ID.nl logo
Je eigen downloadserver met SABnzbd op de Raspberry Pi
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Je eigen downloadserver met SABnzbd op de Raspberry Pi

Een Raspberry Pi leent zich uitstekend als downloadserver. Een recent model is snel genoeg om dit klusje te klaren en bovendien is het energieverbruik vele malen lager vergeleken met een traditionele pc. Nog een voordeel is natuurlijk de zeer lage aanschafprijs. Met wat werk draait je eigen downloadserver met SABnzbd als een zonnetje.

Wil je meer tips over de Raspberry Pi? Op computertotaal.nl/raspberry-pi hebben we ze allemaal voor je verzameld.

1 Voorbereiding

Gebruik voor de downloadserver bij voorkeur een Raspberry Pi 3. Die heeft meer rekenkracht dan zijn voorgangers en kan downloadtaken daarom soepeler verwerken. Voorzie allereerst de Pi van een micro-sd-kaart met de recentste versie van het besturingssysteem (zie kader). In deze workshop werken we met de distributie Raspbian Jessie with Pixel. Verder sluit je een toetsenbord, muis en monitor op de Pi aan. De Pi 3 ondersteunt weliswaar wifi, maar voor downloadtaken geniet een bekabelde ethernetverbinding de voorkeur. Door een micro-usb-voeding aan te sluiten, start je het systeem op.

Micro-sd-kaart prepareren

Je gebruikt eerst een reguliere pc of laptop om de micro-sd-kaart met Raspbian Jessie with Pixel te prepareren. Je downloadt een zip-bestand hier, waarna je dit archief uitpakt. Het img-bestand schrijf je vervolgens naar de micro-sd-kaart. Je gebruikt hiervoor het programma Etcher. Klik op Select image en selecteer het gedownloade img-bestand. Via Change wijs je zo nodig de juiste schijfletter van de micro-sd-kaart aan. Bevestig als laatste met Flash.

©PXimport

2 Wachtwoord en taal

Mocht je de Raspberry Pi voor het eerst opstarten, dan vraagt het besturingssysteem mogelijk naar inloggegevens. Standaard is de gebruikersnaam pi en het wachtwoord raspberry. Het wachtwoord wijzig je eenvoudig. Klik linksboven op het pictogram met de framboos om het menu te openen. Ga naar Preferences / Raspberry Pi Configuration en verander via Change Password desgewenst het wachtwoord. Alles binnen Raspbian is Engelstalig, maar je kunt eventueel een Nederlandse vertaling activeren. Open het tabblad Localisation en klik op de knop Set Locale. Achter Language kies je vervolgens voor nl (Dutch). Zodra je tweemaal bevestigt met OK, stelt Raspbian een herstart voor. Kies voor Yes.

©PXimport

3 Raspbian bijwerken

Allereerst is het zaak om alle software naar de nieuwste versie bij te werken. Je regelt dat door twee opdrachtregels uit te voeren. Ga binnen het Raspbian-menu naar Accessoires / LXTerminal. Je typt het commando sudo apt-get update, waarna je bevestigt met Enter. Raspbian haalt nu alle updates binnen. Zodra dit proces is afgerond, typ je het commando sudo apt-get upgrade. Wacht wederom totdat alles netjes is bijgewerkt. Er verschijnt een waarschuwing in beeld dat Raspbian extra archieven moet ophalen. Typ de letter J en druk op Enter om daarmee akkoord te gaan. Als je nog niet eerder upgrades hebt uitgevoerd, kan het wel een tijdje duren.

©PXimport

4 SABnzbd installeren

Hoewel Raspbian Jessie with Pixel een grafische gebruikersomgeving heeft, installeer je SABnzbd via een enkele opdrachtregel. Je gebruikt ook hiervoor het programma LXTerminal. Typ het commando sudo apt-get install sabnzbdplus. Er verschijnt een melding dat Raspbian extra archieven zal ophalen. Bevestig met J en druk daarna op Enter. Na afloop integreert SABnzbd in het menu. Klik linksboven op het pictogram met de framboos en navigeer naar Internet / SABnzbd+. De browser Chromium opent met het configuratiemenu. De bediening van het downloadprogramma voer je in het vervolg binnen deze browser uit.

©PXimport

Usenetprovider

Ben je nog niet bekend met usenet? Via deze downloadmethode haal je rechtstreeks mediabestanden op uit de nieuwsgroepen. Het aanbod is zeer ruim en de downloadsnelheid ligt erg hoog. Voor toegang tot de juiste nieuwsgroepen heb je wel een abonnement bij een usenetprovider nodig. Geen zin om te betalen, maar wil je usenet wel graag uitproberen? Verschillende providers bieden gratis proefabonnementen aan, zoals NewsXS, Hitnews en Pure Usenet. Als alternatief kun je ook een prepaid-abonnement overwegen. Zo geeft Eweka je voor 7,50 euro bijvoorbeeld dertig dagen toegang.

