ID.nl logo
De 10 beste wifi-mesh-systemen die je kunt kopen
Huis

De 10 beste wifi-mesh-systemen die je kunt kopen

Op gebied van bijvoorbeeld smartphones zien we al enkele jaren meer evolutie dan revolutie. Op het gebied van wifi in huis verandert er een stuk meer, met in 2017 de bredere uitrol van wifi-mesh-systemen. Wij bekijken de huidige staat van het draadloze netwerk thuis. De meeste mesh-systemen zijn inmiddels uit de kinderschoenen gegroeid, dus gaan we op zoek naar de beste mesh-netwerk op de markt.

We duiken eerst even in de wifi-technieken. Er is de laatste jaren nodige vooruitgang geweest wat betreft draadloze netwerken voor thuis. Met name het openen van de 5GHz-band en de introductie van 802.11ac heeft veel verschil gemaakt. Hiermee worden snelheden mogelijk die ruim voorbij de snelheden gaan die de meeste internetverbindingen bieden. Verder zorgen alsmaar robuuster wordende chipsets ervoor dat routers niet om de haverklap gereset moeten worden.

Terwijl de capaciteit en snelheid toenemen, blijkt één ontwikkeling nog harder te gaan: onze wensen en drang naar nog sneller en vooral nog stabielere wifi. We hebben meer apparaten, verslinden meer content, én wat we consumeren wordt dankzij zaken als 4K en HDR enkel zwaarder voor het netwerk.

Ac en 5 GHz

Wifi 802.11ac was de laatste grote stap die ook echt door wist te breken. Hiermee zijn snelheden van netto ruim 400 Mbit/s mogelijk, in plaats van ca. 100 Mbit/s. We stonden op de vooravond van een bredere 802.11ad of ‘WiGig’ uitrol, maar Intel heeft daar min of meer eigenhandig de stekker uitgetrokken. Die techniek biedt enkel nog toekomst voor draadloze vr-toepassingen. De 5GHz-band brengt hogere doorvoersnelheden dan 2,4 GHz, maar dat gaat ten koste van signaalsterkte door muren en plafonds. Eén keer raden welke eigenschappen de 802.11ad 60GHz-band heeft: nog extreme snelheden, maar het signaal komt niet meer door een muur heen.

802.11ax

Een accesspoint in letterlijk elke ruimte zal menig consument te ver gaan, dus heel vreemd is het niet dat 802.11ad niet meer dan wat specifieke doeleinden zal dienen. De grote stap voor het bredere publiek zal dan ook 802.11ax moeten zijn, een techniek die nu van de band begint te rollen. Al is het nog maar de vraag wanneer we geschikte chips met 802.11ax voor onze systemen kunnen aanschaffen of in onze telefoons zullen aantreffen – iets wat wel nodig is om ervan te profiteren. De techniek is veelbelovend op gebied van bereik, snelheid en de mogelijkheid om veel verschillende apparaten gelijktijdig goed te bedienen. Maar we denken dat zelfs de meest fanatieke early-adopters nog moeite zullen hebben over te stappen voordat 2018 voorbij is.

Mesh it up

Wil je je wifi in huis onder handen nemen, dat zit je voorlopig dus nog vast aan de vertrouwde 2,4- en 5GHz-accesspoints die gebruikmaken van 802.11n en 802.11ac. Maar niet getreurd, want ook binnen die standaarden staat de techniek niet stil. 2017 werd hét jaar waarin mesh-systemen in hoog tempo naar Nederland kwamen: afgelopen mei konden wij drie systemen vergelijken, inmiddels zijn dat er al tien. Tevens zien we dat de fabrikanten van de eerste drie voor ons beschikbare modellen ook niet stil hebben gezeten.

©PXimport

Meshtastisch!

Dat we meerdere accesspoints in huis nodig hebben voor een goede dekking en een vlotte verbinding, is de veeleisende gebruiker natuurlijk wel bekend. De grootste charme van mesh-systemen is dat je ze enkel van stroom hoeft te voorzien, en je ze met uitzondering van de router of hoofdnode verder niet hoeft te bekabelen; kabels trekken is één van de grootste hindernissen bij het verbeteren van wifi in bestaande panden. De mesh-punten maken zelf onderlinge verbindingen en geven, althans in theorie, het draadloze signaal zo slim mogelijk door naar buiten. De belofte van al deze systemen is zeer aantrekkelijk: goede dekking, geen gedoe met kabels en daarbij veelal ook nog eens zeer eenvoudig in de installatie.

Of meshschien toch niet?

Wanneer iets te mooi klinkt om waar te zijn is dat vaak ook zo, en ook hier mogen we de nodige kanttekeningen plaatsen – die voor elk van de tien systemen van toepassing zijn. Draadloze signalen lijden nu eenmaal onder andere signalen in de omgeving en zijn zeer afhankelijk van de fysieke bouw van het pand waarin je ze plaatst. Wij zochten voor onze test bewust een pittige omgeving op, maar elke situatie is anders en garanties zijn niet te geven. Er zijn ook voorbeelden van muren waar geen enkele vorm van (bruikbare) wifi doorheen komt.

Wanneer je in staat bent kabels te trekken en bekabelde accesspoints op te hangen, dan zal dat altijd de snelste, meest betrouwbare oplossing geven. En laten we ook niet vergeten dat je voor de prijs van de meeste mesh-sets, prima een installateur een kabeltje kan laten trekken wanneer je reeds loze leidingen hebt liggen. Belangrijk is ook om te onthouden dat mesh-techniek nieuw is, met grote verschillen in de praktijkervaring tot gevolg. Ook zijn er nog significante veranderingen in de meeste firmware-updates. Reden voor ons om deze systemen zo lang mogelijk in de praktijk in te zetten.

©PXimport

Backhaul

Hét codeword in mesh-systemen is backhaul: de verbinding tussen de verschillende wifi-punten in huis. Hoe beter de backhaul, des te beter de ervaring van de gebruiker. De duurdere systemen die vallen in de snelheidsklassen AC2200 of AC3000, hebben hun eigen specifieke dedicated backhaulradio’s. Goedkopere modellen zetten de antennes die ze gebruiken om de aangesloten clients van internet te voorzien, tegelijk in voor de backhaul-verbinding. Meer is geen garantie voor beter, maar een gebrek aan dedicated backhaul zorgt er wel voor dat je sneller tegen de theoretische beperkingen aanloopt, zeker in omgevingen met veel actieve gebruikers. Gezinnen met meerdere zeer actieve dataverbruikers kijken dan beter naar de producten met dedicated backhaul. Sommige wifi-mesh-systemen kunnen naast een draadloze backhaul overigens ook de vertrouwde netwerkkabel inzetten als backhaul, dit lees je in de test.

