ID.nl logo
Het wel en wee rondom usb-c
© PXimport
Huis

Het wel en wee rondom usb-c

Het had dé aansluiting moeten worden waar eindelijk alles mee kon worden geregeld. Usb-c zou zowel smartphones als laptops kunnen opladen én bestanden overbrengen én beeldschermen aansluiten. Geen gedoe meer met verschillende kabels voor verschillende devices. De praktijk is helaas nog anders. Usb-c is nu een verwarrende janboel van protocollen en aansluitingen.

Groot was de verrassing toen Apple in 2015 een MacBook aankondigde met slechts één aansluitpoort. Die ene usb-c-poort was nodig om zowel de laptop op te laden als om data te versturen; ook moest je hem gebruiken als je de laptop op een extern beeldscherm wilde aansluiten. Zeker het feit dat er slechts één zo’n poort op de computer zat die dat allemaal moest doen (soms ook tegelijk) maakte de Macbook onpraktisch in gebruik. Maar Apple leek ook ergens op het goede spoor te zitten. Een écht universele aansluiting, is dat niet wat we altijd al wilden?

Het woord ‘universal’ in usb leek tot een jaar of twee geleden niet echt waar te maken wat het beloofde. Zo universeel is usb immers lang niet bepaald geweest: micro, mini, regulier ... Er zijn tientallen verschillende kabels waarmee je telefoons, tablets en computers kunt koppelen aan schijven en beeldschermen. Usb-c moet daar verandering in brengen.

Vorm

Toen de nieuwe poort in 2014 werd geïntroduceerd, had die potentie: een overdrachtssnelheid van wel 5 Gb/s en een laadcapaciteit van 100 watt.

Wie nu denkt aan usb-c denkt waarschijnlijk vooral aan de oplaadkabel die bij de meeste nieuwe smartphones wordt geleverd. Het is de kabel met de wat ovale aansluiting, die in tegenstelling tot eerdere opladers gewoon op twee manieren in een oplaadpoort past. Handig! Hoewel usb-c als aansluiting eindelijk universeel lijkt, is er wel een flink aantal standaarden en protocollen nodig die juist weer níét altijd met elkaar samenwerken. Hoe dat precies gaat is ingewikkeld te begrijpen. Daarom maakt usb-c voorlopig ook nog niet waar wat al jarenlang beloofd wordt – en zijn consumenten regelmatig goed in de war.

Pinnen

Wanneer we het hebben over usb-c hebben we het over de fysieke connector. Dat is de connector die je op dit moment waarschijnlijk in je Android-telefoon gebruikt, de ovaalvormige aansluiting die je nooit drie keer hoeft te proberen voor je weet of hij juist in de aansluiting zit.

Die aansluiting heeft binnenin een aantal pinnetjes. Daar zit het grootste fysieke verschil van de usb-c-aansluiting: die heeft er maar liefst 24, tegenover een schamele 5 die het oudere micro-usb heeft. En zonder het al té technisch te maken: meer pinnen betekent sneller bestanden overzetten en opladen. Je kunt de extra pinnen ook gebruiken om dingen te doen als videostreaming. En, belangrijker nog, het kan allebei met diezelfde aansluiting. In theorie heb je dus maar één kabel nodig waarmee je je laptop kunt opladen én er bestanden op kunt zetten. En in theorie heb je nog maar één kabel nodig om al je randapparatuur zoals beeldschermen en harde schijven aan te sluiten op elkaar.

©PXimport

Standaarden

Tot zover is dat allemaal nog vrij logisch: één kabel om alles aan te sluiten. In theorie. Maar dan wordt het gecompliceerder. Behalve met de fysieke connector heb je bij usb-kabels te maken met verschillende standaarden. Het is met name de usb 3.1-standaard die het hele verhaal wat ingewikkeld maakt. Usb 3.1 werd ongeveer tegelijkertijd met usb-c uitgebracht. Usb 3.1 is de opvolger van usb 3.0, met als belangrijkste verschil dat het makkelijker en universeler werd voor ontwikkelaars om er apparatuur en software voor te bouwen. Usb 3.0 werd dan ook langzaamaan uitgefaseerd en min of meer ‘opgenomen’ in het usb3.1-protocol. Als je dus ergens een apparaat in de winkel ziet met ‘usb 3.0’ op de doos, dan is dat waarschijnlijk een verouderd stukje technologie.

