ID.nl logo
Netflix voor games - gamen voor een vast bedrag
© PXimport
Huis

Netflix voor games - gamen voor een vast bedrag

Van films en series tot muziekalbums en podcasts: we consumeren het steeds meer on-demand via streamingdiensten. De gamesindustrie loopt daar wat in achter. Gamers zijn eraan gewend naar de winkel te gaan en daar een game aan te schaffen om deze thuis in een spelcomputer te stoppen om te spelen. Ten tweede vraagt het streamen van games om meer rekenkracht en bandbreedte dan het streamen van een film of serie. Toch is dit laatste de afgelopen jaren een minder groot obstakel geworden.

Een Netflix-abonnement klinkt ideaal: je betaalt een vast bedrag per maand en in ruil daarvoor krijg je een bibliotheek met honderden games die je onbeperkt kunt spelen, zonder dat je nog een spelcomputer of een fysiek exemplaar van de game nodig hebt. In de praktijk komen we toch nog iets meer variaties tegen en is niet elke elk game-abonnement even rechttoe rechtaan.

Streamen versus onbeperkt gamen

Voor we kijken naar de verschillende diensten is het goed om te realiseren dat bij het streamen van films en series er meestal twee zaken worden gecombineerd. Namelijk dat er geen dvd-speler meer nodig is, maar wel een televisie of ander scherm om Netflix of Disney+ te kunnen kijken. En het gegeven dat deze diensten met een groot aanbod aan content komen.

In de gamesindustrie wordt bij het aanbieden van streamingdiensten meestal niet direct een hele bibliotheek aan games geleverd. Daarnaast zijn er abonnementen die wel ‘Netflix voor games’ worden genoemd, maar vervolgens niet de mogelijkheid bieden om de games te streamen. Neem Apple Arcade, dat een mooie bibliotheek aan games beschikbaar heeft, die je met een abonnement onbeperkt kunt spelen. Hierbij krijg je alleen toegang tot een collectie aan games die je eerst moet downloaden en installeren op een apparaat om ze te kunnen spelen. Van streamen zoals bij Netflix is geen sprake.

Hetzelfde geldt voor de abonnementsdiensten van verschillende grote game-uitgevers. Ubisoft, bekend van de Assassin’s Creed-serie, heeft een eigen abonnement waarmee je de games van die specifieke uitgever onbeperkt kunt spelen. Hetzelfde geldt voor EA, dat elk jaar goed scoort met de nieuwe FIFA-game. Voor een vast bedrag per maand krijg je toegang tot de games van de betreffende uitgever. Dat is zeker interessant als je fan bent van een of meerdere franchises die de uitgever in zijn beheer heeft. Een echte complete ‘Netflix voor games’ is er dan ook nog niet, al komt Xbox wel heel dicht in de buurt, maar daarover later meer. Eerst is het goed om te kijken wie op het idee kwam om games te streamen via internet.

©PXimport

Hobbelige weg

Het was niet een van de grote techreuzen die als eerste met een dienst kwam om games te streamen, maar een jong bedrijf met de naam Gaikai, dat in eerste instantie zijn hoofdvestiging in Almere had. Het idee: games of in ieder geval demo’s van games streamen via internet. Al snel verhuisde het bedrijf naar Californië, waar het al opviel bij grote gamebedrijven. Uitgever Electronic Arts, maar ook gamegigant Sony toonde interesse in de streamtechnologie. Laatstgenoemde was zelfs zo geïnteresseerd in de techniek dat het Gaikai in 2021 kocht voor 380 miljoen dollar. Het idee om met Gaikai demo’s aan te bieden en games op een interactieve manier te kunnen adverteren werd losgelaten. In plaats daarvan wilde Sony de technologie van Gaikai gebruiken om volledige PlayStation-games via internet te kunnen streamen.

Dat werd de dienst die we inmiddels PlayStation Now noemen en het was de eerste streamingdienst waar het grote publiek mee in aanraking kwam. Tenminste, als ze een PlayStation-spelcomputer hadden. Hoewel PlayStation Now inmiddels ook op pc beschikbaar is, was het in eerste instantie alleen te gebruiken met een spelcomputer van de fabrikant. Daarmee verloor het een aantal belangrijke voordelen die je normaal van een streamingdienst zou verwachten.

