ID.nl logo
De beste dekking: mesh-wifi voor iedereen
© PXimport
Huis

De beste dekking: mesh-wifi voor iedereen

Met de komst van 802.11ac behoren draadloze snelheidsproblemen tot het verleden. Helaas zijn dekkingsproblemen in vergelijking met het ouderwetse 802.11n op de 2,4GHz-band alleen maar groter geworden. Dat komt doordat de 5GHz-band van nature een minder goed bereik heeft. Kortom, meerdere wifi-accesspoints zijn noodzakelijk en sinds kort beloven wifi-systemen voor consumenten in de vorm van draadloze wifi-accesspoints een eenvoudige oplossing te bieden. Wat is mesh-wifi precies, en hoe werkt het?

Een goede wifi-dekking in heel het huis wordt steeds belangrijker. Waar je een aantal jaren geleden wellicht alleen een laptop had die je draadloos wilde gebruiken, hebben tegenwoordig meerdere gezinsleden ieder een smartphone, laptop en tablet. Ook andere apparaten als smart-tv’s, spelcomputers en Chromecasts vereisen een internetverbinding en worden vaak via wifi aangesloten. Tel daar de opkomst van andere ‘slimme’ apparaten als camera’s, thermostaten en draadloze luidsprekers bij op en de conclusie is al snel duidelijk: wifi is belangrijker en drukker dan ooit.

Helaas is dit niet alleen bij jou zo, ook al je buren maken meer dan ooit gebruik van wifi. De nog altijd meest gebruikte vorm van wifi, 802.11n op de 2,4GHz-band, is totaal niet berekend op zo veel gebruikers tegelijkertijd. De frequentieruimte op de 2,4GHz-band is beperkt en netwerken storen elkaar dan ook al heel snel. Van die overvolle 2,4GHz-band hoeven we dan ook niet heel veel meer te verwachten. Gelukkig is er in de vorm van de 5GHz-band een oplossing die lucht geeft. Die 5GHz-band is natuurlijk niet nieuw en is al jarenlang bruikbaar op dualband-802.11n-accesspoints. Maar deze band is pas echt in opkomst sinds het uitkomen van 802.11ac. Deze snellere opvolger van 802.11n maakt exclusief gebruik van de 5GHz-band (de nog altijd aanwezige 2,4GHz-band gebruikt 802.11n) en heeft ervoor gezorgd dat veel meer clients om kunnen gaan met de 5GHz-band.

5 GHz: meer snelheid, minder dekking

Met de komst van 802.11ac, dat dus gebruikmaakt van de 5GHz-band, zijn snelheidsproblemen rondom wifi voorlopig opgelost. Een nettosnelheid van 400 Mbit/s of meer is geen enkel probleem. Wifi is dus zeker snel genoeg om ook een draadloze internetverbinding snel te gebruiken. Qua bandbreedte biedt de 5GHz-band met negentien individuele kanalen die elkaar niet in de weg zitten, veel meer ruimte dan de drie tegelijkertijd bruikbare kanalen op de 2,4GHz-band. Toch is er minder ruimte dan je aanvankelijk zou denken, want bij ac worden normaal gesproken vier kanalen van 20 MHz gebundeld tot één kanaal van 80 MHz, waardoor er zonder overlap dus eigenlijk drie kanalen overblijven. Nog lastiger is dat alleen het eerste blok van vier kanalen echt vrij te gebruiken is, de rest van de kanalen zijn zogenoemde dfs-kanalen met extra regulering. In de praktijk zijn deze dfs-kanalen daardoor niet altijd goed bruikbaar. Storingen door het netwerk van je buren blijft in potentie dus nog steeds een probleem. In de praktijk heb je hier minder last van dan bij de 2,4GHz-band. Dat komt doordat 5GHz-signalen van nature een veel minder groot bereik hebben en veel minder goed door materialen als steen en gewapend beton heen dringen.

Om in heel je huis een dekkend 802.11ac wifi-netwerk te krijgen heb je meerdere accesspoints nodig

-

Dfs-kanalen

De 5GHz-frequentieband is verdeeld in negentien kanalen van 20 MHz. De eerste vier kanalen kennen geen verdere beperkingen en mogen vrij gebruikt worden. De andere kanalen zijn zogenoemde dfs-kanalen (dynamic frequency selection), die frequenties gebruiken die bijvoorbeeld ook gebruikt worden door weer- of luchtvaartradars. Wifi-apparatuur moet dergelijke radars voorrang geven, waardoor het gebruik van deze dfs-kanalen in de praktijk niet altijd even soepel werkt. Wordt een radar gedetecteerd, dan moet de router overschakelen naar een ander kanaal. Zeker als je in de buurt van een luchthaven of haven woont, kunnen deze kanalen lastiger te gebruiken zijn.

