ID.nl logo
Maak een wifi-paraplu met Arduino en Paper Signals
© PXimport
Zekerheid & gemak

Maak een wifi-paraplu met Arduino en Paper Signals

Vorige maand hebben we je kennis laten maken met de NodeMCU: een ontwikkelbordje met wifi dat compatibel is met de Arduino-ontwikkelomgeving. Door de aanwezigheid van wifi kan de NodeMCU informatie ophalen van internet. Google vertaalt die informatie met Paper Signals in papieren widgets. Tijd om te knutselen en een wifi-paraplu te maken!

De NodeMCU hebben we een tijdje geleden in twee projecten gebruikt om weersinformatie van internet op te halen. Deze keer gaan we door op dit thema, maar op een heel bijzondere manier. We gaan van papier een paraplu maken die openklapt als het gaat regenen. Hiervoor gebruiken we Googles Paper Signals. Dit zijn papieren widgets die aan de hand van beweging informatie vanaf internet tonen. Google heeft zes van deze Paper Signals bedacht waaronder de paraplu waar we in dit artikel mee aan de slag gaan. Google ziet de Paper Signals als verlengstuk van de Google Assistant en je bedient de Paper Signals dan ook met je smartphone. De code op de NodeMCU zelf maakt gebruik van de Arduino-ontwikkelomgeving. Behalve met Googles code waarvoor je een smartphone met Google Assistant nodig hebt, kun je ook andere Arduino-code gebruiken. Wij hebben een eigen programma gemaakt dat laat zien of het gaat regenen waarvoor je geen smartphone nodig hebt.

©PXimport

01 Andere microcontroller

Het door Google gebruikte ontwikkelbordje is overigens niet de NodeMCU, maar de Adafruit Feather Huzzah. Net als de NodeMCU is dit bordje gebaseerd op de ESP8266. Het grootste praktische verschil is de prijs, want waar een NodeMCU zo’n 3,50 euro kost, is de Huzzah met een prijs van zo’n 19 euro een stuk duurder. Het goede nieuws voor ons is dat een NodeMCU zoveel op de Feather Huzzah lijkt dat de code voor de Paper Signals ook op de NodeMCU kan draaien. Ook het fysieke formaat komt vrijwel overeen waardoor je een NodeMCU met een beetje proppen in Googles papieren sjablonen kunt krijgen. Naast de NodeMCU heb je nog een belangrijk onderdeel nodig, namelijk een micro-servomotor. Een servomotor kan maximaal 180 graden draaien waarbij de hoek nauwkeurig bepaald kan worden. Perfect dus om iets als een wijzer aan te sturen.

02 Benodigdheden

Uiteraard heb je een NodeMCU-ontwikkelbordje nodig. Zorg ervoor dat dit de smalle variant is die ook wordt aangeduid met 1.0 of V2. Je herkent ‘m aan de witte onderkant waar Amica op staat. Koop niet het NodeMCU-bordje dat verkocht wordt als V3. Dit bordje herken je aan een zwarte onderkant waar LoLin op staat. Het woord LoLin staat bij deze verkeerde versie tevens op de bovenkant. Naast de NodeMCU hebt je nog een aantal dingen nodig om een Paper Signal te maken. Qua hardware heb je een micro-servomotor nodig. Google kiest zelf voor de SG92R, maar een servomotortje van gelijke afmeting als de SG90 of de ES08MII uit het pakket ‘Arduino en nu verder (online)’ (zie kader) zal ook werken. Omdat je zowel de NodeMCU als het servomotortje inbouwt in een papieren behuizing is er geen plaats voor een breadboard. Daarom heb je speciale jumperdraden nodig met aan de ene kant een ingang (female) en aan de andere kant een pinnetje (male), oftewel een male/female-jumperdraad. Hierdoor kun je de stekker van het servomotortje direct aansluiten op de pinnetjes van de NodeMCU.

Je hebt uiteraard papier nodig, gebruik hiervoor geen standaardkopieerpapier. Dat is te zwak en zal door beweging scheuren. In plaats daarvan kun je het beste lekker dik papier van zo’n 200 gram gebruiken. Niet alle printers kunnen overweg met zulk zwaar papier, maar vermoedelijk zal het met 150 grams papier ook lukken. Daarnaast heb je lijm nodig. Een lijmstift is handig om knoeien te voorkomen. Voor het uitknippen heb je een schaar en een hobbymesje nodig. Verder zijn een liniaal en een lege pen handig om de vouwlijnen voor te krassen.

©PXimport

Arduino en nu online verder

Het project dat u op de volgende pagina’s vindt, ligt in het verlengde van het pakket ‘Arduino en nu online verder’, van dezelfde makers als dit tijdschrift. Het pakket bestaat uit een instructieboek met daarin 14 projecten. Daarnaast vind je in het pakket de NodeMCU, een breadboard en alle componenten die je nodig hebt om alle projecten te bouwen. Ook bevat het een servomotortje dat we in deze workshop weer gebruiken. Je vindt het pakket zolang de voorraad strekt hier. Normaal gesproken kost dit pakket 64 euro, gebruik de code ARDUINOTOTAAL om 10 euro korting te krijgen!

