ID.nl logo
Niet kopen maar kijken: zo simuleer je een microcontrollerbordje
© gargantiopa - stock.adobe.com
Huis

Niet kopen maar kijken: zo simuleer je een microcontrollerbordje

Het aansluiten en programmeren van elektronische componenten op een microcontrollerbordje kan flink wat werk zijn. Met Wokwi simuleer je eenvoudig een ESP32, Raspberry Pi Pico of Arduino met alle bijbehorende elektronica. Zo kun je al beginnen met programmeren en verschillende dingen testen, zonder dat je telkens je breadboardopstelling hoeft aan te passen.

Na het lezen van dit artikel weet je precies hoe je met Wokwi een microcontrollerbordje kunt simuleren.

  • Start je project op
  • Voeg componenten toe
  • Plaats en verbind de componenten
  • Schrijf de benodigde code
  • Simuleren maar!

Ook interessant: Zo breid je met microcontrollers je computer uit met extra functies

Code downloaden In dit artikel worden wat voorbeelden van stukken code gegeven. Omdat overtikken van code erg foutgevoelig is, kun je die code beter downloaden en daarna bekijken of kopiëren. Zie het bestand wokwicode.txt voor de stukken code die in dit artikel genoemd worden.

Met Wokwi maak je een virtuele versie van een microcontrollerproject. Op de Wokwi-site simuleer je gratis een ESP32 (alle types), Raspberry Pi Pico, Arduino (Uno, Mega of Nano) of STM32. Maar ook allerlei elektronische componenten, zoals leds, drukknoppen, potentiometers, luidsprekers, sensors, motors en LC-displays. Bekijk voordat je begint eens de lijst met ondersteunde hardware.

Je kunt je projecten online programmeren in bijvoorbeeld MicroPython of Arduino. Je programma wordt op de gesimuleerde microcontroller uitgevoerd en het resultaat is ook in de gesimuleerde componenten te zien: leds gaan aan en uit, servomotors draaien, displays tonen de geprogrammeerde boodschappen enzovoort. Dat maakt experimenteren met elektronica wel heel eenvoudig. In dit artikel illustreren we dit met twee eenvoudige ESP32-projecten, die zelfs via internet met elkaar of andere IoT-apparaten kunnen communiceren.

1 Project starten

Wokwi is gratis te gebruiken zonder je te registreren. Je kunt bovenaan op de website eerst voor de processorfamilie kiezen of, als je even verder scrolt, eerst voor de programmeertaal. Wij scrollen naar onder en kiezen MicroPython. Daarna zie je onder Starter Templates twee miniprojectjes: Pi Pico Blink en ESP32 Blink. Beide zijn eenvoudige sjablonen om mee te beginnen.

Maar je kunt ook op New project klikken om met een volledig leeg project te beginnen. Daarna krijg je de keuze uit MicroPython op ESP32, Raspberry Pi Pico of Raspberry Pi Pico W. Wij kiezen MicroPython on ESP32.

Je krijgt links de MicroPython-code in het tabblad main.py te zien, met als inhoud een eenvoudige printopdracht. In dit tekstveld voeg je je MicroPython-code toe en erboven staat een knop waarmee je je code opslaat. Rechts zie je een ESP32-ontwikkelbordje. Hier kun je nu allerlei elektronische componenten toevoegen en met je microcontroller verbinden. Met het groene knopje bovenaan start je vervolgens de simulatie.

Begin via een startersjabloon aan je project in Wokwi.

2 Componenten toevoegen

Voeg nu aan het canvas rechts componenten toe met het blauwe plusknopje. Scrol door de lijst om te zien welke componenten je allemaal kunt toevoegen. In het onderdeel Basic zijn dat leds, drukknoppen en weerstanden. Heel ruim toebedeeld is het onderdeel Display, met RGB-leds, een SSD1306 OLED-display, allerlei tft-schermpjes, een led-dotmatrix, NeoPixel-led en -ring, zevensegmentdisplays en zelfs een e-paperscherm.

