ID.nl logo
Het wel en wee rondom usb-c
© PXimport
Huis

Het wel en wee rondom usb-c

Het had dé aansluiting moeten worden waar eindelijk alles mee kon worden geregeld. Usb-c zou zowel smartphones als laptops kunnen opladen én bestanden overbrengen én beeldschermen aansluiten. Geen gedoe meer met verschillende kabels voor verschillende devices. De praktijk is helaas nog anders. Usb-c is nu een verwarrende janboel van protocollen en aansluitingen.

Groot was de verrassing toen Apple in 2015 een MacBook aankondigde met slechts één aansluitpoort. Die ene usb-c-poort was nodig om zowel de laptop op te laden als om data te versturen; ook moest je hem gebruiken als je de laptop op een extern beeldscherm wilde aansluiten. Zeker het feit dat er slechts één zo’n poort op de computer zat die dat allemaal moest doen (soms ook tegelijk) maakte de Macbook onpraktisch in gebruik. Maar Apple leek ook ergens op het goede spoor te zitten. Een écht universele aansluiting, is dat niet wat we altijd al wilden?

Het woord ‘universal’ in usb leek tot een jaar of twee geleden niet echt waar te maken wat het beloofde. Zo universeel is usb immers lang niet bepaald geweest: micro, mini, regulier ... Er zijn tientallen verschillende kabels waarmee je telefoons, tablets en computers kunt koppelen aan schijven en beeldschermen. Usb-c moet daar verandering in brengen.

Vorm

Toen de nieuwe poort in 2014 werd geïntroduceerd, had die potentie: een overdrachtssnelheid van wel 5 Gb/s en een laadcapaciteit van 100 watt.

Wie nu denkt aan usb-c denkt waarschijnlijk vooral aan de oplaadkabel die bij de meeste nieuwe smartphones wordt geleverd. Het is de kabel met de wat ovale aansluiting, die in tegenstelling tot eerdere opladers gewoon op twee manieren in een oplaadpoort past. Handig! Hoewel usb-c als aansluiting eindelijk universeel lijkt, is er wel een flink aantal standaarden en protocollen nodig die juist weer níét altijd met elkaar samenwerken. Hoe dat precies gaat is ingewikkeld te begrijpen. Daarom maakt usb-c voorlopig ook nog niet waar wat al jarenlang beloofd wordt – en zijn consumenten regelmatig goed in de war.

Pinnen

Wanneer we het hebben over usb-c hebben we het over de fysieke connector. Dat is de connector die je op dit moment waarschijnlijk in je Android-telefoon gebruikt, de ovaalvormige aansluiting die je nooit drie keer hoeft te proberen voor je weet of hij juist in de aansluiting zit.

Die aansluiting heeft binnenin een aantal pinnetjes. Daar zit het grootste fysieke verschil van de usb-c-aansluiting: die heeft er maar liefst 24, tegenover een schamele 5 die het oudere micro-usb heeft. En zonder het al té technisch te maken: meer pinnen betekent sneller bestanden overzetten en opladen. Je kunt de extra pinnen ook gebruiken om dingen te doen als videostreaming. En, belangrijker nog, het kan allebei met diezelfde aansluiting. In theorie heb je dus maar één kabel nodig waarmee je je laptop kunt opladen én er bestanden op kunt zetten. En in theorie heb je nog maar één kabel nodig om al je randapparatuur zoals beeldschermen en harde schijven aan te sluiten op elkaar.

©PXimport

Standaarden

Tot zover is dat allemaal nog vrij logisch: één kabel om alles aan te sluiten. In theorie. Maar dan wordt het gecompliceerder. Behalve met de fysieke connector heb je bij usb-kabels te maken met verschillende standaarden. Het is met name de usb 3.1-standaard die het hele verhaal wat ingewikkeld maakt. Usb 3.1 werd ongeveer tegelijkertijd met usb-c uitgebracht. Usb 3.1 is de opvolger van usb 3.0, met als belangrijkste verschil dat het makkelijker en universeler werd voor ontwikkelaars om er apparatuur en software voor te bouwen. Usb 3.0 werd dan ook langzaamaan uitgefaseerd en min of meer ‘opgenomen’ in het usb3.1-protocol. Als je dus ergens een apparaat in de winkel ziet met ‘usb 3.0’ op de doos, dan is dat waarschijnlijk een verouderd stukje technologie.

