ID.nl logo
Het wel en wee rondom usb-c
© Reshift Digital
Huis

Het wel en wee rondom usb-c

Het had dé aansluiting moeten worden waar eindelijk alles mee kon worden geregeld. Usb-c zou zowel smartphones als laptops kunnen opladen én bestanden overbrengen én beeldschermen aansluiten. Geen gedoe meer met verschillende kabels voor verschillende devices. De praktijk is helaas nog anders. Usb-c is nu een verwarrende janboel van protocollen en aansluitingen.

Groot was de verrassing toen Apple in 2015 een MacBook aankondigde met slechts één aansluitpoort. Die ene usb-c-poort was nodig om zowel de laptop op te laden als om data te versturen; ook moest je hem gebruiken als je de laptop op een extern beeldscherm wilde aansluiten. Zeker het feit dat er slechts één zo’n poort op de computer zat die dat allemaal moest doen (soms ook tegelijk) maakte de Macbook onpraktisch in gebruik. Maar Apple leek ook ergens op het goede spoor te zitten. Een écht universele aansluiting, is dat niet wat we altijd al wilden?

Het woord ‘universal’ in usb leek tot een jaar of twee geleden niet echt waar te maken wat het beloofde. Zo universeel is usb immers lang niet bepaald geweest: micro, mini, regulier ... Er zijn tientallen verschillende kabels waarmee je telefoons, tablets en computers kunt koppelen aan schijven en beeldschermen. Usb-c moet daar verandering in brengen.

Vorm

Toen de nieuwe poort in 2014 werd geïntroduceerd, had die potentie: een overdrachtssnelheid van wel 5 Gb/s en een laadcapaciteit van 100 watt.

Wie nu denkt aan usb-c denkt waarschijnlijk vooral aan de oplaadkabel die bij de meeste nieuwe smartphones wordt geleverd. Het is de kabel met de wat ovale aansluiting, die in tegenstelling tot eerdere opladers gewoon op twee manieren in een oplaadpoort past. Handig! Hoewel usb-c als aansluiting eindelijk universeel lijkt, is er wel een flink aantal standaarden en protocollen nodig die juist weer níét altijd met elkaar samenwerken. Hoe dat precies gaat is ingewikkeld te begrijpen. Daarom maakt usb-c voorlopig ook nog niet waar wat al jarenlang beloofd wordt – en zijn consumenten regelmatig goed in de war.

Pinnen

Wanneer we het hebben over usb-c hebben we het over de fysieke connector. Dat is de connector die je op dit moment waarschijnlijk in je Android-telefoon gebruikt, de ovaalvormige aansluiting die je nooit drie keer hoeft te proberen voor je weet of hij juist in de aansluiting zit.

Die aansluiting heeft binnenin een aantal pinnetjes. Daar zit het grootste fysieke verschil van de usb-c-aansluiting: die heeft er maar liefst 24, tegenover een schamele 5 die het oudere micro-usb heeft. En zonder het al té technisch te maken: meer pinnen betekent sneller bestanden overzetten en opladen. Je kunt de extra pinnen ook gebruiken om dingen te doen als videostreaming. En, belangrijker nog, het kan allebei met diezelfde aansluiting. In theorie heb je dus maar één kabel nodig waarmee je je laptop kunt opladen én er bestanden op kunt zetten. En in theorie heb je nog maar één kabel nodig om al je randapparatuur zoals beeldschermen en harde schijven aan te sluiten op elkaar.

©PXimport

Standaarden

Tot zover is dat allemaal nog vrij logisch: één kabel om alles aan te sluiten. In theorie. Maar dan wordt het gecompliceerder. Behalve met de fysieke connector heb je bij usb-kabels te maken met verschillende standaarden. Het is met name de usb 3.1-standaard die het hele verhaal wat ingewikkeld maakt. Usb 3.1 werd ongeveer tegelijkertijd met usb-c uitgebracht. Usb 3.1 is de opvolger van usb 3.0, met als belangrijkste verschil dat het makkelijker en universeler werd voor ontwikkelaars om er apparatuur en software voor te bouwen. Usb 3.0 werd dan ook langzaamaan uitgefaseerd en min of meer ‘opgenomen’ in het usb3.1-protocol. Als je dus ergens een apparaat in de winkel ziet met ‘usb 3.0’ op de doos, dan is dat waarschijnlijk een verouderd stukje technologie.

