ID.nl logo
Opkomst van de pc en Wintel als wereldstandaard
© PXimport
Huis

Opkomst van de pc en Wintel als wereldstandaard

De allereerste IBM PC verscheen 40 jaar geleden. Deze toen weinig opvallende productrelease leidde door een aantal bijzondere stappen van dat IBM later toch ineens tot een enorme doorbraak. En de opkomst van een monopolistisch opererend Microsoft, en uiteindelijk de welbekende Wintel-symbiose.

Geen van de betrokkenen heeft aan zien komen dat die destijds al wat gedateerd aandoende allereerste IBM PC uit 1981 ervoor zou zorgen dat Intel en Microsoft tot op de dag van vandaag een stevig pact vormen. Alleen al omdat de IBM PC in z’n oervorm volledig tekstgebaseerd was. Het idee was dat ’t ding alleen voor serieuze zaken gebruikt zou worden. Tekstverwerken, databases, rekenwerk, dat soort dingen. MS-DOS was puur gebaseerd op een opdrachtprompt (command line). 

Wel gold, dat de door de videokaart geproduceerde tekst 80 tekens per regel een grote verbetering waren ten opzichte van de meestal 40 (en soms zelfs minder) tekens die de gemiddelde homecomputer op een regel kwijt kon. Voor zakelijk gebruik was dat een probleem: er paste gewoon veel te weinig tekst op een scherm en je bleef links- en rechts (en naar boven en beneden) scrollen. 80 koloms tekst was al jarenlang de standaard in het bedrijfsleven, ook op bijvoorbeeld terminals. 

Helaas was alles slechts monochroom. Feitelijk een flinke stap terug dus ten opzichte van de eerder genoemde 16-bitters met grafische gebruikersinterface die begin jaren ’90 op de markt verschenen. En ’t verklaarde ook meteen de desinteresse van de gemiddelde consument. Maar dát zou uiteindelijk ineens razendsnel veranderen! Al was het maar omdat IBM een werkelijk gigantische reclamecampagne startte met Charlie Chaplin in de hoofdrol. Ondanks die initiële desinteresse zorgde dat ondanks de ‘mindere’ specificaties toch voor alleraardigste (understatement) verkoopresultaten.

‘Geen computer heeft ooit meer RAM dan 64 kB nodig’

Toch namen weinigen de IBM pc in eerste instantie heel serieus, zeker niet als dé nieuwe wereldstandaard. Bovendien was het ook de tijd waarin Bill Gates riep: ‘er is geen enkele computer die ooit meer dan 64 Kilobyte nodig zal hebben’. En inderdaad: de oer-pc werd vanuit de fabriek met ofwel 16 kB ofwel 64 kB RAM uitgeleverd, wat later zelf uitgebreid kon worden naar maar liefst 256 kB. Vanzelfsprekend kon je met 16 kB weinig serieus werk verrichten. 64 kB was net te doen met de toen beschikbare software, maar eigenlijk begon het allemaal pas leuk te worden bij die 256 kB. Een ‘feature’ die Microsoft tot op de dag van vandaag handhaaft: de minimum systeemeisen van hun OS’en zijn altijd wat onwerkbaar gebleken. 

Verder bleek de gekozen opbouw van de PC tal van limiteringen te kennen, werkgeheugen boven de 640 kB gebruiken is door het hele DOS-tijdperk heen eigenlijk altijd een probleem gebleven. DOS-extenders en andere hulpmiddelen (Himem van Microsoft zelf bijvoorbeeld) maakten het gebruik van geheugen boven de 640 kB-limiet mogelijk. Maar het was altijd tweaken en een hoop gedoe om dat voor elkaar te krijgen. Ook was het lang niet altijd stabiel en konden niet alle programma’s er (goed) mee overweg. 

Wil je overigens zelf ‘de DOS-ervaring’ eens beleven, dan is er FreeDOS, dat je zelfs op sommige NAS'en als virtuele machine kunt installeren. Of ga eens aan de slag met MS-DOS 1.0, in deze in je browser draaiende virtuele machine van the Internet Archive, alwaar je ook een enorme collectie grotendeels in je browser draaiende MS-DOS en vroege Windows-software aantreft.