©PXimport

03 Ontwikkelomgeving installeren

Voordat je aan de slag kunt met het bouwen van je Paper Signal, dien je eerst de Arduino IDE te installeren en de ondersteuning voor de NodeMCU toe te voegen in de Arduino IDE. Hoe dat moet, lees je hier. Googles code maakt gebruik van de ArduinoJson-bibliotheek. Die bibliotheek moeten we daarom toevoegen aan de ontwikkelomgeving, anders geeft de code foutmeldingen bij het compileren. Klik in het menu op Schets en vervolgens op Bibliotheek gebruiken. Klik op Bibliotheken beheren en tik json in het zoekveld. Selecteer ArduinoJson en klik op Installeren en vervolgens op Sluiten. Je kunt de code downloaden van Github . Pak deze code uit en open de code in de Arduino-ontwikkelomgeving.

©PXimport

Google Assistant gebruiken

Op het moment van schrijven is Google Assistant nog niet uit in Nederland waardoor je op zowel Android als iOS een omweg moet gebruiken om Google Assistant te gebruiken. Om Google Assistant op een iPhone te gebruiken heb je een Amerikaans iTunes-account nodig waarmee je kunt inlogen op de Amerikaanse Apple Store. Daar kun je de app Google Assistant downloaden. In Android 6 en hoger is Google Assistant beschikbaar wanneer je je smartphone instelt op Engels. Ga naar instellingen en kies Talen en invoer. Klik op Talen en vervolgens op Een taal toevoegen wanneer English (United States) nog niet in de lijst staat en kies deze taal. Houd vervolgens English (United States) ingedrukt en sleep de taal naar de eerste positie om je telefoon op Engels in te stellen. Je kunt nu in de Google-app naar Settings, waarna je in het onderdeel Google Assistant op Settings drukt. Via Devices kun je voor jouw apparaat Google Assistant inschakelen. Om Google Assistant onder Android te gebruiken, houd je de thuisknop ingedrukt.

04 Code voorbereiden

Open op je smartphone de Google Assistant en geef het spraakcommando “Talk to Paper Signals”. De Google Assistant opent nu de aparte assistent voor Paper Signals. De assistent vraagt wat voor signal je wilt maken. Kies Umbrella signal en vervolgens I’m ready. Je krijgt nu een code terug van drie woorden, die code vormt de koppeling tussen jouw Paper Signal en de Google Assistant. Open in de Arduino-schets het tabblad Credentials.h. Vervang de tekst your-signal-id door de code die je van de Google Assistant hebt gekregen, bijvoorbeeld ‘mega-despairing-panda’. Voor de meeste Paper Signals zijn geen voorbereidingen in de code nodig, maar de paraplu die wij gaan bouwen vormt één van de uitzonderingen. Voor het verwerken van de locatie maakt paraplu verbinding met Google Maps, terwijl de weerdata wordt opgehaald via de Dark Sky API. Voor beide diensten dien je een api-sleutel op te halen. De api-sleutel voor Google Maps krijg je zo. Zorg dat je bent ingelogd op je Google-account en klik op Get A Key. Doorloop de korte wizard en je krijgt een api-sleutel. Plak deze in de Arduino-code in plaats van YOUR_GEOCODING_API_KEY. De api-sleutel voor Dark Sky krijg je zo. Klik op Sign Up en maak een account aan. Na het inloggen krijg je een Secret Key, kopieer deze en plak deze in de Arduino-code in plaats van YOUR_DARK_SKY_API_KEY. Vul tot slot de naam en wachtwoord van je draadloze netwerk in. Sla je code op en sluit je NodeMCU aan. Upload de code nu naar je NodeMCU door op Upload te klikken (pijltje naar rechts).

©PXimport

05 Hardware testen

Voordat je de NodeMCU en het servomotortje in papier inbouwt, is het handig om het geheel even te testen, zo weet je zeker dat jouw Paper Signal kan communiceren met Googles clouddiensten. Haal je NodeMCU los van de pc en sluit de male/female-jumperkabels aan op de stekker van het servomotortje. Uiteraard hoeven de male/female-jumperkabels niet dezelfde kleur te hebben als de kabels van het motortje, zolang je maar de juiste aansluitingen maakt. Op het motortje is oranje/geel de datakabel, rood de 5volt-aansluiting en bruin de GND-aansluiting. Google sluit in de instructies de datakabel van de servo aan op pin 14 van de Huzzah, dat komt overeen met pin D5 op de NodeMCU. Sluit de rode draad aan op VIN en de bruine draad op de GND naast VIN. Zijn alle draadjes aangesloten, dan sluit je NodeMCU weer aan op een pc of usb-lader en wacht je even tot het programma geladen is. Open de Google Assistant op je smartphone. Zit je niet meer in het onderdeel voor Paper Signals, geef dan het spraakcommando “Talk to Paper Signals”. Staat het gedeelte voor Paper Signals nog open, dan kun je direct het spraakcommando “Test my Umbrella Signal” geven. Beweegt het servomotortje na de test, dan ben je klaar om te gaan knutselen met papier.

