ID.nl logo
Apple MacBook Air M1 – Opvallend soepele overgang
© PXimport
Huis

Apple MacBook Air M1 – Opvallend soepele overgang

Nadat Apple eerder dit jaar aankondigde over te stappen op eigen processors, zijn de eerste producten inmiddels te koop. Is de MacBook Air met Apple M1-processor een goed keuze. Of kun je nog beter even wachten?

Eerder dit jaar kondigde Apple aan afscheid te nemen van Intel-processors en over te stappen op eigen ontworpen cpu’s voor de Macs. Inmiddels zijn de eerste producten die voorzien zijn van de Apple M1 op de markt gekomen waaronder een nieuwe MacBook Air. De introductie van een nieuwe processorarchitectuur is voor Apple in ieder geval geen reden geweest voor een nieuw ontwerp: de nieuwe MacBook Air is op een paar pictogrammen op de functietoetsen na volledig identiek aan het vorige model met Intel-processor. Wat je in handen krijgt, is dus geen verrassing. De MacBook Air is wederom een fraaie laptop, maar het ontwerp met zijn brede schermranden begint wel zijn leeftijd te verraden. De bouwkwaliteit van de aluminium behuizing is uitstekend.

©PXimport

©PXimport

Net als de vorige MacBook Air is deze laptop voorzien van twee Thunderbolt-aansluitingen die wederom allebei aan de linkerkant geplaatst zijn. Het had handiger geweest als allebei de zijden van de laptop één aansluitingen gekregen hadden. Op die andere zijde vind je nu de hoofdtelefoonaansluiting. Beide Thunderbolt-poorten ondersteunen laden en video-uitvoer, overigens kan er maximaal één beeldscherm aangesloten worden.

©CIDimport

©CIDimport

Apple M1

Alle drie de nieuw geïntroduceerde arm-varianten (MacBook Air, MacBook Pro en Mac mini) Macs bevatten dezelfde Apple M1-processor, al is er wel één verschil: de instapuitvoering van de MacBook Air heeft een variant met 7 in plaats van 8 gpu-cores. De variant die ik getest heb, is overigens een MacBook Air voorzien van de volledige chip met 8 gpu-cores. Het processorgedeelte bestaat uit vier snelle cores aangevuld met vier langzamere cores. Verdere technische details zijn schaars, al rapporteert benchmarksoftware dat de chip op een kloksnelheid van 3,2 GHz werkt. Het werkgeheugen is op de SoC geïntegreerd en is naar keuze 8 of 16 GB. Later uitbreiden is (net als op eerdere MacBooks) onmogelijk. De uitvoering die ik getest heb, is voorzien van 8 GB en ik ben hierbij niet tegen problemen aan gelopen. Ben je echter van plan om de laptop voor intensieve videobewerkingstaken in te zetten, dan is 16 GB ram wellicht verstandig. Upgradeprijzen voor zowel ram als opslag zijn net als bij eerdere MacBooks erg hoog.

©CIDimport

Intel-programma’s

Een nieuwe architectuur betekent ook nieuwe software. Alle met macOS meegeleverde software en Apples eigen software is geschikt voor Apple Silicon. Dat geldt vooralsnog echter niet voor het gros van de software van andere ontwikkelaars. Toch merk je daar in de praktijk vrijwel niks van. In de vorm van Rosetta 2 (Rosetta was de naam van de software die een vergelijkbare rol speelde bij de overstap van PowerPC naar Intel) levert Apple een vertaler die Intel-programma’s omzet naar arm-programma’s.

Rosetta 2 doet die omzetting één keer als je het programma voor de eerste keer start, daarna wordt die ‘arm-versie’ uitgevoerd. Tijdverlies door de omzetting is in de praktijk dus geen probleem, een vers geïnstalleerd programma heeft vaak immers sowieso wat extra tijd nodig als je dat voor de eerste keer uitvoert. Rosetta 2 is niet standaard geïnstalleerd, de eerste keer dat je een x86-programma wil uitvoeren, wordt het onderdeel toegevoegd. Daarna werkt het zonder je lastig te vallen.

©CIDimport

Verder is het is een beetje saai, want Rosetta 2 werkt gewoon. Zo is Microsoft Office probleemloos te gebruiken en zelfs een spel als Rise of the Tomb Raider of Warcraft draait via Rosetta prima op deze MacBook. En ook een stuurprogramma voor mijn netwerkprinter werd via Rosetta probleemloos geïnstalleerd. Dat wil niet zeggen dat alles vlekkeloos werkt. Zo heeft Adobe-software als Photoshop op het moment van schrijven nogal wat compabiliteitsproblemen via Rosetta 2. Adobe is wel bezig met een arm-variant van hun software en Photoshop is met beperkte functionaliteit in beta. Ben je afhankelijk van bepaalde software, zoek dan voordat je overstapt in hoeverre er problemen zijn.