Chips

Net als mobiele telefoons draaien routers en andere wifi-producten op chips van een zeer beperkt aantal fabrikanten. Het gaat bij mesh-systemen (evenals bij smartphones) om producten van Qualcomm. Een motor maakt echter nog geen auto, en de fabrikanten van de uiteindelijke producten hebben dan ook nog meer dan genoeg voor het zeggen. Het resultaat is een sterk uiteenlopend assortiment producten in de snelheidsklassen AC1200, AC1750, AC2200 en AC3000.

Snelheidsklassen

De mesh-systemen gebruiken een verschillend aantal datastromen op 2,4 of 5 GHz voor verschillende doeleinden. AC1200/1300: geen dedicated backhaul, 2 datastromen op 2,4 GHz en 2 op 5 GHz voor zowel clients als onderlinge communicatie AC1750: geen dedicated backhaul, 3 datastromen op 2,4 GHz en 3 op 5 GHz voor zowel clients als onderlinge communicatie AC2200: wel dedicated backhaul van 2 datastromen op 5 GHz voor onderlinge communicatie, plus 2 datastromen 2,4 GHz en 2 op 5 GHz voor clients AC3000: wel dedicated backhaul van 4 datastromen op 5 GHz voor onderlinge communicatie, plus 2 datastromen 2,4 GHz en 2 op 5 GHz voor clients

Mogelijkheden systemen

De backhaul (zie kader ‘Backhaul’) is het meest cruciale punt waar we op letten wanneer het op capaciteit aankomt. Wat voor jouw aanschaf ook belangrijk kan zijn, is of het systeem kan functioneren als router, of hij een accesspoint-modus heeft en of hij als draadloze bridge ingezet kan worden.

In beginsel kunnen alle systemen als router functioneren, ze kunnen dus als dhcp-server functioneren en alle basistaken in je netwerk op zich nemen. Maar ze bieden niet de pro-features die een luxe router biedt. Dus als je al een goede eigen router hebt, wil je die waarschijnlijk helemaal niet vervangen. Let er in dat geval op of het systeem voorzien is van een accesspoint-modus, zodat je je eigen router kunt blijven gebruiken en het mesh-systeem in je bestaande netwerk wordt opgenomen. Is dit niet het geval, dan krijg je twee gescheiden netwerken en dat is onhandig.

Wil je bekabelde netwerkapparaten op het systeem aansluiten, let dan goed op de verschillen in de lan-poorten op de router en de nodes. Daar zit de nodige variatie in. Heeft de node ook lan-poorten, dan kun je die dus als draadloze bridge gebruiken.

Testomgeving

Een betonnen bouwwerk van rond de eeuwwisseling, drie verdiepingen van ca. 400 vierkante meter per verdieping en de nodige muren. Dat kunnen we wel een zware testomgeving noemen. Eén ding is zeker, geen enkele individuele router, ook geen model van honderden euro’s, is in staat om alle verdiepingen van volledige dekking te voorzien. Eerdere tests toonden aan dat een enkele verdieping wel te doen is voor een accesspoint, wat het uitgangspunt is van deze test.

Dit pand, tien wifi-mesh-systemen en een stapel laptops voorzien van snelle antennes. Zo, we kunnen beginnen!

Wifi moet werken!

De doelstelling van onze test is eenvoudig: we willen op elke verdieping een degelijk bereik én een degelijke snelheid. We letten hierbij extra op de prestaties op de bovenste verdieping. Prestaties in bijvoorbeeld de tuin kun je extrapoleren uit de prestaties op de andere verdiepingen, simpelweg een kwestie van een extra mesh-punt in de richting van je tuin plaatsen.

We testen met de router op de benedenverdieping, een tweede accesspoint op de verdieping daarboven en het derde punt op de bovenste verdieping. Let op dat de meeste systemen in verschillende hoeveelheden geleverd worden. Systemen met twee accesspoints worden ook getest met een optionele derde unit, systemen met drie worden ook getest in een opstelling met twee punten. De zolder-1-hop-test simuleert dus de prestaties op de bovenste verdieping zonder dat daar ook een accesspoint wordt geplaatst. Zo kunnen we duidelijk het prestatieverschil zien tussen twee en drie accesspoints.

©PXimport

De opstelling

Staande modellen staan vrij op een kastje, accesspoints dien je niet weg te frommelen als je om prestaties geeft. Ze presteren in de regel het best wanneer je ze een klein stukje van de muur plaatst. Stopcontactmodellen worden uiteraard als zodanig gebruikt. Positionering van de producten is belangrijk punt, waarbij elk product profiteert van een net iets andere positie. Omdat het redelijkerwijs te verwachten is dat je als gebruiker een gunstige positie op gaat zoeken, hebben wij dat ook gedaan. Elk staand model is op meerdere posities en oriëntaties getest, wel binnen het oppervlak van de door ons gebruikte kast (circa 150 cm breed) waarbij de beste positie mocht tellen. Stopcontactmodellen kregen twee mogelijkheden aangeboden.

Hoewel misschien minder van belang, willen we het aspect van de fysieke afmetingen wel aanhalen. Zo zijn de Netgear Orbi’s flinke torens in het zicht, terwijl vooral Google en TP-Link de formfactor (dankzij minder en minder sterke antennes) duidelijk beperkter houden. Wil je mesh combineren met een donker interieur, dan lijk je vooralsnog pech te hebben, elke fabrikant lijkt overtuigd dat witte kastjes het meest gewild zijn.

Mesh met benefits

Met de backhaul als cruciaal element van elk mesh-systeem zijn vooral modellen met alternatieve backhaul-mogelijkheden wat extra aandacht waard. De TP-Link Deco M5, Google Wifi en Linksys Velop kunnen ook eventuele aanwezige kabels als backhaul inzetten. In deels bekabelde, deels niet bekabelde huizen is dit een grote meerwaarde, omdat ook een slechts deels bekabelde overbrugging in de praktijk gunstiger is dan een hogere draadloze snelheid. De aanstaande TP-Link Deco M5 Plus is opvallend omdat deze ook een powerline-verbinding kan inzetten. Hoe meer de draadloze backhaul kan worden ontzien, des te beter … al dient die M5 Plus zich in de praktijk nog te bewijzen.

TP-Link Deco M5

Netwerkgigant TP-Link staat erom bekend dat het betaalbare producten biedt, het mesh-systeem is daarop geen uitzondering. Met 269 euro voor een set van drie en 99 euro voor additionele units, is het de goedkoopste in de vergelijking. Uiteraard betreft het daarmee een AC1200-AC1300-opstelling met twee datastromen op 2,4 GHz en twee op 5 GHz zonder dedicated backhaul. Daarmee is het niet ondenkbaar dat je het systeem overbelast in een opstelling met veel gelijktijdige streamers. Sterker nog, door de eerste en tweede node volledig te belasten blijft er van de doorvoer op de zolder-node nog bar weinig over. Dat blijkt echter voor alle geteste modellen in deze klasse het geval. Dit maakt deze klasse vooral interessant wanneer je wel betaalbare dekking zoekt over een groter pand, maar geen enorme capaciteit nodig hebt.

