ID.nl logo
Beter thuiswerken op je iPad met deze 5 tips
© Reshift Digital
Huis

Beter thuiswerken op je iPad met deze 5 tips

Apple blijft schaven en schuren aan iPadOS en inmiddels is het besturingssysteem zo geavanceerd dat je je iPad goed kunt gebruiken als laptop. Thuiswerken op de tablet van Apple is niet langer meer een probleem. Wij geven je vijf tips als je wilt werken op een iPad.

Hoewel je je iPad misschien alleen gebruikt voor surfen op het internet, het spelen van spelletjes of het bekijken van films en series, kan de tablet eigenlijk nu al alles wat een laptop ook kan. Waarom zou je daar geen gebruik van maken? Wellicht ben je vergeten waar de iPad allemaal toe in staat is, zeker na de komst van iPadOS eind vorig jaar. Even een kleine opfriscursus dan.

1. Handgebaren gebruiken

Met alleen de thuisknop en wat heen en weer swipen red je het niet meer, zeker niet als je de iPad wilt gebruiken om thuis te werken. Apple heeft met iPadOS de mogelijkheid toegevoegd om te multitasken door middel van handgebaren. Zo gebruik je (letterlijk in een handomdraai) verschillende apps tegelijk, schakel je snel tussen diverse apps en geef je de belangrijkste apps de meeste ruimte op je scherm. Op deze pagina worden het grootste deel van de handgebaren benoemd.

©PXimport

2. Multitasken

Laten we de mogelijkheid om twee apps tegelijk te gebruiken nog even kort bespreken. Ook dit is mogelijk geworden door het nieuwe besturingssysteem van de iPad, op een vergelijkbare manier als dat je meerdere vensters open hebt staan in je Chrome-browser. De meeste apps van Apple ondersteunen de mogelijkheid om ze tegelijk te gebruiken, waaronder Safari, Notities, Mail en Kaarten.

Hoe het werkt: open een app, veeg omhoog vanaf de onderkant van het scherm om het Dock te openen en houd op het Dock je vinger op de tweede app die je wilt openen. Sleep deze van het Dock naar de linker- of rechterkant van het scherm en je kunt nu twee apps tegelijk gebruiken.

©PXimport

3. Safari evenaart desktopversie

Apple heeft ook de eigen browser Safari flink aangepakt. Zo toont Safari automatisch de desktopversies van websites, die passend worden gemaakt voor het scherm van de iPad, met geoptimaliseerde touch-mogelijkheden. Ook is het hierdoor gemakkelijker geworden om te werken met online diensten als Google Documenten, Squarespace en WordPress. En dat komt goed uit als je vanuit huis werkt.

©PXimport

4. Externe opslag

De iPad ondersteunt nu ook externe schijven, waardoor je usb-sticks of sd-kaarten kunt aansluiten en rechtstreeks bestanden kunt importeren. Zo verschuif je net als op een computer bestanden van de ene naar de andere locatie. Bedenk wel dat je hiervoor waarschijnlijk een extra adapter nodig hebt. De meest recente iPad Pro-versies maken gebruik van een USB-C-aansluiting voor opladen en accessoires, maar alle andere iPads hebben nog een Lighting-aansluiting. Dat gaat niet samen met je externe schijf en sd-kaart en dus heb je aparte adapters nodig.

©PXimport

5. Muis en toetsenbord gebruiken

Aanvankelijk was de optie om een muis aan te sluiten op je iPad nog goed verstopt, maar sinds de komst van iPadOS 13.4 en het Magic Keyboard voor de iPad Pro is dat compleet veranderd. Sluit, na het downloaden van iPadOS 13.4, een bekabelde of draadloze (bluetooth-) muis of toetsenbord aan en je kunt direct aan de slag. Een nieuwe iPad heb je niet nodig. Voor het aansluiten van een bluetooth-muis ga je naar Instellingen en vervolgens naar Toegankelijkheid en Aanraken. Schakel hier AssistiveTouch in. In dit venster vind je ook Apparaten. Klik erop en je vindt bluetooth-apparaten. Hier kun je op zoek gaan naar je bluetooth-muis. Een bekabelde muis sluit je aan door deze (al dan niet via een adapter) in de iPad te steken. Ga opnieuw naar Instellingen, Toegankelijkheid en vervolgens naar Aanraken en schakel hier AssistiveTouch in.

Daarmee heb je direct wat tips om direct thuis aan de slag te gaan met de iPad.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen