ID.nl logo
Getest: dit zijn de beste wifi-mesh-systemen van nu
© PXimport
Huis

Getest: dit zijn de beste wifi-mesh-systemen van nu

Het wifi-mesh-systeem begon jaren geleden als een niche-alternatief voor de traditionele router, maar is inmiddels dé standaardoplossing voor gewoon goede wifi in de meeste huizen. Zeker wanneer kabels trekken niet gewenst of mogelijk is. Nu de meeste nieuwe telefoons en laptops voorzien zijn van wifi 6, leek het ons een goed moment voor een vergelijkende test van systemen op basis van deze wifi-standaard. Welke set is de beste en welke biedt de meeste waar voor je geld? Wij zochten het uit.

De insteek van deze test, en wifi-mesh-systemen als product, is eenvoudig: jij wilt met zo min mogelijk gedoe gewoon goede wifi in huis. Vooral dat woordje ‘gedoe’ was in de begindagen van wifi nog wel een struikelblok. Het vereiste toch al snel wat technische kennis om je router op te zetten. Mesh-systemen van het eerste uur deden dat overigens niet altijd beter, menig setje bleek alsnog lastig om te installeren en sommige werkten uiteindelijk ook bar slecht. Inmiddels is de wifi-mesh-markt dermate volwassen dat dat eigenlijk geen probleem meer is.

We zien weliswaar sets met verschillen in mogelijkheden en prestaties, maar één ding hebben alle systemen in deze test na al deze jaren gemeen: installatie is een peulenschil en doe je binnen enkele minuten vanaf je telefoon. Je hoeft dus geen IT-nerd te zijn om je eigen huis met deze oplossingen van een goede wifi-dekking te voorzien.

Sets

Ook het basisconcept van alle elf systemen is hetzelfde: je koopt een set met een x-aantal verschillende units (ook nodes, satellieten of accesspoints genoemd) en die verdeel je door je huis, zodat je overal goed bereik en goede snelheden haalt. Daarbij hoef je geen kabels te trekken, wat een van de grootste bezwaren is tegen een traditionele accesspoint-opstelling. De nodes bouwen zelf onderlinge verbindingen op en versterken zo het bereik en het signaal.

Dat geeft in de regel een betere dekking en betere prestaties dan de traditionele router. Zeker vergeleken met ‘gratis’ modem/routers van providers, maar ook de meest dikke, extreme high-end routers kunnen vaak gewoon niet op tegen de afstanden en stevige bouwmaterialen van menig huis in de Benelux.

Voordelen van wifi-mesh

Het grootste voordeel hebben we reeds genoemd: elke node kan draadloos verbinden met andere nodes. Ze hebben dus wel stroom nodig, maar je hoeft geen netwerkkabels door het huis te trekken. Is een deel van je huis wel, en een ander deel van je huis niet bekabeld, dan is een wifi-mesh-systeem ook ideaal. Nodes die aan de kabel hangen bieden dan nog betere prestaties, terwijl je óók gewoon goed bereik kunt halen op plekken waar geen kabel ligt.

Waar traditionele routers vereisen dat je het ip-adres opzoekt en verbinding maakt met een webinterface, is een mesh-set ook veel gebruiksvriendelijker. Vaak heb je alle controle over je netwerk via een app op je telefoon. Ook worden de mogelijkheden doorgaans redelijk goed uitgelegd, zodat je ook als beginner wat geavanceerdere opties zoals gastnetwerk, QoS en opties voor ouderlijk toezicht goed kunt instellen.

Nadelen van wifi-mesh

Hoe goed en gebruiksvriendelijk wifi-mesh-systemen ook zijn, er zijn wel degelijk tegenargumenten te bedenken. De grootste bedenkingen kun je hebben tegen draadloze verbindingen in het algemeen. Hoe goed wifi zich ook ontwikkeld heeft, er gaat nog altijd niets boven een goede bekabeling als je huis dat toestaat. Er zijn nu eenmaal muren en plafonds waar je met geen geweld een goede draadloze verbinding doorheen krijgt.

Ook met bekabeling kun je overigens deze mesh-sets overwegen, want in tegenstelling tot voorgaande jaren zijn alle sets in deze test in staat om kabels te gebruiken als onderliggende verbinding (ook wel de backhaul genoemd). Maar heb je al kabels liggen, dan bieden echte accesspoints vaak betere prestaties en meer mogelijkheden. In hun streven om gebruiksvriendelijk te zijn, bieden de meeste mesh-systemen maar in beperkte mate geavanceerde mogelijkheden. De mogelijkheden wisselen per merk, maar ASUS is eigenlijk de enige die écht alle routermogelijkheden biedt. Echte accesspoints gaan vaak nog verder, maar vereisen zowel beheer als kennis.

©PXimport

Toch kiezen voor wifi 5?

In vorige vergelijkende tests van wifi-mesh-systemen noemden we ook de prijs van dergelijke systemen als voordeel. Voor de prijs van een beetje leuke router (circa 100 euro) kon je soms al wifi-mesh-setjes vinden. De wifi 6-systemen zijn vooralsnog een stuk duurder. Zoek je gewoon een simpel en betaalbaar setje om je bereik wat te vergroten? Dan zijn oudere mesh-sets met wifi 5 nog altijd prima. Denk bijvoorbeeld aan de TP-Link Deco M4, die in onze eerdere vergelijkende test de beste deal bleek voor een echt lage prijs. Je vindt onze vorige vergelijkende test van systemen op basis van wifi 5 via www.tiny.cc/ctwm20.