Bij Input vind je allerlei soorten schakelaars, een joystick, infraroodontvanger, keypad en potentiometers. De sensors zijn wat minder ruim toebedeeld, maar je vindt er wel onder andere de ultrasone sensor HC-SR04, de temperatuursensors DHT22, DS18B20 en een NTC, en een PIR-bewegingssensor. Het onderdeel Output heeft een piëzoelektrische zoemer, enkele motors en relays. En er zijn ook enkele formaten breadboards.

Kies als eerste een half breadboard, dat op het canvas verschijnt. Doe dan hetzelfde voor een led en een weerstand. Als je op de weerstand klikt, kun je de waarde veranderen. Maak er 220 Ohm van. De banden op de weerstand veranderen naar rood, rood en bruin om de nieuwe waarde aan te duiden. Met een klik op de led verander je de kleur, maar laat die maar rood. We hebben de voorschakelweerstand immers gekozen in functie van de spanningsval over de led.

Kies je elektronische componenten uit de lijst.

3 Componenten plaatsen en verbinden

We gaan alle componenten op de juiste plek plaatsen: klik op de ESP32 en druk dan enkele keren de R-toets in tot het ontwikkelbordje correct is georiënteerd. Sleep het boven het breadboard tot de pinheaders op de rijen b en j passen.

Plaats dan de led en de weerstand op het breadboard. Met de P-toets kun je de led eventueel nog spiegelen. Sluit dan het lange pootje (anode) van de led, wat Wokwi met een knik aanduidt, op GPIO23 aan. Als je boven de pootjes van de led blijft hangen met de muiscursor, krijg je een label te zien: A voor anode en C voor kathode.

Op dezelfde manier toont Wokwi bij elke pin van de ESP32 een label, zoals 23 voor GPIO23. De verbinding maken doe je in dit geval, omdat de led op een breadboard staat, door op a2 te klikken en dan op a28. Zo wordt GPIO23 via het breadbord verbonden met de anode van de led.

Sluit daarna het korte pootje (kathode) van de led via de voorschakelweerstand van 220 Ohm op GND van de ESP32 aan. Dat doe je door het ene pootje van de weerstand boven de kathode van de led te plaatsen. Het andere pootje verbind je met GND door erboven een verbinding met de blauwe rij te maken, en boven GND (het vakje a1) ook een verbinding met de blauwe rij te maken. Verander de kleur van die twee verbindingen naar zwart door er na het aanmaken op te klikken en dan op 0 te drukken.

Alle componenten zijn correct geplaatst en verbonden.

4 Code schrijven

Nu de virtuele hardware klaar is, kun je aan de slag met de softwarekant. Schrijf links in het codevenster van het tabblad main.py de volgende code om de led te laten knipperen:

De code kun je downloaden van deze pagina en daarna vanuit een programma als Kladblok overnemen.

We tonen in deze code met print eerst de boodschap Blink LED op de terminal van MicroPython. Dan definiëren we een led op pin 23. De rest van de code bestaat gewoon uit een oneindige lus waarin we de led een seconde aan doen en een seconde uit.

Druk dan op Ctrl+S of de knop Save bovenaan en geef je project een naam. Dat kan in de gratis versie alleen als publiek project (zie kader ‘Gratis en betaalde versie’). Klik op Save. Vanaf nu heeft je project een publieke url.

Gratis en betaalde versie De gratis versie bevat al heel wat functionaliteit. De betaalde versie kost 7 dollar per maand en heet Wokwi Club. Je kunt dan aangepaste Arduino-bibliotheken vanaf je computer uploaden, evenals willekeurige bestanden (zoals afbeeldingen of audiobestanden) om op de microSD-kaart van de virtuele microcontroller te plaatsen. Een andere mogelijkheid is dat je vanaf je computer toegang krijgt tot een webserver die je op je virtuele microcontroller draait. Je hoeft je projecten dan ook niet meer publiek op te slaan; je kunt ze privé houden.