©PXimport

Instapdrempel

PlayStation Now kon je niet overal gebruiken, maar alleen via een PlayStation 4. Behalve de mobiliteitsbeperkingen die dit met zich meebracht, zorgde dit ook voor een instapdrempel. Een PlayStation 4 kostte namelijk toch al gauw een paar honderd euro. Daar kwamen dan nog kosten voor het spelen van games bovenop en alleen dan kreeg je toegang tot titels van de oudere console van Sony: de PlayStation 3.

Inmiddels heeft PlayStation ook een app voor de pc om PlayStation-games te streamen en is de bibliotheek uitgebreid met nieuwere PlayStation-games. Daar lijken de streaming-ambities van PlayStation wel mee op te houden. Vooralsnog heeft het bedrijf geen plannen voor een PlayStation Now-mobiele app, zodat je ook op de tablet of smartphone PlayStation-games kunt streamen. PlayStation lijkt meer geïnteresseerd in het aanbieden van games op de traditionele manier in een (online) winkel, waar eenmalig wordt betaald voor een spel.

©PXimport

PlayStation Now & Plus

PlayStation biedt op dit moment twee abonnementen aan, die makkelijk te verwarren zijn als je er niet bekend mee bent. PlayStation Now is de dienst waarmee je via de PlayStation Now-app games kunt streamen uit een bibliotheek. PlayStation Plus is het abonnement voor PlayStation-bezitters waarmee ze online kunnen gaan en tegen andere gamers kunnen spelen. In ruil voor een maandelijks bedrag krijgen abonnees deze multiplayermogelijkheid en meestal een paar spellen die ze zonder extra kosten kunnen downloaden. Deze games kunnen ze spelen zolang ze abonnee zijn. Het belangrijkste verschil is dus dat PlayStation Plus geen grote bibliotheek aan games heeft en dat je de spellen alsnog moet downloaden.

Gamecomputer op afstand

Niet alleen PlayStation timmert al lange tijd aan de weg, ook hardwarefabrikant Nvidia heeft een eigen streamingdienst. GeForce NOW geeft je de beschikking over een krachtige gamecomputer die moderne spellen moet kunnen afspelen. Voor het gebruik van deze computer betaal je een vast bedrag per maand. Daar krijg je helaas geen games bij, alleen de computer staat tot je beschikking.

Het voordeel is dat je een deel van je games uit andere bibliotheken mee mag nemen. Denk aan games op het platform Steam. Helaas geldt het niet voor alle games in je bibliotheken, want niet elke uitgever wil dat zijn games via GeForce NOW worden gespeeld en dan mag je ze niet installeren op je gamecomputer op afstand. Zo heeft Blizzard Nvidia verboden om zijn spellen via de dienst aan te speelbaar te maken. Dat betekent dus geen World of Warcraft of Overwatch.

©PXimport

Alleen met snel internet?

Het streamen van games vraagt vaak net iets meer bandbreedte dan het streamen van een gewone video. Zowel Google als Microsoft adviseren voor hun game-streamingdiensten in elk geval en internetverbinding van minimaal 10Mbps. Meer is natuurlijk altijd beter voor de kwaliteit van de stream, zeker wanneer je in hogere resoluties wilt streamen. Daarnaast is het ook belangrijk dat de verbinding stabiel is. Zo adviseert Microsoft een 5Ghz-wifi-verbinding, in plaats van de 2,4Ghz-verbinding van een router. Je kunt ook proberen via 4G- of 5G-internet te streamen, maar zeker als je onderweg bent met bijvoorbeeld de trein, zal dit de streamstabiliteit niet ten goede komen. Daarnaast is het goed om dat je databundel in de gaten te houden. Een uurtje streamen in HD-kwaliteit kost al snel meer dan 12 GB. Onderweg games streamen is dus een goede manier om je databundel er snel doorheen te jagen.

Google en Amazon mengen zich in de strijd

We kennen Google van de zoekmachine, diensten als Gmail en een groot deel van de bevolking loopt met een telefoon op zak waar Googles Android op draait. Hoewel op deze Android-telefoons ook spellen gespeeld kunnen worden, was Google verder niet direct een bedrijf dat werd geassocieerd met de gamesindustrie, tot de techgigant in 2019 met een gamedienst kwam: Google Stadia.

Niet alleen was de komst bijzonder omdat Google een grote speler is, maar ook omdat het bedrijf claimde dat het een goede game-ervaring via streaming kon bieden. Iedereen met een controller, televisie met een Chromecast Ultra en een internetverbinding die snel genoeg was (zie kader) moest via Google Stadia kunnen gamen.