Het verschil tussen de diverse generaties usb 3.1 is nogal verwarrend

-

Twee generaties

Nog een jaar later werd er wéér een nieuw usb-protocol geïntroduceerd. Het ging om een betere versie van usb 3.1, dat sindsdien verdeeld wordt in ‘gen 1’ en ‘gen 2’. Hier is het verschil ineens een stuk beter merkbaar. Gen 2 verdubbelt namelijk de maximale overdrachtssnelheid van usb, van 5 gigabit per seconde naar 10.

Wat het allemaal wat verwarrend maakt is dat usb 3.1 (of het nou gen 1 of gen 2 is) los staat van usb-c. Er zijn ook usb 3.1-kabels met een micro-usb-aansluiting, of mini-usb, of juist de standaard usb a-aansluiting. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een usb-c-connector geen gebruik maakt van usb 3.1, maar van usb 2.0 - al komt dat laatste in de praktijk maar weinig voor. En áls je dan een usb 3.1-aansluiting hebt, is dat dan gen 1 (met 5 Gb/s) of gen 2 (met 10 Gb/s)?

Oh, en dan is er ook nog Thunderbolt, vergelijkbaar in hoe universeel het is maar toch nét iets anders. Dat werd ontwikkeld door Intel (samen met Apple), en in 2015 besloot het bedrijf dat het nieuwe Thunderbolt 3 uit 2015 alleen nog gebruik zou maken van usb-c.

©PXimport

Extra mogelijkheden

Usb-c heeft nog andere meerwaarde dan alleen snellere overdracht van bestanden, en daar komt het échte universele van de ‘universal serial bus’ om de hoek kijken. Usb-c kan worden gebruikt om geluid af te spelen, of om een beeldscherm aan te sturen, of om een apparaat op te laden. Dat laatste gebeurt natuurlijk al met telefoons, maar ook laptops zou je in theorie met dezelfde kabel kunnen opladen als waarmee je ook je bestanden overzet.

Althans ... Dat was het idee. In de praktijk blijkt dat lang niet allemaal te werken. De reden: deze functionaliteiten zijn alle optioneel. Het zijn zogenoemde ‘alternate modes’; ook displayport (waarmee je dvi en hdmi kunt aansturen) of pci-express vallen eronder. Makers hebben de keuze of ze zulke alternate modes implementeren, dus het is vaak aan de consument om uit te zoeken wanneer iets wel of niet met een apparaat samenwerkt.

“Of dat werkt, zie je niet aan de buitenkant”, zegt Wouter Hol. Hij is de oprichter van Kabeltje.com, één van de grootste kabelwebwinkels van Nederland. Kabeltje krijgt regelmatig vragen van klanten die in de war zijn van de verschillende standaarden. “Als jij een apparaat hebt met een usb-c-aansluiting wil dat niet automatisch zeggen dat alle kabels daarop werken. Video-streamen op smartphones is een bekend voorbeeld. Veel van onze klanten kopen bijvoorbeeld een verloopadapter van usb-c naar hdmi en komen er daarna pas achter dan hun telefoon dat helemaal niet ondersteunt.” Een deel van het probleem is de beperking die hardware met zich meebrengt. “Een videokaart in een computer is krachtig, maar een telefoon kan het delen van beeld naar een groter scherm op deze manier niet aan”, zegt Hol. “Daar is de rekenkracht niet naar.”

