ID.nl logo
Wifi 6: wat is het en de eerste ervaringen
© PXimport
Huis

Wifi 6: wat is het en de eerste ervaringen

De benamingen van wifi-technologieën laat al sinds het begin van wifi te wensen over. Het toevoegen van ogenschijnlijk willekeurige achtervoegsels als b, g, n of ac aan de 802.11-wifi-standaard was zelfs voor techliefhebbers lastig te volgen. Daarom besloot de Wi-Fi Alliance, de organisatie die internationaal verantwoordelijk is voor het beheren van al deze draadloze standaarden, eind 2018 alle benamingen te vereenvoudigen. Zo veranderde de huidige standaard 802.11ac simpelweg in wifi 5. Maar dit jaar begint ook de volgende generatie wifi aan zijn brede uitrol: wifi 6. We leggen uit wat dit inhoudt en delen onze eerste testresultaten.

In een notendop moet wifi 6 (oftewel 802.11ax) ons het volgende brengen: hogere pieksnelheden, een grotere totale datacapaciteit, een lager stroomverbruik en bovenal betere prestaties in omgevingen met veel verschillende apparaten. Hogere pieksnelheden en een grotere totale capaciteit valt te verwachten bij elke nieuwe generatie wifi. Een lager stroomverbruik dankzij optimalisaties is fijn omdat we vandaag de dag vooral met mobiele apparaten zoals telefoons, tablets en laptops van wifi gebruikmaken. Zelfs met de snellaadtechnologieën die er nu op de markt zijn, wil je immers liever dat je mobiele apparaten zo lang mogelijk mee gaan op één acculading.

De kracht van deze nieuwe wifi-generatie zit hem echter in die verbeterde prestaties in omgevingen met veel apparaten. Waar we enkele jaren geleden veelal één, soms twee draadloze apparaten hadden, is dat vandaag de dag toegenomen naar een half dozijn of meer. Smartphones en laptops zijn de bekende datavreters, maar tegenwoordig zijn onze televisies, thermostaten, speakers en deurbellen veelal ook op ons netwerk aangesloten.

En precies dat, het omgaan met veel apparaten tegelijkertijd, is iets waar wifi traditioneel enorm zwak in was. Eén traag apparaat in je netwerk kon al voor een opstopping of kleine haperingen in het verkeer van snellere draadloze apparatuur zorgen. En helaas boden de relatief hoge (theoretische) pieksnelheden van wifi 5 (oftewel 802.11ac) en de verschillende technieken om deze problematiek te verzachten (waaronder ‘airtime fairness’) slechts beperkt soelaas.

©PXimport

OFDMA

De wifi6-standaard gebruikt een techniek genaamd OFDMA, voluit ‘orthogonal frequency-division multiple access’. OFDMA is een techniek waar je vermoedelijk nog nooit van hebt gehoord, maar waar je wel gebruik van maakt. Heb je je weleens afgevraagd hoe het kan dat honderden mensen in de stad via 4G prima kunnen internetten, maar dat twee actieve tieners je wifi-netwerk plat kunnen leggen? Het is precies die techniek die al gebruikt wordt in onze mobiele LTE-/4G-verbindingen, waar het dankzij OFDMA met een beperkte aantal 4G-antennes mogelijk is om grote groepen gebruikers van een vlotte mobiele internetverbinding te voorzien.

OFDMA knipt de bestaande datastromen of streams feitelijk op in vele kleine stukjes die zo veel efficiënter kunnen worden verdeeld tussen alle aangesloten apparaten en waardoor er data naar verschillende apparaten tegelijkertijd verzonden kan worden. Bij wifi 5 kon er maar data naar één apparaat tegelijkertijd worden gezonden. Zie een wifi5-router als een klein treinstation met één spoor waar om de beurt één trein naar één bestemming vertrekt. In die vergelijking is een wifi6-router door OFDMA als een groot meersporig treinstation à la Utrecht Centraal waar continu meerdere treinen naar meerdere bestemmingen vertrekken.

Achterwaarts compatibel

Omdat wifi 6 verder bouwt op de bestaande 2,4- en 5GHz-band is er gelukkig sprake van volledige achterwaartse compatibiliteit. De Wi-Fi Alliance is zich ervan bewust dat incompatibiliteit tussen clients en netwerken een gigantisch probleem zou zijn in onze dagelijkse ervaring met netwerken. Het is dan ook geen enkel probleem om met apparaten die enkel wifi 5 ondersteunen verbinding te maken met een moderne wifi6-router of -accesspoint, net als dat het geen probleem is om met je wifi6-apparaat met een ouder type netwerk te verbinden. Uiteraard ben je wel beperkt tot de snelheden van de vorige generatie.

Te mooi om waar te zijn?

