ID.nl logo
Overal toegang tot je Pi: ontdek Raspberry Pi Connect
© tutye - stock.adobe.com
Huis

Overal toegang tot je Pi: ontdek Raspberry Pi Connect

Als je thuis een Raspberry Pi hebt draaien en je van buitenaf ermee wilt verbinden, dan moet je normaal gesproken wat zaken in je netwerk configureren. Met Raspberry Pi Connect is dat verleden tijd. Deze dienst geeft je eenvoudig van overal toegang tot je Raspberry Pi’s. Je kunt niet alleen via de opdrachtregel inloggen, maar ook op afstand een desktopsessie met grafische applicaties draaien. En dat gewoonweg in je browser. In dit artikel nemen we de mogelijkheden onder de loep.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe je je Raspberry Pi eenvoudig op afstand kunt beheren:

  • Installeer Raspberry Pi Connect
  • Maak een Raspberry Pi-ID aan en koppel je apparaat aan Connect
  • Open een terminalsessie

Ook interessant: Niet kopen maar kijken: zo simuleer je een microcontrollerbordje

Stel dat je een Raspberry Pi thuis hebt draaien met enkele services die je ook op afstand wilt beheren of troubleshooten. Dan zou je via het SSH-protocol (Secure Shell) kunnen inloggen om een opdrachtregel te openen. Of stel dat je vanaf iedere plek toegang wilt hebben tot de programma’s in de desktopomgeving van Raspberry Pi OS. Dan zou je een VNC-verbinding (Virtual Network Computing) naar het computertje kunnen opzetten.

Dat kan allemaal, maar je moet er traditioneel wel wat voor configureren aan je netwerk. De meeste internetproviders bieden consumenten geen vast ip-adres aan, dus je hebt al een dynamisch DNS-adres nodig dat bij elke wijziging van je ip-adres een update krijgt. Bovendien moet je ook de juiste poorten (voor SSH en/of VNC) op je modem forwarden naar je Raspberry Pi. Om ervoor te zorgen dat die poorten naar de correcte locatie worden doorgestuurd, moet je op het minicomputertje ook nog eens een statisch ip-adres instellen of in de DHCP-server van je interne netwerk (waarschijnlijk op je router) een vaste ip-reservering toekennen. Voor velen is dit behoorlijk ingewikkeld en omslachtig.

De makers van de Raspberry Pi hebben hiervoor een oplossing ontwikkeld: Raspberry Pi Connect. Deze oplossing bestaat aan de ene kant uit software die je op je Raspberry Pi installeert en aan de andere kant uit de website https://connect.raspberrypi.com. Je hoeft je alleen maar aan te melden op deze website om via een versleutelde verbinding met je Raspberry Pi te communiceren, grafisch of in een terminalsessie.

Connect geeft je van overal toegang tot je Raspberry Pi’s

1 Connect installeren

Open een terminalvenster op je Raspberry Pi of log in via SSH. Werk dan met de eerste opdracht de pakketbronnen bij en update met de tweede opdracht alle pakketten:

sudo apt update
sudo apt full-upgrade

Wanneer alle pakketten up-to-date zijn, installeer je Raspberry Pi Connect. Voor dit programma bestaan er twee pakketten. De volledige versie ondersteunt zowel inloggen op een terminalvenster als werken in de grafische interface. Je installeert deze versie met de opdracht:

sudo apt install rpi-connect

Wil je alleen een terminalsessie openen, bijvoorbeeld omdat je geen grafische interface op de Raspberry Pi draait, dan installeer je de lite-versie van Connect. Die installeer je met de opdracht:

sudo apt install rpi-connect-lite

Na de installatie is de systemd-service van Raspberry Pi Connect ingeschakeld als gebruikersdienst. Dat wil zeggen dat die service vanaf nu elke keer automatisch opstart wanneer je je met je gebruikersnaam aanmeldt. Meld je nu dus af en weer opnieuw aan om de systemd-service te starten of start hem deze ene keer handmatig met de opdracht:

systemctl --user start rpi-connect

Vaak wil je ook op afstand op je Raspberry Pi inloggen als je gebruiker nog niet of niet meer is aangemeld. Schakel daarom ‘user lingering’ in met de opdracht:

loginctl enable-linger

Doe je dat niet, dan zal na een herstart van de Raspberry Pi de systemd-service niet meer starten tot je lokaal inlogt en is de Raspberry Pi dus ook niet meer op afstand bereikbaar via Connect.