Enkele uitbreidingen van Wokwi, zoals de integratie in Visual Studio Code en de commandline-interface Wokwi CI, zijn momenteel in bèta maar worden daarna deels betaald.

5 Simuleren

Nu je zowel de hardware als de software klaar hebt, is het tijd voor actie. Klik rechts op het groene knopje om de simulatie te starten. Onderaan verschijnt een terminalvenster waarin je de ESP32 ziet opstarten en na enkele seconden krijg je de boodschap Blink LED. Bovenaan rechts begint een timer te lopen. Je ziet ook in een snelheid van hoeveel procent van de realiteit de simulatie wordt uitgevoerd.

Na de boodschap Blink LED in de terminal begint de led zoals verwacht te knipperen met een frequentie van een seconde. Op deze manier kun je controleren of je code werkt zonder dat je zelf ook maar enige elektronische component hebt moeten aanraken.

Met de knopjes linksboven in het simulatievenster kun je de simulatie overigens herstarten, stoppen of pauzeren. Als je ze pauzeert, toont het venster ook de toestand van elke pin. Je ziet hier dat de meeste pinnen als invoer zijn geconfigureerd en Floating (ongedefinieerde waarde). GPIO23 wordt als uitvoer getoond, met de waarde Low als je gepauzeerd hebt, terwijl de led uit is en High als je juist gepauzeerd hebt terwijl de led aan is.

De led knippert in onze simulatie.

Over simuleren gesproken

Met deze racestoel kun je virtueel meedoen in de Formule 1

6 Verbinden met internet

Wokwi simuleert ook een volledig wifi-netwerk, dat zelfs toegang heeft tot internet. Laten we een wifi-verbinding opzetten, deze met een MQTT-broker verbinden en wachten op een bericht om de led in of uit te schakelen:

De code kun je downloaden van deze pagina en daarna vanuit een programma als Kladblok overnemen.

We verbinden dus eerst met het gastnetwerk Wokwi-GUEST zonder wachtwoord. Tijdens het verbinden laten we de led knipperen en wanneer de verbinding tot stand is gekomen, gaat de led aan. Daarna verbinden we met de publieke MQTT-broker broker.hivemq.com en geven als client-ID het unieke ID van de ESP32.

We definiëren een functie mqtt_message die binnenkomende MQTT-berichten afhandelt: gaat het om het cijfer 0, dan doet de functie de led uit en bij een 1 gaat de led aan. Tot slot stellen we in dat de functie voor elk binnenkomend bericht wordt aangeroepen, verbinden we met de MQTT-broker en abonneren we ons op een topic dat gelijk is aan het client-ID. Daarna wachten we in een oneindige lus op binnenkomende berichten.

7 Schuifschakelaar

Maak nu een tweede project aan. Voor de eenvoud gebruiken we weer een ESP32 met MicroPython, maar ook andere combinaties zijn mogelijk, zoals het Arduino-framework in plaats van MicroPython, of een Raspberry Pi Pico W in plaats van een ESP32.

Plaats de ESP32 weer op een breadboard. Voeg deze keer een schuifschakelaar (Slide switch onder Input) en een weerstand van 10 kOhm toe.

De schuifschakelaar heeft drie pinnetjes. De linkse verbind je met GND en de rechtse met 5V. De middelste verbind je enerzijds met GPIO23 van de ESP32 en anderzijds via een pulldownweerstand van 10 kOhm naar GND. Zo is de invoer aan de GPIO-pin altijd gedefinieerd. We gaan deze schuifschakelaar gebruiken om de led op ons andere Wokwi-project in en uit te schakelen.

Met deze schuifschakelaar gaan we berichten naar de MQTT-broker sturen.

8 Berichten sturen

In de code op dit virtuele bordje verbinden we weer met wifi en de MQTT-broker, maar daarna gaan we de toestand van de schakelaar uitlezen. Elke keer dat die toestand verandert, sturen we de nieuwe toestand naar de MQTT-broker:

De code kun je downloaden van deze pagina en daarna vanuit een programma als Kladblok overnemen.