Zwakke signalen

Doordat 5GHz-signalen minder goed door bijvoorbeeld muren en plafonds heen komen, heb je veel minder last van het wifi-netwerk van je buren. Daar krijg je tegelijkertijd wel weer een ander probleem voor terug: de beperkte dekking van dat razendsnelle wifi-netwerk in je eigen huis. Want dat wifi-signaal wordt ook veel sterker gedempt door de materialen binnen jouw huis. Vooral nieuwere huizen met vloeren van gewapend betond zijn berucht en zorgen ervoor dat er van je razendsnelle wifisignaal op de begane grond op de eerste verdieping, en zeker op de zolder, weinig over is.

Netwerkfabrikanten komen echter met steeds snellere (en vooral duurdere) routers die ook zouden zorgen voor een betere dekking. Een paar jaar geleden was AC1750 state of the art, tegenwoordig kun je al AC5400 kopen. Mensen die wifi-problemen ervaren, zijn in eerste instantie begrijpelijk geneigd om hun draadloze router te vervangen door één van de superrouters. Fabrikanten beloven op de doos namelijk niet alleen een hogere snelheid, maar ook een betere dekking. De verwachtingen zijn hoog en de teleurstelling des te groter als blijkt dat na een forse uitgave op de eerste verdieping of zolder nog steeds geen goede dekking is.

Dat zelfs een supersnelle router ondanks een extra 5GHz-radio of ondersteuning voor mu-mimo niet voor een betere dekking zorgt, komt doordat het in de basis dezelfde 5GHz-radiosignalen blijven. Dat radiosignaal moet voldoen aan dezelfde wettelijke eisen qua zendvermogen. De supersnelle routers zijn bedoeld voor mensen die op één plek (bijvoorbeeld dezelfde verdieping) meer dan tien apparaten draadloos willen gebruiken op topsnelheid. Daar komt nog bij dat je doorgaans zwakkere clients ook in staat moeten zijn om een signaal terug te sturen naar je router.

©PXimport

Meerdere accesspoints

Er is uiteindelijk maar één oplossing voor wifi-problemen: om in heel je huis een dekkend 802.11ac wifi-netwerk te krijgen heb je meerdere accesspoints nodig. Er zijn diverse mogelijkheden om dit voor elkaar te krijgen. De beste oplossing is een bedraad aangesloten accesspoint, maar dan moet je natuurlijk wel op iedere verdieping een netwerkaansluiting hebben. Repeaters en powerline-adapters zijn in de praktijk dan weer een stuk langzamer dan een bedraad accesspoint.

2017 moet het jaar van een nieuw soort wifi-systeem worden, dat door de fabrikanten onder de namen mesh-wifi of multiroom-wifi op de markt wordt gezet. In de Verenigde Staten zijn deze systemen al een stuk langer verkrijgbaar van bijvoorbeeld eero, Luma en Google Wi-Fi. Eind 2016 kwam met Netgears Orbi het eerste wifi-systeem naar Nederland en begin dit jaar volgden Linksys met Velop en Ubiquiti met AmpliFi HD. Wat al deze wifi-systemen met elkaar gemeen hebben, is dat de bedraad aangesloten router ondersteund wordt door draadloos aangesloten accesspoints die de dekking in je huis uitbreiden. Zo zou je, zonder dat je draden naar iedere verdieping in je huis hoeft te trekken, toch je hele huis moeten kunnen voorzien van een snel wifi-netwerk. We noemen een accesspoint binnen een wifi-systeem ook wel een node.

Betere roaming

Werken met meerdere accesspoints lost dekkings- en snelheidsproblemen op, maar zorgt wel weer voor een ander probleem: je clients moeten verbinding maken met het juiste accesspoint. Dat lukt doorgaans prima als je voor het eerst verbinding maakt, de moeilijkheid begint pas als je bijvoorbeeld naar een andere verdieping loopt. Clients blijven dan aan het verkeerde accesspoint plakken. Het is bij wifi zo dat de roamingbeslissing uiteindelijk door de client wordt genomen. Roamen tussen verschillende accesspoints werkt beter als de accesspoints zo identiek mogelijk zijn. Door gebruik te maken van een wifi-systeem heb je hier uiteraard zekerheid over. Daarnaast kunnen accesspoints clients een handje helpen door bijvoorbeeld roamingstandaarden als 802.11v/k/r te ondersteunen, waarmee clients soepeler schakelen tussen accesspoints. Wel moeten clients deze standaarden ook ondersteunen. Daarnaast gebruiken de wifi-systemen één ssid voor zowel de 2,4- als de 5GHz-band. Hierdoor kan je client altijd verbinding maken zonder dat jij hoeft te schakelen.

