ID.nl logo
Het wel en wee rondom usb-c
© PXimport
Huis

Het wel en wee rondom usb-c

Het had dé aansluiting moeten worden waar eindelijk alles mee kon worden geregeld. Usb-c zou zowel smartphones als laptops kunnen opladen én bestanden overbrengen én beeldschermen aansluiten. Geen gedoe meer met verschillende kabels voor verschillende devices. De praktijk is helaas nog anders. Usb-c is nu een verwarrende janboel van protocollen en aansluitingen.

Groot was de verrassing toen Apple in 2015 een MacBook aankondigde met slechts één aansluitpoort. Die ene usb-c-poort was nodig om zowel de laptop op te laden als om data te versturen; ook moest je hem gebruiken als je de laptop op een extern beeldscherm wilde aansluiten. Zeker het feit dat er slechts één zo’n poort op de computer zat die dat allemaal moest doen (soms ook tegelijk) maakte de Macbook onpraktisch in gebruik. Maar Apple leek ook ergens op het goede spoor te zitten. Een écht universele aansluiting, is dat niet wat we altijd al wilden?

Het woord ‘universal’ in usb leek tot een jaar of twee geleden niet echt waar te maken wat het beloofde. Zo universeel is usb immers lang niet bepaald geweest: micro, mini, regulier ... Er zijn tientallen verschillende kabels waarmee je telefoons, tablets en computers kunt koppelen aan schijven en beeldschermen. Usb-c moet daar verandering in brengen.

Vorm

Toen de nieuwe poort in 2014 werd geïntroduceerd, had die potentie: een overdrachtssnelheid van wel 5 Gb/s en een laadcapaciteit van 100 watt.

Wie nu denkt aan usb-c denkt waarschijnlijk vooral aan de oplaadkabel die bij de meeste nieuwe smartphones wordt geleverd. Het is de kabel met de wat ovale aansluiting, die in tegenstelling tot eerdere opladers gewoon op twee manieren in een oplaadpoort past. Handig! Hoewel usb-c als aansluiting eindelijk universeel lijkt, is er wel een flink aantal standaarden en protocollen nodig die juist weer níét altijd met elkaar samenwerken. Hoe dat precies gaat is ingewikkeld te begrijpen. Daarom maakt usb-c voorlopig ook nog niet waar wat al jarenlang beloofd wordt – en zijn consumenten regelmatig goed in de war.

Pinnen

Wanneer we het hebben over usb-c hebben we het over de fysieke connector. Dat is de connector die je op dit moment waarschijnlijk in je Android-telefoon gebruikt, de ovaalvormige aansluiting die je nooit drie keer hoeft te proberen voor je weet of hij juist in de aansluiting zit.

Die aansluiting heeft binnenin een aantal pinnetjes. Daar zit het grootste fysieke verschil van de usb-c-aansluiting: die heeft er maar liefst 24, tegenover een schamele 5 die het oudere micro-usb heeft. En zonder het al té technisch te maken: meer pinnen betekent sneller bestanden overzetten en opladen. Je kunt de extra pinnen ook gebruiken om dingen te doen als videostreaming. En, belangrijker nog, het kan allebei met diezelfde aansluiting. In theorie heb je dus maar één kabel nodig waarmee je je laptop kunt opladen én er bestanden op kunt zetten. En in theorie heb je nog maar één kabel nodig om al je randapparatuur zoals beeldschermen en harde schijven aan te sluiten op elkaar.

©PXimport

Standaarden

Tot zover is dat allemaal nog vrij logisch: één kabel om alles aan te sluiten. In theorie. Maar dan wordt het gecompliceerder. Behalve met de fysieke connector heb je bij usb-kabels te maken met verschillende standaarden. Het is met name de usb 3.1-standaard die het hele verhaal wat ingewikkeld maakt. Usb 3.1 werd ongeveer tegelijkertijd met usb-c uitgebracht. Usb 3.1 is de opvolger van usb 3.0, met als belangrijkste verschil dat het makkelijker en universeler werd voor ontwikkelaars om er apparatuur en software voor te bouwen. Usb 3.0 werd dan ook langzaamaan uitgefaseerd en min of meer ‘opgenomen’ in het usb3.1-protocol. Als je dus ergens een apparaat in de winkel ziet met ‘usb 3.0’ op de doos, dan is dat waarschijnlijk een verouderd stukje technologie.

