ID.nl logo
Extra router inbouwen: zo breid je je netwerk uit
© PXimport
Huis

Extra router inbouwen: zo breid je je netwerk uit

De router die je van je internetprovider krijgt is niet altijd de beste router voor jou. Je kunt de router zelf vervangen, maar je kunt ook voor een extra router kiezen. Een extra router is meestal uitgebreid en maakt veel mogelijk binnen je netwerk. In dit artikel bespreken we diverse router-achter-router-scenario's.

Wat gaan we doen?

In dit artikel leggen we je uit hoe je een tweede router installeert in je thuisnetwerk met als doel: beter bereik, hogere datasnelheden.

Tip 01: Waarom?

Het idee om meerdere routers in te zetten in een thuisnetwerk komt voor veel gebruikers in eerste instantie onzinnig of buitensporig over. Nochtans kunnen we enkele goede redenen bedenken waarom zo’n opstelling juist nuttig kan zijn – zeker wanneer je nog ergens een oude router in de kast hebt liggen.

Het gebeurt bijvoorbeeld vaak dat de draadloze router van de provider op een wat ongelukkige locatie hangt, bijvoorbeeld in de meterkast waardoor het draadloze signaal heel erg slecht wordt. Of dat de router van de provider een uitgekleed model is, zonder ondersteuning voor handige functies als een gastnetwerk, externe usb-poort, vpn, snelle ac-wifi, simultane dualband etc. In beide gevallen komt een extra router van pas.

Een extra router kan ook handig zijn wanneer je je netwerk in subnetten wilt opdelen, zodat gebruikers van het ene subnet niet bij de apparaten van het andere kunnen. Zo’n afgeschermd subnet is bijvoorbeeld geschikt voor je kinderen of je bezoekers, of wanneer je een server draait die je van de rest van je netwerk wilt afscheiden. Je merkt het: redenen genoeg dus.

Houd er wel rekening mee dat je voor de configuratie van zo’n extra router niet bij de helpdesk van je provider kunt aankloppen. Je zult het dus zelf moeten doen, met de hulp van dit artikel.

Heb jij geen oude router meer liggen en wil je een nieuwe aanschaffen? Dan zijn er enkele punten waarop je moet letten. Wat heb je nodig en welke snelheden zijn van belang? In onze koopgids praten we je bij.

Dit zijn de populairste routers op Kieskeurig.nl op dit moment:

Tip 02: Basisconfiguraties

Twee of meer routers inzetten betekent dat die in een ‘cascade’ terechtkomen, waarbij de ene router achter de andere wordt geplaatst. Goed om weten is dat er eigenlijk twee manieren zijn om dat te doen.

Enerzijds kun je een lan-poort van de eerste router (die soms via de wan-poort met het modem is verbonden, als het geen modemrouter-combinatie is) via een utp-netwerkkabel verbinden met een lan-poort van de tweede. Dat maakt dat beide routers zich in hetzelfde subnet (kunnen) bevinden en bereikbaar zijn voor alle toestellen van je netwerk. Deze configuratie is vooral zinvol wanneer je bestanden en andere bronnen, zoals printers, binnen je hele netwerk wilt kunnen delen.

Anderzijds is er ook een wat complexere opstelling waarbij je een lan-poort van de eerste router verbindt met de wan-poort van je tweede router. Hierdoor krijgen beide routers verschillende ip-segmenten, zodat apparaten uit het ene subnet niet zomaar toestellen uit het andere kunnen benaderen. De omgekeerde richting blijft wel mogelijk. Wil je er effectief voor zorgen dat geen van beide subnetten de andere kan benaderen, dan valt een opstelling met drie routers te overwegen (zie tip 9).

©PXimport

Tip 03: Adres router 1

Laten we met het eenvoudigste opzet beginnen: een verbinding tussen de lan-poorten van twee routers. Een opzet die bijvoorbeeld geschikt is wanneer je extra lan-poorten nodig hebt of als blijkt dat het wifi-bereik van router 1 ontoereikend is. Dit laatste kun je weliswaar oplossen met een bijkomend draadloos toegangspunt, een powerline-set of met een repeater, maar deze oplossingen kosten natuurlijk ook geld. Voor de repeaters geldt nog dat de snelheid van je draadloze verbinding wordt gehalveerd. Een tweede router is dus een prima oplossing, zeker als je die toch nog ergens liggen hebt.