Rosetta geeft softwarefabrikanten een comfortabele overgangsperiode waarin ze zonder al te veel druk kunnen werken aan een arm-variant van hun software. Wat je overigens wel verliest, is de mogelijkheid om direct Windows te draaien. Bootcamp wordt niet langer ondersteund, Microsoft biedt (vooralsnog?) geen Windows-variant aan die je kunt installeren. Al is het iemand wel gelukt om de arm-variant van Windows toch te gebruiken, licentietechnisch mag dat in ieder geval niet. Er wordt wel gewerkt aan software als CrossOver en Parallels om Windows-programma’s te draaien, maar dat zal voorlopig (en misschien wel nooit) niet zo soepel gaan als op een Intel-Mac.
We zijn bezig met een uitgebreider artikel over de nieuwe M1-processor waarin we dieper op de architectuur, prestaties en Rosetta 2 ingaan.

Je kunt nu ook iPhone- en iPad-apps draaien. Daar zitten vast apps tussen die functionaliteit bieden die niet via reguliere software aangeboden wordt en vanuit dat oogpunt is het wel handig. Verder beschouw ik dit echt als extraatje. Een MacBook heeft geen aanraakscherm en de besturing van apps met de muis als vinger is niet heel handig. Bovendien schalen de meeste iOS-apps niet naar het schermoppervlak van de MacBook. Gelukkig heb je er ook geen last van, iOS-apps zijn duidelijk gemarkeerd in de appstore.

Toetsenbord en touchpad

Het toetsenbord is net als de MacBook Air die eerder dit jaar uitkwam een Magic Keyboard dat gebruik maakt van toetsen met een schaarmechanisme. Dit toetsenbord tikt lekkerder met meer travel dan het butterfly-toetsenbord dat Apple een aantal jaar gebruikt heeft. De Force-Touch touchpad is net als op eerdere modellen uitstekend, dit is wat mij betreft de beste touchpad die op de markt is. Qua comfort heb ik dus geen klachten. Wel vond ik het als gebruiker van een andere MacBook enigszins onhandig dat de toetsen om de toetsverlichting in te stellen verdwenen zijn. Bij de introductie van een nieuwe versie van macOS verandert Apple soms iets aan de functionaliteit die onder de functietoetsen hangt en voor Big Sur is dat kennelijk het geval. De toets voor applicatieoverzicht Launchpad is vervangen door een toets die zoekvenster Spotlight opent, dat is op zich een handige verandering wat mij betreft. Een beetje onhandig is echter dat de toetsen voor het aanpassen van de toetsverlichting vervangen zijn door toetsen voor dicteren en het inschakelen van een niet storen-modus. Wil je de toetsverlichting aanpassen, dan moet je nu op een pictogram in de menu-balk klikken en vervolgens nogmaals klikken om de schuifregelaar in beeld te krijgen.

©CIDimport

©CIDimport

©CIDimport

Verbeterd beeldscherm

Zoals ik van Apple gewend ben, is het scherm in deze MacBook Air uitstekend en zelfs iets verbeterd ten opzichte van de MacBook Air die eerder dit jaar op de markt kwam. Net als op de MacBook Pro ondersteunt het scherm nu de brede kleurweergave (P3). True Tone dat de kleurtemperatuur aanpast aan het omgevingslicht is nog steeds aanwezig. Het enige verschil met het scherm in de MacBook Pro is nu de schermhelderheid, die is met 400 nits wat lager dan het scherm in de MacBook Pro. Boven het scherm is een webcam geplaatst die helaas niet verbeterd is. Ik had eigenlijk wel verwacht dat de overstap naar een met de iPad vergelijkbare chip ook zou betekenen dat de MacBook voorzien zou worden van gezichtsherkenning, maar dat is kennelijk (nog?) niet het geval. Voor snel inloggen gebruik je dus de vingerafdrukscanner in de aan/uit-schakelaar. De webcam is dezelfde 720-camera als die al eerder gebruikt werd en dat is geen topcamera. Op zich ben je wel duidelijk in beeld bij een videogesprek, maar topkwaliteit is het ondanks de extra aansturing in de M1-chip niet.

Uitstekende prestaties

De MacBook Air met M1-processor voelt in het dagelijks gebruik lekker vlot. De benchmark Geekbench 5 bevestigt dat beeld, een single-core-score van 1723 en een multi-core-score van 7547 punten is een uitstekend resultaat. Op single-core-gebied is de MacBook Air hiermee één van de snelste computers in de benchmarklijst. Je kunt de benchmark ook via Rosetta 2 draaien om de x86-prestaties te testen. Dan is de score uiteraard lager met 1325 punten voor singe-core en voor 5829 multi-core. Dat is echter alsnog veel sneller dan de scores die een MacBook Air met Intel-processor van eerder dit jaar neerzet, een Core i7-model scoort single-core zo’n 1131 punten en multi-core zo’n 3040 punten. De single-core-score is ook veel hoger dan de iMac met Core i7-processor die we eerder dit jaar getest hebben die tot 1260 punten kwam. In de overzichten die Geekbench zelf publiceert staan de nieuwe M1-macs op single-core-gebied dan ook allemaal bovenin de lijst. Op multi-core-gebied moeten een paar varianten van de iMac, iMac Pro en Mac Pro nog voorgelaten worden, maar dat zijn chips met 8 of meer cores.

