ID.nl logo
De beste dekking: mesh-wifi voor iedereen
© PXimport
Huis

De beste dekking: mesh-wifi voor iedereen

Met de komst van 802.11ac behoren draadloze snelheidsproblemen tot het verleden. Helaas zijn dekkingsproblemen in vergelijking met het ouderwetse 802.11n op de 2,4GHz-band alleen maar groter geworden. Dat komt doordat de 5GHz-band van nature een minder goed bereik heeft. Kortom, meerdere wifi-accesspoints zijn noodzakelijk en sinds kort beloven wifi-systemen voor consumenten in de vorm van draadloze wifi-accesspoints een eenvoudige oplossing te bieden. Wat is mesh-wifi precies, en hoe werkt het?

Een goede wifi-dekking in heel het huis wordt steeds belangrijker. Waar je een aantal jaren geleden wellicht alleen een laptop had die je draadloos wilde gebruiken, hebben tegenwoordig meerdere gezinsleden ieder een smartphone, laptop en tablet. Ook andere apparaten als smart-tv’s, spelcomputers en Chromecasts vereisen een internetverbinding en worden vaak via wifi aangesloten. Tel daar de opkomst van andere ‘slimme’ apparaten als camera’s, thermostaten en draadloze luidsprekers bij op en de conclusie is al snel duidelijk: wifi is belangrijker en drukker dan ooit.

Helaas is dit niet alleen bij jou zo, ook al je buren maken meer dan ooit gebruik van wifi. De nog altijd meest gebruikte vorm van wifi, 802.11n op de 2,4GHz-band, is totaal niet berekend op zo veel gebruikers tegelijkertijd. De frequentieruimte op de 2,4GHz-band is beperkt en netwerken storen elkaar dan ook al heel snel. Van die overvolle 2,4GHz-band hoeven we dan ook niet heel veel meer te verwachten. Gelukkig is er in de vorm van de 5GHz-band een oplossing die lucht geeft. Die 5GHz-band is natuurlijk niet nieuw en is al jarenlang bruikbaar op dualband-802.11n-accesspoints. Maar deze band is pas echt in opkomst sinds het uitkomen van 802.11ac. Deze snellere opvolger van 802.11n maakt exclusief gebruik van de 5GHz-band (de nog altijd aanwezige 2,4GHz-band gebruikt 802.11n) en heeft ervoor gezorgd dat veel meer clients om kunnen gaan met de 5GHz-band.

5 GHz: meer snelheid, minder dekking

Met de komst van 802.11ac, dat dus gebruikmaakt van de 5GHz-band, zijn snelheidsproblemen rondom wifi voorlopig opgelost. Een nettosnelheid van 400 Mbit/s of meer is geen enkel probleem. Wifi is dus zeker snel genoeg om ook een draadloze internetverbinding snel te gebruiken. Qua bandbreedte biedt de 5GHz-band met negentien individuele kanalen die elkaar niet in de weg zitten, veel meer ruimte dan de drie tegelijkertijd bruikbare kanalen op de 2,4GHz-band. Toch is er minder ruimte dan je aanvankelijk zou denken, want bij ac worden normaal gesproken vier kanalen van 20 MHz gebundeld tot één kanaal van 80 MHz, waardoor er zonder overlap dus eigenlijk drie kanalen overblijven. Nog lastiger is dat alleen het eerste blok van vier kanalen echt vrij te gebruiken is, de rest van de kanalen zijn zogenoemde dfs-kanalen met extra regulering. In de praktijk zijn deze dfs-kanalen daardoor niet altijd goed bruikbaar. Storingen door het netwerk van je buren blijft in potentie dus nog steeds een probleem. In de praktijk heb je hier minder last van dan bij de 2,4GHz-band. Dat komt doordat 5GHz-signalen van nature een veel minder groot bereik hebben en veel minder goed door materialen als steen en gewapend beton heen dringen.

