ID.nl logo
Dit moet je weten over mesh wifi
© Reshift Digital
Huis

Dit moet je weten over mesh wifi

Je wifi thuis moet beter, maar hoe? Vroeger kocht je een betere router, een repeater, of ging je met powerline aan de slag. Vandaag de dag zijn vooral mesh wifi-systemen een opmars aan het maken. Niet vreemd, want het zijn capabele, veelal stabiele wifi oplossingen waarbij je de grootste uitdaging niet aan hoeft te gaan: kabels trekken. Vervolgens krijg je een groter bereik, hogere snelheden en kan je ook door je huis roamen zonder onderbrekingen. In dit artikel helpen we jou tot de beste mesh oplossing voor jouw huis te komen.

Tip 01: Bereik

De eerste vraag die je dient te beantwoorden is veelal de meest eenvoudige: hoe is het huidige bereik van jouw wifi in huis? Aan de hand daarvan moet je besluiten of je een mesh wifi systeemkoopt met twee, drie, of zelfs meer nodes, soms ook satellieten of access points genoemd.

Een enkele instap mesh node is normaliter minimaal even krachtig als de modem die je van je provider krijgt, een high-end mesh node krachtiger. Is je huidige bereik redelijk, maar heb je bijvoorbeeld net moeite om de zolder, kelder of ander hoekje in huis te bereiken? Dan ben je meestal prima af met een betaalbare mesh systeem bestaande uit twee nodes, verderop bespreken we daar een voorbeeld van. Eén node komt op de plek waar je router staat, de ander stel je op in de richting van waar de problemen zijn en die functioneert vervolgens als bereik-uitbreider.

Zijn de problemen met je netwerk groter, dan wil je meer uitgeven voor meer en sterkere nodes. Een mesh systeem met drie nodes is de uitkomst als je vanaf de plek waar je router nu staat in twee richtingen wilt versterken, zo kan de derde node gebruikt worden om bijvoorbeeld het bereik achterin de tuin te verbeteren (let wel op: waterdicht zijn de meeste niet!)

Krachtigere nodes hebben meerdere voordelen, maar een groter bereik is daar wel één van. Merk je dat het bereik wordt beperkt door een zware steunmuur of dik plafond, dan doe je er verstandig aan om niet alleen een extra node te pakken, maar ook een wat krachtigere uitvoering. Ook hier bespreken we verderop voorbeelden van.

Tip 02: Capaciteit

Mesh-systemen kan je ruwweg in twee categorieën opdelen. Dual-band en tri-band oplossingen. Tri-band mesh-systemen kenmerken zich door een extra draadloos netwerk ingebouwd te hebben die enkel de taak heeft om de onderlinge communicatie tussen de nodes af te handelen, dit heet een ‘dedicated backhaul’ en geeft fundamenteel veel betere prestaties.

Dual-band oplossingen, te herkennen aan AC1200, AC1300 en AC1750 labels, dienen vooral om het bereik van je netwerk te vergroten maar kennen door de afwezigheid van deze backhaul een beperkte capaciteit. Ga je met meerdere intensieve internetgebruikers op de verschillende nodes werken dan vraag je om problemen. Dual-band-systemen zijn daarom vooral geschikt als een betaalbare oplossing voor huishoudens die wel willen profiteren van beter bereik, maar met slechts een beperkt aantal draadloze apparaten tegelijk werkt.

Wil je met het hele gezin op verschillende plekken in huis werken, dan kijk je naar minimaal een AC2200 klasse Tri-band systeem. Met de hogere capaciteit is het prima mogelijk dat één gebruiker wat download, de ander Netflix in 4K aan het streamen is, en dat de Fortnite gamer op Zolder niet hoeft te klagen over een haperende verbinding.

Tip 03: Toch een draadje?