We gaan ervan uit dat als router 1 geen geïntegreerd modem heeft, dat het op z’n minst met een modem verbonden is. Zorg er tevens voor dat er een computer is verbonden met een lan-poort van die router. Het is zaak eerst wat informatie over je router te vinden: ga naar de opdrachtprompt van je pc en voer je het commando ipconfig uit. Noteer het ip-adres dat je afleest onder het kopje Ethernet adapter Ethernet, bij Standaardgateway (Default Gateway). Dat is normaliter het interne (lan-)ip-adres van je router. Noteer tevens het ip-adres achter Subnetmasker: dit laatste is meestal 255.255.255.0.

©PXimport

Een extra router kan ook handig zijn om een betere draadloze verbinding te realiseren

-

Tip 04: Adres router 2

Ontkoppel je eerste router en verbind nu je pc met een lan-poort van router 2. De bedoeling is dat je je browser afstemt op het adres van deze laatste router. Je moet dan wel het ip-adres evenals de login-id van deze router kennen. Lees het kader ‘Standaard inloggegevens’ even door als je deze informatie niet (meer) weet.

Zodra je met je browser bij de webinterface van router 2 bent aangemeld, kun je aan de slag. Allereerst zorg je ervoor dat router 2 een ip-adres krijgt binnen hetzelfde segment of subnet van router 1 (zie tip 3). In ons voorbeeld heeft router 1 het adres 192.168.0.254. Zorg er nu voor dat router 2 een adres krijgt waarbij alleen het laatste getal verschillend is, bijvoorbeeld 192.168.0.253. Het subnetmasker moet hetzelfde zijn (meestal 255.255.255.0). Let er wel op dat het adres dat je aan router 2 geeft nog niet in gebruik is binnen je huidige netwerk én dat het niet binnen het dhcp-bereik van router 1 valt.

©PXimport

Standaard inloggegevens

Als je het standaard ip-adres of de inloggegevens van je router vergeten bent, kun je de router desnoods resetten, zodat die waarden terugvallen op de standaardinstelling. Zo’n reset kun je normaliter uitvoeren met de 30-30-30-regel: houd het resetknopje van de router met een puntig voorwerp gedurende dertig seconden ingedrukt, vervolgens schakel je de router uit, waarna je die na dertig seconden weer inschakelt. Houd hierbij het resetknopje nog altijd ingedrukt gedurende een laatste dertig seconden. Het standaard-adres en de bijhorende inloggegevens vind je ongetwijfeld terug in de bijhorende handleiding of door te googelen naar iets als ‘default ip’ en ‘default login’ gevolgd door de merknaam en het modelnummer van je router.

©PXimport

Tip 05: Configuratie router 2

Aangezien er op router 1 hoogstwaarschijnlijk al een dhcp-service actief is en er maar één dhcp-service binnen je netwerk (subnet) ingeschakeld mag zijn, moet je deze service op router 2 zo nodig eerst nog uitschakelen.

Werk je met draadloze routers, dan wil je ongetwijfeld vlot kunnen ‘roamen’ tussen beide. Het meest gangbare scenario hiervoor is dat je beide routers hetzelfde ssid meegeeft. Ondersteunt je router zowel 2,4 als 5 GHz, voorzie dan voor elk van beide ‘banden’ wel een verschillend ssid. Je stelt op beide routers het best ook dezelfde wifi- en encryptiestandaard in, met hetzelfde wachtwoord. Let wel, voor de 2,4GHz-band kies je op router 2 het best een kanaal dat minstens vijf getallen verschilt van dat van router 1: bijvoorbeeld respectievelijk kanalen 1 en 6 of kanalen 6 en 11. Positioneer beide routers zo optimaal mogelijk in je woning. Software als het gratis NetSpot kan je, dankzij de ingebouwde sitesurvey-functie, helpen bij deze positionering.

Je mag nu je pc weer verbinden met een lan-poort op router 1, waarna je ook een lan-poort van router 2 met een lan-poort op router 1 verbindt. Als het goed is, kun je met je browser nu zowel de webinterface van router 1 als router 2 bereiken, via de respectievelijke ip-adressen (zie tips 3 en 4).

