ID.nl logo
Tackers en nietpistolen: zo gebruik je dit gereedschap als doe-het-zelver
© Photographer:Olga&Konstantin
Huis

Tackers en nietpistolen: zo gebruik je dit gereedschap als doe-het-zelver

Welk gereedschap heb je echt nodig als hobbyklusser en hoe gebruik je ze op de juiste manier? In deze handleiding leer je alles over nietpistolen, nietmachines en tackers.

Ga je met een nietpistool, nietmachine of tacker aan de slag? We leggen uit welk type je als doe-het-zelver nodig hebt en welke klussen je ermee uitvoert. Want met het juiste gereedschap worden al jouw projecten een succes!

  • Soorten nietpistolen en de toepassingen

  • Instellingen en het bijvullen van de tacker

  • Zo gebruik je een nietpistool

  • Met een nietpistool bevestig je snel en eenvoudig isolatiefolie. Bijvoorbeeld bij het isoleren van je kruipruimte.

Welk nietpistool heb je nodig?

Nietpistolen, nietmachines, tackers en spijkerpistolen worden regelmatig door elkaar gebruikt. Dat vinden wij ook behoorlijk verwarrend. Over het algemeen wordt met een nietmachine het standaard apparaat bedoeld om van een stapeltje papier een bundel te maken. Een nietpistool is zo krachtig dat hij ook nietjes door materialen als hout heen schiet. Bij handmatige pistolen moet je zelf kracht gebruiken om de nietjes door het materiaal heen te drukken. Je kunt echter ook kiezen voor pneumatische of elektrische ondersteuning. Het Engelse tacker is een verzamelnaam van alle soorten niet- en spijkerpistolen.

©sergeylapin

Pneumatische nietpistolen

Een tacker op luchtdruk is het krachtigst, maar je zult hiervoor wel een compressor moeten gebruiken. Het is een wat minder makkelijk te gebruiken apparaat en gemaakt voor constructiewerkzaamheden. Ze zijn geschikt voor als je veel en vaak constructies bouwt en je het tempo graag wat opschroeft. De meeste doe-het-zelvers hebben geen pneumatisch nietpistool nodig.

Elektrische nietpistolen

Dit type tacker is over het algemeen een stuk minder krachtig. Het worden ook wel 'afwerktackers' genoemd en ze zijn ideaal voor stoffering, het bevestigen van een stuk zeil of isolatiefolie en plinten leggen. Een voordeel is dat je de slagkracht kunt instellen. Modellen met een accu zijn ook nog eens lekker gebruiksvriendelijk.

Handmatige nietpistolen

Er bestaan natuurlijk ook tackers die op de goeie ouwe spierkracht werken. Dat zijn prima apparaten, maar meestal kun je er wat minder kracht mee uitoefenen. Ze zijn gemaakt voor de lichtere klussen. Vooral als je veel nietjes gaat schieten, is werken met een handmatig nietpistool behoorlijk zwaar. Als je de tacker regelmatig wilt gebruiken en er nog geen in huis hebt, raden we je aan om een elektrisch model aan te schaffen.

©Wimmer Alfred

Instellingen, spijkers en nietjes

Met een goede voorbereiding kom je al een heel eind. Waarmee moet je rekening houden als je een nietpistool gebruikt?

Diepteverstelling op je tacker

Het is de bedoeling dat de nietjes of spijkers helemaal in het materiaal komen. Tegelijkertijd moet er ook niet te veel kracht op staan om beschadigingen te voorkomen. Dat bepaal je met de diepteverstelling. Hiermee schiet je de spijkertjes of nietjes op de gewenste diepte in het materiaal. De lengte van de munitie speelt ook een rol. Houd er rekening mee dat spijkertjes en nietjes altijd een stukje korter moeten zijn dan de dikte van de materialen die je aan elkaar bevestigt, anders komen de scherpe punten er aan de achterkant uit. De hardheid van een materiaal is eveneens een factor, want dat bepaalt ook hoe diep een spijker of nietje uiteindelijk komt te zitten. Even oefenen op een stukje materiaal dat je niet gebruikt, kan dus zeker geen kwaad.

Welke nietjes of spijkers?

Helaas kun je niet zomaar dezelfde nietjes en spijkers voor elke klus gebruiken. Soms is een krachtige verbinding nodig, waardoor dunne en korte varianten niet geschikt zijn. De munitie voor dit pistool wordt in bouwmarkten weergegeven met maten zoals 1,00 x 3,50 mm. In dit voorbeeld zijn de spijkers 1 mm dik en 3,5 mm lang. Een vuistregel is dat de lengte 3x de dikte van het bovenmateriaal moet zijn.

Voorbeeld: voor een zeil van 1,5 mm dik gebruik je een lengte van 4,5 mm. Folies zijn zo dun dat deze regel weinig zin heeft. Een nietje of spijker een paar millimeter in het onderliggende materiaal schieten is voldoende.

Je nietpistool bijvullen

Een nietpistool bijvullen is niet heel lastig, zolang de geselecteerde munitie maar in de machine past. Moderne nietpistolen hebben een universeel magazijn. Dat wil zeggen dat er meerdere soorten en maten inpassen. Er zijn ook modellen waarbij je het magazijn moet wisselen voor verschillende soorten spijkers en nietjes. Lees hiervoor de instructies die bij jouw nietpistool horen, want door spijkers en nietjes die niet goed passen loopt het apparaat vast.

Een nietpistool gebruiken

Tackers zijn gemaakt om kleine spijkertjes en nietjes snel en in hoog tempo in materiaal te schieten. Ze maken je werk makkelijker en het zijn eenvoudig te gebruiken apparaten, zolang je maar de juiste spijkers of nietjes en instellingen gebruikt.

