ID.nl logo
Het wel en wee rondom usb-c
© Reshift Digital
Huis

Het wel en wee rondom usb-c

Het had dé aansluiting moeten worden waar eindelijk alles mee kon worden geregeld. Usb-c zou zowel smartphones als laptops kunnen opladen én bestanden overbrengen én beeldschermen aansluiten. Geen gedoe meer met verschillende kabels voor verschillende devices. De praktijk is helaas nog anders. Usb-c is nu een verwarrende janboel van protocollen en aansluitingen.

Groot was de verrassing toen Apple in 2015 een MacBook aankondigde met slechts één aansluitpoort. Die ene usb-c-poort was nodig om zowel de laptop op te laden als om data te versturen; ook moest je hem gebruiken als je de laptop op een extern beeldscherm wilde aansluiten. Zeker het feit dat er slechts één zo’n poort op de computer zat die dat allemaal moest doen (soms ook tegelijk) maakte de Macbook onpraktisch in gebruik. Maar Apple leek ook ergens op het goede spoor te zitten. Een écht universele aansluiting, is dat niet wat we altijd al wilden?

Het woord ‘universal’ in usb leek tot een jaar of twee geleden niet echt waar te maken wat het beloofde. Zo universeel is usb immers lang niet bepaald geweest: micro, mini, regulier ... Er zijn tientallen verschillende kabels waarmee je telefoons, tablets en computers kunt koppelen aan schijven en beeldschermen. Usb-c moet daar verandering in brengen.

Vorm

Toen de nieuwe poort in 2014 werd geïntroduceerd, had die potentie: een overdrachtssnelheid van wel 5 Gb/s en een laadcapaciteit van 100 watt.

Wie nu denkt aan usb-c denkt waarschijnlijk vooral aan de oplaadkabel die bij de meeste nieuwe smartphones wordt geleverd. Het is de kabel met de wat ovale aansluiting, die in tegenstelling tot eerdere opladers gewoon op twee manieren in een oplaadpoort past. Handig! Hoewel usb-c als aansluiting eindelijk universeel lijkt, is er wel een flink aantal standaarden en protocollen nodig die juist weer níét altijd met elkaar samenwerken. Hoe dat precies gaat is ingewikkeld te begrijpen. Daarom maakt usb-c voorlopig ook nog niet waar wat al jarenlang beloofd wordt – en zijn consumenten regelmatig goed in de war.

Pinnen

Wanneer we het hebben over usb-c hebben we het over de fysieke connector. Dat is de connector die je op dit moment waarschijnlijk in je Android-telefoon gebruikt, de ovaalvormige aansluiting die je nooit drie keer hoeft te proberen voor je weet of hij juist in de aansluiting zit.

Die aansluiting heeft binnenin een aantal pinnetjes. Daar zit het grootste fysieke verschil van de usb-c-aansluiting: die heeft er maar liefst 24, tegenover een schamele 5 die het oudere micro-usb heeft. En zonder het al té technisch te maken: meer pinnen betekent sneller bestanden overzetten en opladen. Je kunt de extra pinnen ook gebruiken om dingen te doen als videostreaming. En, belangrijker nog, het kan allebei met diezelfde aansluiting. In theorie heb je dus maar één kabel nodig waarmee je je laptop kunt opladen én er bestanden op kunt zetten. En in theorie heb je nog maar één kabel nodig om al je randapparatuur zoals beeldschermen en harde schijven aan te sluiten op elkaar.

©PXimport

Standaarden

Tot zover is dat allemaal nog vrij logisch: één kabel om alles aan te sluiten. In theorie. Maar dan wordt het gecompliceerder. Behalve met de fysieke connector heb je bij usb-kabels te maken met verschillende standaarden. Het is met name de usb 3.1-standaard die het hele verhaal wat ingewikkeld maakt. Usb 3.1 werd ongeveer tegelijkertijd met usb-c uitgebracht. Usb 3.1 is de opvolger van usb 3.0, met als belangrijkste verschil dat het makkelijker en universeler werd voor ontwikkelaars om er apparatuur en software voor te bouwen. Usb 3.0 werd dan ook langzaamaan uitgefaseerd en min of meer ‘opgenomen’ in het usb3.1-protocol. Als je dus ergens een apparaat in de winkel ziet met ‘usb 3.0’ op de doos, dan is dat waarschijnlijk een verouderd stukje technologie.

Het verschil tussen de diverse generaties usb 3.1 is nogal verwarrend

-

Twee generaties

Nog een jaar later werd er wéér een nieuw usb-protocol geïntroduceerd. Het ging om een betere versie van usb 3.1, dat sindsdien verdeeld wordt in ‘gen 1’ en ‘gen 2’. Hier is het verschil ineens een stuk beter merkbaar. Gen 2 verdubbelt namelijk de maximale overdrachtssnelheid van usb, van 5 gigabit per seconde naar 10.