Het begin van de code is zo goed als hetzelfde. Maar in plaats van een led definiëren we een knop. We slaan ook onmiddellijk de huidige waarde van de knop op.

Bij de verbinding met de MQTT-broker moet je er wel op letten dat je het client-ID nu verandert. Blijkbaar gebruikt Wokwi voor elke simulatie die je draait (in ieder geval in onze tests met de ESP32) hetzelfde unieke hardware-ID. We hebben dit opgelost door in deze code gewoon ff aan het hardware-ID toe te voegen. Want als een tweede MQTT-client hetzelfde client-ID gebruikt om met de MQTT-broker te verbinden, wordt de eerste client afgesloten.

Na de verbinding lezen we in een oneindige lus de toestand van de schakelaar uit. Als die verschilt van de vorige, kijken we naar de waarde: is die aan, dan publiceren we 1 op het MQTT-topic van ons andere project, anders publiceren we 0.

9 Communicatie tussen virtuele ESP32’s

Start nu beide simulaties en zet de vensters naast elkaar, zodat je ze tegelijk kunt observeren. Kijk in de terminaluitvoer en wacht tot ze allebei met de MQTT-broker verbonden zijn. Mogelijk verloopt alles nu wat trager dan voorheen, want je browser moet nu met deze twee gelijktijdige simulaties heel wat rekenwerk verrichten.

Als je nu de schuifschakelaar naar links beweegt (gewoon klikken volstaat), zie je niet alleen in de terminal van het bordje OFF verschijnen, maar je ziet ook op het breadboard van het andere project de led uitgaan. En als je de schuifschakelaar naar rechts beweegt, dan gaat de led van het andere project aan. Je hebt beide virtuele microcontrollerbordjes met internet verbonden en ze kunnen via de publieke MQTT-broker met elkaar communiceren. Je zou een van de twee zelfs door een fysieke opstelling kunnen vervangen en dan zou de communicatie ook werken.

Deze twee virtuele ESP32-ontwikkelbordjes communiceren via internet met elkaar via een publieke MQTT-broker.

10 Arduino, CircuitPython en meer

We hebben hier nu MicroPython als voorbeeld gebruikt, maar met Wokwi kun je ook Arduino-projecten simuleren. Je kunt zelfs elke Arduino-bibliotheek installeren die in de Arduino Library Manager beschikbaar is. Om ook andere Arduino-bibliotheken te gebruiken, heb je het betaalde Wokwi Club-account nodig.

Op de Raspberry Pi Pico heb je ook nog enkele andere mogelijkheden. Je kunt er CircuitPython gebruiken, een fork van MicroPython. Dan kun je ook elke bibliotheek van de Adafruit CircuitPython Bundle gebruiken. Met een ander sjabloon programmeer je de Raspberry Pi Pico met de Pico SDK in C. Verder heb je op de ESP32 ook de keuze uit ESP-IDF en de programmeertaal Rust.

Beperkingen Elke simulatie breekt op een bepaald niveau met de realiteit. Dat is niet anders met Wokwi. Zo ligt de focus op digitale elektronica. De analoge aspecten van je schakeling worden dan ook maar beperkt gesimuleerd. Als je een voorschakelweerstand vergeet bij een led, krijg je geen waarschuwing en zal je virtuele led ook niet doorbranden. Dus als je denkt je schakeling veilig te hebben getest in Wokwi en dan op een fysiek breadboard opbouwt, is het goed mogelijk dat het daar mis gaat.

Je kunt ook geen condensatoren en complexere elektronische componenten toevoegen. Bovendien worden niet alle mogelijkheden van de microcontrollers ondersteund. Zo kun je geen bluetooth of deep sleep simuleren voor de ESP32. Betalende gebruikers mogen overigens wel stemmen op functies waaraan Wokwi gaat werken.

 

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?
© Proxima Studio - stock.adobe.com
Huis

Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?

