ID.nl logo
Het wel en wee rondom usb-c
© PXimport
Huis

Het wel en wee rondom usb-c

Het had dé aansluiting moeten worden waar eindelijk alles mee kon worden geregeld. Usb-c zou zowel smartphones als laptops kunnen opladen én bestanden overbrengen én beeldschermen aansluiten. Geen gedoe meer met verschillende kabels voor verschillende devices. De praktijk is helaas nog anders. Usb-c is nu een verwarrende janboel van protocollen en aansluitingen.

Groot was de verrassing toen Apple in 2015 een MacBook aankondigde met slechts één aansluitpoort. Die ene usb-c-poort was nodig om zowel de laptop op te laden als om data te versturen; ook moest je hem gebruiken als je de laptop op een extern beeldscherm wilde aansluiten. Zeker het feit dat er slechts één zo’n poort op de computer zat die dat allemaal moest doen (soms ook tegelijk) maakte de Macbook onpraktisch in gebruik. Maar Apple leek ook ergens op het goede spoor te zitten. Een écht universele aansluiting, is dat niet wat we altijd al wilden?

Het woord ‘universal’ in usb leek tot een jaar of twee geleden niet echt waar te maken wat het beloofde. Zo universeel is usb immers lang niet bepaald geweest: micro, mini, regulier ... Er zijn tientallen verschillende kabels waarmee je telefoons, tablets en computers kunt koppelen aan schijven en beeldschermen. Usb-c moet daar verandering in brengen.

Vorm

Toen de nieuwe poort in 2014 werd geïntroduceerd, had die potentie: een overdrachtssnelheid van wel 5 Gb/s en een laadcapaciteit van 100 watt.

Wie nu denkt aan usb-c denkt waarschijnlijk vooral aan de oplaadkabel die bij de meeste nieuwe smartphones wordt geleverd. Het is de kabel met de wat ovale aansluiting, die in tegenstelling tot eerdere opladers gewoon op twee manieren in een oplaadpoort past. Handig! Hoewel usb-c als aansluiting eindelijk universeel lijkt, is er wel een flink aantal standaarden en protocollen nodig die juist weer níét altijd met elkaar samenwerken. Hoe dat precies gaat is ingewikkeld te begrijpen. Daarom maakt usb-c voorlopig ook nog niet waar wat al jarenlang beloofd wordt – en zijn consumenten regelmatig goed in de war.

Pinnen

Wanneer we het hebben over usb-c hebben we het over de fysieke connector. Dat is de connector die je op dit moment waarschijnlijk in je Android-telefoon gebruikt, de ovaalvormige aansluiting die je nooit drie keer hoeft te proberen voor je weet of hij juist in de aansluiting zit.

Die aansluiting heeft binnenin een aantal pinnetjes. Daar zit het grootste fysieke verschil van de usb-c-aansluiting: die heeft er maar liefst 24, tegenover een schamele 5 die het oudere micro-usb heeft. En zonder het al té technisch te maken: meer pinnen betekent sneller bestanden overzetten en opladen. Je kunt de extra pinnen ook gebruiken om dingen te doen als videostreaming. En, belangrijker nog, het kan allebei met diezelfde aansluiting. In theorie heb je dus maar één kabel nodig waarmee je je laptop kunt opladen én er bestanden op kunt zetten. En in theorie heb je nog maar één kabel nodig om al je randapparatuur zoals beeldschermen en harde schijven aan te sluiten op elkaar.

©PXimport

Standaarden

Tot zover is dat allemaal nog vrij logisch: één kabel om alles aan te sluiten. In theorie. Maar dan wordt het gecompliceerder. Behalve met de fysieke connector heb je bij usb-kabels te maken met verschillende standaarden. Het is met name de usb 3.1-standaard die het hele verhaal wat ingewikkeld maakt. Usb 3.1 werd ongeveer tegelijkertijd met usb-c uitgebracht. Usb 3.1 is de opvolger van usb 3.0, met als belangrijkste verschil dat het makkelijker en universeler werd voor ontwikkelaars om er apparatuur en software voor te bouwen. Usb 3.0 werd dan ook langzaamaan uitgefaseerd en min of meer ‘opgenomen’ in het usb3.1-protocol. Als je dus ergens een apparaat in de winkel ziet met ‘usb 3.0’ op de doos, dan is dat waarschijnlijk een verouderd stukje technologie.

