ID.nl logo
Raspberry Pi versus Arduino: welke moet je kopen?
© PXimport
Zekerheid & gemak

Raspberry Pi versus Arduino: welke moet je kopen?

Hoewel de Raspberry Pi en Arduino soms in één adem genoemd worden en beide producten gerekend kunnen worden tot dezelfde elektronicahobby-producten, gaat het echt om twee verschillende producten met hun eigen toepassingen. Raspberry Pi versus Arduino: wat zijn de verschillen en wat gebruik je waarvoor?

Wanneer je interesse hebt in (programmeerbare) elektronicahobby-producten, dan kom je al snel de Raspberry Pi én Arduino tegen. Beide producten zijn uitgevoerd als printplaat waarop diverse chips geplaatst zijn en de afmetingen van bijvoorbeeld een Raspberry Pi 3 (8,5 × 5,6 cm) en de populaire Arduino Uno R3 (6,9 × 5,3 cm) zijn behoorlijk vergelijkbaar. Toch gaat het om twee heel verschillende producten met ieder hun sterke en zwakke punten. Wij gaan in dit artikel in op de verschillen tussen beide platformen.

Computer versus microcontroller

In de basis is het verschil simpel uit te leggen: een Arduino is een microcontroller, terwijl de Raspberry Pi een volwaardige computer is. Op een microcontroller draait geen besturingssysteem en er kan slechts één programma tegelijkertijd worden uitgevoerd. Een computer is voorzien van een besturingssysteem en kan meerdere programma’s tegelijkertijd uitvoeren.

Je kunt in een Raspberry Pi en alternatieve singleboardcomputers als de Orange Pi dan ook alle onderdelen van een volwaardige computer herkennen. Zo is de Raspberry Pi 3 Model B+ voorzien van usb-poorten, een netwerkaansluiting, een hdmi-aansluiting en geluidsuitgang. Zelfs wifi en bluetooth zijn aanwezig. Dankzij al deze aansluitingen kun je, zoals op iedere computer, een beeldscherm en invoerapparatuur aansluiten, waarna je in combinatie met een geschikt besturingssysteem de Pi kunt inzetten als desktop-pc om te browsen of te tekstverwerken. Vergelijk dat met de doorsnee Arduino of vergelijkbaar microcontrollerbordje: die bordjes bieden in de basis enkel pinnetjes die dienen als digitale en analoge in- en uitgangen die direct op de microcontroller zijn aangesloten waar je dingen mee kunt schakelen.

©PXimport

Een Arduino is een microcontroller, terwijl de Raspberry Pi een volwaardige computer is.

-

Wat is een Raspberry Pi?

De Raspberry Pi is oorspronkelijk ontwikkeld door de Brit Eben Upton als goedkope computer (van 35 dollar) om kinderen de beginselen van computers, elektronica en programmeren bij te brengen. Computerhobbyisten zagen echter ook genoeg toepassingen voor de goedkope Raspberry Pi. De basis van een Raspberry Pi is in alle gevallen een SoC van Broadcom die een ARM-processor combineert met de VideoCore IV-gpu en ook alle aansluitingen verzorgt als de usb-poorten en de hdmi-uitgang. De chip voor de netwerkaansluiting is vervolgens via usb 2.0 aangesloten. Dit is ook de reden dat de gigabit-netwerkaansluiting op de nieuwste Raspberry Pi 3 Model B+ een snelheid tussen de 200 en 300 Mbit/s haalt in plaats van een volledige gigabitsnelheid.

Een Raspberry Pi heeft geen opslag, je hebt een sd-kaart nodig waarop het gewenste besturingssysteem geïnstalleerd wordt. De Raspberry Pi Foundation raadt minimaal een Class4-kaartje aan, maar uit onze ervaring blijkt een sneller kaartje met Class 10 of zelfs UHS Class 1 van een goed merk een beter idee. Koop in ieder geval geen merkloos kaartje, je hebt dan een grote kans dat het kaartje tijdens het gebruik corrupt raakt.

©PXimport

Veelzijdige besturingssystemen

Op het sd-kaartje kun je zelf een besturingssysteem installeren. Het standaardbesturingssysteem is het op Debian gebaseerde Raspbian, een Linux-distributie waarmee je de Raspberry Pi inzet als desktop-computer. Daarnaast zijn er ook gespecialiseerdere op Linux gebaseerde distributies waarmee je de Pi inzet als spelcomputer (zoals RetroPie) of mediaspeler (zoals OpenELEC).

