ID.nl logo
Wat is Arduino en waarom is het zo leuk?
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Wat is Arduino en waarom is het zo leuk?

Als je op zoek gaat naar leuke elektronische projecten op het internet kom je niet onder de naam Arduino uit. Het opensource systeem wordt onder andere gebruikt voor Internet-of-Things-toepassingen, robots en leuke DIY-projecten. Wat is Arduino nu precies en waarom het zo leuk is om te experimenteren met dit voordelige systeem?

Arduino is een opensource elektronicaplatform en bestaat uit een combinatie van hardware en software. Alles is erop gericht om het je zo makkelijk mogelijk te maken om zelf met elektronische componenten te gaan knutselen. De bedoeling van de makers is dat ook mensen zonder programmeer- en elektronica-ervaring er snel mee uit de voeten kunnen. Lees ook:In 16 stappen Windows 10 op je Raspberry Pi.

De basis van elk Arduino-project is een Arduino-board waar een aantal standaard componenten op vast is gesoldeerd. Het hart van een Arduino-board is een microcontroller, veelal een Atmel ATmega. Sommige Arduino-boards hebben echter microcontrollers van bijvoorbeeld Intel of STM. Wat je verder op een Arduino-board vindt, is afhankelijk van het model. De meeste boards hebben een usb-aansluiting om met je computer te kunnen communiceren, maar er zijn ook boards beschikbaar met alleen een wifi-module. Het grote voordeel van een Arduino-board is dat alle noodzakelijke componenten om simpele doe-het-zelfprojecten te maken al op het board zijn geïnstalleerd.

Aan de zijkanten van elk board vind je in- en uitgangen die je via draadjes met sensors, motors, ledlampjes en andere componenten kunt verbinden om je eigen product te maken. Omdat deze componenten vaak erg goedkoop zijn, kun je voor weinig geld je eigen IP-camera, robot of IoT-toepassing maken. Om je Arduino-project te programmeren, heb je een computer nodig, maar dit betekent niet dat je project uiteindelijk een computer nodig heeft om te functioneren. Normaal gesproken krijgt je Arduino-project stroom via de usb-verbinding. Als je een Arduino-project standalone wilt laten draaien, moet je een netspanningsadapter of accu aansluiten.

©PXimport

De strijd tussen Arduino LLC en Arduino SRL

De geschiedenis en recente ontwikkeling van Arduino wordt geplaagd door rechtszaken en miscommunicatie. De voorloper van het Arduino-project werd in 2004 gestart door Hernando Barragán, een Colombiaanse student die in Italië zijn thesis schreef. Hij noemde zijn prototyping platform Wiring en dit bestaat nog steeds op www.wiring.org.co. Supervisors van Barragán waren Massimo Banzi en Casey Reas, de laatste werkte onder andere aan de programmeertaal en ontwikkelomgeving Processing. Arduino werd in 2005 geboren en was afgeleid van Wiring. Barragán maakte echter geen deel uit van het Arduino-team. Tot 2008 was er niks aan de hand, maar toen aan het einde van 2008 één van de vijf teamleden – Gianluca Martino – via zijn bedrijf Smart Projects de naam Arduino in Italië als handelsmerk registreerde, leidde dit jaren later tot een breuk tussen de Arduino-teamleden. Martino begon Arduino SRL en kopieerde de bestaande website www.arduino.cc naar www.arduino.org. De Arduino.cc-website wordt door Arduino LLC gerund en deze groep mensen, met onder andere Banzi, zijn door een rechtszaak gedwongen om buiten de Verenigde Staten de Arduino-producten te verkopen onder de naam Genuino. Op dit moment lopen er nog rechtszaken en tot die tijd moeten we het doen met twee bedrijven die onder dezelfde naam dezelfde producten maken. Vanwege de uniformiteit gebruiken we in dit artikel alleen de naam Arduino. Ook al moeten we het in Europa technisch gezien over Genuino hebben als we over de Arduino-boards van Arduino LLC praten, de producten zijn identiek. Of dit in de toekomst ook zo blijft, valt te bezien.

