ID.nl logo
Zo plaats je vloerisolatie in je kruipruimte
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

Zo plaats je vloerisolatie in je kruipruimte

Meer wooncomfort én een lagere energierekening? Dat kan door het aanleggen van vloerisolatie vanuit de kruipruimte. In dit artikel lees je hoe je dat zelf doet wanneer je een houten vloer hebt en wanneer je een betonnen vloer hebt.

Dankzij vloerisolatie verlaag je zonder veel geld te investeren je energierekening. Bovendien is het dé oplossing tegen koude voeten in huis! We nemen je stapsgewijs door het proces zodat je zelf je vloer kunt isoleren. Voor houten vloeren en betonvloeren hebben we een handleiding geschreven. • Wat heb je allemaal nodig? • Zo isoleer je een houten vloer vanuit de kruipruimte. • Stappenplan voor het isoleren van een betonvloer vanuit de kruipruimte.

Lees ook: Zelf je woning isoleren? Dit is waar je aan moet denken

Gereedschap

• Rolmaat
• Isolatiemes of broodmes
• Boormachine
• Werklamp(en)

Bescherming

• Handschoenen
• Mondkapje

Materiaal houten vloer

• Glaswol isolatiemateriaal
• Houten latten (vurenhout 22 x 50 mm)
• Dampdichte folie
• Schroeven

Materiaal betonvloer

• PIR-isolatieplaten
• Aluminium tape
• Isolatielijm

Waarom de vloer isoleren?

Er zijn twee hoofdredenen waarom de vloer isoleren een goed idee is. Via de vloer gaat er warmte verloren. Met een geïsoleerde vloer is je huis sneller warm en kost het minder energie om je huis te verwarmen. Goed voor het klimaat en jouw portemonnee dus! Verder helpt het ook bij het wooncomfort. Ben jij iemand die snel koude voeten heeft? Dan is vloerisolatie een mooie oplossing. Voor veel mensen is isolatie genoeg en is het aanleggen van vloerverwarming bijvoorbeeld niet meer nodig.

Een derde reden om de vloer te isoleren is omdat je daarmee het binnendringen van vocht beperkt. Als het in je huis erg vochtig is, kan vloerisolatie helpen om het vochtgehalte naar beneden te brengen. Dat komt vooral door de eerste stap van het project: het leggen van isolatiefolie op de bodem.

Isolatie in de kruipruimte

De eenvoudigste methode om vloerisolatie zelf aan te brengen is via de kruipruimte. Je plakt het daar tegen het plafond. Hierdoor is het niet nodig om je vloer open te breken of allerlei ingrijpende renovaties uit te voeren. Isolatiemateriaal bovenop de vloer zorgt voor een verhogend effect. Dat betekent niet alleen dat je kamers minder hoog worden, maar ook dat je deuren, drempels en plinten ook onder handen moet nemen. Belangrijk: wil je isoleren via de kruipruimte, dan moet je daar natuurlijk wel de nodige ruimte hebben.

Verschil houten vloer en betonvloer

Nieuwbouwwoningen worden eigenlijk altijd gebouwd met een betonvloer. Maar in Nederland staan ook nog steeds veel huizen met een houten vloer. Er is geen reden om die te vervangen. Maar het heeft wel invloed op hoe je de vloer van onderaf isoleert. Weet je niet of je huis een houten of betonvloer heeft? Ook dat zie je in de kruipruimte!

Een houten vloer wordt gedragen door grote houten balken. Die zie je duidelijk zitten als je in de kruipruimte bent. Een betonvloer is van onderaf egaal.

©christian.bitzas

De isolatiewaarde

Je project wordt pas echt een succes als je kiest voor materiaal met een aanzienlijke isolatiewaarde. Die waarde wordt uitgedrukt in Rd: Resistence declared oftewel vastgestelde weerstand met als eenheid m² K/W. In dit geval adviseren we een waarde van minimaal 3,5 m² K/W.

Lees ook: Je huis isoleren? Gebruik de Rd-waarde om het beste materiaal te kiezen

Opmeten wat je nodig hebt

Hoeveel isolatiemateriaal heb je nodig? We gaan de hele vloer isoleren. Vermenigvuldig de lengte met de breedte van je vloer. Als de kruipruimte onder de volledige vloer ligt, kun je dit ook van bovenaf doen. Maar let hier wel mee op, want bij veel huizen ligt de kruipruimte niet onder de hele woning.

Tel 5 procent bij het totaal op zodat je zeker weet dat je genoeg hebt. Een gedeelte gaat namelijk verloren omdat je het materiaal op maat moet snijden. Meet bij een houten vloer ook meteen de ruimte tussen twee vloerbalken. Verder hebben we bij dit type vloer houten dwarslatten nodig om het isolatiemateriaal vast te zetten. Eén lat per ongeveer 50 centimeter is voldoende.

