ID.nl logo
De beste dekking: mesh-wifi voor iedereen
© PXimport
Huis

De beste dekking: mesh-wifi voor iedereen

Met de komst van 802.11ac behoren draadloze snelheidsproblemen tot het verleden. Helaas zijn dekkingsproblemen in vergelijking met het ouderwetse 802.11n op de 2,4GHz-band alleen maar groter geworden. Dat komt doordat de 5GHz-band van nature een minder goed bereik heeft. Kortom, meerdere wifi-accesspoints zijn noodzakelijk en sinds kort beloven wifi-systemen voor consumenten in de vorm van draadloze wifi-accesspoints een eenvoudige oplossing te bieden. Wat is mesh-wifi precies, en hoe werkt het?

Een goede wifi-dekking in heel het huis wordt steeds belangrijker. Waar je een aantal jaren geleden wellicht alleen een laptop had die je draadloos wilde gebruiken, hebben tegenwoordig meerdere gezinsleden ieder een smartphone, laptop en tablet. Ook andere apparaten als smart-tv’s, spelcomputers en Chromecasts vereisen een internetverbinding en worden vaak via wifi aangesloten. Tel daar de opkomst van andere ‘slimme’ apparaten als camera’s, thermostaten en draadloze luidsprekers bij op en de conclusie is al snel duidelijk: wifi is belangrijker en drukker dan ooit.

Helaas is dit niet alleen bij jou zo, ook al je buren maken meer dan ooit gebruik van wifi. De nog altijd meest gebruikte vorm van wifi, 802.11n op de 2,4GHz-band, is totaal niet berekend op zo veel gebruikers tegelijkertijd. De frequentieruimte op de 2,4GHz-band is beperkt en netwerken storen elkaar dan ook al heel snel. Van die overvolle 2,4GHz-band hoeven we dan ook niet heel veel meer te verwachten. Gelukkig is er in de vorm van de 5GHz-band een oplossing die lucht geeft. Die 5GHz-band is natuurlijk niet nieuw en is al jarenlang bruikbaar op dualband-802.11n-accesspoints. Maar deze band is pas echt in opkomst sinds het uitkomen van 802.11ac. Deze snellere opvolger van 802.11n maakt exclusief gebruik van de 5GHz-band (de nog altijd aanwezige 2,4GHz-band gebruikt 802.11n) en heeft ervoor gezorgd dat veel meer clients om kunnen gaan met de 5GHz-band.

5 GHz: meer snelheid, minder dekking

Met de komst van 802.11ac, dat dus gebruikmaakt van de 5GHz-band, zijn snelheidsproblemen rondom wifi voorlopig opgelost. Een nettosnelheid van 400 Mbit/s of meer is geen enkel probleem. Wifi is dus zeker snel genoeg om ook een draadloze internetverbinding snel te gebruiken. Qua bandbreedte biedt de 5GHz-band met negentien individuele kanalen die elkaar niet in de weg zitten, veel meer ruimte dan de drie tegelijkertijd bruikbare kanalen op de 2,4GHz-band. Toch is er minder ruimte dan je aanvankelijk zou denken, want bij ac worden normaal gesproken vier kanalen van 20 MHz gebundeld tot één kanaal van 80 MHz, waardoor er zonder overlap dus eigenlijk drie kanalen overblijven. Nog lastiger is dat alleen het eerste blok van vier kanalen echt vrij te gebruiken is, de rest van de kanalen zijn zogenoemde dfs-kanalen met extra regulering. In de praktijk zijn deze dfs-kanalen daardoor niet altijd goed bruikbaar. Storingen door het netwerk van je buren blijft in potentie dus nog steeds een probleem. In de praktijk heb je hier minder last van dan bij de 2,4GHz-band. Dat komt doordat 5GHz-signalen van nature een veel minder groot bereik hebben en veel minder goed door materialen als steen en gewapend beton heen dringen.

Om in heel je huis een dekkend 802.11ac wifi-netwerk te krijgen heb je meerdere accesspoints nodig

-

Dfs-kanalen

De 5GHz-frequentieband is verdeeld in negentien kanalen van 20 MHz. De eerste vier kanalen kennen geen verdere beperkingen en mogen vrij gebruikt worden. De andere kanalen zijn zogenoemde dfs-kanalen (dynamic frequency selection), die frequenties gebruiken die bijvoorbeeld ook gebruikt worden door weer- of luchtvaartradars. Wifi-apparatuur moet dergelijke radars voorrang geven, waardoor het gebruik van deze dfs-kanalen in de praktijk niet altijd even soepel werkt. Wordt een radar gedetecteerd, dan moet de router overschakelen naar een ander kanaal. Zeker als je in de buurt van een luchthaven of haven woont, kunnen deze kanalen lastiger te gebruiken zijn.

Zwakke signalen

Doordat 5GHz-signalen minder goed door bijvoorbeeld muren en plafonds heen komen, heb je veel minder last van het wifi-netwerk van je buren. Daar krijg je tegelijkertijd wel weer een ander probleem voor terug: de beperkte dekking van dat razendsnelle wifi-netwerk in je eigen huis. Want dat wifi-signaal wordt ook veel sterker gedempt door de materialen binnen jouw huis. Vooral nieuwere huizen met vloeren van gewapend betond zijn berucht en zorgen ervoor dat er van je razendsnelle wifisignaal op de begane grond op de eerste verdieping, en zeker op de zolder, weinig over is.