Het verschil tussen de diverse generaties usb 3.1 is nogal verwarrend

-

Twee generaties

Nog een jaar later werd er wéér een nieuw usb-protocol geïntroduceerd. Het ging om een betere versie van usb 3.1, dat sindsdien verdeeld wordt in ‘gen 1’ en ‘gen 2’. Hier is het verschil ineens een stuk beter merkbaar. Gen 2 verdubbelt namelijk de maximale overdrachtssnelheid van usb, van 5 gigabit per seconde naar 10.

Wat het allemaal wat verwarrend maakt is dat usb 3.1 (of het nou gen 1 of gen 2 is) los staat van usb-c. Er zijn ook usb 3.1-kabels met een micro-usb-aansluiting, of mini-usb, of juist de standaard usb a-aansluiting. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een usb-c-connector geen gebruik maakt van usb 3.1, maar van usb 2.0 - al komt dat laatste in de praktijk maar weinig voor. En áls je dan een usb 3.1-aansluiting hebt, is dat dan gen 1 (met 5 Gb/s) of gen 2 (met 10 Gb/s)?

Oh, en dan is er ook nog Thunderbolt, vergelijkbaar in hoe universeel het is maar toch nét iets anders. Dat werd ontwikkeld door Intel (samen met Apple), en in 2015 besloot het bedrijf dat het nieuwe Thunderbolt 3 uit 2015 alleen nog gebruik zou maken van usb-c.

©PXimport

Extra mogelijkheden

Usb-c heeft nog andere meerwaarde dan alleen snellere overdracht van bestanden, en daar komt het échte universele van de ‘universal serial bus’ om de hoek kijken. Usb-c kan worden gebruikt om geluid af te spelen, of om een beeldscherm aan te sturen, of om een apparaat op te laden. Dat laatste gebeurt natuurlijk al met telefoons, maar ook laptops zou je in theorie met dezelfde kabel kunnen opladen als waarmee je ook je bestanden overzet.

Althans ... Dat was het idee. In de praktijk blijkt dat lang niet allemaal te werken. De reden: deze functionaliteiten zijn alle optioneel. Het zijn zogenoemde ‘alternate modes’; ook displayport (waarmee je dvi en hdmi kunt aansturen) of pci-express vallen eronder. Makers hebben de keuze of ze zulke alternate modes implementeren, dus het is vaak aan de consument om uit te zoeken wanneer iets wel of niet met een apparaat samenwerkt.

“Of dat werkt, zie je niet aan de buitenkant”, zegt Wouter Hol. Hij is de oprichter van Kabeltje.com, één van de grootste kabelwebwinkels van Nederland. Kabeltje krijgt regelmatig vragen van klanten die in de war zijn van de verschillende standaarden. “Als jij een apparaat hebt met een usb-c-aansluiting wil dat niet automatisch zeggen dat alle kabels daarop werken. Video-streamen op smartphones is een bekend voorbeeld. Veel van onze klanten kopen bijvoorbeeld een verloopadapter van usb-c naar hdmi en komen er daarna pas achter dan hun telefoon dat helemaal niet ondersteunt.” Een deel van het probleem is de beperking die hardware met zich meebrengt. “Een videokaart in een computer is krachtig, maar een telefoon kan het delen van beeld naar een groter scherm op deze manier niet aan”, zegt Hol. “Daar is de rekenkracht niet naar.”

