ID.nl logo
Het wel en wee rondom usb-c
© Reshift Digital
Huis

Het wel en wee rondom usb-c

Het had dé aansluiting moeten worden waar eindelijk alles mee kon worden geregeld. Usb-c zou zowel smartphones als laptops kunnen opladen én bestanden overbrengen én beeldschermen aansluiten. Geen gedoe meer met verschillende kabels voor verschillende devices. De praktijk is helaas nog anders. Usb-c is nu een verwarrende janboel van protocollen en aansluitingen.

Groot was de verrassing toen Apple in 2015 een MacBook aankondigde met slechts één aansluitpoort. Die ene usb-c-poort was nodig om zowel de laptop op te laden als om data te versturen; ook moest je hem gebruiken als je de laptop op een extern beeldscherm wilde aansluiten. Zeker het feit dat er slechts één zo’n poort op de computer zat die dat allemaal moest doen (soms ook tegelijk) maakte de Macbook onpraktisch in gebruik. Maar Apple leek ook ergens op het goede spoor te zitten. Een écht universele aansluiting, is dat niet wat we altijd al wilden?

Het woord ‘universal’ in usb leek tot een jaar of twee geleden niet echt waar te maken wat het beloofde. Zo universeel is usb immers lang niet bepaald geweest: micro, mini, regulier ... Er zijn tientallen verschillende kabels waarmee je telefoons, tablets en computers kunt koppelen aan schijven en beeldschermen. Usb-c moet daar verandering in brengen.

Vorm

Toen de nieuwe poort in 2014 werd geïntroduceerd, had die potentie: een overdrachtssnelheid van wel 5 Gb/s en een laadcapaciteit van 100 watt.

Wie nu denkt aan usb-c denkt waarschijnlijk vooral aan de oplaadkabel die bij de meeste nieuwe smartphones wordt geleverd. Het is de kabel met de wat ovale aansluiting, die in tegenstelling tot eerdere opladers gewoon op twee manieren in een oplaadpoort past. Handig! Hoewel usb-c als aansluiting eindelijk universeel lijkt, is er wel een flink aantal standaarden en protocollen nodig die juist weer níét altijd met elkaar samenwerken. Hoe dat precies gaat is ingewikkeld te begrijpen. Daarom maakt usb-c voorlopig ook nog niet waar wat al jarenlang beloofd wordt – en zijn consumenten regelmatig goed in de war.

Pinnen

Wanneer we het hebben over usb-c hebben we het over de fysieke connector. Dat is de connector die je op dit moment waarschijnlijk in je Android-telefoon gebruikt, de ovaalvormige aansluiting die je nooit drie keer hoeft te proberen voor je weet of hij juist in de aansluiting zit.

Die aansluiting heeft binnenin een aantal pinnetjes. Daar zit het grootste fysieke verschil van de usb-c-aansluiting: die heeft er maar liefst 24, tegenover een schamele 5 die het oudere micro-usb heeft. En zonder het al té technisch te maken: meer pinnen betekent sneller bestanden overzetten en opladen. Je kunt de extra pinnen ook gebruiken om dingen te doen als videostreaming. En, belangrijker nog, het kan allebei met diezelfde aansluiting. In theorie heb je dus maar één kabel nodig waarmee je je laptop kunt opladen én er bestanden op kunt zetten. En in theorie heb je nog maar één kabel nodig om al je randapparatuur zoals beeldschermen en harde schijven aan te sluiten op elkaar.

©PXimport

Standaarden

Tot zover is dat allemaal nog vrij logisch: één kabel om alles aan te sluiten. In theorie. Maar dan wordt het gecompliceerder. Behalve met de fysieke connector heb je bij usb-kabels te maken met verschillende standaarden. Het is met name de usb 3.1-standaard die het hele verhaal wat ingewikkeld maakt. Usb 3.1 werd ongeveer tegelijkertijd met usb-c uitgebracht. Usb 3.1 is de opvolger van usb 3.0, met als belangrijkste verschil dat het makkelijker en universeler werd voor ontwikkelaars om er apparatuur en software voor te bouwen. Usb 3.0 werd dan ook langzaamaan uitgefaseerd en min of meer ‘opgenomen’ in het usb3.1-protocol. Als je dus ergens een apparaat in de winkel ziet met ‘usb 3.0’ op de doos, dan is dat waarschijnlijk een verouderd stukje technologie.