Om in heel je huis een dekkend 802.11ac wifi-netwerk te krijgen heb je meerdere accesspoints nodig

-

Dfs-kanalen

De 5GHz-frequentieband is verdeeld in negentien kanalen van 20 MHz. De eerste vier kanalen kennen geen verdere beperkingen en mogen vrij gebruikt worden. De andere kanalen zijn zogenoemde dfs-kanalen (dynamic frequency selection), die frequenties gebruiken die bijvoorbeeld ook gebruikt worden door weer- of luchtvaartradars. Wifi-apparatuur moet dergelijke radars voorrang geven, waardoor het gebruik van deze dfs-kanalen in de praktijk niet altijd even soepel werkt. Wordt een radar gedetecteerd, dan moet de router overschakelen naar een ander kanaal. Zeker als je in de buurt van een luchthaven of haven woont, kunnen deze kanalen lastiger te gebruiken zijn.

Zwakke signalen

Doordat 5GHz-signalen minder goed door bijvoorbeeld muren en plafonds heen komen, heb je veel minder last van het wifi-netwerk van je buren. Daar krijg je tegelijkertijd wel weer een ander probleem voor terug: de beperkte dekking van dat razendsnelle wifi-netwerk in je eigen huis. Want dat wifi-signaal wordt ook veel sterker gedempt door de materialen binnen jouw huis. Vooral nieuwere huizen met vloeren van gewapend betond zijn berucht en zorgen ervoor dat er van je razendsnelle wifisignaal op de begane grond op de eerste verdieping, en zeker op de zolder, weinig over is.

Netwerkfabrikanten komen echter met steeds snellere (en vooral duurdere) routers die ook zouden zorgen voor een betere dekking. Een paar jaar geleden was AC1750 state of the art, tegenwoordig kun je al AC5400 kopen. Mensen die wifi-problemen ervaren, zijn in eerste instantie begrijpelijk geneigd om hun draadloze router te vervangen door één van de superrouters. Fabrikanten beloven op de doos namelijk niet alleen een hogere snelheid, maar ook een betere dekking. De verwachtingen zijn hoog en de teleurstelling des te groter als blijkt dat na een forse uitgave op de eerste verdieping of zolder nog steeds geen goede dekking is.

Dat zelfs een supersnelle router ondanks een extra 5GHz-radio of ondersteuning voor mu-mimo niet voor een betere dekking zorgt, komt doordat het in de basis dezelfde 5GHz-radiosignalen blijven. Dat radiosignaal moet voldoen aan dezelfde wettelijke eisen qua zendvermogen. De supersnelle routers zijn bedoeld voor mensen die op één plek (bijvoorbeeld dezelfde verdieping) meer dan tien apparaten draadloos willen gebruiken op topsnelheid. Daar komt nog bij dat je doorgaans zwakkere clients ook in staat moeten zijn om een signaal terug te sturen naar je router.

©PXimport

Meerdere accesspoints

Er is uiteindelijk maar één oplossing voor wifi-problemen: om in heel je huis een dekkend 802.11ac wifi-netwerk te krijgen heb je meerdere accesspoints nodig. Er zijn diverse mogelijkheden om dit voor elkaar te krijgen. De beste oplossing is een bedraad aangesloten accesspoint, maar dan moet je natuurlijk wel op iedere verdieping een netwerkaansluiting hebben. Repeaters en powerline-adapters zijn in de praktijk dan weer een stuk langzamer dan een bedraad accesspoint.

2017 moet het jaar van een nieuw soort wifi-systeem worden, dat door de fabrikanten onder de namen mesh-wifi of multiroom-wifi op de markt wordt gezet. In de Verenigde Staten zijn deze systemen al een stuk langer verkrijgbaar van bijvoorbeeld eero, Luma en Google Wi-Fi. Eind 2016 kwam met Netgears Orbi het eerste wifi-systeem naar Nederland en begin dit jaar volgden Linksys met Velop en Ubiquiti met AmpliFi HD. Wat al deze wifi-systemen met elkaar gemeen hebben, is dat de bedraad aangesloten router ondersteund wordt door draadloos aangesloten accesspoints die de dekking in je huis uitbreiden. Zo zou je, zonder dat je draden naar iedere verdieping in je huis hoeft te trekken, toch je hele huis moeten kunnen voorzien van een snel wifi-netwerk. We noemen een accesspoint binnen een wifi-systeem ook wel een node.

