met Philips Hue
© Philips
Zekerheid & gemak

Kerstsfeer in huis? Dit kun je allemaal met Philips Hue

Kerstverlichting ophangen hoort bij december, maar de sfeer zit niet alleen in extra lampjes. Het verschil maak je met hóe je licht inzet. Met Philips Hue kun je dat piekfijn regelen. Of je nu rustig sfeervol licht wilt tijdens het kerstdiner of juist een uitbundig fonkelende kerstboom: in de Hue-app kies je scènes en pas je de verlichting helemaal naar je eigen wensen aan. Wat er allemaal mogelijk is, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Je leest hoe je met Philips Hue warme kerstsfeer neerzet, van rustige scènes voor het diner tot levendiger licht tijdens een borrel. Ook lees je hoe muziek- en filmsynchronisatie werken, welke lichteffecten passen bij kerst, hoe je zelf scènes kunt maken en wat je kunt doen om de kerstsfeer door te trekken naar buiten.

Met Hue combineer je het licht in huis op een natuurlijke manier. Een lamp op tafel geeft fijn licht tijdens het eten, terwijl het plafondlicht gewoon aan kan blijven zonder te overheersen. De kerstboom mag daarbij natuurlijk opvallen. Het Festavia-lichtsnoer is speciaal gemaakt voor in de boom en bestaat uit losse lampjes die je afzonderlijk kunt aansturen. Zo kun je het licht in de boom net iets levendiger maken, zonder dat het druk wordt.

Ook met lightstrips breng je nog meer kerstsfeer in huis. Plaats je ze langs een kast, onder een dressoir of langs een raam, dan voeg je extra licht toe zonder dat het direct in het oog springt. Door dezelfde kleuren te gebruiken als in de kerstboom voelt de verlichting vanzelf als een samenhangend geheel.

©Philips

Festavia-lichtsnoer of Hue lightstrip?

Het Festavia-lichtsnoer is ontwikkeld als decoratieve kerstverlichting. Het bestaat uit losse lampjes aan een snoer en is bedoeld voor de kerstboom of een overdekte buitenplek. Omdat je elk lampje apart kunt aansturen, kun je effecten gebruiken waarbij de lichtjes afwisselend oplichten of in meerdere kleuren door de boom verdeeld zijn.

Een Hue lightstrip is een flexibele lichtstrip die een doorlopende lichtlijn geeft. Je gebruikt deze vooral als indirecte verlichting langs meubels, wanden of ramen. Lightstrips zijn niet seizoensgebonden en blijven het hele jaar door in gebruik als sfeerverlichting.

Warm licht op donkere decembermomenten

In december valt de avond snel. Met Hue kun je instellen dat de verlichting automatisch aangaat rond zonsondergang, zodat het licht al brandt wanneer je thuiskomt. Dat is prettig en zorgt er meteen voor dat je huis er bewoond uitziet als je later op de avond weg bent.

Ook 's ochtends kun je daar gebruik van maken. In plaats van fel licht gaat de verlichting geleidelijk aan, met warmere tinten die langzaam sterker worden. Dat maakt opstaan in de winter net wat makkelijker. Heb je meerdere Hue-lampen, dan stel je ze per ruimte in. De kerstboom kan bijvoorbeeld op vaste tijden aan en uit gaan, terwijl de rest van de woonkamer apart wordt geregeld of juist tegelijk mee aan- en uitgaat.

Kerstscènes en lichteffecten

In de Hue-app vind je de Scene Gallery met voorgeprogrammeerde scènes. Rond de feestdagen verschijnt daar een speciale categorie: Winterse feestdagen / Kerstmis. Daarmee zet je met één tik een complete kerstsfeer neer, zonder zelf kleuren te hoeven kiezen. Voorbeelden? De scène Onder de boom is geïnspireerd op cadeaus onder de kerstboom en werkt met een combinatie van rood, geel en groen. Dat zorgt voor een herkenbaar, klassiek kerstgevoel dat goed past bij traditionele decoratie. Vrolijk gebruikt meerdere kleuren tegelijk en oogt daardoor speelser dan de rustigere kerstscènes. Deze scène werkt goed wanneer het licht wat meer mag opvallen, bijvoorbeeld tijdens een borrel of wanneer er bezoek is. Stille nacht kiest juist voor rust, met zachte perziktinten en minder contrast. Een goede keuze dus voor tijdens het kerstdiner of een lange avond aan tafel, omdat zo aandacht vooral bij het eten en het gezelschap blijft.

Sommige Hue-lampen, zoals het Festavia-lichtsnoer, bieden daarnaast extra lichteffecten. Denk aan effecten als Sparkle en Prism, waarbij lampjes afwisselend oplichten of kleuraccenten zich door de verlichting verplaatsen. Voor rustigere momenten zijn er ook effecten zoals kaarslicht of haardvuur, waarbij het licht subtiel knippert.

