ID.nl logo
Getest: dit zijn de beste wifi-mesh-systemen van nu
Huis

Getest: dit zijn de beste wifi-mesh-systemen van nu

Het wifi-mesh-systeem begon jaren geleden als een niche-alternatief voor de traditionele router, maar is inmiddels dé standaardoplossing voor gewoon goede wifi in de meeste huizen. Zeker wanneer kabels trekken niet gewenst of mogelijk is. Nu de meeste nieuwe telefoons en laptops voorzien zijn van wifi 6, leek het ons een goed moment voor een vergelijkende test van systemen op basis van deze wifi-standaard. Welke set is de beste en welke biedt de meeste waar voor je geld? Wij zochten het uit.

De insteek van deze test, en wifi-mesh-systemen als product, is eenvoudig: jij wilt met zo min mogelijk gedoe gewoon goede wifi in huis. Vooral dat woordje ‘gedoe’ was in de begindagen van wifi nog wel een struikelblok. Het vereiste toch al snel wat technische kennis om je router op te zetten. Mesh-systemen van het eerste uur deden dat overigens niet altijd beter, menig setje bleek alsnog lastig om te installeren en sommige werkten uiteindelijk ook bar slecht. Inmiddels is de wifi-mesh-markt dermate volwassen dat dat eigenlijk geen probleem meer is.

We zien weliswaar sets met verschillen in mogelijkheden en prestaties, maar één ding hebben alle systemen in deze test na al deze jaren gemeen: installatie is een peulenschil en doe je binnen enkele minuten vanaf je telefoon. Je hoeft dus geen IT-nerd te zijn om je eigen huis met deze oplossingen van een goede wifi-dekking te voorzien.

Sets

Ook het basisconcept van alle elf systemen is hetzelfde: je koopt een set met een x-aantal verschillende units (ook nodes, satellieten of accesspoints genoemd) en die verdeel je door je huis, zodat je overal goed bereik en goede snelheden haalt. Daarbij hoef je geen kabels te trekken, wat een van de grootste bezwaren is tegen een traditionele accesspoint-opstelling. De nodes bouwen zelf onderlinge verbindingen op en versterken zo het bereik en het signaal.

Dat geeft in de regel een betere dekking en betere prestaties dan de traditionele router. Zeker vergeleken met ‘gratis’ modem/routers van providers, maar ook de meest dikke, extreme high-end routers kunnen vaak gewoon niet op tegen de afstanden en stevige bouwmaterialen van menig huis in de Benelux.

Voordelen van wifi-mesh

Het grootste voordeel hebben we reeds genoemd: elke node kan draadloos verbinden met andere nodes. Ze hebben dus wel stroom nodig, maar je hoeft geen netwerkkabels door het huis te trekken. Is een deel van je huis wel, en een ander deel van je huis niet bekabeld, dan is een wifi-mesh-systeem ook ideaal. Nodes die aan de kabel hangen bieden dan nog betere prestaties, terwijl je óók gewoon goed bereik kunt halen op plekken waar geen kabel ligt.

Waar traditionele routers vereisen dat je het ip-adres opzoekt en verbinding maakt met een webinterface, is een mesh-set ook veel gebruiksvriendelijker. Vaak heb je alle controle over je netwerk via een app op je telefoon. Ook worden de mogelijkheden doorgaans redelijk goed uitgelegd, zodat je ook als beginner wat geavanceerdere opties zoals gastnetwerk, QoS en opties voor ouderlijk toezicht goed kunt instellen.

Nadelen van wifi-mesh

Hoe goed en gebruiksvriendelijk wifi-mesh-systemen ook zijn, er zijn wel degelijk tegenargumenten te bedenken. De grootste bedenkingen kun je hebben tegen draadloze verbindingen in het algemeen. Hoe goed wifi zich ook ontwikkeld heeft, er gaat nog altijd niets boven een goede bekabeling als je huis dat toestaat. Er zijn nu eenmaal muren en plafonds waar je met geen geweld een goede draadloze verbinding doorheen krijgt.

Ook met bekabeling kun je overigens deze mesh-sets overwegen, want in tegenstelling tot voorgaande jaren zijn alle sets in deze test in staat om kabels te gebruiken als onderliggende verbinding (ook wel de backhaul genoemd). Maar heb je al kabels liggen, dan bieden echte accesspoints vaak betere prestaties en meer mogelijkheden. In hun streven om gebruiksvriendelijk te zijn, bieden de meeste mesh-systemen maar in beperkte mate geavanceerde mogelijkheden. De mogelijkheden wisselen per merk, maar ASUS is eigenlijk de enige die écht alle routermogelijkheden biedt. Echte accesspoints gaan vaak nog verder, maar vereisen zowel beheer als kennis.

©PXimport

Toch kiezen voor wifi 5?