Muziek spelen

Die alternate modes worden ook in toenemende mate ingezet om muziek af te spelen op smartphones. Die trend begon toen Apple de beslissing maakte om de iPhone 7 niet meer van een hoofdtelefoonaansluiting te voorzien. Een moedig besluit en bovendien zou bluetooth de toekomst moeten zijn, aldus Apple, dat geen zinnige argumenten voor consumenten kon bedenken. Luisteren met een traditionele koptelefoon kon nog wel gewoon – maar dan wel met een dongel. Andere fabrikanten volgden slaafs. Inmiddels zijn steeds meer high-end smartphones niet meer voorzien van een koptelefoonaansluiting. Muziekfanaten moeten dan ook uitwijken naar óf een bluetooth-koptelefoon, óf eentje met een usb-c-aansluiting.

Ook dat levert vaak problemen op. Audio via usb-c kan namelijk actief of passief zijn. Daarbij zit de DAC (digital audio converter) respectievelijk in de hoofdtelefoon zelf of in de telefoon. Als je een ‘gewone’ koptelefoon gebruikt of luistert via bijvoorbeeld een usb-c-dongel, dan moet de telefoon de zogeheten ‘audio accessory mode’ ondersteunen. Maar lang niet alle telefoons hebben dat. Je moet ook daar dus goed kijken welke koptelefoons goed bij welke telefoons passen – al hopen de fabrikanten uiteraard dat je hun eigen meegeleverde oortjes gebruikt, of koopt uit het duurdere assortiment (wat de ware reden achter het verwijderen van de hoofdtelefoonaansluiting zou kunnen zijn).

Buitenbeentje

Je kunt het niet over usb-c hebben zonder de olifant in de kamer tegen te komen: Apple. Hoewel usb-c inmiddels al best wat jaren oud is en ook al langer wordt gebruikt, is het Apple die de nieuwe poort voor het eerst onder het grote publiek bekend maakte. Dat gebeurde met de MacBook uit 2015. Die had maar één poort, en dat was usb-c. Dat kwam het bedrijf op veel kritiek te staan. Enigszins terecht, want voor gebruikers blijkt het leven met één aansluiting voor zowel opladen als bestanden overbrengen en een beeldscherm aansluiten niet zo simpel te zijn. Apples redenering is ergens wel te begrijpen: door bluetooth en wifi en Apples eigen AirDrop lijkt draadloos de toekomst. Het zal ook meespelen dat dongels een lucratieve business zijn. “De aansluiting zelf is een goed idee want de klant weet waar hij dan aan toe is”, denkt Hol, “maar het is voor de klant vrij ongemakkelijk dat er dan maar één connector aan zit en hij met allerlei verloopstukjes moet gaan rommelen.”

Lightning C

Apple is sowieso altijd al een beetje tegendraads geweest als het gaat om aansluitingen en met name standaarden. De iPhones en iPads van het bedrijf maken natuurlijk gebruik van de lightning-aansluiting, een eigen connector die nergens anders voor wordt gebruikt dan de telefoons en tablets uit Cupertino. Die lightning-aansluiting is niet omkeerbaar en kan niet worden gebruikt met andere aansluitingen zoals usb-c. Dat maakt het des te verwarrender dat Apple bij de MacBook juist koos voor een usb-c-aansluiting: zou het niet makkelijker zijn om ook dáár langzaam maar zeker een lightning-aansluiting te implementeren? Of andersom: moeten de telefoons en tablets niet gewoon over naar usb-c? Dat gebeurde eerder dit jaar bijna toen het bedrijf de nieuwe iPad Pro aankondigde. Die had namelijk wél een usb-c-poort. Volgens Apple betekent dat niet het einde van de lightning-aansluiting. “De iPhones en iPads blijven gewoon lightning gebruiken”, zegt een woordvoerder van het bedrijf. De belangrijkste reden om op de nieuwste iPad toch usb-c te implementeren? “Usb-c past goed bij de nieuwe mogelijkheden van de iPad Pro, zoals het aansluiten op externe 5K-schermen en om nieuwe apparaten zoals camera’s, muziekinstrumenten en accessoires aan te kunnen sluiten.” Externe opslag mag je van Apple dan weer niet aansluiten op de iPad Pro.

