ID.nl logo
Zo gaat usb-c de toekomst veranderen
© Reshift Digital
Huis

Zo gaat usb-c de toekomst veranderen

Na jaren gebruik te hebben gemaakt van verschillende usb-standaarden, stapt de elektronica-industrie sinds 2015 over op usb-c. Het bekende platte, rechthoekige stekkertje verdwijnt. Usb-c is een universele aansluiting die zijn voorgangers gaat vervangen, en tal van voordelen biedt... Maar de overstap op usb-c blijkt ook een mindere kant te kennen. Tijd voor een uitgebreide blik op deze connector van de toekomst.

De usb (universal serial bus) is misschien wel de bekendste aansluiting die er op elektronica te vinden is. Versie 1.0 werd al in 1996 geïntroduceerd, in de jaren erna gevolgd door 2.0, 3.0 en 3.1. Het USB-IF (Implementers Forum) is verantwoordelijk voor die usb-standaarden, en presenteerde versie 3.1 in 2013. De verschillen met 3.0 zijn groot. De 3.1-standaard verdubbelt de maximale overdrachtssnelheid tot 10 Gbit/s, heeft een verbeterde encodeermethode waardoor de foutcorrectie in bits met bijna een kwart daalt, kan dataprotocollen mengen en laat het maximale geleverde vermogen stijgen naar 100 W.

©PXimport

Usb-c als nieuwste aanwinst

Tegelijk met usb 3.1 kondigde het USB-IF usb-c aan. Dat klinkt misschien als hetzelfde, maar is het zeker niet. Usb 3.1 is een standaard, terwijl usb-c enkel een connector (zonder standaard) is. De aansluiting maakt wel gebruik van usb 3.1 en bijbehorende voordelen ten opzichte van vorige usb-versies.

Usb 1 tot en met 3.1 zijn er in twee types: A en B. Type-A is de grote usb-connector die onder andere op je computer, toetsenbord en externe harde schijf zit, terwijl Type-B gebruikt wordt voor mobiele apparatuur. Je hebt mini-usb en micro-usb, waarvan die laatste op veel smartphones te vinden is. Usb Type-A en -B moeten bij elke nieuwe versie (bijvoorbeeld van 3.0 naar 3.1) compatibel te zijn met oudere versies, maar usb-c is dat niet. Het is een compleet nieuwe aansluiting die zo compact is dat er geen mini- of micro-varianten nodig zijn. En omdat de connector aan beide kanten van de usb-kabel kan zitten, kan hij Type-A en -B helemaal vervangen. Dat gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag, en daarom zijn adapters voorlopig een noodzakelijk accessoire. Ze maken usb-c compatibel met de oudere usb-versies op apparatuur als externe harde schijven.

Iedereen aan boord

Praktisch alle relevante elektronicabedrijven hebben zich bij usb-c aangesloten. Het zijn er ruim zevenhonderd, waaronder grote namen als Apple, Samsung, Microsoft en Intel. Maar ook pc-fabrikanten als HP, ASUS en Dell doen mee. Dat is een belangrijke reden dat usb-c twee jaar na de release al op relatief veel consumentenelektronica gebruikt wordt: de belangrijke spelers zijn aan boord. De acceptatie van usb-c gaat zo veel sneller dan van vorige standaarden.

©PXimport

Usb-verwarring

Om terug te komen op de usb 3.1-standaard: die is er in twee varianten. De eerste en oudste versie is usb 3.1 gen1, met een datasnelheid van 5 Gbit/s. Het nieuwere usb 3.1 gen2 verdubbelt die datasnelheid naar 10 Gbit/s. Usb 3.1 gen1 is dus praktisch hetzelfde als usb 3.0, wat nogal verwarrend is. Usb-c, dat gebruikmaakt van de usb 3.1-standaard, is dan ook in gen1 en gen2 op apparatuur te vinden. Het eerste apparaat dat usb-c voor de massa beschikbaar maakte, is de Apple MacBook (12 inch) uit 2015. Die heeft gen1-functies, terwijl latere producten veelal overstapten op gen2.