De snelheden die wifi in theorie levert zijn helaas al jaren te mooi om waar te zijn. We herinneren ons de teleurgestelde reacties van gebruikers die met hun indertijd nieuwe 802.11n-netwerk (nu wifi 4) niet de theoretische 150 Mbit/s haalden. Enige scepsis ten opzichte van de grote marketingbeloftes is dan ook zeker op zijn plaats. Laten we daarom kijken naar wat je nodig hebt om in de praktijk profijt te halen uit wifi 6.

Om simpelweg te profiteren van de hogere snelheden moet je een wifi6-router en een wifi6-client hebben. Echter, om optimaal te profiteren van de grote belofte van wifi 6 en OFDMA is het nodig dat al onze actiefste dataverslinders gebruikmaken van wifi6-radio’s, en daar lijken we tegen een grote hobbel aan te lopen.

Wat is er te koop?

Wifi6-routers zijn inmiddels al even te koop, zowel ASUS als Netgear hebben modellen in de schappen liggen, ASUS al sinds de zomer van 2018. De hoeveelheid clients met wifi 6 loopt echter een stuk achter. Aan de computerkant valt dat overigens nog mee. Sinds mei van dit jaar is het mogelijk om zelf het Intel AX200-kaartje te kopen waarmee je je huidige laptop van wifi 6 kunt voorzien, vooropgesteld dat je geen angst hebt om je laptop open te maken. Met zo’n 25 euro is de prijs zeer schappelijk.

Usb-adapters laten nog op zich wachten, maar in de meeste nieuwe high-end laptops lijkt wifi 6 wel alvast standaard te worden. Wat deels te danken is aan het feit dat de prijs van die wifi6-chips niet veel hoger ligt dan vorige generatie wifi5-chips. Profiteren van hogere wifi-snelheden is vandaag de dag dus geen probleem.

Aan de kant van de smartphones, tablets en IoT-apparaten wil de integratie van wifi 6 maar matig vlotten. Afgelopen najaar introduceerde Samsung de Galaxy S10 met wifi 6, maar bijna een jaar later zijn er nog nauwelijks andere wifi6-telefoons op de markt. Het is ook nog afwachten of Apple zijn in 2019 te lanceren producten met wifi 6 gaat uitrusten. En IoT-apparatuur met wifi 6 hebben we nog helemaal niet gezien. Zonder die bredere ondersteuning van wifi 6 blijven twee grote voordelen (het beter omgaan met grote hoeveelheden apparaten en het lagere energieverbruik) vooral theoretisch en iets wat we op dit moment simpelweg niet goed kunnen testen.

©PXimport

Klaar voor wifi 6?

Sta je op het punt om een nieuwe laptop te kopen, dan raden we aan om te zorgen dat daar wifi 6 in zit. Let specifiek op de termen wifi 6, 802.11ax, of op de aanwezigheid van de Intel AX200- of de Killer AX1650-chip. Tal van moderne laptops zijn tegenwoordig dichtgelijmd, wat het zelf upgraden serieus bemoeilijkt, dus het is zeker de moeite waard om te zorgen dat bij aanschaf al aanwezig is.

De eerste praktijkervaringen

We hebben drie wifi6-routers en één AX-mesh-kit in ons lab kunnen testen: de ASUS RT-AX88U, ASUS ROG Rapture GT-AX11000, Netgear Nighthawk AX12 en de ASUS AX6100-mesh-kit die we ook in onze vergelijkende test elders in dit nummer getest hebben. Om de routers tot het uiterste te belasten, maakten we gebruik van twee Dell XPS 15-laptops, (één voorzien van de Intel AX200, de ander voorzien van de Killer AX1650), één desktop-pc voorzien van de Intel AX200 en één Samsung Galaxy S10+.

De pieksnelheden blijken in de praktijk grotendeels afhankelijk van je clients. Zo maakt de Galaxy S10+ geen gebruik van 160MHz-kanalen, maar maximaal 80 MHz. Ook kregen we de 160MHz-kanalen niet werkend op de AX6100-mesh-kit. Op dat moment zien we maximale snelheden van ongeveer 875 Mbit/s op de laptops en desktop, en enkele tientallen Megabits lager op de S10+, die zich helaas minder nauwkeurig laat meten dan een Windows-machine. Ter vergelijking, dat is alsnog aanzienlijk sneller dan de 500 tot 600 Mbit/s die je op een wifi5-netwerk kunt verwachten.

Op de ASUS GT-AX11000 en de Netgear AX12 lukte het wel om gebruik te maken van de bredere 160MHz-kanalen en zagen we voor het eerst draadloze snelheden die hoger liggen dan de gigabitpoorten die de meeste routers aan boord hebben. Pieken boven de 1500 Mbit/s en stabiele langdurige bestandsoverdrachten van 1200 tot 1300 Mbit/s van ons bekabelde werkstation naar één wifi6-laptop. Dat zijn dus hogere snelheden dan bedraad mogelijk is op de typische gigabitnetwerken die de meeste mensen thuis hebben liggen. Combineren we de drie pc’s, dan schieten we zelfs voorbij de 2 Gbit/s!