©PXimport

Apple kiest bij de iPad Pro ook voor een usb-c-poort, maar blijft verder bij lightning

-

Voorlichting

Voor consumenten kan die onduidelijkheid verwarrend zijn. Zij willen dat een apparaat gewoon werkt, dat je de stekker gewoon in de bijbehorende poort kunt steken zonder gedoe. “Zeker in de beginjaren van usb-c merkten we wel dat dat een probleem was”, zegt Wouter Hol van Kabeltje.com. “We kregen toen veel vragen van klanten over hun net gekochte kabels. Inmiddels is dat wel wat minder geworden. Het is moeilijk te zeggen waarom dat is. Misschien weten klanten inmiddels wel wat het verschil is tussen verschillende soorten usb-c-kabels. Of het heeft te maken met het feit dat mensen eerder de handleiding van hun smartphone of apparaat lezen voordat ze er een kabel voor kopen. En we zijn de laatste jaren ook steeds meer voorlichting gaan geven aan consumenten over welke kabel zij nodig hebben. Dat kan ook meespelen.”

Hol denkt dat het in principe wel goed is dat er één universele aansluiting is zoals usb-c, maar er zou ook meer voorlichting moeten zijn. Je kunt er immers niet vanuit gaan dat kopers de subtiele en verwarrende verschillen makkelijk begrijpen. “Het zou veel duidelijker vermeld moeten worden bij wat je koopt. Op zowel apparaten als kabels zou moeten staan: ‘Dit apparaat werkt met die en die kabels’. Dat gebeurt nu te weinig en dan krijg je verwarring.”

Schaalbaarheid

Eén universele aansluiting lijkt er dus voorlopig nog niet te zijn. Usb-c is qua stekker en poort echter een goed begin. Het zijn vooral de verschillende standaarden en protocollen die het op dit moment in de praktijk lastig maken om die ene kabel zo universeel te maken. Als je de aansluiting echter als losstaand iets ziet, dan is usb-c goed op weg dé aansluiting te worden voor alles. Dat is ook niet zo gek, want de connector is gebouwd met zulke schaalbaarheid in het achterhoofd. Nu is het dus vooral nog wachten op de fabrikanten.

Europese standaard

“Heeft er iemand een iPhone-lader bij de hand?” Grote kans dat je die zin ooit hebt gehoord als je ergens op kantoor werkt. Hoewel het probleem veel minder groot is dan, pak-hem-beet, acht jaar geleden is het nog steeds erg irritant dat er verschillende opladers voor verschillende telefoons zijn. Mensen met een wat ouder toestel zitten nog op micro-usb, nieuwere toestellen hebben usb-c, en Apple-gebruikers hebben hun eigen oplader. Europa probeert dat probleem al sinds 2009 op te lossen. De Europese Commissie wil telefoonmakers via wetten en regelgeving verplichten één universele oplader te maken. Dat zou niet alleen handig zijn, maar ook 51.000 ton aan elektronica-afval per jaar schelen omdat niet iedereen zijn opladers meer weggooit. Bedrijven zeggen al jaren met een eigen oplossing te komen; in 2009 besloten Apple, Samsung en Huawei collectief micro-usb te gebruiken, maar Apple deed daar uiteindelijk toch niet aan mee. De EU wil het nu niet langer aan het bedrijfsleven zelf laten, maar denkt er nu over zelf harde maatregelen te nemen. Maar hoe lang dat nog kan duren ...

©PXimport

▼ Volgende artikel
Krokant van buiten, mals van binnen: zó doe je dat in de airfryer
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Krokant van buiten, mals van binnen: zó doe je dat in de airfryer

Je hebt een airfryer gekocht om met minder vet te koken, maar dat betekent niet dat je hoeft in te leveren op smaak of knapperigheid. Integendeel: met het juiste gebruik tover je er de krokantste gerechten mee op tafel, zonder dat ze in olie zwemmen. Het draait allemaal om de juiste aanpak.