Muziek spelen

Die alternate modes worden ook in toenemende mate ingezet om muziek af te spelen op smartphones. Die trend begon toen Apple de beslissing maakte om de iPhone 7 niet meer van een hoofdtelefoonaansluiting te voorzien. Een moedig besluit en bovendien zou bluetooth de toekomst moeten zijn, aldus Apple, dat geen zinnige argumenten voor consumenten kon bedenken. Luisteren met een traditionele koptelefoon kon nog wel gewoon – maar dan wel met een dongel. Andere fabrikanten volgden slaafs. Inmiddels zijn steeds meer high-end smartphones niet meer voorzien van een koptelefoonaansluiting. Muziekfanaten moeten dan ook uitwijken naar óf een bluetooth-koptelefoon, óf eentje met een usb-c-aansluiting.

Ook dat levert vaak problemen op. Audio via usb-c kan namelijk actief of passief zijn. Daarbij zit de DAC (digital audio converter) respectievelijk in de hoofdtelefoon zelf of in de telefoon. Als je een ‘gewone’ koptelefoon gebruikt of luistert via bijvoorbeeld een usb-c-dongel, dan moet de telefoon de zogeheten ‘audio accessory mode’ ondersteunen. Maar lang niet alle telefoons hebben dat. Je moet ook daar dus goed kijken welke koptelefoons goed bij welke telefoons passen – al hopen de fabrikanten uiteraard dat je hun eigen meegeleverde oortjes gebruikt, of koopt uit het duurdere assortiment (wat de ware reden achter het verwijderen van de hoofdtelefoonaansluiting zou kunnen zijn).

Buitenbeentje

Je kunt het niet over usb-c hebben zonder de olifant in de kamer tegen te komen: Apple. Hoewel usb-c inmiddels al best wat jaren oud is en ook al langer wordt gebruikt, is het Apple die de nieuwe poort voor het eerst onder het grote publiek bekend maakte. Dat gebeurde met de MacBook uit 2015. Die had maar één poort, en dat was usb-c. Dat kwam het bedrijf op veel kritiek te staan. Enigszins terecht, want voor gebruikers blijkt het leven met één aansluiting voor zowel opladen als bestanden overbrengen en een beeldscherm aansluiten niet zo simpel te zijn. Apples redenering is ergens wel te begrijpen: door bluetooth en wifi en Apples eigen AirDrop lijkt draadloos de toekomst. Het zal ook meespelen dat dongels een lucratieve business zijn. “De aansluiting zelf is een goed idee want de klant weet waar hij dan aan toe is”, denkt Hol, “maar het is voor de klant vrij ongemakkelijk dat er dan maar één connector aan zit en hij met allerlei verloopstukjes moet gaan rommelen.”

Lightning C

Apple is sowieso altijd al een beetje tegendraads geweest als het gaat om aansluitingen en met name standaarden. De iPhones en iPads van het bedrijf maken natuurlijk gebruik van de lightning-aansluiting, een eigen connector die nergens anders voor wordt gebruikt dan de telefoons en tablets uit Cupertino. Die lightning-aansluiting is niet omkeerbaar en kan niet worden gebruikt met andere aansluitingen zoals usb-c. Dat maakt het des te verwarrender dat Apple bij de MacBook juist koos voor een usb-c-aansluiting: zou het niet makkelijker zijn om ook dáár langzaam maar zeker een lightning-aansluiting te implementeren? Of andersom: moeten de telefoons en tablets niet gewoon over naar usb-c? Dat gebeurde eerder dit jaar bijna toen het bedrijf de nieuwe iPad Pro aankondigde. Die had namelijk wél een usb-c-poort. Volgens Apple betekent dat niet het einde van de lightning-aansluiting. “De iPhones en iPads blijven gewoon lightning gebruiken”, zegt een woordvoerder van het bedrijf. De belangrijkste reden om op de nieuwste iPad toch usb-c te implementeren? “Usb-c past goed bij de nieuwe mogelijkheden van de iPad Pro, zoals het aansluiten op externe 5K-schermen en om nieuwe apparaten zoals camera’s, muziekinstrumenten en accessoires aan te kunnen sluiten.” Externe opslag mag je van Apple dan weer niet aansluiten op de iPad Pro.

