ID.nl logo
Het wel en wee rondom usb-c
© Reshift Digital
Huis

Het wel en wee rondom usb-c

Het had dé aansluiting moeten worden waar eindelijk alles mee kon worden geregeld. Usb-c zou zowel smartphones als laptops kunnen opladen én bestanden overbrengen én beeldschermen aansluiten. Geen gedoe meer met verschillende kabels voor verschillende devices. De praktijk is helaas nog anders. Usb-c is nu een verwarrende janboel van protocollen en aansluitingen.

Groot was de verrassing toen Apple in 2015 een MacBook aankondigde met slechts één aansluitpoort. Die ene usb-c-poort was nodig om zowel de laptop op te laden als om data te versturen; ook moest je hem gebruiken als je de laptop op een extern beeldscherm wilde aansluiten. Zeker het feit dat er slechts één zo’n poort op de computer zat die dat allemaal moest doen (soms ook tegelijk) maakte de Macbook onpraktisch in gebruik. Maar Apple leek ook ergens op het goede spoor te zitten. Een écht universele aansluiting, is dat niet wat we altijd al wilden?

Het woord ‘universal’ in usb leek tot een jaar of twee geleden niet echt waar te maken wat het beloofde. Zo universeel is usb immers lang niet bepaald geweest: micro, mini, regulier ... Er zijn tientallen verschillende kabels waarmee je telefoons, tablets en computers kunt koppelen aan schijven en beeldschermen. Usb-c moet daar verandering in brengen.

Vorm

Toen de nieuwe poort in 2014 werd geïntroduceerd, had die potentie: een overdrachtssnelheid van wel 5 Gb/s en een laadcapaciteit van 100 watt.

Wie nu denkt aan usb-c denkt waarschijnlijk vooral aan de oplaadkabel die bij de meeste nieuwe smartphones wordt geleverd. Het is de kabel met de wat ovale aansluiting, die in tegenstelling tot eerdere opladers gewoon op twee manieren in een oplaadpoort past. Handig! Hoewel usb-c als aansluiting eindelijk universeel lijkt, is er wel een flink aantal standaarden en protocollen nodig die juist weer níét altijd met elkaar samenwerken. Hoe dat precies gaat is ingewikkeld te begrijpen. Daarom maakt usb-c voorlopig ook nog niet waar wat al jarenlang beloofd wordt – en zijn consumenten regelmatig goed in de war.

Pinnen

Wanneer we het hebben over usb-c hebben we het over de fysieke connector. Dat is de connector die je op dit moment waarschijnlijk in je Android-telefoon gebruikt, de ovaalvormige aansluiting die je nooit drie keer hoeft te proberen voor je weet of hij juist in de aansluiting zit.

Die aansluiting heeft binnenin een aantal pinnetjes. Daar zit het grootste fysieke verschil van de usb-c-aansluiting: die heeft er maar liefst 24, tegenover een schamele 5 die het oudere micro-usb heeft. En zonder het al té technisch te maken: meer pinnen betekent sneller bestanden overzetten en opladen. Je kunt de extra pinnen ook gebruiken om dingen te doen als videostreaming. En, belangrijker nog, het kan allebei met diezelfde aansluiting. In theorie heb je dus maar één kabel nodig waarmee je je laptop kunt opladen én er bestanden op kunt zetten. En in theorie heb je nog maar één kabel nodig om al je randapparatuur zoals beeldschermen en harde schijven aan te sluiten op elkaar.

©PXimport

Standaarden

Tot zover is dat allemaal nog vrij logisch: één kabel om alles aan te sluiten. In theorie. Maar dan wordt het gecompliceerder. Behalve met de fysieke connector heb je bij usb-kabels te maken met verschillende standaarden. Het is met name de usb 3.1-standaard die het hele verhaal wat ingewikkeld maakt. Usb 3.1 werd ongeveer tegelijkertijd met usb-c uitgebracht. Usb 3.1 is de opvolger van usb 3.0, met als belangrijkste verschil dat het makkelijker en universeler werd voor ontwikkelaars om er apparatuur en software voor te bouwen. Usb 3.0 werd dan ook langzaamaan uitgefaseerd en min of meer ‘opgenomen’ in het usb3.1-protocol. Als je dus ergens een apparaat in de winkel ziet met ‘usb 3.0’ op de doos, dan is dat waarschijnlijk een verouderd stukje technologie.