©ID.nl

Kerstscènes in de Hue Scene Gallery

In de categorie Winter Holiday / Christmas staan tien speciale kerstscènes: Onder de boom, Vrolijk, Gouden ster, Notenkraker, Roze glinstering, Stille nacht, Sneeuwschittering, Kleurexplosie, Feestelijk plezier en Kristalhelder. Je vindt ze in de Hue-app via Scènes en vervolgens Scene Gallery. Kies de categorie, selecteer een scène en wijs een kamer of zone toe. Na opslaan blijft de scène beschikbaar, ook wanneer de categorie later weer uit de galerie verdwijnt.

Zelf een kerstscène maken

Naast de vaste kerstscènes kun je ook zelf lichtscènes maken. Dat is handig als je een specifieke sfeer zoekt die beter past bij jouw interieur of bij een bepaald moment. Zie het als het samenstellen van een lichtrecept. Je kiest een beperkt kleurenpalet, bepaalt hoe het licht zich door de ruimte verdeelt en stelt in hoe rustig of levendig het effect mag zijn.

Begin met twee tot vier kleuren om het geheel in balans te houden. Warm wit met een vleugje amber werkt goed voor rustige avonden, terwijl rood en groen met een zachtere tussenkleur een klassieke kerstsfeer geven. Vervolgens kies je een stijl, zoals een geleidelijke overgang of kleuren die op verschillende plekken terugkomen. Tot slot stel je het tempo in. Langzame overgangen passen bij een rustige avond, snellere wisselingen bij een borrel. Stel eenmalig je ideale kerstscène in, sla hem op en laat de app het werk doen; de verlichting schakelt dan op jouw vaste tijden automatisch over.

Ook buiten in kerstsfeer

De kerstsfeer hoeft niet bij de voordeur te stoppen. Met Hue-buitenverlichting trek je het licht door naar de tuin, het balkon of de oprit. Door binnen en buiten dezelfde scènes te gebruiken ontstaat één geheel. Hang bijvoorbeeld een Festavia-buitenlichtsnoer op aan de overkapping van je veranda, of langs de rand van je balkon.

©Philips

Licht dat meebeweegt met muziek en film

Tijdens een kerstborrel mag het licht best wat levendiger zijn. Met de muziek-synchronisatie van Hue - vaak aangeduid als Party Mode - reageert de verlichting direct op het ritme en de sfeer van de muziek. Je stelt dit in via de Entertainment-functies in de Hue-app. Daarbij kies je een stijl, past je de intensiteit aan en bepaal je of Hue vaste kleuren gebruikt of automatisch meebeweegt met de muziek. Voor deze synchronisatie heb je een Hue Bridge nodig om de extra functies te ontgrendelen.

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

Ook bij een filmavond voegt gesynchroniseerde verlichting iets toe. In Homecinema-modus past het licht zich aan het beeld op het scherm aan. Koel bij winterse scènes, warmer bij een haardvuur of een gezellig interieur. Zo zit je nog meer in de film.

©Philips

Bedienen zonder telefoon

Tijdens het koken of wanneer je gasten ontvangt, wil je niet steeds je telefoon erbij pakken. Met slimme schakelaars van Hue bedien je de verlichting net zo eenvoudig als met een gewone lichtknop. Je schakelt scènes, dimt het licht of zet alles in één keer uit.

De Hue Dimmer Switch is de bekendste keuze en maakt het makkelijk om snel een andere lichtstand te kiezen. Wie wat meer mogelijkheden wil, kan de Hue Tap Dial of de kleinere Tap Switch Mini kiezen, waarmee je meerdere instellingen kunt bedienen of het licht preciezer bijstelt. Voor eenvoudige handelingen is er de Smart Button, waarmee je met één druk bijvoorbeeld je vaste kerstsfeer inschakelt. Al deze schakelaars stel je in via de Hue-app en koppel je aan kamers en scènes, zodat de verlichting doet wat je op dat moment nodig hebt.

Oude kerstverlichting slim maken

Heb je al bestaande kerstverlichting die niet slim is? Dan hoef je die niet te vervangen. Met een slimme stekker zorg je ervoor dat ook die automatisch aan of uit gaat, zonder dat je 's avonds onder de boom hoeft te zoeken naar de aan/uit-knop of het stekkerblok.

©Philips

Kerst: nu écht feest van het licht

Met slimme Philips Hue-verlichting kun je tijdens de feestdagen meer met licht doen dan alleen aan en uit. Door vooraf een paar scènes en momenten in te stellen, past de verlichting zich aan je de dag aan: rustig tijdens het eten, wat uitbundiger bij bezoek en weer ingetogen aan het einde van de avond. Zo draagt het licht bij aan de kerstsfeer, zonder dat je er steeds mee bezig hoeft te zijn.

©Philips

Checklist kerst met Philips Hue

Philips Hue Festavia lichtsnoer: speciaal voor in de kerstboom. Er zijn ook Festavia-snoeren voor buiten.

Philips Hue Lightstrips: leuk om bijvoorbeeld langs het raam- of deurkozijn te gebruiken.

Philips Hue Starterkit White & Color Ambiance: leuk als je net begint met Hue, om basisverlichting flexibel in te stellen in verschillende kamers. Goed om te weten: ook beschikbaar in de (goedkopere) Essential reeks.