2 Raspberry Pi-ID

De website https://connect.raspberrypi.com vereist een Raspberry Pi-ID, het account voor alle diensten van Raspberrypi.com. Dat account maak je gratis aan: vul je e-mailadres, een wachtwoord en je naam in. Met twee vinkjes geef je aan dat je akkoord gaat met de algemene voorwaarden en dat je een mens bent.

Klik op Continue en klik daarna op de verificatielink die je per e-mail ontvangt. Vanaf nu kun je je op https://connect.raspberrypi.com aanmelden met je Raspberry Pi-ID.

Aangezien je via je Raspberry Pi-ID toegang krijgt tot je Raspberry Pi’s, is het belangrijk dat je dat account goed afschermt. Kies dus een sterk wachtwoord. Laat dit bij voorkeur door je wachtwoordbeheerder genereren, zodat het lang genoeg is en uit willekeurige tekens bestaat. Als je naar je profiel van Raspberry Pi-ID gaat, kun je daar ook tweefactorauthenticatie inschakelen. We raden dit sterk aan.

De Raspberry Pi-ID is je account voor Connect en toekomstige diensten.

3 Koppel je Raspberry Pi (grafisch)

Elke Raspberry Pi waartoe je toegang wilt krijgen, moet je eerst aan Connect koppelen. Heb je de volledige versie van Connect geïnstalleerd (zie paragraaf 1), dan verschijnt er in de statusbalk bovenaan rechts van de grafische interface een grijs icoontje van een cirkel met twee vierkantjes.

Klik op dit icoontje en vervolgens in het menu dat verschijnt op Sign in. Dit opent een verificatielink in de browser op je Raspberry Pi. Meld je op die pagina aan met je Raspberry Pi-ID en geef je apparaat een naam. Klik op Create device and sign in.

Het icoontje in de statusbalk bovenaan wordt nu blauw, waarmee je weet dat je apparaat met Connect is verbonden. Je krijgt ook een e-mail ter bevestiging dat je apparaat met je account is verbonden. Als je op het icoontje klikt, bevat het menu opties om van je account af te melden (waarna je Raspberry Pi niet meer op afstand bereikbaar is) en om de toegang tot je grafische desktop (scherm delen) en terminalsessie (shell op afstand) individueel in of uit te schakelen.

De status van Raspberry Pi Connect is altijd zichtbaar in de statusbalk bovenaan.

4 Koppel je Raspberry Pi (opdrachtregel)

Wanneer je Raspberry Pi OS Lite draait en dus geen grafische interface hebt, dien je de verificatielink op de opdrachtregel aan te vragen. Dat doe je met de opdracht:

rpi-connect signin

Je krijgt dan een link te zien die je moet bezoeken, in de vorm https://connect.raspberrypi.com/verify/XXXX-XXXX. Dat kan met elk willekeurig apparaat, dus doe het gerust op je computer. Meld je op die pagina aan met je Raspberry Pi-ID en geef je apparaat een naam. Klik op Create device and sign in.

Je kunt op elk moment de status van de Connect-service opvragen met de opdracht:

rpi-connect status

Hiermee zie je of je Raspberry Pi met Connect is gekoppeld en of het delen van je scherm en de terminalsessie op afstand zijn ingeschakeld. Wil je ooit een gekoppelde Raspberry Pi van jouw account afmelden, dan kan dat met deze opdracht (waarna die Raspberry Pi niet meer op afstand bereikbaar is):

rpi-connect signout

De toegang tot een terminalsessie of het delen van een scherm via Connect schakel je eenvoudig uit met een van deze opdrachten:

rpi-connect shell off of
rpi-connect vnc off

Weer inschakelen doe je door off te vervangen door on in dezelfde opdrachten.

5 Terminalsessie op afstand

Als je nu in een browser naar https://connect.raspberrypi.com gaat, vanaf welke locatie dan ook, zie je de zojuist gekoppelde Raspberry Pi in de lijst met apparaten. Eronder zie je in grijze kadertjes welke verbindingsmogelijkheden beschikbaar zijn: Screen sharing (een grafische desktop via VNC) en/of Remote shell (een terminalsessie via SSH).

Klik op de knop Connect via en kies dan Remote shell. Je browser opent een nieuw venster. Na een korte wachttijd ben je verbonden met de Raspberry Pi en krijg je een opdrachtregel te zien alsof je lokaal met toetsenbord en beeldscherm werkt. Je hoeft zelfs geen wachtwoord in te voeren.