Het verschil tussen de diverse generaties usb 3.1 is nogal verwarrend

-

Twee generaties

Nog een jaar later werd er wéér een nieuw usb-protocol geïntroduceerd. Het ging om een betere versie van usb 3.1, dat sindsdien verdeeld wordt in ‘gen 1’ en ‘gen 2’. Hier is het verschil ineens een stuk beter merkbaar. Gen 2 verdubbelt namelijk de maximale overdrachtssnelheid van usb, van 5 gigabit per seconde naar 10.

Wat het allemaal wat verwarrend maakt is dat usb 3.1 (of het nou gen 1 of gen 2 is) los staat van usb-c. Er zijn ook usb 3.1-kabels met een micro-usb-aansluiting, of mini-usb, of juist de standaard usb a-aansluiting. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een usb-c-connector geen gebruik maakt van usb 3.1, maar van usb 2.0 - al komt dat laatste in de praktijk maar weinig voor. En áls je dan een usb 3.1-aansluiting hebt, is dat dan gen 1 (met 5 Gb/s) of gen 2 (met 10 Gb/s)?

Oh, en dan is er ook nog Thunderbolt, vergelijkbaar in hoe universeel het is maar toch nét iets anders. Dat werd ontwikkeld door Intel (samen met Apple), en in 2015 besloot het bedrijf dat het nieuwe Thunderbolt 3 uit 2015 alleen nog gebruik zou maken van usb-c.

©PXimport

Extra mogelijkheden

Usb-c heeft nog andere meerwaarde dan alleen snellere overdracht van bestanden, en daar komt het échte universele van de ‘universal serial bus’ om de hoek kijken. Usb-c kan worden gebruikt om geluid af te spelen, of om een beeldscherm aan te sturen, of om een apparaat op te laden. Dat laatste gebeurt natuurlijk al met telefoons, maar ook laptops zou je in theorie met dezelfde kabel kunnen opladen als waarmee je ook je bestanden overzet.

Althans ... Dat was het idee. In de praktijk blijkt dat lang niet allemaal te werken. De reden: deze functionaliteiten zijn alle optioneel. Het zijn zogenoemde ‘alternate modes’; ook displayport (waarmee je dvi en hdmi kunt aansturen) of pci-express vallen eronder. Makers hebben de keuze of ze zulke alternate modes implementeren, dus het is vaak aan de consument om uit te zoeken wanneer iets wel of niet met een apparaat samenwerkt.

“Of dat werkt, zie je niet aan de buitenkant”, zegt Wouter Hol. Hij is de oprichter van Kabeltje.com, één van de grootste kabelwebwinkels van Nederland. Kabeltje krijgt regelmatig vragen van klanten die in de war zijn van de verschillende standaarden. “Als jij een apparaat hebt met een usb-c-aansluiting wil dat niet automatisch zeggen dat alle kabels daarop werken. Video-streamen op smartphones is een bekend voorbeeld. Veel van onze klanten kopen bijvoorbeeld een verloopadapter van usb-c naar hdmi en komen er daarna pas achter dan hun telefoon dat helemaal niet ondersteunt.” Een deel van het probleem is de beperking die hardware met zich meebrengt. “Een videokaart in een computer is krachtig, maar een telefoon kan het delen van beeld naar een groter scherm op deze manier niet aan”, zegt Hol. “Daar is de rekenkracht niet naar.”