Het verschil tussen de diverse generaties usb 3.1 is nogal verwarrend

-

Twee generaties

Nog een jaar later werd er wéér een nieuw usb-protocol geïntroduceerd. Het ging om een betere versie van usb 3.1, dat sindsdien verdeeld wordt in ‘gen 1’ en ‘gen 2’. Hier is het verschil ineens een stuk beter merkbaar. Gen 2 verdubbelt namelijk de maximale overdrachtssnelheid van usb, van 5 gigabit per seconde naar 10.

Wat het allemaal wat verwarrend maakt is dat usb 3.1 (of het nou gen 1 of gen 2 is) los staat van usb-c. Er zijn ook usb 3.1-kabels met een micro-usb-aansluiting, of mini-usb, of juist de standaard usb a-aansluiting. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een usb-c-connector geen gebruik maakt van usb 3.1, maar van usb 2.0 - al komt dat laatste in de praktijk maar weinig voor. En áls je dan een usb 3.1-aansluiting hebt, is dat dan gen 1 (met 5 Gb/s) of gen 2 (met 10 Gb/s)?

Oh, en dan is er ook nog Thunderbolt, vergelijkbaar in hoe universeel het is maar toch nét iets anders. Dat werd ontwikkeld door Intel (samen met Apple), en in 2015 besloot het bedrijf dat het nieuwe Thunderbolt 3 uit 2015 alleen nog gebruik zou maken van usb-c.

©PXimport

Extra mogelijkheden

Usb-c heeft nog andere meerwaarde dan alleen snellere overdracht van bestanden, en daar komt het échte universele van de ‘universal serial bus’ om de hoek kijken. Usb-c kan worden gebruikt om geluid af te spelen, of om een beeldscherm aan te sturen, of om een apparaat op te laden. Dat laatste gebeurt natuurlijk al met telefoons, maar ook laptops zou je in theorie met dezelfde kabel kunnen opladen als waarmee je ook je bestanden overzet.

Althans ... Dat was het idee. In de praktijk blijkt dat lang niet allemaal te werken. De reden: deze functionaliteiten zijn alle optioneel. Het zijn zogenoemde ‘alternate modes’; ook displayport (waarmee je dvi en hdmi kunt aansturen) of pci-express vallen eronder. Makers hebben de keuze of ze zulke alternate modes implementeren, dus het is vaak aan de consument om uit te zoeken wanneer iets wel of niet met een apparaat samenwerkt.

“Of dat werkt, zie je niet aan de buitenkant”, zegt Wouter Hol. Hij is de oprichter van Kabeltje.com, één van de grootste kabelwebwinkels van Nederland. Kabeltje krijgt regelmatig vragen van klanten die in de war zijn van de verschillende standaarden. “Als jij een apparaat hebt met een usb-c-aansluiting wil dat niet automatisch zeggen dat alle kabels daarop werken. Video-streamen op smartphones is een bekend voorbeeld. Veel van onze klanten kopen bijvoorbeeld een verloopadapter van usb-c naar hdmi en komen er daarna pas achter dan hun telefoon dat helemaal niet ondersteunt.” Een deel van het probleem is de beperking die hardware met zich meebrengt. “Een videokaart in een computer is krachtig, maar een telefoon kan het delen van beeld naar een groter scherm op deze manier niet aan”, zegt Hol. “Daar is de rekenkracht niet naar.”