Het verschil tussen de diverse generaties usb 3.1 is nogal verwarrend

-

Twee generaties

Nog een jaar later werd er wéér een nieuw usb-protocol geïntroduceerd. Het ging om een betere versie van usb 3.1, dat sindsdien verdeeld wordt in ‘gen 1’ en ‘gen 2’. Hier is het verschil ineens een stuk beter merkbaar. Gen 2 verdubbelt namelijk de maximale overdrachtssnelheid van usb, van 5 gigabit per seconde naar 10.

Wat het allemaal wat verwarrend maakt is dat usb 3.1 (of het nou gen 1 of gen 2 is) los staat van usb-c. Er zijn ook usb 3.1-kabels met een micro-usb-aansluiting, of mini-usb, of juist de standaard usb a-aansluiting. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een usb-c-connector geen gebruik maakt van usb 3.1, maar van usb 2.0 - al komt dat laatste in de praktijk maar weinig voor. En áls je dan een usb 3.1-aansluiting hebt, is dat dan gen 1 (met 5 Gb/s) of gen 2 (met 10 Gb/s)?

Oh, en dan is er ook nog Thunderbolt, vergelijkbaar in hoe universeel het is maar toch nét iets anders. Dat werd ontwikkeld door Intel (samen met Apple), en in 2015 besloot het bedrijf dat het nieuwe Thunderbolt 3 uit 2015 alleen nog gebruik zou maken van usb-c.

©PXimport

Extra mogelijkheden

Usb-c heeft nog andere meerwaarde dan alleen snellere overdracht van bestanden, en daar komt het échte universele van de ‘universal serial bus’ om de hoek kijken. Usb-c kan worden gebruikt om geluid af te spelen, of om een beeldscherm aan te sturen, of om een apparaat op te laden. Dat laatste gebeurt natuurlijk al met telefoons, maar ook laptops zou je in theorie met dezelfde kabel kunnen opladen als waarmee je ook je bestanden overzet.

Althans ... Dat was het idee. In de praktijk blijkt dat lang niet allemaal te werken. De reden: deze functionaliteiten zijn alle optioneel. Het zijn zogenoemde ‘alternate modes’; ook displayport (waarmee je dvi en hdmi kunt aansturen) of pci-express vallen eronder. Makers hebben de keuze of ze zulke alternate modes implementeren, dus het is vaak aan de consument om uit te zoeken wanneer iets wel of niet met een apparaat samenwerkt.

“Of dat werkt, zie je niet aan de buitenkant”, zegt Wouter Hol. Hij is de oprichter van Kabeltje.com, één van de grootste kabelwebwinkels van Nederland. Kabeltje krijgt regelmatig vragen van klanten die in de war zijn van de verschillende standaarden. “Als jij een apparaat hebt met een usb-c-aansluiting wil dat niet automatisch zeggen dat alle kabels daarop werken. Video-streamen op smartphones is een bekend voorbeeld. Veel van onze klanten kopen bijvoorbeeld een verloopadapter van usb-c naar hdmi en komen er daarna pas achter dan hun telefoon dat helemaal niet ondersteunt.” Een deel van het probleem is de beperking die hardware met zich meebrengt. “Een videokaart in een computer is krachtig, maar een telefoon kan het delen van beeld naar een groter scherm op deze manier niet aan”, zegt Hol. “Daar is de rekenkracht niet naar.”

Muziek spelen

Die alternate modes worden ook in toenemende mate ingezet om muziek af te spelen op smartphones. Die trend begon toen Apple de beslissing maakte om de iPhone 7 niet meer van een hoofdtelefoonaansluiting te voorzien. Een moedig besluit en bovendien zou bluetooth de toekomst moeten zijn, aldus Apple, dat geen zinnige argumenten voor consumenten kon bedenken. Luisteren met een traditionele koptelefoon kon nog wel gewoon – maar dan wel met een dongel. Andere fabrikanten volgden slaafs. Inmiddels zijn steeds meer high-end smartphones niet meer voorzien van een koptelefoonaansluiting. Muziekfanaten moeten dan ook uitwijken naar óf een bluetooth-koptelefoon, óf eentje met een usb-c-aansluiting.