Een groot pluspunt van usb-c is dat de connector omkeerbaar is. Het maakt dus niet uit hoe je de kabel in je laptop, smartphone of ander apparatuur steekt: hij past altijd omdat er geen boven of onder is. Een tweede pluspunt is dat de usb-c-connector aan beide kanten van de usb-kabel kan, en dat is nieuw voor usb. Apple’s eigen Lightning-aansluiting, alweer vijf jaar geleden geïntroduceerd, was de eerste omkeerbare connector voor mobiele apparatuur. Apple liep op dat vlak dus jaren voor op usb, maar besloot om de standaard voor zichzelf te houden. Usb-c is open en is en blijft de industriestandaard, en komt dus veel breder beschikbaar. Usb-kabels met een Type-C-connector aan beide kanten blijken verschillende voordelen te hebben. Eén is dat apparaten met usb-c-poorten elkaar kunnen opladen. Verbind je een Google Pixel-laptop met een Apple MacBook via een usb-c-kabel, dan laadt eerstgenoemde de Macbook op. Door technische keuzes van Apple is dat andersom dan weer niet mogelijk. Terwijl je in theorie je laptop zou kunnen opladen van je smartphonebatterij - los van de vraag of dat praktisch is.

©PXimport

De strijd van een Google-technicus

Sinds de commerciële introductie van usb-c zijn er veel gevaarlijke accessoires uitgebracht, die niet goed werken met consumentenelektronica of het zelfs beschadigen. Google-technicus Benson Leung werd daar zo boos van dat hij zijn usb-c-kennis inzette om foutieve producten onder de aandacht te brengen. In 2015 begon hij met het testen van usb-c-apparaten en -accessoires, waarbij hij op sociale media en Amazon aangaf of je het product veilig kunt kopen of niet. Leung’s strijd kreeg steeds meer aandacht, en Amazon begon op basis van zijn oordelen gevaarlijke producten te weren. Pas echt bekend werd Leung toen hij eind 2015 fel uithaalde naar OnePlus, dat de usb-c-standaardregels overtrad door een usb-c-naar-micro-usb-Type-B-adapter met een te hoge stroomdoorvoer uit te brengen. Een usb-c-kabel bleek eveneens gevaarlijk voor niet-OnePlus-apparaten. OnePlus bekende schuld en gaf kopers van de accessoires hun geld terug, maar beklemtoonde dat ze veilig te gebruiken zijn met de OnePlus-telefoon.

©PXimport

Protococktail

Een usb-c-eigenschap die vrijwel alle fabrikanten wél respecteren, is de ondersteuning om meerdere protocollen te mengen. Usb-c is een krachtige connector die meerdere taken tegelijk kan uitvoeren. Een voorbeeld: verbind een Macbook met een usb-c-kabel aan een 4K-scherm, en de monitor laadt de laptop op terwijl hij beeld doorstuurt. Sluit je een hub aan op de usb-c-poort dan blijkt er nog veel meer (tegelijk) mogelijk. Zo’n hub kan de laptop via usb-c verbinden met de monitor (via MHL, Displayport of HDMI), de laptop opladen en hem verbinden met een usb-stick, externe harde schijf en een draadloos toetsenbord en muis. Allemaal via één poort, al moet je dus wel een hub hebben. Maar ook zonder hub biedt usb-c veel meer mogelijkheden dan vroegere usb-versies en beeldkabels. Als al je apparatuur straks gebruikmaakt van usb-c, heb je dus veel minder (en verschillende) kabels nodig om deze met elkaar te verbinden.

©PXimport

3,5mm-poort geslachtofferd

Niet alleen oudere usb-connectoren moeten usb-c vrezen, ook de 3,5mm-aansluiting wordt slachtoffer van de nieuwe connector. De vertrouwde en stokoude analoge poort was jarenlang op alle mobiele apparatuur te vinden, maar sinds vorig jaar schrapt een groeiend aantal fabrikanten hem van bijvoorbeeld smartphones. Smartphones met een usb-c-poort welteverstaan, want de connector kan de 3,5mm-poort vervangen en biedt diverse voordelen. Zo is de aansluiting dunner (en kan een telefoon dus ook dunner worden), biedt hij digitale en dus betere geluidskwaliteit en kan hij meerdere dingen tegelijk. Denk aan het afspelen van hoge kwaliteit muziek en ondertussen je hartslag (gemeten door de aangesloten oordopjes) doorgeven aan je fitnessapp.