©PXimport

Mitsen en maren

De data moeten ergens naartoe gaan en de enige manier om die sneller-dan-gigabit-prestaties van begin tot eind te benutten is wanneer zowel je router als het apparaat waar de data naartoe gaan zijn voorzien van een multi-gigabit-netwerkaansluiting. Zowel de GT-AX11000 en de AX12 routers hebben dan ook een 2,5Gbit/s-poort aan boord, net als ons aangesloten werkstation. Dergelijke aansluitingen zijn echter nog zeldzaam en enkel aanwezig op prijzige werkstations en moederborden. Als je je hele netwerk wilt upgraden naar multi-gigabit, dan ben je minimaal enkele honderden euro’s kwijt aan switches en geschikte kabels.

En dan ben je er nog niet, want dergelijke snelheden liggen ook hoger dan een typische harde schijf aankan. Volledige ssd-opslag is dan ook gewenst. De gecombineerde kosten van een netwerk dat snel genoegd is en het mogelijk moeten aanschaffen van extra ssd’s lopen mogelijk op tot een paar duizend euro. Daarbij waren wij nog enkele uren kwijt met het tweaken van instellingen om de prestaties reproduceerbaar te krijgen. We denken dat het nog even zal duren voordat wifi 6 en multi-gigabit-netwerken echt standaard zijn.

Maar toch!

Desondanks is 2019 het jaar dat wifi 6 niet langer theoretisch is, maar in de praktijk aantoonbaar duizelingwekkende prestaties neer weet te zetten. Dat we het punt bereikten waarop niet langer ons draadloze netwerk de beperking is, maar dat we ons bekabelde netwerken en bedrade workstations moesten upgraden om wifi6-clients bij te houden is veelzeggend.

En latency?

Hoge snelheden zijn één ding, latency (vertraging) en stabiliteit een ander. Hoewel we in onze wifi6-netwerken een ongekend lage latency zien, is de vertraging evengoed nog zo’n 3-4 milliseconden meer ten opzichte van een netwerkkabel (met een latency van minder dan een milliseconde). Wanneer we meerdere snelle wifi6-streams opzetten, wilden deze af en toe nog weleens een hikje hebben van enkele tientallen milliseconden, iets wat we vooralsnog niet met een QoS-instelling (quality of service) kunnen ondervangen. Of wifi 6 de kabel volledig kan vervangen voor mensen die echt van elke milliseconde afhankelijk zijn, denk aan professionele gamers, is dan ook nog maar zeer de vraag.

Conclusie

Een deel van de echte winst van wifi 6 is op dit moment gewoon nog niet aan te tonen. Daarnaast vereist het profiteren van de absurde topsnelheden vooralsnog een dermate grote investering dat het voor de meeste consumenten niet haalbaar is. Toch is niet de vraag óf wifi 6 gemeengoed zal worden, maar wanneer dit het geval is. Het heeft namelijk ook even geduurd voordat we echt massaal profiteerden van de snellere 5GHz-band die wifi 4 ons bracht, maar inmiddels is die niet meer weg te denken.

Wil je vandaag profiteren, dan kan dat: de hardware is te koop en is indrukwekkend. Maar zelfs als je een wifi6-router nu nog wat duur vindt, is het wel vast de moeite om op wifi6-ondersteuning te letten wanneer je op het punt staat een nieuwe laptop of telefoon te kopen, dan ben je in elk geval alvast (deels) klaar voor de toekomst.

▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips 5000 Series CX5120/11 energiebesparende verwarming
Huis

Consumenten testen: de Philips 5000 Series CX5120/11 energiebesparende verwarming

Ben je op zoek naar een energiezuinige bijverwarming die snel en efficiënt warmte levert? Dan is een keramische verwarming wel iets voor jou: die combineert moderne technologie met gebruiksgemak. Zoals de Philips 5000 Series CX5120/11 keramische verwarming. Wat zijn de praktijkervaringen van de testers van Review.nl? Lees hier hun bevindingen.

Ben je op zoek naar een snelle, slimme en veilige manier om je huis te verwarmen? Met deze krachtige keramische verwarming zit je binnen twee seconden al lekker warm! En het beste? Je bespaart tot wel 50% energie vergeleken met een gewone verwarmingsventilator. Via de handige Philips Air+-app heb je altijd en overal controle over je verwarming. Bovendien zorgt de 5-voudige veiligheidsbescherming ervoor dat je je nergens zorgen over hoeft te maken. Warmte, gemak én gemoedsrust – wat wil je nog meer? Testers van Review.nl mochten de Philips 5000 Series CX5120/11 gedurende een periode testen. Hier lees je hun bevindingen.