Netwerkfabrikanten komen echter met steeds snellere (en vooral duurdere) routers die ook zouden zorgen voor een betere dekking. Een paar jaar geleden was AC1750 state of the art, tegenwoordig kun je al AC5400 kopen. Mensen die wifi-problemen ervaren, zijn in eerste instantie begrijpelijk geneigd om hun draadloze router te vervangen door één van de superrouters. Fabrikanten beloven op de doos namelijk niet alleen een hogere snelheid, maar ook een betere dekking. De verwachtingen zijn hoog en de teleurstelling des te groter als blijkt dat na een forse uitgave op de eerste verdieping of zolder nog steeds geen goede dekking is.

Dat zelfs een supersnelle router ondanks een extra 5GHz-radio of ondersteuning voor mu-mimo niet voor een betere dekking zorgt, komt doordat het in de basis dezelfde 5GHz-radiosignalen blijven. Dat radiosignaal moet voldoen aan dezelfde wettelijke eisen qua zendvermogen. De supersnelle routers zijn bedoeld voor mensen die op één plek (bijvoorbeeld dezelfde verdieping) meer dan tien apparaten draadloos willen gebruiken op topsnelheid. Daar komt nog bij dat je doorgaans zwakkere clients ook in staat moeten zijn om een signaal terug te sturen naar je router.

©PXimport

Meerdere accesspoints

Er is uiteindelijk maar één oplossing voor wifi-problemen: om in heel je huis een dekkend 802.11ac wifi-netwerk te krijgen heb je meerdere accesspoints nodig. Er zijn diverse mogelijkheden om dit voor elkaar te krijgen. De beste oplossing is een bedraad aangesloten accesspoint, maar dan moet je natuurlijk wel op iedere verdieping een netwerkaansluiting hebben. Repeaters en powerline-adapters zijn in de praktijk dan weer een stuk langzamer dan een bedraad accesspoint.

2017 moet het jaar van een nieuw soort wifi-systeem worden, dat door de fabrikanten onder de namen mesh-wifi of multiroom-wifi op de markt wordt gezet. In de Verenigde Staten zijn deze systemen al een stuk langer verkrijgbaar van bijvoorbeeld eero, Luma en Google Wi-Fi. Eind 2016 kwam met Netgears Orbi het eerste wifi-systeem naar Nederland en begin dit jaar volgden Linksys met Velop en Ubiquiti met AmpliFi HD. Wat al deze wifi-systemen met elkaar gemeen hebben, is dat de bedraad aangesloten router ondersteund wordt door draadloos aangesloten accesspoints die de dekking in je huis uitbreiden. Zo zou je, zonder dat je draden naar iedere verdieping in je huis hoeft te trekken, toch je hele huis moeten kunnen voorzien van een snel wifi-netwerk. We noemen een accesspoint binnen een wifi-systeem ook wel een node.

Betere roaming

Werken met meerdere accesspoints lost dekkings- en snelheidsproblemen op, maar zorgt wel weer voor een ander probleem: je clients moeten verbinding maken met het juiste accesspoint. Dat lukt doorgaans prima als je voor het eerst verbinding maakt, de moeilijkheid begint pas als je bijvoorbeeld naar een andere verdieping loopt. Clients blijven dan aan het verkeerde accesspoint plakken. Het is bij wifi zo dat de roamingbeslissing uiteindelijk door de client wordt genomen. Roamen tussen verschillende accesspoints werkt beter als de accesspoints zo identiek mogelijk zijn. Door gebruik te maken van een wifi-systeem heb je hier uiteraard zekerheid over. Daarnaast kunnen accesspoints clients een handje helpen door bijvoorbeeld roamingstandaarden als 802.11v/k/r te ondersteunen, waarmee clients soepeler schakelen tussen accesspoints. Wel moeten clients deze standaarden ook ondersteunen. Daarnaast gebruiken de wifi-systemen één ssid voor zowel de 2,4- als de 5GHz-band. Hierdoor kan je client altijd verbinding maken zonder dat jij hoeft te schakelen.

©PXimport

Qualcomm-technologie

Het is niet geheel toevallig dat er nu min of meer tegelijkertijd wifi-systemen van diverse fabrikanten op de markt komen. Natuurlijk hebben eero en Luma laten zien dat er behoefte is aan een eenvoudige oplossing om wifi in het hele huis te verdelen. Wat echter ook meespeelt is dat Qualcomm begin 2016 onder de naam Wi-Fi SON een productreeks heeft gelanceerd die bestaat uit diverse SoC’s en radio’s bedoeld voor samenwerkende wifi-producten. SON staat voor Self-Organizing Networks en houdt in dat de accesspoints in een wifi-systeem zo efficiënt mogelijk samen werken. Zo wordt bijvoorbeeld de beschikbare frequentieruimte zo goed mogelijk verdeeld. Deze accesspoints kunnen hierbij zowel traditionele bedrade varianten zijn als accesspoints die werken als draadloze repeaters. SON moet er bovendien voor zorgen dat een client zonder onderbrekingen verbonden wordt met het beste accesspoint in het netwerk. Dit is dus een goede basis voor netwerkfabrikanten. Qualcomm SON wordt gebruikt in Netgear Orbi, Linksys Velop en Google Wi-Fi. Daarnaast zouden de nog te verschijnen systemen van TP-Link, D-Link en ASUS gebaseerd zijn op Wi-Fi SON. Sowieso zijn de wifi-systemen voor thuis een Qualcomm-feestje, want ook eero, luma en Ubiquiti AmpliFi maken gebruik van Qualcomm-chips.