Producten

Om gevoel te krijgen wat er met het Arduino-systeem mogelijk is en welke producten er verkrijgbaar zijn, is het handig om als eerste een bezoekje aan deze website te brengen. Let op: de getoonde prijzen op die website zijn exclusief btw en exclusief verzendkosten). Je kunt ook www.arduino.org bezoeken, deze website heeft een iets ander aanbod. Klik op Products en je ziet dat er drie officiële beginnersboards zijn: de Uno, de 101 en de Micro. De Uno is het standaardmodel en hierover zijn de meeste handleidingen en tutorials geschreven. De Uno is bij de derde revisie aanbeland en wordt daarom ook wel Rev3 of R3 genoemd.

Een Uno kost 20 euro en is gebaseerd op de ATmega328P-microcontroller. Deze bevat 32 kilobyte flashgeheugen en 2 kilobyte RAM. De 101 is een luxe versie van de Uno en heeft een Intel Curie-microcontroller. Daarnaast beschikt de 101 over bluetooth en heeft het board een versnellingsmeter en gyroscoop. Als je een project wilt maken dat van beweging gebruikmaakt of via bluetooth moet communiceren met iets anders, dan is dit een goede keus. De 101 kost 28,65 euro. De Micro is een compact board met geïntegreerde usb-aansluiting en kost 18 euro. Voor gevorderden zijn er nog complexere boards te krijgen, zoals bijvoorbeeld de Arduino MEGA 2560, deze is groter, levert meer in- en uitgangen en kost je 35 euro. Omdat Arduino een opensource systeem is, zijn er andere fabrikanten die Arduino-boards aanbieden. Een handige lijst met vergelijkbare boards vind je hier.

©PXimport

Uitbreiden met shields

Je kunt je Arduino-project uitbreiden met sensors, motors, weerstandjes en andere elektronica, maar er zijn ook zogenoemde shields verkrijgbaar. Dit zijn voorgesoldeerde printplaatjes die de functionaliteit van je Arduino-board uitbreiden. Zo kun je bijvoorbeeld een joystick-shield kopen om je project via een joystick te bedienen. Een ander populair shield is het BLE-shield, hiermee voeg je bluetooth 4.0 toe aan je Arduino. Een shield klik je zo op je bestaande Arduino-board. Zo voorzie je niet alleen het normale board van stroom, maar meteen ook je shield.

©PXimport

Software

De programmeertaal die je nodig hebt om je Arduino-project vorm te geven, is gebaseerd op een variant van de programmeertaal C/C++. De ontwikkelomgeving waarmee je de code maakt en op je Arduino zet, is voor Windows, Mac en Linux beschikbaar en download je vanaf de website van Arduino. De software is een IDE (integrated development environment), dit houdt in dat het naast een broncode-editor bijvoorbeeld ook een debugger bevat.

Download de software hier. Je kunt een donatie doen of de software kosteloos downloaden. Zodra je de software hebt geïnstalleerd, verbind je je Arduino-board met je pc en selecteer je je type board bij Hulpmiddelen / Board. Leuk is dat de software ook een aantal simpele voorbeelden heeft. Klik hiervoor op Bestand / Voorbeelden. Er is ook een webeditor beschikbaar, deze heet Create en is op dit moment nog niet meteen toegankelijk voor iedereen. Je kunt je hier inschrijven en binnen een paar dagen ontvang je een uitnodiging om de webeditor te gebruiken. Omdat ook de software opensource is, zijn er alternatieven voor de officiële software te vinden. Een bekend alternatief is bijvoorbeeld Codebender. Dit programma draai je vanuit je browser. Tenminste, als je Chrome of Firefox gebruikt.

©PXimport

Benodigdheden

Aan alleen een Arduino-board heb je vrij weinig, je moet ook een aantal zaken op voorraad hebben. Handig is een breadboard om je projecten op te ‘prototypen’. Ook een verzameling weerstandjes, ledjes en andere kleine elektronicacomponenten heb je nodig om leuke Arduino-projecten te bouwen.

©PXimport

Microcontroller of microprocessor?

Deze twee begrippen worden vaak door elkaar gehaald. Een microprocessor is een chip die we kennen uit de pc en herbergt alleen de cpu. RAM, ROM en andere zaken moeten apart worden toegevoegd. Bij een microcontroller zijn de cpu, RAM, ROM en andere opties samengevoegd in één chip. Aan de buitenkant kun je vaak niet zien of een chip een microprocessor of een microcontroller is.

