ID.nl logo
Het wel en wee rondom usb-c
© Reshift Digital
Huis

Het wel en wee rondom usb-c

Het had dé aansluiting moeten worden waar eindelijk alles mee kon worden geregeld. Usb-c zou zowel smartphones als laptops kunnen opladen én bestanden overbrengen én beeldschermen aansluiten. Geen gedoe meer met verschillende kabels voor verschillende devices. De praktijk is helaas nog anders. Usb-c is nu een verwarrende janboel van protocollen en aansluitingen.

Groot was de verrassing toen Apple in 2015 een MacBook aankondigde met slechts één aansluitpoort. Die ene usb-c-poort was nodig om zowel de laptop op te laden als om data te versturen; ook moest je hem gebruiken als je de laptop op een extern beeldscherm wilde aansluiten. Zeker het feit dat er slechts één zo’n poort op de computer zat die dat allemaal moest doen (soms ook tegelijk) maakte de Macbook onpraktisch in gebruik. Maar Apple leek ook ergens op het goede spoor te zitten. Een écht universele aansluiting, is dat niet wat we altijd al wilden?

Het woord ‘universal’ in usb leek tot een jaar of twee geleden niet echt waar te maken wat het beloofde. Zo universeel is usb immers lang niet bepaald geweest: micro, mini, regulier ... Er zijn tientallen verschillende kabels waarmee je telefoons, tablets en computers kunt koppelen aan schijven en beeldschermen. Usb-c moet daar verandering in brengen.

Vorm

Toen de nieuwe poort in 2014 werd geïntroduceerd, had die potentie: een overdrachtssnelheid van wel 5 Gb/s en een laadcapaciteit van 100 watt.

Wie nu denkt aan usb-c denkt waarschijnlijk vooral aan de oplaadkabel die bij de meeste nieuwe smartphones wordt geleverd. Het is de kabel met de wat ovale aansluiting, die in tegenstelling tot eerdere opladers gewoon op twee manieren in een oplaadpoort past. Handig! Hoewel usb-c als aansluiting eindelijk universeel lijkt, is er wel een flink aantal standaarden en protocollen nodig die juist weer níét altijd met elkaar samenwerken. Hoe dat precies gaat is ingewikkeld te begrijpen. Daarom maakt usb-c voorlopig ook nog niet waar wat al jarenlang beloofd wordt – en zijn consumenten regelmatig goed in de war.

Pinnen

Wanneer we het hebben over usb-c hebben we het over de fysieke connector. Dat is de connector die je op dit moment waarschijnlijk in je Android-telefoon gebruikt, de ovaalvormige aansluiting die je nooit drie keer hoeft te proberen voor je weet of hij juist in de aansluiting zit.

Die aansluiting heeft binnenin een aantal pinnetjes. Daar zit het grootste fysieke verschil van de usb-c-aansluiting: die heeft er maar liefst 24, tegenover een schamele 5 die het oudere micro-usb heeft. En zonder het al té technisch te maken: meer pinnen betekent sneller bestanden overzetten en opladen. Je kunt de extra pinnen ook gebruiken om dingen te doen als videostreaming. En, belangrijker nog, het kan allebei met diezelfde aansluiting. In theorie heb je dus maar één kabel nodig waarmee je je laptop kunt opladen én er bestanden op kunt zetten. En in theorie heb je nog maar één kabel nodig om al je randapparatuur zoals beeldschermen en harde schijven aan te sluiten op elkaar.

©PXimport

Standaarden

Tot zover is dat allemaal nog vrij logisch: één kabel om alles aan te sluiten. In theorie. Maar dan wordt het gecompliceerder. Behalve met de fysieke connector heb je bij usb-kabels te maken met verschillende standaarden. Het is met name de usb 3.1-standaard die het hele verhaal wat ingewikkeld maakt. Usb 3.1 werd ongeveer tegelijkertijd met usb-c uitgebracht. Usb 3.1 is de opvolger van usb 3.0, met als belangrijkste verschil dat het makkelijker en universeler werd voor ontwikkelaars om er apparatuur en software voor te bouwen. Usb 3.0 werd dan ook langzaamaan uitgefaseerd en min of meer ‘opgenomen’ in het usb3.1-protocol. Als je dus ergens een apparaat in de winkel ziet met ‘usb 3.0’ op de doos, dan is dat waarschijnlijk een verouderd stukje technologie.