Betere roaming

Werken met meerdere accesspoints lost dekkings- en snelheidsproblemen op, maar zorgt wel weer voor een ander probleem: je clients moeten verbinding maken met het juiste accesspoint. Dat lukt doorgaans prima als je voor het eerst verbinding maakt, de moeilijkheid begint pas als je bijvoorbeeld naar een andere verdieping loopt. Clients blijven dan aan het verkeerde accesspoint plakken. Het is bij wifi zo dat de roamingbeslissing uiteindelijk door de client wordt genomen. Roamen tussen verschillende accesspoints werkt beter als de accesspoints zo identiek mogelijk zijn. Door gebruik te maken van een wifi-systeem heb je hier uiteraard zekerheid over. Daarnaast kunnen accesspoints clients een handje helpen door bijvoorbeeld roamingstandaarden als 802.11v/k/r te ondersteunen, waarmee clients soepeler schakelen tussen accesspoints. Wel moeten clients deze standaarden ook ondersteunen. Daarnaast gebruiken de wifi-systemen één ssid voor zowel de 2,4- als de 5GHz-band. Hierdoor kan je client altijd verbinding maken zonder dat jij hoeft te schakelen.

©PXimport

Qualcomm-technologie

Het is niet geheel toevallig dat er nu min of meer tegelijkertijd wifi-systemen van diverse fabrikanten op de markt komen. Natuurlijk hebben eero en Luma laten zien dat er behoefte is aan een eenvoudige oplossing om wifi in het hele huis te verdelen. Wat echter ook meespeelt is dat Qualcomm begin 2016 onder de naam Wi-Fi SON een productreeks heeft gelanceerd die bestaat uit diverse SoC’s en radio’s bedoeld voor samenwerkende wifi-producten. SON staat voor Self-Organizing Networks en houdt in dat de accesspoints in een wifi-systeem zo efficiënt mogelijk samen werken. Zo wordt bijvoorbeeld de beschikbare frequentieruimte zo goed mogelijk verdeeld. Deze accesspoints kunnen hierbij zowel traditionele bedrade varianten zijn als accesspoints die werken als draadloze repeaters. SON moet er bovendien voor zorgen dat een client zonder onderbrekingen verbonden wordt met het beste accesspoint in het netwerk. Dit is dus een goede basis voor netwerkfabrikanten. Qualcomm SON wordt gebruikt in Netgear Orbi, Linksys Velop en Google Wi-Fi. Daarnaast zouden de nog te verschijnen systemen van TP-Link, D-Link en ASUS gebaseerd zijn op Wi-Fi SON. Sowieso zijn de wifi-systemen voor thuis een Qualcomm-feestje, want ook eero, luma en Ubiquiti AmpliFi maken gebruik van Qualcomm-chips.

©PXimport

Wat komt er nog meer aan?

Netgear, Linksys en Ubiquiti zijn de eerste fabrikanten met een wifi-systeem in Nederland. Sitecom is met Huddle vermoedelijk de volgende. Huddle maakt gebruik van twee radio’s per node op basis van AC1750-technologie. Later dit jaar komt ASUS met HiveSpot en HiveDot. HiveSpot is een AC2200-systeem met drie radio’s per node terwijl HiveDot een AC1300-ststeem is met twee radio’s per node. D-Link komt in de loop van dit jaar met Covr, waarbij een router gecombineerd wordt met bijbehorende draadloze nodes. Covr heeft ook node die verbinding kan maken via powerline. Tot slot heeft TP-Link Deco M5 aangekondigd, een mesh-systeem dat gebruikmaakt van AC1300-technologie. In de vorm van de Deco M5 Plus kan het systeem ook overweg met powerline. Al deze systemen maken voor zover wij weten gebruik van Qualcomms Wi-Fi SON-technologie.

©PXimport

Zelfde basis, toch verschillen

Dat fabrikanten dezelfde Qualcomm-technologie als basis gebruiken voor hun wifi-mesh-systemen, wil niet zeggen dat alle systemen precies hetzelfde werken en presteren. Netwerkfabrikanten maken bijvoorbeeld hun eigen keuzes qua radioconfiguratie. Neem als voorbeeld Netgear Orbi en Linksys Velop. Deze maken allebei gebruik van dezelfde quadcore IPQ4019 SoC. Deze SoC biedt een 2,4GHz- en een 5GHz-radio, ieder met twee datastromen met een maximale theoretische snelheid van 400 en 866 Mbit/s. Aanvullend op die SoC hebben zowel Linksys als Netgear een extra 5GHz-radio geplaatst. Netgear kiest bij de Orbi voor een extra 5GHz-radio die exclusief gereserveerd is voor de draadloze verbinding tussen de nodes. Orbi’s linkradio is daarbij een heel indrukwekkend exemplaar met maar liefst vier datastromen voor een theoretische bandbreedte van 1733 Mbit/s. Ook Linksys gebruikt een extra 5GHz-radio, maar heeft bij de Velop gekozen voor een exemplaar met twee datastromen. De draadloze link tussen de nodes wordt bij Velop verzorgd door één van de twee 5GHz-radio’s. Het systeem bepaalt zelf welke van de twee radio’s wordt ingezet voor de link.