Het verschil tussen de diverse generaties usb 3.1 is nogal verwarrend

-

Twee generaties

Nog een jaar later werd er wéér een nieuw usb-protocol geïntroduceerd. Het ging om een betere versie van usb 3.1, dat sindsdien verdeeld wordt in ‘gen 1’ en ‘gen 2’. Hier is het verschil ineens een stuk beter merkbaar. Gen 2 verdubbelt namelijk de maximale overdrachtssnelheid van usb, van 5 gigabit per seconde naar 10.

Wat het allemaal wat verwarrend maakt is dat usb 3.1 (of het nou gen 1 of gen 2 is) los staat van usb-c. Er zijn ook usb 3.1-kabels met een micro-usb-aansluiting, of mini-usb, of juist de standaard usb a-aansluiting. Omgekeerd is het ook mogelijk dat een usb-c-connector geen gebruik maakt van usb 3.1, maar van usb 2.0 - al komt dat laatste in de praktijk maar weinig voor. En áls je dan een usb 3.1-aansluiting hebt, is dat dan gen 1 (met 5 Gb/s) of gen 2 (met 10 Gb/s)?

Oh, en dan is er ook nog Thunderbolt, vergelijkbaar in hoe universeel het is maar toch nét iets anders. Dat werd ontwikkeld door Intel (samen met Apple), en in 2015 besloot het bedrijf dat het nieuwe Thunderbolt 3 uit 2015 alleen nog gebruik zou maken van usb-c.

©PXimport

Extra mogelijkheden

Usb-c heeft nog andere meerwaarde dan alleen snellere overdracht van bestanden, en daar komt het échte universele van de ‘universal serial bus’ om de hoek kijken. Usb-c kan worden gebruikt om geluid af te spelen, of om een beeldscherm aan te sturen, of om een apparaat op te laden. Dat laatste gebeurt natuurlijk al met telefoons, maar ook laptops zou je in theorie met dezelfde kabel kunnen opladen als waarmee je ook je bestanden overzet.

Althans ... Dat was het idee. In de praktijk blijkt dat lang niet allemaal te werken. De reden: deze functionaliteiten zijn alle optioneel. Het zijn zogenoemde ‘alternate modes’; ook displayport (waarmee je dvi en hdmi kunt aansturen) of pci-express vallen eronder. Makers hebben de keuze of ze zulke alternate modes implementeren, dus het is vaak aan de consument om uit te zoeken wanneer iets wel of niet met een apparaat samenwerkt.

“Of dat werkt, zie je niet aan de buitenkant”, zegt Wouter Hol. Hij is de oprichter van Kabeltje.com, één van de grootste kabelwebwinkels van Nederland. Kabeltje krijgt regelmatig vragen van klanten die in de war zijn van de verschillende standaarden. “Als jij een apparaat hebt met een usb-c-aansluiting wil dat niet automatisch zeggen dat alle kabels daarop werken. Video-streamen op smartphones is een bekend voorbeeld. Veel van onze klanten kopen bijvoorbeeld een verloopadapter van usb-c naar hdmi en komen er daarna pas achter dan hun telefoon dat helemaal niet ondersteunt.” Een deel van het probleem is de beperking die hardware met zich meebrengt. “Een videokaart in een computer is krachtig, maar een telefoon kan het delen van beeld naar een groter scherm op deze manier niet aan”, zegt Hol. “Daar is de rekenkracht niet naar.”

Muziek spelen

Die alternate modes worden ook in toenemende mate ingezet om muziek af te spelen op smartphones. Die trend begon toen Apple de beslissing maakte om de iPhone 7 niet meer van een hoofdtelefoonaansluiting te voorzien. Een moedig besluit en bovendien zou bluetooth de toekomst moeten zijn, aldus Apple, dat geen zinnige argumenten voor consumenten kon bedenken. Luisteren met een traditionele koptelefoon kon nog wel gewoon – maar dan wel met een dongel. Andere fabrikanten volgden slaafs. Inmiddels zijn steeds meer high-end smartphones niet meer voorzien van een koptelefoonaansluiting. Muziekfanaten moeten dan ook uitwijken naar óf een bluetooth-koptelefoon, óf eentje met een usb-c-aansluiting.

