ID.nl logo
De hitte komt eraan: hoe houd je je huis (en je hoofd) koel?
© Studio Romantic
Energie

De hitte komt eraan: hoe houd je je huis (en je hoofd) koel?

Worstel je tijdens zomerse dagen met een oververhit huis? Je bent niet alleen! Eén op de drie Nederlandse huishoudens heeft moeite om de woning koel te houden. Ontdek in dit artikel praktische en betaalbare oplossingen voor een koel huis, zelfs zonder airconditioning. Of je nu in een huurwoning, flat of ouder huis woont, onze tips helpen je een comfortabel binnenklimaat te creëren. Bereid je voor op een koele zomer!

In dit artikel lees je over:

  • De uitdagingen van oververhitting in Nederlandse woningen

  • Cijfers en feiten over koelproblemen in verschillende type huishoudens

  • Huidige methoden die Nederlanders gebruiken om hun huizen koel te houden

  • Regionale verschillen in het gebruik van airconditioning

  • Praktische tips om je huis koel te houden zonder airco

  • Duurzame oplossingen voor een comfortabel binnenklimaat

  • Ook lezen: Wat kun je zelf doen tegen hittestress in je woonomgeving?

Je zou het gezien de nattigheid van de laatste maanden niet zeggen, maar de zomers in Nederland worden steeds warmer en intenser. Recente cijfers van het CBS tonen aan dat maar liefst één op de drie Nederlandse huishoudens moeite heeft om hun woning voldoende te koelen tijdens warme dagen. Dat probleem treft vooral huurders, flatbewoners en mensen in oudere woningen.

De uitdaging in cijfers

De cijfers schetsen een tamelijk verontrustend beeld van de situatie in Nederland. Maar liefst 34 procent van de Nederlandse huishoudens kan hun woning niet voldoende koelen tijdens warme dagen. Dat percentage stijgt aanzienlijk als we kijken naar specifieke groepen. Zo heeft 55 procent van de private huurders moeite met het koelen van hun woning, terwijl 46 procent van de sociale huurders hiermee worstelt.

Deze cijfers laten een duidelijk patroon zien: mensen in huurwoningen, flats en oudere, minder goed geïsoleerde huizen (gebouwd vóór 1970) hebben de grootste uitdagingen. Ook speelt welvaart een rol, waarbij 47 procent van de minder welvarende huishoudens koelproblemen ervaart. Dat is niet verrassend, aangezien deze groep vaak in minder goed geïsoleerde woningen of flats woont, waar koeling dus een grotere uitdaging is.

Vaste airco in huis? Dat kan!

Bekijk hier de mogelijkheden voor jouw situatie!

Huidige koelmethoden

Nederlanders hebben verschillende manieren gevonden om hun woningen koel te houden, variërend van eenvoudige tot meer geavanceerde methoden. De meest gebruikte methode, door 72 procent van de huishoudens toegepast, is het openzetten van ramen 's avonds en 's nachts. Daarnaast houdt 60 procent van de huishoudens overdag de ramen en gordijnen dicht – een slimme en effectieve tactiek om de binnenkomende warmte te beperken. Ongeveer de helft van de huishoudens maakt gebruik van zonneschermen of rolluiken, wat eveneens effectief kan zijn in het blokkeren van direct zonlicht.

Opvallend is dat slechts 10 procent van de huishoudens beschikt over vaste airconditioning. Dat percentage varieert echter behoorlijk, afhankelijk van het type woning: in koopwoningen heeft 18 procent vaste airco, in huurwoningen (zowel sociaal als privaat) is dat minder dan 5 procent.

©Milan Gucic | astrosystem

Regionale verschillen

Nederland mag dan een klein land zijn, maar als het gaat om het gebruik van airconditioning zijn er opvallende verschillen te zien. Deze verschillen kunnen worden toegeschreven aan factoren als klimaat, stedelijkheid en lokale bouwpraktijken.