Het verschil tussen de diverse generaties usb 3.1 is nogal verwarrend

-

Twee generaties

Nog een jaar later werd er wéér een nieuw usb-protocol geïntroduceerd. Het ging om een betere versie van usb 3.1, dat sindsdien verdeeld wordt in ‘gen 1’ en ‘gen 2’. Hier is het verschil ineens een stuk beter merkbaar. Gen 2 verdubbelt namelijk de maximale overdrachtssnelheid van usb, van 5 gigabit per seconde naar 10.

Wat het allemaal wat verwarrend maakt is dat usb 3.1 (of het nou gen 1 of gen 2 is) los staat van usb-c. Er zijn ook usb 3.1-kabels met een micro-usb-aansluiting, of mini-usb, of juist de standaard usb a-aansluiting. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een usb-c-connector geen gebruik maakt van usb 3.1, maar van usb 2.0 - al komt dat laatste in de praktijk maar weinig voor. En áls je dan een usb 3.1-aansluiting hebt, is dat dan gen 1 (met 5 Gb/s) of gen 2 (met 10 Gb/s)?

Oh, en dan is er ook nog Thunderbolt, vergelijkbaar in hoe universeel het is maar toch nét iets anders. Dat werd ontwikkeld door Intel (samen met Apple), en in 2015 besloot het bedrijf dat het nieuwe Thunderbolt 3 uit 2015 alleen nog gebruik zou maken van usb-c.

©PXimport

Extra mogelijkheden

Usb-c heeft nog andere meerwaarde dan alleen snellere overdracht van bestanden, en daar komt het échte universele van de ‘universal serial bus’ om de hoek kijken. Usb-c kan worden gebruikt om geluid af te spelen, of om een beeldscherm aan te sturen, of om een apparaat op te laden. Dat laatste gebeurt natuurlijk al met telefoons, maar ook laptops zou je in theorie met dezelfde kabel kunnen opladen als waarmee je ook je bestanden overzet.

Althans ... Dat was het idee. In de praktijk blijkt dat lang niet allemaal te werken. De reden: deze functionaliteiten zijn alle optioneel. Het zijn zogenoemde ‘alternate modes’; ook displayport (waarmee je dvi en hdmi kunt aansturen) of pci-express vallen eronder. Makers hebben de keuze of ze zulke alternate modes implementeren, dus het is vaak aan de consument om uit te zoeken wanneer iets wel of niet met een apparaat samenwerkt.

“Of dat werkt, zie je niet aan de buitenkant”, zegt Wouter Hol. Hij is de oprichter van Kabeltje.com, één van de grootste kabelwebwinkels van Nederland. Kabeltje krijgt regelmatig vragen van klanten die in de war zijn van de verschillende standaarden. “Als jij een apparaat hebt met een usb-c-aansluiting wil dat niet automatisch zeggen dat alle kabels daarop werken. Video-streamen op smartphones is een bekend voorbeeld. Veel van onze klanten kopen bijvoorbeeld een verloopadapter van usb-c naar hdmi en komen er daarna pas achter dan hun telefoon dat helemaal niet ondersteunt.” Een deel van het probleem is de beperking die hardware met zich meebrengt. “Een videokaart in een computer is krachtig, maar een telefoon kan het delen van beeld naar een groter scherm op deze manier niet aan”, zegt Hol. “Daar is de rekenkracht niet naar.”

Muziek spelen

Die alternate modes worden ook in toenemende mate ingezet om muziek af te spelen op smartphones. Die trend begon toen Apple de beslissing maakte om de iPhone 7 niet meer van een hoofdtelefoonaansluiting te voorzien. Een moedig besluit en bovendien zou bluetooth de toekomst moeten zijn, aldus Apple, dat geen zinnige argumenten voor consumenten kon bedenken. Luisteren met een traditionele koptelefoon kon nog wel gewoon – maar dan wel met een dongel. Andere fabrikanten volgden slaafs. Inmiddels zijn steeds meer high-end smartphones niet meer voorzien van een koptelefoonaansluiting. Muziekfanaten moeten dan ook uitwijken naar óf een bluetooth-koptelefoon, óf eentje met een usb-c-aansluiting.