©PXimport

Wat komt er nog meer aan?

Netgear, Linksys en Ubiquiti zijn de eerste fabrikanten met een wifi-systeem in Nederland. Sitecom is met Huddle vermoedelijk de volgende. Huddle maakt gebruik van twee radio’s per node op basis van AC1750-technologie. Later dit jaar komt ASUS met HiveSpot en HiveDot. HiveSpot is een AC2200-systeem met drie radio’s per node terwijl HiveDot een AC1300-ststeem is met twee radio’s per node. D-Link komt in de loop van dit jaar met Covr, waarbij een router gecombineerd wordt met bijbehorende draadloze nodes. Covr heeft ook node die verbinding kan maken via powerline. Tot slot heeft TP-Link Deco M5 aangekondigd, een mesh-systeem dat gebruikmaakt van AC1300-technologie. In de vorm van de Deco M5 Plus kan het systeem ook overweg met powerline. Al deze systemen maken voor zover wij weten gebruik van Qualcomms Wi-Fi SON-technologie.

©PXimport

Zelfde basis, toch verschillen

Dat fabrikanten dezelfde Qualcomm-technologie als basis gebruiken voor hun wifi-mesh-systemen, wil niet zeggen dat alle systemen precies hetzelfde werken en presteren. Netwerkfabrikanten maken bijvoorbeeld hun eigen keuzes qua radioconfiguratie. Neem als voorbeeld Netgear Orbi en Linksys Velop. Deze maken allebei gebruik van dezelfde quadcore IPQ4019 SoC. Deze SoC biedt een 2,4GHz- en een 5GHz-radio, ieder met twee datastromen met een maximale theoretische snelheid van 400 en 866 Mbit/s. Aanvullend op die SoC hebben zowel Linksys als Netgear een extra 5GHz-radio geplaatst. Netgear kiest bij de Orbi voor een extra 5GHz-radio die exclusief gereserveerd is voor de draadloze verbinding tussen de nodes. Orbi’s linkradio is daarbij een heel indrukwekkend exemplaar met maar liefst vier datastromen voor een theoretische bandbreedte van 1733 Mbit/s. Ook Linksys gebruikt een extra 5GHz-radio, maar heeft bij de Velop gekozen voor een exemplaar met twee datastromen. De draadloze link tussen de nodes wordt bij Velop verzorgd door één van de twee 5GHz-radio’s. Het systeem bepaalt zelf welke van de twee radio’s wordt ingezet voor de link.

©PXimport

Mesh slaat op de eigenschap dat alle nodes in het systeem onderling verbinding kunnen maken

-

Mesh: onderlinge communicatie

Fabrikanten noemen hun wifi-systemen ook wel mesh-systemen. Mesh slaat op de eigenschap dat alle nodes in het systeem onderling verbinding kunnen maken. Een verbinding tussen nodes kan hierdoor potentieel via meerdere routes worden gelegd. In de basis geldt dat hoe meer nodes je plaatst, hoe beter het mesh-netwerk zal functioneren. Nu is dit voordeel van meerdere nodes wel deels theoretisch, want thuis zul je doorgaans werken met een router aangevuld door twee draadloze accesspoints. In de praktijk wordt het hierdoor mogelijk dat een signaal vanuit de router naar een accesspoint via een ander accesspoint doorgegeven kan worden. Zo kan een signaal naar zolder doorgeven worden via een node op de eerste verdieping. Fabrikanten beloven dat, hoewel een signaal meerdere ‘hops’ moet maken, de snelheid toch goed blijft. Linksys’ Velop en Ubiquiti’s AmpliFi HD ondersteunen een mesh-configuratie. Netgears Orbi niet, want de satellieten kunnen alleen direct communiceren met de router. Hiermee werkt Orbi enkel in een zogenoemde sterconfiguratie. Netgear heeft wel aangegeven te werken aan communicatie tussen de satellieten onderling.

Conclusie

Steeds meer mensen lopen tegen de beperkingen van één draadloos accesspoint aan en het vervangen van de draadloze router door één supersnelle router blijkt in de praktijk geen oplossing voor dekkingsproblemen. Ook thuis ontkom je er steeds vaker niet aan om meerdere wifi-accesspoints te gebruiken. De ontwikkeling van volledig geïntegreerde wifi-systemen voor de consument staat echt nog in de kinderschoenen. Vooralsnog wordt er vooral ingezet op vrijwel geheel draadloze systemen. Begrijpelijk, want hoewel een bedraad netwerk altijd het beste blijft, is dat in veel consumentensituaties vaak niet haalbaar.