©diy13

Voor je begint

In de kruipruimte is het vaak vochtig en werk je op een onafgewerkte vloer. Je gaat dus hoe dan ook vies worden. Trek daarom oude kleding aan of kies voor een overall. Verder is het er erg donker. Een werklamp is daarom geen overbodige luxe. Vaak helpt het om meer dan één lichtbron te gebruiken zodat je niet in je eigen schaduw werkt. Als je het isolatiemateriaal gaat snijden, is het dragen van een mondkapje en handschoenen aangeraden.

Handleiding isoleren houten vloer

Voor het isoleren van een houten vloer kiezen we voor glaswol. Dat heeft namelijk een aanzienlijke isolatiewaarde en is relatief eenvoudig aan te brengen zonder dat je specialistisch gereedschap of dure machines nodig hebt. Bovendien is het perfect te combineren met het houten frame van balken dat toch al aanwezig is. Glaswol met een dikte van 14 mm heeft een isolatiewaarde van ongeveer 4 m² K/W. Let ook op de dikte van de houten balken die de vloer dragen. Het isolatiemateriaal moet niet dikker zijn, want we gaan het tussen de balken stoppen.

Werkplan isolatie houten vloer

We gaan de houten balken gebruiken om de glaswol tussen te klemmen. Vervolgens plaatsen we overdwars houten latten om alles op z’n plek te houden. Die zetten we vast met schroeven.

De glaswol plaatsen

Meet allereerst de afstand tussen twee balken. Daar gaan we de glaswol tussen klemmen. Snij het materiaal 2 centimeter breder af, zodat het automatisch klemt. Daarvoor gebruik je idealiter een isolatiemes, maar een broodmes werkt ook.

Op glaswol zit aan één zijde een vlies. Dat is dampopen folie en dat komt aan de onderkant. Werk in het verlengde van de balken en plaats ieder volgend stuk glaswol tegen de vorige aan. Meet dan pas het laatste stuk op. Want omdat je de glaswol enigszins tegen en in elkaar duwt weet je pas aan het einde hoeveel ruimte je over hebt.

Snij het laatste stuk op maat en klem deze tussen de wand en het vorige stuk. Werk op dezelfde wijze de hele vloer af.

©Ccke

Vastzetten met latten

Het isolatiemateriaal blijft uit zichzelf al aardig zitten. Maar we gaan het natuurlijk nog wel echt vastzetten. Bevestig daarvoor vurenhouten latten overdwars tegen de balken aan met schroeven. Doe dit ongeveer om de 50 centimeter en zorg dat er in ieder geval een lat op ongeveer 10 centimeter van de muren aan weerszijden geplaatst is. Dit raamwerk hoeft niet op de centimeter nauwkeurig te zijn, zolang de glaswol maar niet zomaar naar beneden valt.

Handleiding isoleren betonvloer

Voor het isoleren van de vloer kiezen we voor PIR-isolatieplaten. Die hebben een goede isolatiewaarde en zijn relatief eenvoudig te plaatsen. Vanaf ongeveer 80 mm voldoet dit materiaal aan de vereiste Rd van 3,5. We kiezen in dit geval voor 100 mm, zodat we meteen een Rd van rond de 4,5 hebben. Verder hebben we aluminium tape nodig om de naden tussen de isolatieplaten te dichten.

Check nogmaals de meting die je eerder hebt gedaan. Exact meten is bij een betonvloer een stuk belangrijker dan bij een houten vloer. Want hoe preciezer je de platen plaatst, des te beter is de isolatie.

©dima_pics

De PIR-isolatieplaten plaatsen

Een betonvloer heeft geen houten balken. Daarom kunnen we het materiaal niet klemmen, maar gaan we het lijmen. Kies daarvoor speciale isolatielijm. Dat is belangrijk, want normale lijm ondermijnt de isolerende de werking. Bij bouwmarkten vind je isolatielijm van verschillende merken.

Plaats de eerste PIR-plaat in een hoek zo dicht mogelijk tegen beide wanden aan. Het snijden van de platen doe je met een broodmes of een isolatiemes. Duw de volgende plaat steeds stevig tegen de vorige aan en druk hem pas daarna met lijm vast aan het plafond van de kruipruimte.

De naden dichten

Hoe precies je de platen ook plaatst, er zullen altijd kieren ontstaan. Daarom gaan we nu aan de slag met aluminium tape. Kies een dikte van minstens 75 mm en plak alle kieren tussen de platen zorgvuldig dicht.

©Atevi

Dampdichte folie op de grond

Als laatste stap plaatsen we dampdichte folie op de bodem van de kruipruimte. Dat doen we zowel bij een houten vloer als een betonvloer. Met dampdichte folie verhinder je dat vocht uit de grond opstijgt.

Het is mogelijk om de folie als eerste te leggen. Het voordeel daarvan is dat je op een schonere vloer werkt. Maar je loopt ook de kans dat je de folie beschadigt. Bij een gat moet je eigenlijk weer nieuwe folie leggen. Daarom doen we het hier als laatste.

Leg de folie over de complete vloer. Begin in een hoek en houd aan alle kanten ongeveer 20 centimeter folie over. Dat plaatsen we iets omhoog tegen de muur. Zet de folie tegen de muren vast. Daarvoor kun je speciale foliepluggen kopen. Maar je kunt ook kiezen om bakstenen op de hoeken en randen te leggen of tape gebruiken. Veel woonplezier met je nieuw geïsoleerde vloer!

