ID.nl logo
Zo gaat usb-c de toekomst veranderen
© PXimport
Huis

Zo gaat usb-c de toekomst veranderen

Na jaren gebruik te hebben gemaakt van verschillende usb-standaarden, stapt de elektronica-industrie sinds 2015 over op usb-c. Het bekende platte, rechthoekige stekkertje verdwijnt. Usb-c is een universele aansluiting die zijn voorgangers gaat vervangen, en tal van voordelen biedt... Maar de overstap op usb-c blijkt ook een mindere kant te kennen. Tijd voor een uitgebreide blik op deze connector van de toekomst.

De usb (universal serial bus) is misschien wel de bekendste aansluiting die er op elektronica te vinden is. Versie 1.0 werd al in 1996 geïntroduceerd, in de jaren erna gevolgd door 2.0, 3.0 en 3.1. Het USB-IF (Implementers Forum) is verantwoordelijk voor die usb-standaarden, en presenteerde versie 3.1 in 2013. De verschillen met 3.0 zijn groot. De 3.1-standaard verdubbelt de maximale overdrachtssnelheid tot 10 Gbit/s, heeft een verbeterde encodeermethode waardoor de foutcorrectie in bits met bijna een kwart daalt, kan dataprotocollen mengen en laat het maximale geleverde vermogen stijgen naar 100 W.

©PXimport

Usb-c als nieuwste aanwinst

Tegelijk met usb 3.1 kondigde het USB-IF usb-c aan. Dat klinkt misschien als hetzelfde, maar is het zeker niet. Usb 3.1 is een standaard, terwijl usb-c enkel een connector (zonder standaard) is. De aansluiting maakt wel gebruik van usb 3.1 en bijbehorende voordelen ten opzichte van vorige usb-versies.

Usb 1 tot en met 3.1 zijn er in twee types: A en B. Type-A is de grote usb-connector die onder andere op je computer, toetsenbord en externe harde schijf zit, terwijl Type-B gebruikt wordt voor mobiele apparatuur. Je hebt mini-usb en micro-usb, waarvan die laatste op veel smartphones te vinden is. Usb Type-A en -B moeten bij elke nieuwe versie (bijvoorbeeld van 3.0 naar 3.1) compatibel te zijn met oudere versies, maar usb-c is dat niet. Het is een compleet nieuwe aansluiting die zo compact is dat er geen mini- of micro-varianten nodig zijn. En omdat de connector aan beide kanten van de usb-kabel kan zitten, kan hij Type-A en -B helemaal vervangen. Dat gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag, en daarom zijn adapters voorlopig een noodzakelijk accessoire. Ze maken usb-c compatibel met de oudere usb-versies op apparatuur als externe harde schijven.

Iedereen aan boord

Praktisch alle relevante elektronicabedrijven hebben zich bij usb-c aangesloten. Het zijn er ruim zevenhonderd, waaronder grote namen als Apple, Samsung, Microsoft en Intel. Maar ook pc-fabrikanten als HP, ASUS en Dell doen mee. Dat is een belangrijke reden dat usb-c twee jaar na de release al op relatief veel consumentenelektronica gebruikt wordt: de belangrijke spelers zijn aan boord. De acceptatie van usb-c gaat zo veel sneller dan van vorige standaarden.

©PXimport

Usb-verwarring

Om terug te komen op de usb 3.1-standaard: die is er in twee varianten. De eerste en oudste versie is usb 3.1 gen1, met een datasnelheid van 5 Gbit/s. Het nieuwere usb 3.1 gen2 verdubbelt die datasnelheid naar 10 Gbit/s. Usb 3.1 gen1 is dus praktisch hetzelfde als usb 3.0, wat nogal verwarrend is. Usb-c, dat gebruikmaakt van de usb 3.1-standaard, is dan ook in gen1 en gen2 op apparatuur te vinden. Het eerste apparaat dat usb-c voor de massa beschikbaar maakte, is de Apple MacBook (12 inch) uit 2015. Die heeft gen1-functies, terwijl latere producten veelal overstapten op gen2.

Een groot pluspunt van usb-c is dat de connector omkeerbaar is. Het maakt dus niet uit hoe je de kabel in je laptop, smartphone of ander apparatuur steekt: hij past altijd omdat er geen boven of onder is. Een tweede pluspunt is dat de usb-c-connector aan beide kanten van de usb-kabel kan, en dat is nieuw voor usb. Apple’s eigen Lightning-aansluiting, alweer vijf jaar geleden geïntroduceerd, was de eerste omkeerbare connector voor mobiele apparatuur. Apple liep op dat vlak dus jaren voor op usb, maar besloot om de standaard voor zichzelf te houden. Usb-c is open en is en blijft de industriestandaard, en komt dus veel breder beschikbaar. Usb-kabels met een Type-C-connector aan beide kanten blijken verschillende voordelen te hebben. Eén is dat apparaten met usb-c-poorten elkaar kunnen opladen. Verbind je een Google Pixel-laptop met een Apple MacBook via een usb-c-kabel, dan laadt eerstgenoemde de Macbook op. Door technische keuzes van Apple is dat andersom dan weer niet mogelijk. Terwijl je in theorie je laptop zou kunnen opladen van je smartphonebatterij - los van de vraag of dat praktisch is.