©PXimport

Apple kiest bij de iPad Pro ook voor een usb-c-poort, maar blijft verder bij lightning

-

Voorlichting

Voor consumenten kan die onduidelijkheid verwarrend zijn. Zij willen dat een apparaat gewoon werkt, dat je de stekker gewoon in de bijbehorende poort kunt steken zonder gedoe. “Zeker in de beginjaren van usb-c merkten we wel dat dat een probleem was”, zegt Wouter Hol van Kabeltje.com. “We kregen toen veel vragen van klanten over hun net gekochte kabels. Inmiddels is dat wel wat minder geworden. Het is moeilijk te zeggen waarom dat is. Misschien weten klanten inmiddels wel wat het verschil is tussen verschillende soorten usb-c-kabels. Of het heeft te maken met het feit dat mensen eerder de handleiding van hun smartphone of apparaat lezen voordat ze er een kabel voor kopen. En we zijn de laatste jaren ook steeds meer voorlichting gaan geven aan consumenten over welke kabel zij nodig hebben. Dat kan ook meespelen.”

Hol denkt dat het in principe wel goed is dat er één universele aansluiting is zoals usb-c, maar er zou ook meer voorlichting moeten zijn. Je kunt er immers niet vanuit gaan dat kopers de subtiele en verwarrende verschillen makkelijk begrijpen. “Het zou veel duidelijker vermeld moeten worden bij wat je koopt. Op zowel apparaten als kabels zou moeten staan: ‘Dit apparaat werkt met die en die kabels’. Dat gebeurt nu te weinig en dan krijg je verwarring.”

Schaalbaarheid

Eén universele aansluiting lijkt er dus voorlopig nog niet te zijn. Usb-c is qua stekker en poort echter een goed begin. Het zijn vooral de verschillende standaarden en protocollen die het op dit moment in de praktijk lastig maken om die ene kabel zo universeel te maken. Als je de aansluiting echter als losstaand iets ziet, dan is usb-c goed op weg dé aansluiting te worden voor alles. Dat is ook niet zo gek, want de connector is gebouwd met zulke schaalbaarheid in het achterhoofd. Nu is het dus vooral nog wachten op de fabrikanten.

Europese standaard

“Heeft er iemand een iPhone-lader bij de hand?” Grote kans dat je die zin ooit hebt gehoord als je ergens op kantoor werkt. Hoewel het probleem veel minder groot is dan, pak-hem-beet, acht jaar geleden is het nog steeds erg irritant dat er verschillende opladers voor verschillende telefoons zijn. Mensen met een wat ouder toestel zitten nog op micro-usb, nieuwere toestellen hebben usb-c, en Apple-gebruikers hebben hun eigen oplader. Europa probeert dat probleem al sinds 2009 op te lossen. De Europese Commissie wil telefoonmakers via wetten en regelgeving verplichten één universele oplader te maken. Dat zou niet alleen handig zijn, maar ook 51.000 ton aan elektronica-afval per jaar schelen omdat niet iedereen zijn opladers meer weggooit. Bedrijven zeggen al jaren met een eigen oplossing te komen; in 2009 besloten Apple, Samsung en Huawei collectief micro-usb te gebruiken, maar Apple deed daar uiteindelijk toch niet aan mee. De EU wil het nu niet langer aan het bedrijfsleven zelf laten, maar denkt er nu over zelf harde maatregelen te nemen. Maar hoe lang dat nog kan duren ...

©PXimport

▼ Volgende artikel
Gezichtsherkenning, vingerafdruk of pincode: wat is het veiligst?
© Perig Morisse
Huis

Gezichtsherkenning, vingerafdruk of pincode: wat is het veiligst?

Veilig je telefoon ontgrendelen: wat is de beste methode? In dit artikel komen pincodes, vingerafdrukscans en gezichtsherkenning aan bod.

