ID.nl logo
De beste dekking: mesh-wifi voor iedereen
© PXimport
Huis

De beste dekking: mesh-wifi voor iedereen

Met de komst van 802.11ac behoren draadloze snelheidsproblemen tot het verleden. Helaas zijn dekkingsproblemen in vergelijking met het ouderwetse 802.11n op de 2,4GHz-band alleen maar groter geworden. Dat komt doordat de 5GHz-band van nature een minder goed bereik heeft. Kortom, meerdere wifi-accesspoints zijn noodzakelijk en sinds kort beloven wifi-systemen voor consumenten in de vorm van draadloze wifi-accesspoints een eenvoudige oplossing te bieden. Wat is mesh-wifi precies, en hoe werkt het?

Een goede wifi-dekking in heel het huis wordt steeds belangrijker. Waar je een aantal jaren geleden wellicht alleen een laptop had die je draadloos wilde gebruiken, hebben tegenwoordig meerdere gezinsleden ieder een smartphone, laptop en tablet. Ook andere apparaten als smart-tv’s, spelcomputers en Chromecasts vereisen een internetverbinding en worden vaak via wifi aangesloten. Tel daar de opkomst van andere ‘slimme’ apparaten als camera’s, thermostaten en draadloze luidsprekers bij op en de conclusie is al snel duidelijk: wifi is belangrijker en drukker dan ooit.

Helaas is dit niet alleen bij jou zo, ook al je buren maken meer dan ooit gebruik van wifi. De nog altijd meest gebruikte vorm van wifi, 802.11n op de 2,4GHz-band, is totaal niet berekend op zo veel gebruikers tegelijkertijd. De frequentieruimte op de 2,4GHz-band is beperkt en netwerken storen elkaar dan ook al heel snel. Van die overvolle 2,4GHz-band hoeven we dan ook niet heel veel meer te verwachten. Gelukkig is er in de vorm van de 5GHz-band een oplossing die lucht geeft. Die 5GHz-band is natuurlijk niet nieuw en is al jarenlang bruikbaar op dualband-802.11n-accesspoints. Maar deze band is pas echt in opkomst sinds het uitkomen van 802.11ac. Deze snellere opvolger van 802.11n maakt exclusief gebruik van de 5GHz-band (de nog altijd aanwezige 2,4GHz-band gebruikt 802.11n) en heeft ervoor gezorgd dat veel meer clients om kunnen gaan met de 5GHz-band.

5 GHz: meer snelheid, minder dekking

Met de komst van 802.11ac, dat dus gebruikmaakt van de 5GHz-band, zijn snelheidsproblemen rondom wifi voorlopig opgelost. Een nettosnelheid van 400 Mbit/s of meer is geen enkel probleem. Wifi is dus zeker snel genoeg om ook een draadloze internetverbinding snel te gebruiken. Qua bandbreedte biedt de 5GHz-band met negentien individuele kanalen die elkaar niet in de weg zitten, veel meer ruimte dan de drie tegelijkertijd bruikbare kanalen op de 2,4GHz-band. Toch is er minder ruimte dan je aanvankelijk zou denken, want bij ac worden normaal gesproken vier kanalen van 20 MHz gebundeld tot één kanaal van 80 MHz, waardoor er zonder overlap dus eigenlijk drie kanalen overblijven. Nog lastiger is dat alleen het eerste blok van vier kanalen echt vrij te gebruiken is, de rest van de kanalen zijn zogenoemde dfs-kanalen met extra regulering. In de praktijk zijn deze dfs-kanalen daardoor niet altijd goed bruikbaar. Storingen door het netwerk van je buren blijft in potentie dus nog steeds een probleem. In de praktijk heb je hier minder last van dan bij de 2,4GHz-band. Dat komt doordat 5GHz-signalen van nature een veel minder groot bereik hebben en veel minder goed door materialen als steen en gewapend beton heen dringen.