Uiteindelijk zien wij de toekomst in systemen die bedraad en draadloos combineren. Zo heb je altijd de meest optimale verbinding tussen de verschillende accesspoints of nodes in het systeem (ook wel backhaul), met tegelijkertijd de grootste flexibiliteit. Zelfs als je dan alles bedraad zou willen doen, heb je ten opzichte van consumentenoplossingen die je nu kunt kopen het voordeel dat het hele systeem vanuit één interface of app geconfigureerd wordt. Zo hoef je niet meer bij iedere router of accesspoint afzonderlijk in te loggen om bijvoorbeeld het wachtwoord van je netwerk aan te passen. Wel zo makkelijk, want uiteindelijk wil je simpelweg dat je wifi overal werkt.

▼ Volgende artikel
Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip
© Wesley Akkerman
Huis

Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip

Met een adviesprijs van 849 euro is de Nothing Phone (3) het duurste toestel dat dit jonge merk tot op heden heeft uitgebracht. Zelf presenteert Nothing dit model als een heus vlaggenschip, maar uit onze ervaring blijkt dat deze smartphone dat niveau niet helemaal haalt.

Goed
Conclusie

De Nothing Phone 3 valt op met zijn design en Glyph-systeem, maar laat het afweten op het gebied van prestaties, hitteontwikkeling en camera’s bij weinig licht. De software is strak en onderscheidend, maar voor 850 euro heeft de concurrentie simpelweg meer te bieden.

Plus- en minpunten
  • Uniek ontwerp met grappig Matrix-display
  • Nothing OS blijft een fantastische Android-schil
  • Fijn display met levendige kleuren
  • Veel beter camerasysteem
  • Redelijke batterijduur bij normaal gebruik
  • Rivalen doen het op belangrijke vlakken beter
  • Geen high-end processor
  • Behoorlijke warmteontwikkeling
  • Android 16 laat nog op zich wachten
  • Oledpaneel zonder LTPO
  • Maakt te veel compromissen voor een vlaggenschip

De Nothing Phone (3) voelt met zijn aluminium frame en matte afwerking degelijk aan, maar de glanzende transparante achterkant is wel besmettelijk voor vingerafdrukken. De telefoon heeft vier knoppen, inclusief de Essential Key van de Phone (3a) voor screenshots en spraaknotities. Qua ontwerp haal je de meest unieke smartphone van dit moment in huis. Nothing zet hoog in op esthetiek en verheft de doorgaans saaie achterkant tot een waar kunstwerk. Net als bij andere Nothing-toestellen is die tevens functioneel; zo is er onder meer een rode stip die oplicht zodra je gaat filmen.

De meest controversiële verandering is het verdwijnen van de kenmerkende Glyph-strips. Die zijn voor de gelegenheid vervangen door de Glyph Matrix, een klein monochroom schermpje rechtsboven op de achterzijde van het toestel. Dat matrixdisplay biedt meer functionaliteit dan de ledstrips op de voorgangers, zoals notificaties en spelletjes, maar mist de unieke uitstraling van de Glyphs op zijn voorganger. Vooralsnog zien we alleen potentie in dat extra schermpje. Ontwikkelaars moeten nog aan de bak met nuttige functies en games, want tot op heden is de functionaliteit dusdanig beperkt dat je het onderdeel alleen voor meldingen kunt gebruiken.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

De Essential Key zit onder de powerknop.

Op zich een prima scherm

Het scherm is redelijk op vlaggenschip-niveau. Het toestel heeft een oleddisplay van 6,67 inch met een hoge resolutie en een verversingssnelheid van 120 Hz. De (piek)helderheid is hoog genoeg voor gebruik in de zon, terwijl de kleurweergave zowel nauwkeurig als levendig is. Verder is er support voor HDR10+- en Ultra HDR-content. Helaas mist het scherm LTPO-technologie. Dat betekent dat de verversingssnelheid niet lager dan 30 Hz zakt bij statische content. In de praktijk kan dat de batterijduur negatief beïnvloeden.

De Nothing Phone 3 is de eerste telefoon die de Snapdragon 8s Gen 4-processor gebruikt. De chipset presteert vergelijkbaar met de Snapdragon 8 Gen 3, met lichte grafische verbeteringen en een hogere topsnelheid. Hoewel het toestel in dagelijks gebruik vlot aanvoelt en visueel intensieve games prima aankan, blijft de 8s Gen 4 in rauwe prestaties achter bij de nieuwste échte vlaggenschip-processors, zoals de Snapdragon 8 Elite. Potentiële kopers betwisten daarom of de Phone (3) 'flagship material' is of niet – maar bij normaal gebruik merk je geen vertragingen.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: het batterijniveau.

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: de tijd.

Warmteontwikkeling

Wat ook opvalt, is de warmteontwikkeling tijdens het gebruik. Het toestel kan namelijk flink opwarmen tijdens het uitvoeren van zwaardere taken, zoals bij het gamen. Dan kun je de telefoon bijna niet meer comfortabel vasthouden. Helaas een typisch Qualcomm-euvel dat we vaker tegenkomen. Verder is het zo dat de smartphone met een totaal vermogen van 5150 mAh qua accu ook wat achterloopt op zijn rivalen. Bij intensief gebruik moet je de telefoon soms eerder opladen dan je zou hopen. Bij normaal gebruik kom je er echter de dag wel mee door.