©PXimport

Waarom wifi 6?

Wellicht vraag je je af waarom je überhaupt wifi 6 wilt hebben. De maximale snelheid ligt weliswaar een stuk hoger (bij een enkel apparaat en een rappe mesh-node maximaal zo’n 900 Mbit/s ten opzichte van 600 Mbit/s bij wifi 5), maar beide generaties wifi zijn voor tal van doeleinden eigenlijk al genoeg. Als je puur wat wilt internetten, hoef je niet per se warm te lopen voor wifi 6.

De technologie brengt wel grote verbeteringen met zich mee voor huishoudens met meerdere gebruikers en een groot aantal apparaten zoals laptops, telefoons en smarthome-apparatuur. Dankzij Orthogonal frequency-devision multiple access (OFDMA) zijn wifi 6-netwerken veel beter in staat om meerdere apparaten gelijktijdig van hogere snelheden te voorzien. Je kunt hierdoor meerdere snelle wifi 6-clients tegelijkertijd gebruiken. Alle gebruikers halen dan hogere snelheden én lagere latentie, wat specifiek voor gamers weer voordelen heeft.

Hoewel veel (smarthome-)hardware nu nog geen wifi 6 gebruikt, zal dat in de toekomst wel anders zijn. Een goede wifi-mesh-set koop je veelal met het idee om er enkele jaren niet aan te hoeven sleutelen.

Waar moet je op letten?

Besluit je voor een wifi 6-oplossing te gaan, dan is er een aantal zaken waar je op moet letten. Het meest cruciale is hoe elke set zijn antennes heeft ingedeeld en de resulterende AX-klasse. Helaas hebben de fabrikanten hier allemaal hun eigen opvattingen over, waardoor het voor ons lastig wordt om een specifieke AX-klasse aan te bevelen.

Uiteraard is een AX6000-set beter dan een AX1800-set, maar als de getallen wat dichter bij elkaar liggen, is hoger niet automatisch beter. Zo doet de Netgear Orbi AX4200 niet per se onder voor de ASUS AX5400 XD6. Dat komt door de antennelay-out. De genoemde klasse is simpelweg een optelsom van het maximale dat elk van de antennes te bieden heeft. Hoe dat getal tot stand komt, kan sterk wisselen.

Zoek je een echt goede oplossing, kijk dan naar sets die in de tabel gemarkeerd staan als triband. Die hebben een extra netwerk voor de draadloze verbinding tussen de nodes. Een ander aspect waarin de sets sterk verschillen, is het aantal aansluitingen per node. Je kunt op een node namelijk ook bedrade appratuur aansluiten. Denk bijvoorbeeld aan je mediaspeler.

Ook verschillen de sets sterk in afmeting en ontwerp. Dat klinkt als bijzaak, maar omdat je ze voor het beste resultaat vrij in het zicht moet neerzetten, is het uiterlijk niet onbelangrijk. Opvallend detail: vrijwel alle behuizingen zijn wit, alleen ASUS geeft je de mogelijkheid om de sets in een zwarte uitvoering te bestellen.

©PXimport

Twee of toch drie stuks?

Een belangrijke vraag is: heb je een set van twee of drie nodes nodig? Om die vraag te beantwoorden, is het handig om te weten dat je een extra satelliet bij voorkeur gebruikt om vanaf de centrale node een andere kant op te versterken. Het is beter om geen ketting van satellieten te maken. Bij elke stap verlies je nu eenmaal capaciteit en stabiliteit. Je kunt met een set van drie nodes bijvoorbeeld met de ene satelliet het netwerk boven versterken en met de andere satelliet het netwerk richting de tuin versterken.

Overigens kan een keten in een huis met drie verdiepingen zeker zijn nut hebben als je ook op zolder de beste wifi-dekking vereist, maar we raden dan wel een triband-set aan. In een appartement is een set van twee stuks soms voldoende om de juiste dekking te bereiken.

De testopstelling

Omdat wifi 6 hogere snelheden biedt en beter om kan gaan met meerdere apparaten, wordt het testen ervan complexer. Waar we bij wifi 5-sets met één laptop al limieten konden ontdekken, is dat met de wifi 6-oplossingen een stuk pittiger.

We hebben gekozen voor drie specifieke testscenario’s. Als eerste testen we de maximale snelheid die je kunt halen met één laptop voorzien van een Intel AX201 wifi-adapter in de nabijheid van de node. We gebruiken voor deze test één apparaat, omdat je met twee apparaten op de meeste sets de limiet van de wan-poort aantikt en deels omdat je soms gewoon het beste wilt halen uit één machine. Dit is tevens de snelheid die je grofweg mag verwachten op een bedraad aangesloten node.

Voor de andere twee tests plaatsen we een tweede node één verdieping hoger en circa vijftien meter hemelsbreed van de hoofd-node. Vervolgens gaan we voor de tweede test (‘Snelheid eerste verdieping’ in de tabel) met twee apparaten aan de slag in de nabijheid van die tweede node. Hierdoor zien we vooral wat de onderliggende backhaul in huis heeft.

Voor de derde test (‘Snelheid zolder’ in de tabel) nemen we beide laptops wederom één verdieping hoger en circa vijftien meter verder. Hier leunen we dus zowel op de backhaul als de signaalsterkte per node. We kijken specifiek naar totale downloadsnelheden via een bedrade server. We noteren het gemiddelde over meerdere testsessies.