Ook dat levert vaak problemen op. Audio via usb-c kan namelijk actief of passief zijn. Daarbij zit de DAC (digital audio converter) respectievelijk in de hoofdtelefoon zelf of in de telefoon. Als je een ‘gewone’ koptelefoon gebruikt of luistert via bijvoorbeeld een usb-c-dongel, dan moet de telefoon de zogeheten ‘audio accessory mode’ ondersteunen. Maar lang niet alle telefoons hebben dat. Je moet ook daar dus goed kijken welke koptelefoons goed bij welke telefoons passen – al hopen de fabrikanten uiteraard dat je hun eigen meegeleverde oortjes gebruikt, of koopt uit het duurdere assortiment (wat de ware reden achter het verwijderen van de hoofdtelefoonaansluiting zou kunnen zijn).

Buitenbeentje

Je kunt het niet over usb-c hebben zonder de olifant in de kamer tegen te komen: Apple. Hoewel usb-c inmiddels al best wat jaren oud is en ook al langer wordt gebruikt, is het Apple die de nieuwe poort voor het eerst onder het grote publiek bekend maakte. Dat gebeurde met de MacBook uit 2015. Die had maar één poort, en dat was usb-c. Dat kwam het bedrijf op veel kritiek te staan. Enigszins terecht, want voor gebruikers blijkt het leven met één aansluiting voor zowel opladen als bestanden overbrengen en een beeldscherm aansluiten niet zo simpel te zijn. Apples redenering is ergens wel te begrijpen: door bluetooth en wifi en Apples eigen AirDrop lijkt draadloos de toekomst. Het zal ook meespelen dat dongels een lucratieve business zijn. “De aansluiting zelf is een goed idee want de klant weet waar hij dan aan toe is”, denkt Hol, “maar het is voor de klant vrij ongemakkelijk dat er dan maar één connector aan zit en hij met allerlei verloopstukjes moet gaan rommelen.”

Lightning C

Apple is sowieso altijd al een beetje tegendraads geweest als het gaat om aansluitingen en met name standaarden. De iPhones en iPads van het bedrijf maken natuurlijk gebruik van de lightning-aansluiting, een eigen connector die nergens anders voor wordt gebruikt dan de telefoons en tablets uit Cupertino. Die lightning-aansluiting is niet omkeerbaar en kan niet worden gebruikt met andere aansluitingen zoals usb-c. Dat maakt het des te verwarrender dat Apple bij de MacBook juist koos voor een usb-c-aansluiting: zou het niet makkelijker zijn om ook dáár langzaam maar zeker een lightning-aansluiting te implementeren? Of andersom: moeten de telefoons en tablets niet gewoon over naar usb-c? Dat gebeurde eerder dit jaar bijna toen het bedrijf de nieuwe iPad Pro aankondigde. Die had namelijk wél een usb-c-poort. Volgens Apple betekent dat niet het einde van de lightning-aansluiting. “De iPhones en iPads blijven gewoon lightning gebruiken”, zegt een woordvoerder van het bedrijf. De belangrijkste reden om op de nieuwste iPad toch usb-c te implementeren? “Usb-c past goed bij de nieuwe mogelijkheden van de iPad Pro, zoals het aansluiten op externe 5K-schermen en om nieuwe apparaten zoals camera’s, muziekinstrumenten en accessoires aan te kunnen sluiten.” Externe opslag mag je van Apple dan weer niet aansluiten op de iPad Pro.

©PXimport

Apple kiest bij de iPad Pro ook voor een usb-c-poort, maar blijft verder bij lightning

-

Voorlichting

Voor consumenten kan die onduidelijkheid verwarrend zijn. Zij willen dat een apparaat gewoon werkt, dat je de stekker gewoon in de bijbehorende poort kunt steken zonder gedoe. “Zeker in de beginjaren van usb-c merkten we wel dat dat een probleem was”, zegt Wouter Hol van Kabeltje.com. “We kregen toen veel vragen van klanten over hun net gekochte kabels. Inmiddels is dat wel wat minder geworden. Het is moeilijk te zeggen waarom dat is. Misschien weten klanten inmiddels wel wat het verschil is tussen verschillende soorten usb-c-kabels. Of het heeft te maken met het feit dat mensen eerder de handleiding van hun smartphone of apparaat lezen voordat ze er een kabel voor kopen. En we zijn de laatste jaren ook steeds meer voorlichting gaan geven aan consumenten over welke kabel zij nodig hebben. Dat kan ook meespelen.”