Dat liep in het begin wat stroef en de streamdienst werkte lang niet op bij apparaten en huishoudens even soepel. Voor de spellen moest wel de volle prijs worden betaald en daarom kreeg Google veel kritiek. Inmiddels is de kwaliteit van de streams verbeterd en het aanbod aan games uitgebreid. Ook is Google een samenwerking met eerdergenoemde game-uitgever Ubisoft aangegaan. Leden van Ubisoft+ kunnen op het moment van schrijven meedoen aan een bètaprogramma waarmee ze Ubisoft+-games via Stadia kunnen streamen.

Inmiddels heeft ook Amazon een streamingdienst aangekondigd. Dan hebben we het niet over Amazon Prime, waarmee series en films gestreamd kunnen worden, maar een echte gamestreamingdienst. Amazon Luna bevindt zich momenteel in de testfase en is nog niet beschikbaar.

©PXimport

Niet iedereen is enthousiast

Hoewel Google, PlayStation en Xbox kleine en grote game-uitgevers achter zich hebben kunnen scharen, zijn er ook negatieve geluiden. CEO Strauss Zelnick van uitgever Take-Two heeft gezegd dat hij het Netflix-model niet bij games vindt passen. Volgens Zelnick kan het werken met kleine titels, maar is het niet rendabel voor grote games. De uitgever is ook terughoudend om zijn games aan dit soort bibliotheken toe te voegen. Dat betekent dat games als Grand Theft Auto V en basketbalspel NBA 2K21 pas maanden na release een keer via streaming te spelen zijn. Daarnaast verdwijnen ze na een paar maanden uit de bibliotheek. Take-Two is daarin niet de enige, want ook PlayStation zet nog steeds vol in op de aanschaf van games.

Xbox met xCloud

Bij Xbox en moederbedrijf Microsoft zijn ze de afgelopen jaren het streamen van games via een abonnement steeds meer als de toekomst gaan zien. Met Game Pass krijgen abonnees voor een vast bedrag per maand een bibliotheek van honderden games voorgeschoteld, die ze onbeperkt kunnen spelen op Xbox-consoles. Dat geldt niet alleen voor games van een paar jaar geleden: het nieuwe deel van de Forza Horizon-serie komt op de eerste dag naar de abonnementsdienst en hetzelfde geldt voor het nieuwe deel in de Halo-reeks.

©PXimport

Streamen via Microsoft-servers

Inmiddels is het Game Pass-abonnement tegen een meerprijs ook beschikbaar voor pc, zij het met een nog iets kleinere bibliotheek. Als het aan Xbox ligt, wordt het spelen van games op nog meer apparaten mogelijk, waaronder smartphones. Uiteraard kunnen de spellen die normaal gesproken draaien op de krachtige consoles of gamecomputers niet worden afgespeeld op een telefoon. Daarvoor gebruikt Xbox streamingtechnologie.

In eerste instantie kon dit door beelden van je Xbox naar je telefoon te streamen, maar sinds begin 2021 heeft Xbox ook streamen via de servers van Microsoft beschikbaar gemaakt. Dat betekent dat je alleen nog een Game Pass-abonnement nodig hebt en een apparaat waarop de app of browser-versie van xCloud wordt ondersteund.

Hiermee combineert Xbox de streaming-technologie met een bibliotheek van games die onbeperkt gespeeld kunnen worden. Game Pass is de eerste dienst waarbij we kunnen spreken van een Netflix voor games. Nu is zeker de streamingdienst nog wel in de beginfase en zijn lang niet alle games beschikbaar. Mondjesmaat voegt Xbox meer games toe die via xCloud te spelen zijn. Ook moet voor de meeste games een controller worden aangesloten, maar een enkel spel kan ook al met schermaanrakingen bestuurd worden.

Het aanbod aan spellen is nog wat te beperkt om Xbox Game Pass echt de ‘Netflix voor games’ te noemen. Daarnaast is de dienst nog altijd officieel in de bètafase en houdt Xbox een slag om de arm voor als de dienst hapert of nog niet optimaal werkt. Daarom is het wachten op een volledige release. Toch is de gametak van techgigant Microsoft het beste op weg richting de eretitel ‘Netflix voor games’.

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.