ID.nl logo
Zelf je woning isoleren? Dit is waar je aan moet denken
© Ingo Bartussek
Energie

Zelf je woning isoleren? Dit is waar je aan moet denken

Wachttijden voor installateurs lopen flink op, dus consumenten klussen graag zelf om er deze winter nog warm bij te zitten. Isoleren is een heel slimme en in veel gevallen de meest effectieve manier om snel energie te besparen. Toch zijn er bij het zelf isoleren wel een aantal punten waar je op moet letten. Welke punten dat zijn en welke isolatieklussen je prima zelf kunt klaren, lees dan dit artikel.

⏱ In het kort:

✅ Klussen die je zelf kunt doen: -Dak en zolder isoleren -Kruipruimte isoleren met EPS- of PUR-isolatieplaten -Kieren en naden dichten -Verwarmingsbuizen en leidingen isoleren

❌ Isolatieklussen die je beter door een vakman kunt laten doen: -Kruipruimte isoleren met PUR-schuim of thermokussens -Spouwmuur en/of buitenmuur isoleren

Bijna elke woning heeft plekken waar tocht en kou naar binnen komen en waar warmte naar buiten stroomt. Zelfs relatief nieuwe huizen hebben soms nog kieren of tochtgaten. Isoleren is in veel woningen een snel terug te verdienen maatregel. Er zijn een aantal isolatieklussen die je, als je een beetje handig bent, ook zelf doen. Belangrijkste daarbij is dat je genoeg kennis van zaken hebt (of verzamelt). Wees eerlijk tegenover jezelf (en niet te overmoedig), dan kun je goed bepalen wat je zelf wél kunt en wat niet.

Voordelen en nadelen van zelf isoleren

Zelf isoleren betekent dat je de kosten van een vakman uitspaart. Dit kan voordelig zijn, ook omdat je niet hoeft te wachten tot de vakman tijd heeft en je ook niet één of meerdere dagen thuis moet blijven als hij/zij langskomt. Wel moet je natuurlijk zelf de materialen aanschaffen. Vaak is de keuze aan isolatiematerialen bij doe-het-zelfzaken beperkter dan bij de groothandelaren waar professionals inkopen. Bovendien betaal je als doe-het-zelver 21 procent btw op de producten terwijl vakmensen met 9 procent btw inkopen doen.

💡 Subsidie Door zelf te isoleren, kun je geen aanspraak maken op subsidies. Voor veel klussen krijg je wél subsidie als een professional de klus klaart. Meer over isolatiesubsidies en de voorwaarden die eraan verbonden zijn, lees je op deze site van de Rijksoverheid.

Dak en/of zoldervloer

In veel oudere huizen loont het zeer de moeite om het dak en/of de zoldervloer te isoleren. Warmte stijgt op en met een goed geïsoleerde bovenverdieping houd je veel warmte binnen. Het isoleren van het dak en de vloer van de zolder zijn over het algemeen relatief eenvoudige klussen. Een plat dak of dakkapel isoleren kan al een stuk lastiger zijn. Doe je dit verkeerd, dan is er grote kans op vocht in je dak waardoor houtrot of schimmel ontstaat.

Vocht is sowieso een belangrijk aandachtspunt. Voelt een dak aan de binnenzijde vochtig, zorg dan eerst voor een goede vochtwering. Verder zijn kieren en leidingen relatief eenvoudig zelf te isoleren, terwijl een spouwmuur meestal vraagt om meer expertise.

Checken: is er een onderdak?

Veel woningen hebben een schuin dak met aan de binnenzijde spanten of balken. In de meeste situaties kun je isolatiedekens of -platen vastklemmen tussen de houten balken van je draagstructuur. Check wel eerst of de dakconstructie nog in goede staat is en of er een onderdak is. Dat is een water- en winddichte folie of beplating aan de koude zijde van het dak. Deze beschermt je dak tegen de weersinvloeden. Ook een dampscherm aan de warme zijde, dus voordat je het dak afwerkt met bijvoorbeeld gipsplaten, is essentieel om je isolatie te beschermen tegen vocht van binnenuit. Daken die jaren geleden al zijn geïsoleerd, kun je soms verbeteren door een extra laag aan te brengen of de oude laag te vervangen door een nieuwe, dikkere laag.

©artursfoto - stock.adobe.com

Koude zolder

Gebruik je de zolder niet als leefruimte, maar bijvoorbeeld alleen voor opslag, dan kun je ook enkel de zoldervloer isoleren. Dit is meestal eenvoudiger en goedkoper dan het hele dak. Heb je een vlakke zoldervloer die uit beton of plaatmateriaal bestaat, plaats dan eenvoudig harde isolatieplaten of -dekens. Die laatste zijn echter niet beloopbaar. Heb je een houten rooster van balken of spanten? Vul dan de ruimtes tussen de balken op met isolatiemateriaal, zoals dekens of minerale wol. Dit kan ook met vloeren van andere verdiepingen. Eventueel kun je de (zolder)vloer daarna afwerken met plaatmateriaal en laminaat.