In dit artikel lees je:

🥨Hoe een airfryer precies werkt
🍟Hoe je ervoor zorgt dat snacks en groenten worden
🍗Welke handige trucs je kunt gebruiken voor het beste bakresultaat
🥓Hoe je het maximale uit je airfryer haalt

Lees ook: Airfryer met één of twee lades? Zo kies je slim

Hoe werkt een airfryer eigenlijk? Nou, zo!

Een airfryer werkt eigenlijk als een kleine heteluchtoven waarin hete lucht continu circuleert. Je eten gaat in een mandje of op een rekje, waar het rondom wordt verhit. Door het krachtige verwarmingselement bereikt de airfryer snel de juiste temperatuur. De compacte binnenruimte houdt de warmte vast, waardoor alles sneller gaart dan in een gewone oven. Dat scheelt energie én levert in korte tijd een mooi krokant resultaat op.

©africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)

Krokant resultaat met snacks en friet uit de airfryer

Friet en snacks horen natuurlijk bij de airfryer. Er zijn genoeg diepvriesvarianten die speciaal voor dit type bereiding zijn gemaakt. Houd voor het beste resultaat de aanwijzingen op de verpakking aan, maar verwarm je airfryer altijd eerst even voor. Ook als de handleiding zegt dat het niet hoeft. Vier minuten op de gewenste temperatuur is meestal genoeg.

Leg kroketten of andere snacks nooit in een koude airfryer – dat is te vergelijken met ze in koude olie dompelen. Kijk aan het einde van de bereiding of ze mooi goudbruin zijn. Elke airfryer heeft zijn eigen karakter, dus soms helpt een minuutje extra voor die perfecte krokante korst.

Groenten met een knapperig laagje uit de airfryer

Zin in groenten met een stevige bite? Paneren is de sleutel. Geen dik beslag, maar een eenvoudige laag van ei en paneermeel of panko. Snijd bijvoorbeeld bloemkool in kleine roosjes, meng bloem met kruiden naar smaak en klop een eitje los. Haal de roosjes eerst door de bloem, dan door het ei en druk ze daarna goed in de panko. Na twintig minuten op 190 graden komen ze krokant en goudbruin uit je airfryer.

Hetzelfde trucje werkt prima met groenten als courgette, aubergine (in repen) of wortel. Wie liever geen ei gebruikt, kan een dun papje maken van bloem, water en kruiden om de paneerlaag te laten hechten.

©Francisco Zeledon

🎯 Populairste merken airfryer in NL

Philips | Ninja | Tefal | Inventum | Princess

Deze merken komen al langere tijd goed uit de bus in verschillende vergelijkingen. In tests van de Consumentenbond en andere onafhankelijke platforms worden ze vaak genoemd omdat ze simpelweg doen wat je ervan verwacht: ze warmen snel op, bakken gelijkmatig en zijn prettig in gebruik. Bovendien is de verhouding tussen de prijs en wat je voor je geld krijgt goed.

Aanraders per merk

Ninja Airfryer XXL Max Pro
Ruime airfryer voor grotere porties. De 6,2-liter mand is geschikt voor 3-4 personen en levert gelijkmatige resultaten bij friet, groenten en vlees. Dankzij de hogere stand wordt alles extra knapperig. Reviewscore op Kieskeurig: 9,6.

Tefal Dual Easy Fry & Grill EY905D 8.3L XXL Airfryer

Ruim model met twee lades, geschikt voor grotere porties of volledige maaltijden tegelijk. Reviewscore op Kieskeurig: 8,8.

Inventum GF500HLD Airfryer
Betaalbare instap-airfryer; handig voor kleinere huishoudens of basisgebruik. Reviewscore op Kieskeurig: 9,2.

Princess Double Basket Airfryer - 8L - 2400W
dubbele airfryer met twee manden van 4 liter. Geschikt om twee gerechten tegelijk te bereiden, met genoeg capaciteit voor een gezin. Reviewscore op Kieskeurig: 8,5.