In vorige vergelijkende tests van wifi-mesh-systemen noemden we ook de prijs van dergelijke systemen als voordeel. Voor de prijs van een beetje leuke router (circa 100 euro) kon je soms al wifi-mesh-setjes vinden. De wifi 6-systemen zijn vooralsnog een stuk duurder. Zoek je gewoon een simpel en betaalbaar setje om je bereik wat te vergroten? Dan zijn oudere mesh-sets met wifi 5 nog altijd prima. Denk bijvoorbeeld aan de TP-Link Deco M4, die in onze eerdere vergelijkende test de beste deal bleek voor een echt lage prijs. Je vindt onze vorige vergelijkende test van systemen op basis van wifi 5 via www.tiny.cc/ctwm20.

©PXimport

Waarom wifi 6?

Wellicht vraag je je af waarom je überhaupt wifi 6 wilt hebben. De maximale snelheid ligt weliswaar een stuk hoger (bij een enkel apparaat en een rappe mesh-node maximaal zo’n 900 Mbit/s ten opzichte van 600 Mbit/s bij wifi 5), maar beide generaties wifi zijn voor tal van doeleinden eigenlijk al genoeg. Als je puur wat wilt internetten, hoef je niet per se warm te lopen voor wifi 6.

De technologie brengt wel grote verbeteringen met zich mee voor huishoudens met meerdere gebruikers en een groot aantal apparaten zoals laptops, telefoons en smarthome-apparatuur. Dankzij Orthogonal frequency-devision multiple access (OFDMA) zijn wifi 6-netwerken veel beter in staat om meerdere apparaten gelijktijdig van hogere snelheden te voorzien. Je kunt hierdoor meerdere snelle wifi 6-clients tegelijkertijd gebruiken. Alle gebruikers halen dan hogere snelheden én lagere latentie, wat specifiek voor gamers weer voordelen heeft.

Hoewel veel (smarthome-)hardware nu nog geen wifi 6 gebruikt, zal dat in de toekomst wel anders zijn. Een goede wifi-mesh-set koop je veelal met het idee om er enkele jaren niet aan te hoeven sleutelen.

Waar moet je op letten?

Besluit je voor een wifi 6-oplossing te gaan, dan is er een aantal zaken waar je op moet letten. Het meest cruciale is hoe elke set zijn antennes heeft ingedeeld en de resulterende AX-klasse. Helaas hebben de fabrikanten hier allemaal hun eigen opvattingen over, waardoor het voor ons lastig wordt om een specifieke AX-klasse aan te bevelen.

Uiteraard is een AX6000-set beter dan een AX1800-set, maar als de getallen wat dichter bij elkaar liggen, is hoger niet automatisch beter. Zo doet de Netgear Orbi AX4200 niet per se onder voor de ASUS AX5400 XD6. Dat komt door de antennelay-out. De genoemde klasse is simpelweg een optelsom van het maximale dat elk van de antennes te bieden heeft. Hoe dat getal tot stand komt, kan sterk wisselen.

Zoek je een echt goede oplossing, kijk dan naar sets die in de tabel gemarkeerd staan als triband. Die hebben een extra netwerk voor de draadloze verbinding tussen de nodes. Een ander aspect waarin de sets sterk verschillen, is het aantal aansluitingen per node. Je kunt op een node namelijk ook bedrade appratuur aansluiten. Denk bijvoorbeeld aan je mediaspeler.

Ook verschillen de sets sterk in afmeting en ontwerp. Dat klinkt als bijzaak, maar omdat je ze voor het beste resultaat vrij in het zicht moet neerzetten, is het uiterlijk niet onbelangrijk. Opvallend detail: vrijwel alle behuizingen zijn wit, alleen ASUS geeft je de mogelijkheid om de sets in een zwarte uitvoering te bestellen.

©PXimport

Twee of toch drie stuks?

Een belangrijke vraag is: heb je een set van twee of drie nodes nodig? Om die vraag te beantwoorden, is het handig om te weten dat je een extra satelliet bij voorkeur gebruikt om vanaf de centrale node een andere kant op te versterken. Het is beter om geen ketting van satellieten te maken. Bij elke stap verlies je nu eenmaal capaciteit en stabiliteit. Je kunt met een set van drie nodes bijvoorbeeld met de ene satelliet het netwerk boven versterken en met de andere satelliet het netwerk richting de tuin versterken.

Overigens kan een keten in een huis met drie verdiepingen zeker zijn nut hebben als je ook op zolder de beste wifi-dekking vereist, maar we raden dan wel een triband-set aan. In een appartement is een set van twee stuks soms voldoende om de juiste dekking te bereiken.

De testopstelling

Omdat wifi 6 hogere snelheden biedt en beter om kan gaan met meerdere apparaten, wordt het testen ervan complexer. Waar we bij wifi 5-sets met één laptop al limieten konden ontdekken, is dat met de wifi 6-oplossingen een stuk pittiger.

We hebben gekozen voor drie specifieke testscenario’s. Als eerste testen we de maximale snelheid die je kunt halen met één laptop voorzien van een Intel AX201 wifi-adapter in de nabijheid van de node. We gebruiken voor deze test één apparaat, omdat je met twee apparaten op de meeste sets de limiet van de wan-poort aantikt en deels omdat je soms gewoon het beste wilt halen uit één machine. Dit is tevens de snelheid die je grofweg mag verwachten op een bedraad aangesloten node.