Muziek spelen

Die alternate modes worden ook in toenemende mate ingezet om muziek af te spelen op smartphones. Die trend begon toen Apple de beslissing maakte om de iPhone 7 niet meer van een hoofdtelefoonaansluiting te voorzien. Een moedig besluit en bovendien zou bluetooth de toekomst moeten zijn, aldus Apple, dat geen zinnige argumenten voor consumenten kon bedenken. Luisteren met een traditionele koptelefoon kon nog wel gewoon – maar dan wel met een dongel. Andere fabrikanten volgden slaafs. Inmiddels zijn steeds meer high-end smartphones niet meer voorzien van een koptelefoonaansluiting. Muziekfanaten moeten dan ook uitwijken naar óf een bluetooth-koptelefoon, óf eentje met een usb-c-aansluiting.

Ook dat levert vaak problemen op. Audio via usb-c kan namelijk actief of passief zijn. Daarbij zit de DAC (digital audio converter) respectievelijk in de hoofdtelefoon zelf of in de telefoon. Als je een ‘gewone’ koptelefoon gebruikt of luistert via bijvoorbeeld een usb-c-dongel, dan moet de telefoon de zogeheten ‘audio accessory mode’ ondersteunen. Maar lang niet alle telefoons hebben dat. Je moet ook daar dus goed kijken welke koptelefoons goed bij welke telefoons passen – al hopen de fabrikanten uiteraard dat je hun eigen meegeleverde oortjes gebruikt, of koopt uit het duurdere assortiment (wat de ware reden achter het verwijderen van de hoofdtelefoonaansluiting zou kunnen zijn).

Buitenbeentje

Je kunt het niet over usb-c hebben zonder de olifant in de kamer tegen te komen: Apple. Hoewel usb-c inmiddels al best wat jaren oud is en ook al langer wordt gebruikt, is het Apple die de nieuwe poort voor het eerst onder het grote publiek bekend maakte. Dat gebeurde met de MacBook uit 2015. Die had maar één poort, en dat was usb-c. Dat kwam het bedrijf op veel kritiek te staan. Enigszins terecht, want voor gebruikers blijkt het leven met één aansluiting voor zowel opladen als bestanden overbrengen en een beeldscherm aansluiten niet zo simpel te zijn. Apples redenering is ergens wel te begrijpen: door bluetooth en wifi en Apples eigen AirDrop lijkt draadloos de toekomst. Het zal ook meespelen dat dongels een lucratieve business zijn. “De aansluiting zelf is een goed idee want de klant weet waar hij dan aan toe is”, denkt Hol, “maar het is voor de klant vrij ongemakkelijk dat er dan maar één connector aan zit en hij met allerlei verloopstukjes moet gaan rommelen.”

Lightning C

Apple is sowieso altijd al een beetje tegendraads geweest als het gaat om aansluitingen en met name standaarden. De iPhones en iPads van het bedrijf maken natuurlijk gebruik van de lightning-aansluiting, een eigen connector die nergens anders voor wordt gebruikt dan de telefoons en tablets uit Cupertino. Die lightning-aansluiting is niet omkeerbaar en kan niet worden gebruikt met andere aansluitingen zoals usb-c. Dat maakt het des te verwarrender dat Apple bij de MacBook juist koos voor een usb-c-aansluiting: zou het niet makkelijker zijn om ook dáár langzaam maar zeker een lightning-aansluiting te implementeren? Of andersom: moeten de telefoons en tablets niet gewoon over naar usb-c? Dat gebeurde eerder dit jaar bijna toen het bedrijf de nieuwe iPad Pro aankondigde. Die had namelijk wél een usb-c-poort. Volgens Apple betekent dat niet het einde van de lightning-aansluiting. “De iPhones en iPads blijven gewoon lightning gebruiken”, zegt een woordvoerder van het bedrijf. De belangrijkste reden om op de nieuwste iPad toch usb-c te implementeren? “Usb-c past goed bij de nieuwe mogelijkheden van de iPad Pro, zoals het aansluiten op externe 5K-schermen en om nieuwe apparaten zoals camera’s, muziekinstrumenten en accessoires aan te kunnen sluiten.” Externe opslag mag je van Apple dan weer niet aansluiten op de iPad Pro.