Het slanke, zwarte design van deze Philips verwarming past goed in een modern interieur. Met een hoogte van minder dan 60 centimeter is het apparaat compact genoeg om onder een bureau te plaatsen. "Door het slanke en zwarte design is deze verwarming overal te plaatsen", aldus Rob, één van de testers. Het apparaat is daarnaast licht van gewicht, wat het makkelijk maakt om hem van kamer naar kamer te verplaatsen wanneer nodig.

Snelle en effectieve verwarming

De CX5120/11 overtuigt met zijn krachtige verwarmingsprestaties. "Het apparaat verwarmt de kamer verrassend snel, wat ideaal is op koude dagen", schrijft GeertK, die de CX5120/11 een 8,0 geeft. De oscillerende voet zorgt voor een goede warmteverdeling in de ruimte. Rob is blij met het vermogen: "Hierdoor is het mogelijk om in een korte periode een fijne warmte te verspreiden". Daar is tester Cindyver het mee eens. Ook wordt gewaardeerd dat de keramische verwarming geen vieze geurtjes verspreidt.

De Philips 5000 Series CX5120/11 kan ook in een thuisnetwerk worden gebruikt, waardoor app-bediening ingesteld kan worden en een koppeling met Google Home en Alexa mogelijk is. Wel kan er nog iets worden verbeterd aan het proces voor het maken van een verbinding met het draadloze netwerk. Roberto073: "Het koppelen met de Air+ app verliep zonder gedoe, al bleef het wifi-icoontje wit in plaats van oranje, zoals de handleiding aangaf. Dat was echter geen probleem, want alles werkte naar behoren." AnneliesD hierover: "De installatie was even puzzelen omdat er verwezen werd naar het netwerk van Philips in plaats van ons thuis wifi-netwerk. Maar dit was zo gewijzigd in de app."

Slim en gebruiksvriendelijk

Een groot pluspunt is de bediening via de bijbehorende app. Hiermee kun je de verwarming op afstand bedienen en programma's instellen. 'Via deze app is het mogelijk om zelf een programma te maken wanneer, hoe laat en hoe warm de verwarming moet werken', licht een enthousiaste gebruiker toe. De Auto+ modus regelt de verwarming automatisch voor optimale energiebesparing. Het touchscreen op het apparaat zelf biedt een gebruiksvriendelijk alternatief voor de app-bediening.

Tester Har74 is blij met de slimme functies van de verwarming en de app: "In de kinderkamer is de verwarming een keer omgevallen, maar de app gaf meteen een melding dat het apparaat was omgevallen en automatisch was uitgeschakeld. "

Tester AnneliesD is blij met de CX5120/11: "Vooral met thuiswerken is het ideaal om één ruimte te verwarmen en de cv-installatie niet te hoeven gebruikenm. wat dus ook aanzienlijk scheelt in de kosten! "

Geschikt voor kleinere ruimtes

De verwarming is vooral effectief in kleinere ruimtes tot ongeveer 20 m². 'In mijn studeerkamer komt de verwarming tot zijn recht', schrijft een tester. Verschillende gebruikers zetten het apparaat specifiek in als bijverwarming voor een thuiswerkplek. Een minpunt van de Philips 5000 Series CX5120/11 is volgens Max546 de lengte van het snoer. "Zonder verlengsnoer kun je hem niet zomaar overal neerzetten", aldus de tester.

Tester Har74 merkt dat deze verwarming minder geschikt is voor grotere ruimtes, want volgens de specificaties is hij vooral geschikt voor kamers tot 20 m³. Ook vindt hij het jammer dat de verwarming niet in andere kleuren dan zwart verkrijgbaar is.

Conclusie

Met een gemiddelde score van 8,7 is de Philips 5000 Series CX5120/11 een overtuigende keuze voor wie op zoek is naar een slimme bijverwarming voor kleinere ruimtes. De combinatie van snelle warmte, app-bediening en energiezuinige werking maakt het een praktisch apparaat voor bijvoorbeeld een thuiswerkplek of slaapkamer. Het compacte formaat en stille werking zijn extra pluspunten. Enige minpunten zijn de relatief korte stroomkabel en het feit dat de temperatuurmeting bij het apparaat niet altijd overeenkomt met de werkelijke kamertemperatuur.