Ook dat levert vaak problemen op. Audio via usb-c kan namelijk actief of passief zijn. Daarbij zit de DAC (digital audio converter) respectievelijk in de hoofdtelefoon zelf of in de telefoon. Als je een ‘gewone’ koptelefoon gebruikt of luistert via bijvoorbeeld een usb-c-dongel, dan moet de telefoon de zogeheten ‘audio accessory mode’ ondersteunen. Maar lang niet alle telefoons hebben dat. Je moet ook daar dus goed kijken welke koptelefoons goed bij welke telefoons passen – al hopen de fabrikanten uiteraard dat je hun eigen meegeleverde oortjes gebruikt, of koopt uit het duurdere assortiment (wat de ware reden achter het verwijderen van de hoofdtelefoonaansluiting zou kunnen zijn).

Buitenbeentje

Je kunt het niet over usb-c hebben zonder de olifant in de kamer tegen te komen: Apple. Hoewel usb-c inmiddels al best wat jaren oud is en ook al langer wordt gebruikt, is het Apple die de nieuwe poort voor het eerst onder het grote publiek bekend maakte. Dat gebeurde met de MacBook uit 2015. Die had maar één poort, en dat was usb-c. Dat kwam het bedrijf op veel kritiek te staan. Enigszins terecht, want voor gebruikers blijkt het leven met één aansluiting voor zowel opladen als bestanden overbrengen en een beeldscherm aansluiten niet zo simpel te zijn. Apples redenering is ergens wel te begrijpen: door bluetooth en wifi en Apples eigen AirDrop lijkt draadloos de toekomst. Het zal ook meespelen dat dongels een lucratieve business zijn. “De aansluiting zelf is een goed idee want de klant weet waar hij dan aan toe is”, denkt Hol, “maar het is voor de klant vrij ongemakkelijk dat er dan maar één connector aan zit en hij met allerlei verloopstukjes moet gaan rommelen.”

Lightning C

Apple is sowieso altijd al een beetje tegendraads geweest als het gaat om aansluitingen en met name standaarden. De iPhones en iPads van het bedrijf maken natuurlijk gebruik van de lightning-aansluiting, een eigen connector die nergens anders voor wordt gebruikt dan de telefoons en tablets uit Cupertino. Die lightning-aansluiting is niet omkeerbaar en kan niet worden gebruikt met andere aansluitingen zoals usb-c. Dat maakt het des te verwarrender dat Apple bij de MacBook juist koos voor een usb-c-aansluiting: zou het niet makkelijker zijn om ook dáár langzaam maar zeker een lightning-aansluiting te implementeren? Of andersom: moeten de telefoons en tablets niet gewoon over naar usb-c? Dat gebeurde eerder dit jaar bijna toen het bedrijf de nieuwe iPad Pro aankondigde. Die had namelijk wél een usb-c-poort. Volgens Apple betekent dat niet het einde van de lightning-aansluiting. “De iPhones en iPads blijven gewoon lightning gebruiken”, zegt een woordvoerder van het bedrijf. De belangrijkste reden om op de nieuwste iPad toch usb-c te implementeren? “Usb-c past goed bij de nieuwe mogelijkheden van de iPad Pro, zoals het aansluiten op externe 5K-schermen en om nieuwe apparaten zoals camera’s, muziekinstrumenten en accessoires aan te kunnen sluiten.” Externe opslag mag je van Apple dan weer niet aansluiten op de iPad Pro.