Philips 3000 Series NA352/00 Airfryer 9 L Dual Basket
Populair model van Philips met dubbele mand en ruime inhoud, geschikt voor gezinnen of grotere porties. Reviewscore op Kieskeurig: 8,2.

🔟 Over de reviewscores op Kieskeurig.nl
Op Kieskeurig.nl schrijven consumenten reviews over producten. Elke review moet voldoen aan kwaliteitscriteria: de reviewer moet aangeven of het product gekocht, gekregen of getest is, er mag geen misleidende taal in staan en de inhoud moet betrouwbaar zijn. Zo worden nep- of spamreacties tegengegaan. Bij de beoordeling zie je niet alleen het gemiddelde cijfer, maar ook hoeveel reviews er zijn. Zo krijg je meteen een indruk of de score op basis van één enkele review is of op basis van veel gebruikerservaringen.

De maizenatruc voor goudbruine, knapperige aardappels

Verse aardappels uit de airfryer zijn heerlijk, maar echt krokant worden ze niet altijd vanzelf. Dat komt door het zetmeel, dat per aardappelras en zelfs per seizoen verschilt. Sommige aardappels bevatten meer suikers en kleuren daardoor snel bruin, terwijl de binnenkant nog niet gaar is.

De oplossing is eenvoudig: laat de aardappelpartjes of -schijfjes minimaal een half uur in koud water staan om het overtollige zetmeel weg te spoelen. Dep ze daarna goed droog. Meng per halve kilo aardappel een eetlepel maizena of aardappelzetmeel erdoor. Besprenkel ze licht met olie, bijvoorbeeld met een sprayspuit uit de supermarkt, en bak ze 25 tot 30 minuten op 180 graden in een voorverwarmde airfryer. Controleer of ze gaar zijn en serveer ze direct, want na afkoeling verliezen ze hun knapperigheid.

Spray je voedsel in met olie voor het beste bakresultaat

Met een speciale verstuiver krijg je een mooi, dun laagje

Zo bak je alles perfect in je airfryer

Veel mensen gebruiken bakpapier of een bakvorm om hun airfryer schoon te houden. Dat kan, zolang de hete lucht maar goed kan blijven circuleren. Wordt de luchtstroom geblokkeerd, dan gaart je eten ongelijkmatig en blijft het minder krokant.

Een beetje olie doet wonderen. Je hebt er niet veel van nodig, maar zonder olie blijven gerechten vaak bleek of droog. Voorgepaneerde snacks, zoals een schnitzel uit de supermarkt, krijgen pas een mooi bruin korstje als je ze licht insprayt met olie. Invetten met een kwastje kan ook, al verdeelt een spray de olie meestal gelijkmatiger.

Blijft het resultaat tegenvallen? Controleer dan of je airfryer de juiste temperatuur haalt. Dat kan met een oventhermometer: verwarm de airfryer vijf minuten voor, zet de thermometer erin en laat hem nog vijf minuten draaien op de ingestelde stand. Zo weet je meteen of de temperatuur klopt.

Lees ook: Airfryers met slimme schoonmaak- en opbergfuncties

Weten welke airfryers nu extra voordelig zijn?

Je heckt het op de prijsdalerspagina van Kieskeurig.nl

View post on TikTok
▼ Volgende artikel
Black Friday-deal: Motorola Edge 60 Fusion tijdelijk voor een fijn prijsje
© Motorola
Huis

Black Friday-deal: Motorola Edge 60 Fusion tijdelijk voor een fijn prijsje

De Motorola Edge 60 Fusion is deze Black Friday tijdelijk flink in prijs verlaagd: van 329,99 naar slechts 269,99 euro. Dankzij het gebogen oled-display, de sterke camera’s en de lange accuduur is dit één van de scherpste smartphone-deals van dit moment.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Motorola

Tijdens de Black Friday-week duikt de Motorola Edge 60 Fusion onder een prijsgrens die je eigenlijk nooit ziet bij smartphones met een schermkwaliteit, kleurweergave, prestaties en bouwkwaliteit van dit niveau. Normaal is het toestel met 329,99 euro al erg betaalbaar, maar je betaalt nu tijdelijk slechts 269,99 euro. Dat maakt deze stijlvolle en krachtige telefoon opeens nog aantrekkelijker. En omdat de Edge 60 Fusion niet aanvoelt als een typische middenklasser, maar als een toestel met een eigen smoel, springt deze deal er extra uit.