Muziek spelen

Die alternate modes worden ook in toenemende mate ingezet om muziek af te spelen op smartphones. Die trend begon toen Apple de beslissing maakte om de iPhone 7 niet meer van een hoofdtelefoonaansluiting te voorzien. Een moedig besluit en bovendien zou bluetooth de toekomst moeten zijn, aldus Apple, dat geen zinnige argumenten voor consumenten kon bedenken. Luisteren met een traditionele koptelefoon kon nog wel gewoon – maar dan wel met een dongel. Andere fabrikanten volgden slaafs. Inmiddels zijn steeds meer high-end smartphones niet meer voorzien van een koptelefoonaansluiting. Muziekfanaten moeten dan ook uitwijken naar óf een bluetooth-koptelefoon, óf eentje met een usb-c-aansluiting.

Ook dat levert vaak problemen op. Audio via usb-c kan namelijk actief of passief zijn. Daarbij zit de DAC (digital audio converter) respectievelijk in de hoofdtelefoon zelf of in de telefoon. Als je een ‘gewone’ koptelefoon gebruikt of luistert via bijvoorbeeld een usb-c-dongel, dan moet de telefoon de zogeheten ‘audio accessory mode’ ondersteunen. Maar lang niet alle telefoons hebben dat. Je moet ook daar dus goed kijken welke koptelefoons goed bij welke telefoons passen – al hopen de fabrikanten uiteraard dat je hun eigen meegeleverde oortjes gebruikt, of koopt uit het duurdere assortiment (wat de ware reden achter het verwijderen van de hoofdtelefoonaansluiting zou kunnen zijn).

Buitenbeentje

Je kunt het niet over usb-c hebben zonder de olifant in de kamer tegen te komen: Apple. Hoewel usb-c inmiddels al best wat jaren oud is en ook al langer wordt gebruikt, is het Apple die de nieuwe poort voor het eerst onder het grote publiek bekend maakte. Dat gebeurde met de MacBook uit 2015. Die had maar één poort, en dat was usb-c. Dat kwam het bedrijf op veel kritiek te staan. Enigszins terecht, want voor gebruikers blijkt het leven met één aansluiting voor zowel opladen als bestanden overbrengen en een beeldscherm aansluiten niet zo simpel te zijn. Apples redenering is ergens wel te begrijpen: door bluetooth en wifi en Apples eigen AirDrop lijkt draadloos de toekomst. Het zal ook meespelen dat dongels een lucratieve business zijn. “De aansluiting zelf is een goed idee want de klant weet waar hij dan aan toe is”, denkt Hol, “maar het is voor de klant vrij ongemakkelijk dat er dan maar één connector aan zit en hij met allerlei verloopstukjes moet gaan rommelen.”

Lightning C

Apple is sowieso altijd al een beetje tegendraads geweest als het gaat om aansluitingen en met name standaarden. De iPhones en iPads van het bedrijf maken natuurlijk gebruik van de lightning-aansluiting, een eigen connector die nergens anders voor wordt gebruikt dan de telefoons en tablets uit Cupertino. Die lightning-aansluiting is niet omkeerbaar en kan niet worden gebruikt met andere aansluitingen zoals usb-c. Dat maakt het des te verwarrender dat Apple bij de MacBook juist koos voor een usb-c-aansluiting: zou het niet makkelijker zijn om ook dáár langzaam maar zeker een lightning-aansluiting te implementeren? Of andersom: moeten de telefoons en tablets niet gewoon over naar usb-c? Dat gebeurde eerder dit jaar bijna toen het bedrijf de nieuwe iPad Pro aankondigde. Die had namelijk wél een usb-c-poort. Volgens Apple betekent dat niet het einde van de lightning-aansluiting. “De iPhones en iPads blijven gewoon lightning gebruiken”, zegt een woordvoerder van het bedrijf. De belangrijkste reden om op de nieuwste iPad toch usb-c te implementeren? “Usb-c past goed bij de nieuwe mogelijkheden van de iPad Pro, zoals het aansluiten op externe 5K-schermen en om nieuwe apparaten zoals camera’s, muziekinstrumenten en accessoires aan te kunnen sluiten.” Externe opslag mag je van Apple dan weer niet aansluiten op de iPad Pro.