©PXimport

Mesh slaat op de eigenschap dat alle nodes in het systeem onderling verbinding kunnen maken

-

Mesh: onderlinge communicatie

Fabrikanten noemen hun wifi-systemen ook wel mesh-systemen. Mesh slaat op de eigenschap dat alle nodes in het systeem onderling verbinding kunnen maken. Een verbinding tussen nodes kan hierdoor potentieel via meerdere routes worden gelegd. In de basis geldt dat hoe meer nodes je plaatst, hoe beter het mesh-netwerk zal functioneren. Nu is dit voordeel van meerdere nodes wel deels theoretisch, want thuis zul je doorgaans werken met een router aangevuld door twee draadloze accesspoints. In de praktijk wordt het hierdoor mogelijk dat een signaal vanuit de router naar een accesspoint via een ander accesspoint doorgegeven kan worden. Zo kan een signaal naar zolder doorgeven worden via een node op de eerste verdieping. Fabrikanten beloven dat, hoewel een signaal meerdere ‘hops’ moet maken, de snelheid toch goed blijft. Linksys’ Velop en Ubiquiti’s AmpliFi HD ondersteunen een mesh-configuratie. Netgears Orbi niet, want de satellieten kunnen alleen direct communiceren met de router. Hiermee werkt Orbi enkel in een zogenoemde sterconfiguratie. Netgear heeft wel aangegeven te werken aan communicatie tussen de satellieten onderling.

Conclusie

Steeds meer mensen lopen tegen de beperkingen van één draadloos accesspoint aan en het vervangen van de draadloze router door één supersnelle router blijkt in de praktijk geen oplossing voor dekkingsproblemen. Ook thuis ontkom je er steeds vaker niet aan om meerdere wifi-accesspoints te gebruiken. De ontwikkeling van volledig geïntegreerde wifi-systemen voor de consument staat echt nog in de kinderschoenen. Vooralsnog wordt er vooral ingezet op vrijwel geheel draadloze systemen. Begrijpelijk, want hoewel een bedraad netwerk altijd het beste blijft, is dat in veel consumentensituaties vaak niet haalbaar.

Uiteindelijk zien wij de toekomst in systemen die bedraad en draadloos combineren. Zo heb je altijd de meest optimale verbinding tussen de verschillende accesspoints of nodes in het systeem (ook wel backhaul), met tegelijkertijd de grootste flexibiliteit. Zelfs als je dan alles bedraad zou willen doen, heb je ten opzichte van consumentenoplossingen die je nu kunt kopen het voordeel dat het hele systeem vanuit één interface of app geconfigureerd wordt. Zo hoef je niet meer bij iedere router of accesspoint afzonderlijk in te loggen om bijvoorbeeld het wachtwoord van je netwerk aan te passen. Wel zo makkelijk, want uiteindelijk wil je simpelweg dat je wifi overal werkt.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips PureProtect Pro slimme luchtreiniger
© Philips
Energie

Consumenten testen: de Philips PureProtect Pro slimme luchtreiniger

De Philips PureProtect Pro slimme luchtreiniger biedt een effectieve manier om de luchtkwaliteit binnenshuis te verbeteren, ondersteund door slimme technologie en een strak ontwerp. Het Review.nl Testpanel boog zich voor de gelegenheid over het apparaat. Hieronder lees je een uitgebreid relaas over de ervaringen van onze testers.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Philips

Een van de meest geprezen eigenschappen van de Philips PureProtect Pro 4200-series (AC4220/12), zoals dit apparaat voluit heet, is het design. De testers zijn enthousiast over het moderne en strakke uiterlijk van het apparaat, dat niet alleen functioneel is, maar ook als decoratief element in huis kan dienen. Soni07, die het apparaat een 9 gaf, vat het mooi samen: "Het slanke ontwerp met de lichtring is supermodern en past geweldig goed in mijn woonkamer zonder eruit te zien als een typisch apparaat.