De Nothing Phone (3) draait op Nothing OS 3.5, gebaseerd op Android 15, en biedt een vloeiende, strakke interface met fijne, aanpasbare elementen en opvallende widgets. Net zoals op de Nothing Phone (3a) kom je ook hier de Essential Space tegen, een aparte sectie die screenshots opslaat en AI gebruikt om belangrijke informatie te extraheren en te organiseren, inclusief transcripties van spraakmemo's. Dat laatste gaat verrassend goed, met hier en daar een enkele typefout. Zo'n memo maak je snel aan door bijvoorbeeld de Essential Key ingedrukt te houden.

0,6x

1x

2x

Minder functies, maar wel uniek

Hoewel Nothing OS minder functies heeft dan sommige andere Android-skins, is het vrij van bloatware (erg belangrijk!) en legt het systeem de nadruk op een minimalistische, monochrome esthetiek. Dat maakt de software-omgeving daadwerkelijk anders dan je elders aantreft. Nothing belooft daarnaast vijf Android-upgrades en zeven jaar lang beveiligingspatches. Dat is een uitstekende score, meer dan gemiddeld, maar Nothing staat helaas niet bekend om de snelle uitrol van nieuwe softwareversies. Houd dus wat rekening met vertragingen op dat gebied.

Dat bewijst bijvoorbeeld de uitrol van Android 16. Die versie is reeds beschikbaar, maar de Nothing Phone 3 wordt geleverd met Android 15. Nu is het tegelijkertijd zo dat versie 16 echt nog maar net uit is, maar toch voelt dit aan als een gemiste kans. De upgrade moet echter voor het einde van het jaar verschijnen, dus daar kun je naar uitkijken. Verder heeft de nieuwe AI-zoekbalk nog een eigenaardigheid. Je kunt daarmee van alles opzoeken (apps, contacten, functies en meer), maar de Essential Space wordt daarin niet meegenomen.

3x

6x

6x

3x

Beste camera's tot nu toe, maar…

Verspreid over de achterkant tref je een veelzijdig camerasysteem aan. Dat bestaat uit drie sensoren van 50 megapixel: een hoofdcamera, een ultragroothoek- en een periscooplens. Daarmee zoom je tot 3x optisch in. Ook is er nog een selfiecamera van 50 megapixel. Alle camera's ondersteunen video-opnamen in 4K-kwaliteit bij 60 fps. Overdag leveren ze gedetailleerde foto's met levendige, accurate kleuren en een breed dynamisch bereik, hoewel er soms lichte oververzadiging optreedt en de sluitertijd wat beter kan.

De telelens presteert goed tot en met 6x inzoomen met behoud van helderheid en kleuren. Die lens is ook geschikt voor macro-opnames tot 10 centimeter. Over het algemeen vinden we dit de beste lenzen die Nothing tot nu toe aanbiedt, maar ook op dit vlak presteren concurrerende modellen beter. Vooral de Pixels en Galaxy's leveren betere kwaliteit bij weinig licht en snelle bewegingen. Nothings beeldverwerking zorgt gelukkig voor consistente kleuren over alle lenzen en voor goede diepte, maar de camera's kunnen dus nog verbetering gebruiken.

2x

1x

0,6x

Nothing Phone (3) kopen?

De Nothing Phone (3) streeft duidelijk naar onderscheid met zijn unieke ontwerp en het nieuwe Glyph Matrix-systeem, maar op cruciale punten blijft hij achter bij concurrenten in zijn prijsklasse. Hoewel de Snapdragon 8s Gen 4-processor echt wel vlot is voor dagelijks gebruik, blijft-ie op papier achter bij de concurrentie. Niet dat je al die snelheid per se nodig hebt (eerlijk is eerlijk: veel mobiele cpu's zijn echt overkill), maar die dingen gaan wel tellen als je een hogere prijs betaalt. Het helpt ook niet dat het toestel echt heet wordt onder hoge druk.

Ondanks een capabel camerasysteem presteert de Phone (3) onder uitdagende omstandigheden niet zo goed als je zou willen of verwachten. De batterijduur is adequaat, maar niet uitzonderlijk, en de usb-c-poort blijft steken op de oudere 2.0-standaard. Hoewel Nothing OS 3.5 een strakke en unieke software-ervaring biedt met langdurige updates, compenseren de software-extra's en het innovatieve Glyph-systeem de hardwarematige tekortkomingen niet voldoende om de Nothing Phone (3) een toptoestel te noemen, zeker niet gezien zijn prijskaartje van 850 euro.

▼ Volgende artikel
MediaMonkey: jouw digitale jukebox
© Mr.Pancho Store - stock-adobe.com
Huis

MediaMonkey: jouw digitale jukebox

Bezit je veel audiobestanden van uiteenlopende artiesten? Het is dan een hele uitdaging om de boel enigszins netjes te ordenen. De gratis versie van MediaMonkey helpt je hierbij. Maak met dit Windows-programma een overzichtelijke muziekbibliotheek en speel je favoriete liedjes op de computer af.