©PXimport

Apple kiest bij de iPad Pro ook voor een usb-c-poort, maar blijft verder bij lightning

-

Voorlichting

Voor consumenten kan die onduidelijkheid verwarrend zijn. Zij willen dat een apparaat gewoon werkt, dat je de stekker gewoon in de bijbehorende poort kunt steken zonder gedoe. “Zeker in de beginjaren van usb-c merkten we wel dat dat een probleem was”, zegt Wouter Hol van Kabeltje.com. “We kregen toen veel vragen van klanten over hun net gekochte kabels. Inmiddels is dat wel wat minder geworden. Het is moeilijk te zeggen waarom dat is. Misschien weten klanten inmiddels wel wat het verschil is tussen verschillende soorten usb-c-kabels. Of het heeft te maken met het feit dat mensen eerder de handleiding van hun smartphone of apparaat lezen voordat ze er een kabel voor kopen. En we zijn de laatste jaren ook steeds meer voorlichting gaan geven aan consumenten over welke kabel zij nodig hebben. Dat kan ook meespelen.”

Hol denkt dat het in principe wel goed is dat er één universele aansluiting is zoals usb-c, maar er zou ook meer voorlichting moeten zijn. Je kunt er immers niet vanuit gaan dat kopers de subtiele en verwarrende verschillen makkelijk begrijpen. “Het zou veel duidelijker vermeld moeten worden bij wat je koopt. Op zowel apparaten als kabels zou moeten staan: ‘Dit apparaat werkt met die en die kabels’. Dat gebeurt nu te weinig en dan krijg je verwarring.”

Schaalbaarheid

Eén universele aansluiting lijkt er dus voorlopig nog niet te zijn. Usb-c is qua stekker en poort echter een goed begin. Het zijn vooral de verschillende standaarden en protocollen die het op dit moment in de praktijk lastig maken om die ene kabel zo universeel te maken. Als je de aansluiting echter als losstaand iets ziet, dan is usb-c goed op weg dé aansluiting te worden voor alles. Dat is ook niet zo gek, want de connector is gebouwd met zulke schaalbaarheid in het achterhoofd. Nu is het dus vooral nog wachten op de fabrikanten.

Europese standaard

“Heeft er iemand een iPhone-lader bij de hand?” Grote kans dat je die zin ooit hebt gehoord als je ergens op kantoor werkt. Hoewel het probleem veel minder groot is dan, pak-hem-beet, acht jaar geleden is het nog steeds erg irritant dat er verschillende opladers voor verschillende telefoons zijn. Mensen met een wat ouder toestel zitten nog op micro-usb, nieuwere toestellen hebben usb-c, en Apple-gebruikers hebben hun eigen oplader. Europa probeert dat probleem al sinds 2009 op te lossen. De Europese Commissie wil telefoonmakers via wetten en regelgeving verplichten één universele oplader te maken. Dat zou niet alleen handig zijn, maar ook 51.000 ton aan elektronica-afval per jaar schelen omdat niet iedereen zijn opladers meer weggooit. Bedrijven zeggen al jaren met een eigen oplossing te komen; in 2009 besloten Apple, Samsung en Huawei collectief micro-usb te gebruiken, maar Apple deed daar uiteindelijk toch niet aan mee. De EU wil het nu niet langer aan het bedrijfsleven zelf laten, maar denkt er nu over zelf harde maatregelen te nemen. Maar hoe lang dat nog kan duren ...

©PXimport

▼ Volgende artikel
Review Oppo Find X9 Pro – Dure smartphone met veel plussen
© Rens Blom
Huis

Review Oppo Find X9 Pro – Dure smartphone met veel plussen

De Oppo Find X9 Pro is een van de duurste smartphones die je kunt kopen. Het is ook het toestel met de langste accuduur, althans in onze gebruikstests. Wat kun je nog meer verwachten? Je leest het in deze Oppo Find X9 Pro-review.