Met slimme stekkers verander je je huis eenvoudig in een smart home: steek ze in een gewoon stopcontact, sluit er lampen of je televisietoestel op aan en regel via een app of met je stem bijvoorbeeld dat ze automatisch worden uitgeschakeld. Zo voorkom je onnodig stroomverbruik doordat apparaten niet meer op stand-by blijven staan. Maar slimme stekkers gebruiken zélf ook stroom. Welke zijn zuinig genoeg om écht geld te besparen?

Energie besparen en slimme apparaten gaan uitstekend samen. In dit artikel lees je hoe je geld bespaart door gebruik te maken van de zuinigste slimme stekkers. • Slimme stekkers en stroomverbruik • De zuinigste slimme stekkers op een rij • Waar je op moet letten bij het kopen van slimme stekkers

Ook lezen: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt


Slimme stekker of slim stopcontact?

De termen slimme stekker en slim stopcontact worden door elkaar gebruikt. Dat is een beetje verwarrend, maar wel begrijpelijk: het is een apparaat met aan de ene kant een stekker (voor je 'domme' stopcontact) en aan de andere kant een slim stopcontact. In dit artikel hanteren we de benaming slimme stekker.


Zo bespaart een slimme stekker stroom

Een slimme stekker helpt je stroom besparen door apparaten automatisch uit te schakelen, bijvoorbeeld 's nachts. Zo verbruikt je televisie geen stroom meer in de stand-bymodus. Je kunt instellen dat alle apparatuur op vaste tijden uitschakelt, bijvoorbeeld zodra je gaat slapen. Je kunt ook met één druk op de knop alle lampen en andere apparaten uitschakelen, zodat je niets vergeet. Slimme stekkers uit een hogere prijsklasse bieden bovendien inzicht in je stroomverbruik. Daardoor kun je gerichter energie besparen.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Verbruik van een slimme stekker

Tegenover de besparing staat het eigen stroomverbruik van slimme stekkers. Dat begint bij zo'n 0,3 watt en loopt op tot 2 watt. Niet veel, maar ze staan wel 24 uur per dag en 365 dagen per jaar aan. De zuinigste modellen verbruiken daardoor op jaarbasis 2,6 kWh (0,3 watt × 24 uur × 365 dagen ÷ 1000). Bij een stroomprijs van 0,30 euro per kWh komt dat neer op 0,79 euro per jaar. Een slimme stekker die 2 watt verbruikt kost op jaarbasis 5,26 euro. In een slim huis gebruik je al snel 10 slimme stekkers, waardoor je op jaarbasis aardig wat geld kunt besparen door de zuinigste modellen uit te kiezen.

Kies niet alleen op prijs, maar ook op verbruik Vergelijk je het jaarlijkse stroomverbruik met de aanschafprijs van een slimme stekker (meestal tussen de 5 en 35 euro), dan blijkt al snel dat vooral het stroomverbruik bepalend is voor de totale kosten op de lange termijn. Toch vermelden veel verkopers niets over het energieverbruik.

Denk aan de compatibiliteit

Alleen letten op het stroomverbruik van een slimme stekker is niet genoeg. Het is minstens zo belangrijk dat de stekker goed samenwerkt met jouw slimme netwerk. De meeste modellen werken met Google Home en Amazon Alexa, terwijl Apple HomeKit selectiever is. Check daarom altijd de productbeschrijving om zeker te weten dat de slimme stekker bij jou thuis werkt.

Slimme stekkers die samenwerken met

Google Assistant en met Alexa

Stroomverbruik en verbindingstype

Waar komt het grote verschil in stroomverbruik tussen slimme stekkers vandaan? Dat heeft alles te maken met de verbinding met je thuisnetwerk. De meeste stekkers gebruiken wifi om bereikbaar te blijven, zodat jij ze op afstand kunt bedienen. Maar wifi verbruikt relatief veel energie – het signaal is eigenlijk krachtiger dan nodig is voor dit soort toepassingen.