©YALCIN SONAT

Materialen verbinden

Hobbyklussers gebruiken nietpistolen vooral om (isolatie)folie, zeil of stof aan een harder materiaal zoals hout te bevestigen. Leg de materialen over elkaar en druk je nietpistool erop. Gebruik de trekker om een nietje of spijker af te schieten. Bij een handmatig model zit er een hendel bovenop. Zorg ervoor dat de nietjes niet te dicht bij de rand komen, want dan heb je kans dat ze losscheuren. Als je alles goed hebt ingesteld, is werken met een (elektrische) tacker kinderspel!

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro
© Beko
Huis

Waar voor je geld: 5 condensdrogers voor minder dan 500 euro

In de rubriek Waar voor je geld gaan we een aantal keer per week op zoek naar de beste producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Deze keer kijken we naar condensdrogers. Welke modellen zijn er te koop voor onder de 500 euro en wat zijn de mogelijkheden?

Een condensdroger is een type wasdroger dat vocht uit je wasgoed onttrekt en opvangt in een ingebouwd reservoir of via een afvoerslang afvoert. In tegenstelling tot luchtafvoerdrogers heeft een condensdroger geen externe afvoer nodig, wat hem flexibel maakt in gebruik en daardoor nagenoeg overal kunt plaatsen. Condensdrogers zijn doorgaans goedkoper in aanschaf dan warmtepompdrogers, maar verbruiken wel meer energie. We vonden vijf exemplaren van minder dan 500 euro.

Beko DCU8235BXT

Energy Label G

De Beko DCU8235BXT is een gebruiksvriendelijke condensdroger met een capaciteit van 8 kg, geschikt voor gezinnen of huishoudens met regelmatig wasgoed. Hij beschikt over diverse programma’s, waaronder opties voor katoen, synthetisch, sportkleding en delicate stoffen. De AquaWave-trommel zorgt voor een zachte behandeling van je kleding, wat de slijtage beperkt. De droger produceert gemiddeld 66 dB aan geluid. Het water wordt opgevangen in een intern reservoir, maar kan ook via een afvoerslang worden weggespoeld. Dit model is niet voorzien van de nieuwste technologieën, maar biedt alles wat je nodig hebt voor betrouwbaar dagelijks gebruik.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op de motor)

Sharp KDNCB8S7PW91BX 

Energy Label G

Deze condensdroger van Sharp is ontworpen met het oog op eenvoud en efficiëntie. De machine biedt 15 programma’s, waaronder instellingen voor katoen, synthetisch, gemengde was en snelle droogbeurten. Het display is helder en overzichtelijk en toont duidelijk de resterende tijd. De bediening is eenvoudig, wat hem geschikt maakt voor gebruikers die vooral gemak zoeken. De wateropvang gebeurt in een reservoir dat handmatig geleegd moet worden, tenzij je kiest voor aansluiting op de afvoer. Voor wie een betrouwbare, eenvoudige droger zoekt zonder poespas, is dit een goede keuze.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: dicht
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Hisense DH3S802BW2

Energy Label D

De Hisense DH3S802BW2 is een moderne warmtepompdroger met een capaciteit van 8 kg en diverse slimme functies. Deze droger is uitgerust met ConnectLife, waarmee je hem via een app op je smartphone kunt bedienen. Ook beschikt hij over een stoomfunctie, die helpt om kreukels te verminderen en kleding op te frissen. De trommel is binnenin verlicht en de bediening is overzichtelijk, met een groot display dat de resterende tijd toont. De machine beschikt over programma’s voor onder andere katoen, wol en delicate stoffen. Hoewel het energieverbruik lager is dan bij een standaard condensdroger, duurt het droogproces gemiddeld wel wat langer.

Uitgestelde start: Nee
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar

Beko DF8421TX0

Energy Label E

De Beko DF8421TX0 is een warmtepompdroger met een ruime inhoud van 8 kg. Dankzij de EcoGentle-technologie blijven kleuren langer mooi en wordt kleding zachter behandeld. De AquaWave-trommel met speciale patronen zorgt ervoor dat kleding minder slijt tijdens het drogen. Dit model beschikt over 15 programma’s, waaronder opties voor sportkleding, jeans en wol. Ook is er een anti-kreukfase na het drogen, wat handig is als je niet meteen de was uit de machine haalt. De machine is wat ouder (model 202), maar is nog steeds te koop. Oorspronkelijk was het energielabel A++, maar omgerekend naar de huidige meetmethode is dat nu een E-label geworden. Handige extra’s zijn de startuitstelfunctie en het duidelijke display met resttijdindicatie.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 2 jaar (10 jaar op motor)

Frilec KOBLENZ 8600 TK

Energy Label F

De Frilec KOBLENZ8600TK is een eenvoudige, degelijke condensdroger en beschikt over meerdere standaardprogramma’s, zoals katoen, synthetisch en extra droog. De bediening is rechttoe rechtaan en het display toont de resterende droogtijd. Met een geluidsniveau van ongeveer 65 dB is hij niet de stilste, maar ook zeker niet storend in een gemiddelde omgeving. De droger heeft energielabel F, wat betekent dat hij relatief veel stroom gebruikt vergeleken met warmtepompdrogers. Het water dat uit het wasgoed wordt gehaald, wordt opgevangen in een waterreservoir. Deze moet handmatig geleegd worden, tenzij je hem aansluit op een afvoer.

Uitgestelde start: Ja
Vulgewicht: 8kg
Type deur: glas
Fabrieksgarantie: 5 jaar

▼ Volgende artikel
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.