Kloonrevolutie

Wat voor de echte doorbraak – maar feitelijk pas tien jaar later in de jaren ’90 – voor de doorbraak van de MS-DOS-pc zorgde was dat boek met die ‘open’ specificaties. Zat nog wel een addertje onder het gras: de eigen BIOS van IBM mocht niet gebruikt worden. En daar maakte IBM een kapitale fout. Ze hadden zich niet voor kunnen stellen dat fabrikanten van pc’s en losse (steeds goedkoper wordende moederborden) van pc-kloon-fabrikanten voorzien waren van een reverse engineered BIOS! Rechtszaken hielpen niks: de code was niet gekopieerd uit de IBM-bios (althans: in de meeste gevallen niet…). En dat betekende uiteindelijk de ondergang van het gróte IBM. 

Er werden in die genoemde jaren ’90 nog pogingen ondernomen om het tij te keren middels een eigen bus-architectuur waarin alleen uitbreidingskaarten van IBM pasten. Maar je raad het al: de geest was uit de fles en voor de door IBM zelf vrijgegeven busstructuur (het welbekende ISA) waren inmiddels zoveel soms spotgoedkope uitbreidingskaarten beschikbaar, dat hier niets meer tegen te beginnen was. Eindelijk was er een betaalbare en merkonafhankelijke standaard. Die zorgde ervoor dat de ‘zakelijke’ pc ondanks z’n tekortkomingen ook massaal door voormalige gebruikers van homecomputers werd gekocht. Waarmee een nieuw tijdperk begon, en de roemruchte jaren ’80 werden afgesloten. Maar of het een waardige afsluiting was…?

©PXimport

De agressieve jaren van Microsoft

De rest is geschiedenis. Microsoft drukte de concurrentie op steeds hardere wijze uit de markt. Eerst de MS-DOS-concurrenten. En toen uiteindelijk ook voor dat MS-DOS een grafische gebruikersinterface in de vorm van Windows beschikbaar kwam, werd de oorlog alleen maar verder verhard. Windows 3.1(1) (draai het in je browser) werd bijvoorbeeld voor een spotprijs samen met het toen nog relatief onbekende en weinig populaire MS Word verkocht. Die truc vaagde dé standaardtekstverwerker uit het MS-DOS-tijdperk – WordPerfect – van het strijdtoneel en maakte tevens Windows tot een instant succes. Niet omdat het ’t beste, maar wel het goedkoopste was. 

Voor de rest? OS/2: weg ermee. Agressieve marketingstrategieën, bedrijven waarmee deals gesloten werden die anno 2021 nooit toegestaan waren… Het kon allemaal. Ook Apple was bijna weggeblazen, maar wist zich uiteindelijk op wonderbaarlijke wijze te herstellen. Commodore en Atari – hoe innovatief ook - (deze laatste wat betreft computers) hebben het niet overleefd, deels door mismanagement en ook door de druk van de oprukkende pc, een verademing voor mensen die op zoek waren naar eindelijk merk-onafhankelijke standaardisatie. 

IBM is de klap van de kloonfabrikanten nooit te boven gekomen. De enige nog een beetje lucratieve laptopmarkt werd uiteindelijk na steeds verder teruglopende inkomsten verkocht aan het Chinese Lenovo, waarna IBM zich in veel bescheidener vorm richtte op waar ze ooit groot mee werden: de mainframe-markt die voor specifieke toepassingen nog altijd bestaat, uit high-tech moderne opvolgers.

Toevalligheden

Kortom: die PC met z’n 8086-structuur was destijds gewoon een toevalstreffer. En door nog veel meer toevalligheden, dommigheden en puur geluk zitten we er feitelijk nu nog mee opgescheept, bekend als de ijzeren greep van het Wintel-conglomeraat. Want diep in het inwendige van je huidige Windows-computer is het nog steeds mogelijk om die oer-8086 code uit te voeren. Die backwards-compatibiliteit is inmiddels steeds meer een vloek dan een zegen aan het worden. Technisch gezien is een x86-compatibele Intel-cpu niet het meest efficiënte processor-ontwerp meer. Het sleept een geschiedenis van meer dan 40 jaar met zich mee. Niet voor niets dus, dat bijvoorbeeld Apple naar eigen CPU’s aan het omschakelen is, of dat Android-smartphones op ARM-processoren draaien.