Het verschil tussen de diverse generaties usb 3.1 is nogal verwarrend

-

Twee generaties

Nog een jaar later werd er wéér een nieuw usb-protocol geïntroduceerd. Het ging om een betere versie van usb 3.1, dat sindsdien verdeeld wordt in ‘gen 1’ en ‘gen 2’. Hier is het verschil ineens een stuk beter merkbaar. Gen 2 verdubbelt namelijk de maximale overdrachtssnelheid van usb, van 5 gigabit per seconde naar 10.

Wat het allemaal wat verwarrend maakt is dat usb 3.1 (of het nou gen 1 of gen 2 is) los staat van usb-c. Er zijn ook usb 3.1-kabels met een micro-usb-aansluiting, of mini-usb, of juist de standaard usb a-aansluiting. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een usb-c-connector geen gebruik maakt van usb 3.1, maar van usb 2.0 - al komt dat laatste in de praktijk maar weinig voor. En áls je dan een usb 3.1-aansluiting hebt, is dat dan gen 1 (met 5 Gb/s) of gen 2 (met 10 Gb/s)?

Oh, en dan is er ook nog Thunderbolt, vergelijkbaar in hoe universeel het is maar toch nét iets anders. Dat werd ontwikkeld door Intel (samen met Apple), en in 2015 besloot het bedrijf dat het nieuwe Thunderbolt 3 uit 2015 alleen nog gebruik zou maken van usb-c.

©PXimport

Extra mogelijkheden

Usb-c heeft nog andere meerwaarde dan alleen snellere overdracht van bestanden, en daar komt het échte universele van de ‘universal serial bus’ om de hoek kijken. Usb-c kan worden gebruikt om geluid af te spelen, of om een beeldscherm aan te sturen, of om een apparaat op te laden. Dat laatste gebeurt natuurlijk al met telefoons, maar ook laptops zou je in theorie met dezelfde kabel kunnen opladen als waarmee je ook je bestanden overzet.

Althans ... Dat was het idee. In de praktijk blijkt dat lang niet allemaal te werken. De reden: deze functionaliteiten zijn alle optioneel. Het zijn zogenoemde ‘alternate modes’; ook displayport (waarmee je dvi en hdmi kunt aansturen) of pci-express vallen eronder. Makers hebben de keuze of ze zulke alternate modes implementeren, dus het is vaak aan de consument om uit te zoeken wanneer iets wel of niet met een apparaat samenwerkt.

“Of dat werkt, zie je niet aan de buitenkant”, zegt Wouter Hol. Hij is de oprichter van Kabeltje.com, één van de grootste kabelwebwinkels van Nederland. Kabeltje krijgt regelmatig vragen van klanten die in de war zijn van de verschillende standaarden. “Als jij een apparaat hebt met een usb-c-aansluiting wil dat niet automatisch zeggen dat alle kabels daarop werken. Video-streamen op smartphones is een bekend voorbeeld. Veel van onze klanten kopen bijvoorbeeld een verloopadapter van usb-c naar hdmi en komen er daarna pas achter dan hun telefoon dat helemaal niet ondersteunt.” Een deel van het probleem is de beperking die hardware met zich meebrengt. “Een videokaart in een computer is krachtig, maar een telefoon kan het delen van beeld naar een groter scherm op deze manier niet aan”, zegt Hol. “Daar is de rekenkracht niet naar.”