Vergeleken met de concurrentie zet de TP-Link Deco M5 vervolgens wel gunstige snelheden neer en is de installatie feilloos. Ook de mogelijkheden van de set, met onder andere accesspoint- en bridge-modus, de optie tot bekabelde backhaul en een ingebouwd Trend-Micro-beveiligingspakket, zijn voor de meeste eindgebruikers ruim voldoende. Gecombineerd met de bescheiden fysieke afmetingen, gunstig stroomverbruik en de laagste prijs, is de Deco M5 voor ons de meest aantrekkelijke optie om goedkoop en gedoe-vrij het pand van wifi te voorzien.

©PXimport

TP-Link Deco M5

Prijs
€ 269,- (voor 3 nodes)
Website
nl.tp-link.com8Score80

  • Pluspunten

  • Prijs

  • Goede dekking en prestaties

  • Gebruiksvriendelijk

  • Minpunten

  • Beperkte capaciteit

Google Wifi

Het duurde grofweg een jaar voordat Google zijn Google Wifi-systeem naar Nederland bracht, wat overigens een zakelijke keuze was en geen technische. In onze optiek een gemiste kans voor de internetgigant, want een jaar eerder had Google onder andere directe concurrent TP-Link Deco M5 af kunnen troeven als aanbieder van betaalbare mesh (want op dát moment was in Nederland alleen de Netgear Orbi RBK50 van de grond gekomen).

Google doet met zijn mesh-set wat Google praktisch altijd goed weet te doen: een uitstekende gebruikerservaring bieden. Het product oogt uitstekend, wordt keurig gepresenteerd en de installatie en app laten weinig te wensen over. De puntjes staan op de i. Hoewel je binnen bereik van het eerste punt weinig verschil zult merken, zien we dat de doorvoersnelheden over bijna de hele linie achterblijven bij de Deco. De capaciteit ligt is niet relevant anders. Beide systemen zijn met meerdere actieve clients op verschillende nodes te overbelasten. Ook hier is een bedrade backhaul en draadloze bridge mogelijk, maar een accesspoint-modus ontbreekt. Onder de streep echt niet onaardig, maar Google Wifi ontbreekt meerwaarde om de significant hogere prijs ten opzichte van de TP-Link Deco M5 te verklaren.

©PXimport

Google Wifi

Prijs
€ 359,- (voor 3 nodes)
Website
store.google.com6Score60

  • Pluspunten

  • Gebruiksvriendelijk

  • Zeer redelijke prestaties

  • Minpunten

  • Te duur voor een AC1200-systeem

  • Geen AP-modus

EnGenius EnMesh

Hoewel typenummer EMR3000 wellicht anders doet vermoeden, is de EnMesh van EnGenius een AC1200-klasse mesh-set. Het systeem biedt dus geen extra datastromen voor de backhaul en heeft twee datastromen op 2,4 GHz en twee op 5 GHz. Met een prijskaartje van 299 euro valt hij tussen de TP-Link Deco M5 en Google Wifi in. EnGenius staat wel voor een pittige uitdaging, als late toetreder én doordat de naam minder bekend is dan TP-Link en Google. Die uitdaging gaat het aan met twee opvallende mogelijkheden. Ten eerste kent elk accesspoint een usb-poort om extra opslag binnen je netwerk toe te voegen. Ten tweede biedt EnGenius optionele accesspoints met ingebouwde beveiligingscamera’s.

De uitvoering van het geheel laat helaas wel wat te wensen over. Zo zijn de usb-prestaties traag, is het meshpunt met camera met dik 400 euro stevig geprijsd en veel belangrijker: kunnen de prestaties als mesh-systeem niet tippen aan die van TP-Link, Google of Ubiquiti. De onderlinge verbindingen zijn simpelweg een stuk minder krachtig, wat in de praktijk af en toe tot signaalverlies leidt. Specifieke niche-features hadden overtuiging kunnen bieden, maar het klasseverschil als mesh-oplossing is simpelweg te groot. Althans in de huidige staat … de EnMesh-set is nog maar net verschenen en laten we niet vergeten dat ook de Deco’s en Orbi’s een pittige peuterfase hebben moeten doorlopen.

©PXimport

EnGenius EnMesh

Prijs
€ 299,- (voor 3 nodes)
Website
www.engeniustech.com5Score50

  • Pluspunten

  • Uit te breiden met camera’s

  • Usb-opslag

  • Minpunten

  • Bereik en snelheid ondermaats

Ubiquiti AmpliFi HD

AmpliFi HD laat een goede eerste indruk achter, met een tot in de puntjes verzorgde verpakking, productpresentatie en app. De router met informatie-display met touchmogelijkheden is uitstekend bedacht en ook de stopcontact-accesspoints zijn fraai. Het zit uitstekend in elkaar en cruciaal: het werkt ook erg soepel. In tegenstelling tot sommige andere systemen laat Ubiquiti zien dat gebruiksgemak en overzicht in de applicatie niet ten koste hoeven te gaan van informatie en functionaliteit. Dit komt het optimaliseren van de locaties van de accesspoints ten goede.

Hoewel de prestaties binnen bereik van de hoofdmodule uitstekend zijn, lukte het in onze opstelling niet om echt denderende prestaties neer te zetten op de andere verdiepingen. Het werkt, maar de absolute getallen bleven achter, waarbij opvalt dat we (te) frequent op de 2,4GHz-band worden overgezet. Het nadeel van de stopcontact-accesspoints is dat je de flexibiliteit om goed te optimaliseren verliest, want in elk geval in dit scenario consequenties leek te hebben. Ons vermoeden dat dit niet overal zo zal zijn, kunnen we niet met feiten onderbouwen.

Het is cruciaal te vermelden dat de AmpliFi HD geen dedicated backhaul heeft, maar wel AC1750-systeem (zie kader ‘Snelheidsklassen’) is. Maak je gebruik van een recente MacBook Pro of high-end-netwerkkaart, dan zul je op de hoofdmodule een hogere snelheid moeten kunnen bereiken dan met de AC1200-1300-alternatieven. Voor de score maakt het helaas weinig uit, want zelfs met het testen van meerdere locaties voor de accesspoints lukte het niet om de backhaul meer te laten overtuigen. Hierdoor maakt het op de andere verdiepingen niet uit of je een 2x2- of 3x3-antenne in de client gebruikt.