Om in heel je huis een dekkend 802.11ac wifi-netwerk te krijgen heb je meerdere accesspoints nodig

-

Dfs-kanalen

De 5GHz-frequentieband is verdeeld in negentien kanalen van 20 MHz. De eerste vier kanalen kennen geen verdere beperkingen en mogen vrij gebruikt worden. De andere kanalen zijn zogenoemde dfs-kanalen (dynamic frequency selection), die frequenties gebruiken die bijvoorbeeld ook gebruikt worden door weer- of luchtvaartradars. Wifi-apparatuur moet dergelijke radars voorrang geven, waardoor het gebruik van deze dfs-kanalen in de praktijk niet altijd even soepel werkt. Wordt een radar gedetecteerd, dan moet de router overschakelen naar een ander kanaal. Zeker als je in de buurt van een luchthaven of haven woont, kunnen deze kanalen lastiger te gebruiken zijn.

Zwakke signalen

Doordat 5GHz-signalen minder goed door bijvoorbeeld muren en plafonds heen komen, heb je veel minder last van het wifi-netwerk van je buren. Daar krijg je tegelijkertijd wel weer een ander probleem voor terug: de beperkte dekking van dat razendsnelle wifi-netwerk in je eigen huis. Want dat wifi-signaal wordt ook veel sterker gedempt door de materialen binnen jouw huis. Vooral nieuwere huizen met vloeren van gewapend betond zijn berucht en zorgen ervoor dat er van je razendsnelle wifisignaal op de begane grond op de eerste verdieping, en zeker op de zolder, weinig over is.

Netwerkfabrikanten komen echter met steeds snellere (en vooral duurdere) routers die ook zouden zorgen voor een betere dekking. Een paar jaar geleden was AC1750 state of the art, tegenwoordig kun je al AC5400 kopen. Mensen die wifi-problemen ervaren, zijn in eerste instantie begrijpelijk geneigd om hun draadloze router te vervangen door één van de superrouters. Fabrikanten beloven op de doos namelijk niet alleen een hogere snelheid, maar ook een betere dekking. De verwachtingen zijn hoog en de teleurstelling des te groter als blijkt dat na een forse uitgave op de eerste verdieping of zolder nog steeds geen goede dekking is.

Dat zelfs een supersnelle router ondanks een extra 5GHz-radio of ondersteuning voor mu-mimo niet voor een betere dekking zorgt, komt doordat het in de basis dezelfde 5GHz-radiosignalen blijven. Dat radiosignaal moet voldoen aan dezelfde wettelijke eisen qua zendvermogen. De supersnelle routers zijn bedoeld voor mensen die op één plek (bijvoorbeeld dezelfde verdieping) meer dan tien apparaten draadloos willen gebruiken op topsnelheid. Daar komt nog bij dat je doorgaans zwakkere clients ook in staat moeten zijn om een signaal terug te sturen naar je router.

©PXimport

Meerdere accesspoints

Er is uiteindelijk maar één oplossing voor wifi-problemen: om in heel je huis een dekkend 802.11ac wifi-netwerk te krijgen heb je meerdere accesspoints nodig. Er zijn diverse mogelijkheden om dit voor elkaar te krijgen. De beste oplossing is een bedraad aangesloten accesspoint, maar dan moet je natuurlijk wel op iedere verdieping een netwerkaansluiting hebben. Repeaters en powerline-adapters zijn in de praktijk dan weer een stuk langzamer dan een bedraad accesspoint.

2017 moet het jaar van een nieuw soort wifi-systeem worden, dat door de fabrikanten onder de namen mesh-wifi of multiroom-wifi op de markt wordt gezet. In de Verenigde Staten zijn deze systemen al een stuk langer verkrijgbaar van bijvoorbeeld eero, Luma en Google Wi-Fi. Eind 2016 kwam met Netgears Orbi het eerste wifi-systeem naar Nederland en begin dit jaar volgden Linksys met Velop en Ubiquiti met AmpliFi HD. Wat al deze wifi-systemen met elkaar gemeen hebben, is dat de bedraad aangesloten router ondersteund wordt door draadloos aangesloten accesspoints die de dekking in je huis uitbreiden. Zo zou je, zonder dat je draden naar iedere verdieping in je huis hoeft te trekken, toch je hele huis moeten kunnen voorzien van een snel wifi-netwerk. We noemen een accesspoint binnen een wifi-systeem ook wel een node.