©PXimport

Apple kiest bij de iPad Pro ook voor een usb-c-poort, maar blijft verder bij lightning

-

Voorlichting

Voor consumenten kan die onduidelijkheid verwarrend zijn. Zij willen dat een apparaat gewoon werkt, dat je de stekker gewoon in de bijbehorende poort kunt steken zonder gedoe. “Zeker in de beginjaren van usb-c merkten we wel dat dat een probleem was”, zegt Wouter Hol van Kabeltje.com. “We kregen toen veel vragen van klanten over hun net gekochte kabels. Inmiddels is dat wel wat minder geworden. Het is moeilijk te zeggen waarom dat is. Misschien weten klanten inmiddels wel wat het verschil is tussen verschillende soorten usb-c-kabels. Of het heeft te maken met het feit dat mensen eerder de handleiding van hun smartphone of apparaat lezen voordat ze er een kabel voor kopen. En we zijn de laatste jaren ook steeds meer voorlichting gaan geven aan consumenten over welke kabel zij nodig hebben. Dat kan ook meespelen.”

Hol denkt dat het in principe wel goed is dat er één universele aansluiting is zoals usb-c, maar er zou ook meer voorlichting moeten zijn. Je kunt er immers niet vanuit gaan dat kopers de subtiele en verwarrende verschillen makkelijk begrijpen. “Het zou veel duidelijker vermeld moeten worden bij wat je koopt. Op zowel apparaten als kabels zou moeten staan: ‘Dit apparaat werkt met die en die kabels’. Dat gebeurt nu te weinig en dan krijg je verwarring.”

Schaalbaarheid

Eén universele aansluiting lijkt er dus voorlopig nog niet te zijn. Usb-c is qua stekker en poort echter een goed begin. Het zijn vooral de verschillende standaarden en protocollen die het op dit moment in de praktijk lastig maken om die ene kabel zo universeel te maken. Als je de aansluiting echter als losstaand iets ziet, dan is usb-c goed op weg dé aansluiting te worden voor alles. Dat is ook niet zo gek, want de connector is gebouwd met zulke schaalbaarheid in het achterhoofd. Nu is het dus vooral nog wachten op de fabrikanten.

Europese standaard

“Heeft er iemand een iPhone-lader bij de hand?” Grote kans dat je die zin ooit hebt gehoord als je ergens op kantoor werkt. Hoewel het probleem veel minder groot is dan, pak-hem-beet, acht jaar geleden is het nog steeds erg irritant dat er verschillende opladers voor verschillende telefoons zijn. Mensen met een wat ouder toestel zitten nog op micro-usb, nieuwere toestellen hebben usb-c, en Apple-gebruikers hebben hun eigen oplader. Europa probeert dat probleem al sinds 2009 op te lossen. De Europese Commissie wil telefoonmakers via wetten en regelgeving verplichten één universele oplader te maken. Dat zou niet alleen handig zijn, maar ook 51.000 ton aan elektronica-afval per jaar schelen omdat niet iedereen zijn opladers meer weggooit. Bedrijven zeggen al jaren met een eigen oplossing te komen; in 2009 besloten Apple, Samsung en Huawei collectief micro-usb te gebruiken, maar Apple deed daar uiteindelijk toch niet aan mee. De EU wil het nu niet langer aan het bedrijfsleven zelf laten, maar denkt er nu over zelf harde maatregelen te nemen. Maar hoe lang dat nog kan duren ...

©PXimport

▼ Volgende artikel
SteelSeries Arctis Gamebuds - Supersnel én comfortabel
© SteelSeries
Huis

SteelSeries Arctis Gamebuds - Supersnel én comfortabel

Goede koptelefoons voor gaming kun je overal vinden, maar voor een fijn stel gaming-oordopjes moet je wat verder zoeken. Of moest, want met de SteelSeries Arctis Gamebuds is er een nieuwe ster aan het firmament. Met noise cancelling van de bovenste plank, een razendsnelle draadloze verbinding, een superhandige dongel én een lange batterijduur zijn de Arctis Gamebuds alles wat je nodig hebt voor je volgende gamesessie.

In samenwerking met SteelSeries

De Steelseries Arctis Gamebuds zijn oordopjes die speciaal gemaakt zijn voor gamers. Dat heeft vooral te maken met de snelle 2,4GHz-verbinding die wordt gelegd met je gaming device, maar er zijn meer handige functies en extra's die van de Gamebuds de ideale audio-metgezel maken tijdens het gamen. We duiken wat dieper in die verschillende opties en functies.