Wat het allemaal wat verwarrend maakt is dat usb 3.1 (of het nou gen 1 of gen 2 is) los staat van usb-c. Er zijn ook usb 3.1-kabels met een micro-usb-aansluiting, of mini-usb, of juist de standaard usb a-aansluiting. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een usb-c-connector geen gebruik maakt van usb 3.1, maar van usb 2.0 - al komt dat laatste in de praktijk maar weinig voor. En áls je dan een usb 3.1-aansluiting hebt, is dat dan gen 1 (met 5 Gb/s) of gen 2 (met 10 Gb/s)?

Oh, en dan is er ook nog Thunderbolt, vergelijkbaar in hoe universeel het is maar toch nét iets anders. Dat werd ontwikkeld door Intel (samen met Apple), en in 2015 besloot het bedrijf dat het nieuwe Thunderbolt 3 uit 2015 alleen nog gebruik zou maken van usb-c.

©PXimport

Extra mogelijkheden

Usb-c heeft nog andere meerwaarde dan alleen snellere overdracht van bestanden, en daar komt het échte universele van de ‘universal serial bus’ om de hoek kijken. Usb-c kan worden gebruikt om geluid af te spelen, of om een beeldscherm aan te sturen, of om een apparaat op te laden. Dat laatste gebeurt natuurlijk al met telefoons, maar ook laptops zou je in theorie met dezelfde kabel kunnen opladen als waarmee je ook je bestanden overzet.

Althans ... Dat was het idee. In de praktijk blijkt dat lang niet allemaal te werken. De reden: deze functionaliteiten zijn alle optioneel. Het zijn zogenoemde ‘alternate modes’; ook displayport (waarmee je dvi en hdmi kunt aansturen) of pci-express vallen eronder. Makers hebben de keuze of ze zulke alternate modes implementeren, dus het is vaak aan de consument om uit te zoeken wanneer iets wel of niet met een apparaat samenwerkt.

“Of dat werkt, zie je niet aan de buitenkant”, zegt Wouter Hol. Hij is de oprichter van Kabeltje.com, één van de grootste kabelwebwinkels van Nederland. Kabeltje krijgt regelmatig vragen van klanten die in de war zijn van de verschillende standaarden. “Als jij een apparaat hebt met een usb-c-aansluiting wil dat niet automatisch zeggen dat alle kabels daarop werken. Video-streamen op smartphones is een bekend voorbeeld. Veel van onze klanten kopen bijvoorbeeld een verloopadapter van usb-c naar hdmi en komen er daarna pas achter dan hun telefoon dat helemaal niet ondersteunt.” Een deel van het probleem is de beperking die hardware met zich meebrengt. “Een videokaart in een computer is krachtig, maar een telefoon kan het delen van beeld naar een groter scherm op deze manier niet aan”, zegt Hol. “Daar is de rekenkracht niet naar.”

Muziek spelen

Die alternate modes worden ook in toenemende mate ingezet om muziek af te spelen op smartphones. Die trend begon toen Apple de beslissing maakte om de iPhone 7 niet meer van een hoofdtelefoonaansluiting te voorzien. Een moedig besluit en bovendien zou bluetooth de toekomst moeten zijn, aldus Apple, dat geen zinnige argumenten voor consumenten kon bedenken. Luisteren met een traditionele koptelefoon kon nog wel gewoon – maar dan wel met een dongel. Andere fabrikanten volgden slaafs. Inmiddels zijn steeds meer high-end smartphones niet meer voorzien van een koptelefoonaansluiting. Muziekfanaten moeten dan ook uitwijken naar óf een bluetooth-koptelefoon, óf eentje met een usb-c-aansluiting.

Ook dat levert vaak problemen op. Audio via usb-c kan namelijk actief of passief zijn. Daarbij zit de DAC (digital audio converter) respectievelijk in de hoofdtelefoon zelf of in de telefoon. Als je een ‘gewone’ koptelefoon gebruikt of luistert via bijvoorbeeld een usb-c-dongel, dan moet de telefoon de zogeheten ‘audio accessory mode’ ondersteunen. Maar lang niet alle telefoons hebben dat. Je moet ook daar dus goed kijken welke koptelefoons goed bij welke telefoons passen – al hopen de fabrikanten uiteraard dat je hun eigen meegeleverde oortjes gebruikt, of koopt uit het duurdere assortiment (wat de ware reden achter het verwijderen van de hoofdtelefoonaansluiting zou kunnen zijn).

Buitenbeentje

Je kunt het niet over usb-c hebben zonder de olifant in de kamer tegen te komen: Apple. Hoewel usb-c inmiddels al best wat jaren oud is en ook al langer wordt gebruikt, is het Apple die de nieuwe poort voor het eerst onder het grote publiek bekend maakte. Dat gebeurde met de MacBook uit 2015. Die had maar één poort, en dat was usb-c. Dat kwam het bedrijf op veel kritiek te staan. Enigszins terecht, want voor gebruikers blijkt het leven met één aansluiting voor zowel opladen als bestanden overbrengen en een beeldscherm aansluiten niet zo simpel te zijn. Apples redenering is ergens wel te begrijpen: door bluetooth en wifi en Apples eigen AirDrop lijkt draadloos de toekomst. Het zal ook meespelen dat dongels een lucratieve business zijn. “De aansluiting zelf is een goed idee want de klant weet waar hij dan aan toe is”, denkt Hol, “maar het is voor de klant vrij ongemakkelijk dat er dan maar één connector aan zit en hij met allerlei verloopstukjes moet gaan rommelen.”