Betere roaming

Werken met meerdere accesspoints lost dekkings- en snelheidsproblemen op, maar zorgt wel weer voor een ander probleem: je clients moeten verbinding maken met het juiste accesspoint. Dat lukt doorgaans prima als je voor het eerst verbinding maakt, de moeilijkheid begint pas als je bijvoorbeeld naar een andere verdieping loopt. Clients blijven dan aan het verkeerde accesspoint plakken. Het is bij wifi zo dat de roamingbeslissing uiteindelijk door de client wordt genomen. Roamen tussen verschillende accesspoints werkt beter als de accesspoints zo identiek mogelijk zijn. Door gebruik te maken van een wifi-systeem heb je hier uiteraard zekerheid over. Daarnaast kunnen accesspoints clients een handje helpen door bijvoorbeeld roamingstandaarden als 802.11v/k/r te ondersteunen, waarmee clients soepeler schakelen tussen accesspoints. Wel moeten clients deze standaarden ook ondersteunen. Daarnaast gebruiken de wifi-systemen één ssid voor zowel de 2,4- als de 5GHz-band. Hierdoor kan je client altijd verbinding maken zonder dat jij hoeft te schakelen.

©PXimport

Qualcomm-technologie

Het is niet geheel toevallig dat er nu min of meer tegelijkertijd wifi-systemen van diverse fabrikanten op de markt komen. Natuurlijk hebben eero en Luma laten zien dat er behoefte is aan een eenvoudige oplossing om wifi in het hele huis te verdelen. Wat echter ook meespeelt is dat Qualcomm begin 2016 onder de naam Wi-Fi SON een productreeks heeft gelanceerd die bestaat uit diverse SoC’s en radio’s bedoeld voor samenwerkende wifi-producten. SON staat voor Self-Organizing Networks en houdt in dat de accesspoints in een wifi-systeem zo efficiënt mogelijk samen werken. Zo wordt bijvoorbeeld de beschikbare frequentieruimte zo goed mogelijk verdeeld. Deze accesspoints kunnen hierbij zowel traditionele bedrade varianten zijn als accesspoints die werken als draadloze repeaters. SON moet er bovendien voor zorgen dat een client zonder onderbrekingen verbonden wordt met het beste accesspoint in het netwerk. Dit is dus een goede basis voor netwerkfabrikanten. Qualcomm SON wordt gebruikt in Netgear Orbi, Linksys Velop en Google Wi-Fi. Daarnaast zouden de nog te verschijnen systemen van TP-Link, D-Link en ASUS gebaseerd zijn op Wi-Fi SON. Sowieso zijn de wifi-systemen voor thuis een Qualcomm-feestje, want ook eero, luma en Ubiquiti AmpliFi maken gebruik van Qualcomm-chips.

©PXimport

Wat komt er nog meer aan?

Netgear, Linksys en Ubiquiti zijn de eerste fabrikanten met een wifi-systeem in Nederland. Sitecom is met Huddle vermoedelijk de volgende. Huddle maakt gebruik van twee radio’s per node op basis van AC1750-technologie. Later dit jaar komt ASUS met HiveSpot en HiveDot. HiveSpot is een AC2200-systeem met drie radio’s per node terwijl HiveDot een AC1300-ststeem is met twee radio’s per node. D-Link komt in de loop van dit jaar met Covr, waarbij een router gecombineerd wordt met bijbehorende draadloze nodes. Covr heeft ook node die verbinding kan maken via powerline. Tot slot heeft TP-Link Deco M5 aangekondigd, een mesh-systeem dat gebruikmaakt van AC1300-technologie. In de vorm van de Deco M5 Plus kan het systeem ook overweg met powerline. Al deze systemen maken voor zover wij weten gebruik van Qualcomms Wi-Fi SON-technologie.