©PXimport

Apple kiest bij de iPad Pro ook voor een usb-c-poort, maar blijft verder bij lightning

-

Voorlichting

Voor consumenten kan die onduidelijkheid verwarrend zijn. Zij willen dat een apparaat gewoon werkt, dat je de stekker gewoon in de bijbehorende poort kunt steken zonder gedoe. “Zeker in de beginjaren van usb-c merkten we wel dat dat een probleem was”, zegt Wouter Hol van Kabeltje.com. “We kregen toen veel vragen van klanten over hun net gekochte kabels. Inmiddels is dat wel wat minder geworden. Het is moeilijk te zeggen waarom dat is. Misschien weten klanten inmiddels wel wat het verschil is tussen verschillende soorten usb-c-kabels. Of het heeft te maken met het feit dat mensen eerder de handleiding van hun smartphone of apparaat lezen voordat ze er een kabel voor kopen. En we zijn de laatste jaren ook steeds meer voorlichting gaan geven aan consumenten over welke kabel zij nodig hebben. Dat kan ook meespelen.”

Hol denkt dat het in principe wel goed is dat er één universele aansluiting is zoals usb-c, maar er zou ook meer voorlichting moeten zijn. Je kunt er immers niet vanuit gaan dat kopers de subtiele en verwarrende verschillen makkelijk begrijpen. “Het zou veel duidelijker vermeld moeten worden bij wat je koopt. Op zowel apparaten als kabels zou moeten staan: ‘Dit apparaat werkt met die en die kabels’. Dat gebeurt nu te weinig en dan krijg je verwarring.”

Schaalbaarheid

Eén universele aansluiting lijkt er dus voorlopig nog niet te zijn. Usb-c is qua stekker en poort echter een goed begin. Het zijn vooral de verschillende standaarden en protocollen die het op dit moment in de praktijk lastig maken om die ene kabel zo universeel te maken. Als je de aansluiting echter als losstaand iets ziet, dan is usb-c goed op weg dé aansluiting te worden voor alles. Dat is ook niet zo gek, want de connector is gebouwd met zulke schaalbaarheid in het achterhoofd. Nu is het dus vooral nog wachten op de fabrikanten.

Europese standaard

“Heeft er iemand een iPhone-lader bij de hand?” Grote kans dat je die zin ooit hebt gehoord als je ergens op kantoor werkt. Hoewel het probleem veel minder groot is dan, pak-hem-beet, acht jaar geleden is het nog steeds erg irritant dat er verschillende opladers voor verschillende telefoons zijn. Mensen met een wat ouder toestel zitten nog op micro-usb, nieuwere toestellen hebben usb-c, en Apple-gebruikers hebben hun eigen oplader. Europa probeert dat probleem al sinds 2009 op te lossen. De Europese Commissie wil telefoonmakers via wetten en regelgeving verplichten één universele oplader te maken. Dat zou niet alleen handig zijn, maar ook 51.000 ton aan elektronica-afval per jaar schelen omdat niet iedereen zijn opladers meer weggooit. Bedrijven zeggen al jaren met een eigen oplossing te komen; in 2009 besloten Apple, Samsung en Huawei collectief micro-usb te gebruiken, maar Apple deed daar uiteindelijk toch niet aan mee. De EU wil het nu niet langer aan het bedrijfsleven zelf laten, maar denkt er nu over zelf harde maatregelen te nemen. Maar hoe lang dat nog kan duren ...

©PXimport

▼ Volgende artikel
Dit is wat One UI 7 op de Samsung Galaxy S25 te bieden heeft
© Wesley Akkerman
Huis

Dit is wat One UI 7 op de Samsung Galaxy S25 te bieden heeft

De Samsung Galaxy S25-lijn is de eerste smartphonereeks die beschikt over versie 7 van One UI, de Samsung-softwareschil die je aantreft op de Android-apparaten van het bedrijf. In dit artikel lees je wat je allemaal verwachten kunt van One UI 7.