Ook dat levert vaak problemen op. Audio via usb-c kan namelijk actief of passief zijn. Daarbij zit de DAC (digital audio converter) respectievelijk in de hoofdtelefoon zelf of in de telefoon. Als je een ‘gewone’ koptelefoon gebruikt of luistert via bijvoorbeeld een usb-c-dongel, dan moet de telefoon de zogeheten ‘audio accessory mode’ ondersteunen. Maar lang niet alle telefoons hebben dat. Je moet ook daar dus goed kijken welke koptelefoons goed bij welke telefoons passen – al hopen de fabrikanten uiteraard dat je hun eigen meegeleverde oortjes gebruikt, of koopt uit het duurdere assortiment (wat de ware reden achter het verwijderen van de hoofdtelefoonaansluiting zou kunnen zijn).

Buitenbeentje

Je kunt het niet over usb-c hebben zonder de olifant in de kamer tegen te komen: Apple. Hoewel usb-c inmiddels al best wat jaren oud is en ook al langer wordt gebruikt, is het Apple die de nieuwe poort voor het eerst onder het grote publiek bekend maakte. Dat gebeurde met de MacBook uit 2015. Die had maar één poort, en dat was usb-c. Dat kwam het bedrijf op veel kritiek te staan. Enigszins terecht, want voor gebruikers blijkt het leven met één aansluiting voor zowel opladen als bestanden overbrengen en een beeldscherm aansluiten niet zo simpel te zijn. Apples redenering is ergens wel te begrijpen: door bluetooth en wifi en Apples eigen AirDrop lijkt draadloos de toekomst. Het zal ook meespelen dat dongels een lucratieve business zijn. “De aansluiting zelf is een goed idee want de klant weet waar hij dan aan toe is”, denkt Hol, “maar het is voor de klant vrij ongemakkelijk dat er dan maar één connector aan zit en hij met allerlei verloopstukjes moet gaan rommelen.”

Lightning C

Apple is sowieso altijd al een beetje tegendraads geweest als het gaat om aansluitingen en met name standaarden. De iPhones en iPads van het bedrijf maken natuurlijk gebruik van de lightning-aansluiting, een eigen connector die nergens anders voor wordt gebruikt dan de telefoons en tablets uit Cupertino. Die lightning-aansluiting is niet omkeerbaar en kan niet worden gebruikt met andere aansluitingen zoals usb-c. Dat maakt het des te verwarrender dat Apple bij de MacBook juist koos voor een usb-c-aansluiting: zou het niet makkelijker zijn om ook dáár langzaam maar zeker een lightning-aansluiting te implementeren? Of andersom: moeten de telefoons en tablets niet gewoon over naar usb-c? Dat gebeurde eerder dit jaar bijna toen het bedrijf de nieuwe iPad Pro aankondigde. Die had namelijk wél een usb-c-poort. Volgens Apple betekent dat niet het einde van de lightning-aansluiting. “De iPhones en iPads blijven gewoon lightning gebruiken”, zegt een woordvoerder van het bedrijf. De belangrijkste reden om op de nieuwste iPad toch usb-c te implementeren? “Usb-c past goed bij de nieuwe mogelijkheden van de iPad Pro, zoals het aansluiten op externe 5K-schermen en om nieuwe apparaten zoals camera’s, muziekinstrumenten en accessoires aan te kunnen sluiten.” Externe opslag mag je van Apple dan weer niet aansluiten op de iPad Pro.

©PXimport

Apple kiest bij de iPad Pro ook voor een usb-c-poort, maar blijft verder bij lightning

-

Voorlichting

Voor consumenten kan die onduidelijkheid verwarrend zijn. Zij willen dat een apparaat gewoon werkt, dat je de stekker gewoon in de bijbehorende poort kunt steken zonder gedoe. “Zeker in de beginjaren van usb-c merkten we wel dat dat een probleem was”, zegt Wouter Hol van Kabeltje.com. “We kregen toen veel vragen van klanten over hun net gekochte kabels. Inmiddels is dat wel wat minder geworden. Het is moeilijk te zeggen waarom dat is. Misschien weten klanten inmiddels wel wat het verschil is tussen verschillende soorten usb-c-kabels. Of het heeft te maken met het feit dat mensen eerder de handleiding van hun smartphone of apparaat lezen voordat ze er een kabel voor kopen. En we zijn de laatste jaren ook steeds meer voorlichting gaan geven aan consumenten over welke kabel zij nodig hebben. Dat kan ook meespelen.”

Hol denkt dat het in principe wel goed is dat er één universele aansluiting is zoals usb-c, maar er zou ook meer voorlichting moeten zijn. Je kunt er immers niet vanuit gaan dat kopers de subtiele en verwarrende verschillen makkelijk begrijpen. “Het zou veel duidelijker vermeld moeten worden bij wat je koopt. Op zowel apparaten als kabels zou moeten staan: ‘Dit apparaat werkt met die en die kabels’. Dat gebeurt nu te weinig en dan krijg je verwarring.”