©PXimport

Zelfde basis, toch verschillen

Dat fabrikanten dezelfde Qualcomm-technologie als basis gebruiken voor hun wifi-mesh-systemen, wil niet zeggen dat alle systemen precies hetzelfde werken en presteren. Netwerkfabrikanten maken bijvoorbeeld hun eigen keuzes qua radioconfiguratie. Neem als voorbeeld Netgear Orbi en Linksys Velop. Deze maken allebei gebruik van dezelfde quadcore IPQ4019 SoC. Deze SoC biedt een 2,4GHz- en een 5GHz-radio, ieder met twee datastromen met een maximale theoretische snelheid van 400 en 866 Mbit/s. Aanvullend op die SoC hebben zowel Linksys als Netgear een extra 5GHz-radio geplaatst. Netgear kiest bij de Orbi voor een extra 5GHz-radio die exclusief gereserveerd is voor de draadloze verbinding tussen de nodes. Orbi’s linkradio is daarbij een heel indrukwekkend exemplaar met maar liefst vier datastromen voor een theoretische bandbreedte van 1733 Mbit/s. Ook Linksys gebruikt een extra 5GHz-radio, maar heeft bij de Velop gekozen voor een exemplaar met twee datastromen. De draadloze link tussen de nodes wordt bij Velop verzorgd door één van de twee 5GHz-radio’s. Het systeem bepaalt zelf welke van de twee radio’s wordt ingezet voor de link.

©PXimport

Mesh slaat op de eigenschap dat alle nodes in het systeem onderling verbinding kunnen maken

-

Mesh: onderlinge communicatie

Fabrikanten noemen hun wifi-systemen ook wel mesh-systemen. Mesh slaat op de eigenschap dat alle nodes in het systeem onderling verbinding kunnen maken. Een verbinding tussen nodes kan hierdoor potentieel via meerdere routes worden gelegd. In de basis geldt dat hoe meer nodes je plaatst, hoe beter het mesh-netwerk zal functioneren. Nu is dit voordeel van meerdere nodes wel deels theoretisch, want thuis zul je doorgaans werken met een router aangevuld door twee draadloze accesspoints. In de praktijk wordt het hierdoor mogelijk dat een signaal vanuit de router naar een accesspoint via een ander accesspoint doorgegeven kan worden. Zo kan een signaal naar zolder doorgeven worden via een node op de eerste verdieping. Fabrikanten beloven dat, hoewel een signaal meerdere ‘hops’ moet maken, de snelheid toch goed blijft. Linksys’ Velop en Ubiquiti’s AmpliFi HD ondersteunen een mesh-configuratie. Netgears Orbi niet, want de satellieten kunnen alleen direct communiceren met de router. Hiermee werkt Orbi enkel in een zogenoemde sterconfiguratie. Netgear heeft wel aangegeven te werken aan communicatie tussen de satellieten onderling.

Conclusie

Steeds meer mensen lopen tegen de beperkingen van één draadloos accesspoint aan en het vervangen van de draadloze router door één supersnelle router blijkt in de praktijk geen oplossing voor dekkingsproblemen. Ook thuis ontkom je er steeds vaker niet aan om meerdere wifi-accesspoints te gebruiken. De ontwikkeling van volledig geïntegreerde wifi-systemen voor de consument staat echt nog in de kinderschoenen. Vooralsnog wordt er vooral ingezet op vrijwel geheel draadloze systemen. Begrijpelijk, want hoewel een bedraad netwerk altijd het beste blijft, is dat in veel consumentensituaties vaak niet haalbaar.

Uiteindelijk zien wij de toekomst in systemen die bedraad en draadloos combineren. Zo heb je altijd de meest optimale verbinding tussen de verschillende accesspoints of nodes in het systeem (ook wel backhaul), met tegelijkertijd de grootste flexibiliteit. Zelfs als je dan alles bedraad zou willen doen, heb je ten opzichte van consumentenoplossingen die je nu kunt kopen het voordeel dat het hele systeem vanuit één interface of app geconfigureerd wordt. Zo hoef je niet meer bij iedere router of accesspoint afzonderlijk in te loggen om bijvoorbeeld het wachtwoord van je netwerk aan te passen. Wel zo makkelijk, want uiteindelijk wil je simpelweg dat je wifi overal werkt.