Limburg spant de kroon met 28 procent van de huishoudens die beschikken over vaste airconditioning. Dat hoge percentage zou kunnen worden verklaard door de gemiddeld hogere temperaturen in deze zuidelijke provincie. Aan de andere kant van het spectrum vinden we Groningen en Flevoland, waar slechts 7 procent van de huishoudens vaste airco heeft.

Er is ook een duidelijk verschil tussen stedelijke en landelijke gebieden. In niet-stedelijke gemeenten heeft 17 procent vaste airco, terwijl dat in zeer sterk stedelijke gemeenten slechts 7 procent is. Het verschil kan mogelijk worden verklaard door de hogere concentratie van appartementen en huurwoningen in stedelijke gebieden, waar de installatie van airconditioning vaak een stuk complexer of zelfs niet toegestaan is.

Manier om de woning te koelenPercentage huishoudens
's Avonds en/of 's nachts ramen open72,3%
Overdag ramen dicht65,3%
Gordijnen dicht61,9%
Zonnescherm of rolluiken naar beneden53,4%
Ventilator35,1%
Vaste airco12,3%
Mobiele airco5,7%
Warmtepomp waarmee wordt gekoeld2,6%

Tips om je huis koel te houden

Nu we de situatie in kaart hebben gebracht, is het hoog tijd om te kijken naar oplossingen. Hier een vijftal effectieve tips om je huis koel te houden, ook zonder airconditioning!

  1. Natuurlijke ventilatie: Open 's nachts en 's ochtends vroeg ramen en deuren om koele lucht binnen te laten en warme lucht te laten ontsnappen. Creëer een luchtstroom door ramen en deuren tegenover elkaar open te zetten. Deze methode maakt gebruik van het natuurlijke temperatuurverschil tussen dag en nacht en kan heel effectief zijn.

  2. Beperk warmte-inval overdag: Sluit overdag gordijnen, jaloezieën of rolluiken, vooral aan de zonkant. Gebruik reflecterende zonwering aan de buitenkant van de ramen. Deze maatregelen kunnen echt een flink verschil maken in de hoeveelheid warmte die je huis binnendringt.

  3. Verminder interne warmtebronnen: Beperk het gebruik van ovens, fornuizen en andere warmte-producerende apparaten. Schakel elektrische apparaten uit in plaats van ze op stand-by te laten staan. Elke kleine hittebron telt, vooral op warme dagen!

  4. Gebruik ventilatoren slim: Plaats een ventilator 's nachts bij een open raam om koele lucht naar binnen te blazen. Gebruik plafondventilatoren om een verkoelend effect te creëren zonder de temperatuur daadwerkelijk te verlagen. Ventilatoren verbruiken veel minder energie dan airconditioning en dragen toch bij aan een behaaglijker binnenklimaat.

  5. Isoleer je huis: Goede isolatie houdt niet alleen warmte binnen in de winter, maar ook buiten in de zomer. Overweeg dakisolatie, want veel warmte komt via het dak binnen. Hoewel dit een grotere investering is, kan het op lange termijn zowel je energierekening als je comfort aanzienlijk verbeteren.

Conclusie

Hopelijk ben je hiermee goed voorbereid op de komende hittegolf. Het fijne is dat je niet per se een dure airconditioning nodig hebt om het binnen enigszins aangenaam te houden. Of je nu in een appartement of een vrijstaand huis woont, er zijn genoeg betaalbare manieren om de temperatuur onder controle te houden. Denk aan simpele dingen zoals 's avonds de ramen openzetten voor frisse lucht, overdag de zonwering gebruiken of slim omgaan met ventilatoren. Het lijken misschien kleine aanpassingen, maar ze kunnen een groot verschil maken in je wooncomfort.

En het mooie is: al die kleine acties tellen op. Niet alleen zit je er zelf koeler bij, je bespaart ook nog eens op je energierekening. Ga dus aan de slag en maak van je huis een aangename plek, ook als het buiten tropisch heet is.

Toch een serieuze airco in huis? 💨

Vraag een offerte aan voor airconditioning:

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!