De meeste besturingssystemen voor de Pi zijn gebaseerd op Linux, maar in de vorm van bijvoorbeeld Windows IOT Core of RISC OS zijn er ook andere soorten besturingssystemen. De flexibele Linux-besturingssystemen maken veel geavanceerde toepassingen mogelijk. Zo kun je de Raspberry Pi inzetten als een slimme luidspreker met Google Home, kun je hem gebruiken als downloadserver of zelfs als centrale adblocker in je thuisnetwerk.

Ook als mediaspeler voor video of streaming audio is de Pi zoals gezegd uitstekend geschikt. Het minicomputertje is zelfs zo krachtig dat je hem vanaf de Raspberry Pi 2 in combinatie met bijvoorbeeld RetroPie ook kunt inzetten als retro-spelcomputer. Hij emuleert dan moeiteloos spelcomputers als de NES, SNES, MegaDive en Commodore 64.

©PXimport

Hoge compatibiliteit

Nadat in 2012 de eerste Raspberry Pi op de markt kwam, zijn er inmiddels zijn er inmiddels allerlei verschillende uitvoeringen verschenen met snellere processors. Waar de eerste Raspberry Pi een singlecore-processor met een kloksnelheid van 700 MHz had, is de nieuwste 3+ voorzien van een 1,4 GHz quadcore-processor. Eén ding is in al die Raspberry Pi’s echter hetzelfde gebleven, de SoC wordt geleverd door Broadcom. Tussen de gebruikte ARM-cores zit wat verschil, maar de VideoCore IV-gpu is in alle gebruikte SoC’s hetzelfde. Volgens de Raspberry Pi Foundation is de VideoCore de enige openbaar gedocumenteerde gpu voor ARM-SoC’s en hiermee belangrijk voor het Pi-project. Daar zit wat in, want een belangrijk nadeel van andere SoC’s op alternatieve bordjes is dat de grafische mogelijkheden doorgaans slecht ondersteund worden. De Raspberry Pi Foundation legt sterk de nadruk op compatibiliteit tussen de verschillende generaties Pi’s. Het eigen besturingssysteem Raspbian is dan ook nog altijd volledig compatibel met alle varianten van de Pi.

©PXimport

Raspberry Pi versus alternatieven

De Raspberry Pi is niet de enige singleboardcomputer op de markt. In navolging van het succes van de Pi brengen ook andere, veelal Chinese, fabrikanten ‘klonen’ van de Raspberry Pi op de markt. Soms hebben deze bordjes een naam van een ander stuk fruit gecombineerd met het woord Pi zoals de Banana Pi of Orange Pi. We schreven eerder in deze alinea bewust ‘klonen’, want anders dan de meeste klonen van een Arduino gaat het niet om exacte kopieën. De Raspberry Pi gebruikt een SoC van Broadcom, terwijl alternatieve bordjes een SoC van een andere fabrikant als Allwinner, Rockchip of MediaTek hebben. Net als de in de Raspberry Pi gebruikte Broadcom-SoC zijn deze SoC’s gebaseerd op een ARM-processor, maar daar houdt de overeenkomst eigenlijk wel op. Andere elementen van de SoC’s (zoals de gpu) zijn bijvoorbeeld anders. In de praktijk betekent dit dat een besturingssysteem dat speciaal is gemaakt voor de Raspberry Pi zoals Raspbian of RetroPie niet direct werkt op één van de alternatieve bordjes.

Fabrikanten van alternatieve bordjes leveren doorgaans een eigen Linux-distributie (soms een aangepaste versie van Raspbian), maar je kunt vaak ook kiezen voor Armbian. Dit is een speciale Linux-distributie die speciaal gemaakt is voor singleboardcomputers. Overigens ondersteunt Armbian de Raspberry Pi dan weer niet. Hoewel alternatieve singleboardcomputers krachtiger of goedkoper zijn dan de Raspberry Pi en dus zeker bestaansrecht hebben, zijn ze voor beginners meestal niet zo’n goed idee. Vanuit de (Chinese) fabrikanten is de documentatie doorgaans gering. Een ander probleem is dat alle mogelijkheden doorgaans niet volledig ondersteund wordt door de Linux-distributies die geschikt zijn voor de bordjes. Zo kun je soms niet alle resoluties kiezen, lastig als je net een beeldscherm hebt met een niet ondersteunde resolutie. Een ander probleem is dat het aantal gebruikers per alternatief bordje relatief laag is, dus bij problemen kun je niet terugvallen op een actieve community. Het grote aantal gebruikers en de goede ondersteuning vanuit de Pi-community is zeker voor beginners een heel groot pluspunt.