Muziek spelen

Die alternate modes worden ook in toenemende mate ingezet om muziek af te spelen op smartphones. Die trend begon toen Apple de beslissing maakte om de iPhone 7 niet meer van een hoofdtelefoonaansluiting te voorzien. Een moedig besluit en bovendien zou bluetooth de toekomst moeten zijn, aldus Apple, dat geen zinnige argumenten voor consumenten kon bedenken. Luisteren met een traditionele koptelefoon kon nog wel gewoon – maar dan wel met een dongel. Andere fabrikanten volgden slaafs. Inmiddels zijn steeds meer high-end smartphones niet meer voorzien van een koptelefoonaansluiting. Muziekfanaten moeten dan ook uitwijken naar óf een bluetooth-koptelefoon, óf eentje met een usb-c-aansluiting.

Ook dat levert vaak problemen op. Audio via usb-c kan namelijk actief of passief zijn. Daarbij zit de DAC (digital audio converter) respectievelijk in de hoofdtelefoon zelf of in de telefoon. Als je een ‘gewone’ koptelefoon gebruikt of luistert via bijvoorbeeld een usb-c-dongel, dan moet de telefoon de zogeheten ‘audio accessory mode’ ondersteunen. Maar lang niet alle telefoons hebben dat. Je moet ook daar dus goed kijken welke koptelefoons goed bij welke telefoons passen – al hopen de fabrikanten uiteraard dat je hun eigen meegeleverde oortjes gebruikt, of koopt uit het duurdere assortiment (wat de ware reden achter het verwijderen van de hoofdtelefoonaansluiting zou kunnen zijn).

Buitenbeentje

Je kunt het niet over usb-c hebben zonder de olifant in de kamer tegen te komen: Apple. Hoewel usb-c inmiddels al best wat jaren oud is en ook al langer wordt gebruikt, is het Apple die de nieuwe poort voor het eerst onder het grote publiek bekend maakte. Dat gebeurde met de MacBook uit 2015. Die had maar één poort, en dat was usb-c. Dat kwam het bedrijf op veel kritiek te staan. Enigszins terecht, want voor gebruikers blijkt het leven met één aansluiting voor zowel opladen als bestanden overbrengen en een beeldscherm aansluiten niet zo simpel te zijn. Apples redenering is ergens wel te begrijpen: door bluetooth en wifi en Apples eigen AirDrop lijkt draadloos de toekomst. Het zal ook meespelen dat dongels een lucratieve business zijn. “De aansluiting zelf is een goed idee want de klant weet waar hij dan aan toe is”, denkt Hol, “maar het is voor de klant vrij ongemakkelijk dat er dan maar één connector aan zit en hij met allerlei verloopstukjes moet gaan rommelen.”

Lightning C

Apple is sowieso altijd al een beetje tegendraads geweest als het gaat om aansluitingen en met name standaarden. De iPhones en iPads van het bedrijf maken natuurlijk gebruik van de lightning-aansluiting, een eigen connector die nergens anders voor wordt gebruikt dan de telefoons en tablets uit Cupertino. Die lightning-aansluiting is niet omkeerbaar en kan niet worden gebruikt met andere aansluitingen zoals usb-c. Dat maakt het des te verwarrender dat Apple bij de MacBook juist koos voor een usb-c-aansluiting: zou het niet makkelijker zijn om ook dáár langzaam maar zeker een lightning-aansluiting te implementeren? Of andersom: moeten de telefoons en tablets niet gewoon over naar usb-c? Dat gebeurde eerder dit jaar bijna toen het bedrijf de nieuwe iPad Pro aankondigde. Die had namelijk wél een usb-c-poort. Volgens Apple betekent dat niet het einde van de lightning-aansluiting. “De iPhones en iPads blijven gewoon lightning gebruiken”, zegt een woordvoerder van het bedrijf. De belangrijkste reden om op de nieuwste iPad toch usb-c te implementeren? “Usb-c past goed bij de nieuwe mogelijkheden van de iPad Pro, zoals het aansluiten op externe 5K-schermen en om nieuwe apparaten zoals camera’s, muziekinstrumenten en accessoires aan te kunnen sluiten.” Externe opslag mag je van Apple dan weer niet aansluiten op de iPad Pro.