One UI 7 heeft verschillende softwaremogelijkheden die niet altijd aan bod komen in een recensie, maar die wel heel handig kunnen zijn. We nemen je mee langs de belangrijkste wijzigingen aan het systeem en kijken onder meer naar: • Systeemaanpassingen • Now Bar en Now Brief • Het aanpasbare snelmenu • De overige AI-mogelijkheden

Lees ook: Review Samsung Galaxy S25 Ultra – Slimme AI of slimme marketing?

De rek is inmiddels wel uit de smartphoneontwikkeling. Fabrikanten kunnen nauwelijks nog innovatieve onderdelen toevoegen, omdat de slimme telefoon inmiddels zo goed als alles kan. Vooral op hardwaregebied valt er weinig nieuws meer te verwachten. Natuurlijk zullen we nog verbeteringen zien in camera's, processors en accu's, maar in grote lijnen is de smartphone uitontwikkeld. Daardoor zijn ze tegenwoordig net zo spannend als wasmachines: ze doen wat ze moeten doen.

Dat betekent echter niet dat er geen nieuwe functies worden ontwikkeld. Die zitten vooral in software. De Google Pixel 9-reeks zette die trend medio 2024 in met een verrassend snelle opvolger van de Pixel 8-serie. OnePlus, Asus en Samsung volgen die lijn en leggen de nadruk op software. One UI 7 is daar het beste voorbeeld van. Zonder die softwareschil had Samsung net zo goed een jaar aan smartphonelanceringen kunnen overslaan.

Systeemaanpassingen

Maar wat maakt One UI 7 dan zo bijzonder? We hebben de afgelopen weken de drie verschillende Samsung Galaxy S25-toestellen getest en zijn tot de onderstaande observaties gekomen. Zo is het onder meer mogelijk om een verticale applade in te stellen. Daarmee bedoelen we dat je al je apps in de applade kunt bekijken door omhoog en omlaag te vegen (in plaats van naar links en rechts). Dat regel je door de lade te openen, onderin op de drie puntjes te tikken en dan Sorteren > Alfabetische volgorde te selecteren.

Daarnaast valt op dat de animaties in One UI 7 veel soepeler zijn dan voorheen. Ze ogen en voelen gestroomlijnd, wat het hele systeem een verfijnde en samenhangende uitstraling geeft. In eerste instantie merk je dit misschien niet direct, maar na een paar uur gebruik valt de soepelheid steeds meer op. Ook de vernieuwde systeemiconen dragen bij aan de prettige bediening op de S25-modellen. One UI 7 voelt daardoor even modern als afgewerkt aan – en dat is een groot compliment.

©Wesley Akkerman

Hier zie je de menu-opties staan voor het opnieuw rangschrikken van de applade.

Now Bar en Now Brief

Ook biedt One UI 7 ruimte aan twee nieuwe onderdelen, de Now Bar en Now Brief. Hoewel ze enkele overeenkomsten hebben, gebruik je ze allebei op andere momenten. De Now Bar is een soort zwevend eiland (waar hebben we dat eerder gehoord) onderaan het vergrendelde scherm van je Galaxy, waar je basale interface-elementen in aantreft – denk aan een opnameknop voor een geluidsopname of bijvoorbeeld wegwijzers van Google Maps. Zo kun je snel iets regelen zonder je smartphone te hoeven ontgrendelen..

Now Brief daarentegen is veel uitgebreider. Dit is een apart onderdeel binnen One UI 7 waar veel AI-opties moeten samenkomen. Now Brief biedt op drie momenten van de dag een overzicht aan van onder meer het weer, het verkeer, je agenda-afspraken en bijvoorbeeld een Spotify-afspeellijst. Het moet je helpen de dag voor te bereiden, door te komen en erop terug te kijken. Zie dit als een soort persoonlijke dag-overzicht dus. Daarmee kan de Samsung Galaxy S25 Ultra, en later ook andere Galaxy's, dienen als een persoonlijke assistent.

©Wesley Akkerman

Dit is het thuisscherm van de Galaxy S25. Rechts van het weerbericht zie je twee widgets staan: de bovenste is een snelkoppeling naar Now Brief.

