ID.nl logo
In 14 stappen een optimaal thuisnetwerk
© PXimport
Huis

In 14 stappen een optimaal thuisnetwerk

De meeste thuisnetwerken laten wat te wensen over of zijn incompleet omdat niet alle apparaten die kunnen worden aangesloten ook zijn aangesloten. In dit artikel gaan we alles op elkaar aansluiten en verbinden met internet. Je leest wat het beste is voor jouw situatie.

Tip 1: Netwerkopstelling

In dit artikel gaan we uit van een basis-netwerkopstelling die bij bijna iedereen thuis te vinden is. Internet wordt verzorgd door een breedbandmodem via kabel, ADSL of anders. Er is een router aanwezig (al dan niet geïntegreerd in het breedbandmodem) waarop je apparatuur bedraad (via LAN-poorten) en draadloos (via wifi) kunt aansluiten. We gaan ervan uit dat je wifi-netwerk een veilig wifi-netwerk is. De beveiliging wordt geregeld door een speciale knop WPS-op je router (of modem) of door een sterk wifi-wachtwoord. Het is handig als je je wifi-wachtwoord kent, bijvoorbeeld als je de dekking wilt uitbreiden met een wifi-repeater (tip 8). Het wifi-wachtwoord en de beveiligingstechniek kun je eenvoudig achterhalen met WirelessKeyView. Voer dit programma uit op een computer die succesvol verbonden is met je wifi-netwerk.

©PXimport

Ben je je wifi-wachtwoord kwijt? Achterhaal het met WirelessKeyView.

Tip 2: Bedraad & draadloos

We krijgen regelmatig de vraag: "Wat is beter, bedraad of draadloos?". Het antwoord is volmondig: bedraad. Alles wat je bedraad aansluit op je thuisnetwerk werkt stabieler dan via een draadloos netwerk. Je hebt geen last van problemen met bereik, het vergeten van je wifi-wachtwoord of storingen van andere wifi-netwerken. Ook huishoudelijke apparaten kunnen je wifi-netwerk verknallen. Vaak wordt de magnetron genoemd, maar in de praktijk is er meer aan de hand. Echt problematisch zijn fysieke obstakels, bouw- en constructiematerialen in je huis en goedkope draadloze beveiligingscamera's (of andere apparaten die permanent zenden op dezelfde frequentie). Een ander argument voor een bedrade verbinding is de snelheid. Deze ligt meestal veel hoger als je je apparatuur aansluit met een netwerkkabel, zeker met een zeer snelle internetverbinding.

©PXimport

Een bedraad netwerk is bijna altijd sneller en stabieler dan een draadloos netwerk.

Tip 3: Wanneer wel wifi?

De voorkeur gaat uit naar bedraad, maar echt handig is dit soms niet. Voor tablet en smartphone is een ethernetkabel zelfs onmogelijk en voor de woonkamerlaptop bijzonder onpraktisch. Kies altijd voor een netwerkdraad als het ook praktisch haalbaar is, bijvoorbeeld voor de desktop-pc in de studeerkamer, netwerkprinter of netwerkschijf (NAS). Ook voor je tv, gameconsole of mediastreamer verdient een netwerkkabel de voorkeur boven gerommel met wifi-dongels. Meer hierover lees je bij tip 13. Gebruik je wifi-netwerk voor alle apparatuur waarbij een netwerkkabel geen optie is: smartphone, tablet, Chromecast 1 (hoewel zelfs daar sinds kort een kabel voor is), enzovoort. Of als het gewoon super-onhandig is, bijvoorbeeld je laptop die je op meerdere plekken gebruikt.

©PXimport

Voor je tablet is een ethernetkabel geen optie, maar je kunt wel je wifi verbeteren.

Tip 4: Te weinig poorten

De mogelijkheid om apparatuur bedraad aan te sluiten op je modem/router is meestal beperkt tot maximaal vier LAN-poorten. Als je hier te kort aan hebt, kun je het aantal poorten eenvoudig uitbreiden met een switch. Kies een snel exemplaar die voldoet aan de gigabit-standaard (1000 Mbit/s). Een switch schaf je aan voor een paar tientjes en heeft bijvoorbeeld 5 of 8 extra LAN-poorten. Aansluiten is eenvoudig, want instellingen zijn er niet. Sluit een LAN-poort van de switch aan op een LAN-poort van je modem/router met een standaard netwerkkabel en je hebt extra poorten om je thuisnetwerk bedraad uit te breiden.

