ID.nl logo
Zo gebruik je een decoupeerzaag
© Andrei310
Huis

Zo gebruik je een decoupeerzaag

De decoupeerzaag is het ideale gereedschap voor het zagen van cirkels en bochten in planken. Deze tool wordt dan ook vaak gebruikt bij houtbewerkingsprojecten. Maar je zaagt er ook kunststof en metalen platen mee. Hoe je dit stuk gereedschap zo goed mogelijk gebruikt, leggen we hier uit.

⏱️ Dit artikel in het kort: • Hiervoor gebruik je een decoupeerzaag • De juiste zaagtechniek • Instellingen en extra functies • Verstek zagen • Het juiste opzetstuk kiezen

Lees ook: Klussen met een cirkelzaag


🚧 Denk om je veiligheid!

• Veiligheidsbril
• Gehoorbescherming

• Stofmasker
• Werkhandschoenen


Hiervoor gebruik je een decoupeerzaag

Een decoupeerzaag is een soort elektrische figuurzaag. Het is een handig hulpmiddel om plaatmateriaal op maat te zagen. Dat kan hout, kunststof, metaal en meer zijn. Met een decoupeerzaag kun je exacte vormen in het materiaal te maken – denk aan bochten, hoeken en zelfs complete patronen. Dat maakt een decoupeerzaag echt anders dan bijvoorbeeld een handzaag of een cirkelzaag, die vooral geschikt zijn om in rechte lijnen te zagen.

©Maho

De juiste techniek om te zagen

Zorg ervoor dat je niet voorover hangt terwijl je met de decoupeerzaag aan de slag bent: probeer zo recht mogelijk boven de zaag te staan. Hierdoor houd je het apparaat stabieler vast en ga je nauwkeuriger door bochten heen. Houd het apparaat stevig vast en probeer het vlak op het materiaal te houden. Het is verder belangrijk dat je niet te hard duwt: laat het apparaat het werk voor je doen.

Met de mooie kant van de plaat naar beneden

Het voornaamste zaagwerk wordt gedaan door de opgaande beweging van het zaagje. Andersom zou het zaagje de machine namelijk steeds van het werkstuk af drukken. Om die reden staan de tanden naar boven gericht. Eventuele beschadigingen zijn daardoor wel zichtbaar op de kant die je naar je toe hebt gekeerd, vooral wanneer je met zacht of samengesteld hout werkt (zie de foto hieronder). Leg de plaat daarom met de mooie kant naar beneden.  

©Etienne Voss

Vermogen en eigenschappen van een decoupeerzaag

Decoupeerzagen hebben doorgaans een vermogen tussen de 350 en 700 watt. Voor een hobbyklusser is 400 watt voldoende. Wil je staalplaten gaat zagen? Kies dan een model met minstens 600 watt.

Decoupeerzaag met accu

Tijdens het zagen beweeg je relatief veel met een decoupeerzaag. Een snoer is dan onhandig: je hebt minder bewegingsvrijheid en loopt de kans dat je per ongeluk het snoer kapotmaakt. Inmiddels is de decoupeerzaag op een accu dan ook de standaard geworden – gelukkig maar!

Decoupeerzaag met pendelfunctie

Iets luxere modellen hebben een speciale pendelfunctie. Door een speciale stand beweegt het opzetstuk niet alleen van boven naar beneden, maar ook van voor naar achter. Hierdoor gaat het zagen nog ietsje lichter. Een nadeel is dat de snede iets grover kan zijn. Bij alle modellen kun je de pendelfunctie aan- en uitzetten en meestal zijn er meerdere standen. Deze optie geeft vooral voordelen in de bochten. Je hebt net iets meer ruimte en de kans dat het zaagje vast komt te zitten is kleiner. Het is geen noodzakelijke functie, zeker niet als je de decoupeerzaag slechts af en toe gebruikt, maar handig is het wel!

Verstek zagen met een decoupeerzaag

De iets duurdere decoupeerzagen hebben de optie om verstek te zagen. Oftewel: je kunt er een schuine zaagsnede mee creëren. Je hebt bijvoorbeeld stappen van 15, 30 en 45 graden. Met name dat laatste is handig wanneer je een houten constructie maakt, bijvoorbeeld een vogelhuisje of een meubelstuk. Je koppelt dan 2 delen met zaagsneden van 45 graden tegen elkaar om een hoek van 90 graden te maken. De gezaagde oppervlakten komen tegen elkaar aan zodat je die niet ziet.

©Zblaster

Toerenregeling op je decoupeerzaag

Luxere modellen geven je de optie om het aantal toeren in te stellen. Harde materialen zijn makkelijker te zagen met een lager toerental. Denk aan metaal, hardhout en plexiglas. Zachtere materialen zaag je beter met een hoger toerental. Dat zijn bijvoorbeeld platen triplex, samengesteld hout en kunststof.

De juiste zaagjes voor het materiaal

Niet ieder materiaal heeft hetzelfde zaagje nodig. Zelfs tussen verschillende houtsoorten is er in dit opzicht al verschil. Allereerst zijn er universele zaagjes; die werken in feite prima als je met standaard materialen werkt. Als je specialistischer aan de slag gaat, raden we je aan om specifieke zaagjes te kopen. De vuistregel is dat zaagjes met kleine tanden voor hardere materialen zijn. Er zijn heel veel soorten en die hebben allemaal een duidelijke beschrijving. Kies het juiste opzetstukje voor jouw project.

Decoupeerzaagbladen

(mooi woord voor Scrabble)

Opzetstukje vervangen Zonder een scherp zaagje kom je niet ver. Na verloop van tijd worden de tanden bot en is het onmogelijk om mooie zaagsneden te maken. Een opzetstukje zet je bij een decoupeerzaag eenvoudig vast in een soort klemmetje. Per merk zit daar verschil in, maar het principe is hetzelfde. Let er dus wel op dat je de juiste opzetstukjes voor jouw decoupeerzaag koopt. Ga je een zaagje vervangen, zet het apparaat dan eerst altijd uit en haal de stekker uit het stopcontact of verwijder de accu.

Lees ook: De juiste zaag voor iedere klus

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.