Nog geen usb-c op de iPhone

Terwijl Apple-computers sinds 2015 gebruikmaken van usb-c, is de aansluiting nog niet te vinden op mobiele apparatuur als de iPhone en iPad. Die zijn voorzien van Apple’s zelfontwikkelde (dichtgetimmerde) Lightning-poort en daar lijkt de fabrikant voorlopig aan vast te houden. De nieuwe iPhones, die in september uitkomen, zouden geen usb-c- maar ‘gewoon’ een Lightning-connector hebben. Waarom is officieel niet bekend, maar één van de redenen zou zijn dat Apple veel geld verdient aan de verkoop van MFi (Lightning)-kabels. Een accessoirefabrikant moet een licentie bij Apple afnemen voordat het een kabel ‘Made For iPhone’ mag noemen. Zo’n verplichting is er bij usb-c niet: elk bedrijf mag usb-c-kabels maken en verkopen, en licenties zijn er vrijwel niet. Kortom: als iOS-producten over zouden stappen op usb-c, heeft Apple geen eigen, exclusieve aansluiting meer in handen en wordt het voor accessoirefabrikanten minder interessant om een dure licentie af te nemen. Wellicht kan Europese regelgeving deze iMelkkoe slachten: smartphones moeten immers opgeladen kunnen worden met dezelfde aansluiting. Een adapter is onvoldoende. Aan deze regelgeving wordt echter nog altijd geen gehoord gegeven.

Thunderbolt 3.0

Thunderbolt is ontwikkeld door Intel, en moet gezien worden als de grootste concurrent voor de usb-standaard. Een grote bedreiging is het echter niet, maar daar zou verandering in komen met Thunderbolt 3.0 (onthuld in juni 2015). De aansluiting verruilt de minidisplayport van oudere versies voor usb-c. Net als usb 3.1 kan Thunderbolt 3.0 maximaal 100 W vermogen leveren, maar de overdrachtssnelheid ligt met 40 Gbit/s vier keer zo hoog. Thunderbolt 3.0 is bijna twee jaar na aankondiging nog maar weinig aanwezig op consumentenelektronica, deels omdat het implementeren op een moederbord (van bijvoorbeeld een computer) relatief duur is. Daarnaast werken ook niet alle usb-c-kabels met Thunderbolt, omdat er stroomdoorvoer moet plaatsvinden in de kabel. Fabrikanten zijn er vrij in om die functie toe te voegen om hun kabel geavanceerder te maken.

Dark side

Het vrije gebruik van usb-c klinkt als iets moois, maar heeft ook een schaduwkant. Fabrikanten kunnen de connector naar eigen ‘smaak’ aanpassen, en er zijn er genoeg die zich niet aan de standaardregels van usb-c houden. Dat gebeurt in de meeste gevallen bewust en kan het product van een fabrikant beter doen lijken, terwijl het in werkelijkheid nadelig is voor de consument. Een usb-c-accessoire blijkt door aanpassingen aan bijvoorbeeld de stroomdoorvoer slecht of zelfs niet te werken met producten van andere merken, en dat is niet de bedoeling van usb-c. Producten kunnen daarom tegenvallen, en zijn soms zelfs gevaarlijk. Het is vaak genoeg gebeurd dat foutieve usb-c-accessoires consumentenelektronica onherstelbaar beschadigden. In de meeste gevallen ging het om goedkope producten van onbekende fabrikanten, die via allerlei verkoopkanalen opereren. Reden voor de grote webwinkel Amazon om begin 2016 zijn voorwaarden te updaten, en doelbewust gevaarlijke usb-c-apparaten uit de digitale schappen te weren. Met succes, maar er blijven nog ontelbare (web)winkels over waar bedrijven willens en wetens foutieve usb-c-producten aanbieden.