©PXimport

De strijd van een Google-technicus

Sinds de commerciële introductie van usb-c zijn er veel gevaarlijke accessoires uitgebracht, die niet goed werken met consumentenelektronica of het zelfs beschadigen. Google-technicus Benson Leung werd daar zo boos van dat hij zijn usb-c-kennis inzette om foutieve producten onder de aandacht te brengen. In 2015 begon hij met het testen van usb-c-apparaten en -accessoires, waarbij hij op sociale media en Amazon aangaf of je het product veilig kunt kopen of niet. Leung’s strijd kreeg steeds meer aandacht, en Amazon begon op basis van zijn oordelen gevaarlijke producten te weren. Pas echt bekend werd Leung toen hij eind 2015 fel uithaalde naar OnePlus, dat de usb-c-standaardregels overtrad door een usb-c-naar-micro-usb-Type-B-adapter met een te hoge stroomdoorvoer uit te brengen. Een usb-c-kabel bleek eveneens gevaarlijk voor niet-OnePlus-apparaten. OnePlus bekende schuld en gaf kopers van de accessoires hun geld terug, maar beklemtoonde dat ze veilig te gebruiken zijn met de OnePlus-telefoon.

©PXimport

Protococktail

Een usb-c-eigenschap die vrijwel alle fabrikanten wél respecteren, is de ondersteuning om meerdere protocollen te mengen. Usb-c is een krachtige connector die meerdere taken tegelijk kan uitvoeren. Een voorbeeld: verbind een Macbook met een usb-c-kabel aan een 4K-scherm, en de monitor laadt de laptop op terwijl hij beeld doorstuurt. Sluit je een hub aan op de usb-c-poort dan blijkt er nog veel meer (tegelijk) mogelijk. Zo’n hub kan de laptop via usb-c verbinden met de monitor (via MHL, Displayport of HDMI), de laptop opladen en hem verbinden met een usb-stick, externe harde schijf en een draadloos toetsenbord en muis. Allemaal via één poort, al moet je dus wel een hub hebben. Maar ook zonder hub biedt usb-c veel meer mogelijkheden dan vroegere usb-versies en beeldkabels. Als al je apparatuur straks gebruikmaakt van usb-c, heb je dus veel minder (en verschillende) kabels nodig om deze met elkaar te verbinden.

©PXimport

3,5mm-poort geslachtofferd

Niet alleen oudere usb-connectoren moeten usb-c vrezen, ook de 3,5mm-aansluiting wordt slachtoffer van de nieuwe connector. De vertrouwde en stokoude analoge poort was jarenlang op alle mobiele apparatuur te vinden, maar sinds vorig jaar schrapt een groeiend aantal fabrikanten hem van bijvoorbeeld smartphones. Smartphones met een usb-c-poort welteverstaan, want de connector kan de 3,5mm-poort vervangen en biedt diverse voordelen. Zo is de aansluiting dunner (en kan een telefoon dus ook dunner worden), biedt hij digitale en dus betere geluidskwaliteit en kan hij meerdere dingen tegelijk. Denk aan het afspelen van hoge kwaliteit muziek en ondertussen je hartslag (gemeten door de aangesloten oordopjes) doorgeven aan je fitnessapp.

Nog geen usb-c op de iPhone

Terwijl Apple-computers sinds 2015 gebruikmaken van usb-c, is de aansluiting nog niet te vinden op mobiele apparatuur als de iPhone en iPad. Die zijn voorzien van Apple’s zelfontwikkelde (dichtgetimmerde) Lightning-poort en daar lijkt de fabrikant voorlopig aan vast te houden. De nieuwe iPhones, die in september uitkomen, zouden geen usb-c- maar ‘gewoon’ een Lightning-connector hebben. Waarom is officieel niet bekend, maar één van de redenen zou zijn dat Apple veel geld verdient aan de verkoop van MFi (Lightning)-kabels. Een accessoirefabrikant moet een licentie bij Apple afnemen voordat het een kabel ‘Made For iPhone’ mag noemen. Zo’n verplichting is er bij usb-c niet: elk bedrijf mag usb-c-kabels maken en verkopen, en licenties zijn er vrijwel niet. Kortom: als iOS-producten over zouden stappen op usb-c, heeft Apple geen eigen, exclusieve aansluiting meer in handen en wordt het voor accessoirefabrikanten minder interessant om een dure licentie af te nemen. Wellicht kan Europese regelgeving deze iMelkkoe slachten: smartphones moeten immers opgeladen kunnen worden met dezelfde aansluiting. Een adapter is onvoldoende. Aan deze regelgeving wordt echter nog altijd geen gehoord gegeven.