©PXimport

Ubiquiti AmpliFi HD

Prijs
€ 339,- (voor 3 nodes)
Website
www.amplifi.com6Score60

  • Pluspunten

  • Zeer gebruiksvriendelijk

  • Zeer goede router

  • Uitgebreide app

  • Minpunten

  • Mesh-bereik en -capaciteit blijven achter

Netgear Orbi RBK50, RBK40, RBK30

Netgear was met de Orbi RBK50 één van de eerste fabrikanten die z’n mesh-systeem naar Nederland bracht. Op dat moment kostte een set van twee nodes bijna 450 euro, maar dankzij een dedicated backhaul van veer keer 5 GHz (AC3000) bleek de Orbi bijzonder indrukwekkend. In onze initiële test behaalden we met enkel de twee nodes praktisch volledige dekking over de 1200 vierkante meter van ons pand.

Een jaar en de nodige concurrenten verder is die positie niet veranderd. En Netgear heeft ook niet stil gezeten en het nodige toegevoegd, zoals true mesh waardoor ook de satellieten onderling verbinding kunnen maken. Ook op firmwareniveau weet Netgear te overtuigen. Als geen ander kunnen de Orbi’s overweg met een groot aantal clients die gelijktijdig de verschillende accesspoints belasten. Wel vinden we het ontbreken van een bedrade backhaul jammer, maar we realiseren ons ook dat dat voor lang niet iedereen een gemis is. Het voornaamste waar je als eindgebruiker rekening mee dient te houden, zijn de forse afmetingen van de Orbi RBK50’s: met 23 bij 16 bij 8 cm zijn het forse torens.

Om de verbinding met de koper met een kleiner budget niet te verliezen, bracht Netgear later de RBK40 en RBK30 uit. Dit zijn beide AC2200-klasse-sets, dus met een wat afgezwakte backhaul. Beide kennen vergelijkbare – marginaal kleinere – torentje als de RBK50 als basis. Waar de RBK40 een tweede toren heeft, komt de RBK30 met een accesspoint voor het stopcontact. Net als bij de RBK50 kloppen de ervaring en de prestaties: de doorvoersnelheden zijn goed, met een licht voordeel voor de losse module van de RBK40.

Met de recente prijsverlaging van de krachtigere Orbi RBK50 van circa 450 naar 349 euro, zit Netgear eigenlijk vooral zichzelf in de weg. Een nog iets goedkopere Orbi klinkt aantrekkelijk, maar het voornaamste advies dat wij uit onze testdata kunnen vergaren is dat wanneer je voor hoge snelheden, een stevige capaciteit en een goede gebruikservaring wilt gaan de Netgear Orbi RBK50 sowieso zijn geld waard is. Mocht blijken dat de twee nodes van de RBK50 net niet voldoende zijn, dan kun je deze behalve met de RBS50 ook prima uitbreiden met een (per stuk veel goedkopere) RBS40 of RBW30. En hoewel de RBK30 de strijd met de Deco M5 op gebied van prijs aangaat en per node een betere prestatie biedt, lever je wel de nodige flexibiliteit in doordat het een stopcontactmodel betreft.

©PXimport

Netgear Orbi Pro: Zakelijke mesh

In de tabel is ook de Orbi Pro opgenomen, die dankzij praktisch dezelfde hardware ook praktisch dezelfde (uitstekende) resultaten neerzet als de RBK50. De Orbi Pro heeft echter wat extra’s die vooral voor zakelijk gebruik interessant zijn. Zo voegt de Pro naast het standaard- en gast-wifi-netwerk een derde beheerder-ssid toe, komt het met een marginaal andere constructie welke muur- en plafondinstallatie mogelijk maakt. Het focust op het behouden van eenvoud van installatie (terwijl zakelijke oplossingen vaak toch externe experts vereisen). De meerprijs van 180 euro is fors gezien het gebodene, en een eventuele derde Orbi Pro is wederom duurder. Maar heb je als kleine onderneming je ogen op een mesh-systeem, dan is Orbi Pro wel het overwegen waard.

©PXimport

Orbi RBK50

Prijs
€ 359,- (voor 2 nodes)
Website
www.netgear.nl10Score100

  • Pluspunten

  • Gebruiksvriendelijk

  • Uitstekende prestaties

  • Uitstekend bereik

  • Minpunten

  • Extra nodes duur

  • Geen bedrade backhaul-optie

  • Fysiek erg groot

Orbi RBK40

Prijs
€ 299,- (voor 2 nodes)
Website
www.netgear.nl8Score80

  • Pluspunten

  • Gebruiksvriendelijk

  • Goede prestaties

  • Goed bereik

  • Minpunten

  • Extra nodes duur

  • Geen bedrade backhaul-optie

Orbi RBK30

Prijs
€ 259,- (voor 2 nodes)
Website
www.netgear.nl8Score80

  • Pluspunten

  • Gebruiksvriendelijk

  • Goede prestaties

  • Goed bereik

  • Minpunten

  • Extra nodes duur

  • Geen bedrade backhaul-optie

Orbi Pro SRK60

Prijs
€ 529,- (voor 2 nodes)
Website
www.netgear.nl9Score90

  • Pluspunten

  • Gebruiksvriendelijk

  • Uitstekende prestaties en bereik

  • Enkele handige zakelijke features

  • Minpunten

  • Forse meerprijs t.o.v. Orbi RBK50

  • Extra nodes duur

ASUS Lyra

ASUS mag dan wel een heel breed productportfolio hebben, aan echte focus op gebied van wifi-producten is geen gebrek. Waar de recente routers van ASUS een steeds agressievere, gamer-stijl achtige uitstralingen aannemen, zijn de Lyra’s juist opvallend bescheiden. De aanwezige rgb-verlichting is echt puur functioneel. Net als de Orbi RBK30, RBK40 en de Linksys Velop, kiest ASUS voor een model met een dedicated backhaul.

De app maakt een wat rommelige indruk en installatie verliep niet zonder dat elk accesspoint minstens één keer opnieuw moest worden aangezet. Een minpuntje voor de wat minder technisch onderlegde doelgroep. Positief is echter dat de Lyra als router het gros van de opties biedt die je van een stevige ASUS-router verwacht. Je zult daarvoor in de webinterface willen duiken, maar als poweruser zijn de flink uitgebreide mogelijkheden waaronder vpn en veiligheidsopties de moeite waard. De accesspoint-modus is nog in bèta en momenteel niet zonder kanttekeningen, maar met de uitgebreide routerfunctionaliteit mis je deze ook minder.

De ASUS Lyra bevindt zich als AC2200-set wel in een pittige situatie. Hij presteert aardig maar niet denderend. De Netgear RBK50 doet met twee nodes niet onder voor deze Lyra, ook niet op de bovenste verdieping. De gebruikerservaring van de ASUS Lyra mag ook nog wel wat verbeterd worden. Je zult dus echt prijs moeten stellen op de uitgebreide routermogelijkheden of graag drie nodes gebruiken (om twee kanten op te kunnen versterken) om de keuze op de Lyra te laten vallen.