✅ Pluspunten
Snel en efficiënt verwarmen
Stille werking
Prettige app-bediening
Energiezuinig
Val- en aanraakbeveiliging

❌ Minpunten
Voor kleinere ruimtes tot 20 m³
Stroomkabel in sommige situaties te kort
Soms verschil in gemeten en werkelijke temperatuur

Meer over de Philips 7000 Series HR3760/10

Op Kieskeurig.nl

▼ Volgende artikel
Calibre via Docker: boekenplank op je server
© Paolese
Huis

Calibre via Docker: boekenplank op je server

Verzamel je je e-books het liefst centraal op een server? Dan ligt het voor de hand om die verzameling daar ook te beheren. Een van de beste beheerprogramma’s is Calibre. Hoewel dit vaak onder Windows wordt gebruikt, kun je het ook via Docker installeren en gebruiken. Daarna beheer je alles via een browser. We laten zien hoe dat werkt.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe je e-books via Calibre Web kunt beheren. Daarvoor ondernemen we de volgende stappen:

  • Docker installeren
  • Calibre instellen
    • Database maken
    • E-books toevoegen
  • Calibre Web configureren
  • Draadloos synchroniseren met Kobo-e-readers

Lees ook: Bladeren in stijl: Hoe kies je de perfecte e-reader?

Code downloaden

In dit artikel staat een voorbeeld van wat YAML-code (en diverse andere commando’s). Omdat YAML erg gevoelig is voor foute spaties, kun je die code beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand code-calweb.txt.

Calibre is een populair en voor velen vertrouwd programma voor het beheren van e-books, dat al heel lang mee gaat (zie het kader ‘Calibre vereenvoudigt je e-bookbeheer’). De meeste mensen gebruiken het op een pc, maar daar kleven wel wat nadelen aan. Een installatie op een server is praktischer. Een centrale installatie zorgt ervoor dat je gemakkelijker toegang tot Calibre hebt, vanaf verschillende apparaten en met verschillende gebruikers.

Ook de regelmatige software-updates zijn eenvoudiger te installeren, desgewenst zelfs automatisch. Het maken van back-ups is eveneens makkelijker. Op een pc vergeten mensen dat vaak, waardoor bij een crash of herinstallatie van Windows de zorgvuldig opgebouwde verzameling verloren gaat.

In dit artikel gaan we Calibre via Docker draaien. Je kunt de software daarna via een browser gebruiken, met dezelfde vertrouwde gebruikersinterface. We combineren het met Calibre Web. Daarmee kun je, ook weer via de browser, comfortabel je e-books lezen.

Ook de communicatie met e-readers komt aan bod. We laten zien hoe je via Calibre Web rechtstreeks synchroniseert met een Kobo e-reader. En vanuit Calibre gaan we e-books naar een Kindle sturen.

Calibre vereenvoudigt je e-bookbeheer

Calibre is een populair programma voor het beheren van je verzameling e-books. Het is beschikbaar voor Windows, macOS en Linux. Calibre kan op basis van metadata alle relevante informatie over e-books voor je ophalen, zoals beschrijvingen en een omslagafbeelding.

Je kunt de details ook handmatig aanpassen, per bestand of op groepsniveau. Ook converteer je e-books direct in Calibre om ze compatibel te maken met jouw e-reader. Bovendien zijn er de nodige extra’s, zoals het omzetten van nieuwsartikelen naar een e-book op basis van rss-feeds.

De eerste versie van Calibre verscheen in oktober 2006. Dat was kort na de release van de Sony PRS-500, een van de eerste op e-ink gebaseerde e-readers. Aanvankelijk lag de kracht bij de conversie van e-books tussen verschillende formaten. Tegenwoordig staan vooral de beheerfuncties centraal, en de uitgebreide zoek- en sorteeropties. De software is gratis, opensource en vrij aanpasbaar.

Calibre is veruit het bekendste programma voor het beheren van e-books.

1 Calibre (Web) en Docker (Compose)

We gaan in dit artikel Calibre en Calibre Web installeren op een server. Hierbij maken we gebruik van Docker en Docker Compose. Hiervoor gebruiken we een Linux-server met Ubuntu 24.04 LTS. Voor het werken met Docker installeren we Docker CE (Community Edition). Daar zijn installatiegidsen voor. Hierna kun je zowel Docker als Docker Compose gebruiken.

Zorg dat het systeem dat je gaat gebruiken genoeg geheugen heeft. Er is geen schokkende hoeveelheid voor nodig, maar 2 GB is geen overbodige luxe. Dit heeft vooral te maken met de ‘remote desktop’-opzet: op de achtergrond wordt een VNC-verbinding opgezet om de gebruikersinterface van Calibre weer te geven. Gebruik je een container in Proxmox VE, dan is 4 GB een veilige bovengrens. Meestal ligt het geheugengebruik rond 500 MB, maar tijdens het gebruik loopt dat snel op naar 1 GB met wat uitschieters naar boven.

Alle e-books staan bij onze opzet op een NAS. Daarom koppelen (‘mounten’) we die map aan het systeem, op de locatie /mnt/nas/boeken. Die locatie gaan we (in de volgende paragraaf) als volume toevoegen aan Calibre. Het voordeel is dat je vanuit Calibre gemakkelijk door die map kunt bladeren om e-books toe te voegen aan de bibliotheek in Calibre zelf.

Zorg dat je op het systeem over Docker en Docker Compose beschikt.