Lightning C

Apple is sowieso altijd al een beetje tegendraads geweest als het gaat om aansluitingen en met name standaarden. De iPhones en iPads van het bedrijf maken natuurlijk gebruik van de lightning-aansluiting, een eigen connector die nergens anders voor wordt gebruikt dan de telefoons en tablets uit Cupertino. Die lightning-aansluiting is niet omkeerbaar en kan niet worden gebruikt met andere aansluitingen zoals usb-c. Dat maakt het des te verwarrender dat Apple bij de MacBook juist koos voor een usb-c-aansluiting: zou het niet makkelijker zijn om ook dáár langzaam maar zeker een lightning-aansluiting te implementeren? Of andersom: moeten de telefoons en tablets niet gewoon over naar usb-c? Dat gebeurde eerder dit jaar bijna toen het bedrijf de nieuwe iPad Pro aankondigde. Die had namelijk wél een usb-c-poort. Volgens Apple betekent dat niet het einde van de lightning-aansluiting. “De iPhones en iPads blijven gewoon lightning gebruiken”, zegt een woordvoerder van het bedrijf. De belangrijkste reden om op de nieuwste iPad toch usb-c te implementeren? “Usb-c past goed bij de nieuwe mogelijkheden van de iPad Pro, zoals het aansluiten op externe 5K-schermen en om nieuwe apparaten zoals camera’s, muziekinstrumenten en accessoires aan te kunnen sluiten.” Externe opslag mag je van Apple dan weer niet aansluiten op de iPad Pro.

©PXimport

Apple kiest bij de iPad Pro ook voor een usb-c-poort, maar blijft verder bij lightning

-

Voorlichting

Voor consumenten kan die onduidelijkheid verwarrend zijn. Zij willen dat een apparaat gewoon werkt, dat je de stekker gewoon in de bijbehorende poort kunt steken zonder gedoe. “Zeker in de beginjaren van usb-c merkten we wel dat dat een probleem was”, zegt Wouter Hol van Kabeltje.com. “We kregen toen veel vragen van klanten over hun net gekochte kabels. Inmiddels is dat wel wat minder geworden. Het is moeilijk te zeggen waarom dat is. Misschien weten klanten inmiddels wel wat het verschil is tussen verschillende soorten usb-c-kabels. Of het heeft te maken met het feit dat mensen eerder de handleiding van hun smartphone of apparaat lezen voordat ze er een kabel voor kopen. En we zijn de laatste jaren ook steeds meer voorlichting gaan geven aan consumenten over welke kabel zij nodig hebben. Dat kan ook meespelen.”

Hol denkt dat het in principe wel goed is dat er één universele aansluiting is zoals usb-c, maar er zou ook meer voorlichting moeten zijn. Je kunt er immers niet vanuit gaan dat kopers de subtiele en verwarrende verschillen makkelijk begrijpen. “Het zou veel duidelijker vermeld moeten worden bij wat je koopt. Op zowel apparaten als kabels zou moeten staan: ‘Dit apparaat werkt met die en die kabels’. Dat gebeurt nu te weinig en dan krijg je verwarring.”

Schaalbaarheid

Eén universele aansluiting lijkt er dus voorlopig nog niet te zijn. Usb-c is qua stekker en poort echter een goed begin. Het zijn vooral de verschillende standaarden en protocollen die het op dit moment in de praktijk lastig maken om die ene kabel zo universeel te maken. Als je de aansluiting echter als losstaand iets ziet, dan is usb-c goed op weg dé aansluiting te worden voor alles. Dat is ook niet zo gek, want de connector is gebouwd met zulke schaalbaarheid in het achterhoofd. Nu is het dus vooral nog wachten op de fabrikanten.

Europese standaard

“Heeft er iemand een iPhone-lader bij de hand?” Grote kans dat je die zin ooit hebt gehoord als je ergens op kantoor werkt. Hoewel het probleem veel minder groot is dan, pak-hem-beet, acht jaar geleden is het nog steeds erg irritant dat er verschillende opladers voor verschillende telefoons zijn. Mensen met een wat ouder toestel zitten nog op micro-usb, nieuwere toestellen hebben usb-c, en Apple-gebruikers hebben hun eigen oplader. Europa probeert dat probleem al sinds 2009 op te lossen. De Europese Commissie wil telefoonmakers via wetten en regelgeving verplichten één universele oplader te maken. Dat zou niet alleen handig zijn, maar ook 51.000 ton aan elektronica-afval per jaar schelen omdat niet iedereen zijn opladers meer weggooit. Bedrijven zeggen al jaren met een eigen oplossing te komen; in 2009 besloten Apple, Samsung en Huawei collectief micro-usb te gebruiken, maar Apple deed daar uiteindelijk toch niet aan mee. De EU wil het nu niet langer aan het bedrijfsleven zelf laten, maar denkt er nu over zelf harde maatregelen te nemen. Maar hoe lang dat nog kan duren ...

