ID.nl logo
Netflix voor games - gamen voor een vast bedrag
© PXimport
Huis

Netflix voor games - gamen voor een vast bedrag

Van films en series tot muziekalbums en podcasts: we consumeren het steeds meer on-demand via streamingdiensten. De gamesindustrie loopt daar wat in achter. Gamers zijn eraan gewend naar de winkel te gaan en daar een game aan te schaffen om deze thuis in een spelcomputer te stoppen om te spelen. Ten tweede vraagt het streamen van games om meer rekenkracht en bandbreedte dan het streamen van een film of serie. Toch is dit laatste de afgelopen jaren een minder groot obstakel geworden.

Een Netflix-abonnement klinkt ideaal: je betaalt een vast bedrag per maand en in ruil daarvoor krijg je een bibliotheek met honderden games die je onbeperkt kunt spelen, zonder dat je nog een spelcomputer of een fysiek exemplaar van de game nodig hebt. In de praktijk komen we toch nog iets meer variaties tegen en is niet elke elk game-abonnement even rechttoe rechtaan.

Streamen versus onbeperkt gamen

Voor we kijken naar de verschillende diensten is het goed om te realiseren dat bij het streamen van films en series er meestal twee zaken worden gecombineerd. Namelijk dat er geen dvd-speler meer nodig is, maar wel een televisie of ander scherm om Netflix of Disney+ te kunnen kijken. En het gegeven dat deze diensten met een groot aanbod aan content komen.

In de gamesindustrie wordt bij het aanbieden van streamingdiensten meestal niet direct een hele bibliotheek aan games geleverd. Daarnaast zijn er abonnementen die wel ‘Netflix voor games’ worden genoemd, maar vervolgens niet de mogelijkheid bieden om de games te streamen. Neem Apple Arcade, dat een mooie bibliotheek aan games beschikbaar heeft, die je met een abonnement onbeperkt kunt spelen. Hierbij krijg je alleen toegang tot een collectie aan games die je eerst moet downloaden en installeren op een apparaat om ze te kunnen spelen. Van streamen zoals bij Netflix is geen sprake.

Hetzelfde geldt voor de abonnementsdiensten van verschillende grote game-uitgevers. Ubisoft, bekend van de Assassin’s Creed-serie, heeft een eigen abonnement waarmee je de games van die specifieke uitgever onbeperkt kunt spelen. Hetzelfde geldt voor EA, dat elk jaar goed scoort met de nieuwe FIFA-game. Voor een vast bedrag per maand krijg je toegang tot de games van de betreffende uitgever. Dat is zeker interessant als je fan bent van een of meerdere franchises die de uitgever in zijn beheer heeft. Een echte complete ‘Netflix voor games’ is er dan ook nog niet, al komt Xbox wel heel dicht in de buurt, maar daarover later meer. Eerst is het goed om te kijken wie op het idee kwam om games te streamen via internet.

©PXimport

Hobbelige weg

Het was niet een van de grote techreuzen die als eerste met een dienst kwam om games te streamen, maar een jong bedrijf met de naam Gaikai, dat in eerste instantie zijn hoofdvestiging in Almere had. Het idee: games of in ieder geval demo’s van games streamen via internet. Al snel verhuisde het bedrijf naar Californië, waar het al opviel bij grote gamebedrijven. Uitgever Electronic Arts, maar ook gamegigant Sony toonde interesse in de streamtechnologie. Laatstgenoemde was zelfs zo geïnteresseerd in de techniek dat het Gaikai in 2021 kocht voor 380 miljoen dollar. Het idee om met Gaikai demo’s aan te bieden en games op een interactieve manier te kunnen adverteren werd losgelaten. In plaats daarvan wilde Sony de technologie van Gaikai gebruiken om volledige PlayStation-games via internet te kunnen streamen.

Dat werd de dienst die we inmiddels PlayStation Now noemen en het was de eerste streamingdienst waar het grote publiek mee in aanraking kwam. Tenminste, als ze een PlayStation-spelcomputer hadden. Hoewel PlayStation Now inmiddels ook op pc beschikbaar is, was het in eerste instantie alleen te gebruiken met een spelcomputer van de fabrikant. Daarmee verloor het een aantal belangrijke voordelen die je normaal van een streamingdienst zou verwachten.