Uitstekend
Conclusie

De Oppo Find X9 Pro is een premium smartphone met fantastische hardware, een heel goede zoomcamera en de beste accuduur die je kunt vinden. De software is nog wat voor verbetering vatbaar en de adviesprijs kan een terecht struikelblok zijn. Wel nemen we ons petje af voor wat de Find X9 Pro allemaal te bieden heeft.

Plus- en minpunten
  • Uitmuntende accuduur
  • Erg geavanceerde camera's
  • Op alle vlakken zeer premium
  • Updatebeleid en softwareschil kunnen beter
  • Erg hoge adviesprijs

De beste accuduur

Een van de speerpunten van de Oppo Find X9 Pro is zijn reusachtige batterij. Een 7500mAh-accu voorziet de telefoon van stroom en verpulvert hiermee de accu's van de Apple iPhone 17 Pro Max (nog geen 5000 mAh), Samsung Galaxy S25 Ultra (5000 mAh) en Google Pixel 10 Pro XL (5200 mAh). Eigenlijk komt alleen de OnePlus 15 in de buurt, met zijn 7300mAh-accu. Oppo en OnePlus zijn zustermerken. In onze test met de OnePlus 15 concludeerden wij dat we het toestel probleemloos twee dagen kunnen gebruiken bij regulier gebruik. Goed nieuws: voor de Oppo Find X9 Pro geldt hetzelfde. Het lukt ons echt niet om de accu op één dag leeg te trekken en ook bij intensiever gebruik kunnen we de twee dagen aantikken.

©Rens Blom

Een Oppo-medewerker haalt een Find X9 Pro uit elkaar om de grote accu te tonen.

De Oppo Find X9 Pro hoef je dus maar om de nacht op te laden. Of ergens in de ochtend, dat kan ook. Het toestel ondersteunt namelijk erg snel opladen via de meegeleverde usb-c-kabel, al dien je dan wel zelf de benodigde adapter te kopen. Met een andere adapter gaat het laden een stuk minder snel. Voor draadloos opladen geldt hetzelfde. Het kan heel snel via een optionele Oppo-oplader of langzamer via een draadloze oplader van een ander merk.

©Rens Blom

Goed scherm

Gelukkig heeft de Oppo Find X9 Pro meer te bieden dan een fantastische accuduur. Dat mag ook wel voor die adviesprijs van 1299 euro. Het toestel beschikt over een premium ontwerp dat lekker in de hand ligt en een vingerafdrukscanner in het scherm die eigenlijk nooit dienst weigert. Het beeldscherm zelf is ook van heel hoge kwaliteit en meet 6,78 inch. Dat is fors, maar wel prettig bij het kijken van video's, gamen en typen met twee handen. Door de resolutie van 2772 x 1272 pixels is het scherm lekker scherp en de 120Hz-verversingssnelheid maakt het beeld soepel.

©Rens Blom

Hardware

Onder de motorkap zoemt – geruisloos natuurlijk – een MediaTek-processor. De dagen dat MediaTek bekendstond als een minder goede chipfabrikant zijn echt voorbij. De Dimensity 9500-chip in de Find X9 Pro is razendsnel, energiezuinig en heeft ook geen enkele moeite met games. En ja, gelet op de hoge adviesprijs van de smartphone is het niet verrassend dat Oppo er 16 GB werkgeheugen en 512 GB opslagcapaciteit in zet. Een welkome combinatie die de Find X9 Pro klaarmaakt voor jaren gebruik.

Heel ver zoomen

Een ander sterk punt van de Find X9 Pro zijn de camera's. Het camera-eiland op de achterkant is groot en steekt best uit, wat komt omdat er serieuze (zoom)camera's in de behuizing zitten. Oppo werkt – al jaren – samen met fotografiemerk Hasselblad om de kwaliteit van zijn premium smartphonecamera's te verbeteren en dat is bij de Find X9 Pro niet anders. In de praktijk zijn wij bijzonder tevreden over de fotografie- en video-prestaties van de smartphone. Plaatjes ogen haarscherp, hebben realistische kleuren en zijn een genot om te bekijken op het smartphonescherm óf een groter scherm.