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Secure Video Doorbell – Veel extra opties en gedoe
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Secure Video Doorbell – Veel extra opties en gedoe

Met de Philips Hue Secure Video Doorbell hebben we de eerste slimme deurbel te pakken van het merk voor slimme lampen. Met een prijskaartje van 169,99 euro is-ie niet goedkoop, en de vraag is of de unieke gimmick de bel kan redden.

Uitstekend
Conclusie

Ondanks de minpunten zijn we toch behoorlijk enthousiast over de Philips Hue Secure Video Doorbell. Ja, sommige functies kosten extra geld, aansluiten zal voor een hoop mensen onnodig veel gedoe opleveren en het apparaat is vrij prijzig. Maar het feit dat je het product toevoegt aan je bestaande Hue-netwerk en daarmee nieuwe integratiemogelijkheden ontgrendelt (voor lampen en bewegingssensoren), rechtvaardigt wat ons betreft de straffe aanschafprijs.

Plus- en minpunten
  • Werkt snel
  • Te koppelen aan Hue-lampen
  • In te zetten als bewegingssensor
  • Beeldkwaliteit is redelijk goed
  • 24 uur terugkijken
  • Installatie nogal ingewikkeld
  • Veel functies achter betaalmuur
  • Prijzig apparaat
  • Nog redelijk basaal

Met het submerk Secure biedt Philips Hue verschillende producten aan die buiten de strekking van slimme lampen en aanverwante accessoires vallen. Op ID.nl hebben we eerder de slimme binnencamera getest en nu is het de beurt aan de eerste deurbel van het merk: de Philips Hue Secure Video Doorbell. Zo op het eerste gezicht lijkt dit apparaat (voorzien van een IP54-certificaat) op een generiek model uit China: camera boven, belknop onder.

Unieke functie

Op technisch vlak doet de Philips Hue Secure Video Doorbell het in elk geval goed. Het systeem ondersteunt zowel 2,4 als 5 GHz en laat zich aansluiten aan de Hue Bridge (via het Zigbee-protocol). Je hebt die bridge niet nodig om de deurbel te kunnen gebruiken, maar als je dat doet (bijvoorbeeld met het nieuwe Pro-model van de Bridge) kun je een slimme koppeling realiseren met je bestaande netwerk van slimme lampen van dezelfde fabrikant.

©Wesley Akkerman

Na het installeren binnen de (nog altijd overzichtelijke) applicatie en het koppelen van de lampen, kan de verlichting in huis aanspringen op het moment dat iemand aanbelt. Dat gebeurt razendsnel (binnen een seconde), waardoor je snel doorhebt dat er iemand voor de deur staat. Verder kun je een Chime aan de Philips Hue Secure Video Doorbell koppelen, wat dan weer handig is voor plekken waar geen Hue-lampen hangen of waar je het deurbelgeluid niet hoort.

Producten installeren

De Chime is met 59,99 euro vrij prijzig. Gelukkig kun je voor 199,99 euro ook een pakket kopen waar beide producten in zitten. Dan krijg je dus zo'n 30 euro korting. Goed om te weten: je kunt die chime gewoon in een stopcontact plaatsen. Ook is het zo dat de Philips Hue Secure Video Doorbell niet werkt met de bestaande bel (wat sowieso meestal niet het geval is). Daarnaast hoor je heel snel geluid uit die chime komen wanneer iemand op de knop drukt. 

©Wesley Akkerman

De fysieke installatie van de Philips Hue Secure Video Doorbell kan wat meer tijd kosten dan je wellicht gewend bent van slimme deurbellen. Dit is namelijk een bedrade variant die niet op een batterij werkt. De deurbel werkt alleen met 12V-aansluiting, waardoor je mogelijk een transformator moet installeren en aan de slag moet met kabels en kroonsteentjes. Bovendien lijken de meegeleverde stroomkabels onvoldoende geïsoleerd tegen schade (zoals droogte of vocht).

Beeldkwaliteit en basisfuncties

De beeldkwaliteit laat dan weer weinig te wensen over. De Philips Hue Secure Video Doorbell beschikt over een 2K-resolutie. Dat is hoger dan het beeld van de twee bedrade Ring-deurbellen, die het moeten doen met 1080p of 1536p. De kleurweergave is meer dan redelijk, maar de lens lijkt minder goed overweg te kunnen met helderheid. Als de achtergrond lichter is dan de voorgrond, dan kan die laatste wat donkerder zijn dan we zouden willen op dit soort camera's.

Het gezichtsveld van 180 graden in zowel de lengte als breedte is meer dan welkom. Daardoor zullen weinig dingen je ontgaan. Als je de deurbel niet te hoog ophangt, kun je ook kleinere pakketjes in de tuin of op de mat zien liggen. Verder is er infrarood-nachtzicht en nachtzicht in kleur en kun je rekenen op allerlei basisfuncties van een slimme deurbel. Zo kun je met iemand voor de deur praten en kun je meldingen op basis van beweging ontvangen. Wel zo handig.