2 Docker Compose

Op het systeem maken we een mapje voor Calibre en plaatsen daarin een bestand docker-compose.yml met de onderstaande inhoud. We kiezen voor zowel Calibre als Calibre Web het Docker-image van het bekende LinuxServer.io.

Mogelijk zijn voor jouw situatie wat aanpassingen nodig. De belangrijkste opties nemen we in de volgende twee paragrafen met je door. Bij twijfel kun je ook de documentatie voor de genoemde Docker-images raadplegen. Bij de uitleg maken we onderscheid tussen de host en de container. De host is daarbij uiteraard jouw server met Docker.

Met de hulp van Docker Compose beheren we de instellingen voor beide containers.

3 Volumes koppelen

Volumes zorgen feitelijk voor de mogelijkheid bestanden uit te wisselen tussen de host en container. Voor Calibre maken we onder volumes: een koppeling tussen de map ./config op de host en /config in de container. Hier bewaart Calibre de configuratie en straks ook de Calibre-bibliotheek.

Verder koppelen we de gemounte map /mnt/nas/boeken met daarin alle ongesorteerde e-books aan /media. Binnen Calibre kun je straks door de map /media bladeren om eenvoudig e-books aan je bibliotheek toe te voegen.

Optioneel kun je een map, zoals de hier voorgestelde map /mnt/nas/boeken/Toevoegen, koppelen aan de container onder bijvoorbeeld /toevoegen. We laten in paragraaf 7 zien hoe je met een kleine aanpassing de e-books in die map automatisch aan Calibre kunt toevoegen. Bij de container voor Calibre Web zie je onder volumes: alleen de koppeling met de lokale map ./config. Daar staat straks de bibliotheek van Calibre, die we bij de configuratie van Calibre Web alleen nog hoeven aan te wijzen. Controleer voor beide containers onder environment: de waardes bij PUID en PGID. Dat is de ID van respectievelijk de eigenaar en groep van de gekoppelde volumes. Deze waardes kun je nagaan met de opdracht id gebruiker. Dit voorkomt problemen met rechten bij bestandstoegang.

In een onderliggende map worden de configuratie en bibliotheek bewaard.

Back-up maken van Calibre

Het is raadzaam om af en toe een back-up te maken van Calibre en Calibre Web. Het gaat hierbij om het bestand docker-compose.yml en de onderliggende map config. In de map met het bestand docker-compose.yml kun je daarvoor de onderstaande opdracht geven. Bewaar vervolgens het bestand calibre.tar op een veilige plek. Gebruik deze opdracht:

tar --exclude=config/.cache -cvf calibre.tar docker-compose.yml config/

Hierbij sluiten we overigens de folder .cache die in de map config te vinden is uit.

4 Poorten configureren

Er zijn voor beide containers poorten gekoppeld. Dit zie je onder ports:. Het poortnummer links is steeds de poort op de host. Die mag je eventueel veranderen, bijvoorbeeld omdat een poort (zoals de populaire poort 8080) al in gebruik is. Het poortnummer rechts is de poort in de container. Die mag je niet veranderen. We houden hier dezelfde poortnummers aan. Bij de container voor Calibre geeft poort 8080 toegang tot Calibre zelf en poort 8081 dient voor de ingebouwde contentserver (zie paragraaf 8 en het kader ‘Inhoudsserver van Calibre gebruiken’). Calibre Web maken we via poort 8083 toegankelijk.

Poort 8083 geeft toegang tot Calibre Web, waarmee je e-books via een browser kunt lezen.

5 Beheer van de containers

Als je alle gewenste aanpassingen hebt gemaakt en de configuratie hebt bewaard, kun je beide containers starten met één opdracht:

docker compose up -d

Om de containers te stoppen, geef je deze opdracht:

docker compose down

Merk op dat er regelmatig updates verschijnen voor Calibre, waar je ook een melding van zult krijgen. Je hoeft dan in Calibre zelf niets te doen. Enkele commando’s vanaf de opdrachtregel volstaan. Stop als eerste de containers met:

docker compose down

Haal dan de nieuwe images op waarop de containers zijn gebaseerd. Dit kan in één keer met:

docker compose pull

Daarna kun je de containers opnieuw starten met:

docker compose up -d

Daarbij zullen de containers op basis van de nieuwe images worden opgebouwd. Controleer eventueel de status met:

docker ps

Dit laat zien welke containers actief zijn en welke poorten ze gebruiken.

Via enkele eenvoudige commando’s kun je de Docker-containers beheren.

6 Eerste stappen in Calibre

We gaan nu verder in de browser en beginnen met het instellen van Calibre. Log in op het ip-adres van het systeem waarop Calibre staat en poort 8080, zoals http://ipadres:8080. Kies in het eerste scherm Nederlands als taal. Kies daarna de locatie voor de bibliotheek voor Calibre. Hier worden alle toegevoegde boeken naartoe gekopieerd. We accepteren de standaardlocatie /config/Calibre Bibliotheek.