Voor de andere twee tests plaatsen we een tweede node één verdieping hoger en circa vijftien meter hemelsbreed van de hoofd-node. Vervolgens gaan we voor de tweede test (‘Snelheid eerste verdieping’ in de tabel) met twee apparaten aan de slag in de nabijheid van die tweede node. Hierdoor zien we vooral wat de onderliggende backhaul in huis heeft.

Voor de derde test (‘Snelheid zolder’ in de tabel) nemen we beide laptops wederom één verdieping hoger en circa vijftien meter verder. Hier leunen we dus zowel op de backhaul als de signaalsterkte per node. We kijken specifiek naar totale downloadsnelheden via een bedrade server. We noteren het gemiddelde over meerdere testsessies.

Geen pand is hetzelfde

Hoewel onze testopstelling na uitvoerig testen en frequent hertesten tot stand is gekomen, blijft het slechts één enkele situatie. Draadloze prestaties blijven sterk situatieafhankelijk en het is dus goed mogelijk dat de prestaties in onze panden anders uitvallen dan bij een andere test. Dat is een onvermijdelijk kwaad. Zelfs onze voorzichtig gewogen test kan geen garanties bieden dat een product ook in jouw omgeving goed gaat werken. Alleen een fysieke kabel staat écht garant voor zekerheid.

©PXimport

TP-Link Deco

TP-Link is een mesh-bouwer van het eerste uur en dat zien we vandaag de dag terug in een ruim assortiment en een goed uitgewerkte gebruikservaring. De installatie is in onze optiek de meest gebruiksvriendelijke van allemaal. De app werkt goed en biedt de meest gangbare routerfunctionaliteit, van gastnetwerken tot opties voor ouders.

Echt geavanceerde mogelijkheden ontbreken en we ergeren ons ook aan zaken als een verplichte registratie en online account. Dat lijkt echter het nieuwe normaal voor mesh-systemen.

TP-Link staat tevens bekend als prijsvechter en ook dat zien we terug in de vergelijkingstabel. De Deco X20 en de iets snellere X60 behoren beide tot de goedkopere opties in het veld. Het kleine prijsverschil tussen die twee zet ook direct druk op de goedkoopste optie. Als je al bereid bent 249 euro neer te leggen voor een set van drie nodes, is de stap naar 329 euro niet zo heel gek. Zeker wanneer je ziet dat je rond de node zelf significant hogere snelheden kunt halen met de X60.

Wanneer je alle nodes draadloos plaatst en écht goede prestaties wilt, blijft het de moeite om extra te investeren in een duurdere triband-oplossing. Wanneer je een of meerdere nodes kunt bekabelen, dan biedt de Deco X60 wel veel prestaties voor het geld.

In het hogere segment doet TP-Link mee met de Deco X90. Dit zijn aantrekkelijke kastjes met onder meer een 2,5Gbit/s-aansluiting, handig voor een extra snel thuisnetwerk en goede prestaties. Het setje van twee nodes is aantrekkelijk geprijsd, maar de losse nodes zijn relatief duur, al geldt dat ook voor andere sets. De Deco X90 is gezien zijn specificaties en prestaties ook bedoeld voor wat geavanceerdere gebruikers.

Vergeleken met de systemen van Netgear en zeker ASUS valt op dat TP-Links webinterface heel beperkt is. Eigenlijk kun je in de webinterface alleen de status van het systeem controleren. Om instellingen te wijzigen, moet je de app gebruiken. Dat geldt overigens ook voor de andere twee geteste Deco-systemen, maar bij de duurdere Deco X90 vinden we dit nadeel nog net iets zwaarder wegen.

©PXimport

Deco X20

Prijs
€ 202,- (voor twee nodes)
Website
https://nl.tp-link.com6Score60

  • Pluspunten

  • Lage prijs

  • Goede dekking

  • Eenvoudige installatie

  • Minpunten

  • Iets duurdere X60 is sneller

  • Dualband

  • Beperkte webinterface

Deco X60

Prijs
€ 279,- (voor twee nodes)
Website
https://nl.tp-link.com8Score80

  • Pluspunten

  • Lage prijs

  • Eenvoudige installatie

  • Aantrekkelijk bij (deels) bekabeld

  • Minpunten

  • Dualband

  • Beperkte webinterface

Deco X90

Prijs
€ 399,- (voor twee nodes)
Website
https://nl.tp-link.com9Score90

  • Pluspunten

  • Goede prestaties

  • Gebruiksvriendelijk

  • Eenvoudige installatie

  • Multigigabit-lan-poorten

  • Minpunten

  • Beperkte webinterface

©PXimport

Linksys Velop

Linksys maakte in de begindagen van de mesh-systemen een beetje een valse start. De Velop-lijn was er relatief vroeg bij, maar in de beginjaren lieten het installatiegemak en de prijs-prestatieverhouding nog wel wat te wensen over.

Wat installatiegemak betreft heeft Linksys aardige stappen gemaakt. De installatie duurt wellicht een klein minuutje te lang omdat je nog ouderwets een wachtwoord moet invullen dat onderop staat, maar daar gaan we niet over vallen. Net als bij de andere merken is de app relatief overzichtelijk en toegankelijk voor beginners.

