ID.nl logo
Wat is Arduino en waarom is het zo leuk?
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Wat is Arduino en waarom is het zo leuk?

Als je op zoek gaat naar leuke elektronische projecten op het internet kom je niet onder de naam Arduino uit. Het opensource systeem wordt onder andere gebruikt voor Internet-of-Things-toepassingen, robots en leuke DIY-projecten. Wat is Arduino nu precies en waarom het zo leuk is om te experimenteren met dit voordelige systeem?

Arduino is een opensource elektronicaplatform en bestaat uit een combinatie van hardware en software. Alles is erop gericht om het je zo makkelijk mogelijk te maken om zelf met elektronische componenten te gaan knutselen. De bedoeling van de makers is dat ook mensen zonder programmeer- en elektronica-ervaring er snel mee uit de voeten kunnen. Lees ook:In 16 stappen Windows 10 op je Raspberry Pi.

De basis van elk Arduino-project is een Arduino-board waar een aantal standaard componenten op vast is gesoldeerd. Het hart van een Arduino-board is een microcontroller, veelal een Atmel ATmega. Sommige Arduino-boards hebben echter microcontrollers van bijvoorbeeld Intel of STM. Wat je verder op een Arduino-board vindt, is afhankelijk van het model. De meeste boards hebben een usb-aansluiting om met je computer te kunnen communiceren, maar er zijn ook boards beschikbaar met alleen een wifi-module. Het grote voordeel van een Arduino-board is dat alle noodzakelijke componenten om simpele doe-het-zelfprojecten te maken al op het board zijn geïnstalleerd.

Aan de zijkanten van elk board vind je in- en uitgangen die je via draadjes met sensors, motors, ledlampjes en andere componenten kunt verbinden om je eigen product te maken. Omdat deze componenten vaak erg goedkoop zijn, kun je voor weinig geld je eigen IP-camera, robot of IoT-toepassing maken. Om je Arduino-project te programmeren, heb je een computer nodig, maar dit betekent niet dat je project uiteindelijk een computer nodig heeft om te functioneren. Normaal gesproken krijgt je Arduino-project stroom via de usb-verbinding. Als je een Arduino-project standalone wilt laten draaien, moet je een netspanningsadapter of accu aansluiten.

©PXimport

De strijd tussen Arduino LLC en Arduino SRL

De geschiedenis en recente ontwikkeling van Arduino wordt geplaagd door rechtszaken en miscommunicatie. De voorloper van het Arduino-project werd in 2004 gestart door Hernando Barragán, een Colombiaanse student die in Italië zijn thesis schreef. Hij noemde zijn prototyping platform Wiring en dit bestaat nog steeds op www.wiring.org.co. Supervisors van Barragán waren Massimo Banzi en Casey Reas, de laatste werkte onder andere aan de programmeertaal en ontwikkelomgeving Processing. Arduino werd in 2005 geboren en was afgeleid van Wiring. Barragán maakte echter geen deel uit van het Arduino-team. Tot 2008 was er niks aan de hand, maar toen aan het einde van 2008 één van de vijf teamleden – Gianluca Martino – via zijn bedrijf Smart Projects de naam Arduino in Italië als handelsmerk registreerde, leidde dit jaren later tot een breuk tussen de Arduino-teamleden. Martino begon Arduino SRL en kopieerde de bestaande website www.arduino.cc naar www.arduino.org. De Arduino.cc-website wordt door Arduino LLC gerund en deze groep mensen, met onder andere Banzi, zijn door een rechtszaak gedwongen om buiten de Verenigde Staten de Arduino-producten te verkopen onder de naam Genuino. Op dit moment lopen er nog rechtszaken en tot die tijd moeten we het doen met twee bedrijven die onder dezelfde naam dezelfde producten maken. Vanwege de uniformiteit gebruiken we in dit artikel alleen de naam Arduino. Ook al moeten we het in Europa technisch gezien over Genuino hebben als we over de Arduino-boards van Arduino LLC praten, de producten zijn identiek. Of dit in de toekomst ook zo blijft, valt te bezien.