2,4GHz-verbinding

Draadloze oordopjes verbind je via bluetooth aan je andere apparaten. Althans, dat deed je vroeger. Het probleem met bluetooth is dat het niet altijd de meest stabiele verbinding biedt, en dat het bereik niet bijzonder groot is. Die problemen zijn met de Arctis Gamebuds voorgoed verleden tijd.

De Gamebuds verbind je namelijk via een 2,4GHz-verbinding met je gaming device. De 2,4GHz-band wordt gebruikt voor wifi en heeft een aantal voordelen ten opzichte van bluetooth. Ten eerste is het bereik veel groter, zodat je niet per se binnen een paar meter van je PlayStation, Xbox of pc hoeft te zitten. Ook gaat het signaal veel makkelijker door muren heen, dus even naar het toilet of de keuken lopen zonder de verbinding te verliezen is ook geen enkel probleem.

Daarnaast is een verbinding via de 2,4Hz-band tot wel zeven keer sneller dan een gewone bluetoothverbinding – onmisbaar tijdens het gamen.

©SteelSeries

Usb-c-nanodongel

Die verbinding leg je met de bijgeleverde usb-c-nanodongel. Dat is een kleine usb-c-stick die je in je gameconsole of computer steekt. De oortjes leggen meteen verbinding met de dongel, zonder dat je eerst een uitgebreide installatie hoeft te doorlopen.

De dongel ondersteunt alle bekende apparaten: of je nu gaat gamen op een PlayStation 5, Xbox, pc, Switch of tablet, binnen een paar tellen zijn je oortjes aangesloten. Gebruik je liever een 'gewone' usb-a-poort? Dat kan ook: er wordt een handige adapter meegeleverd.

Dat betekent overigens niet dat je altijd je dongel bij je moet hebben: de SteelSeries Arctis Gamebuds werken ook met een bluetoothverbinding. Als je even de deur uit moet, tik je simpelweg tegen de zijkant van je oordopjes en je maakt automatisch een bluetooth-verbinding met bijvoorbeeld je telefoon.

Accu en opladen

Bang dat je binnen de kortste keren met een lege batterij komt te zitten, hoef je ook niet te zijn. De accu in de Artcis Gamebuds gaan bij normaal gebruik tot wel tien uur achter elkaar mee voordat je ze weer moet opladen. Met de bijgeleverde case kun je ze bovendien nog drie keer opladen, zodat je ze in totaal veertig uur kunt gebruiken zonder dat je in de buurt van een stopcontact hoeft te zijn.

Het opladen zelf gaat bovendien razendsnel en gemakkelijk. Als je de usb-c-oplaadkabel gebruikt, heb je binnen een kwartier weer genoeg juice om drie uur verder te gamen. De oordopjes ondersteunen ook de meeste populaire draadloze laders, dus je hebt in principe helemaal geen kabel meer nodig.

©SteelSeries

Extra's

En dat is nog lang niet alles. De SteelSeries Arctis Gamebuds bieden een aantal extra opties die het gebruik nóg prettiger maken.

Zo is er actieve noise cancelling, die ervoor zorgt dat je geluiden van buitenaf bijna niet meer hoort. Je kunt er ook voor kiezen om die geluiden juist extra door te laten, zodat je precies weet wat zich in je omgeving afspeelt.

Je hoeft je ook niet druk te maken om de pasvorm. Voor de Gamebuds zijn maar liefst 62.000 oren geanalyseerd. Daar is de ideale pasvorm uitgekomen, die werkt voor praktisch elk oor. Bovendien worden er drie opzetstukjes meegeleverd: een voor kleine, een voor middelgrote, en een voor grotere gehoorgangen. Zo weet je zeker dat de oordopjes altijd goed passen. Een testperiode met de wereldberoemde gamer T1 heeft ervoor gezorgd dat de oortjes ook na lange tijd nog comfortabel blijven zitten.