Hoewel de algehele ervaring en de prestaties prima aanvoelen, valt de prijs-prestatieverhouding van de twee Velop-sets tegen. De duurdere AX5300 valt eigenlijk tussen wal en schip. Hij kost aanzienlijk meer dan de Deco X90, ZenWiFi AX en de Orbi AX4200, terwijl hij gemiddeld wat trager is. En de Netgear Orbi AX6000 is weliswaar nog duurder, maar die biedt wél echt meerwaarde voor die (exorbitante) meerprijs.

De goedkopere Velop-set zorgt vooral voor verwarring, omdat de sets van twee en drie nodes meer kosten dan wanneer je het gewenste aantal nodes per stuk in huis haalt. Prijzen wisselen van dag tot dag, maar deze scheve verhouding bestaat inmiddels al enige tijd.

Als we de relatief lage individuele node-prijzen aanhouden, dan heeft die goedkopere Velop AX4200 het alsnog een tikkeltje lastig. Zo bieden de Orbi AX4200 en de ZenWiFi AX iets betere prestaties voor grofweg hetzelfde geld, zonder dat Linksys daar voldoende tegenoverzet. De Velop heeft wel meer lan-poorten dan de Orbi-sets, maar dat kun je met een switch van 20 euro ook verhelpen.

Kortom, Linksys heeft op zich aardige sets in huis, maar zal of de prestaties verder moeten opvoeren of de prijzen moeten aanscherpen om echt interessant te worden.

©PXimport

Linksys Velop AX4200

Prijs
€ 399,- (voor twee nodes)
Website
www.linksys.com7Score70

  • Pluspunten

  • Triband

  • 4 lan-poorten per node

  • Minpunten

  • Relatief duur

Linksys Velop AX5300

Prijs
€ 564,- (voor twee nodes)
Website
www.linksys.com7Score70

  • Pluspunten

  • Triband

  • 4 lan-poorten per node

  • Minpunten

  • Relatief duur

Netgear Orbi

Het was Netgear dat vanaf het eerste jaar echt wist te overtuigen met zijn Orbi-systemen. Door de jaren heen hebben enkele concurrenten het Netgear soms lastig gemaakt, maar geen enkele fabrikant ging de afgelopen jaren naar huis met zoveel Best getest-awards als Netgear met zijn Orbi-systemen.

Dit jaar is geen uitzondering, want de Orbi RBK852 (of RBK853 voor het setje met drie nodes) scoort simpelweg het best als het op bereik en prestaties aankomt. Daar staat wel een extreme meerprijs tegenover. De set kost bijna het dubbele van de leuke middenklassers in deze test.

Die forse meerprijs hakt in op ons humeur als we zien dat de Orbi RBK852 niet op elk vlak de ultieme keuze is. Zo ontbreekt een multigigabit-lan-poort, zuur wanneer je bedenkt dat deze set de gigabitbarrière makkelijk kan doorbreken (wanneer we louter draadloos testen). Via lan-teaming kun je daar wel omheen werken, maar dat is iets wat we gezien de nichedoelgroep niet standaard testen. Er is overigens wel voorzien in een multigigabit-wan-poort, maar die is slechts beperkt nuttig.

Desondanks is er zoiets als ‘de beste’. Is geld dus geen bezwaar en wil je zeker zijn van goede wifi-prestaties, dan ben je op de RBK852 aangewezen. Als deze set niet werkt, dan werkt geen enkele set. Zelfs met een plafond en een flinke afstand weet de backhaul nog praktisch de volledige snelheid door te voeren en zien we structureel de beste scores.

Onder in de markt is de Orbi AX1800 een echte prijsvechter, maar ook voor Netgear geldt: instap-mesh-setjes met wifi 6 zijn gewoon niet zo interessant. Als je louter goedkoop wilt, kun je voor dergelijke bedragen beter een goede triband-mesh-oplossing met wifi 5 kopen. Ook de TP-Link Deco X60 doet het leuker voor nauwelijks meer.

Het is de Orbi AX4200, of RBK752, die wel een mooie balans weet te slaan. Met 699 euro voor een setje van drie nodes is hij niet bepaald goedkoop, maar hij biedt duidelijk meerwaarde boven de goedkopere sets. Het feit dat de meeste mensen in dit segment wel drie units zullen overwegen, plus de voordelen van een kinderlijk eenvoudige installatie en een van de betere app-ervaringen, maken dit een van dé middenklassers van dit moment.