©PXimport

Autoriteit USB-IF

Verantwoordelijk zijn voor de usb-standaarden brengt veel kwesties met zich mee, zo ervaart het USB-IF. Al jaren probeert de organisatie fabrikanten van bepaalde zaken te overtuigen, maar er lijkt sprake van een autoriteitsprobleem. Een voorbeeld: bij de introductie van usb 3.0 stelde het USB-IF voor om de aansluiting blauw te maken, onder meer op computers. Dat moest het voor de consument duidelijk te maken dat het om een usb3.0-poort gaat en niet om een zwarte usb2.0-aansluiting. Het voorstel werd door fabrikanten als Dell genegeerd, waarna het USB-IF bij usb 3.1 maar geen kleuradvies uitbracht. Bedrijven kozen vervolgens zelf kleuren, waaronder blauw en rood.

©PXimport

One usb to rule them all

Usb-c is de connector die oudere usb-versies gaat vervangen, dat moge duidelijk zijn. De relatief nieuwe connector is compacter dan zijn voorgangers, omkeerbaar en biedt hogere overdrachtssnelheden. Daarnaast kan usb-c protocollen mengen om bijvoorbeeld een monitor van stroom te voorzien en tegelijkertijd beeld aan te sturen, en is de maximale vermogen dat geleverd kan worden verder opgeschroefd, zodat ook grote elektronica als laptops op kunnen laden via een usb-kabel. Als je al deze voordelen bekijkt, is het geen wonder dat vrijwel de hele elektronica-industrie zich achter usb-c heeft geschaard. Er zijn de afgelopen jaren dan ook al heel wat usb-c-apparaten en -accessoires uitgebracht, en dat zullen er alleen maar meer worden.

©PXimport

Kritiek op USB-IF

Maar usb-c is niet vrij van nadelen, nog niet althans. Het USB-IF mist de autoriteit om fabrikanten de connector eensgezind te laten gebruiken, en wordt bekritiseerd over de (te) ruime richtlijnen die bedrijven mogen hanteren bij het maken van usb-c-producten. Doordat de standaardregels nog weleens overtreden werden en worden, werken niet alle usb-c-apparaten en -accessoires goed samen en zijn sommige zelfs gevaarlijk voor je elektronica.

De usb-c-aansluiting is van de buitenkant één standaard, maar verschillen in onder meer het vermogen zorgen ervoor dat de connector nog niet zo universeel is als gehoopt. Desondanks lijkt het toekomstbeeld bepaald: we gaan de aankomende jaren allemaal in zee met usb-c. Steeds meer consumentenelektronica maakt gebruik van de aansluiting en totdat alles en iedereen over is, zijn we aangewezen op de vele soorten adapters die usb-c verbindt met oudere usb-versies. Dat hoort bij het overgangstijdperk, zullen we maar zeggen.

Opladen via usb-c verschilt

Het opladen via usb kan volgens de 3.1-standaard tot een vermogen van 100 W, maar dat wil niet zeggen dat het in de praktijk zo eenvoudig gaat. Het USB-IF heeft namelijk vijf verschillende oplaadprofielen opgesteld, en enkel het vijfde profiel voldoet aan de eis om met 60 W of 100 W op te laden. Daarvoor heb je een geschikte lader én kabel nodig. Bepalen of de lader en kabel genoeg vermogen kunnen doorvoeren is lastig, doordat die informatie vaak niet op de accessoires staat. Een kwestie van uitproberen en hopen op geluk, dus.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Samsung komt in 2026 met nieuwe tv's met Micro-RGB-schermen
Huis

Samsung komt in 2026 met nieuwe tv's met Micro-RGB-schermen

Samsung gaat in 2026 meer televisies met Micro RGB-schermen uitbrengen. Het nieuwe assortiment omvat modellen van 55, 65, 75, 85, 100 en 115 inch. De nieuwe serie introduceert de volgende evolutie van Samsungs Micro RGB-schermtechnologie en zet volgens het bedrijf een nieuwe standaard voor premium kijkervaringen thuis.

"Met de nieuwste technologie van Samsung levert ons Micro RGB-portfolio levendige kleuren en helderheid die bij films, sport en tv-programma's zorgen voor een levensechter en meeslepender beeld", aldus Hun Lee, Executive Vice President van de Visual Display (VD) Business bij Samsung Electronics. "We breiden het assortiment voor 2026 uit met een nieuwe premiumcategorie met voor elke moderne woonruimte een geschikt formaat, terwijl onze hoogste beeldnormen gehandhaafd blijven."