Een zuiniger alternatief is een hub die het wifisignaal omzet naar een lichter protocol, zoals Zigbee of Z-Wave. Die vormen een soort schakel tussen je netwerk en de slimme stekkers. Het grote voordeel: dit soort verbindingen verbruiken vaak minder dan 0,5 watt.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Zigbee en Z-Wave

De zuinige protocollen die gebruikt worden zijn Zigbee en Z-Wave en die werken allebei prima. Maar ze zijn niet verenigbaar met elkaar. Je zult dus één systeem moeten kiezen. Daarnaast heb je een centrale hub nodig om alles aan elkaar te koppelen. Dat is een kleine investering die zich, door de lagere stroomkosten, snel terugverdient.

Slimme stekkerVerbruik (watt)Protocol
TP-Link Tapo P1151 – 1,5Wifi
TP-Link Tapo P1000,5 – 1Wifi
Shelly Plug S0,9 – 1,5Wifi
Iqore Smart Plug1 – 2Wifi
Aqara Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Philips Hue Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
IKEA TRETAKTSmart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Samsung SmartThings Outlet0,5 – 1,5 WZigbee
Fibaro Wall Plug V20,5 – 1Z-Wave
Qubino Smart Plug0,5 – 1Z-Wave

Verbruik van hubs voor Zigbee en Z-Wave

Voor een compleet beeld moeten we ook kijken naar het stroomverbruik van een Zigbee- of Z-Wave-hub. Zigbee-hubs verbruiken doorgaans tussen de 0,5 en 3 watt. Sluit je meerdere slimme stekkers of andere apparaten aan, dan verdien je dat al snel terug ten opzichte van wifi. Z-Wave-hubs verbruiken wat meer, meestal tussen de 2 en 10 watt.

Ook qua veelzijdigheid zijn er verschillen. De Philips Hue Bridge (Zigbee) is bijvoorbeeld erg zuinig, met een verbruik tussen de 0,5 en 1 watt. Maar deze werkt uitsluitend met Philips Hue-apparaten.

Een slimme start is het halve werk

Zoals je ziet, zijn er heel wat factoren om rekening mee te houden. Breng daarom vooraf in kaart wat je nu nodig hebt én wat je in de toekomst verwacht te gebruiken. Zo voorkom je onnodige kosten en bespaar je op de lange termijn, vooral als je ook let op het energieverbruik per apparaat.


Nog meer energie besparen? ⤵️

Vraag een offerte aan voor verduurzaming:

▼ Volgende artikel
Review Philips PureProtect Pro 4200 – Zeg die pollen maar gedag
© Wesley Akkerman
Energie

Review Philips PureProtect Pro 4200 – Zeg die pollen maar gedag

De lucht om ons heen wordt steeds minder schoon – en dat is allang geen geheim meer. Tel daar gevoeligheid voor pollen bij op, plus schadelijke deeltjes en gassen die vrijkomen tijdens het koken, en je vraagt je af waarom niet iedereen een luchtreiniger zoals de Philips PureProtect Pro 4200 heeft.

Uitstekend
Conclusie

Een luchtreiniger van zo'n 430 euro is geen kleinigheid. Toch ben je met de Philips PureProtect Pro 4200 voordeliger uit dan bij de concurrent. Tijdens onze test viel op hoe accuraat en doeltreffend dit model de lucht zuivert – vooral pollen worden opvallend goed aangepakt – en hoe scherp hij de luchtkwaliteit in de gaten houdt. De filters zijn eenvoudig te vervangen, installeren is zo gedaan en de bediening spreekt voor zich. Een Dyson haalt misschien nóg wat meer deeltjes uit de lucht, maar voor deze prijs zit je verrassend goed.

Plus- en minpunten
  • Installatie zo gepiept
  • Maakt relatief weinig herrie
  • Rekent af met pollen
  • Gaat goed op in interieur
  • Veel opties binnen app
  • Filters snel te vervangen
  • Kinderslot
  • Kan soms wel veel lawaai maken
  • Gaat in Auto+ soms snel aan
  • Temperatuur- en vochtigheidsmetingen wijken af

Als je aan luchtreinigers denkt, dan denk je misschien niet meteen aan Philips. Ondanks de koppositie van Dyson (dat met de Purifier Big+Quiet Formaldehyde goed scoort) timmert de van oorsprong Nederlandse fabrikant al jaren stevig aan de weg in deze markt. De Philips PureProtect Pro 4200 Series Slimme luchtreiniger, zoals de hier besproken luchtreiniger voluit heet, is daar slechts het meest recente voorbeeld van. Hij heeft een adviesprijs van 429,99 euro.