▼ Volgende artikel
Windows 11 opruimen in 3 simpele stappen
© Gibster - stock.adobe.com
Huis

Windows 11 opruimen in 3 simpele stappen

Je wilt ruimte vrijmaken in Windows 11, maar heb je geen idee waar je moet beginnen met deze schoonmaakoperatie? Windows geeft zelf aan welke bestanden je veilig kunt verwijderen.

In drie simpele stappen vertellen we je hoe je weer ruimte creëert op je harde schijf:

  • Bekijk hoeveel ruimte er in gebruik is
  • Gebruik de Windows' aanbevelingen om tijdelijke en grote bestanden te verwijderen
  • Zet Opslaginzicht aan om automatisch ruimte vrij te maken

Lees ook: 11 ergernissen in Windows 11 en hoe je ze uit de weg ruimt

Stap 1: Opslag bekijken

Om snel opslagruimte vrij te maken, heb je geen app van derden nodig. In Windows 11 ga je met Windows-toets+I naar de instellingen van Windows en daar open je in de linkerbalk het onderdeel Systeem. Aan de rechterkant kun je dan de optie Opslag activeren. In dit venster krijg je bovenaan een overzicht van hoe de schijfruimte verdeeld is en hoeveel vrije opslagruimte er nog overblijft.

Krijg eerst inzicht in de gebruikte opslag.

Stap 2: Aanbevelingen voor opschoning

In het onderdeel Opslagbeheer open je Aanbevelingen voor opschoning. Hier staan alvast vier suggesties van groepen in de sectie Tijdelijke bestanden die je mag snoeien. De opties Prullenbak en Downloads zijn de eerste twee locaties die je veilig kunt leegmaken. Vink deze opties aan. Ook de optie Logboekbestanden voor het archief van de feedback-hub kun je aanvinken. Onderaan lees je hoeveel ruimte je wint met deze schoonmaakoperatie. We raden af om ook de optie Logboekbestanden voor systeemherstel te gebruiken. Daar valt trouwens meestal heel weinig winst te halen. Klik vervolgens op Opschonen. Ga ook eens kijken in het onderdeel Grote of ongebruikte bestanden of daar geen oude video’s of andere grote bestanden zijn achtergebleven. Hetzelfde geldt voor Bestanden gesynchroniseerd met de cloud.

Snoei eerst in de tijdelijke bestanden.

Valt er niets meer op te ruimen?

Deze NAS biedt veel extra opslagruimte

Stap 3: Opslaginzicht

Windows 11 heeft ook een functie Opslaginzicht die automatisch opslagruimte vrijmaakt wanneer dat nodig is. Die vind je bij Instellingen / Systeem / Opslag. Zet eerst de schakelaar aan bij Gebruikersinhoud automatisch opschonen. Standaard is ingesteld dat de functie Opslaginzicht pas in actie komt wanneer er weinig vrije schijfruimte overblijft. In dat geval zal het systeem de bestanden verwijderen die al langer dan dertig dagen in de Prullenbak zitten. Je kunt dit ook instellen op elke dag, elke veertien dagen en elke zestig dagen. Je kunt ook hier aangeven dat bestanden in de map Downloads na een bepaalde periode worden gewist. Deze opties zijn vooral handig voor wie deze mappen meestal zelf vergeet leeg te maken. Wil je meteen deze ruimte vrijmaken, dan klik je op de optie Opslaginzicht nu uitvoeren. En weer kun je na afloop zien hoeveel ruimte er is vrijgemaakt.

Met Opslaginzicht zal Windows automatisch overtollige bestanden opschonen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Waar let je op bij het kopen van een vrijstaande vaatwasser?
© Leslie C Saber
Huis

Waar let je op bij het kopen van een vrijstaande vaatwasser?

Ben je op zoek naar een vrijstaande vaatwasser, maar weet je niet waar je op moet letten? In dit artikel leggen we uit wat belangrijk is bij het kiezen van het juiste model. Van formaat en geluidsniveau tot slimme functies en energieverbruik – met deze tips koop je een vaatwasser die past bij jouw keuken én je huishouden.