©PXimport

Qualcomm-technologie

Het is niet geheel toevallig dat er nu min of meer tegelijkertijd wifi-systemen van diverse fabrikanten op de markt komen. Natuurlijk hebben eero en Luma laten zien dat er behoefte is aan een eenvoudige oplossing om wifi in het hele huis te verdelen. Wat echter ook meespeelt is dat Qualcomm begin 2016 onder de naam Wi-Fi SON een productreeks heeft gelanceerd die bestaat uit diverse SoC’s en radio’s bedoeld voor samenwerkende wifi-producten. SON staat voor Self-Organizing Networks en houdt in dat de accesspoints in een wifi-systeem zo efficiënt mogelijk samen werken. Zo wordt bijvoorbeeld de beschikbare frequentieruimte zo goed mogelijk verdeeld. Deze accesspoints kunnen hierbij zowel traditionele bedrade varianten zijn als accesspoints die werken als draadloze repeaters. SON moet er bovendien voor zorgen dat een client zonder onderbrekingen verbonden wordt met het beste accesspoint in het netwerk. Dit is dus een goede basis voor netwerkfabrikanten. Qualcomm SON wordt gebruikt in Netgear Orbi, Linksys Velop en Google Wi-Fi. Daarnaast zouden de nog te verschijnen systemen van TP-Link, D-Link en ASUS gebaseerd zijn op Wi-Fi SON. Sowieso zijn de wifi-systemen voor thuis een Qualcomm-feestje, want ook eero, luma en Ubiquiti AmpliFi maken gebruik van Qualcomm-chips.

©PXimport

Wat komt er nog meer aan?

Netgear, Linksys en Ubiquiti zijn de eerste fabrikanten met een wifi-systeem in Nederland. Sitecom is met Huddle vermoedelijk de volgende. Huddle maakt gebruik van twee radio’s per node op basis van AC1750-technologie. Later dit jaar komt ASUS met HiveSpot en HiveDot. HiveSpot is een AC2200-systeem met drie radio’s per node terwijl HiveDot een AC1300-ststeem is met twee radio’s per node. D-Link komt in de loop van dit jaar met Covr, waarbij een router gecombineerd wordt met bijbehorende draadloze nodes. Covr heeft ook node die verbinding kan maken via powerline. Tot slot heeft TP-Link Deco M5 aangekondigd, een mesh-systeem dat gebruikmaakt van AC1300-technologie. In de vorm van de Deco M5 Plus kan het systeem ook overweg met powerline. Al deze systemen maken voor zover wij weten gebruik van Qualcomms Wi-Fi SON-technologie.

©PXimport

Zelfde basis, toch verschillen

Dat fabrikanten dezelfde Qualcomm-technologie als basis gebruiken voor hun wifi-mesh-systemen, wil niet zeggen dat alle systemen precies hetzelfde werken en presteren. Netwerkfabrikanten maken bijvoorbeeld hun eigen keuzes qua radioconfiguratie. Neem als voorbeeld Netgear Orbi en Linksys Velop. Deze maken allebei gebruik van dezelfde quadcore IPQ4019 SoC. Deze SoC biedt een 2,4GHz- en een 5GHz-radio, ieder met twee datastromen met een maximale theoretische snelheid van 400 en 866 Mbit/s. Aanvullend op die SoC hebben zowel Linksys als Netgear een extra 5GHz-radio geplaatst. Netgear kiest bij de Orbi voor een extra 5GHz-radio die exclusief gereserveerd is voor de draadloze verbinding tussen de nodes. Orbi’s linkradio is daarbij een heel indrukwekkend exemplaar met maar liefst vier datastromen voor een theoretische bandbreedte van 1733 Mbit/s. Ook Linksys gebruikt een extra 5GHz-radio, maar heeft bij de Velop gekozen voor een exemplaar met twee datastromen. De draadloze link tussen de nodes wordt bij Velop verzorgd door één van de twee 5GHz-radio’s. Het systeem bepaalt zelf welke van de twee radio’s wordt ingezet voor de link.

©PXimport

Mesh slaat op de eigenschap dat alle nodes in het systeem onderling verbinding kunnen maken

-

Mesh: onderlinge communicatie

Fabrikanten noemen hun wifi-systemen ook wel mesh-systemen. Mesh slaat op de eigenschap dat alle nodes in het systeem onderling verbinding kunnen maken. Een verbinding tussen nodes kan hierdoor potentieel via meerdere routes worden gelegd. In de basis geldt dat hoe meer nodes je plaatst, hoe beter het mesh-netwerk zal functioneren. Nu is dit voordeel van meerdere nodes wel deels theoretisch, want thuis zul je doorgaans werken met een router aangevuld door twee draadloze accesspoints. In de praktijk wordt het hierdoor mogelijk dat een signaal vanuit de router naar een accesspoint via een ander accesspoint doorgegeven kan worden. Zo kan een signaal naar zolder doorgeven worden via een node op de eerste verdieping. Fabrikanten beloven dat, hoewel een signaal meerdere ‘hops’ moet maken, de snelheid toch goed blijft. Linksys’ Velop en Ubiquiti’s AmpliFi HD ondersteunen een mesh-configuratie. Netgears Orbi niet, want de satellieten kunnen alleen direct communiceren met de router. Hiermee werkt Orbi enkel in een zogenoemde sterconfiguratie. Netgear heeft wel aangegeven te werken aan communicatie tussen de satellieten onderling.