Producten

Om gevoel te krijgen wat er met het Arduino-systeem mogelijk is en welke producten er verkrijgbaar zijn, is het handig om als eerste een bezoekje aan deze website te brengen. Let op: de getoonde prijzen op die website zijn exclusief btw en exclusief verzendkosten). Je kunt ook www.arduino.org bezoeken, deze website heeft een iets ander aanbod. Klik op Products en je ziet dat er drie officiële beginnersboards zijn: de Uno, de 101 en de Micro. De Uno is het standaardmodel en hierover zijn de meeste handleidingen en tutorials geschreven. De Uno is bij de derde revisie aanbeland en wordt daarom ook wel Rev3 of R3 genoemd.

Een Uno kost 20 euro en is gebaseerd op de ATmega328P-microcontroller. Deze bevat 32 kilobyte flashgeheugen en 2 kilobyte RAM. De 101 is een luxe versie van de Uno en heeft een Intel Curie-microcontroller. Daarnaast beschikt de 101 over bluetooth en heeft het board een versnellingsmeter en gyroscoop. Als je een project wilt maken dat van beweging gebruikmaakt of via bluetooth moet communiceren met iets anders, dan is dit een goede keus. De 101 kost 28,65 euro. De Micro is een compact board met geïntegreerde usb-aansluiting en kost 18 euro. Voor gevorderden zijn er nog complexere boards te krijgen, zoals bijvoorbeeld de Arduino MEGA 2560, deze is groter, levert meer in- en uitgangen en kost je 35 euro. Omdat Arduino een opensource systeem is, zijn er andere fabrikanten die Arduino-boards aanbieden. Een handige lijst met vergelijkbare boards vind je hier.

©PXimport

Uitbreiden met shields

Je kunt je Arduino-project uitbreiden met sensors, motors, weerstandjes en andere elektronica, maar er zijn ook zogenoemde shields verkrijgbaar. Dit zijn voorgesoldeerde printplaatjes die de functionaliteit van je Arduino-board uitbreiden. Zo kun je bijvoorbeeld een joystick-shield kopen om je project via een joystick te bedienen. Een ander populair shield is het BLE-shield, hiermee voeg je bluetooth 4.0 toe aan je Arduino. Een shield klik je zo op je bestaande Arduino-board. Zo voorzie je niet alleen het normale board van stroom, maar meteen ook je shield.

©PXimport

Software

De programmeertaal die je nodig hebt om je Arduino-project vorm te geven, is gebaseerd op een variant van de programmeertaal C/C++. De ontwikkelomgeving waarmee je de code maakt en op je Arduino zet, is voor Windows, Mac en Linux beschikbaar en download je vanaf de website van Arduino. De software is een IDE (integrated development environment), dit houdt in dat het naast een broncode-editor bijvoorbeeld ook een debugger bevat.

Download de software hier. Je kunt een donatie doen of de software kosteloos downloaden. Zodra je de software hebt geïnstalleerd, verbind je je Arduino-board met je pc en selecteer je je type board bij Hulpmiddelen / Board. Leuk is dat de software ook een aantal simpele voorbeelden heeft. Klik hiervoor op Bestand / Voorbeelden. Er is ook een webeditor beschikbaar, deze heet Create en is op dit moment nog niet meteen toegankelijk voor iedereen. Je kunt je hier inschrijven en binnen een paar dagen ontvang je een uitnodiging om de webeditor te gebruiken. Omdat ook de software opensource is, zijn er alternatieven voor de officiële software te vinden. Een bekend alternatief is bijvoorbeeld Codebender. Dit programma draai je vanuit je browser. Tenminste, als je Chrome of Firefox gebruikt.