©PXimport

5 Gegevens usenetprovider

Je selecteert eerst Nederlands / Start Wizard. Typ daarna alle gegevens van je usenetprovider: zoals de servernaam, het poortnummer, de inloggegevens en het aantal verbindingen naar de nieuwsserver. Een Raspberry Pi is niet superkrachtig, dus bedenk of je wel álle verbindingen wilt gebruiken. Zet een vinkje achter SSL als je de verbinding wilt versleutelen (dan zien internetproviders normaliter niet welke bestanden je downloadt). Bedenk wel dat een ssl-verbinding een ander poortnummer en mogelijk ook een ander serveradres vereist. Bovendien vraagt het meer rekenkracht. De meeste ssl-verbindingen gebruiken poortnummer 563. Klik op Test Server om de verbinding te controleren en ga naar de volgende stap.

©PXimport

6 Netwerktoegang

SABnzbd bedien je desgewenst vanaf andere apparaten, zoals een smartphone, tablet of pc. Selecteer in dat geval de optie Ik wil SABnzbd kunnen gebruiken vanaf iedere PC in mijn thuisnetwerk. Verder vink je het onderdeel Wachtwoord beveiliging voor SABnzbd (aanbevolen) aan, waarna je de gebruikersnaam en het wachtwoord invult. Bepaal voor jezelf of je het programma via een beveiligde https-verbinding wilt gebruiken. Verder is het handig wanneer bij het starten van SABnzbd automatisch de browser opent. Klik tweemaal op Volgende zonder iets te wijzigen.

©PXimport

7 SABnzbd verkennen

Als je in de voorgaande stap een gebruikersnaam en wachtwoord hebt opgegeven, vul je die nu in. Je komt terecht in het hoofdvenster van SABnzbd. Onder meer de onderdelen Wachtrij en Geschiedenis springen in het oog, al zijn die logischerwijs nog leeg. Verder kun je vanuit dit browserscherm instellingen aanpassen en nzb’tjes van leuke muziek en films toevoegen. Belangrijk om te weten is dat je via het webadres http://localhost:8080/sabnzbd altijd toegang hebt tot het downloadprogramma. In het geval van een https-verbinding gebruik je de url https://localhost:9090/sabnzbd.

©PXimport

8 Uitpakprogramma

In tegenstelling tot de desktopversie van SABnzbd bevat de versie voor de Pi geen uitpakprogramma. Op usenet zijn mediabestanden overwegend verpakt in archieven, dus een automatisch uitpakprogramma mag eigenlijk niet ontbreken. Je voegt die functie alsnog toe door het tooltje unrar-nonfree te integreren. Hiervoor zijn diverse handelingen vereist. Als eerste pas je een bronbestand aan. Open LXTerminal en typ sudo nano /etc/apt/sources.list. Voeg vervolgens de regel deb-src http://archive.raspbian.org/raspbian wheezy main contrib non-free rpi toe en bevestig met Ctrl+X, Y en Enter. Typ als laatste sudo apt-get update om alle updates binnen te halen.

©PXimport

9 Uitpakprogramma installeren

Voor de installatie van unrar-nonfree voer je de volgende commando’s uit. Via mkdir ~/unrar-nonfree && cd ~/unrar-nonfree maak je eerst een directory aan. Vervolgens download je de installatiebestanden: met sudo apt-get build-dep unrar-nonfree en sudo apt-get source -b unrar-nonfree. Nu hoef je alleen nog maar de installatie te starten met het commando: sudo dpkg -i unrar_4.1.4-1+deb7u1_armhf.deb. Verschijnt er een foutmelding? Het is belangrijk dat het versienummer klopt. Om dat te controleren, typ je ls gevolgd door Enter. Pas op basis van deze informatie zo nodig het laatstgenoemde commando aan.

©PXimport

10 Werking controleren

Je test eenvoudig of de uitpakfunctie op jouw Raspberry Pi goed werkt. Typ in LXTerminal simpelweg unrar en druk op Enter. Als het goed is, verschijnt er een uitgebreide lijst met beschikbare opties. Via cd && rm -r ~/unrar-nonfree ruim je eventueel wat restbestanden op. Is de foutmelding binnen SABnzbd wegens het ontbreken van een uitpakprogramma je eigenlijk al opgevallen? Die staat er nu ten onrechte! Gelukkig verdwijnt deze melding na een herstart: open het hoofdvenster van SABnzbd en kies voor Opties / Herstarten / OK.