In de basis heeft de luchtreiniger een aantal uitstekende kwaliteiten. Denk dan aan een dubbel ventilatorontwerp, waardoor hij tot anderhalf keer krachtiger is dan in grootte vergelijkbare soortgenoten. En met een Clean Air Delivery Rate (CADR) van 600 m³/u kan hij grote ruimtes tot 156 vierkante meter aan; een kamer van 20 vierkante meter kan hij in minder dan vijf minuten reinigen. Last van pollen? Geen probleem – met een paar minuten is die ergernis weg.

©Wesley Akkerman

L2 betekent dat er een verhoging in de gaswaarde is.

Viervoudig filtersysteem

De Philips PureProtect Pro 4200 beschikt daarnaast over een viervoudig filtersysteem, bestaande uit een voorfilter, een HEPA NanoProtect-filter en twee actieve koolstoffilters. Gezamenlijk moeten die tot 99,97 procent van alle kleine deeltjes, zo klein als 0,003 micron, uit de lucht kunnen halen. Ook is het systeem in staat tot 99,99 procent van door de lucht zwevende virussen en bacteriën te filteren (waaronder het H1N1-griepvirus en SARS-CoV-2).

Hoewel bij ons (nog) geen hooikoorts geconstateerd is, hebben we wel gemerkt dat we minder niezen en minder vaak jeukende ogen hebben sinds we deze luchtreiniger testen. Enkele symptomen die met de allergie te maken hebben, zoals vermoeidheid en een verstopte neus, waren daarnaast veel minder aanwezig. Het is ook weer niet zo dat alle klachten compleet verdwenen – maar het idee dat de Philips-luchtreiniger werkt, staat hier in elk geval als een huis.

©Wesley Akkerman

Als de led-ring rood kleurt, dan maakt het apparaat ook veel lawaai.

Effectief en geruisloos

De Philips PureProtect Pro 4200 reageert razendsnel op veranderingen in huis. Tijdens het koken kan de luchtreiniger aanspringen om te voorkomen dat schadelijk deeltjes verder verspreid worden. Daarnaast is een open raam, zeker in de lente, genoeg om de boel op scherp te zetten. Schoonmaken, even een lekker luchtje (op jezelf of in huis) verstuiven of stoffen; dergelijke zaken triggeren de 4200 om de lucht te zuiveren. En dat doet het apparaat effectief en vaak geruisloos.

In de slaapmodus maakt de Philips PureProtect Pro 4200 slechts 15 dB(A) aan lawaai, waardoor je er tijdens het slapen geen last van hebt. Daarnaast hoor je het systeem alleen hard loeien als de luchtkwaliteit boven een bepaalde waarde komt. Dat gebeurt, toegegeven, al vrij snel, waardoor je soms wel even de tv wat harder zou moeten zetten. Het reinigen neemt echter weinig tijd in beslag, waardoor je er ook weer niet zo heel veel last van ondervindt.

Personalisatie-opties binnen de app

Daarnaast kun je binnen de app allerlei zaken personaliseren. Zo is er een Fresh Wake-up-functie, waarmee je de zuiveringssnelheid –en daarmee het geluid – langzaamaan laat toenemen. Ook kun je werken met schema's of een Fresh Bedtime-stand, waardoor (bepaalde) ruimtes in huis altijd schoon zijn. Zeker voor in een slaapkamer kan dit handig zijn, omdat de luchtkwaliteit de slaapkwaliteit beïnvloedt. Zulke appfuncties zijn wat ons betreft daarom meer dan welkom.