©PXimport

ASUS Lyra

Prijs
€ 349,- (voor 3 nodes)
Website
www.asus.nl7Score70

  • Pluspunten

  • Uitgebreide mogelijkheden router

  • Zeer redelijke prestaties

  • Minpunten

  • Installatie en app-ervaring nog niet optimaal

  • Sterke concurrentie op dit prijspunt

Linksys Velop

Linksys gooit het AC2200-concept met de Velop over een compleet andere boeg. Inmiddels heeft Linksys een webinterface toegevoegd (voorheen was het app-only) en wat meer routerfunctionaliteit beschikbaar gemaakt, maar de focus blijft liggen op een echte hands-off-ervaring. Net als bij de ASUS Lyra is het echter wel een beetje zoeken naar de toegevoegde waarde van dit systeem. De fysieke staanders spreken meer aan dan de giga-torens van de Orbi en de appervaring is ook meer dan prima in orde. Maar voor 429 euro voor drie accesspoints verwacht je wellicht stevigere argumenten dan dat. En wanneer de prestaties niet opboksen tegen Netgears RBK50 met twee nodes, is dat een pittige kluif.

Het feit dat de Velop een AC2200-model is met bedrade backhaul-ondersteuning, lijkt dan het voornaamste argument om er toch naar te kijken. Lyra en Orbi missen die optie en in een deels bedrade woning met één van de extra punten bedraad en de ander draadloos, is de Velop best aantrekkelijk. Wel zul je dan de tergend trage installatie voor lief moeten nemen en dien je rekening te houden met het feit dat het iets meer tijd en moeite vergt om de Velops goed af te stemmen om ze optimaal te laten presteren. Ze zijn namelijk wel gevoeliger dan den concurrentie als het op de positie van elk accesspoint aankomt.

©PXimport

Linksys Velop

Prijs
€ 429,- (voor 3 nodes)
Website
www.linksys.com7Score70

  • Pluspunten

  • Prima snelheden

  • Optionele bedrade backhaul

  • Fysiek netjes

  • Minpunten

  • Prijs

  • Nodes toevoegen en optimaliseren tergend traag

Conclusie

We herhalen ons zekerheidshalve, maar er gaat niets boven volledige bekabeling in huis of kantoor, óók niet de winnaar van deze test. Daarbij moeten we ook een kanttekening plaatsen voor de testbreedte, we hebben intensief getest en binnen de omgeving elke router de kans gegeven optimaal te presteren. Maar de snelheden kunnen op een andere locatie anders uitpakken. Vergelijkingen met andere (inclusief eerdere) testopstellingen kunnen dan ook niet worden gemaakt.

Wanneer kabels trekken echt niet tot de mogelijkheden behoort, zien we één model op praktisch elk front het meest overtuigen. Je overweegt mesh uiteindelijk om van allerlei wifi-perikelen af te zijn, en dan zien we dat Netgear met de Orbi RBK50 zowel de prestaties als het geven van gemoedsrust het best in balans heeft. De AC3000-klasse RBK50-set is niet goedkoop, maar toont zich het meest capabel om te zorgen dat je overal in huis een goede draadloze verbinding hebt, zonder dat je als gebruiker veel meer hoeft te doen dan je portemonnee treken.

We hebben wel goede hoop voor de AC2200-categorie gekregen, maar aangezien ASUS en Linksys beide nog wat minpuntjes weg te poetsen hebben, missen we daar vooralsnog de echte aanrader … zeker met het huidige prijspunt van de Orbi RBK50 (die ook Netgears eigen RBK40 en RBK30 eigenlijk te veel onder druk zet). Wel verdienen de ASUS en Linksys de aandacht wanneer je het signaal meerdere kanten op wilt versterken, drie nodes komen dan goed van pas en extra nodes voor Orbi zijn prijzig.

Geef je vooral om een goed bereik over een groot oppervlak, maar heb je geen extreme doorvoercapaciteit voor bijvoorbeeld meerdere gelijktijdige (en zeer actieve) gebruikers nodig? Dan geven we nog een eervolle vermelding en Redactietip aan de TP-Link Deco M5. Deze heeft als goedkoopste in de test zowel de prestaties als de gebruikerservaring voor die doelgroep goed op orde. De Netgear Orbi RBK30 houdt hem scherp, maar met drie TP-Link Deco-units heb je meer speelruimte. En zoals Linksys en ASUS ongetwijfeld hun best zullen doen om Netgear het vuur aan de schenen te leggen met aankomende updates, zullen Google, Ubiquiti en EnGenius een beter antwoord moeten bedenken om de Deco te kunnen overtreffen.

Een uitgebreid overzicht van de testresultaten vind je in de onderstaande tabel (.pdf).

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review LG 65QNED91T6A - Kan hij  tippen aan de concurrentie?
Huis

Review LG 65QNED91T6A - Kan hij tippen aan de concurrentie?

QNED, het antwoord van LG op quantum dots, wordt toegepast in deze miniled lcd-tv. Dit type televisie is inmiddels erg populair geworden, ook in het subtop- en middensegment van het tv-aanbod. Heeft deze LG 65QNED91T6A genoeg in huis om de concurrentie de baas te blijven?

Uitstekend
Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit. Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tonemapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.

Plus- en minpunten
  • Voldoende piekhelderheid en goed contrast
  • Mooie HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Te weinig zones voor een miniled
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Beperkte kijkhoek

OVER DIT TOESTEL

  • Adviesprijs: 1.799 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 120 Hz Full Array miniled QNED LCD-tv met lokale dimming
  • Schermformaat: 65 inch (164 cm)
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, QMS), 2x USB, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, WiFi 5 (802.11ac), ethernet, Bluetooth 5.1, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WebOS 24, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 8 processor
  • Afmetingen: 1452 x 907 x 285 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 35,0 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 84 kWh (E) / HDR 167 kWh (G)

ENERGIELABEL

MEER INFORMATIE

Deze LG-televisie past perfect in het rijtje van moderne, prima afgewerkte televisies die we dit jaar al vaker voorbij zagen komen. Het toestel is vrij slank dankzij het profiel van slechts 45mm, heeft een mooie metaalkleurige rand rondom en een vlakke rug. Aan de zijdes is de rug zoals bij de meeste toestellen wat afgeschuind. De centrale voet biedt geen verschillende draaiposities, maar het scherm staat desondanks toch 7cm hoog boven het tv-meubel, zodat een soundbar goed onder het scherm past. Het enige echt opvallende kenmerk? Het toestel is relatief zwaar, namelijk 35kg inclusief voet.

De tv beschikt over vier HDMI-poorten die allemaal de maximale HDMI 2.1-bandbreedte van 48Gbps bieden. Dat is nog steeds vrij zeldzaam, maar is wel goed nieuws voor gamers met meerdere high-end gaming-bronnen. Er is ondersteuning voor ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync) en op één poort kun je ARC/eARC gebruiken. De input-lag is iets hoger dan bij de oled-modellen, maar blijft zeer goed, 17,0ms (4K60) en 7,6ms (2K120). Wie de tv wil uitbreiden met draadloze luidsprekers, kan gebruik maken van het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association). Je bent wel beperkt tot 2.1-configuraties, een WiSA surround-opstelling is dan helaas niet mogelijk.