Klonen

Er is de laatste jaren een wildgroei aan Arduino-boards beschikbaar. De Arduino.cc-website heeft het zelf over compatibele boards, klonen en vervalsingen. Waar de grens ligt, is niet altijd even duidelijk, want aangezien zowel de hardware als de software opensource is, mag iedereen doen wat hij of zij wil. Sommige compatibele producten worden op de website van Arduino LLC zelfs aangeprezen, zoals de producten van Teensy en Bare Conductive.

Intel heeft een partnerdeal met Arduino LLC en de Intel Galileo en Intel Edison worden op de website van Arduino LLC als ‘certified’ aangegeven. Klonen zijn er ook genoeg te vinden, veelal op eBay en Chinese webshops als AliExpress. De grens tussen een kloon en een vervalsing is een dunne, maar Arduino LLC vindt het niet leuk als de naam ‘Arduino’ of ‘One’ wordt genoemd en geeft op deze webpagina meer informatie over klonen en vervalsingen. De kosten van een kloon zijn vaak een fractie van de prijs van een originele Arduino, een Uno-kloon kun je voor zeven euro al online kopen. Uiteraard heb je geen garantie dat de kwaliteit net zo goed is als een origineel board en er is geen kooptip te geven omdat er maandelijks nieuwe klonen bijkomen.

©PXimport

Bibliotheken

Een Arduino-project leent zich ervoor om met andere hardware te laten samenwerken. In veel gevallen kun je een library aan je Arduino-project toe te voegen. Een bibliotheek (library in Arduino-taal) is een collectie met regels code die je zelf niet meer hoeft te schrijven. Wil je bijvoorbeeld een lcd-display aan je project toevoegen waar je tekst op kunt weergeven, dan is het handig om een bibliotheek te downloaden en toe te voegen aan je Arduino-software. In de software ga ja naar Schets / Bibliotheek gebruiken / .ZIP Bibliotheek toevoegen. Er zijn zelfs apps beschikbaar die met je Arduino-board kunnen communiceren: Blynk is een goed voorbeeld. Deze app is verkrijgbaar voor Android en iOS. Je downloadt de bibliotheek hier.

©PXimport

Arduino versus Raspberry Pi

De gelijkenissen met de Raspberry Pi zijn op het eerste gezicht groot, toch gaat het hier om twee totaal verschillende producten met andere toepassingen. Het grootste verschil is dat de Raspberry Pi een volwaardige computer is, inclusief besturingssysteem. Zo’n systeem wordt ook wel een microcomputer genoemd. Een Arduino bestaat uit één microcontroller, je zendt een stuk code naar de microcontroller en deze voert de taak dan uit. Een Raspberry Pi kan veel meer taken tegelijkertijd uitvoeren en leent zich dus voor gecompliceerdere projecten. Het besturingssysteem op de Raspberry Pi kun je zelf uitkiezen, maar de bekendste is Raspbian en is gebaseerd op Debian. Op de Raspberry Pi moet je pc-accessoires zoals een beeldscherm, toetsenbord en muis aansluiten. Een Arduino moet met code worden gevoed via een usb-verbinding met de computer waar de Arduino-software op staat.

©PXimport

Projecten

De aantrekkingskracht van Arduino zit hem in een combinatie van de meestal lage kosten en het feit dat het relatief makkelijk is om onder de knie te krijgen. Je hoeft om een bepaald project te testen vaak geen soldeerbout aan te raken en er zijn duizenden voorbeelden van projecten op het internet te vinden. Doordat alles opensource is, kun je code van andere gebruikers gewoon kopiëren en in je eigen projecten gebruiken. Naast de simpele projectjes in de software vind je op beide websites van Arduino al een heleboel leuke en zinnige projecten. Ga op www.arduino.cc of www.arduino.org naar Learning voor tutorials of ga naar websites als www.lifehacker.com, www.instructables.com of www.makezine.com voor ideeën voor je eigen projecten. Hier vind je ook tientallen leuke projecten die je zelf kunt uitvoeren.