Gratis opslag, maar…

Waar Philips Hue je ook mee hoopt te overtuigen, is de gratis videogeschiedenis van de afgelopen 24 uur. Als je dus nog snel iets wilt opzoeken van de afgelopen dag, dan kan dat. Je bent dan niet verplicht een abonnement af te nemen. Lokaal video's opslaan is helaas niet mogelijk, zoals dat wel vaak bij de Eufy's van deze wereld kan, waardoor je voor verdere bewaarbehoeften toch afhankelijk bent van een redelijk prijzig abonnement van 40 tot 100 euro per jaar. 

©Wesley Akkerman

Zaken die wij als standaard ervaren, zoals het instellen van activiteitenzones en de herkenning van personen, pakketten en voertuigen, zitten ook allemaal achter een betaalmuur. Dat je uitgebreide videogeschiedenis (30 tot 60 dagen) en het detecteren van rookalarmen (waar een AI-systeem achter zit) geld kosten, willen we nog best accepteren. Tot slot kan de deurbel nog geen automatische reacties ten gehore brengen of geactiveerd worden via geo-fencing.

Philips Hue Secure Video Doorbell kopen?

Ondanks de minpunten zijn we toch behoorlijk enthousiast over de Philips Hue Secure Video Doorbell. Ja, sommige functies kosten extra geld, aansluiten zal voor een hoop mensen onnodig veel gedoe opleveren en het apparaat is vrij prijzig. Maar het feit dat je het product toevoegt aan je bestaande Hue-netwerk en daarmee nieuwe integratiemogelijkheden ontgrendelt (voor lampen en bewegingssensoren), rechtvaardigt wat ons betreft de straffe aanschafprijs.

▼ Volgende artikel
Negen manieren om je cyberhygiëne op orde te brengen
© Serhii_Akhtemiichuk | Ахтем - stock.adobe.com
Huis

Negen manieren om je cyberhygiëne op orde te brengen

Digitale dreigingen worden steeds slimmer en moeilijker te herkennen. Een virusscanner of firewall alleen houdt ze niet meer tegen. Onze digitale voetafdruk groeit immers met elk nieuw apparaat, account of slimme toepassing in huis. Wie veilig wil blijven, moet structureel te werk gaan: cyberhygiëne hoort bij je dagelijkse gewoonten. In dit artikel lees je negen manieren om die routine op te bouwen en je digitale leven beter te beschermen.

Dit gaan we doen

In dit artikel laten we negen manieren zien om je digitale weerbaarheid op te bouwen. Bij elke manier zie je wat je kunt instellen én welk gedrag daarbij helpt. Ze vormen samen een stevige basis voor een digitale routine die vooral voorkomt dat problemen ontstaan. Want voorkomen is... juist!

Lees ook: Technische toolkits voor computerproblemen: dit heb je nodig

Bewust gedrag

Bewust digitaal gedrag vormt de basis van elke veilige IT-omgeving. Wie zijn gedrag niet afstemt op de huidige digitale risico's, blijft kwetsbaar, ongeacht hoe goed de tools zijn. Het herkennen van verdachte berichten, ook van bekende afzenders, is cruciaal. Phishing blijft namelijk een van de succesvolste aanvalsmethoden, onder meer via QR-phishing, deepfake-spraakberichten en clone-phishing (waarbij bestaande, legitieme e-mails worden nagebootst).

Klik nooit zomaar op links, zeker niet als er gevraagd wordt om in te loggen of te betalen. Houd de muisaanwijzer eerst boven een link om het adres te controleren en let op subtiele afwijkingen in domeinnamen. Let ook op bij onverwachte bijlagen of berichten met een opvallend dringende toon.

Denk ook bewust na over je digitale aanwezigheid. Zorg dat je sociale profielen niet standaard publiek zichtbaar zijn en deel persoonlijke info alleen als het echt nodig is. Regelmatig eens 'egosurfen', waarbij je je naam, alias of e-mailadres in een zoekmachine invoert, helpt om te zien wat publiek beschikbaar is. Beperk of verwijder deze informatie via instellingen of met verwijderverzoeken.

Urgentie en vreemde url's: dat moet je aan het denken zetten.

Moderne dreigingen

Hedendaagse cyberdreigingen zijn vaak uiteenlopend en complex. Beveiliging vraagt niet alleen om een technische aanpak, maar ook om enig inzicht in hoe zulke aanvallen verlopen. Zo worden met deepfakes (en cheapfakes) geloofwaardige audio- of videobestanden gemaakt, meestal via generatieve AI, waarin bijvoorbeeld leidinggevenden of kennissen worden nagebootst. Deze technieken worden ook gebruikt voor identiteitsfraude bij financiële transacties en social-mediaprofielen. Op onder meer www.mediawijsheid.nl/deepfake/ vind je hierover extra informatie. MFA-bypasses zijn juist gericht op het omzeilen van tweestapsverificatie, bijvoorbeeld via 'MFA fatigue' (slachtoffers overspoelen met pushmeldingen tot ze er uit frustratie toch één goedkeuren) of 'session hijacking' (met gestolen cookies nemen aanvallers een actieve surfsessie over zonder herauthenticatie). Daarnaast bestaan er sluwe phishingtechnieken, zoals vishing (voice-phishing met AI-spraaksynthese) en spear-phishing (hypergepersonaliseerde en daardoor geloofwaardige mails op basis van social-media-informatie). Bij zero-click-exploits hoeven slachtoffers zelfs niets te doen: vaak met behulp van AI worden onbekende kwetsbaarheden in besturingssystemen of apps opgespoord, zoals WhatsApp, waarna één malafide bericht al toegang of malware-installatie mogelijk maakt.