Op een nieuw keerpunt aanbeland?

Het lijkt erop dat we op een nieuw keerpunt in de geschiedenis aanbelanden (of daar feitelijk al middenin zitten). Namelijk het moment waarop het besturingssysteem van een computer, tablet of smart-tv er niet meer toe doet. En vooral ook dat dit besef tot ‘de massa’ doordringt. Het enige wat van belang is, zijn gestandaardiseerde bestandsformaten. Voor de rest maakt het niks meer uit of je je content produceert op een Mac, Linux-systeem, Chromebook of wat dan ook. Windows 11 zou wat opgedrongen systeemeisen weleens een game changer kunnen worden voor Microsoft. Maar niet vanwege het gehoopte ongekende succes. Maar veel meer omdat het een wake-up call voor veel mensen zal blijken te zijn om over te stappen op iets anders. Want je gaat je anderhalf jaar oude of soms zelfs nieuwere computer toch niet bij het grofvuil zetten vanwege een nieuw OS, lijkt ons. Interessante tijden dus, vier decennia na een ander ogenschijnlijk onbeduidend systeempje doorbrak. In de IT-wereld is vijf jaar al een eeuwigheid. 40 jaar terug was het tijdperk van de digitale dinosaurussen, het ís weleens tijd voor een waardige opvolger!

▼ Volgende artikel
Review Ring Buitencamera Plus – Veelzijdig voor binnen en buiten
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Ring Buitencamera Plus – Veelzijdig voor binnen en buiten

Laat je niet misleiden door de naam van de Ring Buitencamera Plus, want dit model is ook gewoon binnen te gebruiken. Het is daarmee een van de meest veelzijdige beveiligingscamera's van dit moment, en dat voor een prijs van nét geen 100 euro.

Goed
Conclusie

Ring heeft met de Buitencamera Plus een typisch product neergezet. De beelden ogen scherp en kleurrijk (ook 's avonds), al is de HDR-stand net iets te veel van het goede. Je bent goed verstaanbaar door de speakers, terwijl de stemmen van andere mensen prettig opgepikt worden door de microfoon op het apparaat. De installatie is daarnaast ontzettend flexibel, voor zowel binnen als buiten, en de app-opties zijn zoals altijd een sterk punt. Echter, om volledig toegang te krijgen tot alles wat de Ring Buitencamera Plus biedt, dien je toch echt dat abonnement af te sluiten.

Plus- en minpunten
  • Hoge resolutie
  • Kleurrijke beelden
  • Gemakkelijke installatie
  • Overzichtelijke app
  • Groot kijkveld
  • Nachtzicht in kleur
  • Niet compleet zonder abonnement
  • Stand in HDR wat heftig

Wat de Ring Buitencamera Plus zo veelzijdig maakt, is het feit dat je hem zowel bedraad als op batterij kunt gebruiken. Je kunt hem daardoor vrijwel overal neerzetten of ophangen, ongeacht de locatie, ongeacht het stopcontact en ongeacht het oppervlak. Je plaatst hem moeiteloos op een plank, kast of vensterbank en kunt hem ook ophangen aan een muur of plafond. Het voetstuk van de camera kun je namelijk loskoppelen en aan de achterkant bevestigen. Plus: je kunt hem helemaal om z'n as draaien en in een gewenste hoek positioneren.

Dat is echter niet de belangrijkste boodschap van Ring. De grootste aanpassing heeft namelijk te maken met de resolutie. Die is verhoogd van 1920 bij 1080 pixels bij het vorige model (ooit de Stick Up Cam 3rd Gen, maar nu Buitencamera) naar 2560 bij 1440 pixels. De marketingafdeling van menig camerabedrijf maakt je wijs dat dit een 2K-resolutie is, maar niets is minder waar. De officiële term is Quad-HD, maar dat bekt minder lekker. Plus: 2K doet denken aan de helft van 4K. Dat is een positieve connotatie waar veel bedrijven gretig gebruik van willen maken.