Tel daarbij op de ingebouwde microfoon, zodat je zonder extra gear kunt audiobellen met je vrienden of tegenstanders, en IP55-waterbestendigheid, waardoor je zonder problemen door een regenbuitje kunt wandelen of jezelf in de gym in het zweet kunt werken, en je kunt gerust stellen dat de SteelSeries Arctis Gamebuds tot de meest complete oordopjes behoren die te vinden zijn.

Ontdek de SteelSeries Arctis Gamebuds

op Kieskeurig.nl

Conclusie

Wie op zoek is naar high-end gaming oordopjes hoeft eindelijk niet ver meer te zoeken. De SteelSeries Arctis Gamebuds bieden zowel comfort als kwaliteit. De draadloze 2,4GHz-verbinding is tot wel zeven keer sneller dan bluetooth, en met de bijgeleverde dongel verbind je ze in no-time met je gameconsole, pc of tablet. De accu die tot wel 10 uur meegaat (of 40 uur met de oplaadcase), de perfecte pasvorm en de uitgebreide noise cancelling maken van de SteelSeries Arctis Gamebuds de ideale gaming-oordopjes, op welk apparaat je ook speelt!

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 energiezuinige warmtepompdrogers van max 900 euro
© Viktoria
Huis

Waar voor je geld: 5 energiezuinige warmtepompdrogers van max 900 euro

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we binnen een bepaald thema naar zulke deals. Ben je op zoek naar een betaalbare warmtepompdroger? Vandaag hebben we vijf interessante modellen voor je gespot!

Disclaimer Op het moment van schrijven zijn de besproken warmtepompdrogers bij de goedkoopste webwinkels niet duurder dan 900 euro. De prijzen kunnen schommelen.

Hisense DH3S902BW3

De Hisense DH3S902BW3 is goedkoop én energiezuinig. Volgens het A+++-label heeft deze warmtepompdroger een gemiddeld verbruik van 194 kilowattuur op jaarbasis. Verder valt het geluidsniveau van 64 decibel mee. Gunstig als je het apparaat in de buurt van een slaap- of studeerkamer plaatst. Komt de draairichting van de deur niet goed uit? Geen probleem, want je keert de deur dan gewoon om. De verlichte trommel is goed voor een riante capaciteit van 9 kilo. Dat maakt van de DH3S902BW3 een betaalbare keuze voor grote gezinnen. Op het moment van schrijven is deze droger zelfs goedkoper dan ooit.

Deze warmtepompdroger kiest aan de hand van een vochtsensor de optimale droogtijd. Voorkom daarmee slijtage van kleding, want de DH3S902BW3 gaat niet onnodig langer door. Heb je haast? Activeer dan het zogeheten Quick 30-programma. Met deze cyclus droog je binnen een halfuur een kleine hoeveelheid kleding. Er is ook een Allergy Care-programma. Volgens de fabrikant verwijdert dat nagenoeg alle bacteriën. Handig is dat je de wasdroger op afstand kunt bedienen. Installeer hiervoor een app op je smartphone.

AEG TR8ESSEN

Deze warmtepompdroger van AEG is erg zuinig op je kleding. Zo verlaag je indien nodig de temperatuur, waardoor er minder sprake is van slijtage. Daarnaast combineer je met het zogenoemde MixDry-programma probleemloos verschillende textielsoorten. Kortom, doe bijvoorbeeld gerust katoen en synthetica in de trommel. Allergische personen hebben baat bij het Hygiëne-programma. De fabrikant claimt dat deze cyclus 99,99 procent van alle bacteriën en virussen verwijdert. Er zijn daarnaast nog aparte programma's voor fijne was, wol, zijde en beddengoed.

Dankzij een vulcapaciteit van 8 kilo kunnen huishoudens tot zo'n vier personen met de TR8ESSEN uit de voeten. Een groot voordeel is het lage verwachte stroomverbruik van 177 kilowattuur per jaar. Om die reden is het apparaat voorzien van een A+++-energielabel. Zet met behulp van startuitstel de wasdroger op een tijdstip met een laag (of gratis) stroomtarief aan het werk. Het opgegeven volumeniveau bedraagt 67 decibel. De TR8ESSEN vereist weinig onderhoud. Het stof belandt namelijk in een uitneembaar filter aan de voorzijde van de deuropening. Dat kun je dus makkelijk legen.