View post on TikTok

Authenticatie

Robuuste authenticatie is vaak de kern van digitale beveiliging. In tijden van datalekken en geautomatiseerde inlogpogingen volstaat een enkel wachtwoord helaas niet meer. Goede cyberhygiëne betekent daarom niet alleen sterke wachtwoorden gebruiken, maar ook structureel inzetten op tweefactorauthenticatie (2FA) en in bepaalde gevallen op alternatieve methoden gebruiken, zoals biometrie en softwarematige toegangssleutels (passkeys).

Om te vermijden dat je overal hetzelfde wachtwoord gebruikt, is een betrouwbare wachtwoordbeheerder onmisbaar. Kies voor een kluis die lokaal versleutelt of zero-knowledge-opslag biedt (alleen jij kunt de data zien). Degelijke en gratis opensource-opties zijn Bitwarden Personal en KeePass of KeePassXC. De kluis zelf beveilig je uiteraard met een sterke sleutelzin. Nieuwe wachtwoorden laat je bij voorkeur automatisch genereren en zijn telkens uniek.

Vrijwel alle degelijke diensten bieden tegenwoordig 2FA aan. Maak daar zeker gebruik van, want dit voegt een extra beveiligingslaag toe. TOTP-codes (time-based one-time passwords) via apps als Authy of de Authenticator-apps van Google of Microsoft zijn een veilige keuze. Voor kritieke accounts kun je fysieke tokens overwegen, zoals een Yubikey. Sms-codes kun je het beste vermijden, want deze zijn kwetsbaar voor sim-swapping. Biometrie gebruik je bij voorkeur alleen op apparaten waar de herkenning lokaal gebeurt, zonder dat er data naar externe servers gaan.

Steeds meer platformen, zoals Apple, Google en Microsoft, ondersteunen ook toegangssleutels. Deze bestaan uit een publieke en een private sleutel. Alleen de publieke wordt op de server opgeslagen; de private blijft lokaal en wordt geverifieerd via biometrie of pincode. Zo combineer je veiligheid met een zekere mate van gebruiksgemak.

Microsoft Authenticator: TOTP-verificatie voor 2FA.

Accountbeheer

Doordacht toegangsbeheer voorkomt dat ongewenste gebruikers, processen of apparaten toegang krijgen tot je gegevens of systemen. Door rollen te scheiden, rechten te beperken en geregeld te evalueren wie waar toegang toe heeft, verklein je het risico op misbruik.

Zo gebruik je voor dagelijkse taken bij voorkeur een standaardaccount zonder beheerrechten. Heb je in Windows op je laptop slechts één administratoraccount, maak dan eerst een tweede administratoraccount aan. Zet daarna het eerste om naar standaardgebruiker, zodat je vertrouwde profielmap en instellingen behouden blijven. Dit doe je via Instellingen / Accounts / Andere gebruikers / Account toevoegen, waar je ook het accounttype kunt wijzigen. Je kunt ook twee standaardaccounts gebruiken: een voor werk en een voor privé, waarbij het privéaccount geen toegang heeft tot zakelijke bestanden, e-mail of cloudmappen. Daarnaast kun je een extra standaardgebruiker aanmaken, eventueel zonder wachtwoord, voor gastgebruik. Verwijder accounts zodra ze overbodig zijn en vermijd het delen van je hoofdaccount. Als delen toch nodig is, zorg dan dat je de gegevens kunt monitoren en gebruik de beschikbare logboeken (zie ook de paragraaf Monitoren en scannen, onderaan dit artikel).

Voor dagelijks gebruik meld je je het beste als standaardgebruiker aan.

Toegangsbeheer

Werk je met meerdere gebruikers op je pc of gebruik je gedeelde mappen, dan kun je de toegang tot gegevens beperken door het instellen van specifieke machtigingen voor lezen en schrijven. Klik met rechts op een map of bestand in Verkenner, kies Eigenschappen en ga naar Beveiliging / Bewerken (voor lokale toegang) of naar Delen / Geavanceerd delen (voor netwerkshares).

Gescheiden omgevingen zijn ook nuttig voor apps als je browser. In Chromium-browsers zoals Chrome klik je rechtsboven op je profielafbeelding en kies Gastprofiel openen of Chrome-profiel toevoegen. Elk profiel gebruikt een eigen cache, instellingen, extensies en sessies. In Firefox open je de profielbeheerder via Windows-toets+R, waarna je de opdracht firefox.exe -p uitvoert.

Controleer ook regelmatig welke externe apps, diensten of apparaten toegang hebben tot je cloudaccounts van bijvoorbeeld Google of Microsoft.

Je kunt de toegang beperken, zowel op lokaal als op shareniveau.

Updates en patches

Software en firmware tijdig bijwerken is een van de beste manieren om je systemen veilig te houden, zeker omdat veel kwetsbaarheden al worden misbruikt voor ze publiek bekend zijn (zero-day-exploits). Automatiseer je updates dus waar mogelijk, niet alleen voor je besturingssysteem maar ook voor randapparatuur, NAS, router en IoT-apparaten.

Windows is standaard ingesteld om belangrijke updates en patches automatisch te downloaden en installeren. Laat dit zeker zo. Vergeet ook je gewone programma's niet: sommige programma's updaten automatisch (zoals browsers), maar lang niet alle programma's doen dit. Tools zoals Patch My PC Home Updater kunnen helpen, of je gebruikt een pakketbeheerder zoals Chocolatey of Winget. Een grafische tool zoals UniGetUI ondersteunt zelfs verschillende pakketbeheerders.

Patch My PC Home Updater herkent ongeveer vijfhonderd populaire programma's en werkt deze op gezette tijden zelf bij. UniGetUI ondersteunt wel tienduizend programma's en maakt het mogelijk om alle verouderde software met een muisklik te updaten.

Neem ook firmware mee in je updatebeleid, zoals deze van je router, BIOS/UEFI, printers en IoT-apparaten. Controleer enkele keren per jaar via de website van de fabrikant of via ingebouwde beheertools, zoals Synology DSM op een NAS, of er updates beschikbaar zijn.

Gevorderde gebruikers die veiligheid belangrijk vinden, kunnen ook CVE- en kwetsbaarheidsdatabanken (Common Vulnerabilities and Exposures) in de gaten houden, zeker bij software met frequente internet-interactie. Verwijder oude software zonder ondersteuning, en denk bijvoorbeeld ook aan extensies of scripts die je niet meer gebruikt, maar die nog wel actief zijn.

UniGetUI maakt batch-updates met één muisklik mogelijk.

Databeveiliging

Zonder degelijke gegevensbeveiliging blijven andere beveiligingsmaatregelen kwetsbaar. Documenten of informatie die veel privacygevoelige gegevens bevatten (zoals financiële of medische gegevens) horen niet onversleuteld op je pc of externe schijven te staan. Encryptie beschermt je data tegen ongewenste toegang, ook bij verlies of diefstal van het systeem.

Op Windows Home-systemen, met TPM en 'modern stand-by', kun je de systeemschijf automatisch versleutelen via Instellingen / Privacy en beveiliging / Apparaatversleuteling. Je moet wel aangemeld zijn met een Microsoft-account.

Deze functie is een vereenvoudigde vorm van BitLocker, beschikbaar in Windows Pro en hoger. BitLocker kan ook je datapartities, externe schijven en usb-sticks versleutelen. Een gratis alternatief is VeraCrypt, waarmee je ook aparte mappen of draagbare volumes kunt versleutelen. Je kunt zelfs een verborgen volume aanmaken, zodat niemand merkt dat er versleutelde data aanwezig zijn. De tool vraagt wat gewenning, maar online vind je uitgebreide documentatie.

Versleutelen is belangrijk, maar ruim ook geregeld oude, privacygevoelige bestanden op. In Windows open je het venster Instellingen en ga je via Systeem / Opslag naar Aanbevelingen vooropschoning om tijdelijke bestanden, downloads of prullenbakinhoud te wissen. Voor het onherroepelijk verwijderen van specifieke bestanden of mappen gebruik je een gratis tool zoals Eraser, die ook vrijgekomen ruimte op een harde schijf kan overschrijven. Wil je een volledige harde schijf wissen, bijvoorbeeld voor verkoop of donatie, gebruik dan DBAN. Voor ssd's gebruik je bij voorkeur de Secure Erase-tool van de fabrikant zelf, bijvoorbeeld Samsung Magician voor Samsung-ssd's.

Windows Home heeft op moderne computers een optie voor apparaatversleuteling.

Ook goed voor je privacy:

Een anti-meekijk-screenfilter voor je laptop of monitor

Back-ups

Je bent nooit honderd procent veilig, alle geïnstalleerde beveiligingen ten spijt. Daarom zou je eigenlijk altijd back-ups moeten maken. Regelmatig back-uppen beschermt je tegen gegevensverlies door fouten, defecten of malware, en je kunt relatief snel je systeem en gegevens herstellen zonder noemenswaardig dataverlies.

Er bestaan gelukkig degelijke en gratis tools waarmee je back-ups grotendeels kunt automatiseren. Deze ondersteunen bij voorkeur versleuteling, compressie en versiebeheer, werken met incrementele back-ups (alleen nieuwe of gewijzigde bestanden) en met deduplicatie (dubbele inhoud wordt slechts één keer opgeslagen). Duplicati en Kopia zijn hier uitstekende voorbeelden van, gratis en opensource. Duplicati heeft een gebruiksvriendelijke webinterface, terwijl Kopia wat technischer is, maar iets krachtiger dankzij het snapshot-systeem en efficiënter bij grote of veel bestanden.