©PXimport

Het grote aantal gebruikers en de goede ondersteuning vanuit de Pi-community is zeker voor beginners een heel groot pluspunt.

-

Accessoires

Er is nog een argument om voor de Raspberry Pi te kiezen en niet voor één van de andere singleboardcomputers. Voor de Raspberry Pi zijn namelijk erg veel accessoires te koop. Zo heb je een ruime keuze in behuizingen in alle kleuren en vormen. Wil je je Pi inbouwen in een behuizing die eruit ziet als een retro-spelcomputer? Geen probleem, er zijn behuizingen die die er uitzien als een Nintendo NES of SNES. Daarnaast zijn er voor de Raspberry Pi ook allerlei uitbreidingen te koop. Hiermee kun je bijvoorbeeld een goede (digitale) geluidsuitgang, een aanraakscherm, klein schermpje of led-matrix toevoegen. De uitbereidingsmodules worden ook wel HAT genoemd, wat staat voor Hardware Attached on Top. De uitbreidingsmodules worden aangesloten op de GPIO, de reeks pinnen op de Raspberry Pi. Die pinnen kunnen trouwens ook gebruikt worden om sensoren en andere componenten op aan te sluiten.

©PXimport

Wat is een Arduino?

De Arduino is een voorbeeld van een microcontroller: een heel simpele computer die één programma tegelijkertijd kan uitvoeren. Er draait dus geen besturingssysteem op een microcontroller. Je programmeert de microcontroller met het door jou gewenste programma waarna dit programma wordt uitgevoerd. Een microcontroller is hiermee uitermate geschikt voor kleinere repeterende taakjes zoals het automatisch openen van een deur of aan laten springen van een lamp bij beweging. Maar ook wat meer geavanceerde dingen zijn mogelijk, zoals een zelfrijdende robot die zijn beweging bepaalt op basis van sensoren.

Wanneer we het hebben over een Arduino, dan hebben we het wel over meer dan alleen de microcontroller. Een Arduino-bordje bevat namelijk alle componenten die je nodig hebt om de aanwezige microcontroller (doorgaans een variant van Atmel, maar er worden ook andere merken gebruikt) op een eenvoudige manier te gebruiken. De meeste Arduino-bordjes zijn bijvoorbeeld voorzien van een usb-aansluiting. Deze wordt gebruikt om een programma via een pc op de microcontroller te zetten. Daarnaast bevatten de Arduino-bordjes pinnen waarop je componenten als sensoren en motortjes kunt aansluiten.

Een voorbeeld van een project dat je kunt bouwen, is een lampje dat reageert op beweging of het invallen van de schemering, zoals we laten zien hier. Maar in combinatie met een Arduino voorzien van wifi kun je ook een weeralarm. Of je bouwt een papieren paraplu die vanzelf opengaat als het gaat regenen.

©PXimport

Robuust

Een voordeel van een microcontroller als een Arduino is dat er na het programmeren softwarematig weinig fout kan gaan. Zodra je de voeding aansluit, wordt de in de microcontroller geprogrammeerde code uitgevoerd. Het maakt niet uit als je de voeding zomaar loskoppelt, na het opnieuw aansluiten wordt het programma gewoon weer uitgevoerd. Bij een singleboardcomputer als de Raspberry Pi is dat nadrukkelijk niet het geval. Wanneer je zomaar de voeding uit een Raspberry Pi trekt, dan heb je een grote kans dat de bestanden van het besturingssysteem corrupt raken en je Pi niet meer opstart. Net als bijvoorbeeld een Windows-pc dien je een Pi netjes af te sluiten om hem uit te zetten.