©PXimport

Instapdrempel

PlayStation Now kon je niet overal gebruiken, maar alleen via een PlayStation 4. Behalve de mobiliteitsbeperkingen die dit met zich meebracht, zorgde dit ook voor een instapdrempel. Een PlayStation 4 kostte namelijk toch al gauw een paar honderd euro. Daar kwamen dan nog kosten voor het spelen van games bovenop en alleen dan kreeg je toegang tot titels van de oudere console van Sony: de PlayStation 3.

Inmiddels heeft PlayStation ook een app voor de pc om PlayStation-games te streamen en is de bibliotheek uitgebreid met nieuwere PlayStation-games. Daar lijken de streaming-ambities van PlayStation wel mee op te houden. Vooralsnog heeft het bedrijf geen plannen voor een PlayStation Now-mobiele app, zodat je ook op de tablet of smartphone PlayStation-games kunt streamen. PlayStation lijkt meer geïnteresseerd in het aanbieden van games op de traditionele manier in een (online) winkel, waar eenmalig wordt betaald voor een spel.

©PXimport

PlayStation Now & Plus

PlayStation biedt op dit moment twee abonnementen aan, die makkelijk te verwarren zijn als je er niet bekend mee bent. PlayStation Now is de dienst waarmee je via de PlayStation Now-app games kunt streamen uit een bibliotheek. PlayStation Plus is het abonnement voor PlayStation-bezitters waarmee ze online kunnen gaan en tegen andere gamers kunnen spelen. In ruil voor een maandelijks bedrag krijgen abonnees deze multiplayermogelijkheid en meestal een paar spellen die ze zonder extra kosten kunnen downloaden. Deze games kunnen ze spelen zolang ze abonnee zijn. Het belangrijkste verschil is dus dat PlayStation Plus geen grote bibliotheek aan games heeft en dat je de spellen alsnog moet downloaden.

Gamecomputer op afstand

Niet alleen PlayStation timmert al lange tijd aan de weg, ook hardwarefabrikant Nvidia heeft een eigen streamingdienst. GeForce NOW geeft je de beschikking over een krachtige gamecomputer die moderne spellen moet kunnen afspelen. Voor het gebruik van deze computer betaal je een vast bedrag per maand. Daar krijg je helaas geen games bij, alleen de computer staat tot je beschikking.

Het voordeel is dat je een deel van je games uit andere bibliotheken mee mag nemen. Denk aan games op het platform Steam. Helaas geldt het niet voor alle games in je bibliotheken, want niet elke uitgever wil dat zijn games via GeForce NOW worden gespeeld en dan mag je ze niet installeren op je gamecomputer op afstand. Zo heeft Blizzard Nvidia verboden om zijn spellen via de dienst aan te speelbaar te maken. Dat betekent dus geen World of Warcraft of Overwatch.

©PXimport

Alleen met snel internet?

Het streamen van games vraagt vaak net iets meer bandbreedte dan het streamen van een gewone video. Zowel Google als Microsoft adviseren voor hun game-streamingdiensten in elk geval en internetverbinding van minimaal 10Mbps. Meer is natuurlijk altijd beter voor de kwaliteit van de stream, zeker wanneer je in hogere resoluties wilt streamen. Daarnaast is het ook belangrijk dat de verbinding stabiel is. Zo adviseert Microsoft een 5Ghz-wifi-verbinding, in plaats van de 2,4Ghz-verbinding van een router. Je kunt ook proberen via 4G- of 5G-internet te streamen, maar zeker als je onderweg bent met bijvoorbeeld de trein, zal dit de streamstabiliteit niet ten goede komen. Daarnaast is het goed om dat je databundel in de gaten te houden. Een uurtje streamen in HD-kwaliteit kost al snel meer dan 12 GB. Onderweg games streamen is dus een goede manier om je databundel er snel doorheen te jagen.

Google en Amazon mengen zich in de strijd

We kennen Google van de zoekmachine, diensten als Gmail en een groot deel van de bevolking loopt met een telefoon op zak waar Googles Android op draait. Hoewel op deze Android-telefoons ook spellen gespeeld kunnen worden, was Google verder niet direct een bedrijf dat werd geassocieerd met de gamesindustrie, tot de techgigant in 2019 met een gamedienst kwam: Google Stadia.

Niet alleen was de komst bijzonder omdat Google een grote speler is, maar ook omdat het bedrijf claimde dat het een goede game-ervaring via streaming kon bieden. Iedereen met een controller, televisie met een Chromecast Ultra en een internetverbinding die snel genoeg was (zie kader) moest via Google Stadia kunnen gamen.