Thunderbolt 3.0

Thunderbolt is ontwikkeld door Intel, en moet gezien worden als de grootste concurrent voor de usb-standaard. Een grote bedreiging is het echter niet, maar daar zou verandering in komen met Thunderbolt 3.0 (onthuld in juni 2015). De aansluiting verruilt de minidisplayport van oudere versies voor usb-c. Net als usb 3.1 kan Thunderbolt 3.0 maximaal 100 W vermogen leveren, maar de overdrachtssnelheid ligt met 40 Gbit/s vier keer zo hoog. Thunderbolt 3.0 is bijna twee jaar na aankondiging nog maar weinig aanwezig op consumentenelektronica, deels omdat het implementeren op een moederbord (van bijvoorbeeld een computer) relatief duur is. Daarnaast werken ook niet alle usb-c-kabels met Thunderbolt, omdat er stroomdoorvoer moet plaatsvinden in de kabel. Fabrikanten zijn er vrij in om die functie toe te voegen om hun kabel geavanceerder te maken.

Dark side

Het vrije gebruik van usb-c klinkt als iets moois, maar heeft ook een schaduwkant. Fabrikanten kunnen de connector naar eigen ‘smaak’ aanpassen, en er zijn er genoeg die zich niet aan de standaardregels van usb-c houden. Dat gebeurt in de meeste gevallen bewust en kan het product van een fabrikant beter doen lijken, terwijl het in werkelijkheid nadelig is voor de consument. Een usb-c-accessoire blijkt door aanpassingen aan bijvoorbeeld de stroomdoorvoer slecht of zelfs niet te werken met producten van andere merken, en dat is niet de bedoeling van usb-c. Producten kunnen daarom tegenvallen, en zijn soms zelfs gevaarlijk. Het is vaak genoeg gebeurd dat foutieve usb-c-accessoires consumentenelektronica onherstelbaar beschadigden. In de meeste gevallen ging het om goedkope producten van onbekende fabrikanten, die via allerlei verkoopkanalen opereren. Reden voor de grote webwinkel Amazon om begin 2016 zijn voorwaarden te updaten, en doelbewust gevaarlijke usb-c-apparaten uit de digitale schappen te weren. Met succes, maar er blijven nog ontelbare (web)winkels over waar bedrijven willens en wetens foutieve usb-c-producten aanbieden.

©PXimport

Autoriteit USB-IF

Verantwoordelijk zijn voor de usb-standaarden brengt veel kwesties met zich mee, zo ervaart het USB-IF. Al jaren probeert de organisatie fabrikanten van bepaalde zaken te overtuigen, maar er lijkt sprake van een autoriteitsprobleem. Een voorbeeld: bij de introductie van usb 3.0 stelde het USB-IF voor om de aansluiting blauw te maken, onder meer op computers. Dat moest het voor de consument duidelijk te maken dat het om een usb3.0-poort gaat en niet om een zwarte usb2.0-aansluiting. Het voorstel werd door fabrikanten als Dell genegeerd, waarna het USB-IF bij usb 3.1 maar geen kleuradvies uitbracht. Bedrijven kozen vervolgens zelf kleuren, waaronder blauw en rood.

©PXimport

One usb to rule them all

Usb-c is de connector die oudere usb-versies gaat vervangen, dat moge duidelijk zijn. De relatief nieuwe connector is compacter dan zijn voorgangers, omkeerbaar en biedt hogere overdrachtssnelheden. Daarnaast kan usb-c protocollen mengen om bijvoorbeeld een monitor van stroom te voorzien en tegelijkertijd beeld aan te sturen, en is de maximale vermogen dat geleverd kan worden verder opgeschroefd, zodat ook grote elektronica als laptops op kunnen laden via een usb-kabel. Als je al deze voordelen bekijkt, is het geen wonder dat vrijwel de hele elektronica-industrie zich achter usb-c heeft geschaard. Er zijn de afgelopen jaren dan ook al heel wat usb-c-apparaten en -accessoires uitgebracht, en dat zullen er alleen maar meer worden.