Probeer waar mogelijk de 3-2-1-regel te volgen: bewaar minstens drie kopieën van je data op twee verschillende media, waarvan één op een andere fysieke locatie en minstens één offline. Dit is ook belangrijk met het oog op ransomware. Koppel daarom ook je externe back-upmedium los zodra de back-up klaar is.

Duplicati is een veelzijdige back-uptool met een overzichtelijke webinterface.

Netwerkbeveiliging

Tenzij je computer fysiek losgekoppeld is van internet en andere netwerken ('air-gapped'), mag je zeker niet voorbij gaan aan netwerkbeveiliging. Je router is doorgaans het toegangspunt tot je hele netwerk en verdient daarom je volle aandacht.

Begin met het wijzigen van het standaard beheerderswachtwoord naar een sterk exemplaar. Controleer geregeld op firmware-updates via de website van de fabrikant (zie ook de eerdere paragraaf Updates en patches). Schakel UPnP (Universal Plug and Play) uit om te vermijden dat applicaties ongecontroleerd poorten openen. Zet beheer op afstand uit als dat kan en beperk inkomend verkeer door enkel noodzakelijke poorten open te laten (zie ook de paragraaf Monitoren en scannen, onderaan dit artikel). Schakel ook ongebruikte netwerkdiensten of applicatie-interfaces uit.

Idealiter voorzie je je netwerkapparaten van gescheiden subnetten, zodat een kwetsbaarheid op het ene toestel niet automatisch andere bedreigt. Je kunt bijvoorbeeld een gastnetwerk op je router activeren voor bezoekers of onbekende apparaten. IoT-toestellen houd je het liefst apart van je hoofdnetwerk. Ondersteunt je router VLAN's (virtuele LAN's), dan kun je zelfs per apparaatcategorie aangepaste regels instellen, voor optimale databescherming.

De meeste routers hebben een ingebouwde firewall, maar deze is vaak beperkt. Gevorderde gebruikers kunnen extra beveiliging overwegen met een krachtigere oplossing, zoals OPNSense, waarmee je gedetailleerde regels kunt opstellen en netwerkverkeer logt. Daarnaast kun je een netwerkwijd DNS-filter gebruiken om ongewenste sites en advertenties op domeinnaamniveau te blokkeren. Tools zoals het multiplatform AdGuard Home of het cloudgebaseerde NextDNS zijn hiervoor uitstekend geschikt. Of je gebruikt eventueel publieke DNS-servers, zoals het recent gelanceerde DNS4EU, mede gefinancierd door de EU, met kant-en-klare filters tegen malware, advertenties en/of ongepaste inhoud.

Routerfuncties als UPnP zijn handig, maar niet veilig.

Monitoren en scannen

Binnen cyberhygiëne hoort ook het regelmatig scannen en monitoren van je netwerk en systemen. Voor Windows zijn er ingebouwde logboeken (klik met rechts op de startknop en kies Logboeken), die systeemfouten, softwareproblemen, aanmeldpogingen en beveiligingsincidenten bijhouden. Open hier Windows-logboeken / Systeem en sorteer op de kolom Niveau om sneller fouten en waarschuwingen te zien.

Scan ook geregeld je netwerkverbindingen. De tool Fing (beschikbaar voor mobiel en desktop) toont direct welke apparaten verbonden zijn. Via Security kun je bij Confirm devices aangeven welke je vertrouwt.

Een nuttige aanvulling is GlassWire, een gratis visuele firewall die toont welke apps waarmee verbinding maken en hoeveel data ze verbruiken. Voor diepgaande analyses is Wireshark de ongekroonde koning. Deze gratis sniffer toont welke data via welke netwerkprotocollen je systeem verzendt en ontvangt, waarmee je ongebruikelijke communicatie kunt traceren.

Je netwerkveiligheid hangt ook af van het sluiten van onnodige netwerkpoorten. Test dit van buitenaf, zoals een hacker doet, via GRC ShieldsUP! Klik op Proceed en dan op All Service Ports om gebruikelijke TCP-poorten te scannen. Zie je rode of blauwe vakjes, schakel dan onnodige services en eventuele poortdoorverwijzingen uit in je router tot alle vakjes groen kleuren.

Je kunt de netwerkpoorten ook van binnenuit scannen, zoals malware doet. Dit kan met het gratis Zenmap, de grafische interface van Nmap. Vul bij Target het ip-adres in en kies bij Profile bijvoorbeeld Quick scan plus.

Je doet er ook goed aan geregeld te controleren op mogelijke datalekken, zoals door database-hacks bij diensten waar je een account had. Je kunt je hiervoor aanmelden bij HaveIBeenPwned, via Notify Me.

Poorten 22 (ftp) en 80 (http) geven thuis, maar zijn wel gesloten.