Beko DF8412TA0W

Voor een warmtepompdroger met een vulcapaciteit van 8 kilo is de Beko DF8412TA0W scherp geprijsd. Een ander pluspunt is het geringe geluidsniveau van 64 decibel, zodat je eventueel ook 's nachts de was kunt drogen. De droogkast is gecertificeerd met het A++-energielabel. Ga bij normaal gebruik uit van een stroomverbruik van 236 kilowattuur per jaar. Mensen met zonnepanelen hebben veel profijt van de startuitstelfunctie. Zet de DF8412TA0W op een tijdstip aan het werk zodra de zon schijnt. Als het filter of waterreservoir vol is, geeft de wasdroger een waarschuwing.

Kies op het Nederlandstalige bedieningspaneel tussen vijftien droogprogramma's, zoals Jassen, Hygiëne+, Outdoor/Sport, Jeans, Hemden of Eco. Je merkt aan de indicatielampjes op het display welk droogniveau de kleding heeft bereikt. Beko claimt dat het textiel dankzij zijn AquaWave-techniek minder slijt, omdat de kledingstukken tijdens het droogproces een golvende beweging maken. De deur van gebogen glas en peddels in de trommel maken deze beweging mogelijk.

Bosch WQG245D5NL

Op Kieskeurig.nl was de Bosch WQG245D5NL niet eerder zo goedkoop. Deze betaalbare warmtepompdroger van het Duitse kwaliteitsmerk biedt een vulcapaciteit van 9 kilo. Ideaal voor huishoudens tot vijf à zes personen. Voor wasdrogerbegrippen is dit exemplaar ook nog eens erg stil, want het geluidsniveau bedraagt volgens de specificaties slechts 61 decibel. Als klap op de vuurpijl kent de WQG245D5NL bovendien een laag stroomverbruik. Het toegekende A+++-label vermeldt een jaarlijks energieverbruik van 193 kilowattuur.

Zodra de vochtsensor een droge was detecteert, schakelt het programma vanzelf uit. Kies hierbij tussen de niveaus Strijkdroog, Kastdroog en Kastdroog Plus. Een aantal droogcycli is het vermelden waard. Zo kun je kreuken uit het wasgoed verwijderen. Dat scheelt weer strijken! Verder activeer je voor kleine wasjes het SuperKort-programma van 40 minuten. Andere mogelijkheden zijn onder meer Overhemden, Bedlinnen, Dons, Sport, Handdoeken, Katoen Eco en Wol. Gebruik de draaiknop om het gewenste programma te selecteren. Nuttig om te weten is dat je de start van de droogcyclus eventueel kunt uitstellen.

Hisense DH5S102BW

Wil je een betaalbare warmtepompdoger met een zéér hoge vulcapaciteit kopen? De Hisense DH5S102BW voldoet aan deze eisen. Je stopt namelijk tot maar liefst 10 kilo wasgoed in de trommel. Ook ná aanschaf vallen de kosten erg mee. Op jaarbasis verbruikt dit model ongeveer 209 kilowattuur stroom. Om die reden is het witgoedproduct voorzien van energielabel A+++.  Wegens een opgegeven volumeniveau van 64 decibel ervaren bewoners vermoedelijk geen geluidshinder.

Zoals we inmiddels van Hisense gewend zijn, heeft de DH5S102BW een stijlvol bedieningspaneel. Je vindt hierop veelgebruikte programma's als Anti-Allergy, Beddengoed, Katoen, Synthetisch, Wol en Fijne was. Verder is er een extra snelle wascyclus van 30 minuten beschikbaar. Je voegt vanuit een app eventueel extra droogprogramma's toe. Plaats de DH5S102BW gerust in een donker hoekje, want de DH5S102BW is uitgerust met trommelverlichting. Meer weten? Lees dan eens deze louter positieve reviews van Kieskeurig.nl-bezoekers.