Niet alle minileds zijn gelijk

Het gebruik van minileds voor de achtergrondverlichting is iets waar fabrikanten graag mee uitpakken, maar het resultaat per merk en model kan sterk uiteenlopen. Minileds verdelen de achtergrondverlichting in meer segmenten dan wanneer er gewone leds worden toegepast. Het aantal zones kan sterk verschillen, van 100 tot meer dan 1.000. Dat heeft uiteraard impact op de prestaties wat betreft contrast en helderheid.

Deze LG heeft een achtergrondverlichting met 16x10 (160) zones, en dat is vandaag de dag toch redelijk weinig. Concurrenten zitten in dit segment al op 1.500 zones. Het eigen contrast van het VA-paneel is goed, 4.800:1, maar met dat beperkt aantal zones stijgt dat nauwelijks naar 5.000:1, en dat is vooral ook omdat LG erg voorzichtig is met de dimming. Op eenvoudigere testen kan dit wel naar 35.000:1 stijgen. Naar een reden hoeven we niet ver te zoeken, agressief dimmen met zo weinig zones maakt de zonegrenzen zichtbaar, ook omdat ze soms wat traag reageren. Dat stoort erg en hierdoor is een vage halo rond heldere voorwerpen op een donkere achtergrond dan ook onvermijdelijk.

©LG Electronics

Ook op het vlak van helderheid doet de LG op veel vlakken onder voor de concurrentie. Op een 10% venster meten we in de goed gekalibreerde HDR Filmmaker mode 1.099 nits, en op het volledig wit beeld haalt hij nog 644 nits. Dat was twee jaar geleden weliswaar nog acceptabel, maar nu concurrenten vlot over de 2.000 nits gaan, is dat toch wat te beperkt. Het kleurbereik scoort wel uitstekend, daar meten we 95% P3.

Toch heeft LG nog een sterke troef in handen, namelijk de uitstekende kalibratie af fabriek. De Filmmaker mode is zowel in SDR als HDR bijzonder goed gekalibreerd. Dat betekent dat je kunt rekenen op veel schaduwnuances, een neutrale grijsschaal en mooie, natuurlijke kleurweergave. Met HDR10-beeld kan LG’s dynamische tone mapping prachtige resultaten opleveren en daarmee maakt de tv het beste van zijn kleurbereik en helderheid. Witnuances en intense kleuren worden uitstekend bewaard. Alleen heel donkere HDR10-scènes lijden wat onder het beperkte aantal zones, die beelden worden iets té donker. De QNED91 ondersteunt ook Dolby Vision, maar geen Dolby Vision IQ zoals bij de oled-modellen.

Uitstekende beeldverwerking

Naast een uitstekende kalibratie toont deze LG ook sterke prestaties voor beeldverwerking. Dat dankt de tv aan zijn Alpha 8-processor die verbeterd werd met eigenschappen en functies die vorig jaar nog exclusief voor de Alpha 9-processor waren. We kunnen zelfs zeggen dat de LG geen echte zwakke plekken meer heeft. Deinterlacen van 1080i-beelden zoals die van live tv, doet hij prima zodat je zelden nog een gekartelde rand ziet. Upscaling en ruisonderdrukking maken van oudere content mooie 4K-beelden, al kun je van oudere videocontent zoals dvd’s geen wonderen verwachten. Via een superresolutie-bewerking kan de tv wat fijn extra detail toevoegen, dat werkt goed voor HD-materiaal, maar kan bij dvd’s bijvoorbeeld wel voor een wat overbewerkt resultaat zorgen. De ruisonderdrukking kan ook kleurstroken in zachte gradiënten wegnemen.

©LG Electronics

Een lcd-paneel heeft minder bewegingsscherpte dan een oled-paneel, en dus maskeert het fijn detail in snelle actiescènes. Bewegende voorwerpen hebben soms een wazige rand of tonen een beperkt sleepspoor. LG biedt met Motion Pro verschillende opties om dat te elimineren, maar introduceren op hun beurt juist weer andere problemen, dus deze functie kun je beter uit laten staan. Heb je een hekel aan schokken in het beeld wanneer de camera snel beweegt, activeer dan de Trumotion-functie. Zeker voor sport is dat prettig, maar voor film blijft het vaak een kwestie van smaak.

Degelijke audio

De QNED91 is uitgerust met een 2.2-systeem van 40 watt, en ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X. Onze filmfragmenten klonken prima met een aangename warme klank en een vleugje ruimtelijkheid. Die echte surround sound-ervaring kan je uit dit soort systeem niet halen, zelfs niet met ondersteuning voor de modernste audioformaten. Dat AI niet altijd de juiste resultaten geeft, werd hier bevestigd. De tv heeft een AI-Pro mode voor geluid, maar die klonk erg slecht, zeker voor muziek. In de muziek audiomode konden we het resultaat wél waarderingen, als loop je daar wel tegen beperkingen aan wanneer je voor hardere muziekgenres zoals metal kiest. Met het volume op ongeveer driekwart hoor je de woofer trillen in het chassis en gaat de bas uit de bocht. Al bij al een degelijk resultaat, in lijn met deze categorie. 

WebOS 24, helaas met reclame

De smart tv-omgeving van LG, WebOS, heeft veel goede punten. Zo vind je nagenoeg alle streaming-apps op dit platform, zowel internationaal als lokaal. Daarnaast heeft LG op de 2024-versie van webOS naast Airplay 2 ook Google Cast geïmplementeerd zodat je vanaf je smartphone, Android of iOS, moeiteloos content naar de tv kunt streamen. Apps en andere functies zijn gegroepeerd in zogeheten Quick Cards, zodat je gemakkelijk bepaalde functies kunt terugvinden.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Er zijn Quick Cards voor Thuis-hub, Sport, Thuiskantoor, Games, Muziek, Toegankelijkheid en sinds kort ook voor Leren en Groeien. De lay-out van WebOS zelf is vrij eenvoudig en ook redelijk compact zodat je niet nodeloos hoeft te scrollen om iets te vinden. De Magic Remote van LG waarmee je een cursor bestuurt door naar het scherm te wijzen blijft ook een belangrijke factor in het gebruiksgemak. Aangezien smart tv-platformen nog steeds evolueren is het ook erg fijn om te weten dat LG nu vijf jaar lang de nieuwste versie van WebOS op je tv belooft te plaatsen. In dit overzichtsartikel vind je alle info over webOS.

Toch heeft LG wat ons betreft een foute beslissing genomen. De fabrikant toont namelijk nu reclame op het Home-scherm, en die reclame is in tegenstelling tot bij andere fabrikanten niet beperkt tot content, maar kan bijvoorbeeld ook een sportwinkel of automerk tonen. Dat is echt wel het laatste wat we willen. Zelfs de screensaver kan reclame tonen (al zagen daar gelukkig alleen LG’s eigen LG Channel-dienst). Je kunt de reclame uitschakelen via de instellingen, iets dat we dan ook van harte aanraden.

Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit.

Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tone mapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.

▼ Volgende artikel
Virtuele webcams: special effects voor je videogesprekken
Huis

Virtuele webcams: special effects voor je videogesprekken

Je bent aan het videobellen, maar de achtergrond ziet er slordig uit. Of misschien wil je tussendoor een kort filmpje tonen, het beeld optimaliseren of opfleuren met enkele effecten. Software die je als virtuele webcam gebruikt, maakt dit en nog veel meer mogelijk.

In dit artikel stellen we enkele virtuele webcam-applicaties aan je voor:

  • FineCam
  • ManyCam
  • OBS Studio

Lees ook: Geen pottenkijkers meer! Zo schakel je de webcam uit

Er zijn al langer applicaties beschikbaar waarmee je filters, effecten en virtuele achtergronden aan je videogesprek toevoegt. De populaire mobiele app Snapchat was een van de eerste. Met uitgebreide filters en lenzen kun je in realtime beelden aanpassen. Je geeft jezelf bijvoorbeeld kattenoren of verandert de omgeving. Snapchat gebruikt Augmented Reality (AR) om digitale elementen over echte beelden te plaatsen.

Inmiddels heeft ook Artificiële Intelligentie (AI) zijn intrede gedaan om effecten nauwkeurig op bewegende gebruikers toe te passen. Videoconferentietools zoals Teams en Zoom, gebruiken AI. Denk aan machinelearning-technologieën en convolutionele neurale netwerken. Daarmee is de gebruiker van zijn achtergrond te scheiden en kan er een virtuele achtergrond worden getoond. Een green screen is niet meer nodig.

In het gratis Microsoft Teams start je bijvoorbeeld een videogesprek via Nu vergaderen / Vergadering starten. Als je op Meer en Achtergrondeffecten klikt, kun je uit tientallen achtergronden kiezen of je achtergrond vervagen. Via Nieuwe toevoegen importeer je een specifieke achtergrond, bijvoorbeeld ontworpen door een AI-beeldgenerator.

Mogelijkheden

Virtuele webcams kun je gebruiken om speciale effecten, filters en grafische overlays aan je live-video toe te voegen, of om de achtergrond te vervagen of te vervangen. Als de gebruikte software dit toelaat, kun je ook afbeeldingen of andere video’s als webcam-uitvoer gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld je computerscherm delen. Tijdens je live-gesprek of -stream wissel je dan tussen video’s, afbeeldingen en zelfs verschillende camera’s, zoals een HDMI-camera die je gebruikelijke videoconferentietool mogelijk niet als (web)camera herkent.

Dit alles maakt dat virtuele webcam-software niet alleen leuk is voor persoonlijk gebruik, maar ook efficiëntere videoconferenties in een zakelijke context, of professionelere videostreams naar platforms als YouTube Live en Twitch mogelijk maakt. Je kunt zelfs de camera van je smartphone als webcam gebruiken. Dat is handig als je een optimaal beeld wilt hebben of als je computer niet over een webcam beschikt.

DroidCam Heb je geen webcam op je pc en wil je alleen je mobiele telefoon als webcam gebruiken tijdens live-videoconferenties? Dan kun je het gratis DroidCam gebruiken, beschikbaar in de officiële appstore van zowel Android als Apple. Op de website van de makers vind je ook een desktopclient voor Linux en Windows. Gebruik eventueel versie 6.x als versie 7.0 nukkig doet, zoals op onze pc.

Start de mobiele app en de desktop-client op. Zorg dat beide apparaten met hetzelfde netwerk zijn verbonden. Op je mobiele app zie je een ip-adres en poortnummer. Beide voer je in op je desktop-app (bijvoorbeeld 192.168.0.165 met standaardpoort 4747). Start daarna je videoconferentie-software en selecteer DroidCam als webcam. In Teams start je bijvoorbeeld een videovergadering, klik je op Meer en kies je Instellingen / Apparaatinstellingen. Bij zowel Microfoon als Camera selecteer je DroidCam (bijvoorbeeld Source 2 of Source 3). Wil je HD-resolutie? Dan heb je de betaalde Pro-versie van DroidCam nodig (ongeveer 5 euro).

Geen webcam? Met Droidcam maak je een virtuele webcam van je mobiele apparaat.

Applicaties

Er zijn verschillende programma’s voor virtuele webcams. In dit artikel focussen we ons op software die onder Windows draait en ook beschikbaar is als mobiele app. Op die manier kun je je smartphone of tablet als webcam gebruiken. Populaire applicaties zijn onder meer FineCam en ManyCam, die we beide kort voorstellen. Daarnaast besteden we aandacht aan een gratis opensource-alternatief: OBS Studio. Met deze tool combineer je meerdere videobronnen en creëer je scènes en overgangen. Dit maakt het bij uitstek geschikt voor live-streaming en schermopnames. OBS Studio ondersteunt bovendien een virtuele webcamfunctie, waardoor je OBS-uitvoer in videoconferentie-apps kunt gebruiken.

FineCam: set-up

Download FineCam. Met een druk op Install zet je de software op je pc. De gratis versie heeft een watermerk in de video. Wil je deze weg hebben? Dan heb je de betaalde Pro-versie nodig. Deze kost eenmalig zo’n 60 euro en ondersteunt ook resoluties van 1080p en hoger.

Na het opstarten kun je via het pijlknopje linksboven je aangesloten webcam selecteren. Een andere optie is om een mobiel Apple- of Android-apparaat te kiezen. Je moet dan wel de mobiele app van FineCam op dit apparaat draaien. Als het apparaat met hetzelfde netwerk is verbonden, druk je op de mobiele app op Connect en bevestig je met Agree in de desktop-app om een verbinding te maken. Het camerabeeld verschijnt dan direct in het applicatievenster.

FineCam: configuratie

FineCam kun je op verschillende manieren aansturen. We beperken ons tot de opties die ook in de gratis versie beschikbaar zijn. Zo kun je bijvoorbeeld het camerabeeld verplaatsen over de achtergrond, maar niet schalen. Bovenaan vind je knoppen om in- en uit te zoomen, het beeld te keren of te roteren en de vorm in te stellen, zoals Rectangle of Circle. Met Adjustment onderaan optimaliseer je de licht- en kleurinstellingen met schuifregelaars, zoals Brightness, Contrast, Saturation en White Balance.

Je kunt ook op Filter klikken om een van de ruim dertig vooraf ingestelde beeldweergaves te selecteren. Is je eigen fysieke achtergrond niet geschikt voor videobellen? Kies dan via Background uit twintig virtuele achtergronden. Of ontwerp je eigen achtergrond door bij AI Generated Background een prompt voor de AI-beeldgenerator in te voeren.