Geen pand is hetzelfde

Hoewel onze testopstelling na uitvoerig testen en frequent hertesten tot stand is gekomen, blijft het slechts één enkele situatie. Draadloze prestaties blijven sterk situatieafhankelijk en het is dus goed mogelijk dat de prestaties in onze panden anders uitvallen dan bij een andere test. Dat is een onvermijdelijk kwaad. Zelfs onze voorzichtig gewogen test kan geen garanties bieden dat een product ook in jouw omgeving goed gaat werken. Alleen een fysieke kabel staat écht garant voor zekerheid.

©PXimport

TP-Link Deco

TP-Link is een mesh-bouwer van het eerste uur en dat zien we vandaag de dag terug in een ruim assortiment en een goed uitgewerkte gebruikservaring. De installatie is in onze optiek de meest gebruiksvriendelijke van allemaal. De app werkt goed en biedt de meest gangbare routerfunctionaliteit, van gastnetwerken tot opties voor ouders.

Echt geavanceerde mogelijkheden ontbreken en we ergeren ons ook aan zaken als een verplichte registratie en online account. Dat lijkt echter het nieuwe normaal voor mesh-systemen.

TP-Link staat tevens bekend als prijsvechter en ook dat zien we terug in de vergelijkingstabel. De Deco X20 en de iets snellere X60 behoren beide tot de goedkopere opties in het veld. Het kleine prijsverschil tussen die twee zet ook direct druk op de goedkoopste optie. Als je al bereid bent 249 euro neer te leggen voor een set van drie nodes, is de stap naar 329 euro niet zo heel gek. Zeker wanneer je ziet dat je rond de node zelf significant hogere snelheden kunt halen met de X60.

Wanneer je alle nodes draadloos plaatst en écht goede prestaties wilt, blijft het de moeite om extra te investeren in een duurdere triband-oplossing. Wanneer je een of meerdere nodes kunt bekabelen, dan biedt de Deco X60 wel veel prestaties voor het geld.

In het hogere segment doet TP-Link mee met de Deco X90. Dit zijn aantrekkelijke kastjes met onder meer een 2,5Gbit/s-aansluiting, handig voor een extra snel thuisnetwerk en goede prestaties. Het setje van twee nodes is aantrekkelijk geprijsd, maar de losse nodes zijn relatief duur, al geldt dat ook voor andere sets. De Deco X90 is gezien zijn specificaties en prestaties ook bedoeld voor wat geavanceerdere gebruikers.

Vergeleken met de systemen van Netgear en zeker ASUS valt op dat TP-Links webinterface heel beperkt is. Eigenlijk kun je in de webinterface alleen de status van het systeem controleren. Om instellingen te wijzigen, moet je de app gebruiken. Dat geldt overigens ook voor de andere twee geteste Deco-systemen, maar bij de duurdere Deco X90 vinden we dit nadeel nog net iets zwaarder wegen.

©PXimport

Deco X20

Prijs
€ 202,- (voor twee nodes)
Website
https://nl.tp-link.com6Score60

  • Pluspunten

  • Lage prijs

  • Goede dekking

  • Eenvoudige installatie

  • Minpunten

  • Iets duurdere X60 is sneller

  • Dualband

  • Beperkte webinterface

Deco X60

Prijs
€ 279,- (voor twee nodes)
Website
https://nl.tp-link.com8Score80

  • Pluspunten

  • Lage prijs

  • Eenvoudige installatie

  • Aantrekkelijk bij (deels) bekabeld

  • Minpunten

  • Dualband

  • Beperkte webinterface

Deco X90

Prijs
€ 399,- (voor twee nodes)
Website
https://nl.tp-link.com9Score90

  • Pluspunten

  • Goede prestaties

  • Gebruiksvriendelijk

  • Eenvoudige installatie

  • Multigigabit-lan-poorten

  • Minpunten

  • Beperkte webinterface

©PXimport

Linksys Velop

Linksys maakte in de begindagen van de mesh-systemen een beetje een valse start. De Velop-lijn was er relatief vroeg bij, maar in de beginjaren lieten het installatiegemak en de prijs-prestatieverhouding nog wel wat te wensen over.

Wat installatiegemak betreft heeft Linksys aardige stappen gemaakt. De installatie duurt wellicht een klein minuutje te lang omdat je nog ouderwets een wachtwoord moet invullen dat onderop staat, maar daar gaan we niet over vallen. Net als bij de andere merken is de app relatief overzichtelijk en toegankelijk voor beginners.

Hoewel de algehele ervaring en de prestaties prima aanvoelen, valt de prijs-prestatieverhouding van de twee Velop-sets tegen. De duurdere AX5300 valt eigenlijk tussen wal en schip. Hij kost aanzienlijk meer dan de Deco X90, ZenWiFi AX en de Orbi AX4200, terwijl hij gemiddeld wat trager is. En de Netgear Orbi AX6000 is weliswaar nog duurder, maar die biedt wél echt meerwaarde voor die (exorbitante) meerprijs.

De goedkopere Velop-set zorgt vooral voor verwarring, omdat de sets van twee en drie nodes meer kosten dan wanneer je het gewenste aantal nodes per stuk in huis haalt. Prijzen wisselen van dag tot dag, maar deze scheve verhouding bestaat inmiddels al enige tijd.

Als we de relatief lage individuele node-prijzen aanhouden, dan heeft die goedkopere Velop AX4200 het alsnog een tikkeltje lastig. Zo bieden de Orbi AX4200 en de ZenWiFi AX iets betere prestaties voor grofweg hetzelfde geld, zonder dat Linksys daar voldoende tegenoverzet. De Velop heeft wel meer lan-poorten dan de Orbi-sets, maar dat kun je met een switch van 20 euro ook verhelpen.