©PXimport

Arduino versus alternatieven

Waar we het bij de alternatieve singleboardcomputers over ‘klonen’ hadden, durven we bij de alternatieve Arduino’s wat stelliger te spreken over klonen. Het ontwerp van de originele Arduino-bordjes is open source en de ontwerpen zijn te downloaden van de Arduino-website. Andere fabrikanten kunnen die ontwerpen downloaden en vervolgens namaken. Er zijn dan ook vele klonen van de originele Arduino-bordjes te koop die er vrijwel hetzelfde uitzien en doorgaans prima werken. Het grote voordeel van de klonen is dat ze vele malen goedkoper zijn. Een originele Arduino Uno kost bijvoorbeeld 24 euro, terwijl je een kloon al voor 5 euro in huis hebt. Alternatieve fabrikanten mogen die klonen officieel geen Arduino noemen, maar de typenummers worden dan wel weer gewoon gebruikt en in omschrijvingen op bijvoorbeeld eBay of AliExpress zal de term Arduino doorgaans wel gebruikt worden.

©PXimport

Compatibel met

Naast de directe kopieën van de officiële bordjes van Arduino, zijn er ook bordjes en producten als robots te koop die gebruikmaken van een microcontroller die ook in een officiële Arduino gebruikt wordt. Deze bordjes en producten zijn daardoor te programmeren met de Arduino-ontwikkelomgeving. De bekende elektronicafabrikant Adafruit maakt bijvoorbeeld eigen ontwerpen van bordjes die gebruikmaken van dezelfde microcontrollers als een echte Arduino.

Naast de ‘echte’ Arduino’s zijn er ook alternatieve microcontrollers die niet gebruikt worden door het echte Arduino, maar die door ontwikkelaars wel compatibel zijn gemaakt met de Arduino-ontwikkelomgeving. Hierdoor kun je deze microcontrollers net als een Arduino programmeren op dezelfde manier als een echte Arduino. Een voorbeeld van een dergelijke microcontroller is de ESP8266 die op diverse bordjes gebruikt wordt, zoals de NodeMCU waar we in Computer!Totaal al eerder aandacht aan hebben besteed. Een interessant product, want voor vier euro krijg je een bordje voorzien van wifi.

©PXimport

Shields

Voor de populaire typen Arduino’s kun je ook zogenoemde shields kopen. Dit zijn bordjes waar componenten als sensoren, aansluitingen, beeldschermpjes of leds al op geplaatst zijn, die je zo op de Arduino kunt klikken. De shields zijn vergelijkbaar met de HAT-modules voor een Raspberry Pi.

Een plus een is drie

Eigenlijk wordt het pas echt leuk als je een Raspberry Pi en Arduino(-achtige) laat samenwerken. Beide platformen hebben hun sterke punten en die kun je prima combineren. Een interessant praktijkvoorbeeld is een smarthome- of domoticasysteem. De Raspberry Pi is als volwaardige computer uitstekend geschikt om software te draaien waarmee het apparaat inzetbaar is als smarthomecontroller. Een voorbeeld van dergelijke software is Domoticz dat je eenvoudig binnen een Linux-besturingssysteem zoals Raspbian kunt installeren. De Raspberry Pi functioneert na installatie van Domoticz als controller voor een domoticasysteem waarop je regels kunt programmeren om bijvoorbeeld verlichting te schakelen. Omdat de Raspberry Pi behoorlijk wat kracht heeft, kun je dit systeem via een webinterface benaderen. De benodigde software geeft nog maar eens het grote verschil tussen een volwaardige computer als de Raspberry Pi en een microcontroller als de Arduino aan. Zowel de Raspberry Pi Foundation als Domoticz raden een sd-kaartje met een minimale capaciteit van 4 GB aan. Vergelijk dat met de specificatie van een populaire microcontrollerbordje met wifi als de NodeMCU, een dergelijk bordje bevat slechts 4 megabyte opslag.

©PXimport

NodeMCU

Ondanks de lage prijs kan een microcontroller als de NodeMCU een waardevolle rol spelen in een smarthomesysteem. Een microcontroller is bijvoorbeeld uitermate geschikt om sensoren aan te sturen. De microcontroller houdt bijvoorbeeld de status van een bewegingssensor bij en geeft bij beweging een seintje aan de Raspberry Pi die vervolgens zijn kracht gebruikt om deze eenvoudige statusverandering te verwerken. Je kunt het benodigde programma zelf programmeren met Arduino-code, maar er zijn voor de NodeMCU eenvoudigere oplossingen om hem te koppelen aan een domoticasysteem zoals de ESP Easy-firmware die een simpele webinterface biedt om eenvoudig de koppeling met een domiticasysteem als Domoticz te maken. Je leest meer over ESPEasy in dit artikel.