In dit artikel ontdek je:
  • Welk formaat vaatwasser past bij jouw keuken en huishouden
  • Wat een stil model is (en waarom dat belangrijk is)
  • Hoeveel energie en water een moderne vaatwasser verbruikt
  • Hoe de indeling van de korven invloed heeft op het gebruiksgemak
  • Welke extra functies écht handig zijn (en welke niet)
  • Waarom design en plaatsing ook meetellen
  • Hoe je prijs en kwaliteit slim afweegt

Een vaatwasser is al lang geen luxeproduct meer. Voor veel huishoudens is het een apparaat dat dagelijks wordt gebruikt. Heb je de ruimte in je keuken, dan is een vrijstaande vaatwasser vaak de meest toegankelijke keuze. Je hoeft geen frontpaneel te monteren, hij is relatief eenvoudig te installeren en bij defect of verhuizing ook weer gemakkelijk te vervangen. Maar dat betekent niet dat je zomaar elk model moet kopen. Van formaat tot functies, van verbruik tot gebruiksgemak: waar moet je precies op letten bij de aanschaf van een vrijstaande vaatwasser?

Past hij in je keuken én bij je huishouden?

Een van de eerste dingen om naar te kijken is het formaat. Vrijstaande vaatwassers zijn doorgaans verkrijgbaar in twee breedtematen: 60 cm en 45 cm. De standaardmaat van 60 cm biedt ruimte aan ongeveer 12 tot 15 couverts en is geschikt voor gezinnen of huishoudens waar veel wordt gekookt. De smallere variant van 45 cm is ideaal voor één- of tweepersoonshuishoudens of voor kleinere keukens, zoals in een appartement.

Een couvert staat voor het servies en bestek van één persoon: een bord, glas, kopje, schaaltje en bestekset. Een vaatwasser met 12 couverts biedt dus ruimte voor een maaltijdservies van 12 personen. Heb je vaak extra pannen of grotere items? Dan is 15 couverts of meer handig.

Behalve de breedte is ook de diepte van belang. De meeste vrijstaande modellen zijn tussen de 55 en 60 cm diep. Meet de plek waar je de vaatwasser wilt plaatsen dus goed op en houd rekening met extra ruimte voor de deur die openklapt en de slang- en stroomaansluitingen aan de achterkant.

©Paul Vinten

Hoe stil moet hij zijn?

Het geluidsniveau van een vaatwasser is een factor die je makkelijk over het hoofd ziet, maar die dagelijks van invloed is op je comfort. Zeker als je een open keuken hebt of gevoelig bent voor achtergrondgeluiden. Het geluidsniveau wordt gemeten in decibel (dB). Een verschil van slechts een paar decibel kan in de praktijk al flink merkbaar zijn.

Vaatwassers met een geluidsniveau onder de 45 dB worden als zeer stil beschouwd en zijn nauwelijks hoorbaar. Tussen de 45 en 50 dB is gebruikelijk en vaak prima te doen, zeker als je hem overdag laat draaien. Zit je daarboven, dan kan het apparaat als hinderlijk worden ervaren, vooral in stille ruimtes of tijdens gesprekken.

Let er ook op of de machine een stil programma heeft. Dat draait vaak iets langer, maar maakt minder lawaai. Sommige modellen hebben zelfs een nachtstand, speciaal bedoeld voor wie de vaatwasser 's avonds laat of 's nachts zonder overlast wil gebruiken.

Denk aan je portemonnee én het milieu

Moderne vaatwassers zijn veel zuiniger dan oudere modellen. Toch is het de moeite waard om ook binnen het huidige aanbod goed te vergelijken. Elk apparaat heeft een energielabel, waarbij klasse A het zuinigst is. Dit label houdt rekening met het stroom- en waterverbruik per 100 wasbeurten.

Een gemiddeld energiezuinig model verbruikt ongeveer 0,8 kWh per cyclus, en tussen de 9 en 11 liter water. Heb je een ouder apparaat in huis dat je wilt vervangen? Dan kun je jaarlijks tientallen euro's besparen op je energierekening – én flink wat liters water.

Let ook op de aanwezigheid van een Eco-programma. Dat is meestal het langstdurende programma, maar het verbruikt de minste energie omdat het water minder heet wordt. Slimme functies zoals beladingssensoren of automatische deuropening na het wassen (voor betere droging) kunnen eveneens bijdragen aan efficiënt gebruik.