©PXimport

Orbi AX1800 (RBK352/353)

Prijs
€ 249,- (voor twee nodes)
Website
www.netgear.nl6Score60

  • Pluspunten

  • Gebruiksvriendelijk

  • Goed bereik

  • Minpunten

  • Prijs-prestatieverhouding

Orbi AX4200 (RBK752/753)

Prijs
€ 479,- (voor twee nodes)
Website
www.netgear.nl9Score90

  • Pluspunten

  • Sterke mesh-prestaties

  • Gebruiksvriendelijk

  • Goede prijs-prestatieverhouding

  • Minpunten

  • Hoge prijs voor extra nodes

  • Geen multigigabit-lan

Orbi AX6000 (RBK852/853)

Prijs
€ 769,- (voor twee nodes)
Website
www.netgear.nl10Score100

  • Pluspunten

  • Beste prestaties

  • Beste bereik

  • Gebruiksvriendelijk

  • Minpunten

  • Extreme prijs

  • Geen multigigabit-lan

©PXimport

ASUS ZenWiFi

Net als Linksys maakte ASUS eigenlijk een valste start op gebied van wifi-mesh-systemen. De eerdere Lyra-systemen wisten geen al te beste indruk te maken. Maar de hoog aangeschreven routerfabrikant wist zich uitstekend te herpakken met de ZenWiFi-serie, waarmee het vorig jaar het vuur aan de schenen van Netgears Orbi-lijn legde. Ook dit jaar slaagt ASUS daar weer in, al slaat elk van de drie ZenWifi-systemen toch duidelijk een eigen weg in.

Net als bij de concurrenten vinden we de AX1800-oplossing, de ZenWiFi mini, niet bijster interessant. Deze biedt aardige prestaties, zolang je maar niet de grenzen opzoekt. Toch moet het je echt te doen zijn om de extreem lage prijs, de minuscule kastjes of het feit dat ASUS wél zwarte kleurstellingen aanbiedt.

De ZenWiFi XD6 is vooral verwarrend, want dat is een dualband-oplossing in een triband-prijsstelling. Dat resulteert in sterke prestaties rond de node, maar bij intensieve mesh-belasting breekt de afwezigheid van een extra band hem toch echt op. Desondanks is het een leuke set voor wanneer een deel van je huis bekabeld is, en vooral wanneer je de flink uitgebreidere routermogelijkheden van ASUS weet te waarderen.

In tegenstelling tot de uitgeklede mogelijkheden van de concurrentie krijg je bij ASUS namelijk wel gewoon de volledige routerfunctionaliteit met onder meer een goede, uitgebreide webinterface en de nodige extra’s, zoals meerdere vpn-functies en maar liefst drie gastnetwerken. Het zal niet iedereen interesseren, maar voor wie een typische mesh-set net iets te ‘consumer’ is, is dit wel aantrekkelijk. Tenminste, zodra de prijzen zakken, want het feit dat hij op het moment van testen praktisch evenveel kost als zijn grotere broer is lastig uit te leggen.

Het is dan ook de ‘prosumer’-insteek gecombineerd met écht goede prestaties die de nipt duurdere ZenWiFi AX erg interessant maken voor die iets veeleisendere gebruiker en techliefhebber. Hij scoort consequent heel erg goed. Vergeleken met andere sets krijg je meer routermogelijkheden, extra lan-poorten en de mogelijkheid om de kleurstelling te kiezen. Jammer voor techfans is dan weer wel dat multigigabit-lan-poorten ontbreken. Daarvoor moet je vooralsnog bij TP-Link zijn. Toch is de ZenWiFi AX een van de sterkste opties die de markt te bieden heeft.

©PXimport

Asus ZenWiFi Mini

Prijs
€ 189,- (voor drie nodes)
Website
www.asus.nl6Score60

  • Pluspunten

  • De kleinste nodes

  • Prima bereik

  • Goedkoopste set

  • Minpunten

  • Dualband

Asus ZenWiFi XD6

Prijs
€ 385,- (voor twee nodes)
Website
www.asus.nl6Score60

  • Pluspunten

  • Goede prestaties rond bedrade nodes

  • Uitgebreide softwarefeatures

  • Minpunten

  • Dualband

  • Relatief duur

Asus ZenWiFi AX (XT8)

Prijs
€ 399,- (voor twee nodes)
Website
www.asus.nl9Score90

  • Pluspunten

  • Uitgebreide softwarefeatures

  • Goede prestaties

  • Goede prijs-prestatieverhouding

  • Minpunten

  • Geen multigigabit-lan-poorten

©PXimport

Conclusie

Met het volwassen worden van wifi-mesh-systemen komt de nadruk onvermijdelijk op de prijs te liggen. Dat wil zeggen dat aanbiedingen het verschil kunnen maken tussen een goede of juist een matige aankoop. Vooral in het lage en het middensegment is dat het geval.

Een mooie korting kan het verschil maken, zeker rond de 350 tot 400 euro. Binnen dat prijsbereik zien we enkele zeer capabele triband-oplossingen zoals de Netgear Orbi AX4200, de TP-Link Deco X90 en de ASUS ZenWiFi AX. De genoemde set van ASUS presteert uitstekend en biedt extra uitgebreide routerfunctionaliteit. Daarmee verdient de ZenWiFi AX het predicaat redactietip.

De dualband-instapsetjes (AX1800) vinden we eigenlijk geen van alle echt interessant. De bovengenoemde triband-oplossingen zijn een mooie investering voor de komende jaren. Als je als eenvoudige gebruiker weinig meer wilt dan gewoon goed bereik, kun je prima met de nog veel goedkopere wifi 5-sets af.