©PXimport

Bridge-modus

Met wat geluk ondersteunt router 2 de bridge- of repeater-modus. In bridgemodus worden beide netwerken van de routers aan elkaar gekoppeld en fungeert het apparaat van je internetprovider enkel als modem. Met bridgemodus is het nodig om alle apparaten dan aan je tweede router te koppelen, omdat de eerste router in bridgemodus geen IP-adressen meer zal uitdelen.  Ga naar de webinterface van router 2 en activeer de Bridge Mode of de Repeater Mode: die vind je normaliter terug in een rubriek als Wireless Mode, Connection Type of Network Mode. Ook in dit geval geef je router 2 een ip-adres binnen hetzelfde subnet als router 1 mee, met hetzelfde subnetmasker (zie tip 4). Staat router 2 ingesteld op Bridge Mode, dan fungeert die als toegangspunt nadat je de wan-poort van deze router met (een lan-poort) van je netwerk hebt verbonden. In Repeater Mode zal de router als een draadloze repeater fungeren: je plaatst router 2 dan het best op een locatie waar je nog minstens vijftig procent van de signaalsterkte van router 1 ontvangt.

©PXimport

Tip 06: Wan

In tip 1 gaven we je een aantal redenen waarom het nuttig kan zijn een netwerk op te zetten met twee gescheiden subnetten. Je kunt je netwerk zo configureren dat de computers die met router 1 zijn verbonden de toestellen die aan router 2 hangen niet kunnen bereiken. Het subnet van router 1 kun je dan inzetten als (draadloze) netwerk voor je kinderen of bezoekers, of je kunt binnen dit subnet dan veilig(er) één of meer servers draaien. Zo’n opstelling vereist wel dat je de wan-poort van router 2 met een lan-poort van router 1 verbindt.

Noteer alvast het ip-adres en het subnetmasker van router 1 (zie ook tip 3) en zorg ervoor dat de dhcp-service van deze router actief is. Over naar router 2, die je via de lan-poort met je computer verbindt. Open in je browser de webinterface van deze router (zie ook tip 4) en stel de internetinstellingen van de router in op automatische configuratie via dhcp. Dat zal er straks voor zorgen dat het wan-ip-adres van router 2 wordt toegekend door de dhcp-service van router 1. Om er zeker van te zijn dat dit toegewezen ip-adres hetzelfde blijft, kun je dit adres opnemen in de lijst met dhcp-reserveringen oftewel ‘static leases’ van router 1.

©PXimport

Gescheiden subnetten zorgen voor een veiliger netwerk

-

Tip 07: Lan

Tijd om het lokale netwerkgedeelte (lan) van router 2 correct in te stellen. Het is belangrijk dat je deze router een adres meegeeft dat in een ander ip-segment (subnet) ligt dan dat van router 1. Heeft router 1 bijvoorbeeld als intern ip-adres 192.168.0.254, dan zou je router 2 als adres 192.168.1.254 kunnen meegeven: in de meeste gevallen komt het erop neer dat het voorlaatste getal anders moet zijn.

We kunnen ons voorstellen dat de toestellen die met router 2 worden verbonden automatisch een ip-adres van router 2 moeten krijgen, net zoals dat het geval is bij de toestellen die met router 1 zijn verbonden. Dat houdt in dat je ook op router 2 de dhcp-service moet activeren, weliswaar binnen een ander ip-segment.

Heb je alles correct ingesteld, verbind dan een lan-poort van router 1 via een netwerkkabel met de wan-poort van router 2. In dit scenario geef je router 1 en 2 een verschillende ssid mee en stel je beide tevens in op een zo uiteenlopend mogelijk wifi-kanaal. Beide routers geef je ook een verschillend wifi-wachtwoord mee.

©PXimport

Tip 08: Dns

Wanneer je vanaf een computer die verbonden is met router 1 pingt naar het ip-adres van een pc die die aan router 2 hangt dan zal dat niet lukken. Om dit te testen: open de opdrachtprompt en voer het commando ping IPADRES uit. Het omgekeerde daarentegen is wél mogelijk. Een logisch scenario lijkt ons dan ook dat jij met computers werkt die zijn verbonden met router 2, terwijl je bezoekers of kinderen met router 1 laat verbinden, via kabel of via wifi.