Philips Hue Bridge: wil je kunnen automatiseren, muziek en licht synchroniseren en scènes instellen en gebruiken? Daarvoor heb je de Bridge nodig).

Er zijn ook Hue tafellampen, zoals Hue Signe, Hue Iris en de Hue Go. Dat is een draagbare lamp die je dus makkelijk overal in huis kunt neerzetten.

Philips Hue Sync Box: voor synchronisatie media en geluid.

Philips Hue slimme stekkers: om je oude kerstverlichting te automatiseren.

Review Philips Hue Essential: goedkoper aan de slag met Hue-lampen

©Philips

Hue Bridge versus de Sync Box: wat is het verschil?

Hoewel de namen op elkaar lijken, hebben de Philips Hue Bridge en de Sync Box een totaal andere functie. De Bridge is de basis die je nodig hebt om je lampen slim te maken. Je kunt dit kastje zien als de verkeersleider: het verbindt je lampen met het internet en zorgt dat je alles via de app kunt bedienen, ook als je niet thuis bent. Zonder Bridge zijn de mogelijkheden van je slimme verlichting een stuk beperkter.

De Sync Box is een extra uitbreiding voor wie van films en gamen houdt. Je koppelt dit apparaat aan je televisie en je mediabox of spelcomputer. De Sync Box kijkt naar wat er op het scherm gebeurt en stuurt je lampen aan om in exact dezelfde kleuren mee te lichten. Zo trek je de actie van een film of game je hele woonkamer in. Belangrijk om te weten: om de Sync Box te gebruiken, heb je altijd ook de Bridge nodig.

▼ Volgende artikel
Van foto naar video: breng je afbeeldingen tot leven met Pollo
© ID.nl
Huis

Van foto naar video: breng je afbeeldingen tot leven met Pollo

In de stortvloed aan nieuwe AI-videogeneratoren introduceren we Pollo. Net als bij de meeste AI-tools begin je met een tekstopdracht, maar in dit geval kun je van bestaande foto's fimpjes maken.

Wat gaan we doen

In dit stappenplan zie je hoe je met Pollo een stilstaand beeld omzet in een korte video. Je begint met het kiezen van Image to Video, snijdt het beeld bij tot het juiste formaat en geeft daarna een duidelijke opdracht om de animatie te laten maken.

Lees ook: Van prompt tot filmpje: zo maak je je eigen AI-video met Bing Video Creator

Stap 1: Image to video

Je kunt Pollo gratis uitproberen. Je start met 50 credits en ontvangt daarna elke maand 20 extra credits. De video's die je gratis maakt, zijn wel allemaal voorzien van een watermerk. Wil je video's zonder watermerk en toegang tot meer functies, dan zijn er drie abonnementsopties: 15, 30 en 90 dollar per maand, goed voor respectievelijk 300, 800 en 3000 credits. Pollo is een webapplicatie. Ga op je laptop naar https://pollo.ai en klik op Try for free. Vervolgens log je in met je e-mailadres.

Op de homepage zie je dat je deze generator niet alleen kunt gebruiken voor het maken van AI-video's, maar ook om AI-afbeeldingen te genereren, gezichten in filmpjes te vervangen door iemand anders of AI-effecten toe te passen op je foto's. Bekijk zeker de voorbeelden in de showcase. Wij kiezen in dit stappenplan voor de optie Image to Video, waarmee je stilstaande beelden tot leven wekt in een korte videoanimatie.

Er staat een massa voorbeelden klaar die de mogelijkheden van Pollo illustreren.

Stap 2: Beeld bijsnijden

Laad eerst de afbeelding in die je als basis voor je video wilt gebruiken. In de pop-up kun je bij Aspect Ratio de gewenste beeldverhouding van het eindresultaat instellen. Zo kun je bijvoorbeeld een staande foto bijsnijden naar een liggend (landscape) of vierkant formaat. Verschuif de foto indien nodig, zodat de belangrijkste onderdelen mooi in beeld blijven. Bevestig vervolgens met OK.

Kies zorgvuldig de hoogte-breedteverhouding van je filmpje om te zorgen dat het perfect aansluit bij je publicatiekanaal.

Stap 3: Video creëren

In het vak Prompt beschrijf je wat Pollo met de foto moet doen. In dit voorbeeld willen we bijvoorbeeld dat het meisje op de schouders van de man enthousiast de menigte aanmoedigt. Zet de optie Translate Prompt aan voor een beter resultaat. Je ziet meteen dat dit type opdracht 5 credits kost. Onder Advanced kun je extra instellingen aanpassen, zoals de videolengte die standaard op 5 seconden staat, maar die je kunt verlengen tot 10 seconden. Wil je meerdere outputvideo's genereren, dan kost dat uiteraard meer credits. Het eindresultaat kun je upscalen voor een hogere kwaliteit, delen en publiceren.

Pollo produceert in dit geval een video van 5 seconden.

Liever meteen video's maken?

Vlogcamera's