Alleen de Deco X60 vinden we de moeite waard als je huis (grotendeels) bekabeld is. Dan krijg je veel prestaties per node voor een relatief bescheiden prijs. Daarom geven we ook deze set het predicaat redactietip mee. De meeste AX1800-sets lijken vooral bedoeld om minder geïnformeerde consumenten te lonken met wifi 6. Ze werken an sich best prima, maar ze vallen tussen wal en schip.

De top van de markt wordt gedomineerd door de Orbi AX6000 (RBK852/853) die niet alleen goede prestaties biedt, maar ook ongevoelig is voor de exacte plaatsing van de nodes. Daardoor heb je al snel een goed resultaat. De prijs is wel erg fors, maar voor eenieder die echt helemaal klaar is met storende wifi-verbindingen en ongeacht de prijs gewoon de allerbeste set zoekt, is de Orbi AX6000 ongeëvenaard. Als dit model niet voldoet, rest er maar één oplossing: kabels trekken.

▼ Volgende artikel
De plug-in hybride Lexus NX450h+: Premium looks en techniek
Mobiliteit

De plug-in hybride Lexus NX450h+: Premium looks en techniek

De Lexus NX verscheen in 2014 en kende sindsdien een bescheiden succes in Nederland, met zo'n 1500 verkochte exemplaren. Het merk groeit wereldwijd echter flink. Met de lancering van de plug-inhybride NX450h+ zet Lexus deze lijn voort. Irwin van InstaAutoVlog heeft het model getest en deelt zijn bevindingen.

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Dit artikel in het kort:

  • Concurrentie: de Lexus NX richt zich op modellen als de BMW X3, Volvo XC60 en Mercedes-Benz GLC. Hij onderscheidt zich met een rijke standaarduitrusting en hybride aandrijflijn.
  • Ontwerp en afwerking: hij is voorzien van dynamisch design, premium materialen en hoogwaardige afwerking met geavanceerde functies zoals e-Latch portierontgrendeling.
  • Comfort en prestaties: de auto heeft een rijke standaarduitrusting inclusief climate control, stevige motoren (tot 309 pk) en een goede elektrische actieradius.
  • Prijs en varianten: de Lexus is verkrijgbaar vanaf 61.995 euro afhankelijk van aandrijflijn en uitvoering.

Positionering

De Lexus NX strijdt met auto's als de BMW (i)X3, de Volvo XC60 en de Mercedes-Benz GLC. Ook de Audi Q5 is een directe opponent. Het onderscheidende vermogen? Een rijke standaarduitrusting, Lexus' Red Carpet Treatment en de standaard van een hybride aandrijflijn. 

Afmetingen

Met een lengte van 4,66 meter en een breedte van bijna 1,87 meter is hij iets compacter dan sommige concurrenten, maar hij wint het in hoogte met 1,66 meter. Dit geeft de NX een robuuste, maar nooit logge uitstraling, passend bij zijn klasse.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

F-Sport-uitvoering

In het donker zorgt de scherp vormgegeven led-verlichting voor en achter voor een sterke uitstraling en herkenbare signatuur. De grille is een opvallend detail, zeker bij de F-Sport uitvoering. Deze testversie valt op door die grille, zwarte dakrails en raamomlijsting, en bijpassende zwarte buitenspiegels. De 20-inch F-Sport Design wielen versterken de sportieve uitstraling, vooral in combinatie met de F-White lak.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Premium interieur

De Lexus NX biedt een luxe interieur: alles voelt solide en prettig aan. Bovenop het dashboard zit standaard een 14inch-touchscreen voor infotainment vanaf de Business Line; de basisuitvoering heeft een 9,8inch-scherm. Navigatie en draadloos Apple CarPlay of Android Auto zijn standaard aanwezig.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

E-Latch-deuropeners

Het zitcomfort is goed en ook de ondersteuning voor beide ellebogen is uitstekend. Enkel het axiaal beperkt verstelbare stuurwiel kan beter. De NX is voorzien van een deels digitaal instrumentarium en e-Latch deurontgrendeling. Deze portieropeners zorgen ervoor dat je geen deur kunt openen als er verkeer van achteren aankomt.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Details en afwerking

In de Lexus NX zijn details en finesse volop aanwezig. De bediening van elementen zoals de middenarmsteun voelt licht en doordacht, terwijl de klimaatregeling, met nanotechnologie, niet alleen nare geurtjes, maar ook droge huid helpt voorkomen. De geluidsisolatie zorgt daarnaast voor rust in het interieur.

Standaard krijg je een audiosysteem met negen luidsprekers en een subwoofer. Voor wie meer wil, is er in de President-uitvoering een Mark Levinson-systeem met zeventien luidsprekers en een vermogen van 1800 watt, voor een premium luisterervaring.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

1500 kilo trekgewicht

Op de achterbank is voldoende plek voor drie volwassenen. De kofferbakinhoud is voor alle versies gelijk. Deze meet 520 liter en is te vergroten naar maximaal 1411 liter. Een sterk punt van de PHEV is het trekgewicht. Mag de normale hybride als 2WD en AWD maximaal 1000 kilogram trekken, na het aanvinken van het 2495 euro kostende Explorer Pack wordt dit naar 1500 kilogram verhoogd. In het pack zit een afneembare trekhaak en een kogeldruk van 100 kilogram. 