©Motorola

Beschikbaar in meerdere Pantone-kleuren

De Motorola Edge 60 Fusion is verkrijgbaar in drie door Pantone gevalideerde kleuren: Slipstream, Zephyr, Amazonite en Mocha Mousse.


Tijdens Black Friday is vooral de kleur Mocha Mousse, de Pantone-kleur van 2025, extra aantrekkelijk geprijsd. Terwijl de reguliere modellen tijdelijk 269,99 euro kosten, betaal je voor de Mocha-variant slechts 249,99 euro, de laagste prijs van alle beschikbare uitvoeringen.

Lekker design

De Motorola Edge 60 Fusion overtuigt al bij het oppakken. Het 6,67-inch oledscherm loopt aan alle vier de randen door, waardoor de voorkant bijna randloos oogt en het toestel slank en modern aanvoelt. De achterzijde heeft een op leer geïnspireerde afwerking die warm en zacht in de hand ligt. Aan de voorkant zorgt Corning Gorilla Glass 7i voor stevigheid zonder extra gewicht. Met 178 gram en een dikte van 7,95 millimeter combineert het toestel een elegante behuizing met een stevige bouwkwaliteit.

Het Super HD-display (2712 × 1220 pixels) levert haarscherp beeld, diepe kleuren en nauwkeurige huidtinten dankzij 10-bits ondersteuning. De piekhelderheid van 4500 nits maakt het scherm uitstekend leesbaar in fel zonlicht, terwijl de 120Hz-verversing alles vloeiend toont. Water Touch zorgt ervoor dat het display ook reageert met natte vingers; handig tijdens het sporten of een wandeling in de regen.

©Motorola

Prima prestaties en camera's

De MediaTek Dimensity 7300-chipset met 8 GB RAM zorgt voor snelle reacties bij apps, multitasking en media. Android 15 draait soepel en overzichtelijk, met de vertrouwde Moto-functies en extra beveiliging via ThinkShield. Met 256 GB opslag heb je ruimte zat voor foto's, video's en apps.

De 50MP-Sony LYTIA 700C-hoofdcamera met optische beeldstabilisatie levert scherpe, kleurrijke beelden, zowel overdag als 's nachts. De 13MP-ultragroothoekcamera met 120 graden beeldhoek doet ook dienst als macrocamera dankzij autofocus. Aan de voorkant zorgt een 32MP-selfiecamera voor meer dan fatsoenlijke zelfportretten.

Accu met dapper uithoudingsvermogen

Dankzij de 5200mAh-accu haalt de Edge 60 Fusion tot ruim 52 uur gebruik op één lading. Met 68W-snelladen vul je in korte tijd weer genoeg juice aan om door te kunnen. De efficiënte chipset en optimalisaties in Android zorgen daarbij voor een merkbaar langer uithoudingsvermogen.

De stereospeakers zorgen voor een helder en ruimtelijk geluidsbeeld. In de doos zitten verder een beschermcase, een usb-c-kabel, een simtool en Motorola's kenmerkende geparfumeerde verpakking.

Pak deze deal nú!

De Edge 60 Fusion voelt niet aan als een toestel uit zijn prijsklasse. Het design, het scherm, de camera's en de accuprestaties doen denken aan een veel duurder segment. Zeker voor de tijdelijke prijs van nét geen 270 euro is dit een toestel dat opeens concurreert met modellen die normaal gesproken ruim boven deze prijsklasse zitten. En dat maakt deze aanbieding zo aantrekkelijk!

Meer topdeals van Motorola!

Voor als je iets anders zoekt dan de Edge 60 Fusion...