©PXimport

Apple kiest bij de iPad Pro ook voor een usb-c-poort, maar blijft verder bij lightning

-

Voorlichting

Voor consumenten kan die onduidelijkheid verwarrend zijn. Zij willen dat een apparaat gewoon werkt, dat je de stekker gewoon in de bijbehorende poort kunt steken zonder gedoe. “Zeker in de beginjaren van usb-c merkten we wel dat dat een probleem was”, zegt Wouter Hol van Kabeltje.com. “We kregen toen veel vragen van klanten over hun net gekochte kabels. Inmiddels is dat wel wat minder geworden. Het is moeilijk te zeggen waarom dat is. Misschien weten klanten inmiddels wel wat het verschil is tussen verschillende soorten usb-c-kabels. Of het heeft te maken met het feit dat mensen eerder de handleiding van hun smartphone of apparaat lezen voordat ze er een kabel voor kopen. En we zijn de laatste jaren ook steeds meer voorlichting gaan geven aan consumenten over welke kabel zij nodig hebben. Dat kan ook meespelen.”

Hol denkt dat het in principe wel goed is dat er één universele aansluiting is zoals usb-c, maar er zou ook meer voorlichting moeten zijn. Je kunt er immers niet vanuit gaan dat kopers de subtiele en verwarrende verschillen makkelijk begrijpen. “Het zou veel duidelijker vermeld moeten worden bij wat je koopt. Op zowel apparaten als kabels zou moeten staan: ‘Dit apparaat werkt met die en die kabels’. Dat gebeurt nu te weinig en dan krijg je verwarring.”

Schaalbaarheid

Eén universele aansluiting lijkt er dus voorlopig nog niet te zijn. Usb-c is qua stekker en poort echter een goed begin. Het zijn vooral de verschillende standaarden en protocollen die het op dit moment in de praktijk lastig maken om die ene kabel zo universeel te maken. Als je de aansluiting echter als losstaand iets ziet, dan is usb-c goed op weg dé aansluiting te worden voor alles. Dat is ook niet zo gek, want de connector is gebouwd met zulke schaalbaarheid in het achterhoofd. Nu is het dus vooral nog wachten op de fabrikanten.

Europese standaard

“Heeft er iemand een iPhone-lader bij de hand?” Grote kans dat je die zin ooit hebt gehoord als je ergens op kantoor werkt. Hoewel het probleem veel minder groot is dan, pak-hem-beet, acht jaar geleden is het nog steeds erg irritant dat er verschillende opladers voor verschillende telefoons zijn. Mensen met een wat ouder toestel zitten nog op micro-usb, nieuwere toestellen hebben usb-c, en Apple-gebruikers hebben hun eigen oplader. Europa probeert dat probleem al sinds 2009 op te lossen. De Europese Commissie wil telefoonmakers via wetten en regelgeving verplichten één universele oplader te maken. Dat zou niet alleen handig zijn, maar ook 51.000 ton aan elektronica-afval per jaar schelen omdat niet iedereen zijn opladers meer weggooit. Bedrijven zeggen al jaren met een eigen oplossing te komen; in 2009 besloten Apple, Samsung en Huawei collectief micro-usb te gebruiken, maar Apple deed daar uiteindelijk toch niet aan mee. De EU wil het nu niet langer aan het bedrijfsleven zelf laten, maar denkt er nu over zelf harde maatregelen te nemen. Maar hoe lang dat nog kan duren ...

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 veelzijdige camera's voor rondom het huis
Zekerheid & gemak

Waar voor je geld: 5 veelzijdige camera's voor rondom het huis

Bij ID.nl zijn we dol op kwaliteitsproducten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Daarom speuren we een paar keer per week binnen een bepaald thema naar zulke deals. Dit keer: beveiligingscamera's voor rondom het huis.