Conclusie

Steeds meer mensen lopen tegen de beperkingen van één draadloos accesspoint aan en het vervangen van de draadloze router door één supersnelle router blijkt in de praktijk geen oplossing voor dekkingsproblemen. Ook thuis ontkom je er steeds vaker niet aan om meerdere wifi-accesspoints te gebruiken. De ontwikkeling van volledig geïntegreerde wifi-systemen voor de consument staat echt nog in de kinderschoenen. Vooralsnog wordt er vooral ingezet op vrijwel geheel draadloze systemen. Begrijpelijk, want hoewel een bedraad netwerk altijd het beste blijft, is dat in veel consumentensituaties vaak niet haalbaar.

Uiteindelijk zien wij de toekomst in systemen die bedraad en draadloos combineren. Zo heb je altijd de meest optimale verbinding tussen de verschillende accesspoints of nodes in het systeem (ook wel backhaul), met tegelijkertijd de grootste flexibiliteit. Zelfs als je dan alles bedraad zou willen doen, heb je ten opzichte van consumentenoplossingen die je nu kunt kopen het voordeel dat het hele systeem vanuit één interface of app geconfigureerd wordt. Zo hoef je niet meer bij iedere router of accesspoint afzonderlijk in te loggen om bijvoorbeeld het wachtwoord van je netwerk aan te passen. Wel zo makkelijk, want uiteindelijk wil je simpelweg dat je wifi overal werkt.

▼ Volgende artikel
Van vochtsensor tot smart connect: deze functies kun je allemaal vinden op een wasdroger
© Sersoll - stock.adobe.com
Huis

Van vochtsensor tot smart connect: deze functies kun je allemaal vinden op een wasdroger

Een wasdroger doet meer dan alleen je kleding drogen. Veel modellen hebben een anti-kreukfunctie, waardoor je minder hoeft te strijken, schakelen automatisch uit wanneer de was droog is of zijn op afstand bedienbaar. In dit artikel lees je welke functies op een wasdroger je allemaal kunt tegenkomen.

In het kort: • Anti-kreukfunctie met of zonder stoom • Vochtsensor met automatische uitschakeling • Wol- en delicate programma's • Kinderbeveiliging • Smart connect • Stapelbaarheid • Geschikt voor onderbouw

Lees ook: Condens of warmtepomp: welke wasdroger moet je hebben

Anti-kreukfunctie met of zonder stoom

Kleding kan flink gekreukt uit de wasdroger komen. Dat komt doordat de hitte de vezels laat samentrekken, waardoor de stof iets krimpt. Bovendien blijft de was vaak nog even in de trommel liggen na het drogen. Die combinatie zorgt voor vouwen en kreukels. Veel moderne wasdrogers hebben daarom een anti-kreukfunctie.

Hoe die precies werkt, verschilt per merk en model. Meestal draait de trommel nog een tijdje zachtjes door nadat het programma is afgelopen. Zo blijft de stof in beweging en ontstaan er minder kreukels. Sommige drogers gaan nog een stap verder en gebruiken stoom. Daarbij wordt na het drogen stoom in de trommel geblazen om de stof soepel te houden. Dat vermindert de kans op kreukels nog meer. Houd er wel rekening mee dat modellen met stoomfunctie vaak wat duurder zijn.

Vochtsensor met automatische uitschakeling

Veel moderne wasdrogers hebben een vochtsensor die tijdens het drogen meet hoe vochtig de was nog is. Zo weet de droger precies wanneer alles droog is en schakelt hij zichzelf automatisch uit. Dat is niet alleen zuinig, maar ook beter voor je kleding. Te lang drogen kan stoffen namelijk beschadigen. Bovendien voorkomt de automatische uitschakeling dat de droger onnodig belast wordt.

Wol- en delicate programma's

Gebruik je altijd het standaard droogprogramma, zelfs voor je kasjmier trui? Geen goed idee. Veel wasdrogers hebben aparte standen voor kwetsbare stoffen zoals wol of zijde. Die werken met een lagere temperatuur en een zachtere droogmethode. Zo blijft je kleding in goede conditie en voorkom je dat je trui krimpt of zijn zachte structuur verliest.