Hol denkt dat het in principe wel goed is dat er één universele aansluiting is zoals usb-c, maar er zou ook meer voorlichting moeten zijn. Je kunt er immers niet vanuit gaan dat kopers de subtiele en verwarrende verschillen makkelijk begrijpen. “Het zou veel duidelijker vermeld moeten worden bij wat je koopt. Op zowel apparaten als kabels zou moeten staan: ‘Dit apparaat werkt met die en die kabels’. Dat gebeurt nu te weinig en dan krijg je verwarring.”

Schaalbaarheid

Eén universele aansluiting lijkt er dus voorlopig nog niet te zijn. Usb-c is qua stekker en poort echter een goed begin. Het zijn vooral de verschillende standaarden en protocollen die het op dit moment in de praktijk lastig maken om die ene kabel zo universeel te maken. Als je de aansluiting echter als losstaand iets ziet, dan is usb-c goed op weg dé aansluiting te worden voor alles. Dat is ook niet zo gek, want de connector is gebouwd met zulke schaalbaarheid in het achterhoofd. Nu is het dus vooral nog wachten op de fabrikanten.

Europese standaard

“Heeft er iemand een iPhone-lader bij de hand?” Grote kans dat je die zin ooit hebt gehoord als je ergens op kantoor werkt. Hoewel het probleem veel minder groot is dan, pak-hem-beet, acht jaar geleden is het nog steeds erg irritant dat er verschillende opladers voor verschillende telefoons zijn. Mensen met een wat ouder toestel zitten nog op micro-usb, nieuwere toestellen hebben usb-c, en Apple-gebruikers hebben hun eigen oplader. Europa probeert dat probleem al sinds 2009 op te lossen. De Europese Commissie wil telefoonmakers via wetten en regelgeving verplichten één universele oplader te maken. Dat zou niet alleen handig zijn, maar ook 51.000 ton aan elektronica-afval per jaar schelen omdat niet iedereen zijn opladers meer weggooit. Bedrijven zeggen al jaren met een eigen oplossing te komen; in 2009 besloten Apple, Samsung en Huawei collectief micro-usb te gebruiken, maar Apple deed daar uiteindelijk toch niet aan mee. De EU wil het nu niet langer aan het bedrijfsleven zelf laten, maar denkt er nu over zelf harde maatregelen te nemen. Maar hoe lang dat nog kan duren ...

©PXimport

▼ Volgende artikel
Slimme warmwaterkraan: waarom een Quooker de onmisbare hulp in de keuken is
© INGA POWILLEIT | QUOOKER
Huis

Slimme warmwaterkraan: waarom een Quooker de onmisbare hulp in de keuken is

Een waterkoker of fluitketel lijkt misschien onmisbaar in de keuken, maar steeds meer mensen stappen over op een slimme warmwaterkraan. Hiermee tap je in een handomdraai kokend, gekoeld of zelfs bruisend water, rechtstreeks uit de kraan. Handig, snel en vaak ook zuiniger dan je denkt.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

De Quooker-warmwaterkraan is een Nederlandse uitvinding die teruggaat tot de jaren 70. Het eerste productiemodel werd al in 1992 geïntroduceerd en enkele jaren later volgden verschillende varianten van de kraan tot de modellen die we nu kennen.

Werking van het systeem

Het Quooker-systeem is gebaseerd op een eenvoudig maar ingenieus principe: een kraan op het aanrecht is verbonden met een compact reservoir dat in het keukenkastje wordt geplaatst. Dit reservoir fungeert als een soort extreem goed geïsoleerde thermosfles, waarin water continu op 108° C wordt gehouden. Dankzij deze hoogvacuümisolatie is het energieverbruik om het water op temperatuur te houden enorm laag, met een stand-byverbruik van slechts 10 watt per dag, wat neerkomt op circa 0,06 euro per dag, afhankelijk van je energiecontract.