Op je telefoon staan allerlei persoonlijke gegevens die je niet zomaar met iedereen deelt. Bovendien is het niet de bedoeling dat iedereen je berichten zomaar kan lezen of zelfs iets kan versturen of posten.

Authenticatie voor smartphones is niet nieuws. Maar wat is eigenlijk de veiligste methode? We leggen identificatie door middel van een wachtwoord of pincode, een vingerafdruk en gezichtsherkenning onder de loep:

  • Voor- en nadelen van een wachtwoord, patroon of pincode
  • Pluspunten en keerzijdes van een vingerafdruk voor verificatie
  • Pro’s en cons van ontgrendeling door gezichtsherkenning

Op zoek naar een nieuwe smartphone? Bekijk de beste telefoons tot 600,- euro!

Voordelen van een wachtwoord, patroon of pincode

  • Je bent niet afhankelijk van onderliggende technologie

  • Je hebt de mate van veiligheid gedeeltelijk zelf in de hand

Wachtwoorden, patronen en pincodes zijn de oudste en in feite ook de simpelste vormen van identificatie. Belangrijk om te weten is dat de veiligheid afhankelijk is van de lengte van de code of het wachtwoord. Je hebt de veiligheid dus voor een groot deel zelf in de hand. Deze methode is altijd even betrouwbaar, omdat hij voor de veiligheid niet afhankelijk is van je de technologie in je telefoon. Bovendien verlies je de mogelijkheid om op deze manier in te loggen minder snel, omdat er geen sensoren of camera's zijn die stuk kunnen gaan.

©Supatman - stock.adobe.com

Nadelen van een wachtwoord of pincode

  • Iemand kan meekijken en je wachtwoord aflezen

  • Niet gebruiksvriendelijk en langzaam

De nadelen van een wachtwoord liggen eigenlijk ook voor de hand. Iemand kan bijvoorbeeld stiekem over je schouder meekijken en toegang krijgen tot je telefoon. In theorie kan een hacker met je gegevens aan de haal. In de praktijk komt dat zelden voor, maar het hacken van je vinger of gezicht is in ieder geval helemaal onmogelijk. Toch was voor veel mensen gebruiksvriendelijkheid de reden om over te stappen naar een andere manier. Want iedere keer een code of wachtwoord invoeren duurt lang en begint op een gegeven moment vervelend te worden, vooral als je weet dat er snellere methodes beschikbaar zijn. Een patroon swipen gaat iets sneller, maar kost alsnog meer moeite dan andere manieren.

Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!

Vingerafdruk voor authenticatie: de voordelen

  • Snel en gebruiksvriendelijk

  • Hoge veiligheid bij geavanceerde sensoren

Inmiddels zijn vingerafdrukscanners op telefoons snel en reageren ze zonder al te veel problemen, zonder dat je je vinger exact op de juiste manier op de scanner hoeft te plaatsen. Doordat ze op een handige plek geplaatst zijn, ontgrendel je je smartphone min of meer zodra je het apparaat oppakt. Een goede scanner zorgt ervoor dat jij als enige je telefoon kunt unlocken.

©KOB

Vingerafdruk voor authenticatie: de nadelen

  • Werkt niet bij natte of beschadigde vingers

  • Oudere versies minder betrouwbaar

Iedereen die ooit een vingerafdrukscanner heeft gebruikt is bekend met het volgende: als je vinger nat is, of wanneer je er toevallig een snee of een pleister op zit, herkent de scanner het profiel van je vinger niet meer. Bij geavanceerdere scanners komt dit probleem minder vaak voor. Sowieso zijn verouderde en goedkopere sensoren lang niet altijd veilig. Ze zijn in het kort minder complex, waardoor ze minder lijnen registreren en je vingerafdruk niet heel nauwkeurig meten.