Schaalbaarheid

Eén universele aansluiting lijkt er dus voorlopig nog niet te zijn. Usb-c is qua stekker en poort echter een goed begin. Het zijn vooral de verschillende standaarden en protocollen die het op dit moment in de praktijk lastig maken om die ene kabel zo universeel te maken. Als je de aansluiting echter als losstaand iets ziet, dan is usb-c goed op weg dé aansluiting te worden voor alles. Dat is ook niet zo gek, want de connector is gebouwd met zulke schaalbaarheid in het achterhoofd. Nu is het dus vooral nog wachten op de fabrikanten.

Europese standaard

“Heeft er iemand een iPhone-lader bij de hand?” Grote kans dat je die zin ooit hebt gehoord als je ergens op kantoor werkt. Hoewel het probleem veel minder groot is dan, pak-hem-beet, acht jaar geleden is het nog steeds erg irritant dat er verschillende opladers voor verschillende telefoons zijn. Mensen met een wat ouder toestel zitten nog op micro-usb, nieuwere toestellen hebben usb-c, en Apple-gebruikers hebben hun eigen oplader. Europa probeert dat probleem al sinds 2009 op te lossen. De Europese Commissie wil telefoonmakers via wetten en regelgeving verplichten één universele oplader te maken. Dat zou niet alleen handig zijn, maar ook 51.000 ton aan elektronica-afval per jaar schelen omdat niet iedereen zijn opladers meer weggooit. Bedrijven zeggen al jaren met een eigen oplossing te komen; in 2009 besloten Apple, Samsung en Huawei collectief micro-usb te gebruiken, maar Apple deed daar uiteindelijk toch niet aan mee. De EU wil het nu niet langer aan het bedrijfsleven zelf laten, maar denkt er nu over zelf harde maatregelen te nemen. Maar hoe lang dat nog kan duren ...

©PXimport

▼ Volgende artikel
Socialmedia-video's monteren als een pro met Meta Edits
Huis

Socialmedia-video's monteren als een pro met Meta Edits

Sinds kort heb je nog meer keuze als je een video voor Instagram wilt monteren. Meta heeft Edits uitgebracht. Deze app moet concurreren met andere populaire apps, zoals CapCut van TikTok. Met slimme opties bepaal je hoeveel je uiteindelijk zelf doet en welke taken de app van je overneemt.

In dit artikel lees je:
  • Wat Meta Edits is en hoe de app werkt

  • Hoe je een nieuw videoproject start en materiaal importeert

  • Handige tools voor montage, geluid, tekst en effecten

  • Hoe je voice-overs, bijschriften en overlays toevoegt

  • Extra functies zoals direct opnemen, greenscreen en ideeën bewaren

  • Tips om reels te ordenen, inspiratie te vinden en statistieken te bekijken

Edits is gericht op gebruikers die graag 'snappy' video's monteren op hun telefoon en die deze verspreiden via sociale media. Je vindt Meta Edits in Google Play en de Apple App Store. De app vereist Android-versie 9 en hoger, of iOS 15.1 en hoger. De eerste keer dat je Edits opent, vraagt de app welke gebruikersaccount je wilt gebruiken: je hebt dus sowieso een Meta-account nodig. Lees de voorwaarden en klik op Edits gebruiken als je hiermee akkoord gaat. Edits heeft toegang nodig tot de telefoon om te werken met de foto's en video's (kies voor Toegang verlenen).

Beginnen met project

Onderin het scherm vind je de werkbalk, bestaande uit vijf categorieën. We lopen de onderdelen in dit artikel allemaal door, maar we beginnen met Projecten om een video te maken. Tik hiervoor op de middelste knop van de werkbalk. Om een eerste project te maken, klik je op het plusteken rechtsonder in het scherm. Zie je dit niet, controleer dan of je je in het hoofdscherm bevindt: klik op de knop midden op de werkbalk.

Selecteer nu het foto- en videomateriaal dat je wilt gebruiken. Standaard wordt een overzicht van recent gebruikt materiaal getoond. Dit is niet compleet. Tik op Recent en kies welke albums je wilt gebruiken. Zo kun je kiezen tussen Recent, Favorieten, Foto’s en Video’s. In het tweede deel van het scherm vind je een overzicht van alle mappen. Klik op Alles weergeven om alle content te zien. Selecteer het materiaal dat je wilt gebruiken in de video. Tevreden? Tik op het vinkje rechtsboven.