©PXimport

06 Vouwen en plakken

Download het pdf-bestand met daarin de bouwtekening voor de paraplu en open het bestand in Acrobat Reader om het af te drukken. Controleer voordat je op Afdrukken klikt goed de instellingen, want het document is in het Amerikaanse Letter-formaat. Zorg er dus voor dat je het document bij het afdrukken niet verkleind om het helemaal passend op een A4 te krijgen door te kiezen voor Ware grootte. Ter controle heeft Google op de eerste pagina een lijn gezet die precies één inch breed is wanneer je het document op de juiste grootte hebt afgedrukt. Nu kun je alle onderdelen uitknippen langs de dikke lijnen. De onderdelen zoals B, C en G bevatten ook dingen middenin die je moet uitsnijden. De stippellijnen moet je vouwen, het is handig als je met behulp van een liniaal en een lege pen de stippellijnen eerst inkrast om ze eenvoudiger te vouwen. Als alternatief is een (bank)pasje dat je op de stippellijnen legt een handig hulpmiddel om scherpe vouwen te maken. Je legt het pasje op de vouwlijn waarna je de vouw maakt. Hier vind je stap voor stap de vouw- en plakinstructies. Je begint in deel 1 met de onderdelen D, E en F waarna je in stap 2 het omhulsel B voor de motor bouwt. Let er hierbij op dat je het wijzertje op de servomotor eerst helemaal tegen de klok indraait waarna je het wijzertje verwijdert. In deel 3 vouw je onderdeel G, het omhulsel voor de wijzer. We willen je nog wel één tip meegeven tijdens het vouwen en lijmen van deel 3. Zorg ervoor dat je in de laatste stap de vleugels niet vastlijmt.

©PXimport

07 Aanpassingen in het doosje

Bij stap 4 gaan we het net even anders doen dan Google, omdat wij gebruik maken van de NodeMCU in plaats van de Feather Huzzah. Knip de buitenkant van C uit. Vervolgens zitten er in onderdeel C vier vlakken die je moet uitsnijden. We gaan er echter maar drie uitsnijden omdat de NodeMCU geen batterijaansluiting heeft. De vlakken die je moet uitsnijden hebben we op de afbeelding rood gemaakt. Snijd het door ons toegevoegde gele vlak dat je ook op de afbeelding nog niet uit. Vervolgens moet je nog iets anders doen, want waar je onderdeel C net als de andere onderdelen normaal gesproken met de bedrukte kant naar binnen vouwt, vouwen wij dit onderdeel juist met de bedrukte kant naar buiten. De aansluitingen van de NodeMUC zitten namelijk op een andere plek dan die op de Huzzah. Het toeval wil echter dat de aansluitingen precies gespiegeld zijn. De bedrukking zul je uiteindelijk niet meer zien omdat onderdeel C in het Paper Signal verborgen zit en er een ander onderdeel op wordt geplakt.

©PXimport

08 Doosje dichtplakken

Vouw het doosje op de deksel na dicht en leg de NodeMCU onderste boven in het doosje. Sluit de oranje data-draad van je servomotor aan op pin D5 van de NodeMCU, de rode draad op VIN en de bruin of zwarte draad op GND. Haal de draden door de gaten in het dekseltje. Dat zal je met de voedingsdraden vermoedelijk wel lukken, maar de oranje datadraad is wellicht net te krap doordat de NodeMCU net wat breder is dan het door Google bedachte Huzzah-bordje. Is dat het geval, knip dan het gedeelte dat wij op de afbeelding geel gemaakt hebben weg. Hierdoor zitten de aansluitpin van het jumperdraad niet in de weg. Is het dichtplakken lastig, gebruik dan een stukje plakband om dit doosje dicht te plakken. Plak dat niet teveel op de bovenkant van het doosje, want daar moet je later nog een papieren deel opplakken en mogelijk hecht de papierlijm die je gebruikt niet goed op plakband. Vouw nu de rest van de onderdelen in elkaar volgens de instructies die Google je in deel 5 geeft.

©PXimport

09 In gebruik nemen

Sluit je paraplu aan op een spanningsbron en open de Google Assistant. Geef de spraakcommando’s “Talk to paper signals” en “modify umbrella signal”. Vervolgens kun je met het commando “track the rain in” bijhouden of het ergens regent. Omdat de Google Assistant Engels spreekt, is het lastig om de Nederlandse plaatsnamen uit te spreken. Je kunt de commando’s echter ook typen. Overigens herkent Google niet alle plaatsnamen, alleen de grotere steden in Nederland lijken te werken. Vervolgens is het afwachten of je paraplu opent.