Dat liep in het begin wat stroef en de streamdienst werkte lang niet op bij apparaten en huishoudens even soepel. Voor de spellen moest wel de volle prijs worden betaald en daarom kreeg Google veel kritiek. Inmiddels is de kwaliteit van de streams verbeterd en het aanbod aan games uitgebreid. Ook is Google een samenwerking met eerdergenoemde game-uitgever Ubisoft aangegaan. Leden van Ubisoft+ kunnen op het moment van schrijven meedoen aan een bètaprogramma waarmee ze Ubisoft+-games via Stadia kunnen streamen.

Inmiddels heeft ook Amazon een streamingdienst aangekondigd. Dan hebben we het niet over Amazon Prime, waarmee series en films gestreamd kunnen worden, maar een echte gamestreamingdienst. Amazon Luna bevindt zich momenteel in de testfase en is nog niet beschikbaar.

©PXimport

Niet iedereen is enthousiast

Hoewel Google, PlayStation en Xbox kleine en grote game-uitgevers achter zich hebben kunnen scharen, zijn er ook negatieve geluiden. CEO Strauss Zelnick van uitgever Take-Two heeft gezegd dat hij het Netflix-model niet bij games vindt passen. Volgens Zelnick kan het werken met kleine titels, maar is het niet rendabel voor grote games. De uitgever is ook terughoudend om zijn games aan dit soort bibliotheken toe te voegen. Dat betekent dat games als Grand Theft Auto V en basketbalspel NBA 2K21 pas maanden na release een keer via streaming te spelen zijn. Daarnaast verdwijnen ze na een paar maanden uit de bibliotheek. Take-Two is daarin niet de enige, want ook PlayStation zet nog steeds vol in op de aanschaf van games.

Xbox met xCloud

Bij Xbox en moederbedrijf Microsoft zijn ze de afgelopen jaren het streamen van games via een abonnement steeds meer als de toekomst gaan zien. Met Game Pass krijgen abonnees voor een vast bedrag per maand een bibliotheek van honderden games voorgeschoteld, die ze onbeperkt kunnen spelen op Xbox-consoles. Dat geldt niet alleen voor games van een paar jaar geleden: het nieuwe deel van de Forza Horizon-serie komt op de eerste dag naar de abonnementsdienst en hetzelfde geldt voor het nieuwe deel in de Halo-reeks.

©PXimport

Streamen via Microsoft-servers

Inmiddels is het Game Pass-abonnement tegen een meerprijs ook beschikbaar voor pc, zij het met een nog iets kleinere bibliotheek. Als het aan Xbox ligt, wordt het spelen van games op nog meer apparaten mogelijk, waaronder smartphones. Uiteraard kunnen de spellen die normaal gesproken draaien op de krachtige consoles of gamecomputers niet worden afgespeeld op een telefoon. Daarvoor gebruikt Xbox streamingtechnologie.

In eerste instantie kon dit door beelden van je Xbox naar je telefoon te streamen, maar sinds begin 2021 heeft Xbox ook streamen via de servers van Microsoft beschikbaar gemaakt. Dat betekent dat je alleen nog een Game Pass-abonnement nodig hebt en een apparaat waarop de app of browser-versie van xCloud wordt ondersteund.

Hiermee combineert Xbox de streaming-technologie met een bibliotheek van games die onbeperkt gespeeld kunnen worden. Game Pass is de eerste dienst waarbij we kunnen spreken van een Netflix voor games. Nu is zeker de streamingdienst nog wel in de beginfase en zijn lang niet alle games beschikbaar. Mondjesmaat voegt Xbox meer games toe die via xCloud te spelen zijn. Ook moet voor de meeste games een controller worden aangesloten, maar een enkel spel kan ook al met schermaanrakingen bestuurd worden.

Het aanbod aan spellen is nog wat te beperkt om Xbox Game Pass echt de ‘Netflix voor games’ te noemen. Daarnaast is de dienst nog altijd officieel in de bètafase en houdt Xbox een slag om de arm voor als de dienst hapert of nog niet optimaal werkt. Daarom is het wachten op een volledige release. Toch is de gametak van techgigant Microsoft het beste op weg richting de eretitel ‘Netflix voor games’.

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.