De gebruikersomgeving van Edits.

Monteren

Edits laadt het materiaal in en toont het montagescherm. Bovenin zie je de video. Tik op Nieuw project / Naam wijzigen en geef het project een goede naam. Wordt de video klein getoond en wil je meer detail zien, bijvoorbeeld om te bepalen of het om het juiste beeld gaat? Tik dan op de pijl eronder om het formaat tijdelijk te vergroten. De verschillende clips worden op de tijdlijn onderin geplaatst. Je kunt door de tijdlijn heen schuiven en de beelden bekijken.

Maak je gebruik van beeld dat al is voorzien van muziek of geluid, maar wil je dat niet gebruiken? Tik op de knop met de luidspreker: het bestaande geluid wordt nu onderdrukt. Wil je wel het bestaande geluid gebruiken, dan kun je de kwaliteit hiervan verbeteren via de knop met microfoon. Het venster Ruis verminderen opent. Bepaal met de schuifregelaar hoeveel correctie wordt toegepast.

In de meeste gevallen voeg je zelf nog geluid toe: tik op Audio toevoegen. Je vindt die optie bovenin de tijdlijn. Selecteer de track, tik op Volgende en bepaal welk segment van het materiaal je wilt gebruiken. Bevestig met een tik op Klaar.

Je kunt de geluidskwaliteit van de video verbeteren.

Extra's toevoegen

Zodra je het beeldmateriaal en de muziek op de tijdlijn hebt staan, kun je de video bewerken met allerlei extra’s. Je maakt hiervoor gebruik van de werkbalk onderin het scherm. Om teksten toe te voegen, tik je op Tekst en bepaal je het uiterlijk. Zo kun je onder meer het lettertype, kleuren en animaties kiezen.

Over tekst gesproken: mogelijk wil je de video voorzien van bijschriften. Zo kunnen kijkers het materiaal ook zonder geluid bekijken en toch de boodschap meekrijgen. Edits kan de bijschriften automatisch genereren. Tik op Bijschriften. Edits vraagt op welk materiaal de bijschriften moeten worden gegenereerd. Kies Video of Voice-over (zie ook het kader ‘Voice-over’). De teksten worden gegenereerd en over het materiaal gelegd. Controleer elke zin. Dubbeltik op het bijschrift om het uiterlijk aan te passen. Je hebt hierbij vergelijkbare opties als bij het toevoegen van een tekst.

Edits kan automatisch de bijschriften maken.

Lagen maken

Je kunt de video interessanter maken door te werken met extra lagen. In de tweede laag voeg je bijvoorbeeld een andere video of stilstaand beeld toe. Tik op Overlay en wijs het gewenste bestand aan. Edits maakt een nieuwe laag en plaatst het beeld hierop. Je kunt de extra laag ook toevoegen en tegelijkertijd eventuele achtergronden weghalen: zo kun je de achterliggende video nog deels zien. Kies voor Overlay en selecteer de afbeelding. Edits haalt automatisch de achtergrond weg en plaatst de video op de tijdlijn. 

Bijknippen

Tik op een item, zoals video of geluidsfragment, op de tijdlijn. Afhankelijk van het item kun je het materiaal vervolgens inkorten of langer maken. Tegelijkertijd verschijnen onderin relevante hulpmiddelen voor verdere bewerking. Zo knip je via Splitsen een fragment op en kun je Spiegelen gebruiken om het beeld horizontaal om te draaien.

Controleer hierna alle lagen op de tijdlijn. Je kunt een laag (tijdelijk) uitschakelen door te tikken op het pictogram van een oog (uiterst links op de tijdlijn). Voor geluid werkt dit hetzelfde: tik op het luidsprekerpictogram bij de laag waarvan je het eigen geluid niet wilt gebruiken. Zo kun je bepaalde lagen tijdelijk in- en uitschakelen.

Pas het beeld aan door het bij te knippen.

Voice-over

Wil je een voice-over toevoegen? Je hoeft deze niet van tevoren op te nemen en naderhand onder de video te leggen. In plaats hiervan kun je de commentaarstem opnemen terwijl de video speelt. Voordeel is dat je zo beter kunt ‘timen’ en het verhaal ter plekke kunt afstemmen op het beeld. Tik op Spraak en tik op de opnameknop. De video begint te spelen, terwijl je de stem opneemt. Stop de opname en tik op het vinkje om de nieuwe audiolaag aan de montage toe te voegen. 