©PXimport

Met een switch breid je het aantal LAN-poorten uit en geef je je thuisnetwerk extra bedrade aansluitmogelijkheden.

Tip 5: Snelheid onderling

Gigabit is de standaardsnelheid van dit moment voor bedrade thuisnetwerken. Het kan voorkomen dat je modem/router een lagere snelheid ondersteunt, bijvoorbeeld 10/100 Mbit. Dit kan ervoor zorgen dat bepaalde netwerkapparatuur niet optimaal functioneert. Goede voorbeelden zijn de NAS (netwerkopslag) en de mediastreamer op je tv: hierbij is het fijn om op een zo hoog mogelijke snelheid te werken. De aanschaf van een switch zoals besproken bij de vorige tip kan uitkomst bieden om bijvoorbeeld je desktop-pc en NAS sneller met elkaar te laten communiceren. Sluit beide apparaten bedraad aan op de gigabit-switch en verbind deze bedraad met je modem/router. Zo heb je onderling de hoogst haalbare snelheid. Benader je de NAS via wifi? Dan vervalt de snelheidswinst. De maximale snelheid is altijd afhankelijk van de langzaamste tussenschakel.

©PXimport

Kies altijd voor een bedrade gigabitverbinding voor apparaten waarbij een hoge snelheid wenselijk is.

Tip 6: Terugschakelen

Als je computer bedraad is aangesloten op een switch of modem/router, ben je misschien nieuwsgiering naar de maximale snelheid. Dit is de snelheid die de op elkaar aangesloten apparaten met elkaar 'afspreken' te gebruiken.

AdapterWatch toont deze gegevens in de kolom Interface speed. Er staat een lang getal. Als je de laatste zes nullen weghaalt, heb je de snelheid in Mbit (megabit). Bij een draadloze adapter kan de snelheid steeds verspringen omdat de verbinding afhankelijk is van allerlei externe factoren.

Als je bij een bedrade netwerkverbinding een lagere snelheid ziet dan verwacht, bijvoorbeeld 100 Mbit in plaats van 1000 Mbit, kan dit meerdere oorzaken hebben. Als je computer of switch slechts 100 Mbit aankan en het andere apparaat 1000 Mbit, wordt er automatisch teruggeschakeld naar een lagere snelheid. Als aan beide kanten 1000 Mbit mogelijk is, kan bij slechte bekabeling of ondeugdelijke aansluitstekkertjes de snelheid alsnog naar beneden worden bijgesteld om stabiliteit te behouden. Dit kun je uitdokteren door een kortere netwerkkabel te proberen.

Tip 7: Wifi verplaatsen

De beste oplossing om problemen met het bereik van je wifi-netwerk op te lossen, is door het wifi-toegangspunt fysiek te verplaatsen. Meestal is de beste plek een centrale plaats in je woning. Dit gaat het eenvoudigst als je modem en wifi-router gescheiden kastjes zijn, omdat een modem verplaatsen lastig is in de praktijk (die moet namelijk zo dicht mogelijk zitten bij de plek waar je internetverbinding je huis binnenkomt.

©PXimport

Voor het beste bereik verplaats je je wifi-modem of wifi-router naar een centrale plek huis.

Tip 8: Meer wifi-bereik

Als het fysiek verplaatsen van je wifi-netwerk niet mogelijk is of je wilt geen lelijke kabels trekken door je huis, dan kun je een wifi-repeater overwegen. Een wifi-repeater kost niet meer dan een paar tientjes en heeft alleen een stopcontact nodig. Het instellen is eenvoudig als je de handleiding van de fabrikant zo braaf mogelijk opvolgt. Kort door de bocht pakt een wifi-repeater je bestaande wifi-netwerk op en zendt het opnieuw uit. Voor de configuratie heb je mogelijk de beveiligingscode nodig van je wifi-netwerk nodig en moet je weten welke beveiligingstechniek (WPA, WPA2 of anders) er wordt gebruikt (zie tip 1). Het enige nadeel van een repeater is wel, dat je 'verlengde' wifi-netwerk maar de helft van de snelheid van je gewone wifi-netwerk is.

Tip 9: Bruggenbouwer

Er zijn wifi-repeaters te koop met een extra ethernetaansluiting. Door te kiezen voor een zogenaamde 'bridge mode' kun je op deze manier het draadloos netwerk 'omzetten' naar een ethernetaansluiting.