In dit artikel laten we zien hoe je eenvoudig je muziekcollectie kunt beheren met MediaMonkey:

  • Installeer en configureer MediaMonkey
  • Voeg muziek toe vanuit je computer, NAS of cloudopslag
  • Gebruik slimme zoekfuncties om snel je favoriete nummers te vinden
  • Maak en personaliseer afspeellijsten
  • Rip en brand cd’s
  • Pas metadata aan voor een overzichtelijke bibliotheek
  • Stream muziek binnen je thuisnetwerk naar andere apparaten

Lees ook: De beste apparatuur om in huis lekker naar muziek te luisteren

Tip 1 Digitale jukebox

MediaMonkey is eigenlijk een digitale jukebox. Het programma ondersteunt nagenoeg alle gangbare audioformaten, zoals flac, ogg, wma, ape en natuurlijk mp3. Alle liedjes die je aan dit programma toevoegt, belanden in een overzichtelijke catalogus. Het maakt niet uit of je nou honderden, duizenden of honderdduizenden nummers toevoegt, want MediaMonkey ordent zorgvuldig alle bestanden.

Om MediaMonkey te downloaden, klik onder Standard Version op DOWNLOAD [versienummer]. Dubbelklik op het exe-bestand en selecteer de Nederlandse taal, waarna je bevestigt met OK. Je klikt nu telkens op Volgende om de installatie te doorlopen. Accepteer hierbij de licentieovereenkomst. Klik als laatste op Installeren / Voltooien.

Download de gratis Windows-versie van MediaMonkey naar je computer.

Tip 2 Liedjes toevoegen

Misschien heb je op de computer of NAS flink wat muziek opgeslagen. In de tijd dat downloaden voor eigen gebruik nog min of meer gedoogd werd, lagen de audiobestanden immers voor het oprapen. Wellicht kun je omstreden downloadnetwerken als Napster, Kazaa, LimeWire, bittorrent en usenet (nieuwsgroepen) nog herinneren. Daarnaast kun je natuurlijk ook kopieën van cd’s op de computer bewaren (zie tip 6).

MediaMonkey wil eerst weten waar jouw digitale audiocollectie zich bevindt. Hierbij selecteert het programma automatisch de standaard muziek- en video-map in Windows. Staan daar geen liedjes in, dan haal je de vinkjes voor deze bestandslocaties weg. Klik rechtsboven op LOCATIE TOEVOEGEN en kies Lokale opslag. Zodra je de juiste map met muziek hebt gevonden, zet je hier een vinkje voor. Je kunt zo meerdere bestandslocaties selecteren. Klik daarna op OK.

Naast lokale mappen voeg je net zo eenvoudig muziek van andere apparaten toe, zoals een NAS of pc. Kies in dat geval LOCATIE TOEVOEGEN / Netwerk of Mediaserver, waarna je de juiste map of server selecteert. Klik daarna op OK.

Via VOLGENDE / VOLGENDE / VOLTOOIEN importeert MediaMonkey alle nummers in de bibliotheek. Dit proces kan even duren. Klik tot slot op SLUITEN.

Geef aan in welke (netwerk)map de muziek staat opgeslagen.

Tip 3 Eerste blik

Het hoofdvenster van MediaMonkey opent eerst met een welkomstscherm. Klik linksboven op Home om je muziekcollectie te tonen. Als het goed is, zie je verschillende albumhoesjes. Met de standaardinstellingen staan de secties Artiesten en Albums op alfabetische volgorde gerangschikt. Klik achter een sectie op alles weergeven om een volledig overzicht te tonen. Gebruik als alternatief bovenaan de knoppen Alle bestanden, Albums en Genres om binnen jouw muziekverzameling te snuffelen. Via Home keer je op ieder moment weer terug naar het beginvenster.

Zeker in een omvangrijke collectie is het nog een hele kunst om dat ene liedje te vinden. Gelukkig heeft MediaMonkey een snelle zoekfunctie. Klik rechtsboven op het vergrootglas om het zoekveld te ontvouwen. Je hoeft maar een deel van een liedje, albumtitel of artiest te typen. Het programma laat namelijk meteen de bijbehorende resultaten zien. Klik voor een uitgebreidere zoekfunctie bovenaan op Naar Geavanceerd.

MediaMonkey maakt van alle muziek een overzichtelijke bibliotheek met albumhoesjes.

Grotere albumhoesjes

Vind je de albumhoesjes in de muziekcatalogus te klein? Dat kun je aanpassen! Navigeer bovenin de menubalk achtereenvolgens naar Beeld / Weergave hoofdvenster / Afbeeldingsgrootte. Sleep het oranje schuifje nu naar rechts om de albumcovers te vergroten. Je klikt als laatste op OK om het resultaat te bekijken.

Maak de albumhoesjes desgewenst tweemaal zo groot.

Tip 4 Muziek luisteren

Uiteraard wil je de muziek ook graag beluisteren. Als je op een albumhoesje klikt, komen de onderliggende nummers tevoorschijn. Afhankelijk van in welke sectie je zit, dien je mogelijk nogmaals op de afbeelding te klikken. Gebruik achter de albumtitel de afspeelknop om alle liedjes in chronologische volgorde af te spelen. Je hoort meteen geluid.

Je kunt de liedjes ook husselen. Klik in dat geval op het pictogram met de twee gekruiste pijlen en luister in willekeurige volgorde naar de nummers. Wil je een specifiek liedje van het album horen? Zweef dan met de muisaanwijzer boven een titel en klik daarna op de afspeelknop.

Achter ieder albumhoesje schuilen er meerdere nummers.

Tip 5 Afspeellijst maken

Je maakt in MediaMonkey eenvoudig een eigen afspeellijst. Daarmee luister je naar jouw favoriete nummers van verschillende artiesten. Klik in de menubalk op Bewerken / Nieuwe afspeellijst. Er verschijnt aan de rechterkant een nieuw deelvenster. Typ een relevante naam en bevestig met Enter.