Consumenten willen volgens Samsung steeds vaker televisies met een betere beeldkwaliteit, wat een belangrijke reden is waarom veel kijkers upgraden naar duurdere modellen. Elk Micro RGB-model maakt gebruik van een geavanceerde schermarchitectuur die gericht is op technische precisie en hoogwaardige beeldprestaties, of het nu in een grote woonruimte staat of als premium scherm in een kleinere ruimte dient.

De nieuwe Micro RGB-technologie bouwt voort op het 115-inch model dat eerder in 2025 werd geïntroduceerd. De technologie maakt gebruik van rode, groene en blauwe LED's van minder dan 100 µm die elk onafhankelijk van elkaar licht uitstralen. Deze schermarchitectuur maakt nauwkeurige lichtregeling en verbeterde kleurnauwkeurigheid mogelijk.

Motion enhancer en upscaling

De tv's zijn uitgerust met verbeterde beeldverwerkingstechnologieën zoals 4K AI Upscaling Pro en AI Motion Enhancer Pro, die helderheid verfijnen en bewegingen vloeiender maken. De Micro RGB AI Engine Pro is voorzien van een AI-chipset die per frame nauwkeurigere helderheid en realisme mogelijk maakt. De technologie Micro RGB Precision Color 100 heeft een VDE-certificering en haalt volgens Samsung 100% van het BT.2020-kleurenpalet.

Verder beschikken de modellen over de verbeterde Vision AI Companion, een multi-agent platform dat op een groot taalmodel (LLM) gestuurde intelligentie en natuurlijke gesprekken via Bixby combineert. Dit maakt functies mogelijk zoals gespreksgericht zoeken en interactieve Q&A. Samsungs Glare Free-technologie minimaliseert reflecties voor betere kleuren en contrast in verschillende lichtomstandigheden.

De audiofuncties omvatten Dolby Atmos voor multidimensionaal geluid, Adaptive Sound Pro voor geoptimaliseerde helderheid en Q-Symphony, dat TV-luidsprekers verbindt met compatibele Samsung-apparaten. Alle Samsung-tv's van 2026 zijn ook voorzien van Eclipsa Audio, een nieuw ruimtelijk geluidssysteem voor 3D-audio.

Samsung zal zijn nieuwe Micro RGB-assortiment presenteren op CES 2026, die van 6 tot en met 9 januari plaatsvindt in Las Vegas.

▼ Volgende artikel
Van budget tot stijl: zo plan je je keuken met Bemmel & Kroon
© Bemmel & Kroon
Huis

Van budget tot stijl: zo plan je je keuken met Bemmel & Kroon

Een complete keuken kopen begint met goede keuzes: wat is je budget, welke opstelling past bij je ruimte en welke stijl voelt als thuis? Bij Bemmel & Kroon kun je jouw keuken volledig op maat samenstellen. In dit artikel lees je hoe je slim en doordacht je nieuwe keuken plant, zodat je jarenlang plezier hebt van elke keuze.

In dit artikel lees je:
  • Waar je op moet letten bij het bepalen van je keukenbudget

  • Hoe je de juiste keukenopstelling kiest voor jouw ruimte

  • Welke keukenstijlen Bemmel & Kroon aanbiedt en hoe je de juiste selecteert

  • Waarom een complete keuken een slimme keuze kan zijn

  • Hoe je met de tips van Bemmel & Kroon je keuken slim en toekomstbestendig plant

Een nieuwe keuken koop je niet zomaar even; het is een investering in de sfeer van je huis en je dagelijkse comfort. Het is de plek waar je de dag begint met koffie en waar je 's avonds samenkomt. Als je op zoek bent naar een complete keuken die jarenlang meegaat, biedt Bemmel & Kroon volop mogelijkheden. Voordat je echter knopen doorhakt, is het slim om even stil te staan bij drie basiselementen: je budget, de ideale opstelling en de juiste stijl. Deze factoren bepalen samen of je nieuwe keuken straks niet alleen een plaatje is om te zien, maar ook een fijne plek om in te leven.

Realistisch budgetteren voor jouw droomkeuken

De prijs van een complete keuken bij Bemmel & Kroon hangt volledig af van jouw specifieke wensen. Denk daarbij aan de afmetingen, de gekozen materialen, de apparatuur en de mate van luxe in de afwerking. Een compacte, rechte keuken is vanzelfsprekend voordeliger dan een uitgebreide maatwerkopstelling met high-end apparatuur.