Verder kun je werken met een aantal standaard modi, waardoor de Philips PureProtect Pro 4200 constant op eenzelfde snelheid draait. Maar je kunt ook Auto+ gebruiken. Die stand zorgt ervoor dat de luchtreiniger automatisch van modus wisselt wanneer dat nodig is. Sta je te koken? Dan kan hij ineens de snelheid verhogen. We hebben wel gemerkt dat de reiniger soms snel aanspringt, bij een kleine waardevermeerdering. Dat zou Philips wellicht beter kunnen afstellen.

©Wesley Akkerman

Je kunt de verlichting uitschakelen.

Informatie over je huis en de buurt

Daarnaast biedt de app een inkijkje in de luchtkwaliteit in huis en de omgeving. Je kunt altijd controleren hoe het gesteld is met schadelijke, inhaleerbare deeltjes (PM2.5), gas, pollen, stofmijt, schimmel en schilfers (bijvoorbeeld van huisdieren) en de vochtigheid. Die data geeft de app weer in een handige grafiek. Het apparaat slaat veel data op – en zolang het aanstaat kun je terugscrollen om te zien hoe de luchtkwaliteit op een bepaalde dag was.

De Dyson-concurrentie pakt daarnaast nog zaken als PM10, HCHO en vluchtige organische stoffen, maar daar betaal je ook aanzienlijk meer voor. Verder valt op dat de metingen van de temperatuur en vochtigheid in huis afwijken van de Tado-thermostaat. We hebben beide producten onder elkaar gepositioneerd om eventuele variabelen te voorkomen die de uitslagen kunnen veranderen. Maar in dit geval toont de Philips een afwijking ten opzichte van de metingen van de Tado.

©Wesley Akkerman

Het oog wil ook wat

Omdat de Philips PureProtect Pro 4200 een product is dat je eigenlijk redelijk prominent in huis plaatst, wil het oog ook wat. De Dyson-apparaten vallen op en gaan daardoor mogelijk minder snel op in het interieur. Daar heeft de Philips-luchtreiniger veel minder last van. Ten eerste omdat hij een stuk kleiner is, en ten tweede vanwege het veel subtielere ontwerp. Bovenop zit led-verlichting, maar als je daar last van hebt, dan kun je die gewoon uitschakelen.

Verder is het installeren geen probleem. Je stopt de stekker in het stopcontact, downloadt de app en volgt de instructies op. Binnen tien minuten, inclusief het uitpakken, zou de 4200 al de eerste ronde gedaan kunnen hebben. Je kunt het systeem overigens ook bedienen met de aanraakgevoelige omgeving bovenop. Daar zit zelfs een kinderslot op, zodat eventueel aanwezig kroost niet zomaar allerlei opties aanpast. Ook aan de kleine dingen zijn dus gedacht.

©Wesley Akkerman

Tot slot valt op hoe gemakkelijk het onderhoud van de Philips PureProtect Pro 4200 is. Daarmee bedoelen we bijvoorbeeld het verwisselen van de filters. Je opent het deurtje voorop moeiteloos en schuift daarna het filter er met één hand uit. De vervanger schuif je er met dezelfde hoeveelheid moeite in en dan doe je het deurtje weer dicht. Gemakkelijker kan haast niet. Dit doet Philips beter dan Dyson, waarbij je net even wat meer handelingen moet verrichten.

Philips PureProtect Pro 4200 kopen?

Een luchtreiniger van zo'n 430 euro is geen kleinigheid. Toch ben je met de Philips PureProtect Pro 4200 voordeliger uit dan bij de concurrent. Tijdens onze test viel op hoe accuraat en doeltreffend dit model de lucht zuivert – vooral pollen worden opvallend goed aangepakt – en hoe scherp hij de luchtkwaliteit in de gaten houdt. De filters zijn eenvoudig te vervangen, installeren is zo gedaan en de bediening spreekt voor zich. Een Dyson haalt misschien nóg wat meer deeltjes uit de lucht, maar voor deze prijs zit je verrassend goed.