Voordelen van gezichtsherkenning voor ontgrendeling

  • Snel en moeiteloos

  • 3D-scans zijn erg veilig

Je smartphone ontgrendelen door gezichtsherkenning is de gebruiksvriendelijkste manier. Het enige wat je hoeft te doen, is naar je telefoon kijken. Kortom: het gaat automatisch en zonder dat je het in de gaten hebt. Smartphones die gebruikmaken van een 3D-scan zijn amper te misleiden en dus zeer betrouwbaar, maar alleen nieuwe (en dure) modellen zijn uitgerust met deze mogelijkheid. Let daar goed op wanneer je graag gebruikmaakt van gezichtsherkenning en op zoek bent naar een nieuwe telefoon.

©Khaletski Siarhei\goffkein.pro

Nadelen van gezichtsherkenning voor ontgrendeling

  • Oudere gezichtsscans niet altijd even betrouwbaar

  • Weinig licht kan een belemmering zijn

Oudere telefoons die te ontgrendelen zijn met een scan van je gezicht, zijn helaas niet heel veilig. Ze maken gebruik van een foto en vergelijken die met de 2D-scan die gemaakt wordt tijdens het ontgrendelen. In de eerste plaats is gebleken dat iemand anders met een gezicht dat veel op je lijkt de telefoon mogelijk ook kan ontgrendelen. Daarnaast is een foto van de bezitter van de telefoon soms genoeg om deze veiligheidsmethode te misleiden.

Conclusie: wat is het veiligst?

Een complex wachtwoord of lange pincode is nog altijd een veilige manier om je smartphone te vergrendelen. Als je een moderne telefoon hebt, is vingerafdrukherkenning ook erg veilig en bovendien een heel stuk gebruiksvriendelijker. Een geavanceerde scanner voor gezichtsherkenning is ook zeer betrouwbaar. Maar daarbij moet je er wel op letten dat jouw telefoon echt een 3D-scan van je gezicht maakt. De meeste smartphones kunnen dat niet. Denk er verder aan dat je niet meer kunt inloggen met een vingerafdruk of een gezichtsscan als bepaalde onderdelen van je telefoon niet meer functioneren. Daarom is het aangeraden om altijd te kiezen voor een lang wachtwoord of pincode als back-up.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


▼ Volgende artikel
Consumenten testen: de Philips 5000 Series CX5120/11 energiebesparende verwarming
Huis

Consumenten testen: de Philips 5000 Series CX5120/11 energiebesparende verwarming

Ben je op zoek naar een energiezuinige bijverwarming die snel en efficiënt warmte levert? Dan is een keramische verwarming wel iets voor jou: die combineert moderne technologie met gebruiksgemak. Zoals de Philips 5000 Series CX5120/11 keramische verwarming. Wat zijn de praktijkervaringen van de testers van Review.nl? Lees hier hun bevindingen.

Ben je op zoek naar een snelle, slimme en veilige manier om je huis te verwarmen? Met deze krachtige keramische verwarming zit je binnen twee seconden al lekker warm! En het beste? Je bespaart tot wel 50% energie vergeleken met een gewone verwarmingsventilator. Via de handige Philips Air+-app heb je altijd en overal controle over je verwarming. Bovendien zorgt de 5-voudige veiligheidsbescherming ervoor dat je je nergens zorgen over hoeft te maken. Warmte, gemak én gemoedsrust – wat wil je nog meer? Testers van Review.nl mochten de Philips 5000 Series CX5120/11 gedurende een periode testen. Hier lees je hun bevindingen.

Het slanke, zwarte design van deze Philips verwarming past goed in een modern interieur. Met een hoogte van minder dan 60 centimeter is het apparaat compact genoeg om onder een bureau te plaatsen. "Door het slanke en zwarte design is deze verwarming overal te plaatsen", aldus Rob, één van de testers. Het apparaat is daarnaast licht van gewicht, wat het makkelijk maakt om hem van kamer naar kamer te verplaatsen wanneer nodig.