©PXimport

Kritiek op USB-IF

Maar usb-c is niet vrij van nadelen, nog niet althans. Het USB-IF mist de autoriteit om fabrikanten de connector eensgezind te laten gebruiken, en wordt bekritiseerd over de (te) ruime richtlijnen die bedrijven mogen hanteren bij het maken van usb-c-producten. Doordat de standaardregels nog weleens overtreden werden en worden, werken niet alle usb-c-apparaten en -accessoires goed samen en zijn sommige zelfs gevaarlijk voor je elektronica.

De usb-c-aansluiting is van de buitenkant één standaard, maar verschillen in onder meer het vermogen zorgen ervoor dat de connector nog niet zo universeel is als gehoopt. Desondanks lijkt het toekomstbeeld bepaald: we gaan de aankomende jaren allemaal in zee met usb-c. Steeds meer consumentenelektronica maakt gebruik van de aansluiting en totdat alles en iedereen over is, zijn we aangewezen op de vele soorten adapters die usb-c verbindt met oudere usb-versies. Dat hoort bij het overgangstijdperk, zullen we maar zeggen.

Opladen via usb-c verschilt

Het opladen via usb kan volgens de 3.1-standaard tot een vermogen van 100 W, maar dat wil niet zeggen dat het in de praktijk zo eenvoudig gaat. Het USB-IF heeft namelijk vijf verschillende oplaadprofielen opgesteld, en enkel het vijfde profiel voldoet aan de eis om met 60 W of 100 W op te laden. Daarvoor heb je een geschikte lader én kabel nodig. Bepalen of de lader en kabel genoeg vermogen kunnen doorvoeren is lastig, doordat die informatie vaak niet op de accessoires staat. Een kwestie van uitproberen en hopen op geluk, dus.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is headtracking bij hoofdtelefoons?
© JBL
Huis

Wat is headtracking bij hoofdtelefoons?

Bij hoofdtelefoons en draadloze oortjes kom je wel eens de headtracking-functie tegen. Wat is dit precies en wat kun je ervan verwachten?

In dit artikel hebben we het over headtracking, een functie die vooral te vinden is op duurdere hoofdtelefoons van merken als Apple en Bose. We vertellen je:

  • Wat headtracking is
  • Waarom het zo'n grote impact heeft
  • Wat het te maken heeft met ruimtelijke audio
  • Met welke content het werkt
  • Op welke toestellen je het vindt

Lees ook: Waarom de gehoortest van je koptelefoon écht verschil maakt

Wat is headtracking?

Headtracking is een functie die op steeds meer hoofdtelefoons en draadloze oordoppen opduikt. Het heeft één doel: je beter onder te dompelen in film, games en muziek. Dat gebeurt door je hoofdbewegingen te detecteren en compenserend geluid virtueel mee te bewegen. Je merkt het meteen als je het uitprobeert. Het uitleggen doet het vaak complexer overkomen, terwijl het even inschakelen op je hoofdtelefoon meteen duidelijk maakt wat het biedt.

Dankzij headtracking lijkt muziek of filmgeluid uit een vaste plaats in de kamer te komen. Als je bij het tv-kijken bijvoorbeeld je hoofd naar rechts draait, dan zullen de stemmen van acteurs naar je linkeroor verschuiven en geluidseffecten die zich links afspelen naar achter je. Kortom, het geluid is verankerd aan het scherm. Gebruik je een doorsnee koptelefoon zonder headtracking, dan zit het geluid altijd naast je oren.

Misschien lijkt headtracking niet echt een stap vooruit qua beleving. Maar het effect van headtracking wordt door veel mensen wél als heel groot ervaren.

Waarom heeft het een grote impact?

Headtracking werd oorspronkelijk ontwikkeld als deel van VR-technologie. Dat geluiden uit de omgeving onafhankelijk van jou gepositioneerd zijn, is immers even belangrijk als VR-graphics om je onder te dompelen in een virtuele wereld. Het komt allemaal neer op het effectiever misleiden van je brein.

Ons brein gebruik geluidsinformatie om een idee te krijgen van hoe een ruimte of omgeving eruitziet. Zonder dat we er bewust van zijn, weten we zo meteen waar een bepaald geluid vandaan komt. Denk aan een glas dat achter je op de grond valt of een deur die opent aan de zijkant van een kamer. Headtracking simuleert dat effect en zorgt ervoor dat wat je ziet levensechter overkomt.

©Audeze

De Audeze Maxwell is een hoofdtelefoon met headtracking die ook door creators wordt gebruikt.

Wat is de link met spatial audio?

Headtracking zorgt dus dat geluid op een natuurlijke manier vast in de ruimte wordt geplaatst. Het hangt wat van koptelefoon tot koptelefoon af, maar meestal beschouwt het systeem het scherm van je telefoon of tv als het geluidscentrum of 'voorzijde'. Overigens gaat het niet om de grote veranderingen, zoals wanneer je naar de persoon naast je kijkt wanneer hij of zij iets zegt. Het realismegevoel dat headtracking biedt tijdens het gamen en filmkijken komt door de kleine veranderingen in het geluid als je microbewegingen maakt met je hoofd. Dat doe je eigenlijk bijna doorlopend. 