©Viktoria

Kinderbeveiliging

Heb je jonge kinderen in huis, dan is een wasdroger met kinderbeveiliging geen overbodige luxe. Met deze functie kunnen kinderen de droger niet openen of aan de instellingen zitten. En dat is wel zo veilig, want tijdens het drogen wordt de trommel behoorlijk heet. Het kinderslot helpt zo ongelukken te voorkomen. Bij de meeste modellen schakel je het slot in of uit met een combinatie van toetsen. Staat het aan, dan verschijnt er een slot-icoon op het display.

Smart connect

Sommige wasdrogers zijn op afstand te bedienen via wifi, ook wel smart connect of home connect genoemd. Handig als je op je werk bent en wilt dat de was klaar is zodra je thuiskomt – of als de droger op zolder staat en je geen zin hebt om steeds op en neer te lopen.

Je koppelt de droger eenvoudig aan een app op je smartphone of tablet. Daar geef je aan wat voor soort was je wilt drogen, waarna de app het beste programma selecteert. Zodra de was klaar is, krijg je een melding. Zo hoef je niet steeds zelf te controleren. De app laat ook weten wanneer het filter moet worden schoongemaakt of wanneer er onderhoud nodig is.

©Samsung

Stapelbaarheid

Heb je weinig ruimte, dan is het handig als je de wasdroger op de wasmachine kunt zetten. Maar let op: stapelen is niet zo simpel als het ene apparaat op het andere plaatsen. Beide zijn zwaar en kunnen tijdens het centrifugeren bewegen of trillen. Zonder goede bevestiging kunnen ze daardoor gaan schuiven of elkaar beschadigen.

Zorg er dus voor dat ze stevig en veilig staan. Veel wasmachines en drogers hebben standaardafmetingen en zijn stapelbaar, maar controleer dit altijd vooraf. Gebruik bij het stapelen een speciale stapelkit. Die vangt trillingen op en zorgt voor een stabiele verbinding, zodat de droger niet kan verschuiven. Je kunt zo'n kit doorgaans kopen bij de (web)winkel waar je je wasdroger koopt. Hebben ze hem niet in het assortiment, dan kunnen ze hem meestal wel voor je bestellen.

Geschikt voor onderbouw

Een wasdroger is meestal geen blikvanger. Wil je hem netjes wegwerken onder een werkblad of aanrecht, dan heb je een model nodig dat geschikt is voor onderbouw. Deze drogers zijn compacter en hebben een afneembaar bovenblad, zodat ze precies passen.

Om warmte goed kwijt te kunnen, is bij dit type extra gelet op ventilatie. En door hun kleinere formaat zijn onderbouwdrogers vaak ook wat zuiniger dan standaardmodellen. Dat maakt ze niet alleen praktisch, maar ook aantrekkelijk voor wie op energie wil besparen.

▼ Volgende artikel
Bewaar je herinneringen: digitaliseer je fotoalbums, vhs-banden en lp's
© splitov27 - stock.adobe.com
Huis

Bewaar je herinneringen: digitaliseer je fotoalbums, vhs-banden en lp's

Bijzondere elpees, vhs-banden met dierbare video’s, (liefdes)brieven en plakboeken met foto’s. Bijna iedereen heeft wel analoge items die je liever niet kwijtraakt. Maak daarom digitale kopieën en sla de bestanden voor eens en altijd op.

In dit artikel laten we zien hoe je je oude analoge media digitaliseert en veilig bewaart voor de toekomst:

  • Scan foto’s, dia’s en documenten met een all-in-one-printer of losse scanner
  • Digitaliseer videobanden met een videograbber
  • Sluit platenspelers aan via een versterker of rechtstreeks op de pc
  • Neem muziek op met programma’s zoals Audacity of MAGIX Sound Forge

Heb je nog meer oude spullen in huis? Geef oude tech een tweede leven: 18 slimme ideeën

Wie in Google de zoekterm ‘digitaliseren’ invoert, stuit op talloze commerciële initiatieven. Wie bereid is om ervoor te betalen, besteedt digitaliseerklussen aan dergelijke bedrijven uit. Maar je kunt deze taak ook relatief eenvoudig zelf doen. Leuk en ook nog eens goedkoop. Met een computer en all-in-one-printer (scanner), videorecorder en/of platenspeler kom je al een heel eind. Daarnaast heb je mogelijk ook een speciaal snoertje en betaalbaar softwarepakket nodig, maar daar komen we later op terug. Hoog tijd om aan de slag te gaan!

Foto’s en documenten

Scanner

Het is zinvol om fotoafdrukken digitaal op te slaan. Hoe eerder je dat doet, hoe beter. Met de jaren kunnen de kleuren namelijk vervagen. Bovendien is het zonde wanneer je na bijvoorbeeld waterschade of brand dierbare herinneringen kwijtraakt. Kortom, genoeg reden om digitale kopietjes te maken.