Indeling en flexibiliteit van de korven

Een vaatwasser moet niet alleen goed schoonmaken, hij moet ook praktisch zijn in het dagelijks gebruik. Een slimme indeling van de binnenruimte maakt daarbij een wereld van verschil. Kijk bijvoorbeeld of de bovenkorf in hoogte verstelbaar is. Zo kun je makkelijk wisselen tussen ruimte voor hoge glazen bovenin of grote pannen onderin.

Ook het bestekgedeelte verdient aandacht. Sommige modellen hebben een besteklade bovenin, wat ruimte bespaart in de onderste korf en het bestek netter wast. Andere modellen gebruiken een traditioneel mandje, wat makkelijker in- en uitruimen is maar iets minder efficiënt in ruimtegebruik.

Flexibele steunen, neerklapbare houders en antislipvlakken maken het mogelijk om elke lading optimaal te benutten, of je nu een groot diner hebt gehad of vooral bekers en schotels moet afwassen.

©andrey sinenkiy

Extra functies: van startuitstel tot slimme sensoren

Moderne vaatwassers zijn soms verrassend geavanceerd. Een van de meest voorkomende extra's is startuitstel: je stelt in wanneer het programma begint, bijvoorbeeld 's nachts bij daluren. Dat is niet alleen handig, maar kan je ook geld besparen bij een variabel energietarief.

Verder zijn er modellen met automatische programma's die zichzelf aanpassen op basis van hoe vuil de vaat is, sensoren die de waterhardheid meten en speciale programma's voor glaswerk of babyflessen. Sommige high-end modellen zijn zelfs te bedienen via een app, met notificaties wanneer de vaat klaar is of wanneer het zout moet worden bijgevuld.

Niet al deze functies zijn noodzakelijk – veel gebruikers gebruiken uiteindelijk slechts één of twee programma's – maar het is wel prettig als je weet wat er mogelijk is. Bepaal dus wat voor jou echt waarde toevoegt, en wat vooral marketing is.

Design en plaatsing

Een vrijstaande vaatwasser staat doorgaans in het zicht, dus het design is belangrijker dan bij een inbouwmodel. Gelukkig zijn er modellen in verschillende kleuren en afwerkingen, van klassiek wit tot modern zwart of roestvrij staal. Kies iets dat past bij je keukenstijl, zeker als het apparaat naast of tussen andere keukenkasten komt te staan.

Let ook goed op de plaatsing: is er een stopcontact in de buurt? Hoe zit het met de afvoer en wateraansluiting? En kan de deur ver genoeg open zonder ergens tegenaan te botsen? Denk ook aan de hoogte van het aanrecht: sommige mensen vinden het prettig als de bovenkorf op werkhoogte zit, zodat je minder hoeft te bukken.

Drie snelle checks voor je aankoop
  1. Meet eerst je keuken op. Check de breedte, diepte én of de deur goed open kan. Vergeet de aansluitingen aan de achterkant niet.
  2. Kies op basis van je gewoontes. Kook je veel? Neem een groter model met flexibele indeling. Gebruik je 'm vooral voor ontbijt en avondeten? Dan volstaat een compactere variant.
  3. Denk aan het geluidsniveau. Woon je klein of heb je een open keuken? Zoek naar een model onder de 45 dB. Stil is écht fijn.

Laat je niet alleen leiden door het merk

De prijzen van vrijstaande vaatwassers lopen uiteen van zo'n 300 euro tot ruim boven de 1000 euro. Duurdere modellen bieden vaak meer functies en stillere motoren, maar dat betekent niet automatisch dat ze beter zijn. Reviews van gebruikers en tests door bijvoorbeeld de Consumentenbond kunnen je helpen om een goed beeld te krijgen van de prestaties en betrouwbaarheid. Let ook op de garantie: sommige merken bieden standaard twee jaar, andere verlengen dat naar vijf jaar bij registratie. Zeker bij een apparaat dat intensief wordt gebruikt, kan dat net de doorslag geven. Doe dus goed onderzoek of laat je adviseren!