©PXimport

Wat kies je?

We hebben je in dit artikel uitgelegd wat de verschillen zijn tussen de Raspberry Pi en Arduino en je hopelijk duidelijk gemaakt dat het om twee totaal verschillende producten gaat met ieder hun sterke punten. Maar welk platform heb je uiteindelijk nodig? Elektronicatijdschrift Make bedacht een simpele vuistregel die je helpt te kiezen tussen een Arduino of Raspberry Pi: kun je het project omschrijven met minder dan twee keer het woord ‘en’, dan kies je een Arduino. Heb je meer dan twee keer het woord ‘en’ nodig, dan ga je voor de Raspberry Pi. Wil je bijvoorbeeld de potgrond van je plant in de gaten houden en een berichtje krijgen als er water gegeven wordt, dan kies je voor een Arduino (met wifi). Wil je in hetzelfde scenario ook nog dat er automatisch water gegeven wordt afhankelijk van de regenvoorspelling, dan is een Raspberry Pi een geschiktere basis.

Uiteindelijk is ons advies om te beginnen met Arduino als je aan de slag wilt met elektronica en projecten wilt maken op basis van sensoren. Terwijl de Raspberry Pi geschikter is voor ‘softwarematige’ projecten als een spelcomputer, mediaspeler, muziekstreamer of nas. Je kunt natuurlijk ook eens googelen als je een idee hebt. Omdat zowel de Raspberry Pi als Arduino erg populair zijn, is de kans groot at iemand al een soortgelijk project heeft gebouwd.

▼ Volgende artikel
Inbouwvriezer of vrijstaand model: waar moet je voor kiezen?
© ID.nl
Huis

Inbouwvriezer of vrijstaand model: waar moet je voor kiezen?

Bij je zoektocht naar een vriezer zijn er verschillende zaken om op te letten. Denk bijvoorbeeld aan de ruimte waar je de vriezer wilt plaatsen – in de keuken of juist ergens anders, zoals de schuur of garage. Welk model past het beste? En wat zijn de technische verschillen tussen een inbouw- en een vrijstaand model?

Sta je op het punt een nieuwe vriezer te kopen? Dan kom je waarschijnlijk al snel voor een keuze te staan: ga je voor een inbouwvriezer of kies je toch liever voor een vrijstaand model? Op het eerste gezicht lijken ze misschien op elkaar, want ze doen in de basis hetzelfde: eten en drinken invriezen en koel bewaren. Toch zijn er flink wat verschillen tussen deze twee soorten, en het is handig om daar even goed naar te kijken voordat je beslist.

Locatie: keuken of ergens anders

Eén van de eerste dingen om over na te denken is waar je de vriezer wil plaatsen. Een inbouwvriezer is bedoeld om netjes weggewerkt te worden in een keukenkast. Je ziet ‘m dus bijna niet, omdat de deur van de vriezer schuilgaat achter een kastdeur. Dat ziet er strak uit, vooral als je keuken een rustige en moderne uitstraling heeft. Wel heb je dan dus een keuken nodig die daar op is voorbereid, met de juiste maten en ruimte om de vriezer in te bouwen.

Een vrijstaande vriezer kun je neerzetten waar je maar wilt, zolang er een stopcontact in de buurt is en het niet te warm of te koud wordt in de ruimte. Denk aan de bijkeuken, schuur of garage. Dit maakt een vrijstaande vriezer wat flexibeler in gebruik.

©ID.nl

De keuken is voor de meesten de meest logische plek voor een vriezer, maar hij kan ook ergens anders staan.

Is er op de plek waar de vrijstaande vriezer komt te staan genoeg ruimte? Dan kun je ook een ander model overwegen, zoals een liggende vriezer. Dat zijn vrieskisten die je van boven opent. Het voordeel van dergelijke vriezers is dat er vaak meer inpast, omdat de opslagruimte groter is en je meerdere lagen kunt vullen.

Installatie

Als je kiest voor een vrijstaande vriezer, is het installeren meestal een fluitje van een cent. Je zet ‘m neer, zorgt dat hij waterpas staat en steekt de stekker in het stopcontact. Bij een inbouwvriezer komt er wat meer bij kijken. Je moet namelijk zorgen dat alles goed past en dat het keukenfront netjes aan de vriezerdeur wordt bevestigd. Soms zijn er ook speciale scharnieren nodig. Wanneer je een keuken laat ontwerpen, kan er alvast rekening worden gehouden met een inbouwvriezer en kunnen de juiste deurelementen daar alvast op worden aangepast.