Samengevat wordt je wifi-netwerk opgepakt door de wifi-repeater in 'bridge mode' en is vanaf hier beschikbaar als bedrade netwerkaansluiting. Deze opstelling heeft geen voordelen voor hogere snelheid, maar biedt wel andere mogelijkheden. Als bijvoorbeeld een 'smart-apparaat' (controlecentrum van zonnepanelen, weerstation, dvd-speler etc.) geen wifi ondersteunt of slecht bereikbaar is voor een gewone netwerkkabel, kun je met deze truc het apparaat alsnog opnemen in je thuisnetwerk.

©PXimport

Dankzij een wifi-repeater in 'bridge mode' verbind je apparatuur met een netwerkkabel via wifi met je thuisnetwerk.

Tip 10: Usb-dongel

Als het wifi-bereik net niet optimaal is vanuit bijvoorbeeld de keuken en het verplaatsen van een je wifi-router of wiki-accesspoint geen opties zijn, kunnen pc- of laptop-gebruikers een trucje uithalen. Koop voor een tientje een usb-wifi-dongel. Sluit de dongel aan via een usb-verlengkabel en je hebt een soort 'verplaatsbare wifi-antenne'. Zo werk je toch via wifi en kun je een lastig bereikbaar draadloos toegangspunt beter oppikken. Deze truc werkt ook goed in een hotelkamer, op de camping of om vanuit een vakantie-appartement een hotspot op te pikken.

©PXimport

Wifi soms wel of niet bereikbaar? Gebruik een usb-wifi-dongel met usb-verlengkabel.

Tip 11: Homeplug

Voor elke situatie waarbij wifi niet mogelijk is of te veel stoort, en (extra) kabels trekken geen optie is, bestaat er een derde mogelijkheid: HomePlug (ook wel powerlan genoemd). Hierbij wordt een bedraad netwerk getransporteerd via het stopcontact en de elektriciteitskabels. Het werkt als volgt: een HomePlug heeft minimaal twee adapters (stekkers). De ene HomePlug-adapter sluit je aan op je modem/router via een netwerkkabel. De andere HomePlug-adapter sluit je met een netwerkkabel aan op het apparaat dat de netwerkverbinding nodig heeft. Door beide adapters in het stopcontact te steken en een eenmalige koppelprocedure (pairing) op te volgen, wordt de verbinding gelegd en je netwerksignaal semi-draadloos door je huis getransporteerd via het elektriciteitsnetwerk. Een HomePlug-setje kost circa zeventig euro.

©PXimport

HomePlug brengt je thuisnetwerk op plekken waar wifi niet toereikend is en kabels trekken geen optie is.

Tip 12: HomePlug-opties

De snelheid van HomePlug is afhankelijk van vele factoren en dat geldt ook voor de stabiliteit. Vermijd dubbelstekkers en stekkerblokken. Een HomePlug hoeft niet direct in de buurt aangesloten te worden van je modem/router, het kan op elke netwerkkabel. De HomePlug-techniek is een uitstekende aanvulling voor moeilijk bereikbare plekjes waar je apparatuur wilt aansluiten. Je kunt bijvoorbeeld dankzij HomePlug een netwerkprinter uit het zicht plaatsen (in de garage, schuur of op zolder) zonder dat je kabels hoeft te trekken. HomePlug-setjes zijn er in allerlei variaties, bijvoorbeeld met een geïntegreerde switch zodat je meer dan één apparaat kunt aansluiten of met een ingebouwde wifi-accesspoint.

Tip 13: Creatief aansluiten

De beste oplossing om je thuisnetwerk zo goed mogelijk aan elkaar te knopen begint bij het uitdenken van een plannetje. Veel scenario's hebben meer dan één oplossing, maar welke kies je? Wees creatief en zet stabiliteit altijd op de eerste plaats. Een voorbeeld: je hebt ooit één netwerkkabel getrokken naar de tv. Nu loopt je tegen deze beperking aan, want alle apparaten rond je tv hebben een netwerkaansluiting. In dit geval kun je een dure HomePlug-set aanschaffen met ingebouwde switch of je apparatuur via wifi-dongels of -repeaters aan de praat proberen te knutselen. Onnodig instabiel en foutgevoelig! De beste oplossing voor dit scenario is een goedkope switch (tip 4). Sluit deze aan op de netwerkkabel bij je tv en verbind alle apparatuur bedraad met de switch. Zo kun je via één netwerkkabel toch je smart-tv, gameconsole, Raspberry Pi, DVR, blu-ray-speler, Chromecast 2 en andere apparaten aansluiten.