Voor het digitaliseren van fotoafdrukken gebruik je bij voorkeur een scanner. Bezit je een zogenoemde all-in-one-printer, dan heb je al een geschikte scanner in huis. Naast printen kan zo’n apparaat namelijk ook kopiëren en scannen. Een nieuwe all-in-one-printer is overigens niet zo duur, want ze zijn al vanaf enkele tientjes te koop.

Leg een fotoafdruk op de glasplaat van een all-in-one-printer om een digitale kopie te maken.

Er bestaan ook losse scanners, maar die zijn in de regel duurder. Deze apparaten ondersteunen veelal een hogere scanresolutie. Hierdoor is het mogelijk om fotoafdrukken in een betere kwaliteit op de computer te bewaren. Dat heeft vooral meerwaarde wanneer je een analoog kiekje in groot formaat wilt (laten) afdrukken. Voor regulier gebruik voldoet de geïntegreerde scanner van een all-in-one-printer prima.

De Epson Perfection V39II is een losse scanner die je via usb op een computer aansluit.

Scaninstellingen kiezen

Bekende fabrikanten als Epson, HP en Canon ontwikkelen eigen programma’s voor hun all-in-one-printers en scanners. Hiermee wijzig je diverse scaninstellingen. Als alternatief stelt Microsoft met Windows Scanner een zéér eenvoudig scanprogramma beschikbaar. Als deze toepassing nog niet op je computer staat, download je die gratis vanuit de Microsoft Store. Dit tooltje werkt in Windows 10 en 11.

Zet het scanapparaat aan en open Windows Scanner. Als het goed is, verschijnt de naam van de all-in-one-printer of scanner linksboven in het programma. Leg nu een fotoafdruk ondersteboven op de glasplaat. Je kunt het fotopapier zo nodig eerst even afnemen, want het is belangrijk dat er geen stof, haren of overig vuil zichtbaar zijn.

Bepaal onder Bestandstype in welk formaat je de foto wilt opslaan, bijvoorbeeld png of jpeg. Via Meer weergeven pas je de resolutie aan. Een hogere dpi-waarde resulteert in een scherper beeld. Selecteer bij Bestand opslaan in de gewenste map en bevestig met Voorbeeld. Je kunt in het voorbeeldvenster nu de witte rondjes verslepen. Bepaal daarmee welk deel je van de foto wilt vastleggen. Bevestig als laatste met Scannen.

Windows Scanner is een gebruiksvriendelijk programma om fotoafdrukken te digitaliseren.

Dia’s en negatieven scannen

Naast fotoafdrukken kun je ook dia’s en negatieven scannen. Er zijn hiervoor speciale apparaatjes te koop. Hiermee haal je met behulp van een filmgeleider ieder afzonderlijk beeldje door de scanmodule. Merken als Plustek, Reflecta en Rollei ontwikkelen gespecialiseerde dia- en negatievenscanners. Geschikte producten zijn vanaf ongeveer 100 euro te koop. Overigens bestaan er ook losse (foto)scanners waarmee je dia’s of negatieven kunt digitaliseren. De fabrikant levert in dat geval een soort raamwerk mee waarmee je de beelden onder de scanner kunt leggen.

Maak met de betaalbare Reflecta x22 digitale versies van negatieven en dia’s.

Documenten digitaliseren

Het digitaliseren van brieven en andere paperassen werkt min of meer hetzelfde als bij een foto. Je gebruikt hiervoor eveneens een all-in-one-printer of losse scanner. Open het meegeleverde scanprogramma van de fabrikant of een universele toepassing als Windows Scanner. Voor het digitaal opslaan van documenten ligt het pdf-bestandsformaat voor de hand.

Eigen scanprogramma’s van printermerken hebben meestal als voordeel dat je meerdere pagina’s aan het document kunt toevoegen. Wil je een vuistdik verslag of uitgebreide handleiding op de computer bewaren? De betere all-in-one-printers ondersteunen (dubbelzijdige) automatische documentinvoer. Dat is een houder waarop je een stapeltje van pakweg dertig of vijftig A4’tjes kunt leggen. Vervolgens scant de all-in-one-printer deze paperassen een voor een naar de computer. Hierdoor hoef je niet elke pagina op de glasplaat te leggen.

Bewaar een gedigitaliseerd document bij voorkeur als pdf’je.

Scan-app op smartphone

Bezit je geen scanapparaat? Waarschijnlijk tóch wel, want met een smartphone of tablet kun je ook foto’s en documenten digitaliseren. Gebruik hiervoor de camera van het mobiele toestel. Er zijn allerlei apps die je daarbij kunnen helpen, waaronder Fotoscan van Google Foto’s, Adobe Scan en CamScanner. De werking van dergelijke apps komt grofweg op hetzelfde neer. Maak een foto en bepaal met het selectiekader welk deel je van de fotoafdruk wilt opslaan. Afhankelijk van de gekozen app kun je mogelijk tussen verschillende bestandsformaten kiezen, zoals jpg, png en pdf. Bewaar het resultaat op je smartphone of tablet.