Hoe zit het met het stroomverbruik?

Vriezers staan dag en nacht aan, dus het stroomverbruik telt flink mee in je energierekening. Zowel inbouw- als vrijstaande modellen zijn tegenwoordig verkrijgbaar met een zuinige energieklasse, maar vrijstaande vriezers zijn over het algemeen net iets efficiënter. Dat komt doordat ze beter hun warmte kunnen afvoeren, omdat ze immers niet 'opgesloten' zitten. Als je de vriezer vaak gebruikt en er veel in bewaart, kan het op de lange termijn dus schelen in je energiekosten. Bij een inbouwvriezer moet je sowieso goed opletten dat er voldoende koele lucht in de inbouwnis komt en dat de warmte goed kan worden afgevoerd. De achterzijde van een nis waar een inbouwvriezer in wordt gezet is standaard altijd open, maar zorg ook voor voldoende ruimte tussen de muur en de inbouwvriezer, zodat de afgegeven warmte niet blijft hangen en goed kan worden afgevoerd.

Hoeveel ruimte heb je nodig?

Ook de grootte van de vriezer is iets om rekening mee te houden. Heb je een groot gezin of koop je graag boodschappen in het groot? Dan is een vrijstaande vriezer vaak praktischer, omdat die er in grotere maten zijn en dus meer ruimte bieden. Inbouwvriezers zijn vaak wat kleiner, omdat ze in een standaard keukenkast moeten passen. Voor wie weinig invriest of een kleinere keuken heeft, is dat meestal geen probleem.

©ID.nl

Geluidsproductie

Een vriezer maakt geluid, dat hoort erbij. Dat geluid is niet constant, maar meestal vooral hoorbaar als de compressor aanslaat. Toch kan het verschil maken waar hij staat en welk type je hebt of het geluid dat een vriezer produceert, storend is. Een inbouwvriezer hoor je doorgaans iets minder, omdat het geluid wordt gedempt door de keukenkast eromheen. Een vrijstaande vriezer kan net iets meer opvallen qua geluid, vooral als hij in de keuken staat en niet ergens apart. Benieuwd hoeveel geluid de vriezer naar keuze eigenlijk maakt? Van tevoren kun je op de site van het Europees productregister voor energie-etikettering zien wat de geluidsproductie van de gekozen vriezer in Decibel is.

Op het energielabel dat verplicht is voor alle vriezers en koelkasten, zie je direct wat de geluidsproductie is van het gekozen apparaat.

Schoonmaak en onderhoud

Kijken we naar de schoonmaak en het onderhoud van de vriezer, dan is er eigenlijk weinig verschil in hoe een inbouwvriezer of een gewone vriezer wordt schoongemaakt. Intern zijn beide kasten op dezelfde manier opgebouwd, maar aan de buitenzijde is dat toch anders. Een vrijstaande vriezer kun je bijvoorbeeld aan de achterzijde veel beter schoonmaken omdat je de vriezer makkelijker kunt verplaatsen. Bij een inbouwvriezer kan er na verloop van tijd wel veel meer stofophoping plaatsvinden en is het lastiger om de achterkant schoon te maken: daarvoor zul je toch echt de vriezer uit de nis moeten halen.

Extra functies

Tegenwoordig hebben veel vriezers allerlei handige functies. No Frost is daarbij een bekende, want hiermee hoef je een vriezer nooit meer te ontdooien. Ook handig is een een snelvriesfunctie voor als je net boodschappen hebt gedaan en je spullen snel moet invriezen. Die functies vind je zowel bij inbouw- als vrijstaande modellen. Het aanbod is bij vrijstaande vriezers vaak iets breder, simpelweg omdat er meer soorten van zijn.