Het is nu bijvoorbeeld ook mogelijk om op elke router verschillende dns-servers in te stellen. Op router 2 stel je dan de gebruikelijke dns-servers in, wellicht die van je internetprovider of die van Google (8.8.8.8 en 8.8.4.4). Terwijl je op router 1 desgewenst dns-servers met een geïntegreerde webfiltering instelt, zoals die van OpenDNS (208.67.220.220 en 208.67.222.222). Deze webfiltering zorgt ervoor dat ongewenste inhoudscategorieën, zoals pornografische of phishing-sites niet langer toegankelijk (horen te) zijn. Meer feedback hierover vind je hier.

©PXimport

Je kunt voor elk subnet zelfs verschillende dns-servers instellen

-

Portforwarding

Heb je voor een opstelling met gescheiden subnetten (lan-wan-scenario) gekozen en draaien er interne servers binnen het subnet van router 2, zoals een nas of ip-camera, dan laten die zich niet zomaar vanaf het internet benaderen. Om dat op te lossen, kun je met portforwarding werken, zowel op router 1 als op router 2.  Portforwarding is een truc van de (serieuze) router waarmee je jouw externe ip-adres (die naar één apparaat verwijst, de router dus) kunt koppelen aan meerdere interne ip-adressen.  Stel, je hebt een service draaien op een toestel met ip-adres 192.168.1.100 op poort 8080. Stel dan op router 1 een portforwarding-regel in die aanvragen van buitenaf op poort 8080 naar het ip-adres van router 2 doorstuurt (in ons voorbeeld: 192.168.1.253). Op deze router stel je nogmaals een portforwarding-regel in en wel zo dat alle aanvragen op poort 8080 worden doorgestuurd naar ip-adres 192.168.1.100. Op deze manier kun je apparaten zoals ip-camera’s binnen je netwerk ook van buitenaf benaderen. Overigens vind je hier portforwarding-instructies voor vele routermodellen. En wil je meer weten over hoe portforwarding werkt, dan kun je ons artikel iver portforwarding er eens op naslaan. 

©PXimport

Tip 09: Drie routers

Wil je je netwerk opdelen in geïsoleerde subnetten die elkaar niet kunnen bereiken, dan heb je eigenlijk drie routers nodig. Routers 2 en 3 geef je als wan-ip-adres telkens een adres mee dat binnen hetzelfde subnet als router 1 ligt. Deze procedure wordt in tip 6 beschreven. Vervolgens geef je aan routers 2 en 3 telkens een intern lan-ip-adres binnen een ip-segment dat niet alleen verschilt van dat van router 1, maar ook van elkaar. Voor router 2 zou dat 192.168.2.254 kunnen zijn en voor router 3 bijvoorbeeld 192.168.3.254. Zorg ervoor dat de dhcp-service op de drie routers is geactiveerd. Verbind vervolgens de wan-poorten van router 2 en 3 telkens met een lan-poort van router 1. Deze opstelling zorgt ervoor dat alle verbonden computers het internet op kunnen. Elke computer kan de andere pc’s bereiken zolang die zich binnen hetzelfde subnet bevinden (lees: met dezelfde router zijn verbonden). Computers binnen een ander subnet zijn niet zomaar bereikbaar. Let wel, heb je servers draaien op je subnet(ten), dan moet je ook in dit geval wellicht de nodige portforwarding-regels instellen (zie kader ‘Portforwarding’).

Router als switch gebruiken

Heb je niet voldoende netwerkaansluitingen, dan kun je een extra router ook gebruiken als switch. Sluit de router aan op de manier zoals we in tip 7 uitleggen (lan). Als je deze stappen hebt doorlopen, zorg dan dat je hetwifi-accesspoint van de tweede router uitschakelt. Op deze manier wordt het mogelijk om deze router te gebruiken als een normale switch. Gebruik je een oude router? Let er dan op dat deze misschien niet is voorzien van gigabit-aansluitingen. Je kunt ook kiezen voor een managed switch, waarmee je je netwerk nog iets meer naar je hand kunt zetten. Je kunt bijvoorbeeld werken met VLAN’s, prioriteiten voor verkeer instellen zoals voip, of poorten bundelen voor extra bandbreedte – handig voor een nas. In dit artikel lees je er meer over.

▼ Volgende artikel
Review Motorola Edge 60 Pro – AI werpt z’n schaduw
© Wesley Akkerman
Huis

Review Motorola Edge 60 Pro – AI werpt z’n schaduw

De laatste paar maanden verschijnen er steeds potentere midrange smartphones. Nu zit je met de Motorola Edge 60 Pro wel aan de bovenste kant van die markt, maar dat neemt niet weg dat je nog steeds veel waar voor je geld kunt krijgen.