Fotoscan van Google Foto’s maakt van de gefotografeerde fotoafdruk automatisch een uitsnede.

Video’s

Benodigdheden

Misschien heb je thuis nog allerlei analoog beeldmateriaal liggen, bijvoorbeeld betamax-, vhs- of video8-banden. Zeker wanneer je de video’s zelf hebt opgenomen, wil je deze waardevolle beelden waarschijnlijk digitaliseren. Dat is nog verstandig ook, want het magnetische laagje van videobanden is nogal gevoelig voor slijtage. Hevel de video’s daarom liever gisteren dan vandaag over naar je pc of laptop.

Voor deze digitaliseertaak heb je wel wat spullen nodig. Allereerst is het belangrijk dat de videorecorder nog correct functioneert. Is dat niet het geval, dan zijn er op Marktplaats en in kringloopwinkels nog volop betaalbare apparaten te vinden. Met name vhs-videorecorders zijn vandaag de dag behoorlijk betaalbaar.

Bekijk op Marktplaats of je ergens in jouw omgeving een betaalbare videorecorder kunt vinden.

Vanzelfsprekend heb je iets nodig om de videorecorder met de computer te verbinden. Hiervoor zijn allerlei zogenoemde usb-grabbers, videograbbers en usb-omzetters verkrijgbaar. Dit hulpstuk bevat analoge ingangen voor de videorecorder, terwijl je de usb-stekker in de computer prikt. Reken voor zo’n apparaatje op een aanschafprijs van 10 tot 30 euro.

Met deze goedkope videograbber en scartadapter van Gembird verbind je een videorecorder met de computer.

Standalone videograbbers

Er bestaan ook standalone opnameapparaten voor het digitaliseren van analoge videodragers. Je hebt dan geen computer nodig. Deze videograbbers hebben een geïntegreerd scherm waarop je de opname kunt volgen. Meestal zijn er diverse aansluitingen beschikbaar, waaronder s-video en composiet. Je stopt bijvoorbeeld een eigen microSD-geheugenkaart of usb-stick in de behuizing om de gedigitaliseerde beelden op te slaan. Overigens zijn dergelijke apparaten veelal ook geschikt voor het opnemen van analoge geluidsdragers, zoals elpees en cassettes.

Digitaliseer met deze standalone videograbber van KingMa analoge video- en geluidsdragers naar een usb-stick of geheugenkaart.

Opnameprogramma

Je hebt ook nog een geschikt opnameprogramma nodig waarmee je de videotapes op de computer bewaart. Dit programma maakt van de analoge banden digitale bestanden. Er is op dit gebied weinig goede freeware beschikbaar, al kun je OBS Studio wel voor dit doeleinde gebruiken. Daarnaast leveren sommige fabrikanten van videograbbers eigen software mee. Het gebruik van deze programma’s is helaas niet altijd even simpel.

Zoek je een gebruiksvriendelijke totaaloplossing? In dat geval is het softwarepakket MAGIX Red uw video’s een aanrader. Schaf tegen een adviesprijs van 59,99 euro een Nederlandstalig opnameprogramma aan, inclusief usb-omzetter en scartadapter. Kortom, hiermee kun je direct aan de slag! Bovendien is er een volwaardige videobewerker inbegrepen waarmee je de beelden naar eigen smaak kunt corrigeren.

Dit softwarepakket van MAGIX heeft alles in huis om analoge video’s zonder morren te digitaliseren.

Video-opname starten

Zodra alles correct is aangesloten en je geschikte software hebt geïnstalleerd, kan het opnamefeest beginnen. Reserveer hiervoor voldoende tijd. Je gaat de videobanden namelijk met behulp van de computer realtime opnemen. Overigens nemen de videobestanden relatief veel opslagcapaciteit in beslag. Houd daar dus rekening mee bij het selecteren van een opslaglocatie. Als alternatief voor interne opslagruimte kun je bijvoorbeeld een externe harde schijf of ssd aansluiten.

Controleer in het opnameprogramma of er een succesvolle beeldoverdracht is. Soms moet je daarvoor eerst een bepaalde videocodec activeren. Stop een band in de videorecorder en druk op de fysieke playknop. Zie je beeld en hoor je geluid? Zo ja, dan kan de opname beginnen. Je spoelt de videoband eerst naar het gewenste fragment. Start in de software de opname en druk daarna op de playknop van de recorder. Je hoeft tijdens het opnameproces een tijdje niets te doen. Na afloop van de video beëindig je de opname en bewaar je het videobestand op de computer.