Kortom, Linksys heeft op zich aardige sets in huis, maar zal of de prestaties verder moeten opvoeren of de prijzen moeten aanscherpen om echt interessant te worden.

©PXimport

Linksys Velop AX4200

Prijs
€ 399,- (voor twee nodes)
Website
www.linksys.com7Score70

  • Pluspunten

  • Triband

  • 4 lan-poorten per node

  • Minpunten

  • Relatief duur

Linksys Velop AX5300

Prijs
€ 564,- (voor twee nodes)
Website
www.linksys.com7Score70

  • Pluspunten

  • Triband

  • 4 lan-poorten per node

  • Minpunten

  • Relatief duur

Netgear Orbi

Het was Netgear dat vanaf het eerste jaar echt wist te overtuigen met zijn Orbi-systemen. Door de jaren heen hebben enkele concurrenten het Netgear soms lastig gemaakt, maar geen enkele fabrikant ging de afgelopen jaren naar huis met zoveel Best getest-awards als Netgear met zijn Orbi-systemen.

Dit jaar is geen uitzondering, want de Orbi RBK852 (of RBK853 voor het setje met drie nodes) scoort simpelweg het best als het op bereik en prestaties aankomt. Daar staat wel een extreme meerprijs tegenover. De set kost bijna het dubbele van de leuke middenklassers in deze test.

Die forse meerprijs hakt in op ons humeur als we zien dat de Orbi RBK852 niet op elk vlak de ultieme keuze is. Zo ontbreekt een multigigabit-lan-poort, zuur wanneer je bedenkt dat deze set de gigabitbarrière makkelijk kan doorbreken (wanneer we louter draadloos testen). Via lan-teaming kun je daar wel omheen werken, maar dat is iets wat we gezien de nichedoelgroep niet standaard testen. Er is overigens wel voorzien in een multigigabit-wan-poort, maar die is slechts beperkt nuttig.

Desondanks is er zoiets als ‘de beste’. Is geld dus geen bezwaar en wil je zeker zijn van goede wifi-prestaties, dan ben je op de RBK852 aangewezen. Als deze set niet werkt, dan werkt geen enkele set. Zelfs met een plafond en een flinke afstand weet de backhaul nog praktisch de volledige snelheid door te voeren en zien we structureel de beste scores.

Onder in de markt is de Orbi AX1800 een echte prijsvechter, maar ook voor Netgear geldt: instap-mesh-setjes met wifi 6 zijn gewoon niet zo interessant. Als je louter goedkoop wilt, kun je voor dergelijke bedragen beter een goede triband-mesh-oplossing met wifi 5 kopen. Ook de TP-Link Deco X60 doet het leuker voor nauwelijks meer.

Het is de Orbi AX4200, of RBK752, die wel een mooie balans weet te slaan. Met 699 euro voor een setje van drie nodes is hij niet bepaald goedkoop, maar hij biedt duidelijk meerwaarde boven de goedkopere sets. Het feit dat de meeste mensen in dit segment wel drie units zullen overwegen, plus de voordelen van een kinderlijk eenvoudige installatie en een van de betere app-ervaringen, maken dit een van dé middenklassers van dit moment.

©PXimport

Orbi AX1800 (RBK352/353)

Prijs
€ 249,- (voor twee nodes)
Website
www.netgear.nl6Score60

  • Pluspunten

  • Gebruiksvriendelijk

  • Goed bereik

  • Minpunten

  • Prijs-prestatieverhouding

Orbi AX4200 (RBK752/753)

Prijs
€ 479,- (voor twee nodes)
Website
www.netgear.nl9Score90

  • Pluspunten

  • Sterke mesh-prestaties

  • Gebruiksvriendelijk

  • Goede prijs-prestatieverhouding

  • Minpunten

  • Hoge prijs voor extra nodes

  • Geen multigigabit-lan

Orbi AX6000 (RBK852/853)

Prijs
€ 769,- (voor twee nodes)
Website
www.netgear.nl10Score100

  • Pluspunten

  • Beste prestaties

  • Beste bereik

  • Gebruiksvriendelijk

  • Minpunten

  • Extreme prijs

  • Geen multigigabit-lan

©PXimport

ASUS ZenWiFi

Net als Linksys maakte ASUS eigenlijk een valste start op gebied van wifi-mesh-systemen. De eerdere Lyra-systemen wisten geen al te beste indruk te maken. Maar de hoog aangeschreven routerfabrikant wist zich uitstekend te herpakken met de ZenWiFi-serie, waarmee het vorig jaar het vuur aan de schenen van Netgears Orbi-lijn legde. Ook dit jaar slaagt ASUS daar weer in, al slaat elk van de drie ZenWifi-systemen toch duidelijk een eigen weg in.

Net als bij de concurrenten vinden we de AX1800-oplossing, de ZenWiFi mini, niet bijster interessant. Deze biedt aardige prestaties, zolang je maar niet de grenzen opzoekt. Toch moet het je echt te doen zijn om de extreem lage prijs, de minuscule kastjes of het feit dat ASUS wél zwarte kleurstellingen aanbiedt.

De ZenWiFi XD6 is vooral verwarrend, want dat is een dualband-oplossing in een triband-prijsstelling. Dat resulteert in sterke prestaties rond de node, maar bij intensieve mesh-belasting breekt de afwezigheid van een extra band hem toch echt op. Desondanks is het een leuke set voor wanneer een deel van je huis bekabeld is, en vooral wanneer je de flink uitgebreidere routermogelijkheden van ASUS weet te waarderen.