Het idee achter mesh-systemen is dat je geen (netwerk)kabels hoeft te trekken in huis, en dat is ook zeker geen vereiste. Ze hebben wel stroom nodig, maar dat is het enige wat daadwerkelijk vereist is. Maar mocht je toevallig een deel van je huis wel reeds bekabeld hebben dan kunnen sommige mesh-systemen daar wel degelijk van profiteren.

Door een mesh systeem met een bedrade backhaul te kiezen (op de productpagina vaak herkenbaar als wired backhaul, of wired dedicated backhaul optie) kan de aanwezige bekabeling het draadloze mesh netwerk voor een groot deel ontlasten. Met een set met bedrade backhaul kan de onderlinge communicatie tussen de nodes volledig bedraad lopen, of de belasting verdeeld worden tussen de draad en de draadloze capaciteit. Dat levert in de praktisch een enorme winst op.

Het is prima mogelijk om een deel van je nodes te bekabelen, en een ander deel draadloos in te zetten. Omdat mesh-systemen een stuk slimmer en flexibeler zijn dan traditionele routers pakken ze zelf de weg van de minste weerstand. Zo kan je één van je nodes bijvoorbeeld ergens bedraad plaatsen voor een grote capaciteit op een druk stukje van je huis, en één node als draadloze brug naar een kamertje waar de wifi momenteel helemaal niet reikt.

©PXimport

Draden trekken is niet nodig, maar reeds aanwezige bekabeling kan wel worden gebruikt

-

Tip 04: Gebruiks gemak versus extra features

Mesh-systemen zijn inherent ontworpen voor consumenten. Gewoon goed wifi is tenslotte een wens van iedereen, of vandaag de dag praktisch een basisbehoefte. Installatie- en gebruiksgemak is dan ook een primaire focus bij praktisch elke fabrikant van mesh-systemen. Waar je vroeger met een nieuwe router zelf met IP adressen en instellingen moest knutselen bieden de meeste mesh oplossingen een dermate eenvoudige installatie dat zelfs een complete tech-leek het kan doen.

Bijna alle mesh-systemen zijn simpelweg met een App te installeren zonder dat er een computer aan te pas komt. Je telefoon maakt dan via Bluetooth verbinding met je router. Je beantwoord vervolgens wat eenvoudige vragen zoals hoe je wifi netwerk moet heten, welk wachtwoord je wilt, en of je een gastnetwerk wilt, en voor de rest valt het systeem je niet lastig en kan je genieten van je betere wifi.

In die bijbehorende app kan je vaak wel wat fundamentele zaken aanpassen, zo biedt praktisch elke fabrikant wel wat beheersopties voor ouders aan (o.a. sites blokkeren, wifi-uit tijden instellen). Deze aanwezige features worden ook altijd eenvoudig gepresenteerd waardoor wederom geen eerdere kennis nodig is.

Wat je dus niet hoeft te doen is zorgen maken over het feit of je deze producten zelf wel kan installeren, enkel wat uitzonderingen met een specifieke doelgroep kunnen wat complexer zijn.

Maar gevolg van die lage drempel is lang niet elke mesh oplossing geschikt voor prosumers die wel graag wat instellingen tweaken. Zo is het geen gegeven dat je zelf port forwardings in kan instellen of je eigen VPN op kan zetten. Heb jij wel wensen die verder gaan dan “gewoon goed wifi”, zoek dan een mesh systeem met een uitgebreide web interface. Via die web interface heb je als veeleisende gebruiker dan toegang tot typische geavanceerde routerfeatures.

©PXimport

Tip 05: Slim Netwerk?

Maak je ook gebruik van slimme apparatuur in huis? Dan kan het de moeite zijn je mesh oplossing aan je bestaande spullen aan te passen. Dankzij de toenemende populariteit van deze IoT (Internet-of-Things) devices bieden meerdere mesh oplossingen ook een secundair netwerk aan voor je smart devices. Google wifi en sommige Netgear Orbi en TP-Link Deco oplossingen hebben bijvoorbeeld een Zigbee netwerk aan boord.