Volg in MAGIX Red uw video’s de voortgang van de opname.

Muziek

Platenspeler aansluiten

Heb je nog analoge geluidsapparatuur in bezit, zoals een platenspeler, bandrecorder of cassettedeck? Je kunt dan liedjes van elpees of een andere geluidsdrager digitaliseren. Zeker voor bijzondere opnames is dat zinvol, want op Spotify en consorten is lang niet alles te vinden. Denk bijvoorbeeld aan een obscure bootleg van een liveoptreden. Bovendien is het handig dat je de gedigitaliseerde liedjes op allerlei andere (mobiele) apparaten kunt beluisteren.

Het is mogelijk om een platenspeler indirect met een desktop te verbinden. Een klassieke draaitafel genereert normaal gesproken een onversterkt audiosignaal. Waarschijnlijk is de speler om die reden op de phono-ingang van jouw (voor)versterker of receiver aangesloten. Heeft de versterker een analoge geluidsuitgang, dan kun je het versterkte audiosignaal naar de computer doorsluizen. Je herkent deze uitgang bijvoorbeeld aan ‘audio out’, ‘tape out’, ‘rec’ of een soortgelijke benaming. Als alternatief kun je ook de koptelefoonuitgang gebruiken. Achterop de desktop doe je een beroep op de lijningang. Die heeft doorgaans een blauwe markering.

Je verbindt de desktop via een geschikte verloopkabel met de versterker. Dit snoertje heeft aan de ene zijde twee tulppluggen en aan de andere zijde een 3,5mm-stekker. Zo’n verloopkabel kost in de regel een paar euro. Voor een verbinding met de hoofdtelefoonpoort op een versterker gebruik je een snoertje met aan beide kanten een 3,5mm-plug en eventueel een 6,3/3,5mm-adapter.

Je hebt een geschikte verloopkabel nodig om een versterker met de computer te verbinden.

Andere aansluitopties

Heb je alleen een laptop, dan is er veelal geen (blauwgekleurde) lijningang voor de audio-overdracht beschikbaar. Gelukkig zijn er nog meer methoden om een platenspeler met een computer te verbinden. Zo kun je de aanschaf van een externe geluidskaart overwegen. In dat geval loopt het audiosignaal via een aangesloten versterker of receiver naar het systeem. Daarnaast bestaan er ook usb-phono-voorversterkers waarmee je een draaitafel rechtstreeks met de computer kunt verbinden. Tot slot hebben bepaalde platenspelers van zichzelf al een geïntegreerde voorversterker en een usb-uitgang. Die kun je eveneens direct op het systeem aansluiten.

Koppel deze platenspeler van Audio-Technica via usb rechtstreeks aan een pc of laptop.

Lees ook: Lp’s luisteren? Zo vind je de beste platenspeler

Audio-opname starten

Voor het digitaliseren van analoge geluidsdragers bestaan er diverse commerciële programma’s. MAGIX Sound Forge Audio Studio (adviesprijs 59,99 euro) is daarvan een bekend voorbeeld. Je kunt met dit softwarepakket ook muziek restaureren, zoals het wegwerken van tikken en kraakjes. Gebruik je liever freeware, dan is Audacity een goede keuze.

Voordat je begint met het digitaliseren van muziek, maak je de lp eerst schoon. Je wilt tenslotte een zo schoon mogelijke opname. Met een geschikte borstel kun je zo veel mogelijk stof verwijderen. Ga in de werkbalk van Audacity naar Audio-instelling / Opnameapparaat en selecteer de juiste usb-bron of lijningang. Achter Afspeelapparaat selecteer je de speakers van de computer, zodat je de opname kunt beluisteren. Klik daarna op de rode stip Opnemen en leg de naald op de lp. Met Stoppen (vierkantje) beëindig je de opname. Je bewaart het resultaat via Bestand / Audio exporteren / Exporteren naar computer op het systeem. Selecteer hierbij het gewenste audioformaat en de opslaglocatie, waarna je bevestigt met Exporteren.

Audacity ondersteunt voor het digitaal opslaan van muziek heel wat audioformaten.

Cd’s en dvd’s rippen

Heb je nog een pc met een optisch station? Je kunt dan ook cd’s en (onbeveiligde) dvd’s naar de computer rippen. Gebruik hiervoor respectievelijk de programma’s fre:ac en HandBrake.

Back-up

Hét voordeel van digitale gegevens is natuurlijk dat je ze onbeperkt kunt vermenigvuldigen. Doe dat dan ook en maak van de gedigitaliseerde foto’s, video’s en muziek back-ups. Voor maximale veiligheid bewaar je jouw dierbaarste bestanden in de cloud, zoals Google Drive, Microsoft OneDrive of Strato HiDrive. Je slaat de data daarmee op in een zwaarbewaakt datacenter.

Watch on YouTube