In theorie kan headtracking ook werken met muziek in stereo, maar meestal is het een extra optie bij de spatial- of ruimtelijke audiofunctie in de app van je hoofdtelefoon. Je krijgt dus dikwijls de keuze tussen surroundgeluid dat met je meebeweegt of (net zoals bij een bioscoop) verankerd is aan een punt (het scherm).

Wanneer gebruiken?

Los van virtual reality-toepassingen, is headtracking vooral een aanrader bij het kijken naar een film op een groter scherm. Het effectiefst is het als je naar een tv op enkele meters afstand kijkt, omdat het ruime geluidsbeeld dan beter past bij het grotere beeld. Maar ook als je met headtracking kijkt naar een kleiner scherm tijdens een vlucht levert het meerwaarde op. Ook bij gaming is spatial audio samen met headtracking fijn. Wat dan weer minder is, is headtracking gebruiken terwijl je rondloopt en naar muziek luistert, omdat je brein dan te veel beweging moet verwerken.

©JBL

Via de Smart Case van de Tour Pro 3 kun je headtracking instellen tijdens een vlucht.

Het gebruiken met een tv of in-flight scherm gaat het vlotst met in-ears die komen met een slimmere case of koptelefoons die je bekabeld kunt aansluiten maar tegelijkertijd nog met de app kunt bedienen. De AirPods Pro en Max van Apple zijn ook heel spectaculair op dit vlak in combinatie met een Apple TV.

Op welke toestellen vind je het?

Voor headtracking moet je meestal bij duurdere modellen zijn, al komt het ook steeds vaker voor bij iets goedkopere koptelefoons. Samen met ruimtelijke audio (spatial audio) is het een extraatje dat vaak wordt aangehaald om te verklaren waarom een bepaald toestel een forser prijskaartje bezit. Nu goedkopere hoofdtelefoons en TWS'en steeds betere noise-cancelling krijgen, blijven er zo minder zaken over om een koptelefoon uit de hogere prijsklasse een meerwaarde te geven. Spatial audio en headtracking zijn de enige 'grote' functies die overblijven. 

©Sonos

De Sonos Ace-koptelefoon is uniek omdat het samenwerkt met een Sonos-soundbar, niet de tv.

Dat headtracking iets meer kost, valt te begrijpen. Het volgen van je hoofdbewegingen vereist extra sensors en ook relatief veel rekenkracht. Dit is waarom onder meer Apple en Sonos het continue berekenen van de vereiste geluidsveranderingen laten uitvoeren door een iPhone, iPad of Apple TV respectievelijk de Sonos Arc-soundbar. Bij weer andere merken, zoals Samsung of Oneplus, kun je het alleen gebruiken in combinatie met andere apparaten van hetzelfde merk.

Headtracking is een functie die je bovendien op heel wat gaming-headsets terugvindt, onder meer van HyperX en JBL.

Toch zijn er heel wat opties die merkonafhankelijk werken. Bij Bose, JBL en bij Sony vind je bijvoorbeeld verschillende hoofdtelefoons en draadloze in-ears met headtracking. De JBL Tour One M3 of Tour Pro 3 bijvoorbeeld, net als de populaire Sony WH-1000XM5 en WF-1000XM5's.  

 Kijk wel goed op de website van een fabrikant als je een koptelefoon overweegt, want niet iedereen gebruikt het woord 'head tracking'. Neem nu Bose: dat merk spreekt over Immersion of Immersive Audio, met de opties 'Still' en 'Motion'. Bij het kiezen van een nieuwe headset kan het dus nodig zijn om je even goed in de specificaties te verdiepen.

▼ Volgende artikel
Meer dan een achtergrond: zo pas je Windows tot in detail aan
© efef4844
Huis

Meer dan een achtergrond: zo pas je Windows tot in detail aan

Ben je uitgekeken op die standaardwerkomgeving? Wij ook! In Windows kun je aan de slag met het maken van een eigen thema. Dat betekent werken in een omgeving die je volledig naar je hand zet, met onder meer een aangepast bureaublad, frisse vensters en strakke aanwijzers. Lastig? Zeker niet: een thema heb je zo gemaakt.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen Windows-thema maakt:

  • Pas je bureaubladachtergrond aan
  • Verander kleuren, accenten en transparantie-effecten
  • Wijzig muiscursors en systeempictogrammen
  • Personaliseer geluiden en voeg een aangepaste schermbeveiliging toe
  • Sla je thema op of zet alles terug naar de standaardinstellingen

Lees ook: 12 tips voor een overzichtelijk Bureaublad

Of je nu gebruikmaakt van Windows 10 of Windows 11: beide besturingssystemen hebben de mogelijkheid om een eigen omgeving te maken. Ben je na een grondige klusmiddag toch niet tevreden met de aangepaste werkomgeving? Dan kun je altijd nog de hulp inschakelen van externe programma’s, daarover vertellen we je straks meer.