Je kunt momenteel kiezen uit drie varianten van de Quooker: de Pro3-VAQ, de COMBI en de COMBI+. In de tabel hieronder zie je de verschillen:

ReservoirCapaciteit kokendCapaciteit warmGeschikt voor
Pro3-VAQ3 liter, directn.v.t.Huishoudens die alleen kokend water wensen
COMBI7 liter, direct15 literKeukens zonder warmwaterleiding of met lange wachttijden
COMBI+7 liter, directVia cv-ketelHuishoudens met cv-ketel die snel kokend water wensen

De grootste besparing op energie en water behaal je met de COMBI- en COMBI+-systemen. Staat de cv-ketel ver van de keuken, dan gaat er vaak een hoop water verloren. Dat komt doordat je eerst een tijdje koud water moet laten weglopen voordat er warm water uit de kraan komt. Met een Quooker heb je dat probleem niet: het waterreservoir zit direct onder de kraan. Zo bespaar je tot wel 10 liter water per dag. Het systeem is daardoor niet alleen een handige kokendwaterkraan, maar ook een slimme manier om warm water te regelen. Dat maakt het een duurzame investering die verder gaat dan alleen gemak.

©Quooker / Bemmel & Kroon

Verschillende kranen

De reservoirs van de Quooker kun je combineren met elke gewenste kraan van het systeem. Er zijn vier types Quooker-kranen:

De Flex: Dit is een Quooker-kraan met een flexibele uittrekslang voor warm en koud water. De slang is handig voor het spoelen van de spoelbak of het vullen van pannen buiten de wasbak. Een ingebouwd veiligheidsmechanisme, de kokendwaterstop, zorgt ervoor dat er geen kokend water kan worden getapt als de slang is uitgetrokken.

De Fusion: De alles-in-één kraan die kokend, warm en koud water levert. Dit strakke, minimalistische design past in vrijwel elke moderne keuken en is verkrijgbaar in diverse afwerkingen, zoals chroom, rvs, zwart, goud en messing-platina.

De Front: Een kraan met een uitgesproken uiterlijk en een vernieuwde bediening aan de voorkant van de uitloop voor warm en koud water. Dit model is verkrijgbaar in rvs en zwart.

De Nordic-modellen: Deze serie omvat de Nordic Twintaps, een set van een kokendwaterkraan en een mengkraan in hetzelfde ontwerp, en de Nordic Single Tap, een losse kokendwaterkraan die kan worden gecombineerd met een bestaande mengkraan. Deze opties zijn ideaal voor consumenten die de functionaliteiten van warm/koud water en kokend water gescheiden willen houden.  

De CUBE: Bruisend en gekoeld water

De Quooker CUBE is een extra reservoir naast de boiler waarmee je kraan ook gekoeld, bruisend en gefilterd water geeft. De bediening is zo ontworpen dat je niet per ongeluk de verkeerde stand kiest: bruisend water tap je door de ring tweemaal in te drukken en te draaien (blauw knipperend licht), gefilterd koel water door één keer indrukken en draaien (continu blauw licht).

De CUBE werkt met CO₂-cilinders, goed voor zo’n 60 liter bruisend water per cilinder. Een set van vier kost zo'n 70 euro, lege cilinders stuur je gratis terug voor hergebruik. Het filter dat het water zuivert moet jaarlijks worden vervangen. Zo helpt de CUBE plastic flessen overbodig te maken.

©Quooker / Bemmel & Kroon

Oude kraan vervangen

Vaak wordt gedacht dat je een Quooker-kraan alleen in een nieuwe keuken kunt installeren. Dat is niet zo: een Quooker past in principe in elke keuken en het is zelfs mogelijk om deze náást je oude vertrouwde kraan te installeren. Dat zou je (als je een beetje handig bent) in principe helemaal zelf kunnen doen, maar je kunt de Quooker uiteraard ook door een expert laten installeren. Maar waar moet je rekening mee houden als je een Quooker wil installeren?