©PXimport

Allerlei apparaten aansluiten op één netwerkkabel? Dankzij een simpele switch is het zo geregeld!

Tip 14: Oude router

Als afsluiting van dit artikel een tip die alleen geschikt is voor experts die ergens nog een oude router hebben liggen. Laat deze niet verstoffen, je kunt hier leuke dingen mee doen voor je thuisnetwerk. Door de DHCP-server en wifi uit te schakelen houd je een gratis switch over. Als je je wifi aan laat staan (DHCP wel uitschakelen!) en de oude router aansluit via een LAN-poort, heb je een extra wifi-toegangspunt. Verander eventueel de kanaalinstellingen van het extra wifi-netwerk om storingen te voorkomen.

Tot slot is er de 'superfirmware' van DD-WRT. Als je geluk hebt, kun je dit installeren op je router. DD-WRT is er voor veel populaire routers van verschillende fabrikanten. Met DD-WRT maak je van een router van 50 euro er eentje met de mogelijkheden van een router van 500 euro. Je netwerk krijgt allerlei extra functies, zoals een repeater, bridge, VLAN's en andere dingen waar experts verzot op zijn. Zoals je al leest aan de terminologie is DD-WRT absoluut niet geschikt voor beginners. Het updaten van je router firmware is altijd een risico. In het meest positieve geval levert het je een superrouter op met veel extra functies. De kans dat je van je router een baksteen maakt door een storing of verkeerde firmware-flash is helaas ook aanwezig.

©PXimport

DD-WRT maakt van een simpele router er één met heel veel mogelijkheden.

▼ Volgende artikel
Huis

Waar voor je geld: 5 mini-LED-tv’s onder de 800 euro

Mini-LED-technologie staat bekend om zijn uitstekende contrast, diepe zwartwaarden en hoge helderheid. Het mooie nieuws? Je hoeft er tegenwoordig geen duizend euro meer voor neer te leggen. We zetten vijf aantrekkelijke modellen voor je op een rij, allemaal onder de 800 euro en elk met hun eigen pluspunten.

1. Philips 55PML9009/12 'The Xtra'

Met z’n driezijdige Ambilight, quantum dot mini-LED-scherm en een native verversingssnelheid tot 144 Hz biedt de Philips 55PML9009/12 'The Xtra' een bijzonder complete kijkervaring. De tv ondersteunt Dolby Vision, HDR10+ en HLG, en beschikt over het intuïtieve Titan OS. Een opvallende eigenschap is het 4-speakersysteem van 4x 10 watt, dat Dolby Atmos ondersteunt voor een krachtig en meeslepend geluid. De helderheid piekt tot 1000 nits, wat HDR-content prachtig tot zijn recht laat komen.

Toepassingen: Sfeervol filmkijken, gamen met vloeiend beeld, streaming via populaire apps Bijzonderheden: 4x HDMI 2.1, Ambilight, Dolby Atmos, P5 Perfect Picture Engine

2. Hisense 50U6NQ

De Hisense 50U6NQ is een uitstekende keuze voor wie mini-LED-techniek zoekt binnen een beperkt budget. Het 50-inch VA-paneel levert diepe zwarttinten en sterke contrasten, met een piekhelderheid van 600 nits. De tv ondersteunt Dolby Vision en HDR10+, en komt met Dolby Atmos-geluid via 2x 10 watt-speakers. De verversingssnelheid van 60 Hz is minder geschikt voor fanatieke gamers, maar voor dagelijks gebruik en filmavonden is dit een meer dan degelijke keuze.

Toepassingen: Reguliere tv-kijkers, HDR-filmliefhebbers, instapgebruikers Bijzonderheden: VIDAA-smartplatform, Filmmaker Mode, DTS Virtual:X, strak contrast

3. TCL 50C803

Deze 50-inch QD-mini-LED-tv van TCL combineert snelheid en beeldkwaliteit. Dankzij een native verversingssnelheid van 100 Hz (uitbreidbaar naar 144 Hz) en ondersteuning voor Dolby Vision IQ, HDR10+ en HLG komt content vloeiend en levendig over. De lage input lag van circa 6 ms maakt dit toestel bovendien zeer geschikt voor gamers. Dolby Atmos-audio en Google TV als platform zorgen voor gebruiksgemak en rijke content.