In tegenstelling tot de uitgeklede mogelijkheden van de concurrentie krijg je bij ASUS namelijk wel gewoon de volledige routerfunctionaliteit met onder meer een goede, uitgebreide webinterface en de nodige extra’s, zoals meerdere vpn-functies en maar liefst drie gastnetwerken. Het zal niet iedereen interesseren, maar voor wie een typische mesh-set net iets te ‘consumer’ is, is dit wel aantrekkelijk. Tenminste, zodra de prijzen zakken, want het feit dat hij op het moment van testen praktisch evenveel kost als zijn grotere broer is lastig uit te leggen.

Het is dan ook de ‘prosumer’-insteek gecombineerd met écht goede prestaties die de nipt duurdere ZenWiFi AX erg interessant maken voor die iets veeleisendere gebruiker en techliefhebber. Hij scoort consequent heel erg goed. Vergeleken met andere sets krijg je meer routermogelijkheden, extra lan-poorten en de mogelijkheid om de kleurstelling te kiezen. Jammer voor techfans is dan weer wel dat multigigabit-lan-poorten ontbreken. Daarvoor moet je vooralsnog bij TP-Link zijn. Toch is de ZenWiFi AX een van de sterkste opties die de markt te bieden heeft.

©PXimport

Asus ZenWiFi Mini

Prijs
€ 189,- (voor drie nodes)
Website
www.asus.nl6Score60

  • Pluspunten

  • De kleinste nodes

  • Prima bereik

  • Goedkoopste set

  • Minpunten

  • Dualband

Asus ZenWiFi XD6

Prijs
€ 385,- (voor twee nodes)
Website
www.asus.nl6Score60

  • Pluspunten

  • Goede prestaties rond bedrade nodes

  • Uitgebreide softwarefeatures

  • Minpunten

  • Dualband

  • Relatief duur

Asus ZenWiFi AX (XT8)

Prijs
€ 399,- (voor twee nodes)
Website
www.asus.nl9Score90

  • Pluspunten

  • Uitgebreide softwarefeatures

  • Goede prestaties

  • Goede prijs-prestatieverhouding

  • Minpunten

  • Geen multigigabit-lan-poorten

©PXimport

Conclusie

Met het volwassen worden van wifi-mesh-systemen komt de nadruk onvermijdelijk op de prijs te liggen. Dat wil zeggen dat aanbiedingen het verschil kunnen maken tussen een goede of juist een matige aankoop. Vooral in het lage en het middensegment is dat het geval.

Een mooie korting kan het verschil maken, zeker rond de 350 tot 400 euro. Binnen dat prijsbereik zien we enkele zeer capabele triband-oplossingen zoals de Netgear Orbi AX4200, de TP-Link Deco X90 en de ASUS ZenWiFi AX. De genoemde set van ASUS presteert uitstekend en biedt extra uitgebreide routerfunctionaliteit. Daarmee verdient de ZenWiFi AX het predicaat redactietip.

De dualband-instapsetjes (AX1800) vinden we eigenlijk geen van alle echt interessant. De bovengenoemde triband-oplossingen zijn een mooie investering voor de komende jaren. Als je als eenvoudige gebruiker weinig meer wilt dan gewoon goed bereik, kun je prima met de nog veel goedkopere wifi 5-sets af.

Alleen de Deco X60 vinden we de moeite waard als je huis (grotendeels) bekabeld is. Dan krijg je veel prestaties per node voor een relatief bescheiden prijs. Daarom geven we ook deze set het predicaat redactietip mee. De meeste AX1800-sets lijken vooral bedoeld om minder geïnformeerde consumenten te lonken met wifi 6. Ze werken an sich best prima, maar ze vallen tussen wal en schip.

De top van de markt wordt gedomineerd door de Orbi AX6000 (RBK852/853) die niet alleen goede prestaties biedt, maar ook ongevoelig is voor de exacte plaatsing van de nodes. Daardoor heb je al snel een goed resultaat. De prijs is wel erg fors, maar voor eenieder die echt helemaal klaar is met storende wifi-verbindingen en ongeacht de prijs gewoon de allerbeste set zoekt, is de Orbi AX6000 ongeëvenaard. Als dit model niet voldoet, rest er maar één oplossing: kabels trekken.

▼ Volgende artikel
Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd
Huis

Review LG OLED EVO 65G56LS – Opnieuw de grens verlegd

LG blijft verbetert de oled-techniek nog veel verder en dat werpt dit jaar eindelijk zijn vruchten af. De LG OLED EVO 65G56LS is uitgerust met een nieuw type oled-paneel dat aanzienlijk meer piekhelderheid en kleurbereik levert. Daarnaast heeft LG webOS 25 uitgerust met een aantal AI-functies die het gebruiksgemak moeten verbeteren.