10 Eigen code gebruiken

Googles papieren widgets zijn ook in combinatie met geheel eigen code te gebruiken. Uiteindelijk stuurt de code simpelweg een servomotor aan. In Googles code kun je op het tabblad APICalls.h achterhalen naar welke posities je de servo moet sturen om een Paper Signal juist aan te sturen. Op basis hiervan hebben we een eigen programma gemaakt dat de paraplu opent als het gaat regenen. Hiervoor gebruiken we gratis weerdata van Buienradar waarover je meer informatie hier kunt vinden. Buienradar heeft data voor de neerslag tot twee uur in de toekomst voor ieder coördinaat in Nederland en een groot gedeelte van het gebied rondom Nederland. In ons Arduino-programma dat je kunt downloaden hier, kun je in de code op regel 11 de coördinaten die zijn ingevuld vervangen door de door jouw gewenste coördinaten. Op regel 7 kun je instellen hoeveel keer vijf minuten er in de toekomst gekeken moet worden, standaard staat deze waarde op 3 oftewel een kwartier.

Je kunt de coördinaten van een locatie achterhalen via Google Maps. Wanneer je in Google Maps op een locatie klikt, dan verschijnt er een pop-up met de coördinaten. Rond deze coördinaten af op twee decimalen en neem deze over in de code. Let er op dat je punten gebruikt als decimaalteken en geen komma’s. Vul in het programma verder de naam en het wachtwoord van je draadloze netwerk in waarna je de code kunt uploaden. Gaat het regenen, dan gaat net als bij Googles code de paraplu open, terwijl de paraplu dicht blijft als het niet regent. Je kunt de data van buienradar ook even in je browser openen om te controleren of de paraplu open of dicht hoort te zijn. Surf hiernaartoe en vervang de coördinaten bij lat en lon in de url door de door jouw gewenste coördinaten. Zie je een waarde groter dan 0, dan gaat het op dat tijdstip regenen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
De lente komt eraan! Dit doe je in februari in de tuin
© Olga Seyfutdinova
Huis

De lente komt eraan! Dit doe je in februari in de tuin

De winter loopt op zijn eind, ook al voelt dat niet altijd zo aan de temperatuur. Maar kijk om je heen: het eerste groen verschijnt weer in de tuin. Winterklokjes en krokussen laten zich zien en aan sommige bomen en struiken zie je al de eerste knoppen verschijnen. Tijd dus om de handen uit de mouwen te steken – de tuin roept!

Dit doe je in februari is het tijd om: 🪻 Eenjarige zomerbloemen voorzaaien 🪻 Kale plekken in het gazon inzaaien 🪻 Groene aanslag van de bestratingverwijderen 🪻 Bepaalde (fruit)bomen snoeien

Weten wat je de rest van het jaar in de tuin kunt doen? Kijk dan op onze jaarkalender!

Voorzaaien, planten en verpotten

Zaai eenjarige zomerbloemen alvast binnen voor, zodat je later in het seizoen sterke planten hebt. Buiten kun je bomen en struiken verplaatsen, zolang het niet vriest. Kuipplanten die in de garage of schuur overwinteren, hebben nu wat meer water nodig. Ook potplanten buiten kunnen wel een scheut gebruiken als ze lange tijd droog staan.

Omdat de nachten nog koud kunnen zijn, is het verstandig om bloeiende bollen in potten en bakken te beschermen met vliesdoek. Een camelia kun je 's nachts afdekken met noppenfolie, maar haal die er overdag weer af zodra de temperatuur boven nul komt.

Wil je wat extra kleur in de tuin? Zet viooltjes en primula's neer. Ze kunnen goed tegen de kou en zorgen meteen voor een lente-achtig gevoel.

©MaÅgosia Karniewska

Aandacht voor je gazon

Strooi in de eerste twee weken van februari kalk over het gazon en de borders. Wil je een nieuw gazon aanleggen? Dan is het tijd om aan de slag te gaan. Spit en egaliseer de grond, zodat die klaar is voor het inzaaien of leggen van gras. Als je gazon vol molshopen ligt, kun je de aarde met een bezem over het gras verspreiden. Is het droog en vorstvrij? Dan kun je de graskanten bijwerken en kale plekken opnieuw inzaaien. Vermijd lopen over het gazon tijdens de vorst, want dat kan het gras beschadigen.

Onkruid wieden en groene aanslag wegvegen

Laat de schoffel voorlopig nog even staan, want daarmee kun je vaste planten beschadigen die nog onder de grond zitten. Pluk het onkruid liever met de hand, zodat je de jonge planten niet verstoort. Een groen laagje op het terras veeg je weg met zand en een bezem. Wil je het grondiger aanpakken? Er zijn verschillende manieren om groene aanslag te verwijderen. Zeg maar dag tegen die gladde laag met deze tips 🢱

Zo verwijder je groene aanslag van je terras en tegels

©Vely

Snoeien (maar niet alles en met mate)

In februari kun je bepaalde bomen en struiken snoeien, zolang het niet vriest en er geen vorstperiode wordt voorspeld. Is dat wel het geval, wacht dan op een warmere periode. Begin bij de dakplataan en snoei de takken die recht omhoog groeien. Heb je de leilinde nog niet gesnoeid? Knip de takken dan nu terug tot een paar centimeter vanaf de hoofdtakken. Ook heesters kunnen een snoeibeurt gebruiken. Ontstaan er grote wonden bij bomen? Dek ze af met wondbalsem om infecties te voorkomen.