Met een beveligingscamera houd je je woning rondom in de gaten wanneer je er niet bent of bijvoorbeeld slaapt. De camera's kunnen video's opnemen, maar daarvoor heb je meestal wel een abonnement nodig. Voordeel is dan wel dat je de beelden overal ter wereld kunt terugkijken. Wij vonden vijf modellen, waarvan je er bij een aantal ook nog een extra camera bij krijgt.

Ring Stick Up Cam Battery (2 pack)

De Ring Stick Up Cam is een veelzijdige camera die je zowel binnen als buiten kunt gebruiken. De camera is volledig draadloos en je hoeft alleen maar de opgeladen batterij in de camera te schuiven en de camera te verbinden met je wifi-netwerk via de Ring-app. Omdat de camera draadloos is, kun je hem op vrijwel elke plek zetten, hangen of monteren. Of je nu je huisdieren in de gaten wilt houden in de woonkamer of een oogje in het zeil wilt houden op je oprit, het kan allemaal. De camera geeft heldere beelden in 1080p en heeft ingebouwd nachtzicht, zodat je ook in het donker goed kunt zien wat er gebeurt. Als er beweging wordt gedetecteerd, krijg je indien gewenst direct een melding op je telefoon. De camera heeft ook tweerichtingsspraak, waardoor je kunt communiceren met bezoekers of ongewenste gasten kunt laten weten dat ze gezien worden. Om video's op te slaan en terug te kijken, heb je wel een Ring Protect-abonnement nodig.

Eufy SoloCam S220

Deze camera van Eufy is een ideale oplossing voor wie op zoek is naar een camera zonder gedoe met maandelijkse kosten. Deze camera heeft een ingebouwde batterij én een zonnepaneel. Door het zonnepaneel hoef je de camera bijna nooit handmatig op te laden, want slechts een paar uur zonlicht per dag is al voldoende om hem van stroom te voorzien. De camera is volledig draadloos en eenvoudig te installeren, perfect voor buiten aan een schutting of muur. De beelden zijn in 2K-resolutie, wat zorgt voor een scherpe weergave. De SoloCam S220 heeft een lokaal geheugen van 8 GB, wat betekent dat je al je beelden direct op de camera opslaat. Zo heb je geen abonnement nodig om beelden te bewaren of terug te kijken. Een ingebouwde AI-technologie zorgt ervoor dat de camera het verschil ziet tussen mensen, dieren en voertuigen, zodat je alleen relevante meldingen krijgt.

Google Nest Cam

Deze camera van Google is een veelzijdige optie die zowel binnen als buiten kan worden gebruikt. Het draadloze ontwerp met batterij maakt de installatie heel flexibel, want je bent niet afhankelijk van een stopcontact in de buurt. De Google Nest Cam is weerbestendig en kan dus tegen een stootje van de elementen. De Nest Cam heeft slimme functies, zoals het herkennen van personen, dieren en voertuigen, waardoor je alleen de meldingen ontvangt die je belangrijk vindt. Je krijgt direct een seintje op je telefoon via de Google Home app. De camera biedt 24/7 live-weergave en je kunt de gebeurtenisgeschiedenis van de afgelopen drie uur gratis terugkijken. Wil je langer terugkijken of extra functies, zoals gezichtsherkenning, dan is een abonnement op Nest Aware nodig.

Ezviz BC1C

Met zijn indrukwekkende batterijduur onderscheidt de Ezviz BC1C zich. Volgens de fabrikant kan de camera tot wel 210 dagen meegaan op één oplaadbeurt. Deze camera is volledig draadloos, waardoor je hem overal kunt plaatsen waar je maar wilt, zowel binnen als buiten dankzij de weerbestendige behuizing. De Ezviz BC1C heeft een slimme AI die onderscheid maakt tussen personen en andere bewegingen, wat het aantal valse meldingen flink vermindert. De camera filmt in 1080p en beschikt over kleurennachtzicht, wat betekent dat je ook 's nachts heldere beelden in kleur krijgt, in plaats van de gebruikelijke zwart-wit weergave. Er is 32 GB ingebouwde opslag, dus je hebt geen extra geheugenkaart of abonnement nodig om je beelden te bewaren. Via de app kun je de live beelden bekijken, terugkijken en zelfs praten met mensen aan de andere kant via de tweerichtingsspraak. Dit maakt het makkelijk om bijvoorbeeld een bezorger instructies te geven.