Dak en zolder:

• Vochtwering is een belangrijk aandachtspunt
• Bij dak- en zoldervloerisolatie is een dampscherm essentieel
• Sommige isolatiematerialen zijn standaard voorzien van dampscherm

Ook interessant voor jou: Dakisolatie, dé manier om warmte in huis te houden.

Zelf de kruipruimte isoleren

Niet alleen via het dak, maar ook door de vloer lekt warmte weg. In veel woningen zit er een kruipruimte onder het huis. Deze kruipruimtes zijn er in vele vormen en afmetingen. Is je kruipruimte goed toegankelijk en hoog genoeg? Dan kun je deze wellicht zelf isoleren met EPS- of PUR-isolatieplaten. Deze bevestig je tegen de onderkant van je begane-grondvloer.

Wil je een isolatie van PUR-schuim of thermokussens, dan kun je daarvoor beter een specialist inschakelen. De uitdaging bij kruipruimtes is vaak het gebrek aan manoeuvreerruimte. Soms moet je grote platen eerst klein maken. Zorg dan wel dat je alle naden tussen platen goed sluit en met tape dichtmaakt, ook rond leidingen. Check ook of er voldoende ventilatie vanuit de kruipruimte naar buiten is.

Kruipruimte:

• Kruipruimte van onderaf isoleren met EPS- of PUR-isolatieplaten
• PUR-schuim of thermokussens is een klus voor de vakman
• Dicht ook alle naden en kieren bij de isolatie onder de vloer

Ook interessant voor jou: Energieprijzen door het dak? Dit moet je weten over vloerisolatie!

Spouwmuur en buitengevel isoleren

Heb je een wat ouder huis, dan kan het echt nodig zijn om de spouwmuur of zelfs de buitengevel te isoleren. Dit zijn in het algemeen klussen waarvoor specialistisch gereedschap en meestal ook gespecialiseerde kennis en materialen nodig zijn. Bij dit soort isolatieklussen kan er redelijk veel fout gaan. Koudebruggen zijn in een buitengevel funest. Het is beter om voor dit werk een gerenommeerd bedrijf of vakman in te schakelen.

©corlaffra - stock.adobe.com

Naden en kieren dichten

Je kunt daken en vloeren nog zo goed isoleren, als je naden en kieren bij deze isolatieklussen niet aanpakt, dan is alle moeite bijna voor niets. Ook op andere plekken in huis kom je kieren tegen waaruit warmte lekt. Denk aan de brievenbus, naden langs het kruipluik of langs (terras)deuren en ramen. Het dichtmaken van alle naden en kieren in een gemiddelde hoekwoning of 2-onder-1-kap scheelt zo’n 70 m3 gas per jaar.

Isolatiematerialen voor het dichten van naden en kieren

Veel van de kieren en naden kun je zelf dichten. Een brievenbusborstel aan de binnenkant van je brievenbus is zo geplaatst. Naden, bijvoorbeeld tussen kozijnen en de muur, kun je dichten met compressieband of waterbestendige, elastische siliconenkit. Kieren (bij ramen, deuren of het kruipluik) kun je dichten met tochtband van flexibel, zelfklevend materiaal. Op sommige plekken kun je ook een tochtstrip van hard kunststof of aluminium met een flexibele rand of borstel gebruiken. De ruimte rond leidingdoorvoeren in muren kun je dichten met glas- of steenwol, vilt, vlaswol, kokos of compressieband.

©Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio

Naden en kieren:

• Dicht de kieren bij ramen, deuren en kruipluik
• Gebruik tochtborstels bij buitendeur en brievenbus
• Zoek naar naden tussen kozijnen en muren of rond leidingdoorvoeren

Verwarmingsbuizen isoleren

Let op: het is alleen zinvol om de leidingen te isoleren die door onverwarmde ruimtes lopen! Dit zijn leidingen op een onverwarmde zolder, in een gang of garage, maar ook in de kruipruimte. In een verwarmde ruimte heeft isoleren van de leidingen niet zoveel zin, of het moet zijn dat ze te veel warmte afgeven op een specifieke plek waardoor dit oncomfortabel is.

Om leidingen te isoleren, kun je kiezen uit twee type buisisolatie: één met en één zonder sluiting. Het materiaal met sluiting heeft een plakrand en werkt makkelijker, maar is iets duurder. Buisisolatie zonder plakrand is goedkoper, maar daarbij moet je zelf alle naden dicht tapen. Voor bochten en splitsingen zijn speciale hoek- en T-stukken beschikbaar.

©Alexa Mat - stock.adobe.com

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.