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Bereik van de accu

De instap-Lexus NX betreft de 350h. Deze is voorwielaangedreven en beschikt over een 2,5liter-viercilinder benzinemotor die samenwerkt met een 192pk en 270Nm sterke elektromotor. Er is ook een 350h AWD met een extra 54pk en 121 Nm sterke elektromotor op de achteras.

Voor de test is gereden met de plug-in hybride 450h+. De basis-aandrijflijn is gelijk aan die van de 350h AWD. Dankzij een 18,1kWh-lithium-ion batterij kan het elektrische vermogen langer worden aangesproken: zo'n 74 (Luxury Line) of 69 kilometer volgens de WLTP-testmethode.

🚘Meer weten over auto-afkortingen? Lees dan: Van actieradius tot WLTP: dit is het EV-ABC

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Accumanagement

De auto is uitgerust met een eenfase-6,6 kW boordlader, terwijl de warmtepomp ook in de winter zorgt voor een bruikbare actieradius. Interessant is de slimme software die ervoor zorgt dat de batterij in topconditie blijft, zelfs als je deze niet vaak oplaadt. De accu wordt regelmatig ont- en opgeladen om alle cellen actief te houden. Lexus biedt bovendien 10 jaar garantie op de batterij.

Krachtige en soepele aandrijflijn

Het gecombineerde vermogen is 309 pk en in 6,3 seconden ben je van 0 tot 100 km/u. De topsnelheid is 200 km/u. Prettig is het hoge elektrische vermogen van gecombineerd 246 pk, zo'n 100 pk meer dan bij de concurrentie.

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Verbruik bij lege accu

Is de accu na zo'n 65 kilometer te hebben gereden leeg, dan verandert de NX in een normale hybride. De elektromotor wordt getemperd en dat zorgt mede voor een op dat moment nog steeds laag brandstofverbruik. Een gemiddelde van 1 op 16 is dan prima te realiseren; een uitstekende waarde. 

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Rijdynamiek

Voor wat betreft de rijdynamiek plaatst de NX zich tussen de compactere LBX en grotere broer RX. Zo stuurt hij verrassend direct en voelt hij mede dankzij het formaat wendbaar en overzichtelijk. Op de snelweg is het de rust in het onderstel waarmee hij overtuigt,net als de uitstekende geluidsisolatie, rechtuit-stabiliteit en het uitmuntend werkende Lexus Safety System+, inclusief een autonome rij-assistent van level 2. 

©Irwin Versteegh - Duijnstee

AVS-dempers

Kun je de Volvo, Mercedes en Audi optioneel met luchtvering krijgen, bij Lexus is dit niet het geval. Het merk focust zich op zogeheten AVS-dempers. Deze Adaptive Variable Suspension-ophanging is standaard onder de F-Sport en President Line en zorgt ervoor dat de NX te allen tijde vlak blijft. Dit kan extra comfort geven, maar met name bij het afrijden van drempels zou een soepelere demping juist voor wat meer comfort mogen zorgen. 

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Prijzen en uitvoeringen

De Lexus NX is als 350h leverbaar vanaf 61.995 euro. De 350h AWD kost minimaal 71.995 euro. Pluggen kan met de 450h+ vanaf 65.995 euro en de geteste 450h+ F-Sport Line staat voor 74.995 euro op de lijst. 

▼ Volgende artikel
Review HMD Fusion – Bijzondere smartphone voor weinig geld
Huis

Review HMD Fusion – Bijzondere smartphone voor weinig geld

De HMD Fusion is een van de opvallendste smartphones van 2024. Je kunt namelijk speciale hoesjes om de telefoon doen om extra functies te gebruiken. Zo kan de budgettelefoon opeens betere selfies maken of draadloos opladen. In deze HMD Fusion-review zoomen we in op de accessoire en de smartphone zelf.

Oké
Conclusie

De HMD Fusion is een interessante smartphone, omdat je hem kunt uitbreiden met hoesjes vol extra functies. Een bijzonder concept, al hebben we helaas nog niet alle hoesjes kunnen testen. Als toestel zelf maakt de Fusion minder indruk: hij is weliswaar prima te repareren, maar heeft eenvoudige specificaties en krijgt korter updates dan de concurrentie. Daarmee is de HMD Fusion een opvallende telefoon voor een select publiek.

Plus- en minpunten
  • Zelf te repareren
  • Optionele hoesjes bieden extra functies
  • Lange accuduur
  • Speciale hoesjes laten op zich wachten
  • Matige specificaties
  • Mager updatebeleid

De HMD Fusion is te koop in twee versies, met respectievelijk 6 GB werkgeheugen en 128 GB opslagcapaciteit en 8 GB / 256 GB. Wij hebben het eerste model getest, dat een adviesprijs van 270 euro draagt. Voor dertig euro meer koop je het betere model, wat wij een nette meerprijs vinden.

In de doos vind je naast een usb-c-oplaadkabel ook een stevig transparant hoesje, dat geen functies toevoegt behalve je toestel beschermen tegen krassen en een valpartij. HMD verkoopt het hoesje ook in het blauw, groen en roze.