Je kunt nu allerlei opdrachten uitvoeren. Met de opdracht exit of door het browservenster te sluiten, sluit je een terminalsessie weer af. Houd er wel rekening mee dat het afsluiten van de terminalsessie alle opdrachten beëindigt die je op dat moment hebt draaien, tenzij het om services gaat. Als je opnieuw via Connect aanmeldt, wordt er een nieuwe terminalsessie opgestart. Wil je dat opdrachten blijven draaien nadat je je afmeldt of wil je vanaf verschillende locaties toegang tot dezelfde terminalsessie, gebruik dan een zogenoemde terminal multiplexer, zoals screen of tmux.

Open op afstand een terminalsessie op je Raspberry Pi vanuit je browser.

6 Delen van je scherm

Als je op https://connect.raspberrypi.com achter de Raspberry Pi op Connect via klikt en dan kiest voor Screen sharing, opent je browser een nieuw venster waarin de desktopomgeving van deze Raspberry Pi verschijnt. Je kunt hier nu op werken alsof je voor je Raspberry Pi zit met een toetsenbord, muis en beeldscherm. Het verschil met de vorige manier is dat hier niet een nieuwe sessie wordt opgestart: je krijgt de desktop te zien met de programma’s die al open waren en kunt dus gewoon op afstand doorwerken in een sessie waarop je thuis was aangemeld.

Het icoontje van Connect krijgt in de statusbalk een paarse achtergrondkleur om aan te geven dat je scherm wordt gedeeld. In het browservenster heb je bovenaan rechts twee knoppen voor het gedeelde klembord. Met Copy from remote kopieer je het klembord van de Raspberry Pi, zodat je de tekst op je computer kunt plakken. Met Paste to remote plak je de inhoud van het klembord van de computer waarachter je nu zit naar de Raspberry Pi.

Met de knop Disconnect bovenaan links verlaat je de sessie, maar die sessie blijft wel actief. De programma’s die openstonden, blijven dus draaien. En wanneer je opnieuw verbindt via Connect, kom je gewoon weer in de bestaande sessie.

Connect geeft op afstand toegang tot het bureaublad van je Raspberry Pi.

Beperkingen

Raspberry Pi Connect werkt alleen vanaf Raspberry Pi OS met codenaam bookworm, de recentste versie van het besturingssysteem op het moment van schrijven. Bovendien werkt het delen van je scherm alleen met de window-server genaamd Wayland. Standaard gebruikt Raspberry Pi OS alleen Wayland op 64bit-versies van het besturingssysteem op de Raspberry Pi 4, Pi 400 of Pi 5. Gebruik je de X-window-server, dan kun je dus niet je scherm delen met Connect.

Heb je meerdere schermen op de Raspberry Pi aangesloten, dan kan Connect alleen het primaire scherm delen. Bovendien kun je alleen via Connect een desktop openen als er al een grafische sessie open is. Na een reboot van je Raspberry Pi moet je dus of lokaal aanmelden op de desktop of automatisch aanmelden in de grafische omgeving inschakelen voordat je op afstand bij de desktop kunt.

Laat de Raspberry Pi automatisch in de grafische omgeving aanmelden.

▼ Volgende artikel
Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten
© RHJ - stock.adobe.com
Huis

Spinnen in huis? Zo zet (en houd!) je ze buiten

Het is herfst, en dat betekent spinnen. Niet alleen buiten, maar ook binnen. Daar kun je flink van schrikken. Toch is er geen reden tot paniek. Spinnen zijn juist nuttig: ze vangen muggen, vliegen en andere hinderlijke insecten. Nederlandse spinnen zijn bovendien niet gevaarlijk voor mensen. Wil je ze toch liever niet in huis? Dit kun je doen!

🕷️ Dit artikel in het kort

Spinnen zijn nuttige insecteneters en doen in Nederland mensen geen kwaad. Toch zien we ze vooral in de herfst liever buiten dan binnen. In dit artikel lees je hoe je spinnen vangt, wat je kunt doen om ze te buiten te houden en hoe je de meest voorkomende soorten herkent. Daarnaast kijken we per ruimte in huis naar plekken waar spinnen zich graag verstoppen en wat je daartegen kunt doen. Lees ook: Slim ventileren in de herfst: zo voorkom je vocht en schimmel

Dat je in het najaar meer spinnen ziet, is trouwens logisch. De mannetjesspinnen zijn dan op zoek naar een vrouwtje. Of het nu mannetjes of vrouwtjes zijn, voor allemaal geldt: ze zijn snel, maar niet gevaarlijk. Je kunt ze makkelijk vangen, zolang je maar rustig blijft.