Het formaat van de luchtreiniger roept echter gemengde reacties op. Hoewel de meeste testers het ontwerp waarderen, zoals Abel K., die het apparaat 'stijlvol en passend in vrijwel ieder interieur' noemt, zijn er ook opmerkingen dat het apparaat groot is en daardoor wat lastig te plaatsen. Varius040 wijst daarnaast op een klein nadeel in het ontwerp: "De luchtsensor zit aan de achterkant, waardoor het apparaat niet goed in een hoek of dicht bij een muur kan worden geplaatst."

De lichtring, die de luchtkwaliteit aangeeft door van kleur te veranderen, wordt als zeer nuttig ervaren. Varius040 en meerdere andere testers vinden dit een handige visuele functie: "De kleurverandering die de luchtkwaliteit aangeeft, is echt een fijne functie."

©Philips

Gebruiksgemak staat centraal

Het gebruiksgemak van deze Philips-luchtreiniger wordt in vrijwel alle reviews benadrukt. De installatie verloopt soepel, met behulp van duidelijke instructies en een handige QR-code in de doos. Nienke22 geeft aan: "Zonder instructie had ik niet geweten waar te beginnen, maar dankzij de QR-code was het koppelen aan de app een fluitje van een cent.

Een andere tester complimenteert de combinatie van eenvoudige bediening op het apparaat zelf en de uitgebreide mogelijkheden via de Air+-app. Met deze app kunnen gebruikers de luchtkwaliteit in realtime monitoren en instellingen aanpassen. Dat maakt de luchtreiniger geschikt voor zowel technologische beginners als ervaren gebruikers. Zoals Rob85 opmerkt: "De slimme functies van het apparaat komen volledig tot hun recht via de Philips Air+-app."

Wel wordt er af en toe een verbeterpunt genoemd. Zo merkt een tester op dat 'de ledlampjes in de nachtmodus best fel zijn', wat vooral in donkere slaapkamers een storend effect kan hebben.

“De app is overzichtelijk en geeft me echt inzicht in de luchtkwaliteit.”

- Nienke22

Prestaties die de verwachtingen overtreffen

De PureProtect Pro presteert uitstekend als het gaat om luchtzuivering. Veel testers geven aan dat de luchtkwaliteit in huis merkbaar verbetert, wat resulteert in minder allergieklachten en een schonere omgeving. Rob85 merkt bijvoorbeeld: "Na een aantal dagen merkte ik direct het effect van de schone lucht op mijn droge ogen. Ook is er merkbaar minder stof in huis sinds de installatie."

De automatische modus wordt vaak als bijzonder handig ervaren, omdat het apparaat zelfstandig reageert op veranderingen in de luchtkwaliteit. Soni07 beschrijft: "Elke keer als ik kook of deodorant spuit, registreert het apparaat onmiddellijk de verandering en gaat hij aan de slag." Dit toont de gevoeligheid en efficiëntie van de ingebouwde sensoren.

Ook voor specifieke situaties, zoals het verminderen van geurtjes in huis, blijkt de luchtreiniger effectief. Abel K. vertelt: "Sinds we deze luchtreiniger hebben, merken we dat we minder last hebben van kattenbakgeurtjes." Voor mensen met allergieën is het apparaat een grote aanwinst, zoals blijkt uit de ervaring van Rork: "Ik merkte minder last van mijn allergie en daardoor sliep ik beter."

©Philips

Stille kracht in huis

Een belangrijke eigenschap van deze slimme luchtreiniger is het lage geluidsniveau, vooral in de nachtmodus. Dit maakt het apparaat ideaal voor gebruik in slaapkamers. Soni07 noemt het apparaat 'bijna geluidloos' en voegt eraan toe: "Ik laat hem de hele nacht aanstaan en je merkt niet dat hij aanstaat."

Op hogere standen kan het apparaat echter wat luidruchtiger worden, wat vooral wordt opgemerkt in situaties waarbij intensieve luchtzuivering nodig is, zoals tijdens het koken of bij slechte luchtkwaliteit. Toch ervaren de meeste testers het geluidsniveau als acceptabel en passend bij de krachtige prestaties.