Externe schijf aansluiten

De kans is groot dat Raspbian jouw externe schijf niet herkent. De reden hiervoor is dat dit besturingssysteem van oudsher niet overweg kan met het ntfs-bestandssysteem van Windows. Gelukkig kun je daar eenvoudig iets aan doen door het bestandssysteem te wijzigen. Op een Raspberry Pi kun je hiervoor het programma GParted installeren. Doe je dit klusje liever in Windows, dan gebruik je hiervoor een partitiemanager als EaseUS Partition Master. Als bestandssysteem kies je bij voorkeur voor ext3 of ext4. Besef wel dat je door het formatteren van de schijf alle opgeslagen gegevens kwijtraakt!

©PXimport

11 Mediamappen

Je bepaalt zelf in welke mappen je de mediabestanden wilt opslaan. Aangezien de micro-sd-kaart van de Raspberry Pi relatief weinig opslagcapaciteit bevat, sluit je hiervoor het beste een externe schijf aan. Ga in het Raspbian-menu naar Hulpmiddelen / Bestandbeheerder en open de inhoud van het externe opslagstation. Maak vervolgens de mappen Downloads en Tijdelijke downloads aan. Je gaat in SABnzbd daarna naar Instellen / Mappen. Klik bij de opties Tijdelijke download map en Map voor verwerkte downloads op Browse. Je wijst nu de juiste bestandslocaties op de externe harde schijf aan. Bevestig de wijzigingen onderaan met Opslaan en voer een herstart uit.

©PXimport

Downloadwetgeving

Voordat je daadwerkelijk begint met downloaden, is het belangrijk dat je enige kennis hebt van de huidige regelgeving rondom downloaden. Het is namelijk niet toegestaan om auteursrechtelijk beschermde bestanden vanaf usenet op te slaan. Ook voor eigen gebruik is dat verboden. Ondanks dit downloadverbod is usenet nog altijd erg populair. Zo staat de community www.nzbserver.com vol met nzb’tjes van illegale films, series en muziek. Stichting Brein en rechthebbenden ‘jagen’ vooralsnog vooral op de verspreiders van illegale bestanden. Als downloader is het risico relatief beperkt, al zijn toekomstige sancties niet helemaal uit te sluiten. Je downloadt mediabestanden dan ook op eigen risico.

12 Nzb-bestanden

SABnzbd is er nu helemaal klaar voor. Je hebt nu alleen nog maar een nzb-bestand van een leuke film, serie of muziekalbum nodig. In een nzb-bestand staan alle verwijzingen van een mediabestand genoteerd, zodat SABnzbd precies weet welke data het uit welke nieuwsgroep moet ophalen. Open in de browser een nieuw tabblad en ga naar de website www.nzbserver.com. Je ziet hier precies welke mediabestanden er op usenet te vinden zijn. Zie je een leuke titel staan? Klik erop om een beschrijving en specifieke bestandsinformatie op te vragen. Om te achterhalen of het om een betrouwbare spot gaat, is het soms zinvol om de reacties even door te nemen. Klik op de blauwe knop Download NZB om het nzb-bestand op te slaan.

©PXimport

13 Downloadopdracht starten

Heb je eenmaal een nzb-bestand gevonden, dan start je eenvoudig een downloadopdracht. Klik binnen SABnzbd rechtsboven op NZB toevoegen. Via Bestand kiezen wijs je het gewenste nzb-bestand aan. Standaard vind je die in de map Downloads. Kies bij het onderdeel Modus voor de optie +Opschonen. SABnzbd repareert daarmee zo nodig beschadigde bestanden en pakt rar-archieven automatisch uit. Na het uitpakproces gooit het programma alle overbodige dataresten direct weer weg. Bedenk eventueel nog een relevante bestandsnaam en klik als laatste op Ophalen. Het downloadproces begint direct.

©PXimport

14 Downloadproces volgen

In het hoofdvenster van SABnzbd volg je nauwlettend het downloadproces. Zo zie je hoeveel data er nog resteert en hoeveel tijd het downloadproces in beslag neemt. Verder zie je ook hoeveel vrije schijfruimte er nog beschikbaar is. Bedenk goed dat de Raspberry Pi krachtig genoeg is om downloadtaken te verwerken, maar voor andere taken blijft er wel weinig rekenkracht over. Wil je dus iets anders doen, dan is het slim om het downloadproces even te pauzeren. Na het downloaden vind je de uitgepakte mediabestanden terug in de daarvoor bestemde mappen op je externe schijf.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.