©PXimport

Benodigdheden

Aan alleen een Arduino-board heb je vrij weinig, je moet ook een aantal zaken op voorraad hebben. Handig is een breadboard om je projecten op te ‘prototypen’. Ook een verzameling weerstandjes, ledjes en andere kleine elektronicacomponenten heb je nodig om leuke Arduino-projecten te bouwen.

©PXimport

Microcontroller of microprocessor?

Deze twee begrippen worden vaak door elkaar gehaald. Een microprocessor is een chip die we kennen uit de pc en herbergt alleen de cpu. RAM, ROM en andere zaken moeten apart worden toegevoegd. Bij een microcontroller zijn de cpu, RAM, ROM en andere opties samengevoegd in één chip. Aan de buitenkant kun je vaak niet zien of een chip een microprocessor of een microcontroller is.

Klonen

Er is de laatste jaren een wildgroei aan Arduino-boards beschikbaar. De Arduino.cc-website heeft het zelf over compatibele boards, klonen en vervalsingen. Waar de grens ligt, is niet altijd even duidelijk, want aangezien zowel de hardware als de software opensource is, mag iedereen doen wat hij of zij wil. Sommige compatibele producten worden op de website van Arduino LLC zelfs aangeprezen, zoals de producten van Teensy en Bare Conductive.

Intel heeft een partnerdeal met Arduino LLC en de Intel Galileo en Intel Edison worden op de website van Arduino LLC als ‘certified’ aangegeven. Klonen zijn er ook genoeg te vinden, veelal op eBay en Chinese webshops als AliExpress. De grens tussen een kloon en een vervalsing is een dunne, maar Arduino LLC vindt het niet leuk als de naam ‘Arduino’ of ‘One’ wordt genoemd en geeft op deze webpagina meer informatie over klonen en vervalsingen. De kosten van een kloon zijn vaak een fractie van de prijs van een originele Arduino, een Uno-kloon kun je voor zeven euro al online kopen. Uiteraard heb je geen garantie dat de kwaliteit net zo goed is als een origineel board en er is geen kooptip te geven omdat er maandelijks nieuwe klonen bijkomen.

©PXimport

Bibliotheken

Een Arduino-project leent zich ervoor om met andere hardware te laten samenwerken. In veel gevallen kun je een library aan je Arduino-project toe te voegen. Een bibliotheek (library in Arduino-taal) is een collectie met regels code die je zelf niet meer hoeft te schrijven. Wil je bijvoorbeeld een lcd-display aan je project toevoegen waar je tekst op kunt weergeven, dan is het handig om een bibliotheek te downloaden en toe te voegen aan je Arduino-software. In de software ga ja naar Schets / Bibliotheek gebruiken / .ZIP Bibliotheek toevoegen. Er zijn zelfs apps beschikbaar die met je Arduino-board kunnen communiceren: Blynk is een goed voorbeeld. Deze app is verkrijgbaar voor Android en iOS. Je downloadt de bibliotheek hier.

©PXimport

Arduino versus Raspberry Pi

De gelijkenissen met de Raspberry Pi zijn op het eerste gezicht groot, toch gaat het hier om twee totaal verschillende producten met andere toepassingen. Het grootste verschil is dat de Raspberry Pi een volwaardige computer is, inclusief besturingssysteem. Zo’n systeem wordt ook wel een microcomputer genoemd. Een Arduino bestaat uit één microcontroller, je zendt een stuk code naar de microcontroller en deze voert de taak dan uit. Een Raspberry Pi kan veel meer taken tegelijkertijd uitvoeren en leent zich dus voor gecompliceerdere projecten. Het besturingssysteem op de Raspberry Pi kun je zelf uitkiezen, maar de bekendste is Raspbian en is gebaseerd op Debian. Op de Raspberry Pi moet je pc-accessoires zoals een beeldscherm, toetsenbord en muis aansluiten. Een Arduino moet met code worden gevoed via een usb-verbinding met de computer waar de Arduino-software op staat.