In Windows vind je de belangrijkste opties om je eigen thema te maken in het instellingenvenster. Druk op Windows+I om dat te openen en kies voor Persoonlijke instellingen. Linksboven zie je het thema staan dat momenteel actief is. Rechts daarvan vind je een beknopte lijst met kant-en-klare thema’s. Deze kun je proberen door erop te klikken. Je kunt zo’n thema direct gebruiken, of je gebruikt het als een basis die je verder aanpast.

Windows biedt flink wat personalisatiemogelijkheden via het instellingenvenster.

Eigen thema

Natuurlijk maken wij een eigen Windows-thema. Kies voor Thema’s. Rechtsboven vind je de onderdelen waaruit een thema is opgebouwd, zoals achtergrond, kleuren en geluiden. Onder elk onderdeel staat de huidige instelling benoemd. Klik op een onderdeel om de achterliggende instellingen te openen en bepaal stap voor stap je thema verder.

Het tweede gedeelte van het themavenster geeft een overzicht van beschikbare thema’s. Met de volgende stappen passen we de verschillende onderdelen van het thema aan. Daarnaast zetten we andere onderdelen van Windows naar onze hand, die niet aan een thema zijn gekoppeld. Zodra we tevreden zijn over het resultaat, slaan we het thema op.

Een thema bestaat onder meer uit een achtergrond, kleuren en geluiden.

Wat hulp

Heb je zelf even geen inspiratie om een eigen thema te maken? Via de Microsoft Store haal je externe kant-en-klare thema’s binnen. In het instellingenvenster voor het thema klik je bij Meer thema’s uit de Microsoft Store downloaden op Bladeren door thema’s.

Achtergrond

Klik op Achtergrond en bedenk of je een vaste achtergrond of wisselende achtergronden wilt inzetten. Je kunt ook kiezen voor een effen kleur of een verrassingsafbeelding die regelmatig door Microsoft wordt ververst. Geef je de voorkeur aan meerdere afbeeldingen, dan maak je eerst een map aan waarin je de geselecteerde afbeeldingen plaatst. Keer terug naar het instellingenvenster en kies Diavoorstelling. Klik vervolgens op Bladeren en wijs de map aan.

Hierna stel je in hoe de diavoorstelling zich gedraagt. Kies bij Afbeelding wijzigen elke hoe snel de afbeeldingen verversen, bijvoorbeeld 6 uur of 1 dag. Voor de afwisseling activeer je de optie Volgorde van afbeeldingen in willekeurige volgorde weergeven. Via Afbeelding aanpassen zodat deze op uw bureaublad past geef je aan hoe je de afbeeldingen wilt tonen. Met Centreren voorkom je uitgerekte afbeeldingen.

Of ga voor wat meer sjeu: Bewegende bureaubladachtergrond: een kijkbuis op je computer

Kies voor een diavoorstelling die uit meerdere afbeeldingen bestaat.

Energiebewust

Gebruik je een laptop en werk je regelmatig op de accu? Blokkeer dan de diavoorstelling als je geen netstroom gebruikt. Zet bij Diavoorstelling zelfs uitvoeren als de batterij in gebruik is de schuif op Uit.

Kleuren

Nu wordt het tijd om de kleuren onder handen te nemen. Klik op Kleuren en bepaal (in het geval van Windows 11) of je de lichte of donkere modus wilt activeren (bij Kies de modus). Interessant is de optie Aangepast. Hiermee maak je voor de kleurmodus onderscheid tussen Windows en de apps. Zo kun je Windows in een donkere modus zetten, terwijl je de apps in een lichte modus houdt.

Ben je geen voorstander van doorzichtige vensters? Dan zet je de schuif op Uit bij Transparantie-effecten. In dit venster bepaal je ook een accentkleur die in het startmenu en de taakbalk worden getoond. Klap de gelijknamige sectie uit en kies de gewenste kleur. Je kunt de accentkleur op meerdere locaties binnen Windows laten terugkomen. Zet de schuif op Aan bij Accentkleur weergeven op Start en de taakbalk en bij Accentkleur weergeven op titelbalken en vensterranden.