Oké
Conclusie

Hoewel de Motorola Edge 60 Pro op hardwarevlak lekker scoort met zijn krachtige processor, uitstekende accuduur en een over het algemeen goed display, wordt de algehele gebruikerservaring onderuit geschoffeld door de software. Waar Motorola voorheen uitblonk met een relatief schone Android-ervaring, stelt de Edge 60 Pro teleur met een toename aan vooraf geïnstalleerde apps en een AI-integratie die nog niet volwassen is en de Nederlandse taal mist.

Plus- en minpunten
  • Prachtig p-oledscherm
  • Uitmuntende accuduur
  • Relatief snel op te laden
  • Potente processor
  • Prima game-smartphone
  • Veel nadruk op AI
  • AI werkt niet volledig in het Nederlands
  • Sommige functies vereisen een abonnement
  • Veel dataverzameling
  • Camera's met wisselende kwaliteit
  • Beeldstabilisatie

De Motorola Edge 60 Pro ligt in de winkels voor een adviesprijs van 599,99 euro. Voor dat geld krijg je een royale 12 GB werkgeheugen en 512 GB opslagruimte – een uitstekende deal dus. De prijs is gelijk gebleven aan die van zijn voorganger, maar onder de motorkap is er wel het nodige veranderd. De nieuwe Edge heeft een snellere processor, een krachtiger accu, een volledig vernieuwd camerasysteem en – opvallend – een flinke upgrade van het oplaadvermogen.

Net als eerdere modellen is de Edge 60 Pro slank, licht en compact, met een luxe uitstraling dankzij de aflopende schermranden. Met een gewicht van 186 gram ligt het toestel prettig in de hand. De achterkant is bekleed met veganistisch leer, wat niet alleen zorgt voor extra grip, maar ook voorkomt dat je last hebt van vingerafdrukken. En met zowel een IP68- als IP69-certificering is de smartphone uitstekend bestand tegen water en stof.

©Wesley Akkerman

Duurzaam en prachtig display

Terwijl veel andere fabrikanten de gebogen schermranden inmiddels links laten liggen, gaat Motorola er juist vol voor. Het geeft de Edge 60 Pro een premium uitstraling, maar brengt ook een klein nadeel met zich mee: in fel licht kunnen de randen reflecteren, iets waar je bij een plat scherm geen last van hebt. Storend is het niet direct, maar het valt wel op. Gelukkig maakt het p-oledscherm veel goed. Kleuren spatten van het display, het contrast is uitstekend en content kijken is dan ook een genot.

De vingerafdrukscanner zit netjes in het scherm verwerkt en reageert snel. Het display zelf biedt een scherpe resolutie van 2712 bij 1220 pixels en een verversingssnelheid tot 120 Hertz, wat zorgt voor soepele beelden. Ook de helderheid is dik in orde, zelfs op zonnige dagen. Mooi meegenomen is de keuze voor het stevige Gorilla Glass 7i aan de voorkant, een krasbestendige laag die tegen een stootje kan en het scherm goed beschermt bij dagelijks gebruik.

©Wesley Akkerman

Capabele processor voor gaming

De Motorola Edge 60 Pro draait op de Mediatek Dimensity 8350 Extreme, en dat is een flinke stap vooruit ten opzichte van de Edge 50 Pro. Vooral voor wie graag games op zijn smartphone speelt, is dit goed nieuws. Maar ook bij alledaags gebruik – van appen en mailen tot bellen, browsen en foto's maken – draait het toestel soepel. Tijdens het testen zijn we geen haperingen, vertragingen of andere storende zaken tegengekomen.

Ben je van plan om te gamen op de Edge 60 Pro, houd er dan wel rekening mee dat het toestel bij intensief gebruik warm kan worden. Dat gebeurt niet snel, maar bij grafisch zware 3D-games kan de temperatuur merkbaar oplopen, wat de prestaties wel iets kan beïnvloeden. De meeste casual games draaien probleemloos, maar bij zwaardere titels uit de Play Store speel je doorgaans op medium instellingen. Dat is niet ongebruikelijk in deze prijsklasse, en het toestel houdt zich daar prima staande.