Door Zigbee in je mesh nodes te integreren heb je dan een dekkend Zigbee netwerk in huis voor je slimme lampen of andere sensoren.

Tip 06: Design en positionering

De consumenten focus van mesh wifi zien we ook terug in het design. Waar de typische router bestaat uit glimmend zwart plastic met externe antennes, mogelijk met wat knalrode details om een gaming smaakje toe te voegen, zijn de meeste mesh-systemen een stukje eleganter: wit, geen externe antennes, en bij de meeste producten is er wat tijd en moeite gestoken in een design. Het gevolg is dat de meeste chic ogen en vooral makkelijker te verkopen is in een typisch huishouden met een gezonde weerstand tegen een grote, lelijke router in het zicht.

De reden dat het design iets is om over na te denken is dat de prestaties staan of vallen met de positionering van elke node. Een node in de meterkast verstoppen of onder de verwarming en achter de bank wegdrukken is een uitstekende manier om je prestaties significant te verminderen. Een positie vrij en in het zicht, iets van de muur af, maakt een wereld van verschil, en dus wil je een mesh oplossing die ook aantrekkelijk oogt.

Gelukkig zijn de meesten mesh-systemen redelijk presentabel, maar hou er wel rekening mee dat sommige nodes flink aan de maat zijn en dus zichtbaar zijn in huis. Zeker high-end mesh oplossingen zijn dankzij een groter aantal antennes, plus grotere antennes, flinke torens. De Netgear Orbi RBK50 is daar een goed voorbeeld van, maar onthoud wel: je krijgt daar wel weer prestaties voor terug.

©PXimport

Tip 07: Nu kopen? Of toch even wachten?

Mesh-systemen zijn inmiddels zo’n 3 jaar aanwezig op de markt, en vandaag de dag kunnen we het gerust een volwassen technologie noemen. Ze zijn in de regel stabieler dan een typische modem-router, en er zijn feitelijk geen breekpunten waarvoor we zouden zeggen dat je vandaag de dag geen mesh moet overwegen.

Op één na zijn alle huidige mesh oplossingen echter wifi 5, terwijl de nieuwe wifi 6 standaard al bestaat en er zelfs (prijzige) wifi 6 routers op de markt zijn. Wifi 6 brengt naast iets hogere snelheden ook wat fundamentele verbeteringen met zich mee, bijvoorbeeld in hoe een router of mesh node met meerdere gelijktijdige gebruikers om gaat. In theorie zouden we dus graag een Wifi 6 mesh Systeem zien. De enige die tot nu toe is uitgebracht is de ASUS AX6100, maar die is zowel extreem prijzig als niet zonder zijn eigen inherente nadelen. De vraag is dan ook: wanneer wordt Wifi 6 mesh zowel toegankelijk als betaalbaar.

Een glazen bol hebben we echter niet, en er is altijd wel een nieuw, beter product als je maar lang genoeg wacht. Als je geen haast hebt kan het geen kwaad nog even te wachten, maar als je nu met Wifi problemen kampt zien we ook zeker geen reden om nu niet in de huidige mesh producten in te stappen.

©PXimport

Tip 08: Aansluiten op je bestaande netwerk

De meeste lezers zullen mesh wifi-systemen als een complete oplossing zien, het enige systeem in huis die je van een draadloos netwerk voorziet, en andere hardware zoals bijvoorbeeld je providermodem doen niets anders dan als brug functioneren naar de buitenwereld. Is je enige doelstelling om een beter draadloos netwerk in huis te halen hoef je ook niet stil te staan bij wat je nu reeds hebt, en in hoeverre je daar nog iets mee wilt doen.