Speciale hoesjes

Interessanter zijn de accessoires die wél extra’s bieden, via de stroompinnetjes in het hoesje en op de achterkant van de telefoon. HMD presenteerde in september een hoesje met uitklappende ledring voor betere selfies in het donker, een extra stevig hoesje met een SOS-knop en een hoesje dat draadloos opladen mogelijk maakt.

Met de verkrijgbaarheid van die hoesjes schiet het vooralsnog niet op: die met de selfiering en SOS-knop komen volgens de HMD-website 'later dit jaar beschikbaar' en het oplaadhoesje ontbreekt begint november nog op die website. Wat de hoesjes gaan kosten, is ook nog onduidelijk.

Gelukkig kon HMD ons wel al een hoesje met selfiering opsturen om te testen in combinatie met de Fusion. Dat hoesje is stevig en biedt veel grip. De ledring rond de cameramodule op de achterkant is met een vrije hand makkelijk – maar niet té makkelijk – omhoog te klappen en prijkt dan boven het scherm uit. Vervolgens vind je in de camera-app een instelling voor de aparte flitser, die dus stroom krijgt via het toestel. Je kunt in die instelling onder andere de kleurweergave en helderheid van de flitsring aangeven. De flitsring werkt naar behoren.

📱Leestip: Waar voor je geld: 5 uitgebreide smartphones voor max 500 euro

©Rens Blom

Hieronder vind je twee selfies, gemaakt in het donker op straat. Op de linkerfoto gebruikten we de HMD Fusion als een normale smartphone, waarbij het scherm oplicht om je gezicht in beeld te brengen. Op de rechterfoto stond de flitsring boven het scherm. Wij kregen gemengde reacties op het nut en de kwaliteit van de flitsring, met name omdat hij je gezicht minder natuurlijk weergeeft.

©Rens Blom

Interessant initiatief

Hoewel we dus nog niets kunnen zeggen over de prijzen en de kwaliteit van de andere hoesjes, vinden we het initiatief van HMD interessant. Het doet ons terugdenken aan Motorola, dat jaren geleden al smartphonehoesjes met boeiende functies uitbracht. Denk aan een extra accu, krachtige luidspreker of zelfs miniprinter. HMD pakt het vooralsnog minder exotisch aan, maar belooft wel meer speciale hoesjes. Wij zijn benieuwd.

Positief in ieder geval is dat HMD alle benodigde technische informatie opensource gemaakt heeft, waardoor bedrijven en hobbyisten zelf hoesjes en accessoires kunnen maken die werken met de Fusion.

De HMD Fusion als smartphone

Als smartphone is de HMD Fusion ook noemenswaardig. In lijn met HMD's duurzaamheidsfilosofie is het toestel grotendeels zelf uit elkaar te halen met een schroevendraaier. Op die manier kun je het scherm, de accu, usb-c-poort en andere belangrijke onderdelen vervangen.

HMD verkoopt die onderdelen (straks) zelf via zijn website en stelt reparatiehandleidingen beschikbaar. Een mooi pluspunt van het toestel, zeker ten opzichte van concurrerende telefoons die alleen door een professionele partij te repareren zijn. De prijzen van vervangende onderdelen vinden we schappelijk. Een nieuwe accu kost 25 euro, een nieuw scherm 50 euro.

©Rens Blom

Als 270 euro kostende telefoon biedt de HMD Fusion echter minder goede specificaties dan je verwacht in deze prijsklasse. Weliswaar voelt het toestel stevig aan, het 6,56inch-LCD-scherm met lage resolutie van 1612 x 720 pixels maakt het beeld niet scherp. En de Qualcomm Snapdragon 4 Gen 2-processor is oud en eenvoudig, waardoor de telefoon merkbaar trager is dan de concurrentie. Dat belooft weinig goeds voor de prestaties na een jaar gebruik.

Ook op de camera's is bezuinigd. De Fusion mist een groothoekcamera om extra wijde foto’s te schieten, bijvoorbeeld. Daar staat tegenover dat HMD de Fusion wel een prima selfiecamera met een 50megapixel-resolutie geeft. De camera achterop heeft maar liefst 108 megapixels, maar is kwalitatief niet bijzonder.

©Rens Blom

De 5000mAh-accu gaat wel lekker lang mee, geholpen door de eenvoudige processor en lage schermresolutie. Je kunt de HMD Fusion bijna twee dagen gebruiken voordat je de oplader moet pakken.

Mager updatebeleid

Het updatebeleid van de Fusion is helaas mager. HMD belooft upgrades naar Android 15 en 16 en drie jaar beveiligingsupdates. In dit prijssegment kun je telefoons met vier of vijf jaar updates kopen, onder andere van Samsung.

Conclusie: HMD Fusion kopen?

De HMD Fusion is een interessante smartphone omdat je hem kunt uitbreiden met hoesjes vol extra functies. Een bijzonder concept, al hebben we helaas nog niet alle hoesjes kunnen testen. Als toestel zelf maakt de Fusion minder indruk: hij is weliswaar prima te repareren, maar heeft eenvoudige specificaties en krijgt korter updates dan de concurrentie. Zo is de HMD Fusion een opvallende telefoon voor een select publiek.