©ID.nl

Kostenplaatje

Als je kijkt naar de prijs, zijn vrijstaande vriezers meestal wat goedkoper dan inbouwmodellen met vergelijkbare eigenschappen. Bij een inbouwvriezer betaal je namelijk ook voor het inbouwsysteem en het strakkere ontwerp. Bovendien moet je bij vervanging vaak een model kiezen dat precies in je keukenkast past. Dat maakt de keuze beperkter en soms ook duurder. Verder hangt het ook af van het deursysteem dat je kiest voor een inbouwvriezer. Bij een deur-op-deursysteem waar de deur van de keukenkast direct op de deur van de vriezer wordt gemonteerd, zijn ook andere scharnieren nodig die het extra gewicht van de keukendeur kunnen dragen. Bij een glijsysteem is dat niet het geval, omdat in dat geval de deur van de keukenkast een eigen scharniersysteem heeft.

Past het in je interieur?

Als je keuken er strak en opgeruimd uitziet, dan wil je misschien niet dat er een groot wit apparaat in het zicht staat. In dat geval is een inbouwvriezer een mooie oplossing. Die zit netjes achter een kastdeurtje en valt niet op. Een vrijstaande vriezer zie je wel altijd staan, maar dat hoeft geen probleem te zijn – zeker niet als hij in een bijkeuken of garage komt. Plus: tegenwoordig zijn de designs ook een stuk mooier dan pak 'm beet tien jaar geleden.

Staat je vriezer op een koude plek?

Niet elke vriezer werkt goed bij lage temperaturen. Als je van plan bent om je vriezer in een onverwarmde ruimte te zetten, zoals een schuur of garage, is het belangrijk om eerst na te gaan of het apparaat daar wel tegen kan. Vaak wordt gedacht dat een vriezer het juist beter doet als het buiten koud is, maar dat klopt niet altijd. Een vriezer moet voldoende warmte kunnen afvoeren, en bij te lage omgevingstemperaturen kan de thermostaat in de war raken, waardoor het apparaat minder goed of zelfs helemaal niet meer werkt. De meeste vriezers kunnen tot zo'n 10 graden Celsius als minimum temperatuur aan.

Sommige vriezers kunnen ook prima in een schuur of garage staan, maar alleen als de temperatuurspecificaties dit toelaten.

Om te bepalen of een vriezer geschikt is voor een koude ruimte, kijk je naar de klimaatklasse. Die vind je op het energielabel of in de productspecificaties. Klimaatklassen geven aan binnen welk temperatuurbereik een vriezer goed kan functioneren. De meest voorkomende klassen zijn SN, N, ST en T. Een vriezer met klimaatklasse SN (Subnormal) werkt bijvoorbeeld nog bij temperaturen vanaf 10 graden, terwijl sommige modellen die speciaal ontworpen zijn voor gebruik in onverwarmde ruimtes al functioneren vanaf 5 graden of zelfs lager. Fabrikanten geven dit meestal duidelijk aan.

Op het Europees productregister voor energie-etikettering kun je van alle producten zien wat de klimaatklasse en de minimale en maximale temperatuur is waardoor het apparaat geschikt is.

Vrijstaande vriezers zijn soms speciaal ontworpen voor dit soort omstandigheden, met aanpassingen aan de techniek en isolatie. Er zijn bijvoorbeeld modellen met zogeheten Freezer Guard- of Frost Protect-technologie, die juist wel goed blijven werken in koude omgevingen. Die zijn ideaal als je de vriezer bijvoorbeeld op zolder of in een onverwarmde bijkeuken wilt zetten.

Inbouwvriezers daarentegen zijn vrijwel altijd bedoeld voor gebruik binnenshuis, op plekken waar de temperatuur redelijk constant is, zoals in de keuken. Ze zijn meestal niet getest of ontworpen voor gebruik bij lage omgevingstemperaturen. Zet je zo’n vriezer toch in een koude ruimte, dan is de kans groot dat hij niet goed werkt of dat de levensduur wordt verkort.

©ID.nl

Een vriezer op zolder zetten kan een oplossing zijn bij ruimtegebrek in de keuken, maar vergeet ook niet dat hij ook helemaal naar boven moet worden gezet.

Tot slot is het goed om te bedenken dat ook vocht en vorst in onverwarmde ruimtes een rol kunnen spelen. Als de omgeving te vochtig is of als er bevriezingsgevaar ontstaat, kan dat schade veroorzaken aan de elektronica of het rubber van de deurafdichting. Het is dus altijd slim om niet alleen naar de temperatuur, maar ook naar de algemene omstandigheden van de ruimte te kijken voordat je besluit waar je de vriezer neerzet.

Verhuizing of herinrichting?