©Rens Blom

Interessant is de geavanceerde zoomcamera, waarmee je het beeld héél veel keren dichterbij haalt. We hebben de Find X9 Pro meegenomen naar China, waar we fabrieken van Oppo bezochten, en fotografeerden een en ander vanuit onze hotelkamer. Zoals je hieronder ziet, kun je vanaf de 21ste verdieping zó ver en goed inzoomen dat je een autobestuurder prima in beeld krijgt én de kentekenplaat kunt lezen. Of je ziet de tekst op het scherm van het reuzenrad, dat honderden meters verderop staat. Bij dat maximaal inzoomen zet de camerasoftware AI in om het beeld te verduidelijken. Daar wordt het beeld inderdaad duidelijker van, niet mooier.

©Rens Blom

©Rens Blom

Prima software vol apps

De Oppo Find X9 Pro draait op Android 16 en krijgt vijf jaar Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Dat is goed, maar minder lang dan de zeven jaar complete updates die Google, Samsung en Apple uitrollen voor hun toptelefoons. De ColorOS-schil van Oppo werkt prima en bevat veel handige functies, maar ook ongevraagde commerciële apps als TikTok. Wij vinden het raar dat we op een peperdure smartphone lastiggevallen worden door meldingen van apps waar wij niets mee te maken willen hebben.

©Rens Blom

Conclusie: Oppo Find X9 Pro kopen?

De Oppo Find X9 Pro is een premium smartphone met fantastische hardware, een heel goede zoomcamera en de beste accuduur die je kunt vinden. De software is nog wat voor verbetering vatbaar en de adviesprijs kan een terecht struikelblok zijn. Wel nemen we ons petje af voor wat de Find X9 Pro allemaal te bieden heeft.

▼ Volgende artikel
Black Friday premium soundbar-deals: dit zijn de 5 beste aanbiedingen van 2025
Huis

Black Friday premium soundbar-deals: dit zijn de 5 beste aanbiedingen van 2025

Wie deze Black Friday zijn woonkamer wil omtoveren tot een thuisbioscoop, treft het: 2025 is een ongekend sterk jaar voor soundbar-deals. Topmodellen van JBL, LG, Sonos, Samsung én Sony zijn tot de laagste prijs ooit gedaald en behoren bovendien tot de beste systemen van dit moment.

In dit artikel lees je precies welke vijf soundbars er écht bovenuit steken en waarom deze aanbiedingen zo interessant zijn. Je krijgt per model een uitgebreid beeld van de mogelijkheden, de geluidskwaliteit en natuurlijk de actuele Black Friday-prijs. Zo kies je gegarandeerd de soundbar die perfect past bij jouw ruimte, tv en luisterstijl.

LET OP: PRIJZEN KUNNEN DE KOMENDE DAGEN SCHOMMELEN (EN NÓG LAGER UITPAKKEN)!

©JBL

JBL Bar 800 MK2: krachtige surround, afneembare speakers

De JBL Bar 800 MK2 is afgeprijsd tot de laagste prijs ooit en dat maakt de soundbar meteen een van de spannendste Black Friday-aanbiedingen. Deze 7.1-opstelling combineert veelzijdigheid met brute kracht: in totaal 780 watt, een 10-inch subwoofer en twee volledig draadloze, afneembare surroundspeakers. Dankzij Virtual Dolby Atmos en MultiBeam 3.0 vult het systeem de hele kamer met hoogte-effecten en breed uitgespreide details. De soundbar detecteert en versterkt subtiele elementen zoals voetstappen of het ritselen van kleding, terwijl PureVoice 2.0 ervoor zorgt dat dialogen helder blijven, zelfs in actiescènes. Je sluit de bar met één HDMI-kabel aan op je tv en streamt via wifi, AirPlay 2 of Google Cast. De JBL ONE-app helpt bij de installatie en kamerkalibratie, waardoor je in een paar minuten een perfect gebalanceerde set hebt. Voor ongeveer 798 euro is dit een van de meest complete systemen in zijn prijsklasse.