Fantastisch
Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De LG OLED EVO 65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit. De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

Plus- en minpunten
  • Alpha11-processor met uitstekende beeldverwerking
  • Fantastische HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Goede kijkhoek en anti-reflectie
  • WebOS 25, met vijf jaar lang nieuwe versies
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Geen ondersteuning voor HDR10+ en DTS
  • Voorlopig weinig meerwaarde met AI

 

LG OLED EVO 65G56LS (2025)

  • Adviesprijs: 3,299 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 165 Hz W-OLED-tv
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 3x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, 1x IR-blaster, Wifi 6 (802.11ax), ethernet, Bluetooth 5.3, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, webOS 25, AirPlay 2, Google Cast, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 11 gen2 processor
  • Afmetingen: 1.441 x 910 x 263 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 26,6 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 85 kWh (E) / HDR 222 kWh (G) 

De nieuwe G-serie van LG is verkrijgbaar in twee versies. Een met een centrale voet in doos zoals ons testmodel, te herkennen aan de letters ‘LS’ achteraan en een model met een meegeleverde wandbeugel, die modellen hebben de letters ‘LW’ achteraan. De G-reeks mikt nog steeds in eerste instantie op wandmontage. Het toestel zelf is 24mm diep, dat lijkt misschien veel, maar die dikte heeft het wel over het hele oppervlak. Er is geen behuizing voor elektronica die verder uitsteekt. De rand is afgewerkt met een zilverkleurige strip, en dat geeft deze tv van opzij bekeken echt een premium look. De wandbeugel is verstelbaar, je kunt het toestel beperkt links en rechts draaien. De voet kun je monteren in twee posities, hoog en laag, in de hoge positie is er ruim plaats voor een soundbar. Het moet gezegd ook op een tv-meubel ziet hij er prima uit, wandmontage is zeker geen verplichting. 

Aansluitingen

De selectie aansluitingen die LG gebruikt is al enige tijd onveranderd gebleven, maar is dan ook erg goed. Met vier hdmi-poorten die allemaal de maximale hdmi 2.1-bandbreedte (48Gbps) leveren, zitten gamers in ieder geval gebeiteld. Verdere gamingfuncties zijn ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync). PC-gamers kunnen zelfs tot 4K165 gaan, dat is een duidelijke upgrade ten opzichte van vorig jaar. Input-lag is altijd een sterk punt geweest bij LG, dat is dit jaar niet anders, in 4K60 meten we 10,5ms, in 2K120 zelfs maar 5,5ms. Op poort 2 kan je ARC/eARC gebruiken, gamers die een soundbar willen aansluiten, houden nog steeds drie volwaardige HDMI-poorten over. 

Wil je de opstelling zo netjes mogelijk houden, altijd mooi bij een premium tv, dan kun je de bijgeleverde IR-blaster gebruiken om brontoestellen te besturen met de LG-afstandsbediening, ook als die apparaten bijvoorbeeld in een kast staan. De G5 ondersteunt het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association), maar is beperkt tot 2.1-configuraties. Daarmee is jammer genoeg geen draadloze surroundopstelling mogelijk. Alle kabels kun je via twee clips en twee verzonken kanalen wegleiden naar de voet. 

Nieuw oled-paneel, nieuw record

Nieuwe ontwikkeling op vlak van oled-technologie zijn niet uitzonderlijk. Twee jaar geleden introduceerde LG bijvoorbeeld oled-panelen met een laag microlenzen die voor een mooie verbetering in helderheid zorgden. Die microlenzen zijn op de G5 echter niet meer aanwezig. In ruil gebruikt dit model een gloednieuw paneel dat een andere opbouw van de oled-materialen gebruikt. Onder de naam OLED evo Met Brightness Booster Ultimate belooft de G5 hogere piekhelderheid en een breder kleurbereik. En dat blijken geen loze beloftes. Op het 10%-venster haalt de G5 2409 nits, en op een volledig wit beeld zelfs 356 nits. 

Lees ook: Zo testen we televisies

Dat alles gemeten in de uitstekend gekalibreerde HDR Filmmaker mode. Ter verduidelijking, dat is een 50 procent verbetering tegenover de G4 van vorig jaar, en voldoende om de kop van het oled-peloton aan te voeren. Vooral de verbetering op het volledig wit veld is impressionant. Daardoor moet de G5 nu de helderheid veel minder laten dalen als het beeld veel wit bevat, iets wat op vorige generaties nog merkbaar was. Ook het kleurbereik is weer groter geworden, en met 99,9% P3 is de G5 perfect uitgerust voor prachtige HDR-beelden. Het paneel had een uitstekende uniformiteit en weert zeer goed reflecties. De kijkhoek is prima.

De Filmmaker Mode is er voor wie minimale beeldverwerking wil, en de mooiste beelden getrouw aan de intentie. In SDR laat dat prachtige resultaten zien, maar de echte pracht van de G5 komt tevoorschijn bij HDR-beelden. Ook hier is de kalibratie nagenoeg perfect met enorm veel witdetail, intense kleuren, en dankzij de hoge piekhelderheid tintelende lichtaccenten. Kleuren worden goed bewaard als ze zeer helder zijn, dat dankt de tv aan het nieuwe paneel. Enkel in de donkerste beelden laat de G5 wat steken vallen. Er is veel schaduwdetail, maar in sommige beelden merken we veel ruis die het beeld ruw maakt en detail verbergt. In een ander geval was er wat blokvorming en bandvorming zichtbaar. We hopen dat LG nog wat aan de software kan sleutelen. 

Prima beeldverwerking

De Alpha11 beeldprocessor is aan zijn tweede generatie toe, maar nieuwe features lijken er niet te zijn. De upscaling en ruisonderdrukking zijn erg goed. In deinterlacing van 1080i-beeld merkten we op een testpatroon opnieuw een foutje waardoor kamvorming zichtbaar was, al bleek dat bij de meeste content niet tot problemen te leiden. Kleurstroken in zachte gradiënten elimineer je met de Vloeiende Gradatie-instelling, maar activeer die enkel als je het echt nodig acht, en dan alleen in de laagste stand. In een van onze testclips veegde die instelling ook wolken uit de lucht. Ook de dynamische tonemapping waar we gebruikelijk erg tevreden over zijn, laat je op dit model beter uit inactief.