Geluiden

Hoewel de populariteit van geluidseffecten in Windows de afgelopen jaren flink is afgenomen, kun je nog steeds geluiden toevoegen. Je maakt hiervoor gebruik van een geluidsschema. In het venster voor thema’s klik je bovenin op Geluiden. Neem het standaardschema van Windows als uitgangspunt: klik op Windows-standaard. In het vak Programmagebeurtenissen kies je een actie waaraan je een geluid wilt koppelen. Acties met een bestaand geluid herken je aan het pictogram van een megafoon. In het menu Geluiden kies je het gewenste geluid. Heb je een eigen geluid? Dat voeg je eenvoudig toe via de knop Bladeren. Windows ondersteunt hiervoor wav-bestanden. Andere formaten moet je eerst omzetten voordat je ze kunt gebruiken.

Je kunt aparte geluidseffecten voor verschillende activiteiten instellen.

Muiscursor

Ben je uitgekeken op de standaardmuisaanwijzer van Windows? Dan pakken we die toch ook aan. Klik in het venster van thema’s op Muiscursor en open de tab Aanwijzers. In de sectie Schema kun je kiezen uit een flinke hoeveelheid alternatieve aanwijzers. Een goed voorbeeld zijn de schema’s Extra groot, waarmee je de meeste aanwijzers een stuk groter maakt.

Wil je de zichtbaarheid van de aanwijzers verder verbeteren? Plaats dan een vinkje bij Aanwijzerschaduw inschakelen. Heb je eigen cursorbestanden, dan kun je deze ook gebruiken. Klik op Bladeren en wijs het bestand aan. Online vind je verschillende collecties met cursor- en muisbestanden. Deze bestaan uit een aantal afbeeldingen (al dan niet geanimeerd). Een goede bron hiervoor is DeviantArt. Bij elke collectie vind je de installatie-instructies.

Klik het venster van de muiscursor niet te snel weg. Werp ook eens een blik op de tab Opties voor de aanwijzer. Hier vind je mogelijkheden om de weergave verder te verbeteren. Zo kun je in de sectie Zichtbaarheid een aanwijzerspoor activeren, zodat je de muis beter ziet. Ben je de muisaanwijzer soms kwijt, dan kun je deze snel vinden via de optie Locatie van de aanwijzer weergeven als ik op CTRL druk. In het vak Beweging kun je nog bepalen hoe snel de aanwijzer over het scherm beweegt.

Uiteraard nemen we geen genoegen met de standaardaanwijzers van Windows.

Is het tijd voor een nieuwe muis?

Kies dan in ieder geval voor een ergonomische versie

Schermbeveiliging

Mogelijk heb je ze al enige tijd niet meer gebruikt, maar Windows beschikt nog steeds over schermbeveiligingen. Inmiddels hebben ze minder functionele waarde dan voorheen op ouderwetse crt-beeldschermen. Alhoewel oledschermen weer baat hebben bij wat hulp om inbranden tegen te gaan. Desondanks is een schermbeveiliging nog steeds leuk. Open het Startmenu en typ Schermbeveiliging. Kies Schermbeveiliging wijzigen. Kies de gewenste schermbeveiliging in het bovenste vak. Klik op Instellingen om specifieke opties van de beveiliging in te stellen, zoals de tekst of snelheid. Bepaal de wachttijd bij het vak Wacht en plaats een vinkje bij Aanmeldingsscherm weergeven bij hervatten voor extra bescherming.

Gelukkig zijn ze er nog: de schermbeveiligingen van Windows.

Pictogrammen

In Windows kun je afscheid nemen van de standaardpictogrammen en kiezen voor een eigen set. Deze optie zit wel wat verborgen. Klik op Persoonlijke instellingen / Thema’s. Onderin het venster ga je naar Instellingen voor bureaubladpictogrammen. In het vak Bureaubladpictogrammen geef je aan welke pictogrammen het bureaublad moet krijgen. Standaard is dit de prullenbak, maar je kunt ook kiezen voor de documentenmap (Bestanden van gebruiker) en het thuisnetwerk (Netwerk).

Via hetzelfde venster kun je de standaardpictogrammen vervangen. Kies het pictogram dat je wilt aanpassen en klik op Ander pictogram. Een nieuw venster met beschikbare pictogrammen opent. Standaard toont Windows het pictogrambestand Imageres.dll, maar er zijn ook andere pictogrammen. Ben je niet tevreden over Imageres.dll, dan maak je het invoervak bovenin leeg en druk je op Enter. Windows toont vervolgens de pictogrammen uit het bestand Shell32.dll. Handig!

Thema bewaren

Ben je tevreden over hoe Windows er na je inspanningen uitziet? Je kunt je eigen thema nu opslaan. Ga naar Persoonlijke instellingen / Thema’s. Rechtsboven zie je wederom de onderdelen waaruit een thema bestaat en je eigen instellingen die je in de stappen hiervoor hebt aangegeven. Klik op Opslaan. Geef het thema vervolgens een naam en klik weer op Opslaan. Het thema wordt nu toegevoegd aan de lijst in het vak eronder.