©Wesley Akkerman

Ziet meer dan de voorganger

Het vervelende is echter dat je onterecht kunt denken dat 2K een verdubbeling is van 1080p. Maar ook dat klopt niet: voor 1080p kijken we naar het cijfer achter de x, terwijl we voor de marketingterm 2K naar het cijfer vóór x kijken. Dat is dus appels met peren vergelijken. Maar dat betekent niet dat er geen beeldwinst is. Horizontaal gezien zijn er 360 en verticaal 640 pixels bij gekomen. Dat verschil valt vooral op wanneer je bijvoorbeeld inzoomt op een persoon. Gezichten komen een stuk scherper in beeld, al moet je natuurlijk niet té ver inzoomen.

De kijkhoek is er daarnaast ook op vooruitgegaan. De Ring Buitencamera Plus ziet net iets meer dan zijn voorganger, met hoeken van 140 graden horizontaal, 80 graden verticaal en 160 graden diagonaal. De voorganger heeft respectievelijk 115, 59 en 143 graden. Daarnaast is er zowel nachtvisie in zowel kleur als in grijs-wit – net wat je prettiger vindt. In alle gevallen hebben we gemerkt dat we de omgeving hier goed hebben kunnen volgen. De beelden ogen duidelijk en scherp. In de HDR-modus ogen kleuren wel iets té verzadigd, maar die kun je uitschakelen.

©Wesley Akkerman

Ring Vision

De Ring Buitencamera Plus beschikt over Ring Vision, een nieuw onderdeel dat het merk begin 2025 aankondigde. Vision combineert verschillende hardwarecomponenten (zoals antireflecterend glas) met software-optimalisatie (zoals dynamische beeldverwerking) en de expertise van het team om de beste beelden te presenteren. Natuurlijk klinken dit soort dingen vaak mooier dan ze zijn, maar de beelden liegen er niet om. Zowel in het donker als overdag ogen de beelden rustig, kleurrijk en scherp. Precies zoals je zou willen.

Omdat dit geen high-end of dure camera is van Ring, mis je misschien wel een aantal zaken. Denk dan aan het vogelperspectief en de 3D-bewegingsdetectie. Eerlijk is eerlijk: die hebben we tijdens het testen niet echt gemist. Dat is wellicht ook afhankelijk van hoe je het systeem inzet en welke mate van beveiliging je zoekt. Daar staat dan wel weer een flexibele installatie tegenover. Zoals gezegd kun je de camera op allerlei manieren installeren; je kunt er ook voor kiezen om een zonnepaneel op aan te sluiten, zodat je er helemaal geen omkijken meer naar hebt.

©Wesley Akkerman

Met of zonder zonnepaneel

Als je de Ring Buitencamera Plus niet direct op het stroomnet aansluit, mis je een belangrijke functie: pre-roll in 1080p. Dat is een korte video waarin je ziet wat er gebeurde vlak vóór een bewegingsmelding of het aanbellen. Deze functie werkt alleen als de camera via een stekker op netstroom is aangesloten.

Goed om te weten: de Buitencamera Plus met zonnepaneel kost 159 euro. Een losse batterij kost meestal tussen de 20 en 30 euro. Je kunt de camera zowel met als zonder batterij aanschaffen, maar in beide gevallen betaal je 99,99 euro voor de basisversie.

Verder werkt deze camera zoals je van Ring gewend bent. Via de app kun je van alles instellen: van bewegingszones en het zwartmaken van delen van het beeld (zodat de camera daar geen beweging detecteert) tot het aanpassen van de gevoeligheid. Je kunt de bewegingssensor ook helemaal uitschakelen of alleen de meldingen dempen. Met een handig tijdschema bepaal je bovendien precies wanneer de camera actief moet zijn. Op dat vlak doet de Ring Buitencamera Plus zeker niet onder voor andere Ring-modellen.

Met of zonder abonnement?

De Ring Buitencamera Plus ondersteunt ook slimme meldingen. Daarmee bepaal je zelf waarvoor je een notificatie ontvangt – bijvoorbeeld bij detectie van een voertuig, persoon of pakket. De opgenomen beelden worden standaard in de cloud opgeslagen, maar die kun je alleen terugkijken als je een abonnement afsluit. Dat is typisch voor Ring: zonder abonnement fungeert de camera vooral als live meekijk-apparaat met microfoon en speaker, maar kun je geen opnames terugzien.