Kritische punten: filters en prijs

Hoewel de Philips PureProtect Pro 4200-series over het algemeen zeer positief wordt beoordeeld, noemen de testers toch een paar aandachtspunten. Zo worden bijvoorbeeld de prijs van zowel het apparaat als de vervangingsfilters door meerdere testers genoemd. Nienke22 stelt: "Ik ben benieuwd hoelang het filter meegaat. De filters zijn namelijk redelijk prijzig."

Daarnaast wordt het formaat van het apparaat soms als een nadeel genoemd, vooral in kleinere ruimtes. Dat kan het moeilijk maken om een geschikte plaats in huis te vinden.

©Philips

✅ Pluspunten

  • Strak en modern ontwerp dat in elk interieur past.

  • Krachtige en snelle luchtzuivering, ideaal voor allergieën.

  • Gebruiksvriendelijke installatie en slimme app-functionaliteiten.

  • Stil genoeg voor gebruik in de slaapkamer.

❌ Minpunten

  • Relatief groot formaat dat niet overal makkelijk past.

  • Kosten van filters en apparaat aan de hogere kant.

  • Ledverlichting in nachtmodus kan als storend worden ervaren.

Conclusie: een slimme keuze voor gezondere lucht

Met een gemiddelde score van een 8,7 is de Philips PureProtect Pro 4200-series een indrukwekkend apparaat dat stijlvol design combineert met krachtige prestaties en geavanceerde technologie. De luchtreiniger scoort hoog op gebruiksgemak, efficiëntie en stil functioneren, waardoor het de ideale keuze is voor huishoudens die de luchtkwaliteit willen verbeteren.

Meer weten over deze luchtreiniger? Check Kieskeurig.nl!
▼ Volgende artikel
Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten
© grzymkiewicz
Huis

Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten

Een magnetron kiezen lijkt misschien eenvoudig, maar schijn bedriegt. Er zijn allerlei opties waarvoor je kunt kiezen. Ga je voor een simpele uitvoering of een model met uitgebreide functies? Hoe belangrijk zijn vermogen, inhoud en bediening? In dit artikel helpen we je stap voor stap bij het maken van de juiste keuze.

Om de voor jou beste magnetron te vinden, let je op de volgende punten:

  • Type magnetron
  • Functies
  • Inhoud
  • Vermogen
  • Draaiplateau
  • Bediening
  • Inbouw of vrijstaand

Lees ook: Deze functies kun je tegenkomen op een magnetron

Een belangrijke eerste keuze is het type magnetron. Er zijn twee hoofdvarianten: de solo magnetron en de combimagnetron.

Een solo magnetron is de meest eenvoudige uitvoering en geschikt voor mensen die vooral willen opwarmen of ontdooien. Een combimagnetron biedt meer mogelijkheden. Naast de standaard magnetronfunctie heeft dit type ook functies zoals een oven, grill en soms zelfs stoom. Wil je dus meer doen dan alleen opwarmen of ontdooien, dan is dit voor jou het geschikte type – vooral als je wat kleiner behuisd bent en geen ruimte in je keuken hebt voor een aparte oven.

Functies

De functies bepalen wat je allemaal met je magnetron kunt doen. Naast de standaard magnetronfunctie, waarmee je eten kunt opwarmen en ontdooien, bieden veel modellen extra opties.

Met de ovenfunctie kun je gerechten garen en bakken (denk aan pizza of cake). Deze functie zorgt voor een gelijkmatige verwarming. Houd je van ovenschotels, dan is deze functie eigenlijk ook onontbeerlijk. De grillfunctie voegt daar nog een extra dimensie aan toe: je kunt vlees of groenten een knapperig laagje geven of zorgen voor een goudbruin gegratineerd kaaslaagje.

Met de stoomfunctie kun je gezonde maaltijden bereiden. Deze functie is perfect voor groenten, vis of rijst, omdat het voedingsstoffen en smaak behoudt.

Sommige magnetrons bieden daarnaast speciale programma's, zoals een crisp-functie (voor krokante snacks) of automatische kookprogramma's waarmee je zonder veel nadenken gerechten kunt bereiden.