In het volgende scherm kies je je type e-reader. We kiezen voor een model van Kobo. Klik op Volgende om verder te gaan en dan Voltooien. Je komt nu direct in Calibre. Als je eerder met deze software hebt gewerkt, zal de gebruikersinterface vertrouwd zijn. Je ziet nog maar één boek in je Calibre-bibliotheek: de snelstartgids voor het werken met Calibre. Tijd dus voor wat extra leesvoer!

Bij het eerste gebruik moet je enkele instellingen aanpassen.

7 Boeken toevoegen

Om een e-book toe te voegen aan Calibre ga je naar Boeken toevoegen. Blader via de bestandsbeheerder vervolgens naar /media. Hier zie je de gemounte map met alle e-books. Wil je ook automatisch boeken aan Calibre kunnen toevoegen? Dit kun je instellen onder Voorkeuren. Kies onder Importeren/Exporteren de optie Boeken toevoegen. Op het tabje Automatisch toevoegen kun je naar de map bladeren waar de automatisch toe te voegen e-books staan. In ons voorbeeld is dat /toevoegen. Alle boeken die je in die map zet, zullen automatisch aan Calibre worden toegevoegd en daarna uit die map worden verwijderd. Kies na deze wijziging voor het herstarten van Calibre.

Boeken in deze speciale map worden automatisch aan Calibre toegevoegd.

8 Calibre Web

Met Calibre Web kun je een Calibre-database via een browser toegankelijk maken, zodat je door je verzameling e-books kunt bladeren en deze kunt lezen of downloaden. Het geeft je meer mogelijkheden dan de contentserver van Calibre (zie kader ‘Inhoudsserver van Calibre gebruiken’). Zo kun je in Calibre Web boekenplanken maken en beheren. Deze kun je vervolgens synchroniseren met een Kobo e-reader.

Open om te beginnen Calibre Web op poort 8083, zoals http://ipadres:8083. Hier log je in met het initiële gebruikersaccount (gebruikersnaam admin en wachtwoord admin123). Eerst wordt gevraagd naar de locatie van de database van Calibre. Blader hiervoor naar /config/Calibre Bibliotheek en kies Select. Bewaar de instelling met Save. Als je naar Books gaat, zie je nu ook de eerdergenoemde gids voor Calibre en de boeken die je mogelijk zelf al had toegevoegd.

Voeg je in het vervolg in Calibre een boek toe, dan verschijnt deze ook direct in Calibre Web, omdat ze de database delen. Het is raadzaam om de taal van de gebruikersinterface op Nederlands te zetten. Klik daarvoor op je naam (admin) om je profiel te openen. Bij Language kies je Nederlands. Klik daarna op Save.

In Calibre Web verwijzen we naar de bibliotheek van Calibre.

Inhoudsserver van Calibre gebruiken

Calibre heeft een ingebouwde contentserver ofwel inhoudsserver. Schakel je deze in, dan kun je met een browser door je bibliotheek bladeren, en e-books te lezen of downloaden. Er is wat functionaliteit betreft wat overlap met Calibre Web. Je kunt ze eventueel naast elkaar gebruiken.

Voor de inhoudsserver hebben we poort 8081 op de host gekoppeld met poort 8081 in de container. Om de inhoudsserver te starten, ga je in Calibre naar Verbinden/delen en kies je Inhoudsserver starten. Open je browser en bezoek het ip-adres met poort 8081. Hier kun je je Calibre-bibliotheek bekijken. Dat kan ook direct vanaf de browser van een e-reader.

Er zijn ook andere, handigere methodes om e-books over te zetten. In dit artikel komt een directe synchronisatie met Kobo aan bod (paragrafen 9 en 10) en het versturen naar een Kindle vanuit Calibre (paragraaf 11).

De inhoudsserver maakt je bibliotheek beschikbaar via een browser.

9 Boekenplanken maken

Calibre Web kent het principe van boekenplanken, waarvan het beheer overigens los staat van Calibre. Begin hiervoor in het menu aan de linkerkant met Boekenplank maken. Open je vervolgens een e-book, dan kun je deze toevoegen aan een of meerdere boekenplanken. Handig aan de e-reader van Kobo is dat hij je boekenplanken met inhoud weergeeft in je bibliotheek als je naar het tabje Verzamelingen gaat. Hiervoor moet je de e-reader synchroniseren met Calibre Web. Je zou bijvoorbeeld een boekenplank kunnen maken voor boeken die je binnenkort wilt lezen. Of een boekplank voor elk genre. Ook kun je voor een specifieke e-reader een boekenplank maken. In de volgende paragrafen leggen we uit hoe je boekenplanken met je Kobo-e-reader kunt synchroniseren.