Arlo Essential Wireless Camera + draadloze deurbel

De Arlo Essential is een draadloze buitencamera die ontworpen is voor eenvoud en effectiviteit. Je monteert hem in een handomdraai en verbindt hem via wifi met de Arlo-app. Met een batterijduur van 4 tot 6 maanden hoef je je niet continu druk te maken om de accu. De camera heeft een 130° brede kijkhoek en filmt in 2K-resolutie, zodat je een groot deel van je tuin of oprit in de gaten kunt houden. Een ingebouwde spotlight verlicht de omgeving bij beweging en zorgt voor heldere beelden, zelfs in het donker. De camera beschikt over een sirene die je op afstand kunt activeren om indringers af te schrikken. De beelden worden opgeslagen in de cloud, waar je met een Arlo Secure abonnement toegang toe hebt. De Arlo Essential Wireless Camera wordt aangeboden in een bundel met een extra draadloze deurbel van hetzelfde merk.

▼ Volgende artikel
JBL introduceert de Grip, een speaker zo klein als een blikje
© JBL
Huis

JBL introduceert de Grip, een speaker zo klein als een blikje

Een speaker die je zo in je handpalm kunt zetten, maar toch genoeg 'oomf' heeft om een feestje op poten te zetten. Dat is de nieuwe JBL Grip. Het apparaat is zo groot als een blikje bier (of frisdrank) en past dus makkelijk in een tas of aan je fiets. Toch moet hij genoeg vermogen, slimme functies en een stevig ontwerp bieden om mee te gaan op elk vrolijk avontuur.

De Grip levert 16 watt aan geluid en gebruikt een techniek die AI Sound Boost heet. Daarmee wordt de muziek live geanalyseerd en bijgesteld, zodat de bassen voller klinken zonder dat het geluid vervormt of kraakt. Wie zin heeft in meer volume kan twee speakers koppelen voor stereogeluid, of via Auracast meerdere modellen aan elkaar linken. Zo tover je het compacte speakertje al snel om tot een groter geluidssysteem.

©JBL

Gemaakt om mee te nemen

Met de geïntegreerde lus klik je de Grip eenvoudig vast aan een rugzak, een fiets of zelfs een kajak. Dankzij de IP68-classificatie kan hij bovendien tegen een spatje water, stofje stof of gewoon een stootje. Daarmee mikt JBL duidelijk op buitengebruik: festivals, stranddagen of een lange picknick in het park. De speaker is daarnaast licht en handzaam, waardoor je hem eigenlijk overal kwijt kunt.

Op de achterkant van het apparaatje zit subtiele verlichting die je via de JBL Portable-app kunt aanpassen. Kleuren en intensiteit kunnen worden afgestemd op je afspeellijst of de sfeer van het moment. Oké, het zal niet genoeg zijn om een heel feest van de benodigde verlichting te voorzien, maar het geeft nét een extra laagje beleving. Toch leuk.

©JBL

Accu en extra uurtjes

De Grip gaat ongeveer 12 uur mee op één lading. Wie langer door wil, kan Playtime Boost inschakelen, een functie die nog eens 2 uur extra uit de accu haalt. Daarbij past de speaker zich aan voor een harder en efficiënter geluid. Voor een dag buiten of een lange avond muziek draaien is dat een heel handige toevoeging.

De speaker verschijnt in zeven varianten, van neutraal zwart en wit tot paars, camo en felroze. Er is gekozen voor gerecycled plastic en een verpakking van FSC-gecertificeerd papier. Daarmee sluit de Grip aan bij de trend om dit soort gadgets duurzamer te maken. De adviesprijs bedraagt 99,99 euro en het model is direct verkrijgbaar via JBL.com en verschillende (web)winkels.