Toepassingen: Gamen, sport kijken, vlot schakelen tussen apps en streamingdiensten Bijzonderheden: Game Master Pro 2.0, HDMI 2.1, Motion Clarity Pro, 600 nits piekhelderheid

4. LG 65QNED866RE

Met zijn 65 inch schermformaat biedt deze LG een bioscoopervaring in huis. Het QNED-paneel is gebaseerd op mini-LED-technologie en werkt met de α7 AI Processor Gen6, die beelden slim analyseert en opschaalt. De verversingssnelheid van 120 Hz en ondersteuning voor Dolby Vision, HDR10 en HLG maken dit toestel veelzijdig. WebOS biedt intuïtieve toegang tot apps en instellingen, en Dolby Atmos ondersteunt ruimtelijke audio.

Toepassingen: Familie-tv, grootbeeld filmkijken, soepel gamen Bijzonderheden: HDMI 2.1, VRR en ALLM, 900 nits piekhelderheid, uitstekende kijkhoeken

5. Hisense 65U7NQ

De Hisense 65U7NQ biedt indrukwekkende prestaties in een betaalbare jas. Mini-LED PRO-techniek, meer dan 300 dimming zones en een piekhelderheid van 1500 nits zorgen voor levendige beelden. Het paneel ververst tot 144 Hz – ideaal voor snelle games en sport. Het audiosysteem bestaat uit 2x 10 watt-speakers plus een 20 watt-subwoofer voor een krachtig, vol geluid. Met Dolby Vision IQ, Google TV, VRR en HDMI 2.1 is dit een allround topkeuze.

Toepassingen: Gamers, HDR-fans, filmkijkers die alles willen behalve een hoog prijskaartje Bijzonderheden: 40W-audio (2.1), 144 Hz refresh, ATSC 3.0, wifi 6E, EISA-award Best Buy 2024-2025

▼ Volgende artikel
'O nee, een vlek!' Met deze apparaten reinig je de vloer tot diep in de poriën
© Andrey Popov
Huis

'O nee, een vlek!' Met deze apparaten reinig je de vloer tot diep in de poriën

In dit artikel leggen we je uit hoe je verschillende soorten vloeren het best kunt schoonmaken — van tapijt tot gietvloeren. We leggen uit hoe vlekkenreinigers en stoomreinigers werken, wat je wel (en vooral níet) moet doen bij houten vloeren en waar je op moet letten bij het kiezen van het juiste apparaat. Zo houd je elke vloer in huis hygiënisch schoon en in topconditie.

In dit artikel lees je:

✔ Wat vlekkenreinigers doen op tapijt en vloerbedekking ✔ Hoe stoomreinigers werken op harde vloeren zoals tegels en gietvloeren ✔ Welke apparaten je beter níet gebruikt op houten vloeren ✔ Tips voor veilig en effectief reinigen van parket

Een schone vloer doet meer dan je denkt: het oogt fris, voelt prettig aan en zorgt voor een gezonde basis in huis. Maar niet elke vloer laat zich op dezelfde manier schoonmaken. Waar een tegelvloer gerust een stoomreiniger aankan, moet je bij hout juist oppassen met vocht en hitte. In dit artikel lees je welke vloerreiniger past bij welk type ondergrond. We duiken in vlekkenreinigers voor tapijt, stoomreinigers voor harde vloeren en bekijken wat wel en niet werkt op gevoelige materialen zoals parket. Ook leggen we uit hoe de apparaten precies werken en waar je op moet letten bij gebruik.

Vlekkenreinigers: speciaal voor zachte vloeren

Zachte vloerbedekking zoals tapijt en karpetten zijn comfortabel, maar kwetsbaar voor vlekken en geurtjes. Alleen een beetje stofzuigen is meestal niet genoeg: vuil zakt diep in de vezels en blijft daar hardnekkig zitten. Vlekkenreinigers of tapijtreinigers zijn hiervoor de oplossing. Ze werken met een combinatie van water, reinigingsmiddel en zuigkracht.

©Andrey Popov

De meeste apparaten hebben een reservoir met schoon water en een aparte tank voor vuil water. Tijdens het reinigen sprayt de machine een mix van water en reinigingsmiddel op het tapijt, en sommige apparaten gebruiken daarbij roterende borstels om het vuil los te werken. Tegelijkertijd zuigt het apparaat het vuile water weer op. Het resultaat: een tapijt dat zichtbaar schoon is én merkbaar frisser aanvoelt (en ruikt!).

Vlek op het tapijt of de nieuwe bank?!