Geen paniek! Vangen en vrijlaten doe je zo

De eenvoudigste methode daarvoor is nog steeds het bekende glas met een stukje stevig papier, bijvoorbeeld een bierviltje. Zet een stevig glas over de spin en schuif er een kartonnetje of papiertje onder. Til het geheel voorzichtig op, houd het goed gesloten en zet de spin buiten op enkele meters van je huis neer. Hoe verder, hoe kleiner de kans dat hij terug naar binnen kruipt.

Er bestaan ook speciale spinnenvangers: lange stelen met zachte borsteltjes of buisjes met een opvangreservoir. Handig als je liever wat afstand bewaart. Oefen eerst even, zodat je zeker weet hoe het werkt. Een spin doorspoelen of bespuiten met insectenspray kun je beter niet doen: er zijn betere, diervriendelijkere manieren om van ze af te komen.

©LeoniekvanderVlietPhotography

Waar komen spinnen binnen?

Spinnen kiezen niet bewust voor jouw woonkamer, maar volgen vaak insecten die aangetrokken worden door licht of warmte. Via kieren langs kozijnen, onder deuren of door ventilatieopeningen vinden ze hun weg naar binnen. Ook via spullen uit de schuur of garage kunnen ze mee naar binnen komen. Door deze routes af te sluiten of te controleren, verklein je de kans dat ze binnen belanden.

Voorkomen is ….

Hieronder lees je wat je in het algemeen kunt doen om insecten en spinnen buiten te houden. Ook kijken we specifiek naar bepaalde ruimtes in je huis.

Algemeen

Inspecteer je hele woning systematisch door langs plintnaden, kozijnen en doorvoeren te lopen. Dicht kieren af en vervang versleten tochtstrips. Plaats fijnmazig rvs-gaas voor ventilatieopeningen en maak ventilatieroosters jaarlijks schoon. Horren monteren voor ramen en deuren scheelt ook al een hoop.

Woonkamer

In de woonkamer trekken lampen vaak insecten aan, en daarmee ook spinnen. Plaats lampen niet direct bij de buitendeur en gebruik eventueel warmere lichtkleuren die minder insecten lokken – wit licht bevat namelijk veel UV- en blauwe componenten, echte insect-magneten. Ruim regelmatig achter kasten en banken op: rommelige hoeken bieden ideale plekken voor webben.

Slaapkamer

Zet bij warm weer het raam open met een hor ervoor. Zo ventileer je goed zonder dat spinnen en insecten naar binnen glippen. Trek ook gordijnen geregeld open en dicht; spinnen houden van rustige, donkere hoekjes.

Badkamer

Door de hoge luchtvochtigheid is de badkamer aantrekkelijk voor insecten en dus voor spinnen. Laat de ruimte goed drogen na het douchen (zet daar bijvoorbeeld de mechanische ventilatie voor aan of zet een raam een stukje open) en haal spinrag direct weg.

Kelder en berging

Dit zijn favoriete plekken voor grote huisspinnen. Ze houden van koelere, vochtige plekken waar ze met rust gelaten worden. Controleer leidingen en kieren, dicht openingen en zorg dat er niet te veel losse spullen op de grond staan.

Ventileren en opruimen helpt

Een goed geventileerd huis is minder aantrekkelijk voor insecten en dus ook voor spinnen. Laat roosters open, zet dagelijks kort ramen tegenover elkaar open voor frisse lucht en maak ventilatieopeningen schoon. Zo zorg je ervoor dat het in huis minder vochtig wordt – en daarmee geef je vliegjes, muggen en andere insecten minder kans.

Oude spinnenwebben kun je eenvoudig weghalen met een plumeau of stofzuiger. Leeg de stofzuigerzak daarna buiten, want een spin kan anders alsnog ontsnappen. Ook lege eizakjes haal je zo weg. Daarmee voorkom je dat er nieuwe generaties in je huis uitkomen.