©Wesley Akkerman

Meer energie, iets langere laadtijd

Een van de grootste veranderingen ten opzichte van het vorige model is de accu. Die heeft nu een indrukwekkende capaciteit van 6000 mAh, terwijl de voorganger met 4500 mAh al prima presteerde. Met de Edge 60 Pro haal je moeiteloos het einde van dag twee, zelfs als je af en toe een potje gamet. Die extra accuduur komt echter met een kleine keerzijde: de oplaadsnelheid is verlaagd van 125 naar 90 watt. Nog steeds snel, maar wel een stapje terug.

In de praktijk merk je daar weinig van. Tenzij je de Edge 60 Pro direct naast zijn voorganger legt, zul je het verschil nauwelijks opmerken. Opladen van 0 naar 100 procent duurt minder dan 50 minuten, en met een halfuurtje zit je vaak al rond de 75 procent. Draadloos laden is wél flink afgeremd: dat gaat nu met maximaal 15 watt, terwijl dat bij het vorige model nog 50 watt was. Een duidelijke concessie, al zal het voor veel gebruikers geen breekpunt zijn.

©Wesley Akkerman

De software was altijd zo goed…

Op softwaregebied heeft Motorola een aantal veranderingen doorgevoerd die niet voor iedereen positief zullen uitpakken. Zo staan er nu meer vooraf geïnstalleerde apps op het toestel, en is er een nieuwe AI-omgeving toegevoegd, ontwikkeld in samenwerking met Perplexity AI. Net als bij de Nothing Phone 3a krijg je daar via een aparte knop snel toegang toe. Daarmee kun je bijvoorbeeld meldingen laten samenvatten of informatie opvragen.

Leuk in theorie, maar in de praktijk werkt dat nog niet met alle apps. Toch zitten er handige functies tussen: zo kun je de assistent vragen om iets voor je te onthouden, zoals een foto of screenshot, die je later eenvoudig kunt terugvinden. Een duidelijke beperking is echter dat deze AI-functies alleen in het Engels werken. En hoewel we in Nederland vaak prima overweg kunnen met die taal, gaat dat ongetwijfeld ten koste van de toegankelijkheid voor sommige gebruikers.

©Wesley Akkerman

50x

Veel AI-opties

Een andere nieuwe functie is Playlist Studio. Daarmee kun je een afspeellijst laten samenstellen op basis van je eigen prompt. Klinkt veelbelovend, maar er zit een flinke beperking aan: het werkt alleen met Amazon Music, en dan ook nog uitsluitend als je een actief abonnement hebt. Daardoor zal deze functie voor veel gebruikers nauwelijks bruikbaar zijn. Image Studio – eveneens in samenwerking met Perplexity – is wél geslaagd. Hiermee maak je eenvoudig achtergronden, stickers en andere visuals, precies zoals je zou verwachten.

Daarnaast kun je rekenen op de kracht van Google Gemini, die je activeert door de powerknop ingedrukt te houden. Daarmee stel je vragen of geef je opdrachten, net als bij Google Assistant. Ook Circle to Search is aanwezig, een handige manier om snel informatie op te vragen over elementen uit foto's of screenshots. De nieuwe Moto AI-knop aan de linkerkant van het toestel is speciaal bedoeld voor deze AI-functies, maar is helaas niet aanpasbaar. Zonde, vooral voor wie weinig gebruikmaakt van Motorola's eigen AI-platform.

3x

2x

Veel dataverzameling

Opvallend is dat Motorola twee verschillende nieuwsoverzichten in zijn software-omgeving aanbiedt. Veeg je op het thuisscherm naar rechts, dan verschijnt de vertrouwde Google-feed – al kun je die eventueel uitschakelen. Daarnaast is er binnen het app-overzicht nóg een nieuwsoverzicht, afkomstig van een andere aanbieder. Het maakt duidelijk dat er veel gebeurt op het gebied van dataverzameling en -verwerking. Dat is op zich niets nieuws, maar Motorola zet het nu opvallend zichtbaar neer.

De Edge 60 Pro draait op Android 15 en krijgt drie jaar lang software-upgrades en vier jaar beveiligingsupdates. Daarmee loopt Motorola duidelijk achter op merken als Samsung en Google, die ruimere termijnen hanteren. Volgens Motorola sluit dit beleid echter aan op het werkelijke gebruik van hun toestellen. Intern onderzoek zou uitwijzen dat gebruikers hier tevreden mee zijn – reden genoeg voor het bedrijf om daar niets aan te veranderen. Toch voelt het als een gemiste kans: het drukt de langetermijnwaarde van een verder prima smartphone.

1x

0,5x

Solide camera’s, maar…

Het camerasysteem van de Motorola Edge 60 Pro levert over het algemeen degelijke fotoprestaties. De hoofdcamera heeft een resolutie van 50 megapixel, net als de ultragroothoeklens die ook dienstdoet als macrocamera. Daarnaast is er een telelens van 10 megapixel, goed voor 3x optische zoom en tot 50 keer digitale zoom. Aan de voorkant vind je een selfiecamera van eveneens 50 megapixel, met een lichtsensor die zorgt voor betere belichting en witbalans.

De lenzen produceren heldere, scherpe foto's, en dankzij de samenwerking met Pantone ogen kleuren meestal natuurlijk en accuraat, ook bij beweging of in lastige lichtomstandigheden. De HDR-prestaties zijn sterk, met veel detail in zowel lichte als donkere delen. Een minpunt is de neiging tot overbewerking: sommige foto's worden te sterk verscherpt, waardoor ze kunstmatig aanvoelen. Dat doet wat denken aan de beeldverwerking van sommige Samsung-toestellen.

0,5x

1x

Problemen in het donker

De hoofdcamera doet het prima bij daglicht, maar zodra het donker wordt, levert hij zichtbaar in op scherpte en detail. De ultragroothoeklens schiet bij goed licht acceptabele foto's, al vertaalt de sensor-upgrade zich niet altijd in betere beeldkwaliteit. In situaties met weinig licht vallen de prestaties flink tegen. De grootste tegenvaller is de telelens. Door de kleine sensor heeft die moeite met helderheid en dynamisch bereik, en de digitale zoom kun je sowieso beter links laten liggen.

De selfiecamera scoort daarentegen wél punten, met realistische huidtinten en scherpe beelden. Het bokeh-effect – waarbij de achtergrond onscherp wordt – is wisselend, en ook kun je kleurverschillen opmerken tussen de verschillende lenzen. Het zwakste punt van de Edge 60 Pro is echter de videokwaliteit. De beeldstabilisatie schiet tekort, waardoor video's al snel schokkerig aanvoelen. Onbruikbaar is het niet, maar op dit prijsniveau had Motorola meer mogen bieden.

2x

3x

Motorola Edge 60 Pro kopen?

De Motorola Edge 60 Pro scoort op hardwarevlak overtuigend, met een krachtige processor, een indrukwekkende accuduur en een helder, prettig scherm. Toch wordt de gebruikerservaring flink geremd door de software. Waar Motorola vroeger bekendstond om zijn schone Android-ervaring, oogt de Edge 60 Pro rommeliger dan ooit. De hoeveelheid voorgeïnstalleerde apps is toegenomen, en de AI-integratie voelt onaf – zeker omdat ondersteuning voor de Nederlandse taal ontbreekt.

De niet-aanpasbare AI-knop, de dubbele nieuwsfeeds met bijbehorende dataverzameling en het magere updatebeleid van drie jaar werpen een flinke schaduw over de solide hardwarebasis. Deze softwarematige concessies zorgen ervoor dat het toestel niet de verfijnde, toegankelijke ervaring biedt die je van Motorola zou verwachten. Zonder alle onvolwassen AI-toeters en bellen – en ondanks de wisselende camerakwaliteit – hadden we de Edge 60 Pro met gemak kunnen aanraden. Maar nu blijft er vooral een gevoel van gemiste kansen hangen.

▼ Volgende artikel
Weg met die waas: zo maak je de ruit van je oven of magnetron schoon
© AK | ID.nl
Huis

Weg met die waas: zo maak je de ruit van je oven of magnetron schoon

Een oven wordt flink heet tijdens het gebruik, en ook in een magnetron met grill- of ovenfunctie kan de temperatuur behoorlijk oplopen. Daardoor verdampt vet of spettert eten sneller tegen de binnenkant van de deur. Zelfs bij een gewone magnetron kunnen spetters en condens zich ophopen op het ruitje. Na een tijdje is het glas zo vettig of bruin dat je nauwelijks nog naar binnen kunt kijken. Niet gevaarlijk, wél vervelend. Gelukkig is het schoonmaken van die ruit minder lastig dan je denkt!

