ID.nl logo
Wat kun je zelf doen tegen hittestress in je woonomgeving?
© Ulf Wittrock - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

Wat kun je zelf doen tegen hittestress in je woonomgeving?

Tijdens een hittegolf blijft de warmte in stedelijk gebieden langer hangen. Meer groen en meer schaduw helpen om het in en om het huis ietsje koeler te houden. Wat kun je zelf doen en wat kun je samen met je buren doen om dat soort hittestress in de stad aan te pakken? We geven tips voor huis, tuin, balkon én straat.

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen:

Hittestress wordt veroorzaakt doordat gebouwen en wegen overdag de warmte van de zon opnemen. Gedurende de nacht stralen ze die warmte weer uit, waardoor de lucht na zonsondergang warm blijft. Bovendien waait het in de stad minder, doordat er meer hoge gebouwen staan. De warme lucht blijft dus letterlijk hangen. Dat wordt ook wel het hitte-eilandeffect genoemd. In extreme situaties kan het verschil tussen stad en platteland wel 7 of 8 graden zijn. Je kunt dat goed voelen als je aan de rand van de stad de bebouwing uit fietst of wandelt. 

Wat kan de overheid doen tegen hittestress?

Een stad met veel groen heeft minder last van hittestress. Het helpt dus om meer parken en perkjes aan te leggen, groene daken op bushokjes en andere gebouwen aan te brengen en extra bomen te planten. Bomen geven schaduw en doordat ze diepe wortels hebben, kunnen ze beter water uit de grond halen en verdampen. Ook dat geeft verkoeling.

Groenaanleg in de openbare ruimte is een taak van de gemeente, maar je kunt als buurtbewoners natuurlijk wel vragen om meer bomen en ander groen in de straat. Er zijn gemeenten die actieve bewoners met goede ideeën graag tegemoetkomen. Soms ontstaan er op die manier wijktuinen die de bewoners zelf onderhouden. 

©Basicmoments

Wat kun je zelf doen tegen hittestress?

In en om je eigen huis kun je ook veel doen tegen hittestress. Daar heb je zelf plezier van, maar ook je buren profiteren ervan mee. Het effect is nog groter als iedereen in de buurt een of meer maatregelen neemt. Je kunt onder andere het volgende doen: 

Groen dak

Een groen dak geeft verkoeling in de zomermaanden. Met een groen dak wordt het minder warm in je eigen huis en in de omgeving. Sedum is een populaire begroeiing voor groene daken, onder andere omdat deze vetplantjes weinig onderhoud en geen dikke laag aarde nodig hebben. Wil je maximaal effect van een groen dak, dan is een laag aarde van zo’n 40 centimeter beter. Op zo’n dak kun je meer soorten planten laten groeien.

Het omgevingseffect van een groen dak wordt pas merkbaar als veel meer buren ze gaan aanleggen. Om dat te bevorderen, geven sommige gemeenten alleen subsidie voor groene daken als bewoners samenwerken. Maar er zijn ook gemeenten die subsidie geven aan individuele bewoners. Of je subsidie kunt aanvragen, kun je controleren op de Groene Subsidiewijzer.

Minder tegels, meer groen

Een tuin met veel steen houdt warmte vast. Een tuin met meer groen is koeler en laat regenwater makkelijker wegzakken, wat het risico op wateroverlast vermindert. Wil je de hoeveelheid steen in je tuin terugdringen? Dan kun je gaan tegelwippen, een activiteit waar sommige gemeenten ook subsidie voor geven en waar zelfs een Nederlands Kampioenschap voor bestaat. Je kunt als vuistregel aanhouden dat je maximaal 40 procent van je tuin bestraat houdt, bijvoorbeeld voor het terras en voor looppaden. De rest van de tegels vervang je door gras of planten.

Tegelwippen is een karweitje dat je zelf kunt doen. Verwijder een laag zand van 30 centimeter en vervang die door tuinaarde. Daarin vinden de planten een voedzame bodem. Vervolgens moet je het afgegraven zand en de verwijderde tegels een nieuwe bestemming geven. Kun je het niet voor een ander project gebruiken, dan kun je nagaan of de gemeente het komt ophalen. Misschien kun je er ook een buurtbewoner blij mee maken. 

Geveltuintje of groene gevel

Heb je geen voor- en/of achtertuin, maar wil je toch graag wat meer groen rondom je huis? Misschien kun je dan een geveltuintje maken. Je haalt dan een paar tegels langs de gevel weg om er een groenstrook van te maken. Je kunt hiervoor dezelfde werkwijze volgen als hiervoor beschreven. Controleer wel eerst bij de gemeente en eventueel bij de verhuurder of het mag.

Je kunt een geveltuintje ook uitbreiden tot een groene gevel. Je laat dan een klimplant groeien tegen een raster dat je eerst aan de gevel hebt bevestigd. Een groene gevel zorgt ook dat de warmte minder makkelijk door de muur heen naar binnen komt. 

©ronstik

Boom of struiken in je tuin

Als je er de ruimte voor hebt, is een boom in je tuin een heerlijke verkoeler. Als de boom wat groter is, kun je 's zomers heerlijk in de schaduw van het bladerdak zitten. Ook dieren vinden het fijn om verkoeling of beschutting in de boom te vinden. Kies wel een boom die tegen het Nederlandse klimaat én tegen droogte kan. Heb je minder ruimte, dan zijn struiken een prima alternatief. 

Tuinier verticaal

Heb je alleen een balkon met weinig ruimte? Dan kun je ook verticaal tuinieren. Op je balkon kun je bijvoorbeeld bakken en potten ophangen of op een rek of etagère neerzetten. Er bestaan ook speciale plantenzakken die je kunt ophangen. Je kunt de zakken vullen met aarde en zaadjes.

Of kies voor een hanging basket. Dat is een mandje van metaaldraad dat je aan de binnenkant bekleedt met mos, twijgen of een inlegvel van kokosvezels. Hierin leg je een stuk afvalplastic, bijvoorbeeld van een zak potgrond, en daarop de aarde. Afhankelijk van de grootte van de mand kun je er een of meerdere hangplanten in planten. Maak aan de zijkant een paar gaten in het plastic, zodat overtollig water kan weglopen. Hang de mand op en laat de plant(en) maar groeien. 

©www.smith1972.com

Luiken dicht

Is er een hittegolf gaande? Dan heb je direct effectieve maatregelen nodig om de binnentemperatuur op een aangenaam niveau te houden. Een airconditioning werkt goed, maar is niet klimaatvriendelijk. Buiten wordt het er alleen maar warmer van. Het is beter voor de planeet om de warmte buiten te houden. Dat betekent overdag de deuren en ramen dichthouden en zorgen dat de straling van de zon niet binnen kan komen.

Zonwering aan de buitenkant is daarvoor het meest effectief. Niet voor niets hebben de huizen in mediterrane landen vaak luiken aan de buitenkant. Het helpt ook om dikke, verduisterende gordijnen dicht te houden. Pas als het 's avonds afkoelt, is het tijd om alles even te laten doorluchten. 

Vraag een offerte aan voor hovenier:

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.