Geluidseffecten

Is de montage naar wens? Maak hem af met kleine extra’s. Zo vind je onder Geluidseffecten korte tunes en effecten waarmee je het beeldmateriaal verder kunt opleuken. Ze zijn opgedeeld in verschillende categorieën, waaronder Komedie, Acties en Overgangen. Ook kun je de video verrijken met stickers, zoals vaak op de sociale media wordt toegepast. Tik op de knop Stickers en kies het materiaal uit de collectie van Giphy: een database met verschillende geanimeerde gif-plaatjes.

Ben je klaar met de video? Tijd om te exporteren. Bepaal eerst de kwaliteit van de export. Tik op 2K, rechtsboven in het scherm. Bepaal de resolutie (tot 4K), het aantal beelden per seconde (tot 60) en de kleur (tot HDR). Klik hierna op Exporteren. De app maakt de video. Afhankelijk van de grootte kan dit enige tijd in beslag nemen. Je kunt de video vervolgens delen op de sociale kanalen, maar dit hoeft niet: de video is ook lokaal opgeslagen op de filmrol van de telefoon.

Voeg overgangen en effecten toe aan je video.

Direct opnemen

Als je nieuwe content wilt maken (om later te monteren), kun je uiteraard de ingebouwde camera-app van de telefoon gebruiken. In plaats hiervan kun je het materiaal ook direct schieten vanuit Edits. Tik op de knop Opnemen (je vindt deze rechts van de knop Projecten).

Het opnamevenster biedt een aantal extra’s ten opzichte van een ingebouwde camera-app. Aan de linkerzijde bevindt zich een werkbalk met de opties. Tik op de muzieknoot voor een overzicht van bruikbare muziek. Op de tab Voor jou is een selectie gemaakt van relevante muziek, terwijl je onder Opgeslagen muziek uit je eigen collectie vindt.

Handig is de tab Populair: deze bevat muziek die momenteel populair is en ervoor kan zorgen dat je eigen video hierdoor vaker wordt bekeken. De tab Originele audio bevat zelfgemaakte muziek door andere makers. Wil je liever eigen muziek gebruiken? Tik rechtsboven op de knop Importeren en wijs het mediabestand aan.

Je kiest zelf welke muziek je wilt gebruiken.

Meer opties

In de werkbalk links in het scherm vind je aanvullende opties. Schakel hier bijvoorbeeld het greenscreen-effect in en kies voor een andere achtergrond. Of maak een opname met een timer en bepaal daarmee zelf de lengte van je clip. Of misschien wil je de afspeelsnelheid aanpassen.

Onderin het scherm vind je de knoppen voor het maken van de opname. Boven de opnameknop kun je het zoomniveau instellen. Tot slot vind je naast de opnameknop de optie om van camera te wisselen (voor- en achterzijde) en de mogelijkheid om de resolutie en framesnelheid aan te passen.

Het opnamescherm biedt aanvullende opties.

Ideeën bewaren

Dat Edits een sterke focus heeft op content creators, blijkt wel uit het onderdeel Ideeën. Heb je inspiratie, bijvoorbeeld voor je volgende video, dan kun je dat hierin kwijt. Je vindt Ideeën uiterst links op de werkbalk. Klik op het plusteken om een nieuw idee te noteren. Een notitie verschijnt, die je kunt vullen. Via een knop rechtsboven kun je de kleur van het notitieblaadje aanpassen. Tevreden? Tik op Toevoegen. De notitie verschijnt in het hoofdscherm.

Behalve het overzicht van losse ideeën, vind je in het hoofdscherm ook inspiratie voor nieuwe video’s. Klik bovenin op Reels. Er verschijnt een overzicht van reels die je eerder hebt opgeslagen. Bij elke reel kun je een eigen notitie toevoegen: klik op het plusteken rechtsonder en maak een notitie. Edits plakt deze vervolgens aan de reel. De notitie is alleen voor jezelf zichtbaar en niet voor de maker.

Kom je een reel tegen met interessante muziek? Tik op de knop Audio gebruiken. Een nieuw venster verschijnt, waarin je wordt gevraagd of je de muziek wilt gebruiken met beelden die je met de camera wilt maken (Camera) of met eerder opgeslagen beeld (Galerij). De muziek wordt automatisch op een tijdlijn toegevoegd, samen met het beeld. Het is onhandig dat je de audio niet voor later gebruik kunt opslaan en je direct een montage moet maken. Wat je wel kunt doen, is de reel opslaan en pas later tikken op Audio gebruiken.