Zoek nu een nummer dat je aan de lijst wilt toevoegen. Klik eerst op de naam van het liedje en sleep deze audiotrack met ingedrukte muisknop naar het rechterdeelvenster. Je kunt als alternatief ook met de rechtermuisknop op een nummer klikken. Navigeer vervolgens naar Verzenden naar / Afspeellijst en klik op de juiste naam. Je maakt zoveel favorietenlijstjes als je maar wilt. Alle afspeellijsten zijn in het linkermenu bereikbaar.

Geen zin om zelf een afspeellijst te maken? Laat MediaMonkey dit dan voor je doen. Ga naar Bewerken / Nieuwe Auto-Afspeellijst. Er verschijnt een nieuw venster waarin het programma volgens zelfgekozen criteria liedjes selecteert. Misschien wil je bijvoorbeeld alleen maar rockmuziek horen. Klik in dat geval op het plusteken en kies Genre. Je typt volgens bovengenoemd voorbeeld Rock, waarna je bevestigt met Enter. Uiteraard staat het je vrij om andere criteria te gebruiken. Geef de automatische afspeellijst tot slot een andere naam.

Voeg via het contextmenu goede nummers aan een afspeellijst toe.

Tip 6 Audio-cd’s rippen

Wil je een digitale kopie van een fysiek muziekalbum op de computer bewaren? Dan komt de ripfunctie van MediaMonkey goed van pas. Daarmee kopieer je de inhoud van een audio-cd naar de pc. Een voorwaarde is dat het systeem is voorzien van een (extern) cd/dvd-station.

Doe eerst een muziek-cd in de lade van de optische drive. Na even wachten verschijnt in MediaMonkey vanzelf het venster Albumgegevens kiezen. Selecteer in het overzicht het juiste muziekalbum. Dat is belangrijk, want het programma koppelt zo de juiste eigenschappen aan elk liedje. Denk onder meer aan de artiest, de naam van het nummer en het genre. Maak een keuze en bevestig met OK.

Klik in de menubalk op Extra / Audio-CD rippen. De nummers van het album komen tevoorschijn. Standaard staan voor alle liedjes vinkjes. Als je een bepaald nummer niet op de computer wilt bewaren, haal je het desbetreffende vinkje weg.

Heb je alleen interesse in de grootste hits van een album? Verwijder voor de overige nummers dan de vinkjes.

Tip 7 Ripinstellingen

Voordat je de cd naar de computer kopieert, neem je eerst de instellingen door. Geef aan in welke map je de nummers wilt opslaan. Zodra je op CONFIGUREREN klikt, komt er een nieuw venster tevoorschijn. Ga via BLADEREN naar de gewenste map en bevestig met OK om deze opslaglocatie te selecteren. MediaMonkey plaatst elk geript album in een eigen submap. Sluit het venster met OK.

Met de huidige instellingen maakt het programma mp3’tjes. Je kunt desgewenst ook een ander audioformaat instellen. Klik dan eerst op MP3 en kies bijvoorbeeld WMA, WAV of FLAC. De twee laatstgenoemde bestandsformaten bieden over het algemeen een hogere audiokwaliteit. Daarentegen nemen de liedjes wel meer opslagruimte in beslag. Mp3 staat bekend om zijn acceptabele geluidskwaliteit en geringe bestandsomvang.

Bij sommige audioformaten kun je de kwaliteit aanpassen, zoals in het geval van ogg, wav, wma, aiff en flac. Klik dan achter de gekozen indeling op INSTELLINGEN. Een hogere waarde resulteert doorgaans in een betere geluidskwaliteit. Houd hierbij wel rekening met grotere bestanden en een langere ripduur. Maak een keuze en klik op OK. Bevestig nogmaals met OK om het ripproces te starten. Na afloop belanden de nummers vanzelf in de bibliotheek van MediaMonkey.

Bepaal in welke (sub)map je de geripte nummers wilt opslaan.

Tip 8 Schijfjes branden

De omgekeerde route werkt ook: niet rippen, maar brand een album naar een schijfje en speel deze cd vervolgens af op een cd-speler. Handig voor wie nog een klassieke audioset met goede speakers bezit. Overigens heb je voor dit klusje wel een (externe) cd-brander en leeg schijfje nodig.

Doe een beschrijfbare cd-r in de lade van de cd-brander. Je kunt hier normaal gesproken tachtig minuten muziek op kwijt. Klik nu met de rechtermuisknop op een albumhoes en kies Verzenden naar / Audio-CD (Branden). Belangrijk is dat in het kleine venster achter Schijf: de juiste cd-brander is geselecteerd. Klik op BRANDEN om het proces te starten. Na afloop hoor je een geluidssignaal en wordt de cd uitgeworpen. Overigens kun je deze opties eventueel uitvinken.

Je brandt desgewenst ook nummers van verschillende albums en artiesten op een cd. Het is dan handig om van jouw favoriete liedjes eerst even een afspeellijst te maken (zie tip 5). Je navigeert in het linkermenu daarna naar Afspeellijsten. Klik met de rechtermuisknop op de bewuste lijst en kies Verzenden naar / Audio-CD (Branden) / BRANDEN.