Heb je meerdere Ring-camera's en maak je er intensief gebruik van, dan kan een abonnement wel de moeite waard zijn. Met het duurdere pakket krijg je bijvoorbeeld toegang tot de beeld-in-beeldmodus en kun je meerdere camera's tegelijk volgen. Kies je voor het meest uitgebreide abonnement, dan worden ook 24/7-opnames mogelijk – al betaal je daar wel 19,99 euro per maand voor. De goedkoopste variant kost 3,99 euro per maand en geeft toegang tot basisfuncties in de cloud, die veel andere aanbieders tegenwoordig kosteloos leveren. Daardoor vallen de totale kosten van een Ring-camera uiteindelijk toch wat hoger uit.

©Ring

Ring Buitencamera Plus kopen?

Over de installatie hebben we in deze review bewust weinig gezegd – die is namelijk simpel en snel. Met de Buitencamera Plus levert Ring opnieuw een typisch Ring-product af: de videobeelden zijn scherp en kleurrijk, ook 's avonds. Wel is de HDR-modus wat aan de overdreven kant. De ingebouwde speaker zorgt ervoor dat je goed verstaanbaar bent, terwijl de microfoon stemmen van anderen helder oppikt. De installatie is bovendien flexibel en geschikt voor zowel binnen- als buitentoepassing, en de app biedt zoals altijd uitgebreide instelmogelijkheden.

Toch blijft het bekende pijnpunt: om alles uit de Ring Buitencamera Plus te halen, heb je een abonnement nodig. Dat is al vaker een zwakke plek geweest bij Ring, en voorlopig lijkt daar geen verandering in te komen. Als eenvoudige deurcamera is dit model aan de prijzige kant – er zijn goedkopere alternatieven beschikbaar. Maar heb je al een Ring-abonnement of ben je bereid daarin te investeren, dan is deze camera zeker het overwegen waard. Nu is het alleen nog wachten tot Ring ook echt werk maakt van lokale opslag.

▼ Volgende artikel
Review Google Pixel 9a – Fijne smartphone voor een fijne prijs
© Rens Blom
Huis

Review Google Pixel 9a – Fijne smartphone voor een fijne prijs

De Google Pixel 9a is een prettige en complete smartphone die zeven jaar softwareupdates krijgt. Heel wat mensen zijn met dit toestel daarom jaren onder de pannen, denken we. In deze review lees je onze bevindingen met de Google Pixel 9a na twee weken intensief testen.

Uitstekend
Conclusie

De Google Pixel 9a is een midrange smartphone die een goede indruk achterlaat. De telefoon is degelijk gebouwd, heeft complete specificaties en krijgt zeven jaar updates. Je kunt dus lang met het toestel doen, zeker als je eenmalig meer betaalt voor de 256 GB-versie. Er zijn in dit prijssegment echter ook veel andere goede smartphones, dus het loont om te vergelijken of een ander toestel nog beter bij jouw wensen aansluit.

Plus- en minpunten
  • Zeven jaar updates
  • Heel compleet
  • Lange accuduur
  • Houdt minder lekker vast
  • Basismodel slechts 128 GB opslagcapaciteit

De Pixel 9a is het nieuwste model in de Pixel 9-serie, die in augustus is uitgebracht in de vorm van de 9, 9 Pro, 9 Pro XL en 9 Pro Fold. Toestellen van bijna duizend euro tot bijna tweeduizend euro voor de vouwbare 9 Pro Fold. Toptoestellen, zo bleek uit onze reviews. Maar er zijn ook genoegen redenen om géén hele dure telefoon te nemen. Als jij maximaal 550 euro wilt uitgeven aan je volgende nieuwe smartphone, is de Pixel 9a het overwegen waard.

Google's Pixel 9a verschijnt in vier kleuren, waaronder knalroze, het fraaie geteste lila en meer zakelijke zwart en wit. Wij zijn enthousiast over de lila kleur van de smartphone en vinden het toestel premium genoeg overkomen. De matte kunststof achterkant toont nauwelijks vingerafdrukken, waardoor de telefoon er netjes blijft uitzien. Al kunnen we ons ook goed voorstellen dat je een hoesje om de Pixel 9a stopt voor de nodige bescherming. Een hoesje kan ook helpen om de ergonomie van de telefoon te verbeteren. De Pixel 9a is namelijk nogal vlak en ligt daarom wat minder prettig in de hand dan telefoons die een meer gebold ontwerp hebben. Google weet in ieder geval hoe dat moet, want de Pixel 8a van een jaar geleden had zo'n boller ontwerp en lag daarom ook zonder hoesje lekker in de hand.