Bij het kiezen van een magnetron is het slim om na te gaan welke functies je echt vaak gebruikt. Voor simpel gebruik is een model met alleen de basisfuncties vaak voldoende, maar als je creatief wilt koken, is een combimagnetron met extra mogelijkheden de investering waard.

Knisperknasper

Magnetrons met crisp-functie

Inhoud

De inhoud van de magnetron bepaalt hoeveel eten je erin kwijt kunt. Een inhoud van minder dan 25 liter is compact en geschikt voor een- of tweepersoonshuishoudens. Dit formaat is ideaal als je vooral kleinere gerechten of porties opwarmt.

Voor gezinnen of als je vaak in het groot kookt is een magnetron met een inhoud van 25 tot 40 liter geschikter. Hiermee kun je bijvoorbeeld een ovenschotel of meerdere porties tegelijk bereiden.

©pixel-shot.com (Leonid Yastremskiy)

Vermogen

Het vermogen van een magnetron wordt uitgedrukt in watt en bepaalt hoe snel je eten wordt verwarmd. Een magnetron met een vermogen tot 900 watt is geschikt voor basisgebruik, zoals opwarmen en ontdooien. Voor gerechten die sneller gaar moeten zijn, of als je alleen de magnetronfunctie gebruikt, is een model van 900 tot 1000 watt beter geschikt. Gebruik je daarnaast functies zoals de grill of oven, let dan op de temperatuurinstellingen van die specifieke standen.

Voor intensief gebruik of als je wilt dat gerechten snel en gelijkmatig klaar zijn, kun je het beste kiezen voor een magnetron met een vermogen van 1000 watt of meer. Modellen met 1100 watt of hoger zijn vooral handig voor grote huishoudens of voor het bereiden van grote ovenschotels, volledige maaltijden of gerechten met een hoger volume.

Draaiplateau

Het draaiplateau in een magnetron zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de warmte. Voor kleinere gerechten is een draaiplateau met een diameter tot 25 cm voldoende. Dit is gebruikelijk bij compacte modellen.

Als je grotere borden of schalen wilt gebruiken, kies dan een draaiplateau van 25 tot 30 cm. Voor grote schalen of ovenschotels is een plateau van 30 cm of meer handig. Houd er rekening mee dat een groter draaiplateau ook meer ruimte in de magnetron vraagt. Wil je een groot draaiplateau, dan kom je dus eigenlijk automatisch uit bij een grote magnetron.

Bediening

De bediening van een magnetron kan variëren van eenvoudig tot uitgebreid. Modellen met een draaiknop of mechanische bediening zijn vaak goedkoper en makkelijk te gebruiken. Ze bieden alleen maar een paar eenvoudige instelmogelijkheden, zoals tijd en vermogen, en zijn daardoor ideaal voor basisgebruik.

Magnetrons met elektronische knoppen of een touchscreen bieden meer precisie en vaak extra functies. Hiermee kun je specifieke kookprogramma's kiezen of instellingen fijner afstemmen.

INBOUW OF VRIJSTAAND?

Natuurlijk hangt je keuze ook af van je keuken. Heb je veel inbouwapparatuur en nog een vrije plek in een nis of kast, dan is een inbouwmagnetron een logische keuze. Let er wel op dat inbouwmodellen vaak duurder zijn en precies moeten passen in de beschikbare ruimte. Goed meten is daarom essentieel.

Heb je geen plek voor inbouw of wil je meer flexibiliteit? Dan is een vrijstaande magnetron een betere optie. Deze kun je neerzetten waar je maar wilt, bijvoorbeeld op het aanrecht of een plank. Vrijstaande modellen zijn meestal goedkoper en makkelijker te vervangen.

©v74

Wat past bij jou?

Als je vooral restjes opwarmt of simpele gerechten maakt, voldoet een solo magnetron met een inhoud tot 25 liter en een vermogen tot 900 watt. Voor huishoudens die meer willen, zoals bakken en grillen, is een combimagnetron met een grotere inhoud en meerdere functies beter geschikt. Het draaiplateau en de bediening spelen ook een rol: compacte modellen zijn handig in kleinere keukens, terwijl grotere modellen met touchbediening veelzijdiger zijn. Maar dat er altijd een magnetron is die bij jou past, dat durven we te garanderen!