Haal bij klimplanten, zoals klimop, wilde wingerd en trompetklimmer, het oude blad weg. Verwijder ook de ranken op plekken waar ze niet moeten groeien, zoals onder de dakrand en rondom kozijnen.

Februari is daarnaast een goede maand om fruitbomen te snoeien. Wacht wel met het snoeien van fruitbomen met steenvruchten, zoals de kersenboom of perzikboom. De druif en kiwi moeten nu wél gesnoeid worden, want zodra de sapstromen op gang komen, ben je te laat.

▼ Volgende artikel
Digitale veiligheid in 2025: hoe en waar ben je kwetsbaar?
© ryanking999 - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

Digitale veiligheid in 2025: hoe en waar ben je kwetsbaar?

Dat het internet niet veilig is en je bijvoorbeeld accountgegevens en je computer moet beveiligen, weet iedereen wel. Maar waartegen je ze moet beveiligen, dat is steeds minder duidelijk. Weten wat precies de dreiging is en welk risico je loopt, is een belangrijke stap in het kiezen van de juiste beveiligingsmaatregel. Wij gingen in gesprek met experts op dit vlak. Tegen welke dreiging moeten we ons eigenlijk beveiligen?

In dit artikel vertellen we je over de online dreigingen anno 2025: • Ransomware • Phishing • Deepfakes • IoT-aanvallen Lees hierna zeker ook: Veilig downloaden: hier moet je op letten

In een donkere kamer vol beeldschermen, zit een jongeman achter een computer. De capuchon van zijn hoodie is zo ver over zijn hoofd getrokken dat zijn gezicht onzichtbaar is . Een hacker! Hoewel maar weinigen van ons er een in het wild zijn tegengekomen, weten we allemaal hoe een hacker eruitziet. Althans, dat denken we. Maar hoe realistisch is dit beeld? En zijn we veilig genoeg als we deze hacker buiten onze computer houden? Niet volgens de experts.

Dreiging en risico

Door het gebruik van computers, smartphones en online diensten stellen we ons dagelijks bloot aan diverse digitale dreigingen. Welke dat precies zijn, verandert door de tijd – evenals het gevaar dat we erdoor lopen en het risico dat we ermee nemen. Overheden, maar ook bedrijven en organisaties werken veelal met dreigingsbeelden. Dat zijn analyses waarin ze de dreigingen zo concreet mogelijk maken en het risico ervan inschatten. Behalve dat het een goede manier is om de dreigingen helder te krijgen, is het vooral nuttig bij de keuze voor te nemen maatregelen.

Volgens het Cybersecurity Woordenboek is een dreiging: ‘iets, een gebeurtenis, wat gevaar of schade kan opleveren’. Bij elke dreiging hoort een risico. Dit is de ‘kans dat het ook echt gebeurt gecombineerd met de gevolgen van die de schade’. Bedoeld wordt dat wanneer bijvoorbeeld de financiële schade van een dreiging een bedrijf failliet kan laten gaan, het risico van de dreiging groter is dan alleen de kosten van de oplossing.

Lekken van persoonlijke gegevens

De schade hoeft ook lang niet altijd financieel te zijn. Het lekken van gevoelige persoonlijke gegevens heeft al snel veel meer impact en betekenis voor die persoon en vaak ook zijn omgeving, dan alleen het bedrag dat ermee gemoeid is. En dat geldt ook wanneer ransomware digitale foto’s vernietigt of je enkele weken werk kwijtraakt en daardoor een belangrijke opdracht te laat inlevert bij een opdrachtgever.

Experts stellen dat het risico het slachtoffer te worden van cybercrime, voor mensen niet lager is geworden. Cybercriminelen gaan steeds slimmer te werk, omdat er veel geld met hun activiteiten te verdienen valt. Voorkomen blijft het doel. Weten welke dreigingen er zijn, is daar een belangrijke stap bij.

Cybersecurity Woordenboek

Cybersecurity is net als de hele tech-sector, gek op afkortingen en moeilijke woorden. Op www.cyberveilignederland.nl/woordenboek vind je het Cybersecurity Woordenboek dat zo’n 650 cybersecurity-termen in begrijpelijke taal uitlegt. Het woordenboek is een samenwerking van ruim 70 organisaties en Nederlandse cybersecurity-professionals in samenwerking met de Cybersecurity Alliantie. De actuele online versie is de derde druk en behalve online te raadplegen ook als pdf te downloaden.

Het Cybersecurity Woordenboek verduidelijkt cybersecuritytermen en -begrippen.

Ransomware blijft schadelijk

Ransomware of gijzelsoftware is al enkele jaren de meest voorkomende en meest lucratieve vorm van cybercrime. Het is malware die de bestanden op een apparaat versleutelt en losgeld eist in ruil voor de decoderingssleutels. Betaal je niet, dan zijn de gegevens voor altijd verloren.