©PXimport

BBC-micro:bit

Om kinderen warm te maken voor programmeren en het maken van elektronische projecten, heeft de BBC recentelijk het programma micro:bit uitgerold. Op 1 juli kregen alle brugklassers in het Verenigd Koninkrijk gratis een micro:bit: een programmeerbare printplaat met microcontroller en on-board sensors. De micro:bit is ook te koop voor niet-brugklassers bij sommige webwinkels. Dit is overigens geen Arduino-kloon, maar een eigen vergelijkbaar product meer gericht op educatie.

©PXimport

Experimenteer-kits

Wil je op een andere manier geinige projecten maken met behulp van elektronica of simpele programmeeropdrachten, kijk dan eens deze kant-en-klaar oplossingen. LittleBits De modules van littleBits vereisen geen programmeerwerk en klik je zo via de magneetjes aan elkaar. Er zijn kits verkrijgbaar voor speciale doeleinden, maar de modules (bits) zijn ook los verkrijgbaar. Het bedrijf heeft ook aardig wat bits voor kunstenaars en muzikanten om professionele projecten mee te bouwen. SAM Labs De modules van SAM Labs zijn draadloos en moet je via de bijbehorende software virtueel aan elkaar verbinden. Ook hier vind je sensoren, motoren en lampjes. Net als littleBits is SAM Labs meer op kinderen en jongvolwassenen gericht en focussen ze meer op het experimenteren dan op het daadwerkelijk creëren van projecten die lang meegaan. LEGO LEGO kennen we allemaal en met het pakket LEGO Mindstorms kun je ook knutselen en programmeren. Ook hier vind je sensors en motors en alle onderdelen zijn 100% compatibel met technisch LEGO.

©PXimport

Internet of Things

IoT, oftewel Internet of Things, is een concept waarbij je allerlei apparaten met elkaar verbindt. Via internet, lokale draadloze netwerken of protocollen als bluetooth, NFC en infrarood. De nieuwste Arduino-boards zijn veelal uitgerust met draadloze modules en doordat de boards relatief klein zijn, lenen ze zich prima voor IoT-projecten. De Arduino MKR1000 is een board dat specifiek is gericht op dit soort projecten: het is kleiner dan de Uno en heeft standaard wifi aan boord. Er zijn ook genoeg compatibel bordjes met een wifi-chip zoals de NodeMCU. Er zijn genoeg toepassingen denkbaar, zo kun je je eigen slimme thermostaat bouwen die je via een app als Telegram kunt aansturen of maak je een camera die je per smartphone op afstand kunt besturen. Uiteraard zijn dit geen beginnersprojecten en heb je hier naast weerstandjes en ledjes ook motoren en andere componenten voor nodig. Ook is het handig dat je wat soldeerervaring hebt als je dit soort complexe projecten wilt gaan doen. Hier vind je een complete website voor Arduino en IoT.

©PXimport

Cloud en Arduino

Je kunt je Arduino-project via de cloud besturen met allerlei verschillende diensten, apps en producten. Het platform Thinger.io is bijvoorbeeld een krachtig pakket waarmee je naast Arduino-projecten ook Raspberry Pi- en Intel Edison-projecten bestuurt.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt
© Leonid Iastremskyi
Energie

Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

Veel mensen denken dat een luchtreiniger vooral nuttig is in het voorjaar en de zomer, als het pollenseizoen in …uhm volle bloei staat. Maar ook – of juist – in de herfst is zo’n apparaat een echte hulp voor een gezonder binnenklimaat in huis. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Een luchtreiniger doet meer dan alleen pollen, rook en huisstofmijt uit de lucht halen. Zeker in de herfst, als we minder ventileren, helpt hij de lucht in beweging te houden, allergenen te verminderen en de luchtkwaliteit op peil te houden. In dit artikel lees je wat er verandert zodra het kouder wordt, hoe je het effect van je luchtreiniger vergroot met slim ventileren en waar je op let bij gebruik en plaatsing voor een stabieler binnenklimaat.

Lees ook: Schimmel in je badkamer? Zo kom je er voor eens en altijd vanaf!