©LG

LG DSC9S: premium-upgrade voor de OLED C-serie

De LG DSC9S maakt deze Black Friday vooral indruk dankzij zijn scherpe prijs van rond de 399 euro, zeker gezien het feit dat deze soundbar is ontworpen als perfecte match met LG’s OLED C-serie. De 3.1.3-configuratie levert drie opwaarts gerichte speakers, waardoor Dolby Atmos-effecten realistisch boven je worden geplaatst. De soundbar werkt naadloos samen met compatible LG-tv’s via WOW Orchestra, waarbij de tv-speakers én soundbar volledig synchroon worden aangestuurd. De draadloze subwoofer zorgt voor stevige baslagen en wie later wil uitbreiden, kan een rear-kit koppelen voor nóg meer surround. Dankzij wifi, AI-Sound Pro, uitgebreide instellingen in het tv-menu en een strakke Synergy-bracket is dit pakket zowel technisch als visueel een prachtige aanvulling op een moderne woonkamer.

©Sonos

Sonos Arc Ultra: premium 9.1.4-geluid voor een scherpe prijs

Dat Sonos dit jaar een Black Friday-knaller neerzet, is bijzonder. De Arc Ultra is een ultramoderne soundbar die voor zo'n 799 euro een verrassend complete 9.1.4-ervaring biedt. Met 14 afzonderlijke drivers, een dual-membraan woofer en slim geplaatste side- en upfiring-speakers creëert de Arc Ultra een meeslepend Atmos-geluid dat je van alle kanten omringt. De nieuwe Sound Motion-technologie zorgt voor diepere bassen dan eerdere modellen, terwijl Trueplay automatisch de akoestiek van je kamer optimaliseert. Je streamt muziek via AirPlay 2, de Sonos-app of talloze andere diensten en kunt moeiteloos uitbreiden met extra subs of rear-speakers. Voor wie audiofiel niveau wil zonder losse versterker of complexe bekabeling, is dit waarschijnlijk de smaakmaker van dit jaar.

©Samsung

Samsung HW-Q990D: de absolute surround-koning

De Samsung HW-Q990D blijft een van de meest indrukwekkende all-in-one-surroundsystemen die je kunt kopen. De 11.1.4-opstelling met 22 speakers vult de kamer met een gigantische geluidskoepel, compleet met draadloze rear-speakers en een subwoofer die je letterlijk voelt. Samsung’s Q-Symphony werkt perfect samen met nieuwe Samsung-tv’s, waarbij tv-speakers en soundbar een hybride systeem vormen dat nog voller klinkt. De automatische kalibratie via SpaceFit Sound zorgt ervoor dat het systeem precies wordt afgestemd op jouw ruimte, terwijl draadloze Dolby Atmos het kabelgeweld beperkt. Met een Black Friday-prijs van ongeveer 712 euro blijft dit systeem de onbetwiste keuze voor mensen die zonder moeite een complete bioscoopervaring willen.

©Sony

Sony Bravia Theatre System 6: eenvoud met écht 5.1.2-geluid

Het Sony Bravia Theatre System 6 is een ideale keuze voor wie wél surround wil, maar geen losse componenten of ingewikkelde installatie. De 5.1.2-set levert 1000 watt vermogen, echte rear-speakers en een draadloze subwoofer, waardoor je een stevige, dynamische bas en een overtuigend geluidsbeeld krijgt. Sony’s Vertical Surround Engine en S-Force Pro zorgen voor hoogte-effecten en breed uitgesmeerd geluid, zelfs zonder extra speakers aan het plafond. De dialogen blijven helder door de geïntegreerde centerspeaker, terwijl je alles bedient via de Sony Bravia-app. Voor zo'n 479 euro is dit een heel complete set voor films en series, die qua prijs-kwaliteitverhouding deze Black Friday bijzonder goed scoort.