Stroomvoorziening: Er is een geaard stopcontact en bij voorkeur een aparte elektriciteitsgroep nodig, vooral wanneer de CUBE wordt toegevoegd. Als er geen aparte groep beschikbaar is, kan een energieverdeler worden gebruikt om de stroom te verdelen tussen de Quooker en andere apparaten, zodat de zekeringen niet springen.

Wateraansluiting: Je hebt een minimale waterdruk van 2 bar nodig om de Quooker-systemen goed te laten werken. Voor de Quooker COMBI+ geldt dat ook voor de warmwaterkraan: die moet ook op 2 bar staan. De maximale waterdruk is 6 bar.

Ruimte in het keukenkastje:
De reservoirs zijn compact, maar vereisen wel voldoende ruimte. Het PRO3-reservoir is 40 cm hoog en heeft een diameter van 15 cm, terwijl de COMBI-reservoirs 47 cm hoog zijn en een diameter van 20 cm hebben. De CUBE meet 43 cm hoog, 30 cm breed en 44 cm diep, inclusief de CO₂-cilinder. Daarnaast heb je voor de Flex een minimale diepte van 500 mm en een breedte van 200 mm onder het aanrechtblad nodig voor het contragewicht van de uittrekslang.

Bij het zelf installeren van een Quooker is het overigens erg fijn dat de fabrikant allerlei handige instructievideo's en -documenten heeft voor de zelfklusser, waardoor je altijd stap-voor-stap weet wat je moet doen.

Voordelen

Waarom zou je voor een Quooker kiezen als je al een waterkoker hebt of een fluitketel gebruikt? Het grootste voordeel is dat je altijd en direct kokend water tot je beschikking hebt. Nooit meer wachten op je waterkoker of ketel totdat deze het kookpunt hebben bereikt. De Quooker verbruikt weliswaar continu stroom voor het op temperatuur houden van het hete water, maar een waterkoker verbruikt veel energie in korte tijd. En dat voor elke keer dat je warm water nodig hebt. Een fluitketel op het vuur is ook niet erg duurzaam als je kookt op gas. Voor het koken van uitgebreide maaltijden met pasta is het extra fijn als je snel over kokend water kunt beschikken.

©Dmitry Vereshchagin - stock.adobe.com

Prijzen en verbruik

Misschien is het goed om even stil te staan bij het energieverbruik en de kosten. Want wat verbruikt een Quooker nu eigenlijk op jaarbasis, en wat kost je dat gemiddeld? Voor dit voorbeeld nemen we een huishouden van drie personen, die gezamenlijk per dag 10 liter kokend water verbruiken. In dat geval verbruikt dat gezin volgens Quooker 511 kWh op jaarbasis.

Stel dat je bij je huidige energieleverancier 0,40 eurocent per kWh gemiddeld betaalt. De Quooker kost je dan op basis van de bovenstaande gegevens 204,40 euro per jaar.

Dat is natuurlijk lastig één-op-één te vergelijken met het verbruik van gas of elektriciteit om water te koken. Het voordeel van een Quooker is bijvoorbeeld dat je veel makkelijker de exact benodigde hoeveelheid water pakt. Als je water kookt met een fluitketel of elektrische waterkoker, dan ben je algauw geneigd om meer water in de ketel te doen dan noodzakelijk is. En meer water kost meer energie om op te warmen.

Overwegingen

Ben je van plan om een warmwaterkraan zoals een Quooker aan te schaffen? Houd dan wel rekening met een aantal zaken. Om te beginnen de aanschafprijs, maar ook de manier waarop een Quooker in je keuken wordt geïnstalleerd. Er moet immers extra ruimte onder de gootsteen worden vrijgemaakt, en dat is nu eenmaal niet zomaar in elke keuken mogelijk.

Welk systeem het best past, hangt af van je wensen en je keuken. Wil je alleen kokend water? Dan is de compacte PRO3 op zich afdoende. Heb je een lange wachttijd op warm water, dan zijn de COMBI of COMBI+ de slimste keuzes. Met de CUBE heb je meteen ook gekoeld en bruisend water tot je beschikking; ideaal als je minder plastic flessen wilt gebruiken. De Quooker biedt dus veel gemak, veiligheid en duurzaamheid. Een goede investering voor je keuken!