Bogdan Botezatu, directeur Threat Research bij Bitdefender, ziet de verzoeken om hulp dagelijks op zijn bureau landen. “En dat zijn maar al te vaak ook gewoon burgers”, zegt hij om het beeld te ontkrachten dat ransomware vooral bedrijven raakt. “De criminelen richten zich zelden op een specifiek doel, ze schieten vooral met hagel.”

Vele kleintjes leveren volgens hem genoeg geld op en ze lopen minder risico op ongewenste aandacht van pers en politie dan wanneer ze een hele grote vis vangen. Wel wordt bij het aanvallen van bedrijven steeds vaker ingezet ook op extractie, het naar buiten kopiëren van informatie en dan dreigen die te publiceren. Voor consumenten is dit volgens Botezatu in elk geval nu nog een minder voor de hand liggend scenario. “Contact maken met individuele slachtoffers is lastig en het zijn er ook veel te veel. Dan is het eenvoudiger om losgeld te vragen in ruil voor de sleutels.”

Bogdan Botezatu ontvangt dagelijks verzoeken om hulp bij ransomware.

Bronnen van besmetting

Belangrijke bronnen van een ransomwarebesmetting zijn volgens Botezatu phishingberichten, gebruik van onveilige netwerkprotocollen en kwetsbaarheden in software. Expliciet noemt hij nog besmette downloads van cracks om software zonder geldige licentie te gebruiken, en gekraakte films en e-books. “Vaak krijgt men wel een prompt van een beschermingsprogramma maar schakelt die tijdelijk uit. ‘Snel de crack draaien en daarna de beveiliging weer aan’ denk men, maar helaas werkt het niet zo. Dan ben je al besmet.”

Nederland bedreigd

Ook landen denken na over dreigingen en risico’s. Voor Nederland doen de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) dit. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), dat onderdeel is van het NCTV, richt zich specifiek op digitale dreigingen. Zij publiceert bijvoorbeeld het Cybersecuritybeeld Nederland. CSBN 2023 is de meest recente versie. De overheid voorziet burgers niet specifiek van digitale dreigingsinformatie, wel kun je op sites als Alert Online en Veiliginternetten.nl algemene tips voor digitale veiligheid lezen.

De overheid publiceert regelmatig rapporten over de digitale bedreigingen voor Nederland.

Broddelwerk met desastreuze uitkomst

De ransomware zelf wordt ook steeds verder ontwikkeld. “Niet allemaal zijn ze even kundig”, oordeelt Botezatu over de programmeurs. Soms maken ze volgens hem hele basic fouten, waardoor het onmogelijk is de bestanden te ontsleutelen – zelfs als je betaalt en de sleutels zou krijgen. Volgens het Jaarbeeld Ransomware van Projectgroep Melissa, een samenwerkingsverband van de Nederlandse overheid en diverse private partijen uit de cybersecuritysector, kwamen er in 2023 in Nederland 29 typen ransomware voor. Volgens Botezatu maakt momenteel vooral de ransomware-variant STOP Djvu veel slachtoffers. Deze ransomware richt zich vooral op Windows-computers en wordt vooral via software-cracks verspreid en via berichten op het Discord-chatplatform.

De top 10 van Peter Stelzhammer

Wij vroegen Peter Stelzhammer, oprichter en malware-onderzoeker bij antivirus-lab AV-Comparatives, naar zijn top 10 van verwachte bedreigingen voor 2025.

  • Phishing: mensen verleiden gevoelige informatie te verstrekken.
  • Deepfakes en desinformatie: mensen manipuleren en oplichten met AI-nep-video’s en audio.
  • Ransomware: bestanden versleutelen en alleen tegen betaling ontsleutelen.
  • Malvertising: malware verspreiden via besmette advertenties.
  • Identiteitsdiefstal: gestolen persoonsgegevens misbruiken voor fraude.
  • Fakeshops: frauduleuze webshops die persoonlijke en betalingsgegevens verzamelen of namaakgoederen verkopen.
  • IoT-aanvallen: IoT-apparatuur hacken voor toegang tot diensten, of gecoördineerde criminele aanvallen.
  • Man-in-the-Middle (MitM)-aanvallen: (bank)communicatie onderscheppen en misbruiken.
  • Cryptojacking: ongeautoriseerd gebruik van computers maken om crypto te minen.
  • Zero-day-exploits: kwetsbaarheden in software misbruiken voordat er een patch is.

Overige malware

Door alle aandacht voor ransomware lijkt het bijna of er geen ‘gewone’ malware meer is. Die is er nog genoeg. Het Duitse antivirus-certificeringslab AV-Test ziet ze allemaal voorbijkomen. Erik Heyland, manager van het Test en Research Lab bij AV-Test somt de enorme aantallen varianten trojans, backdoors, webscripts, miners, worms, PUA’s, droppers en nog veel meer op. De aantallen nieuwe varianten lopen in de miljoenen per jaar. AV-Test heeft op https://portal.av-atlas.org een online dashboard staan met informatie over actuele dreigingen, zoals virussen, spamberichten en aanvallen op IoT-apparaten.

AV-Test heeft een online dashboard met dreigingsinformatie.