Van huisspin tot kruisspin: zo herken je ze

Gevaarlijke spinnen? Die komen in Nederland eigenlijk niet voor. Maar dat maakt de angst er niet minder om. Herkennen wat voor spin je ziet, kan dan echt helpen. In september en oktober zie je binnenshuis vooral mannetjes van huisspinnen rondstruinen, terwijl vrouwtjes in hun web blijven. Met een app zoals ObsIdentify (voor Android en iOS) kun je eenvoudig een foto maken en direct zien om welke soort het gaat. Ook de webvorm geeft aanwijzingen: een strak wielweb, een trechter of een slordig matje is vaak soortspecifiek. Door je in de soorten te verdiepen, leer je dat de grote, donkere spinnen in huis simpelweg rondzwervende mannetjes zijn die een partner zoeken. Niets om bang voor te zijn dus!

Top 5 huisspinnen in Nederland

De kruisspin, Araneus diadematus, is jaar in jaar uit de publieksfavoriet én meest geteld; je herkent hem aan het lichte kruis op het achterlijf en het grote wielweb langs schuttingen en raamkozijnen. De grote trilspin, Pholcus phalangioides, hangt met lange poten onder het plafond en trilt heftig bij onraad; je vindt hem vaak in rustige hoekjes binnen. De gewone en grote huisspinnen, Eratigena-soorten, bouwen trechterwebben achter kasten en in kelders. De venstersectorspin, Zygiella x-notata, spant bij ramen een wielweb met een 'hapje' eruit; vaak zie je die in gevelhoeken. De herfsthangmatspin, Metellina segmentata, maakt kleine hangmatwebjes in struiken en rond tuinen en wordt regelmatig bij huizen gezien. De exacte volgorde varieert per jaar en telling, maar deze soorten staan steevast hoog in Nederlandse spinnentellingen.

©Anton Derkach | Iuliia - stock.adobe.com

Veelgestelde vragen over spinnen in huis

Zijn spinnen in Nederland giftig?

De spinnen die je binnenshuis tegenkomt, zoals huisspinnen of trilspinnen, zijn niet gevaarlijk. Ze kunnen hooguit bijten als ze in het nauw komen, maar dat gebeurt zelden en is vergelijkbaar met een muggenprik: een klein rood plekje dat snel verdwijnt. Ook buitenshuis leven er in Nederland geen gevaarlijk giftige spinnen voor mensen.

Kruipen spinnen in je slaap in je mond of oren?

Dit is een hardnekkige mythe. Spinnen zijn schuwe dieren die juist contact met mensen vermijden. Het idee dat ze in je slaap in je mond of oor kruipen is een broodjeaapverhaal. Ze lopen hooguit langs je bed op zoek naar een rustig hoekje, maar hebben geen enkele reden om een mens als schuilplek te gebruiken.

Waarom zie je vooral in de herfst zoveel spinnen?

In nazomer en herfst gaan mannetjes-huisspinnen op zoek naar een vrouwtje. Omdat ze rondzwerven, zie je ze vaker in kamers en gangen lopen. Vrouwtjes blijven meestal in hun web en vallen daardoor minder op. De seizoenspiek heeft dus alles te maken met hun voortplantingscyclus.

Kunnen spinnen eitjes in huis leggen?

Ja, spinnen kunnen in huis eizakjes maken. Meestal gebeurt dat in rustige hoekjes of achter meubels. De jongen verspreiden zich na het uitkomen en veel halen de volwassen leeftijd niet. Door webben en eizakjes regelmatig weg te halen met de stofzuiger, houd je de aantallen eenvoudig onder controle.

Helpt het om spinnen weg te houden met pepermuntolie of azijn?

Er circuleren veel huismiddeltjes die zouden helpen, maar er is weinig bewijs dat spinnen echt wegblijven van bepaalde geuren. Belangrijker is het dichten van kieren, plaatsen van horren en regelmatig opruimen. Dat heeft aantoonbaar meer effect dan een schaaltje azijn of een oliebrandertje.

Kunnen huisspinnen springen of vliegen?

Nee, de huisspinnen die je binnenshuis tegenkomt kunnen niet springen of vliegen. Ze lopen of klimmen via draden. Soms zie je kleine jonge spinnen wel zweven aan een draadje; dat heet 'ballooning'. Dan gebruiken ze een draad als zweeflijn in de wind. Bij volwassen huisspinnen gebeurt dat niet binnenshuis. 

Wat moet ik doen als ik een spin echt niet durf te vangen?