Omdat je bij Bemmel & Kroon alles zelf kunt samenstellen – van de kasten en fronten tot het werkblad – heb je veel grip op de kosten. Het is daarom verstandig om vooraf een budget vast te stellen. Zo kun je gericht keuzes maken en bepalen waar je wilt investeren in luxe en waar je wellicht concessies doet. Een goede planning vooraf voorkomt dat je later opties moet schrappen en zorgt dat je binnen jouw budget een prachtig resultaat neerzet.

©Bemmel & Kroon

Afgestemd op jouw ruimte en ritme

De indeling van de keuken is bepalend voor het gebruiksgemak. Hoe je kookt, beweegt en leeft in de ruimte, hangt af van de juiste flow. Bij Bemmel & Kroon heb je keuze uit alle denkbare vormen: van een rechte opstelling of hoekkeuken tot een U-vorm of een royaal kookeiland.

Heb je wat minder ruimte, dan werkt een compact ontwerp vaak het prettigst. In een open woning kan een kookeiland juist dienen als sociaal middelpunt of als mooie overgang naar de woonkamer. Denk hierbij goed na over je looproutes en de zogeheten werkdriehoek tussen koken, spoelen en koelen. Bemmel & Kroon kijkt graag met je mee; niet alleen naar het ontwerp, maar ook naar hoe de keuken past in jouw toekomstige woonritme.

Waar smaak en functionaliteit elkaar ontmoeten

Minstens zo belangrijk als de opstelling is de uitstraling van je keuken. Dit is waar jouw persoonlijke smaak echt tot leven komt. Of je nu houdt van strak en modern met greeploze fronten, of juist de warmte zoekt van een landelijke stijl met natuurlijke houtstructuren; de opties in afwerking, grepen en werkbladen zijn eindeloos.

Bedenk wel dat stijl en materiaal hand in hand gaan met functionaliteit. Een bepaald werkblad kan prachtig zijn, maar vraagt misschien meer onderhoud. Door hier een goede balans in te vinden, zorg je ervoor dat de keuken ook na jaren intensief gebruik nog steeds prettig aanvoelt en mooi oogt.

©Bemmel & Kroon

Alles onder één dak voor een zorgeloze keuze

Het grote voordeel van een complete keuken bij Bemmel & Kroon is dat je niet voor elk onderdeel naar een andere winkel hoeft. Ze profileren zich als een totaalpartner waarbij kasten, apparatuur en afwerking naadloos op elkaar aansluiten. Met tientallen opstellingen in de showrooms ter inspiratie, en de mogelijkheid om alles op maat aan te passen, krijg je de vrijheid om jouw ideale plaatje te creëren zonder het overzicht te verliezen. Dat geeft rust en duidelijkheid tijdens het koopproces.

Slimme vragen voor een vliegende start

Om het meeste uit je bezoek aan de showroom te halen, helpt het om jezelf vooraf drie vragen te stellen. Vraag jezelf ten eerste af wat je maximale budget is en hoe je dat wilt verdelen over apparatuur en materialen. Bedenk daarnaast welke opstelling het best bij de fysieke ruimte en jouw levensstijl past. Tot slot is het goed om alvast na te denken over welke sfeer en materialen aansluiten bij de rest van je interieur. Als je deze antwoorden globaal in je hoofd hebt, kunnen de adviseurs van Bemmel & Kroon je veel gerichter helpen aan een ontwerp dat niet alleen mooi is, maar ook toekomstbestendig.

©Bemmel & Kroon

Waarom kiezen voor Bemmel & Kroon?

Als gevestigde keukenspecialist combineert Bemmel & Kroon jarenlange ervaring met een enorm breed aanbod. Met zo'n 150 keukenopstellingen verspreid over diverse showrooms is er altijd wel een stijl die je aanspreekt. Of je nu gaat voor een functionele basiskeuken of een luxe maatwerkproject: ze bieden de deskundigheid en de flexibiliteit om jouw droomkeuken werkelijkheid te maken. Maak snel een afspraak!

Toe aan een nieuwe keuken?

Laat je inspireren door de keukens van Bemmel & Kroon!