©Rens Blom

Als we het nog even over bescherming hebben: de Pixel 9a heeft een iP68-certificering en kan daarom tegen (zoet) water en stof.

Je kunt de Pixel 9a redelijk goed met één hand bedienen, doordat het scherm met 6,3 inch relatief compact is. De 186 gram wegende smartphone is even breed als de Samsung Galaxy S25 en Apple iPhone 16, en een fractie hoger. Het Full-HD-oledscherm ziet er erg mooi uit en heeft een hoge verversingssnelheid van 120 Hz. Op zonnige lentedagen is het beeldscherm prima af te lezen.

©Rens Blom

Complete specificaties

Van een smartphone die 550 euro kost, verwachten we tegenwoordig een complete en soepele gebruikservaring. Zo'n toestel moet in principe jaren meekunnen. De Pixel 9a lijkt aan die verwachtingen te voldoen. Hij draait op dezelfde snelle Tensor G4-processor als zijn duurdere Pixel 9-broers, heeft 8 GB werkgeheugen en een 5100 mAh-accu die zonder zorgen een lange dag meegaat. Opladen kan vlot genoeg via usb-c (je dient zelf een adapter te regelen) of langzamer bij draadloos opladen.

Minder blij zijn we met Google's keuze om het instapmodel van de Pixel 9a uit te rusten met 128 GB opslagcapaciteit. Daar kun je in de praktijk namelijk geen 128 GB van gebruiken en als je jaren met het toestel wilt doen, is 128 GB voor veel mensen op de langere termijn onvoldoende. De opslag uitbreiden via een microSD-kaartje is niet mogelijk. Het loont daarom waarschijnlijk om eenmalig meer te betalen voor de 256 GB-variant van de Pixel 9a. Die kun je langer met een gerust hart gebruiken. Veel concurrerende smartphones hebben overigens standaard 256 GB.

©Rens Blom

Camera's

Achterop de Pixel 9a zitten twee camera's. Die zijn goed, maar in de meeste situaties niet beter dan de camera's van de Pixel 8a. Dat geeft weinig en in het donker doet de Pixel 9a het wél beter dan zijn voorganger. Snel bewegende huisdieren blijven lastig om scherp vast te leggen. Dat zie je ook op onderstaande foto: de kat is nét niet lekker scherp.

©Rens Blom

Met de groothoekcamera leg je een wijder deel van de omgeving vast. De Pixel 9a kan ook inzoomen, via de hoofdcamera. Op onderstaande serie zie je de verschillen in de praktijk.

©Rens Blom

De hoofdcamera, groothoekcamera en 2x zoom.

7 jaar updates

Google's bezuiniging om de Pixel 9a van slechts 128 GB opslagcapaciteit te voorzien, maakt dat er op andere vlakken meer ruimte is voor een premium ervaring. Een goed voorbeeld is de softwareondersteuning. Google geeft de smartphone liefst zeven jaar Android-upgrades en beveiligingsupdates. Dat is even lang als de veel duurdere Pixel 9-toestellen en ook even lang als Samsungs Galaxy-topsmartphones en Apple iPhones. Veel concurrenten van de Pixel 9a krijgen vier tot zes jaar updates. De Pixel 9a kan dus langer mee. Of je daadwerkelijk zeven jaar met een smartphone doet, is een tweede.

Ook fijn is dat Google de software lekker schoon levert en allerlei eigen AI-functies toevoegt. Die worden steeds handiger en zijn gratis beschikbaar.

©Rens Blom

Conclusie: Google Pixel 9a kopen?

De Google Pixel 9a is een midrange smartphone die een goede indruk achterlaat. De telefoon is degelijk gebouwd, heeft complete specificaties en krijgt zeven jaar updates. Je kunt dus lang met het toestel doen, zeker als je eenmalig meer betaalt voor de 256 GB-versie. Er zijn in dit prijssegment echter ook veel andere goede smartphones, dus het loont om te vergelijken of een ander toestel nog beter bij jouw wensen aansluit.