Kies je via Theme een lay-out waarbij je eigen webcambeeld niet het volledige scherm bedekt, dan kun je met Content tegelijkertijd andere inhoud tonen. Denk aan een webpagina, applicatievenster, video (ook via een YouTube-url), iPhone-beeld, PowerPoint-presentatie, tekst of eigen foto. In je videoconferentietool selecteer je FineShare FineCam om de virtuele camera te gebruiken. Mogelijk moet je nog bevestigen met de blauwe knop Virtual Camera rechtsonder in FineCam.

ManyCam: set-up

FineCam bevat ook de knop Multi-scenes waarmee je meerdere virtuele opzetten klaarzet en snel schakelt. Helaas is deze functie alleen beschikbaar in de Pro-versie. Een goed alternatief is dan ManyCam voor Windows en macOS. De betaalde versies zijn er vanaf ongeveer 45 euro per jaar. Je hebt dan geen watermerk en meer effecten, hogere resoluties (full HD tot 4K) en meerdere simultane videobronnen.

We beperken ons hier tot de gratis versie mét watermerk. Start de tool en klik op de plusknop in het hoofdvenster. In het uitklapvenster bij Camera’s selecteer je de gewenste (web)cam. In het rechtervenster kun je allerlei beeldinstellingen aanpassen, zoals Zoomen, Corner Radius, Ondoorzichtigheid en diverse opties bij Color Adjustment.

ManyCam: configuratie

In de gratis versie van ManyCam kun je maximaal twee presets klaarzetten, elk met verschillende beelden en instellingen. Klik op de plusknop in het tweede vakje onderaan het camerabeeld. Je kunt nu een andere camera selecteren of kiezen uit diverse opties, zoals Afbeeldingen en video’s, PowerPoint, PDF, YouTube URL en Desktop. Bij meerdere beeldschermen kun je zelf aangeven welk scherm je live wilt tonen. Andere opties zijn hier onder meer Gebied onder cursors (handig voor het volgen van je muisbewegingen) en App-venster. Net als bij FineCam kun je hier ook een mobiel apparaat gebruiken, waarmee je smartphone of tablet als webcam werkt.

Een preset verwijder je eenvoudig via het prullenbakicoon. Met het knopje met de drie puntjes stel je een visueel overgangseffect in bij het schakelen tussen presets. Er zijn nog vele andere effecten beschikbaar via de toverstaf bovenaan. Kies uit verschillende rubrieken, zoals GIFS (druk op het plusknopje om eigen afbeeldingen te gebruiken), Animals, Emojis en Face Accessories. Via Asset Store download je extra items.

OBS Studio: set-up

Zowel FineCam als ManyCam zijn gebruiksvriendelijke programma’s, maar helaas zijn de mogelijkheden in de gratis versies beperkt en wordt je video ontsierd door een watermerk. Een volledig gratis alternatief is OBS Studio. Download de tool (beschikbaar voor Windows, macOS en Linux) en installeer deze. Bij de opstart merk je al snel dat er veel functies zijn. We beperken ons hier tot enkele leuke opties voor het gebruik van een virtuele camera.

Allereerst controleer je de videoresolutie. Klik rechtsonder op Instellingen en open de rubriek Video. Stel de Basisresolutie bij voorkeur in op die van je monitor (bijvoorbeeld 1920x1080 en 16:9). De Uitvoerresolutie stel je normaal gesproken op dezelfde waarden in, tenzij je videoconferentietool andere waarden voorstelt. Bevestig met OK.

Linksonder in het hoofdvenster merk je dat OBS Studio al één scène heeft aangemaakt. Rechtsklik op deze scène en noem deze bijvoorbeeld Virtuele webcam. Nu moet je natuurlijk nog de gewenste bronnen aan je virtuele webcambeeld toevoegen.

OBS Studio: bronnen

Standaard heeft OBS Studio al één bron toegevoegd: Vensteropname. Je mag deze selecteren en met het prullenbakicoon verwijderen. Druk vervolgens op de plusknop en kies Video opname-apparaat om je fysieke webcam toe te voegen. Kies Nieuwe maken en geef deze als naam bijvoorbeeld Mijn webcam. Bevestig met OK en kies de juiste webcam bij Apparaat. Resolutie/FPS Type staat standaard op die van het apparaat, maar je kunt hier ook Aangepast kiezen. Klik op Video Instellen om allerlei beeldinstellingen te optimaliseren.

Na je bevestiging met OK verschijnt het webcambeeld op je canvas en kun je dit met de muis verplaatsen, roteren en schalen. Dit is vooral interessant als je nog andere content (bronnen) wilt toevoegen. Klik op (De)activeren om de video in één keer zichtbaar of onzichtbaar te maken.

Voor extra content klik je op het plusknopje bij Bronnen en voeg je onderdelen toe zoals Afbeelding, Beeldschermopname, Browser, Diashow, Vensteropname (van een nader te bepalen app) of Mediabron (om bijvoorbeeld een eigen videobestand te tonen). Elk van de toegevoegde bronnen kun je vervolgens positioneren en schalen op je canvas.

Wil je snel kunnen afwisselen tussen een beeld waarin je zelf prominent op de voorgrond staat met een applicatievenster verkleind op de achtergrond, en andersom? Maak dan twee scènes aan. Klik met rechts op je eerste scène, kies Dupliceren en noem deze bijvoorbeeld Applicatie (webcam). Vervolgens schaal je de objecten (bronnen) van de andere scène naar wens. Klik ook met rechts op zo’n object, want er zijn nog veel meer opties. Zo kun je bijvoorbeeld via Volgorde / Naar boven verplaatsen een object in één keer naar de voorgrond halen.

OBS Studio: camera

Vanuit ditzelfde contextmenu kun je nog veel andere bewerkingen uitvoeren. Bij Transformeren bijvoorbeeld vind je opties om het geselecteerde beeld te spiegelen of te draaien, en bij Filters kun je via de plusknop allerlei beeldeffecten toepassen.

Hoe krijg je de klaargemaakte scènes uit OBS Studio in je videoconferentie-app? Dit is wellicht eenvoudiger dan je denkt. Druk rechtsonder in OBS Studio op Start virtuele camera en selecteer in de videoconferentie-app OBS Virtual Camera (bij Skype bijvoorbeeld via Instellingen / Audio en Video, in het uitklapmenu bij Camera). De scène die op dat moment binnen OBS Studio actief is, komt nu in beeld. Een scène-wissel is niet moeilijker dan in OBS Studio de gewenste scène te selecteren.

Onder het camerabeeld bij Scène-overgangen kun je bovendien een transitie-effect instellen dat bij een scène-wissel ook binnen je videoconferentie-app te zien zal zijn. Je kunt op elk moment op Stop virtuele camera drukken om de videostream vanuit OBS Studio te onderbreken.