▼ Volgende artikel
Huis winterklaar? Maak kans op een WOLF-Garten multi-star schoonmaakset
© AK | ID.nl
Huis

Huis winterklaar? Maak kans op een WOLF-Garten multi-star schoonmaakset

Nu de herfst inzet is dit hét moment om je huis winterklaar te maken. Ramen nog even goed lappen vóór de natte kou, de dakgoot ontdoen van bladeren zodat het water vrij wegloopt… Met het WOLF-Garten multi-star systeem heb je daar geen ladder voor nodig: je klikt gewoon het opzetstuk dat je nodig hebt op de uitschuifbare Variosteel en je kunt overal bij. Wij mogen twee sets weggeven.

Wat zit er in de set

De Variosteel ZM-V4 (220–400 cm) klikt stevig vast op verschillende opzetkoppen. In totaal zijn er ruim 70 opzetstukken; daarvan zitten er vier in de set die je kunt winnen. Voor glaswerk is er de raamwasser (EW-M), een brede mop met verstelbare kop die ook handig is bij schuine ruiten of zonnepanelen. Voor een streeploos resultaat gebruik je de raamreiniger (KW-M/ZM015), waarbij mop en wisser in één zijn gecombineerd. Stofnesten en spinnenwebben verwijder je met de flexibele ragebol (BM 25 M); de kop buigt mee zodat je boven kozijnen en in hoeken komt zonder dat je op een ladder hoeft te staan. Voor het schoonmaken van de dakgoot gebruik je de twee-in-een dakgootreiniger (GC-M): eerst bladeren en vuil losvegen, daarna eenvoudig uitscheppen. Alle opzetstukken klik je op dezelfde steel, waarmee je zowel hoog als laag werkt.

➡️ Zo haal je het meest uit de opzetstukken

Begin bij ramen altijd met twee emmers: één met schoon sop en één met helder water. Maak het raam nat met de mop en spoel die tussendoor uit in schoon water. Werk daarna in rustige horizontale banen met de wisser en droog de onderste kozijnrand direct af met een doek. Zo voorkom je druipers en blijft het glas streeploos schoon. Doe dit liever niet in volle zon, want dan droogt het water te snel op en krijg je sneller waas.

Voor de dakgoot kies je een droge dag. Zet de steel zo lang dat je recht kunt blijven staan en niet hoeft te reiken. Veeg eerst bladeren en takjes los met de borstelzijde van de GC-M en schep het vuil daarna uit de goot. Controleer meteen de afvoerpijp door er wat water in te gieten, zodat je zeker weet dat alles goed doorloopt. Draag handschoenen; niet alleen om te voorkomen dat je vieze handen krijgt, maar ook omdat er scherpe takjes of steentjes in de modder kunnen zitten. Kijk tot slot of er nergens nog vuil of takjes zijn achtergebleven, zodat de goot ook bij de eerste najaarsstorm goed blijft doorstromen.

©AK | ID.nl

Met de ragebol werk je van boven naar beneden. Klap de kop iets schuin en laat de borstel het werk doen; hard duwen vervormt de vezels en haalt minder weg. Ga een dag later nog een keer langs de buitenlampen en camera's: spinnen komen snel terug, een tweede ronde houdt het langer netjes.

➡️ Onderhoud en veiligheid

Spoel moppen en borstels na gebruik met lauwwarm water uit en laat ze volledig drogen. Bewaar de steel en koppelingen vorstvrij en zandvrij, dan klikken ze soepel en gaan ze lang mee. Kies altijd de kortst mogelijke steellengte die de klus toelaat; hoe korter, hoe lichter en stabieler het werkt.

➡️ Maak kans op een WOLF-Garten multi-star systeem schoonmaakset

Wil jij zo'n mooie set ter waarde van 216 euro winnen? We geven er twee weg. Wat moet je doen?

Beantwoord de volgende vraag: Wat is jouw grootste hilarische schoonmaakdrama ooit (trapje instabiel, emmer omgevallen, enzovoort)?

Stuur je antwoord naar wolf@id.nl. Meedoen kan tot en met zondag 21 september. De twee origineelste inzendingen winnen. Prijswinnaars krijgen automatisch bericht.