Collecties maken

Na verloop van tijd kan de hoeveelheid reels flink toenemen. Je kunt structuur aanbrengen door reels in eigen collecties te bewaren. De collecties zijn toegankelijk via de gelijknamige knop rechtsboven in het scherm van Ideeën. Tik op een reel en houd je vinger op het scherm. Een nieuw venster verschijnt. Kies Toevoegen aan collectie. Via ditzelfde menu heb je toegang tot andere functies. Je kunt een aantekening toevoegen via Vastgezette notitie toevoegen. Verwijder een bestaande reel via Opslaan ongedaan maken.

Er is een aparte sectie voor het opslaan van reels en ideeën.

Meer inspiratie

De tab ernaast (Inspiratie) toont een overzicht van populaire reels. Ook hierbij heb je dezelfde mogelijkheden, zoals het toevoegen van een eigen notitie. Linksboven schakel je tussen Inspiratie en Volgend. Die tweede categorie toont reels van personen die je volgt. Ben je benieuwd naar de reacties op een video, dan kun je deze zien via Instagram zelf: tik op de drie puntjes rechtsboven en kies Bekijken op Instagram. Kom je een interessante reel tegen? Tik op de knop Opslaan (rechtsonder in het scherm). De reel verschijnt in de eerder besproken sectie Ideeën.

Prestaties

Als je je creatie hebt gemaakt en gedeeld met de buitenwereld, wil je uiteraard weten hoe deze presteert. Je kijkt hiervoor op de tab Statistieken. Kies eerst de periode rechtsboven, bijvoorbeeld 7 dagen of 60 dagen. Hierna kun je de statistieken bekijken per onderdeel. Tik bijvoorbeeld op Reelsweergaven om het totaal aantal weergaven over de tijd te bekijken.

In de onderste helft van het scherm zie je de video’s en de statistieken per video. Standaard worden deze op datum gesorteerd, maar je kunt de lijst ook sorteren op weergave: tik op Meeste weergaven. Om écht de diepte in te gaan, tik je op een video. Hier zie je statistieken zoals de gemiddelde kijktijd, het percentage vind-ik-leuks en hoe vaak de reel is opgeslagen.

Waardevolle informatie: je kunt zien hoe je video’s presteren.

▼ Volgende artikel
Review Dreame V30 – Doet niet onder voor een Dyson
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame V30 – Doet niet onder voor een Dyson

De meeste mensen zullen het merk Dreame inmiddels kennen als een fabrikant van robotstofzuigers en nat-droogstofzuigers. Maar het Chinese bedrijf maakt ook steelstofzuigers die onder meer de concurrentie aangaan met Dyson en Samsung, met als laatste wapenfeit de Dreame V30 die we in deze recensie behandelen.

Uitstekend
Conclusie

Hoewel de Dreame V30 echt geen perfecte steelstofzuiger is, is dit wel een prettig apparaat waarmee je flink wat gedaan krijgt. De zuigkracht is hoog genoeg, de bediening is eenvoudig en het onderhoud is minimaal. De wendbaarheid, het plaatsen op de oplaadbasis en de laser op de kop laten nog wat te wensen over, maar je haalt dan ook geen Dyson of AI Jet van Samsung in huis. In het kader van gemak en prijs-kwaliteit is de Dreame V30 dan ook een dikke aanrader.

Plus- en minpunten
  • Knikbare stang
  • Genoeg zuigkracht
  • Verschillende opzetstukken
  • 90 minuten gebruikstijd
  • Betaalbaar t.o.v. concurrentie
  • Kop wat minder wendbaar
  • V30 op basis plaatsen onwennig
  • Laser laat te wensen over

In vergelijking met de concurrentie is de Dreame V30 in elk geval een stuk betaalbaarder. De steelstofzuiger heeft een adviesprijs van 599 euro. Nog steeds een hele hoop geld, maar hij is online her en der gelukkig al voor minder te vinden. Je krijgt er bovendien niet alleen allerlei accessoires bij (zoals verschillende opzetstukken), ook zit er een oplaadstation in de verpakking. Als je de V30 daar op parkeert, inclusief zijn batterij, dan laadt hij het apparaat netjes voor je op. Ook is er ruimte voor het opbergen van de andere stofzuigermonden.