Als je nog niet zo lang op één plek woont of van plan bent te verhuizen, is het handig om te bedenken hoe flexibel je wilt zijn. Een vrijstaande vriezer kun je gemakkelijk meenemen of op een andere plek zetten. Een inbouwmodel zit vast in je keuken en is lastiger te verplaatsen of te vervangen. Dat maakt een vrijstaand model soms praktischer, en is een betere keuze als je je (keuken)inrichting regelmatig verandert.

Tot slot

Of je nu kiest voor een inbouw- of een vrijstaande vriezer, het belangrijkste is dat hij goed past bij jouw huishouden en wensen. Denk goed na over waar je hem wilt neerzetten, hoeveel ruimte je nodig hebt en hoe belangrijk je dingen als energieverbruik of uitstraling vindt. Door even de tijd te nemen en je goed te laten informeren, voorkom je dat je achteraf spijt krijgt van je aankoop. Zo weet je zeker dat je een vriezer kiest waar je jarenlang plezier van hebt.

▼ Volgende artikel
Vakantie en fileleed? Zo gebruik je Google Maps voor live informatie
© PixieMe - stock.adobe.com
Huis

Vakantie en fileleed? Zo gebruik je Google Maps voor live informatie

De vakanties zijn begonnen en als je op weg gaat naar het zuiden, sta je al gauw vast, bijvoorbeeld op de Autoroute du Soleil.De gratis app Google Map sbeschikt over een set tools om je trip vlot te laten verlopen. Zo kun je bijvoorbeeld heel eenvoudig de verkeersdrukte volgen.

In dit korte artikel laten we zien hoe je de verkeerslaag in Google Maps gebruikt:

  • Stel je route in en schakel de verkeerslaag in via het lagenmenu
  • Bekijk de actuele verkeersdrukte aan de hand van kleuren op de kaart
  • Ontvang meldingen over verkeersdrukte bij opgeslagen locaties

Ook interessant om te lezen: Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

De laag Verkeer

Open Google Maps op je smartphone en geef het vertrekpunt en de bestemming in. Daarna tik je onderaan op Route. Boven de kaart kies je de manier hoe je je verplaatst: auto, tram, metro, te voet of per fiets. Onderaan de kaart lees je alvast de afstand en de reistijd. Tik daarna op het pictogram Lagen in de rechterbovenhoek van het scherm. In de groep Kaartgegevens selecteer je Verkeer. Hierdoor wordt de verkeerslaag over de Google Maps-kaart gelegd. Verlaat het gedeelte Lagen door op het kruisje in de rechterbovenhoek te tikken.

Op de kaart worden de wegen ingekleurd op basis van de actuele verkeersdichtheid. Groen betekent dat je op een normaal tempo kunt rijden. Oranje staat voor langzaam rijdend verkeer en rood betekent dat het verkeer stilstaat. Niet tevreden met de route die Google Maps heeft geselecteerd? Bekijk dan alle alternatieve routes die als grijze lijnen op het scherm worden weergegeven. Tik op een van de opties om een ​​alternatieve route te selecteren.

De verkeersdrukte wordt met kleuren weergegeven.

Google Maps in de auto gebruiken?

Dan is een telefoonhouder een must

Live verkeer

Op de computer open je de webbrowser en surf je naar Google Maps. Weer zoek je de bestemming, zodat Maps de route tevoorschijn kan halen. Daarna beweeg je de muisaanwijzer over het pictogram Lagen linksonder. Klik op de laag met het label Verkeer. Opnieuw zal Google de wegen inkleuren volgens verkeersdrukte. Je kunt de weergave Live verkeer in- en uitschakelen door op de schakelaar in het onderste deel van het scherm te klikken.

Op de computer kun je de weergave Live verkeer in- en uitschakelen.

Meldingen ontvangen

Het is mogelijk om van Google Maps meldingen te ontvangen wanneer er drukte ontstaat in de buurt van een locatie die je in Maps hebt opgeslagen. Hiervoor tik je rechtsboven op het pictogram van je Google-account. Daarna kies je Instellingen en dan Meldingen. Op de iPhone controleer je of het schuifje bij Plaatsen en evenementen aanstaat. Op een Android-apparaat tik je bij Navigeren / Verkeer bij nabije evenementen op Aan of Alleen in de app.

Wil je verkeersupdates ontvangen over plaatsen die je hebt opgeslagen?

Watch on YouTube