Brand een muziekalbum of afspeellijst eenvoudig naar een lege cd.

Muziek vanuit cloud

MediaMonkey kan ook muziek bij diverse clouddiensten ophalen. Deze optie is nuttig voor wie audiobestanden op een online server van een bekende aanbieder bewaart. Er is ondersteuning voor Microsoft OneDrive, Google Drive en Dropbox ingebakken.

Klik in de menubalk op Bestand / Bestanden herscannen/toevoegen. Ga via LOCATIE TOEVOEGEN naar Cloudopslag. Na het aanwijzen van de juiste aanbieder opent er een webpagina in de browser. Je dient MediaMonkey toegang tot jouw persoonlijke cloudomgeving te geven. Log zo nodig in en beslis of je het mediaprogramma wel of geen toegang geeft.

Klik in MediaMonkey op OK / NU SCANNEN om audiobestanden vanuit de cloud te importeren. Daarnaast bewaar je optioneel een kopie van de muziekbibliotheek op een online server. Gebruik hiervoor het tabblad Inhoud bibliotheek. Je kunt de koppeling tussen MediaMonkey en de clouddienst op elk moment weer verbreken.

Als je MediaMonkey toegang tot jouw Google Drive-omgeving geeft, voeg je audiobestanden vanuit de cloud toe.

Tip 9 Metadata wijzigen

Elk digitaal opgeslagen liedje bevat metadata. Dit noemt men ook wel tags. Hierin staan allerlei gegevens, zoals de artiest(en), de naam van het nummer en het uitgiftejaar. Het is belangrijk dat alles klopt, want MediaMonkey deelt op basis van deze informatie zijn bibliotheek in. Bovendien bevindt zich in de metadata ook een hoesafbeelding.

Met name bij gedownloade bestanden klopt de metadata soms niet. Gelukkig herstel je eenvoudig een foutje. Klik in MediaMonkey met de rechtermuisknop op het bewuste liedje en kies Eigenschappen. Er verschijnt een venster met verschillende kenmerken. Pas naar eigen inzicht een of meerdere velden aan. Bij Score laat je eventueel ook nog jouw waardering voor het nummer blijken. Kies tussen een waarde van één tot vijf sterren.

Bij het tabblad Details staan nog meer kenmerken van het liedje. Die kun je eveneens allemaal wijzigen. Verder voeg je via Songteksten vrijblijvend een complete liedtekst toe. Kijk tot slot ook nog even bij Illustraties, want je kunt hier zo nodig een andere albumhoes selecteren. Klik op OK om eventuele wijzigingen op te slaan.

Controleer in de Eigenschappen of het liedje aan de juiste albumhoes is gekoppeld.

Tip 10 Automatisch taggen

Het aanpassen van metadata heet ook wel het taggen van muziek. MediaMonkey heeft hiervoor een slimme functie, want het programma wijst op jouw verzoek automatisch de juiste metadata aan alle nummers van een album toe.

Klik met rechts op een muziekalbum en kies Auto-labelen. Het programma gaat nu op zoek naar de correcte gegevens. Hebben liedjes bijvoorbeeld geen titels, dan probeert de software deze via een zogenoemde audiovingerafdruk te achterhalen. Door de huidige audiodata met dat van een database te vergelijken, komt MediaMonkey de juiste tags op het spoor. Er wordt zo nodig ook een verse albumhoes opgehaald. Vink de nummers aan waarvan je de metadata wilt aanpassen en bevestig met LABELEN EN DOORGAAN.

Wijs in één klap correcte tags aan alle liedjes van een muziekalbum toe.

Tip 11 Mediaserver

Tijdens de installatie activeert MediaMonkey op de achtergrond een mediaserver. Het voordeel hiervan is dat je met andere apparaten in je thuisnetwerk de muziekbibliotheek kunt benaderen. Denk onder andere aan een geschikte smart-tv, netwerkreceiver, wifi-speaker en soundbar. Je speelt de nummers op deze apparaten af.

Open maar eens met de afstandsbediening de bronlijst van een smart-tv en kies MediaMonkey Bibliotheek. Daarachter staat waarschijnlijk ook nog de naam van jouw computer vermeld. Je dient deze televisie nu toegang tot de muziekbibliotheek te geven. Klik in MediaMonkey op JA. Zodra je de bibliotheek op de smart-tv vernieuwt, heb je toegang tot alle albums en afspeellijsten.

Stream de nummers over je thuisnetwerk naar andere apparaten, zoals een smart-tv.

MediaMonkey Gold

Er bestaat ook een betaalde Gold-versie van MediaMonkey. Die bevat nóg meer functies. Met name op het gebied van audio-cd’s rippen zijn er meer mogelijkheden. Zo stel je desgewenst een hogere geluidskwaliteit voor de gekopieerde nummers in. Een andere handige functie is dat je een ongelimiteerd aantal nummers tegelijk automatisch kunt taggen. Daarnaast bevat MediaMonkey Gold extra opties om liedjes te ordenen en over je eigen (thuis)netwerk te streamen. De betaalde versie kost ca. 39 euro. Je kunt voor ca. 97 euro ook een zogeheten lifetime-licentie aanschaffen.

Voor het gebruik van MediaMonkey Gold dien je een gebruikersnaam en licentiesleutel in te voeren.

Watch on YouTube