Het plaatsen van de Dreame V30 vergt even wat oefening en voelt wat onhandig aan. Zeker wanneer je nog een tweede zuigmond op de basis klikt. Je moet daar dan omheen manoeuvreren, terwijl je een vrij smalle opening zoekt waar de contactpunten voor het opladen samenkomen. Het gaat een stuk makkelijker zonder accessoires die in de weg zitten, maar we vinden het juist zo handig dat we die ook op de basis kwijt kunnen. Dat levert een klein dilemma op.

©Wesley Akkerman

Premium ontwerp

Qua ontwerp doet de Dreame V30 niet onder voor de concurrentie. De handgreep ligt comfortabel in de hand en het geheel heeft een premium uitstraling. Net als bij andere steelstofzuigers maakt Dreame gebruik van kunststof, maar daardoor is het gewicht ook prima. Met iets meer dan 2 kilo aan de pols houd je het best een hele stofzuigronde uit. Hoewel de steel uitschuift, kun je hem niet verhogen, maar hij komt met 1,1 meter gelukkig hoog genoeg.

Dankzij de batterijcapaciteit van 3200 mAh houdt de Dreame V30 het tot 90 minuten uit op een volle accu, mits je de gewone stand gebruikt. Zet je hem in de turbomodus, waardoor je volledig toegang krijgt tot de 330 watt aan zuigkracht, dan slinkt het aantal gebruikersminuten al snel. Dat is niet vreemd voor een steelstofzuiger, maar wel iets om rekening mee te houden. Opladen duurt met 4 uurtjes niet uitzonderlijk lang en is vergelijkbaar met concurrerende stofzuigers.

©Wesley Akkerman

Dreame V30 in de praktijk

De stofzuigprestaties zijn gelukkig van hoog niveau. De Dreame V30 wordt geleverd met een kop voor harde vloeren en een kop voor zachte oppervlakken, en in beide gevallen zijn we tevreden over de prestaties. Haren, zand, wat grover vuil en zelfs kiezelsteentjes zijn niet veilig voor het stofzuigmonster. De stand heeft bovendien een handige functie waarmee je de buis 90 graden kunt knikken, waardoor je makkelijker onder stoelen, tafels en banken komt.

In de kop zit verder een kleine laser waarmee je haren en stof op de grond ziet liggen. Daar waar die bij Dyson vaak de grond over de hele breedte van de zuigkop belicht, zien we hier dat de laser aan de zijkant zit. Daardoor zie je in feite maar de helft van het vloeroppervlak. Maar wát je ziet, valt gelukkig nog steeds op. Je zult alleen wat vaker heen en weer lopen om zeker te weten dat er niets meer op de grond ligt. Zal vast iets met patenten te maken hebben, maar is toch een beetje onhandig.

©Wesley Akkerman

Volle (zuig)kracht vooruit

Bij sommige steelstofzuigers gebeurt het nog weleens dat de zuigkracht automatisch omlaag wordt geschroefd zodra je de kierenzuiger pakt, bijvoorbeeld voor in de auto of tussen bankkussens. Irritant. Maar dat doet de Dreame V30 dus níet. Die houdt altijd toegang tot drie standen: auto, laag en max. Ook met opzetstukken. Daardoor is dit model net zo bruikbaar voor snelle schoonmaakklusjes in huis als voor het uitzuigen van kruimels en zand in de auto.

De bediening werkt simpel via twee knoppen onder het kleurrijke lcd-scherm. Daarmee wissel je tussen zuigstanden en zie je welk vuil hij precies naar binnen trekt. Wel merk je dat de stofzuiger niet altijd even soepel stuurt en dat de vloerborstel wat stroef kan aanvoelen. Het onderhoud daarentegen is eenvoudig: alle onderdelen klik je los en maak je zelf schoon wanneer het apparaat daar aan toe is.

Dreame V30 kopen?

Hoewel de Dreame V30 echt geen perfecte steelstofzuiger is, is dit wel een prettig apparaat waarmee je flink wat gedaan krijgt. De zuigkracht is hoog genoeg, de bediening is eenvoudig en het onderhoud is minimaal. De wendbaarheid, het plaatsen op de oplaadbasis en de laser op de kop laten nog wat te wensen over, maar je haalt dan ook geen Dyson of AI Jet van Samsung in huis. In het kader van gemak en prijs-kwaliteit is de Dreame V30 dan ook een dikke aanrader.