Gehackt

In 2021 was het Brabantse bedrijf Hoppenbrouwers slachtoffer van een ransomwareaanval door de beruchte REvil-cybercrimegroep. Het bedrijf wil graag dat anderen ervan leren en heeft een e-book gepubliceerd van de gebeurtenissen voor, tijdens en na de hack. Het e-book is gratis te downloaden.

Het ransomware-verhaal van het Brabantse Hoppenbrouwers maakt de impact van een ransomware-incident invoelbaar.

Jij bent geld waard

Phishing, smishing, infostealers; het zijn allemaal manieren waarop criminelen proberen persoonlijke gegevens zoals wachtwoorden en creditcardnummers in handen te krijgen. Ze doen dit via e-mails en sms-berichten die verwijzen naar nep-websites of door met een infostealer-programma informatie op de pc of Mac te verzamelen door login-/sessie-cookies en credentials die je in browsers bewaart, te stelen.

De verschillende vormen om informatie te verzamelen, worden volgens de experts steeds geavanceerder en daarmee gevaarlijker. Niet alleen investeren de criminelen meer tijd en middelen in hun aanvallen, kunstmatige intelligentie biedt hun ongekende nieuwe mogelijkheden. Daarbij is de opbrengst van een aanval door de manier waarop wij met wachtwoorden omgaan vaak veel groter dan het op eerste hand lijkt. Botezatu noemt dit een van zijn grootste frustraties. “Hackers hebben talloze manieren om deze informatie te oogsten. Voor de meeste accounts is het ook geen kwestie van hoe, maar alleen wanneer de gegevens worden gestolen. Hergebruik je inloggegevens, dan verlies je meer dan alleen dat account.”

Oplichting even gevaarlijk

Volgens Marc Vos, senior-manager bij McAfee, is internetoplichting inmiddels net zo gevaarlijk als malware en ransomware. Daarbij zijn volgens hem juist deze vormen van online criminaliteit steeds lucratiever voor de criminelen. “De meeste mensen begrijpen wel dat een pc beveiligd moet worden, maar dat ze zelf eigenlijk een veel ‘interessanter’ doelwit zijn wordt vaak vergeten.” Of zoals Botezatu aanvult: “Mensen denken dat hun informatie niet waardevol is. Maar eigenlijk is elk onderdeel van een online identiteit te misbruiken en te verkopen. Overal hangt een prijskaartje aan.”

De top 10 van Marc Vos

Ook Marc Vos, senior PR-manager bij McAfee, leverde zijn belangrijkste bedreigingen voor 2025:

  • Dating-fraude (pig butchering): iemand verleiden en het vertrouwen misbruiken voor crypto-scams.
  • Beleggingsfraude: advertenties met bekende personen voor malafide investeringen.
  • WhatsApp-fraude (“Hoi mam”) nep-gezinslid in nood vraagt via WhatsApp om geld.
  • Recovery-fraude: slachtoffer van fraude wordt door nep bank-/helpdeskmedewerker nogmaals oplicht.
  • E-mail-/sms-phishing: nep-mail lokt je naar site die gegevens steelt.
  • Nepberichten van pakketbezorgers: mail of app over invoerkosten om gegevens te stelen.
  • Nepwebshop of ticketsites: site verkoopt goederen of tickets maar levert niet en steelt betalingsgegevens.
  • Deepfakes: met AI gemaakte video’s/foto’s ingezet voor misinformatie, cyberpesten, oplichting.
  • Vishing/voicephishing: via de telefoon inlog- of betaalgegevens bemachtigen. AI maakt deze voiceberichten superrealistisch.
  • Quishing: QR-code aanbieden die naar phishingwebsite leidt.

Hackers en IoT

Volgens Botezatu is er niet één groep of soort hackers. Hij gebruikt dan ook liever scenario’s om enkele groepen te duiden. Voor consumenten zeker relevant is de ‘opportunistische hacker’ die het internet scant met kant-en-klare tools op zoek naar kwetsbaarheden. Ze hebben vooral succes bij smart-apparatuur zoals slimme deurbellen, IP-camera’s, smart speakers, maar ook printers en babyfoons. Ze vormen hier botnets mee die ze gebruiken om DDOS-aanvallen uit te voeren. Een tweede scenario is dat gekaapte apparatuur wordt gebruikt om internetverkeer te routeren en te verbergen, bijvoorbeeld om toegang te geven tot strafbare content. Volgens Botezatu ziet niet iedereen van wie de apparatuur gekaapt is zichzelf direct als slachtoffer. “Wordt jouw IP-adres gebruikt om vitale infrastructuur aan te vallen, dan kan dat serieus repercussies hebben”, waarschuwt hij.

Bij IoT-apparaten is ook al snel de privacy in het gedrang. “Wereldwijd gaat het om 22 miljard verbonden apparaten en dat aantal neemt alleen maar toe. IP-camera’s en babymonitors slaan vaak beelden op in de cloud. Hack je die, dan kun je direct bij mensen in huis kijken. Er blijft dan geen privacy over, maar het wordt dan ook een fysiek risico. Criminelen kunnen meekijken en zien waar je belangrijke zaken bewaart, maar ook wanneer je thuis bent of juist niet. Opnieuw relevante informatie die geld waard is.”