Snelle en effectieve verwarming

De CX5120/11 overtuigt met zijn krachtige verwarmingsprestaties. "Het apparaat verwarmt de kamer verrassend snel, wat ideaal is op koude dagen", schrijft GeertK, die de CX5120/11 een 8,0 geeft. De oscillerende voet zorgt voor een goede warmteverdeling in de ruimte. Rob is blij met het vermogen: "Hierdoor is het mogelijk om in een korte periode een fijne warmte te verspreiden". Daar is tester Cindyver het mee eens. Ook wordt gewaardeerd dat de keramische verwarming geen vieze geurtjes verspreidt.

De Philips 5000 Series CX5120/11 kan ook in een thuisnetwerk worden gebruikt, waardoor app-bediening ingesteld kan worden en een koppeling met Google Home en Alexa mogelijk is. Wel kan er nog iets worden verbeterd aan het proces voor het maken van een verbinding met het draadloze netwerk. Roberto073: "Het koppelen met de Air+ app verliep zonder gedoe, al bleef het wifi-icoontje wit in plaats van oranje, zoals de handleiding aangaf. Dat was echter geen probleem, want alles werkte naar behoren." AnneliesD hierover: "De installatie was even puzzelen omdat er verwezen werd naar het netwerk van Philips in plaats van ons thuis wifi-netwerk. Maar dit was zo gewijzigd in de app."

Slim en gebruiksvriendelijk

Een groot pluspunt is de bediening via de bijbehorende app. Hiermee kun je de verwarming op afstand bedienen en programma's instellen. 'Via deze app is het mogelijk om zelf een programma te maken wanneer, hoe laat en hoe warm de verwarming moet werken', licht een enthousiaste gebruiker toe. De Auto+ modus regelt de verwarming automatisch voor optimale energiebesparing. Het touchscreen op het apparaat zelf biedt een gebruiksvriendelijk alternatief voor de app-bediening.

Tester Har74 is blij met de slimme functies van de verwarming en de app: "In de kinderkamer is de verwarming een keer omgevallen, maar de app gaf meteen een melding dat het apparaat was omgevallen en automatisch was uitgeschakeld. "

Tester AnneliesD is blij met de CX5120/11: "Vooral met thuiswerken is het ideaal om één ruimte te verwarmen en de cv-installatie niet te hoeven gebruikenm. wat dus ook aanzienlijk scheelt in de kosten! "

Geschikt voor kleinere ruimtes

De verwarming is vooral effectief in kleinere ruimtes tot ongeveer 20 m². 'In mijn studeerkamer komt de verwarming tot zijn recht', schrijft een tester. Verschillende gebruikers zetten het apparaat specifiek in als bijverwarming voor een thuiswerkplek. Een minpunt van de Philips 5000 Series CX5120/11 is volgens Max546 de lengte van het snoer. "Zonder verlengsnoer kun je hem niet zomaar overal neerzetten", aldus de tester.

Tester Har74 merkt dat deze verwarming minder geschikt is voor grotere ruimtes, want volgens de specificaties is hij vooral geschikt voor kamers tot 20 m³. Ook vindt hij het jammer dat de verwarming niet in andere kleuren dan zwart verkrijgbaar is.

Conclusie

Met een gemiddelde score van 8,7 is de Philips 5000 Series CX5120/11 een overtuigende keuze voor wie op zoek is naar een slimme bijverwarming voor kleinere ruimtes. De combinatie van snelle warmte, app-bediening en energiezuinige werking maakt het een praktisch apparaat voor bijvoorbeeld een thuiswerkplek of slaapkamer. Het compacte formaat en stille werking zijn extra pluspunten. Enige minpunten zijn de relatief korte stroomkabel en het feit dat de temperatuurmeting bij het apparaat niet altijd overeenkomt met de werkelijke kamertemperatuur.

✅ Pluspunten
Snel en efficiënt verwarmen
Stille werking
Prettige app-bediening
Energiezuinig
Val- en aanraakbeveiliging

❌ Minpunten
Voor kleinere ruimtes tot 20 m³
Stroomkabel in sommige situaties te kort
Soms verschil in gemeten en werkelijke temperatuur

Meer over de Philips 7000 Series HR3760/10

Op Kieskeurig.nl