Vraag iemand anders om te helpen of gebruik een lange spinnenvanger waarmee je voldoende afstand houdt. Als dat niet lukt, kun je de deur naar de buitenruimte openen en wachten tot het dier zelf naar buiten trekt. Het belangrijkste is kalm blijven: spinnen zijn sneller bang voor jou dan andersom.

Spinnenvanger nodig?

Kijk, koop en vang
▼ Volgende artikel
Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter
© Roland Abel
Huis

Oktober in je tuin: voorbereiden op de winter

In oktober staat de tuin in het teken van de overgang naar de koude maanden. Planten hebben nog steeds zorg nodig en ook het onderhoud vraagt aandacht. Dit is het moment om alles klaar te maken, zodat je tuin de winter goed doorkomt.

In oktober maak je de tuin winterklaar. Sluit de buitenkraan af en berg de tuinslang leeg op. Koop vliesdoek en noppenfolie om kwetsbare planten te beschermen. Plant groenblijvende struiken, winterviolen en bloembollen voor kleur in de donkere maanden. Oogst appels, peren en pompoenen, en zaai veldsla of spinazie. Geef struiken en rozen nog voeding, verwijder zomerbollen uit de grond en snoei rozen, fruitbomen en loofbomen. Werk het gazon af met een laatste maaibeurt en hark het blad weg.

Lees ook: Van januari tot en met december tuinieren: tips voor het hele jaar buiten bezig

Bescherm de tuin tegen vorst

Met dalende temperaturen is het belangrijk om alles te beschermen tegen vorstschade. Laat de tuinslang volledig leeglopen en berg hem op, zodat er geen water in achterblijft. Draai vervolgens de buitenkraan dicht. Schaf vliesdoek of noppenfolie aan om gevoelige planten te beschermen zodra het gaat vriezen.

Planten en bollen voor een wintertuin

Wie in de winter ook kleur wil behouden, kan nu groenblijvende varens, lage heesters en kerstrozen planten. Voorjaarsbollen zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen en bosanemonen moeten direct de grond in, omdat ze snel uitdrogen. Ook winterjasmijn of knoflook zijn nu aan de beurt. Bedek de grond daarna met een laag bladeren.

In hangmanden kun je winterviolen, bollen en klimop zetten voor wat extra kleur. Rozen plant je alvast voor het nieuwe seizoen. Tulpen die niet in de grond kunnen overwinteren, zet je in bollenbakken. Andere bloembollen plaats je bij vaste planten die qua kleur en bloeitijd goed bij elkaar passen. Geprepareerde hyacinten zet je in glazen binnen om vroeg van hun bloemen te genieten.

Oogsten in de herfst – én zaaien in de moestuin

Oktober is de maand van de oogst. Peren en appels haal je nu van de boom; maak er moes of taart van. Pompoenen en sierkalebassen zijn ook rijp. Laat altijd een stuk steel zitten, dan blijven ze langer goed. Bewaar ze koel en vorstvrij. In de moestuin zaai je nog veldsla, pluksla of spinazie. Kies wel voor winterharde soorten. Groenten die niet tegen kou kunnen, zoals paksoi, koolrabi, bloemkool en broccoli, oogst je voor de winter.

©encierro - stock.adobe.com

Onderhoud in oktober

Struiken, rozen en hagen hebben nog baat bij wat mest. In de border en moestuin kan eventueel kalk gestrooid worden. Blijf onkruid weghalen zodat het in het voorjaar niet uit de hand loopt. Plantensteunen kunnen de schuur in; maak ze schoon voordat je ze opbergt.

Zomerbollen zoals dahlia's, bloemriet en Abessijnse gladiolen moeten gerooid worden na de eerste nachtvorst. Controleer ook potten en bakken: zorg dat de afwateringsgaten open zijn zodat regenwater goed kan weglopen.

Snoeien in oktober

Ramblerrozen knip je bij door lange scheuten wat in te korten. Oktober is ook geschikt voor het snoeien van berk, esdoorn en kastanje, maar doe dit niet later dan eind november, want de sapstromen van deze bomen komen al vroeg op gang. Appel- en perenbomen kunnen eveneens gesnoeid worden.

©maxbelchenko

Het gazon winterklaar maken

Geef het gras dit najaar nog een laatste beurt. Verticuteer om mos en dood gras te verwijderen en lucht in de bodem te brengen. Maai het gras nog een keer, maar laat het niet te kort worden. Steek de randen bij en hark het gevallen blad weg, zodat het gras niet verstikt onder een bladerdeken en in het voorjaar weer gezond kan uitlopen.