Je kunt boekenplanken maken voor synchronisatie met je e-reader.

10 Synchronisatie

Je kunt een e-reader van Kobo draadloos synchroniseren met Calibre Web. Hiervoor ga je naar het menu Beheer. Kies onder Instellingen de optie Bewerk basisconfiguratie. Onder het kopje Geavanceerde opties zet je vinkjes bij Zet Kobo sync aan en Proxy onbekende verzoeken naar Kobo winkel. Met die laatste optie zul je op je e-reader bij synchronisatie ook nog steeds boeken ontvangen die je bijvoorbeeld via bol.com hebt gekocht.

Op zoek naar leesvoer?

Koop een e-book bij bol

Controleer of de correcte poort is ingesteld voor Calibre Web (wij gebruiken de standaardpoort 8083). Als je een ander poortnummer hebt gekozen, moet je dat hier wijzigen. Kies daarna Opslaan. Open nu je profiel door op je gebruikersnaam te klikken (standaard is dat admin). Klik bij Kobo Sync Token op Aanmaken/Bekijken. Kopieer nu de regel die er als volgt uitziet:

api_endpoint=http://10.0.10.37:8083/kobo/faa613c4e5d334a3d82210b157bb0e

Sluit je Kobo e-reader aan op de pc. Blader naar de map .kobo/Kobo en open het bestand Kobo eReader.conf. Zoek naar de regel met api_endpoint. De standaardconfiguratie ziet er meestal als volgt uit:

api_endpoint=https://storeapi.kobo.com

Verander deze regel naar de voorgestelde configuratie van Calibre Web. Als de bewuste regel (nog) niet bestaat, moet je deze aanmaken onder de groep [OneStoreServices].

We maken een aanpassing aan de configuratie van Calibre Web.

Selectief boekenplanken synchroniseren

Standaard worden met een Kobo-e-reader alle boekenplanken gesynchroniseerd. Wil je alleen één of enkele boekenplanken synchroniseren? Ga dan naar je profiel (veelal admin). Zet een vinkje bij Synchroniseer alleen boeken op geselecteerde boekenplanken met Kobo en kies Opslaan. Open daarna een boekenplank en kies Bewerk boekenplank eigenschappen. Met een vinkje kun je kiezen of die boekenplank met een boekenplank met een Kobo-apparaat moet worden gesynchroniseerd.

Naar voorkeur kun je ook één of enkele boekenplanken synchroniseren.

11 Kindle-e-reader

De Kindle van Amazon is een populair alternatief voor Kobo, dat wel werkt met een eigen ecosysteem. Heb je e-books in een afwijkend formaat, bijvoorbeeld drm-vrije epub-bestanden, dan kun je deze per e-mail naar een Kindle sturen. Dit gaat via de servers van Amazon, waar ze worden geconverteerd naar een geschikt formaat. Het e-mailadres waar je boeken naar kunt sturen kun je achterhalen door op je Kindle de instellingen te openen. Je ziet het @kindle.com-adres onder E-mail voor versturen naar Kindle. Je kunt hier direct vanuit Calibre e-books naar sturen.

Ga daarvoor in Calibre naar Voorkeuren. Kies onder Delen de optie Deel boeken via e-mail. Vul onder E-mail het e-mailadres van de Kindle in. Vul ook je e-mailadres als afzenderadres in onder Afzender e-mail. Je kunt eventueel een server instellen voor het versturen, maar het werkt meestal ook zonder.

Klik nu in Calibre met rechts op een e-book. Het menu Verbinden/delen geeft de optie voor het versturen per er-mail. Je e-book verschijnt hierna vanzelf op je Kindle. Mislukt de conversie, dan ontvang je een e-mailbericht van Amazon. Het is vrijwel altijd op te lossen met een trucje: converteer het e-book binnen Calibre naar het formaat .mobi. Converteer het daarna terug van .mobi naar .epub. Probeer vervolgens opnieuw het e-book naar je Kindle te sturen.

Je kunt per e-mail boeken delen met bijvoorbeeld een Kindle-e-reader.

Inspiratie voor extra leesvoer

Hebban is een leuke website om inspiratie voor nieuwe boeken op te doen. Je vindt er een enorme catalogus met Nederlandstalige boeken, voorzien van meer dan 5,6 miljoen beoordelingen en recensies. Er zijn ook veel lijstjes, zoals de tiplijst met boeken van de laatste dertig dagen, de Hebban Rank met de duizend populairste boeken van dit moment en een lijst met de duizend mooiste boeken aller tijden. Die laatste lijst wordt samengesteld op basis van de persoonlijke tiplijsten van duizenden leden. Je kunt op de website ook zelf een lijstje bijhouden met boeken die je interessant vindt. De meeste boeken zijn uiteraard ook als e-book verkrijgbaar. Een internationaal alternatief is Goodreads.