Aanpasbaar snelmenu

Een ander onderdeel dat het vermelden waard is, is het snelmenu. Daarmee doelen we op het menu dat je van boven naar beneden trek. Daarin staan allerlei opties, bijvoorbeeld voor wifi, bluetooth en andere kernonderdelen. Daar kon je al langer allerlei dingen in wijzigen, zoals bijvoorbeeld de knoppenindeling. Maar in ONe UI 7 ziet het er wel anders uit. Als je de Samsung Galaxy S25 Ultra opstart, dan heeft Samsung dit snelmenu voor je in twee delen opgedeeld. In het kader van overzicht – maar dat beteken ook dat je moet weten aan welke kant je de boel naar beneden moet trekken. Links geeft meldingen, terwijl je vanaf rechts de instellingen bekijkt.

Vind je deze tweedeling niet prettig? Je kunt gelukkig ook alles weer heel makkelijk in één overzicht bij elkaar zetten (zonder dat je daar bijvoorbeeld een aparte app als Good Lock voor hoeft te downloaden). Wanneer je dit doet, dan krijg je met een enkele swipe toegang tot zowel de notificaties als de opties. Je stelt dit met een paar simpele stappen in. Trek je snelmenu vanaf rechts naar beneden en tik op het potloodicoon aan de rechterkant. Tik nu op Vensterinstellingen (links) en tik op het volgende scherm op Samen. Tik nu op Gereed om de keuze te bevestigen. Vanaf dat moment heb je (weer) één snelmenu.

©Wesley Akkerman

Dit is het aangepaste snelmenu, dat notificaties en instellingen samenvoegt.

Overige AI-mogelijkheden

Tot slot kijken we naar de overige AI-mogelijkheden van de Samsung Galaxy S25-serie. Zo is het onder meer mogelijk Google Gemini te gebruiken. Dat doe je door de powerknop kort in te drukken: de assistent komt dan vanzelf vanaf beneden omhoog. Op moderne Galaxy's biedt Gemini ondersteuning aan voor verschillende Samsung- en Google-apps, waardoor het mogelijk is die apps aan te spreken en dingen uit te laten voeren met een stemcommando. Soms kun je zodoende twee of drie apps in één keer iets voor je laten doen, met één commando.

Op moment van schrijven lijken de mogelijkheden al redelijk uitgebreid te zijn, maar eerlijk is eerlijk: schijn bedriegt. Momenteel werken alleen de genoemde apps met deze AI-functie. Datzelfde geldt overigens voor Now Brief, als we daar nog even kort op terugkomen. Alleen de echt grote namen binnen de Google Play Store zullen direct werken met dit soort diensten. In de toekomst wordt dat aanbod uitgebreid. Nederlandse apps, zoals die van de NS bijvoorbeeld, werken hier nog niet mee. Daardoor is de waarde van dit soort AI-opties nu nog twijfelachtig.

©Wesley Akkerman

Als je op de powerknop drukt, komt Google Gemini naar boven. Zo ziet dat eruit.

▼ Volgende artikel
Wintersport voorbij? Zo houd je je skikleding fris en waterdicht
© Gorilla
Huis

Wintersport voorbij? Zo houd je je skikleding fris en waterdicht

Na een week vol sneeuwpret, frisse berglucht en indrukwekkende pistes is je skikleding niet meer zo fris. Eenmaal thuis gekomen blijft de tas met vuile was liggen voor de wasmachine. Want hoe was je eigenlijk skikleding? Als je je kleding niet goed wast en opbergt, is de kans groot dat je volgend jaar niet zo warm en droog blijft tijdens de afdaling. Onze tips helpen je om je skikleding te wassen, drogen en veilig op te bergen voor volgend jaar.

Dit artikel in het kort: ⛷️ Wacht niet te lang met je skikleding wassen. ⛷️ Bereid de kleding voor op de wasbeurt. ⛷️ Was op lage temperaturen met weinig wasmiddel en geen wasverzachter. ⛷️ Impregneer de kleding. ⛷️ Droog de kleding in een geventileerde ruimte.