Dit artikel in het kort:

  • Hoe ontstaat die aanslag eigenlijk?
  • Wat heb je nodig?
  • Stap voor stap schoonmaken
  • Let op bij zelfreinigende ovens
  • Wat moet je níet doen?
  • En daarna? Zo houd je het ruitje schoon

Lees ook: Magnetron kopen? Dit is waar je op moet letten

Hoe ontstaat die vettige aanslag eigenlijk?

Tijdens het verwarmen van eten verdampt vet. In een oven branden die vetdruppeltjes langzaam in op het glas, zeker bij temperaturen boven de 180 graden. Ook etensresten die over de rand borrelen of spetteren kunnen tegen het ruitje aankomen. In een magnetron gebeurt min of meer hetzelfde, al speelt condens daar ook een rol. Het resultaat is een doffe waas die met alleen een vaatdoekje niet meer weggaat.

Wat heb je nodig?

Met een paar alledaagse schoonmaakmiddelen kun je die bruine aanslag al te lijf gaan:

🞐 Warm water
🞐 Scheutje afwasmiddel
🞐 Zachte doek (liefst microvezel)
🞐 Oude tandenborstel
🞐 Klein beetje baking soda
🞐 Schoonmaakazijn of citroensap
🞐 Eventueel een plastic schrapertje (géén metaal)

Let op: laat de oven of magnetron altijd goed afkoelen voor je begint.

Stap voor stap schoonmaken

Begin met de buitenkant van de ruit. Maak een lauwwarm sopje met afwasmiddel en veeg het glas schoon met een microvezeldoek. Hardnekkige plekken? Maak een dik papje van baking soda en een beetje water. Smeer dit op de vlekken en laat het tien minuten zitten. Daarna veeg je het eenvoudig weg met een vochtige doek.

Voor de binnenkant helpt het om vet eerst los te weken. Maak een doek nat met heet water en een flinke scheut azijn of citroensap. Houd deze een paar minuten tegen de binnenkant van het ruitje aan – of leg de doek er voorzichtig op, als dat lukt. De warmte en het zuur helpen om het vet los te weken. Gebruik daarna een tandenborstel om voorzichtig langs de randjes te schrobben.

Sommige ovens hebben een dubbele glasplaat. In veel gevallen kun je die losmaken om ook daar tussen schoon te maken. Kijk hiervoor in de handleiding van je oven: vaak zitten er klemmetjes of schroeven aan de bovenrand van de ovendeur. Wees voorzichtig en zorg dat je alles stevig terugplaatst.

©Андрей Журавлев

Let op bij zelfreinigende ovens

Heb je een zelfreinigende oven? Dan werkt het schoonmaken net even anders. Sommige ovens hebben een pyrolysefunctie: hierbij wordt de oven verhit tot zo'n 500 graden, waardoor vet en vuil veranderen in as. Dat kun je daarna eenvoudig opvegen met een doek. Andere modellen gebruiken katalyse of stoomreiniging. In al deze gevallen geldt: gebruik géén agressieve middelen op de wanden of het glas, want daarmee kun je de speciale coating beschadigen.

Ook belangrijk: de ruit kan tijdens zo'n reinigingsprogramma flink heet worden. Wacht dus altijd tot de oven volledig is afgekoeld voor je eraan begint. En poets het glas alleen met zachte doeken en neutrale middelen, zoals lauw water met een druppeltje afwasmiddel. Baking soda of citroen kun je in dit geval beter vermijden, tenzij je zeker weet dat jouw oven geen speciale coating heeft.

Wat moet je níet doen?

Gebruik geen schuursponsjes of staalwol. Ook ovenreiniger en agressieve sprays zijn geen goed idee op glas: ze kunnen het ruitje beschadigen of dof maken. Gebruik bij voorkeur ook geen mesjes of metalen schrapers – hoe verleidelijk dat soms ook is. Krassen zijn snel gemaakt en vrijwel niet meer weg te werken.

En daarna? Zo houd je het ruitje schoon

Veeg de ruit na elk gebruik even kort na met een vochtige doek, vooral als je ziet dat er gespetterd is. Dat kost je amper tijd en voorkomt dat vuil zich opbouwt. Gebruik je ovenschalen die kunnen overkoken? Zet er een lekbak onder. En voor magnetrons werkt een eenvoudig spatdekseltje echt verrassend goed – die vangt het meeste op.