©Grandbrothers

Toch liever laten doen? 👇

Vraag een offerte aan voor isolatie:

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro
© Beko
Huis

Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro

In de rubriek Waar voor je geld gaan we een aantal keer per week op zoek naar de beste producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Deze keer kijken we naar condensdrogers. Welke modellen zijn er te koop voor onder de 500 euro en wat zijn de mogelijkheden?

Een condensdroger is een type wasdroger dat vocht uit je wasgoed onttrekt en opvangt in een ingebouwd reservoir of via een afvoerslang afvoert. In tegenstelling tot luchtafvoerdrogers heeft een condensdroger geen externe afvoer nodig, wat hem flexibel maakt in gebruik en daardoor nagenoeg overal kunt plaatsen. Condensdrogers zijn doorgaans goedkoper in aanschaf dan warmtepompdrogers, maar verbruiken wel meer energie. We vonden vijf exemplaren van minder dan 500 euro.

Beko DCU8235BXT

Energy Label G

De Beko DCU8235BXT is een gebruiksvriendelijke condensdroger met een capaciteit van 8 kg, geschikt voor gezinnen of huishoudens met regelmatig wasgoed. Hij beschikt over diverse programma’s, waaronder opties voor katoen, synthetisch, sportkleding en delicate stoffen. De AquaWave-trommel zorgt voor een zachte behandeling van je kleding, wat de slijtage beperkt. De droger produceert gemiddeld 66 dB aan geluid. Het water wordt opgevangen in een intern reservoir, maar kan ook via een afvoerslang worden weggespoeld. Dit model is niet voorzien van de nieuwste technologieën, maar biedt alles wat je nodig hebt voor betrouwbaar dagelijks gebruik.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op de motor)

Sharp KDNCB8S7PW91BX 

Energy Label G

Deze condensdroger van Sharp is ontworpen met het oog op eenvoud en efficiëntie. De machine biedt 15 programma’s, waaronder instellingen voor katoen, synthetisch, gemengde was en snelle droogbeurten. Het display is helder en overzichtelijk en toont duidelijk de resterende tijd. De bediening is eenvoudig, wat hem geschikt maakt voor gebruikers die vooral gemak zoeken. De wateropvang gebeurt in een reservoir dat handmatig geleegd moet worden, tenzij je kiest voor aansluiting op de afvoer. Voor wie een betrouwbare, eenvoudige droger zoekt zonder poespas, is dit een goede keuze.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: dicht
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Hisense DH3S802BW2

Energy Label D

De Hisense DH3S802BW2 is een moderne warmtepompdroger met een capaciteit van 8 kg en diverse slimme functies. Deze droger is uitgerust met ConnectLife, waarmee je hem via een app op je smartphone kunt bedienen. Ook beschikt hij over een stoomfunctie, die helpt om kreukels te verminderen en kleding op te frissen. De trommel is binnenin verlicht en de bediening is overzichtelijk, met een groot display dat de resterende tijd toont. De machine beschikt over programma’s voor onder andere katoen, wol en delicate stoffen. Hoewel het energieverbruik lager is dan bij een standaard condensdroger, duurt het droogproces gemiddeld wel wat langer.

Uitgestelde start: Nee
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Beko DF8421TX0

Energy Label E

De Beko DF8421TX0 is een warmtepompdroger met een ruime inhoud van 8 kg. Dankzij de EcoGentle-technologie blijven kleuren langer mooi en wordt kleding zachter behandeld. De AquaWave-trommel met speciale patronen zorgt ervoor dat kleding minder slijt tijdens het drogen. Dit model beschikt over 15 programma’s, waaronder opties voor sportkleding, jeans en wol. Ook is er een anti-kreukfase na het drogen, wat handig is als je niet meteen de was uit de machine haalt. De machine is wat ouder (model 202), maar is nog steeds te koop. Oorspronkelijk was het energielabel A++, maar omgerekend naar de huidige meetmethode is dat nu een E-label geworden. Handige extra’s zijn de startuitstelfunctie en het duidelijke display met resttijdindicatie.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op motor)

Frilec KOBLENZ 8600 TK

Energy Label F

De Frilec KOBLENZ8600TK is een eenvoudige, degelijke condensdroger en beschikt over meerdere standaardprogramma’s, zoals katoen, synthetisch en extra droog. De bediening is rechttoe rechtaan en het display toont de resterende droogtijd. Met een geluidsniveau van ongeveer 65 dB is hij niet de stilste, maar ook zeker niet storend in een gemiddelde omgeving. De droger heeft energielabel F, wat betekent dat hij relatief veel stroom gebruikt vergeleken met warmtepompdrogers. Het water dat uit het wasgoed wordt gehaald, wordt opgevangen in een waterreservoir. Deze moet handmatig geleegd worden, tenzij je hem aansluit op een afvoer.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 5 jaar

▼ Volgende artikel
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.