Lees ook: Dit wil je weten over de wasprogramma's van je wasmachine

Was snel na je weekje wintersport

Het op de juiste wijze je skikleding wassen is belangrijk: daardoor blijft de kwaliteit van de kleding goed. Ook blijft de kleding warm en waterdicht. Veel skikleding is gemaakt van kunststoffen, zoals polyamide en polyester. Deze stoffen zijn waterafstotend, sterk en licht. De kleding is van tevoren extra behandeld om ze waterdicht te maken, waardoor sneeuw of regen niet door de kleding komt. Was je de kleding verkeerd? Dan kan de beschermende functie verloren gaan. Je zweet en vuiligheid tasten de kleding namelijk aan. Laat je skikleding na wintersport dus niet te lang voor de wasmachine liggen.

Check voordat je gaat wassen altijd het wasetiket van de kleding. Dan weet je precies hoe het kledingstuk gewassen mag worden. Lees ook: Betekenis wassymbolen: wat zijn die wasvoorschriften?

©Lyudmila

Wasmiddel en voorbereiding

Gebruik weinig wasmiddel om je skikleding te wassen. En koop een speciaal wasmiddel voor sport- en outdoorkleding om zeker te weten dat het goed is of gebruik een fijnwasmiddel. Giet er geen wasverzachter bij, want dat is niet goed voor de kleding. Laat de kleding ook niet stomen en gebruik geen bleekmiddelen.

Bereid de kleding altijd eerst voor op de wasbeurt. Leeg alle zakken, sluit alle ritsen, knopen en klittenband om schade aan de stoffen te voorkomen. Zitten er vlekken op de kleding? Behandel deze eerst. Zorg dat de kleding binnenstebuiten de wasmachine in gaat. Ook belangrijk: doe de trommel niet te vol. Er moet voldoende ruimte zijn wil de kleding schoon worden.

Wassen met de wasmachine

Nu de kleding op de juiste wijze in de wasmachine zit, is het tijd om het juiste programma aan te zetten. Kies een programma met lage temperaturen, maximaal 30 °C. Hogere temperaturen kunnen ervoor zorgen dat de waterdichte coating beschadigd raakt. Zit er een speciaal programma op je wasmachine voor outdoor kleding? Kies dan dit programma. Het programma heeft een laag toerental bij het centrifugeren. Doe naast je skikleding geen andere kleding in de wasmachine.

©Oriol Roca

Waterdicht maken van de skikleding

Heb je voor deze wintersportvakantie net nieuwe kleding gekocht? Dan is de kans groot dat deze gewoon waterdicht is gebleven na de wasbeurt. Als je kleding wat ouder is, kan het zijn dat deze niet meer zo waterdicht is als voorheen. Misschien heb je tijdens het skiën of snowboarden wel gemerkt dat er wat vocht doorheen kwam. Was dan de kleding nog een keer, maar nu met een impregneermiddel. Of spuit de kleding in met een speciale waterdicht-spray.

Drogen en opbergen

Als er op het waslabel staat dat de skikleding in de droger mag, dan kun je de kleding zo laten drogen. Anders hang je de kleding op, of leg je die ergens plat neer. Dit doe je in een ruimte waar er genoeg ventilatie is. Hang de kleding niet op in de zon. Drogen op een verwarming kun je beter ook niet doen.

Het wasetiket geeft ook aan of je de kleding mag strijken, mocht je de behoefte hebben om je skibroek te strijken. Je mag de kleding dan op een lage temperatuur strijken. Omdat je de skikleding een lange tijd waarschijnlijk niet meer gebruikt, is het verstandig om de kleding goed op te bergen. Hang de kleding op aan een haakje in de kast of vouw de kleding losjes op, zodat het op een plank kan liggen. Daardoor haal je je kleding volgend jaar weer fris uit de kast, direct klaar om van de pistes te zoeven.