Die maakte het beeld te helder, waardoor het aan contrast en impact verliest. Bovendien levert de G5 ook zonder dynamische tonemapping knap beeld. Goede punten waren er voor de bewegingsscherpte. Het oled-paneel laat nauwelijks of geen dubbele rand optekenen rond bewegende voorwerpen. Wie in 24Hz-filmmateriaal te veel last heeft van judder bij snelle camerabewegingen, activeert best TruMotion, bijvoorbeeld in ‘Cinematografische Beweging’ als je minimale invloed wenst. Maar ook hogere instellingen leverden goede resultaten, en de G5 toonde erg weinig beeldfouten zelfs met TruMotion in de Vloeiend-stand. 

Geen DTS-ondersteuning meer

Het is jammer, maar de G5 ondersteunt alleen nog maar Dolby Atmos, geen DTS meer. Vooral voor mensen met een uitgebreide bibliotheek Blu-ray schijven is dat een tegenvaller. Streaming gebruikt overwegend Dolby Atmos, dus daar weegt dat gebrek minder. De 60 Watt 4.2 kanaalsoplossing leek ons onveranderd. De klank is goed gebalanceerd, met een warm karakter en duidelijke baslijn. Zelfs surround is goed hoorbaar. Voor veel mensen zal dit volstaan, maar voor echte bioscoop audio zal een soundbar toch vereist zijn. Nieuw dit jaar is de Personal Sound Wizard. Die laat je een aantal keer in groepen van vier fragmenten horen met verschillende geluidsinstellingen, jij duidt aan wat je het best vindt klinken. Na de test bepaalt de processor op basis van je keuzes je geprefereerde klankinstellingen. Iets gelijkaardig bestond vorig jaar al voor beeld, maar we vinden dat je daar beter voor Filmmaker Mode of Cinema beeldmode kiest. Bij audio mogen persoonlijke voorkeuren wat meer doorwegen. 

WebOS 25, AI als persoonlijk hulpje

Kunstmatige intelligentie moet de nieuwe troef zijn van webOS 25, maar al deze nieuwe functies bleken niet te werken in het Nederlands. Voice ID, waarbij de tv je herkent op basis van je stem is nog niet beschikbaar in Nederlands. Maar ook andere functies, zoals de AI Chatbot die je moet helpen bij eenvoudige vragen zoals het aanpassen van beeldkwaliteit of aanbevelingen geven voor content, leek zelden te weten wat hij met onze vragen moest doen. LG kondigde ook generatieve kunst aan die je kan gebruiken in de screensaver, maar ook dit was nog niet beschikbaar. Nu missen we die AI-functies wel niet, de G5 is zo ook gebruiksvriendelijk, maar we hopen toch dat dit via software updates verbeterd wordt. 

In dit overzichtsartikel vind je alle informatie over webOS. WebOS 25 is van uitzicht niet echt veranderd op wat details na. Zo kan je live tv en HDMI-ingangen nu als tegels toevoegen in de rij met apps op het Home-scherm. Apps en Quick Cards die je niet gebruikt, kan je verbergen. Het app-aanbod is erg ruim en de G5 ondersteunt Airplay2 en Google Cast. LG toont helaas reclame op het Home-scherm en in de screensaver, lees in dit artikel hoe je reclame verwijdert.

De ‘Magic Remote’ heeft een nieuw ontwerp gekregen. Een rechthoekige vorm met afgeronde hoeken, en vooral minder toetsen. Weg zijn de cijfer- en kleurtoetsen, de volume- en kanaaltoetsen zijn nu kanteltoetsen. De mute-toets is verdwenen, muten doe je door de volume knop lang naar beneden te duwen. De ingangen-toets is vervangen door een Home Hub-toets, maar wanneer je die lang indrukt, toont de tv de ingangen. De aanwijsfunctie is gebleven, je kan de cursor op het scherm besturen door de afstandsbediening te bewegen. De afstandsbediening oogt moderner, en het gebruiksgemak is prima, maar we zouden hem niet beter noemen dan de oude versie. 

Conclusie

LG toont met de G5 dat er nog flink wat vooruitgang geboekt kan worden in oled-technologie. Perfect is deze tv echter nog niet, vooral in heel donkere beelden moet LG de software nog aanpassen om ruis en zichtbare gradaties te vermijden.  De OLED65G56LS haalt uit het nieuwe oled-paneel echter wel een indrukwekkende piekhelderheid, en erg ruim kleurvolume. We durven bijna zover gaan om te zeggen dat hij de klassieke zwakke punten van oled elimineert. Samen met de uitstekende kalibratie geniet je zo in Filmmaker Mode van bijna referentie beeldkwaliteit.

De ingebouwde luidsprekers leveren een aangename klank, wel jammer dat LG DTS-ondersteuning geschrapt heeft. De nieuwe AI-features in webOS 25 moeten duidelijk nog verder rijpen, voorlopig leveren ze geen meerwaarde, maar webOS blijft wel erg gebruiksvriendelijk. De nieuwe afstandsbediening sluit aan bij de moderne trend met minder toetsen. Gamers tot slot vinden op de G5 alles wat ze maar kunnen wensen. Dit is een topmodel, met een bijhorend prijskaartje, maar hij is het zeker waard.