Verwijder 'm snel en vakkundig met een vlekkenreiniger!

Het gebruik vergt wel enige voorbereiding. Voor een goed resultaat moet het tapijt eerst goed worden gestofzuigd. Daarna kun je met de vlekkenreiniger aan de slag. Houd er rekening mee dat het tapijt na afloop wel een paar uur moet drogen – het is dus aan te raden dit klusje op warme dagen te doen. Er bestaan trouwens ook compacte handmodellen voor kleinere oppervlakken of plaatselijke vlekken, bijvoorbeeld na een omgevallen glas wijn of een ongelukje van een huisdier.

Ook voor meubels en autobekleding

Veel vlekkenreinigers hebben accessoires voor stoffen meubels of autostoelen. Dieptereiniging van je bank of eetkamerstoel is dus heel goed te doen. Gebruik bij voorkeur een speciaal opzetstuk en controleer altijd eerst of de bekleding kleurvast is. Laat de stof goed drogen om schimmelvorming te voorkomen.

Stoomreinigers: hygiëne zonder schoonmaakmiddel

Voor harde vloeren zoals tegels, vinyl of gietvloeren is een stoomreiniger een populaire keuze. Deze apparaten gebruiken uitsluitend water, dat wordt verhit tot stoom. Die hete stoom (meestal rond de 100 à 120 °C) wordt via een mondstuk op de vloer gespoten en maakt vuil, vet en bacteriën los zonder chemicaliën te hoeven gebruiken.

©marchsirawit

De meeste stoomreinigers zijn voorzien van een microvezeldoek onder het mondstuk, die het losgekomen vuil meteen opneemt. Dat maakt deze apparaten niet alleen milieuvriendelijk, maar ook geschikt voor mensen met allergieën: huisstofmijt en bacteriën op de vloer worden door de hitte grotendeels gedood.

Het gebruik is erg eenvoudig, al is enige voorzichtigheid wel geboden. Niet elke vloer is bestand tegen hoge temperaturen of vocht. Tegels, natuursteen, beton en gietvloeren zijn meestal geschikt, mits goed afgewerkt. Voor laminaat en vinyl is voorzichtigheid geboden: deze vloeren kunnen kromtrekken als er vocht tussen de naden komt. Controleer daarom altijd de aanbevelingen van de vloerenfabrikant.

Afhankelijk van het apparaat moet het waterreservoir regelmatig worden bijgevuld, zeker bij grotere ruimtes. En om kalkaanslag te voorkomen, is het aan te raden om gedemineraliseerd water of kortweg demiwater te gebruiken, vooral in regio's met hard water.

Houten vloeren: reinigen met beleid

Houten vloeren zoals parket of lamelparket geven een ruimte warmte en karakter, maar zijn wel een stuk gevoeliger dan andere vloerafwerkingen. Te veel vocht of hitte kan leiden tot opzwelling, barsten of verkleuring. Daarom zijn stoomreinigers in vrijwel alle gevallen ongeschikt voor hout, tenzij de vloerfabrikant expliciet vermeldt dat het veilig is (al is dat zeldzaam).

©Philips

Gelukkig zijn er diverse vloerreinigers en dweilapparaten die – in de juiste stand, met het juiste reinigingsmiddel en minimaal vochtgebruik – ook veilig te gebruiken zijn op goed afgewerkte houten vloeren (zoals gelakt of geolied parket).

Denk bijvoorbeeld aan:

  • Spraymoppen of vloerwissers met een ingebouwd reservoir voor een pH-neutraal schoonmaakmiddel. Ze brengen een fijne nevel aan en gebruiken zachte doeken, waardoor de vloer nauwelijks nat wordt. Lees bijvoorbeeld onze review van de Philips OneUp.

  • Multifunctionele vloerreinigers zoals de Kärcher FC 7 of Bissell CrossWave. Deze machines reinigen met draaiende borstels en een minimale hoeveelheid water, en worden vaak verkocht als geschikt voor afgewerkte houten vloeren.

  • Robotstofzuigers met dweilfunctie die ingesteld kunnen worden op een laag vochtgehalte.

Welke oplossing je ook kiest: gebruik altijd een reinigingsmiddel dat specifiek geschikt is voor houten vloeren, vermijd agressieve middelen of te veel water, en test het apparaat eerst op een onopvallende plek. Controleer daarnaast altijd de onderhoudsvoorschriften van de vloer zelf. Sommige houtsoorten of afwerkingen verdragen meer dan andere.