©PXimport

Projecten

De aantrekkingskracht van Arduino zit hem in een combinatie van de meestal lage kosten en het feit dat het relatief makkelijk is om onder de knie te krijgen. Je hoeft om een bepaald project te testen vaak geen soldeerbout aan te raken en er zijn duizenden voorbeelden van projecten op het internet te vinden. Doordat alles opensource is, kun je code van andere gebruikers gewoon kopiëren en in je eigen projecten gebruiken. Naast de simpele projectjes in de software vind je op beide websites van Arduino al een heleboel leuke en zinnige projecten. Ga op www.arduino.cc of www.arduino.org naar Learning voor tutorials of ga naar websites als www.lifehacker.com, www.instructables.com of www.makezine.com voor ideeën voor je eigen projecten. Hier vind je ook tientallen leuke projecten die je zelf kunt uitvoeren.

©PXimport

BBC-micro:bit

Om kinderen warm te maken voor programmeren en het maken van elektronische projecten, heeft de BBC recentelijk het programma micro:bit uitgerold. Op 1 juli kregen alle brugklassers in het Verenigd Koninkrijk gratis een micro:bit: een programmeerbare printplaat met microcontroller en on-board sensors. De micro:bit is ook te koop voor niet-brugklassers bij sommige webwinkels. Dit is overigens geen Arduino-kloon, maar een eigen vergelijkbaar product meer gericht op educatie.

©PXimport

Experimenteer-kits

Wil je op een andere manier geinige projecten maken met behulp van elektronica of simpele programmeeropdrachten, kijk dan eens deze kant-en-klaar oplossingen. LittleBits De modules van littleBits vereisen geen programmeerwerk en klik je zo via de magneetjes aan elkaar. Er zijn kits verkrijgbaar voor speciale doeleinden, maar de modules (bits) zijn ook los verkrijgbaar. Het bedrijf heeft ook aardig wat bits voor kunstenaars en muzikanten om professionele projecten mee te bouwen. SAM Labs De modules van SAM Labs zijn draadloos en moet je via de bijbehorende software virtueel aan elkaar verbinden. Ook hier vind je sensoren, motoren en lampjes. Net als littleBits is SAM Labs meer op kinderen en jongvolwassenen gericht en focussen ze meer op het experimenteren dan op het daadwerkelijk creëren van projecten die lang meegaan. LEGO LEGO kennen we allemaal en met het pakket LEGO Mindstorms kun je ook knutselen en programmeren. Ook hier vind je sensors en motors en alle onderdelen zijn 100% compatibel met technisch LEGO.

©PXimport

Internet of Things

IoT, oftewel Internet of Things, is een concept waarbij je allerlei apparaten met elkaar verbindt. Via internet, lokale draadloze netwerken of protocollen als bluetooth, NFC en infrarood. De nieuwste Arduino-boards zijn veelal uitgerust met draadloze modules en doordat de boards relatief klein zijn, lenen ze zich prima voor IoT-projecten. De Arduino MKR1000 is een board dat specifiek is gericht op dit soort projecten: het is kleiner dan de Uno en heeft standaard wifi aan boord. Er zijn ook genoeg compatibel bordjes met een wifi-chip zoals de NodeMCU. Er zijn genoeg toepassingen denkbaar, zo kun je je eigen slimme thermostaat bouwen die je via een app als Telegram kunt aansturen of maak je een camera die je per smartphone op afstand kunt besturen. Uiteraard zijn dit geen beginnersprojecten en heb je hier naast weerstandjes en ledjes ook motoren en andere componenten voor nodig. Ook is het handig dat je wat soldeerervaring hebt als je dit soort complexe projecten wilt gaan doen. Hier vind je een complete website voor Arduino en IoT.

©PXimport

Cloud en Arduino

Je kunt je Arduino-project via de cloud besturen met allerlei verschillende diensten, apps en producten. Het platform Thinger.io is bijvoorbeeld een krachtig pakket waarmee je naast Arduino-projecten ook Raspberry Pi- en Intel Edison-projecten bestuurt.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.