▼ Volgende artikel
Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android
Huis

Tekst kopiëren en plakken? Zo krijg je toegang tot het klembord op Android

Het is misschien niet het eerste waar je aan denkt, maar ook Android heeft – net als Windows – een klembord. Daarmee kun je gemakkelijk tekst kopiëren van de ene app naar de andere. Maar hoe open je dat klembord eigenlijk? En waar vind je wat erop staat? Je leest het in dit artikel!

Wat gaan we doen?

In dit artikel leggen we uit hoe kopiëren en plakken in Android precies werkt. Dat geldt voor zowel Android-smartphones en Android-tablets.

  • Zo werkt kopiëren, knippen en plakken
  • Knippen en plakken vanuit toetsenbord
  • Verbeteringen dankzij Android 13

Wil je meer weten over de veiligheid van Android? Lees dan het artikel Alles wat je moet weten over Android-beveiliging

Tekst of afbeeldingen kopiëren en plakken: het is een van de basisfuncties van elk besturingssysteem. Ook Android ondersteunt dit natuurlijk. Je kunt iets kopiëren in de ene app en het vervolgens plakken in een andere. Maar het Android-klembord kan meer dan alleen dat. Alles wat je kopieert, wordt daar namelijk tijdelijk opgeslagen. Handig als je per ongeluk iets hebt weggehaald, iets wilt terugvinden of gewoon even wilt kijken wat je allemaal hebt gekopieerd.

Let wel: hoe je precies bij het klembord komt, hangt af van je toestel en de Android-versie die je gebruikt. Zo hebben merken als Samsung en LG hun eigen klembordfunctie ingebouwd. Andere toestellen vereisen meestal een specifieke toetsenbord-app om het klembord te kunnen openen. In dit artikel leggen we je uit hoe je dat doet met zo’n toetsenbord-app.

Klembord binnen toetsenbord-apps

Om toegang te krijgen tot het klembord, heb je een toetsenbord-app nodig die die functie ondersteunt. Populaire keuzes zijn Gboard van Google en SwiftKey van Microsoft. Beide bieden vergelijkbare klembordfuncties, dus je kunt zelf kiezen welke je het prettigst vindt. Download en installeer de app, en stel deze daarna in als je standaard toetsenbord.

©PXimport

Met een ander toetsenbord in Android heb je meer mogelijkheden.

Dat instellen doe je via het instellingenmenu van je Android-telefoon. Gebruik het zoekveld bovenin het scherm en typ 'toetsenbord'. Je krijgt dan een lijst met resultaten. Kies de optie waarmee je het standaard toetsenbord kunt wijzigen en tik daarop.

Kies vervolgens de toetsenbord-app die je net hebt geïnstalleerd, zoals Gboard of SwiftKey. Let op: de vormgeving van de instellingen kan per toestel verschillen. Gebruik je liever een andere toetsenbord-app met klembordfunctie? Geen probleem – zolang je maar de juiste app selecteert bij het instellen.

Tekst kopiëren en plakken

Het klembord werkt meestal alleen met tekst. Wil je iets kopiëren naar een andere app? Selecteer dan een stuk tekst en kopieer het. Open bijvoorbeeld WhatsApp, ga naar een chat en houd het tekstveld even ingedrukt om de tekst direct te plakken. Soms zie je ook een klembordsymbooltje verschijnen, net boven het toetsenbord en onder het tekstveld. Tik daarop om het volledige klembord te openen.

Zie je dat symbooltje niet meteen? Dan krijg je waarschijnlijk eerst de suggestie om alleen de laatst gekopieerde tekst te plakken. Tik in dat geval op het witte rondje met het pijltje naar rechts – zo krijg je alle opties te zien.

Onder het kopje Recent zie je een lijstje met wat je als laatste hebt gekopieerd. Tik op een item om het direct in het tekstveld te plakken. Let wel: deze lijst wordt na een tijdje automatisch geleegd. Gebruik je vaak dezelfde tekst? Dan kun je die vastpinnen, zodat hij bewaard blijft. Zowel Gboard als SwiftKey ondersteunen deze functie: houd het item ingedrukt en kies voor Vastpinnen.

Klembord sinds Android 13

Sinds Android 13 is het klembord flink verbeterd. De basis is nog steeds hetzelfde: je kopieert tekst of een afbeelding in de ene app en plakt die in een andere. Maar de manier waarop je het klembord gebruikt, is een stuk handiger en overzichtelijker geworden. Dat maakt het werken met meerdere fragmenten tegelijk een stuk efficiënter.

Een van de grootste vernieuwingen is dat je nu meerdere items kunt bewaren – zowel tekst als afbeeldingen. Alles wat je kopieert, verschijnt in een nieuw klembordpaneel. Je opent dat paneel via het meldingscentrum of door een tekstveld lang ingedrukt te houden. Daar kun je door je gekopieerde items bladeren, kiezen wat je wilt plakken, en dingen die je niet meer nodig hebt, direct verwijderen. Je kunt zelfs een tekstfragment nog aanpassen voordat je het plakt.

Het klembordpaneel dat in Android 13 zijn intrede heeft gemaakt.

Met de komst van Android 13 werden er ook meteen een aantal nieuwe privacyfuncties voor het klembord geïntroduceerd. In eerdere versies konden apps op de achtergrond soms ongemerkt meelezen wat je had gekopieerd – met alle risico’s van dien. Nu heb je als gebruiker veel meer controle. Zo is er een nieuwe toestemmingsvraag voor klembordtoegang én krijg je een melding als een app probeert mee te kijken. Een stuk veiliger dus.