Social media

Steeds vaker zijn ook hackers geïnteresseerd in accounts van social media, YouTube en e-mail. Ze gebruiken deze accounts om als jou andere accounts ‘te liken’ en een boost te geven, om fake-nieuws en fake-succesverhalen te verspreiden. Populair is ook advertising-fraude. Hierbij maakt men een account aan bij een advertentieverkoper om daarna met gestolen accounts eindeloos op deze advertenties te klikken. “Per klik is het een minimaal bedrag, maar aangestuurd met een botnet en veel gestolen accounts is het al snel een leuke inkomstenbron.”

Mobiele dreigingen

Aangezien er ontzettend veel data op mobiele apparaten staan, zoals wachtwoorden en apps die je gebruikt bij multifactor-inloggen, is er volgens Peter Hendriks, solutions-manager bij ESET, alle reden de beveiliging van mobiele apparaten serieus te nemen. Smartphones zijn veiliger dan pc's en Macs, maar waterdicht is die veiligheid niet. “Dat geldt voor Android maar ook iOS. Apples mobiele OS is meer afgeschermd, maar het is niet zo dat je mobiele devices onschendbaar zijn.”

Mobiele apparaten worden veel aangevallen voor phishing en vishing (spraak-phishing). Een groot risico is de installatie van apps buiten de standaard Android- of Apple-appstore om. Apps in die stores worden door Apple en Google op kwaliteit en ook beveiliging gecontroleerd, maar dat geldt niet voor apps uit andere bronnen. Lang had ook alleen Android de optie om alternatieve stores te gebruiken, maar inmiddels moet ook Apple andere appwinkels toelaten.

“Het risico van het downloaden van malware is hierdoor groter geworden”, aldus Hendriks. Botezatu van Bitdefender onderschrijft dit: “Op iOS zijn attacks zeldzaam, maar voor Android zien we zeker twintig tot dertig reports van frauduleuze apps per maand.” Bitdefender onderzoekt op dit moment een Android-app die in de Google Playstore wordt aangeboden en die de smartphone gebruikt als proxy voor crimineel netwerkverkeer. “Het grote voordeel van smartphones is dat ze eigenlijk altijd ingeschakeld zijn én verbonden zijn met het internet”, aldus Botezatu. Dit maakt smartphones volgens hem extra interessant. Daarbij is ook de bandbreedte steeds minder een beperking. Bovendien bevatten mobiele apparaten veel informatie over de gebruiker.

De top 10 van Peter Hendriks

Peter Hendriks, solutions-manager bij ESET is duidelijk. “Awareness is altijd belangrijk, maar goed nadenken over risico’s ook.”

  • Phishing/smishing: oplichting via mail en WhatsApp.
  • Vishing/Voicephishing: criminelen die zich via AI voordoen als iemand anders om gegevens of geld los te maken.
  • Malware: vooral infostealers en andere malware, onverminderd een groot probleem.
  • Social engineering: alles van een “Hoi mama” tot deepfake-video bedoeld om je om de tuin te leiden. Kan zeker bij offline stalking veel impact hebben op een slachtoffer.
  • Identiteitsfraude via datalekken: criminelen die gelekte data met accountgegevens kopen en misbruiken.
  • IoT-apparaten: slecht beveiligde slimme apparaten die verbonden met het internet je aanvalsoppervlak enorm vergroten.
  • Nepwebshop: een shop beginnen is steeds makkelijker, ook als die malafide is.
  • Sextortion: chantage met naaktbeelden van het slachtoffer. Soms met gemanipuleerde beelden.
  • Ransomware: onverminderd een groot probleem.
  • Besmette downloads: onofficiële software die malware bevat.

Conclusie

Als gebruiker kun je er niet omheen: het internet is niet veilig en daarmee ook alle apparaten die we met het internet verbinden niet. Dat geldt voor de computer, de smartphone, maar ook voor alle andere apparaten die we steeds meer toelaten in ons huis en in ons leven. En juist omdat we er zo vertrouwd mee zijn en ze ook willen vertrouwen, is het belangrijk de risico’s goed in ogenschouw te nemen. De experts en rapporten van de overheid laten zien dat de dreiging groot genoeg is om beveiliging ruim aandacht te geven.

De wereld achter ransomware

Bij Project Melissa werken enkele overheden en security-organisaties, onder wie het NCSC, Fox IT en de politie, samen tegen ransomware. De samenwerking heeft enkele succesvolle acties tegen ransomwarebendes opgeleverd, maar ook twee lezenswaardige whitepapers. Eén geeft inzicht in de werking van ransomware en de criminelen erachter, de tweede gaat dieper in op de afpersingsmethode van data-exfiltratie. Beide documenten zijn te downloaden via deze webpagina van het Nationaal Cyber Security Centrum.

De ransomware-whitepapers van Project Melissa geven veel inzicht in de werking van ransomware en de criminele groepen erachter.