Open deur: minder ventilatie = minder frisse lucht

Waar in de zomer ramen en deuren openstaan, houden we in de herfst juist alles vaker dicht. Dat houdt de warmte binnen, maar doordat de lucht minder goed circuleert blijven vocht, stof en geuren langer hangen. In badkamers, keukens en woonkamers met goed sluitende kozijnen merk je dat direct: de lucht voelt wat bedompter aan en ruikt sneller muf. Een luchtreiniger helpt dat te voorkomen door fijnstof, pollen en andere kleine deeltjes actief uit de lucht te filteren. Zo blijft het binnenklimaat merkbaar frisser, ook wanneer de ramen dicht blijven.

Luchtfiltering uitgelegd

De meeste luchtreinigers gebruiken een HEPA-filter dat microscopisch kleine deeltjes opvangt. Sommige modellen combineren dat met een koolstoffilter dat geuren en vluchtige stoffen neutraliseert. Zo verdwijnt niet alleen stof, maar ook kookluchtjes en sigarettenrook sneller uit de ruimte. Een goed HEPA-filter verwijdert tot 99,97 procent van de deeltjes van 0,3 micrometer of groter, waaronder fijnstof, pollen en schimmelsporen.

Minder allergieklachten

Wie gevoelig is voor huisstofmijt of schimmelsporen, merkt dat klachten vaak toenemen in de herfst. Dat komt doordat vocht en temperatuur in huis precies de omstandigheden bieden waarin deze allergenen goed gedijen. Een luchtreiniger helpt door de lucht continu in beweging te houden en allergenen te vangen. Wat je wel moet weten: schimmelsporen worden door een filter grotendeels uit de lucht gehaald, maar de bron – vaak vochtige muren of slecht geventileerde ruimtes – moet je nog steeds aanpakken. Zonder die bronbestrijding blijft het probleem terugkomen. Een luchtreiniger helpt dus vooral bij de symptomen, niet bij de oorzaak.

De ideale stand

Laat de luchtreiniger liever langdurig op lage stand draaien dan af en toe kort op volle kracht. Zo blijft de luchtkwaliteit stabiel. Veel luchtreinigers meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren en schakelen automatisch een tandje bij als dat nodig is. Op lage stand gebruiken ze meestal 20 tot 40 watt, vergelijkbaar met een ledlamp.

©Philips

Ventileren en luchtvochtigheid

Een luchtreiniger is geen vervanger voor ventilatie. Ventileren blijft nodig om koolstofdioxide, vocht en geur af te voeren. Wie de ramen regelmatig openzet en daarnaast een luchtreiniger laat draaien, houdt de lucht zowel vers als schoon. De luchtreiniger pakt de fijne stofdeeltjes aan, terwijl ventilatie zorgt dat nieuwe zuurstof binnenkomt.

In de herfst speelt ook de luchtvochtigheid een rol. Door de verwarming kan de lucht binnen te droog worden, en daar doet een luchtreiniger weinig aan. Wil je het binnenklimaat prettig houden, combineer hem dan met een luchtbevochtiger.

De beste plek om je luchtreiniger neer te zetten

Zet de luchtreiniger niet in een hoek, maar vrij in de kamer zodat lucht rondom het apparaat kan circuleren. In de buurt van een deur of raam werkt vaak het best. Zet hem niet op de grond, maar juist wat hoger – bijvoorbeeld op een kast of bijzettafel. Zo zuivert hij de lucht op borsthoogte (dus de hoogte waarop je lucht inademt) beter en verdeelt hij de schone lucht gelijkmatig door de ruimte.

Betere lucht, beter binnenklimaat

Een luchtreiniger is geen wondermiddel, maar wel een apparaat dat in de herfst meer doet dan veel mensen denken. Hij haalt stof, pollen en schimmelsporen uit de lucht, helpt muffe geur te voorkomen en ondersteunt de ventilatie in huis. Zeker in goed geïsoleerde woningen, waar de lucht snel stil komt te staan, merk je het verschil. De lucht voelt frisser aan, je ademt prettiger en het binnenklimaat blijft in balans – precies wat je nodig hebt in het seizoen waarin we het liefst binnen blijven.



Minder stof = een beter binnenklimaat

Heb jij al een plumeau in huis?
▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.