Desondanks bevatten sommige mesh wifi-systemen een AP of access point modus. Hiermee functioneert je mesh wifi systeem weliswaar als complete set draadloze toegangspunten in huis, maar kan je de volledige functionaliteit van je eigen (luxe) router behouden. Een high-end router met een extreme feature-set kan een fijne basis van je netwerk zijn als je bijvoorbeeld vergaande wensen hebt wat betreft beheer of beveiliging, en een mesh wifi systeem met AP modus kan dan een goede aanvulling daarop zijn waar een systeem zonder AP modus niet fijn samen zal werken.

In sommige specifieke gevallen hoef je ook geen complete mesh oplossing te kopen, maar kan je met eenvoudige mesh uitbreidingen aan de slag. Bezitters van AVM FRITZ!Box routers kunnen bijvoorbeeld met behulp van een FRITZ!Repeater 1750E of 3000 hun bestaande netwerk met mesh functionaliteit uitbouwen. Zo behoudt je de volledige functionaliteit van je uitgebreide router, maar profiteer je ook van het betere bereik, de prestaties en het eenvoudig roamen van een mesh netwerk. Daarbij bespaart het ook kosten, je vervangt je hoofdrouter tenslotte niet.

Mocht je reeds een high-end ASUS router bezitten kan je ook een mesh netwerk bouwen door simpelweg een andere (AImesh compatible) ASUS router aan te schaffen, Tri-band bij voorkeur. Dit vereist wel enige affiniteit met routers en is niet goedkoop, maar dat is ook de doelgroep van die producten. Tenzij je precies weet wat je wilt zouden we echter adviseren om simpelweg voor een mesh Systeem met AP modus te kiezen; dan krijg je veel meer nodes voor minder geld.

©PXimport

Kooptips

Heb je na het lezen van deze checklist hulp nodig met het maken van je keuze? We raden je vier mesh-systemen aan, voor vier verschillende doeleinden.

Instap mesh: TP-Link Deco M4

Prijs: € 99 (2 nodes) - € 149 (3 nodes) TP-Link’s Deco M4 en M5 behoren consistent tot de best presterende AC1200-AC1300 klasse mesh-systemen die we hebben getest. Het zijn daarmee wel dual-band-systemen en ze hebben niet de extreme capaciteit die een actief internettend gezin dient te zoeken, maar voor 99 (2 nodes) of 149 euro (3 nodes) is het de ongeslagen oplossing om voor weinig geld toch een hele ruime dekking in huis op te zetten.

©PXimport

Mesh voor het hele gezin: Netgear Orbi RBK23

Prijs: € 229,– (3 nodes) De Netgear Orbi RBK23 is zowel één van de betere AC2200 mesh-systemen als één van de meer betaalbare. AC2200 betekent dat het een Tri-Band systeem is met voldoende capaciteit voor een groter aantal actieve gebruikers, en met drie nodes kan je ook in een groot huis een ruim bereik halen.

Mesh met Zigbee: TP-Link Deco M9+

Prijs: € 299,– (3 nodes) TP-Link’s Deco M9+ is de directe concurrent van de Orbi RBK23. Snel, goed bereik, hoge capaciteit. De huidige meerprijs van 70 euro weegt echter niet op tegen de bescheiden prestatiewinst, 20 euro klinkt redelijker, echter de aanwezigheid van een Zigbee netwerk maakt deze Deco wel interessanter voor mesh kopers die ook een Zigbee netwerk willen hebben om zo slimme devices in en rond het huis te kunnen gebruiken.

©PXimport

Ultieme mesh: Netgear Orbi RBK50

Prijs: € 299,– (2 nodes) Je merkt het al, TP-Link en Netgear doen de beste zaken momenteel met hun mesh oplossingen met consistent de betere prestaties. De ultieme mesh oplossing is echter van Netgear, de Orbi RBK50 waar je 299 euro kwijt bent aan twee nodes. Daarmee verlies je wat flexibiliteit van de sets van 3, maar krijg je wel de mesh oplossing met de sterkste backhaul op de markt. Wil je gewoon een ijzersterk signaal één kant op sturen is dit de beste oplossing

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.