Heb je meerdere computers of wil je het thema graag met anderen delen? Gelukkig hoef je het thema niet telkens opnieuw op te bouwen. In het overzicht met thema’s klik je met de rechtermuisknop op het thema dat je wilt delen. Kies voor Thema voor delen opslaan. Een nieuw venster opent. Geef het thema een naam en bepaal waar je het bewaart (bijvoorbeeld op een externe schijf). Je kunt het thema op een andere computer toepassen door op het bestand te dubbelklikken.

Handig: exporteer het thema voor andere computers of om te delen.

Vergrendelingsscherm

We gaan voor een volledig gepersonaliseerde Windows-omgeving, dus uiteraard passen we ook het vergrendelingsscherm aan. Kies in de Windows-instellingen voor Vergrendelingsscherm. Kies bij Uw vergrendelingsscherm personaliseren hoe je je het scherm eigen wilt maken. Kies voor Afbeelding om een eigen foto op het scherm te tonen. Je kunt ook online afbeeldingen tonen die elkaar regelmatig afwisselen. Kies dan voor Windows-spotlight. Wij kiezen ervoor om onze afbeelding op zowel het vergrendelingsscherm als het aanmeldingsscherm te tonen: zet de schuif op Aan bij De achtergrondafbeelding voor het vergrendelingsscherm weergeven op het aanmeldingsscherm.

Op het moment van schrijven kun je in Windows 11 één app op het vergrendelingsscherm plaatsen. Deze app geeft beknopte informatie over het weer (Weer), binnengekomen e-mail (Mail) of aankomende afspraken (Agenda). Je vindt ze bij de optie Status van vergrendelingsscherm.

Een app voegt extra informatie toe aan het vergrendelingsscherm.

Meer eigen foto’s

Interessant aan het vergrendelingsscherm is de mogelijkheid om meerdere eigen foto’s te selecteren en aan te geven wanneer je die wilt zien. Kies voor Diavoorstelling. Geef aan welke fotomap je hiervoor wilt gebruiken: klik op Bladeren en wijs de map aan. Je kunt meerdere mappen toevoegen, die je later altijd kunt uitschakelen via een klik op Verwijderen. Haal in dezelfde sectie het vinkje weg bij Leuke weetjes, tips en trucs en meer op uw vergrendelingsscherm weergeven, zodat het scherm opgeruimd blijft, en vooral ook reclamevrij.

Open hierna de sectie Geavanceerde instellingen voor diavoorstelling. Wil je voorkomen dat afbeeldingen worden uitgerekt, dan kies je voor Alleen afbeeldingen gebruiken die goed op mijn scherm passen. Standaard schakelt Windows de diavoorstelling uit als je gebruikmaakt van accustroom, bijvoorbeeld bij een laptop. Wil je dat de diavoorstelling altijd wordt gebruikt, dan plaats je ook een vinkje bij Een diavoorstelling afspelen als er batterijstroom wordt gebruikt.

Laat het vergrendelingsscherm foto’s van meerdere bronnen tonen.

Ook OneDrive-foto’s

Mogelijk sla je je foto’s automatisch op in de fotomap van OneDrive. Ook deze kun je als bron inzetten voor de diavoorstelling van het vergrendelingsscherm. In de sectie Geavanceerde instellingen voor diavoorstelling plaats je een vinkje bij De camera-albums van deze pc en OneDrive opnemen.

Externe hulp

Niet tevreden over het ingebouwde startmenu van Windows? Met Start11 zet je het startmenu volledig naar je hand. Zo kun je het klassieke menu uit Windows 7 kiezen en de Windows-taakbalk onder handen nemen. Prettig is dat je ook onderdelen uit het startmenu kunt verwijderen die normaal gesproken niet kunnen worden verwijderd.

Betere zichtbaarheid

Heb je een verminderd zicht, dan kun je Windows hiermee rekening laten houden. Open het Startmenu en typ Contrast. Klik op Een contrastthema kiezen. Je kunt nu kiezen uit vier thema’s met kleuren die sterk verschillen, zodat je schermtekst en apps beter zichtbaar maakt. Elk van de thema’s kun je verder aanpassen.

Kies een thema en klik op Bewerken. Pas het thema naar eigen inzicht aan, kies Opslaan als en geef het thema een naam. Naast het gebruik van een thema, kun je ook losse onderdelen van de Windows-omgeving verbeteren op het gebied van zichtbaarheid. In de Windows-instellingen kies je voor Toegankelijkheid. De sectie Gezichtsvermogen bevat aanvullende opties, zoals kleurfilters.

Een contrastthema is handig bij een verminderd gezichtsvermogen.

 

Watch on YouTube