Niet alleen de burst-prestaties zijn goed, ondanks de passieve koeling scoort de laptop ook langdurig goed. In de single-core-test van Cinebench R23 scoort de MacBook Air 1519 punten en in de multi-core-test 7634 punten. In een test van iets langer dan 10 minuten is dat nog altijd 7153 punten terwijl dat na 30 minuten 7094 punten is. Er is dus wel een beperkte thermal throttling, maar heel erg is het niet. Alleen als je veel langdurige taken uitvoert, heb je profijt van de actieve koeling in de MacBook Pro. Denk dan aan het renderen van 4K-videomateriaal.

De ssd is zoals we inmiddels van Apple gewend zijn een uitstekend presterend exemplaar met een lees- en schijfsnelheid van 2852,9 en 2853,7 MB/s. De M1 bevat ook een door Apple ontworpen gpu en voor een geïntegreerde gpu is dat een potent exemplaar. Een modern spel als Rise of the Tomb Raider kan in 1680 x 1050 bijvoorbeeld met zo’n 40 beelden per seconde gespeeld worden. Een gamemonster is het logischerwijs niet, maar een spelletje spelen kan prima als je een wat lagere resolutie als 1680 x 1050, 1440 x 900 of 1280 x 800 gebruikt. Daarbij draaien alle spellen vooralsnog via Rosetta 2.

De batterijduur van de 49,9Wh-accu is in de praktijk ongeveer 11 uur, een prima score en genoeg om een werkdag te overbruggen.

Conclusie

Apples nieuwe MacBook Air is op alle fronten een schot in de roos ten opzichte van zijn voorganger. Het is simpelweg een veel betere laptop dan de varianten die Apple eerder dit jaar uitbracht. De MacBook Air is veel sneller, dankzij passieve koeling volledig stil en de energiezuinige chip zorgt ook nog eens voor een langere accuduur. Apple zet dan ook een stevig statement tegenover Intel neer met de M1, zeker omdat dit naar verwachting het langzaamste model is. Zelfs zonder actieve koeling blijven de prestaties langdurig op niveau waardoor alleen echt zware gebruikers de overstap naar een MacBook Pro hoeven te maken. Het meest indrukwekkende is misschien niet eens dat Apple een snelle processor kan bouwen, want dat wisten we al. Echt indrukwekkend is het feit dat je in de praktijk niks merkt van de overstap naar een andere processor-architectuur: dit is gewoon een Mac.

Dankzij Rosetta 2 werken ‘oude’ x86-64-applicaties voor het grootste deel probleemloos en deze programma’s voelen ook vlot aan. De nieuwe M1 is zelfs zo snel, dat omgezette applicaties alsnog sneller lopen als op een Intel MacBook Air. Al met al is dit ondanks dat er aan de buitenkant geen verandering zichtbaar is, de beste MacBook Air die Apple tot nu toe op de markt heeft gebracht. En dit is nog maar het begin, volgens geruchten komen er ook nieuwe varianten van de duurdere MacBook Pro’s en de iMac aan met een nog krachtigere Apple-chip.

Fantastisch
Conclusie

**Prijs** Vanaf € 1.129,- (zoals getest € 1.399,-) **Processor** Apple M1-chip (8 cores, 4 snel en 4 langzaam) **RAM** 8 (getest) of 16 GB **Opslag** 256 GB, 512 GB (getest), 1 TB of 2B **Scherm** 13,3 inch (2560 x 1600 pixels) **OS** macOS Big Sur **Aansluitingen** 2x Usb-c (Usb 4/Thunderbolt 3), 3,5mm-geluidsuitgang **Webcam** Ja (720p) **Draadloos** Wifi 6 (2x2), bluetooth 5.0 **Afmetingen** 30,4 x 21,2 x 1,6 cm **Gewicht** 1,29 kilogram **Accu** 49,9 Wh **Website** [www.apple.com](https://www.apple.com/nl/macbook-air/)

Plus- en minpunten
  • Snel
  • Passieve koeling (stil)
  • Oude applicaties werken gewoon
  • Uitstekend scherm
  • Stevige behuizing
  • Webcam
  • Slechts twee usb-c-poorten (allebei links)
▼ Volgende artikel
Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers
© Wesley Akkerman
Huis

Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers

Met de Omni E25 wil het Chinese merk Eufy een krachtige midrange robotstofzuiger op de markt brengen, die de concurrentie aangaat met de Roomba's en Dreames van deze wereld. De adviesprijs bedraag 899 euro. Hoe vergaat het de Eufy Omni E25 in de praktijk?

Goed
Conclusie

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met een krachtige zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels automatiseert. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget. Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren vertoont de E25 een soort ‘dronken’ rijgedrag, waarbij hij kleine bochtjes maakt en smalle stroken soms overslaat. De dweilfunctie is degelijk, maar mist standaard een smalle rand door de beperkt draaiende dweilrol. Ook rijdt het systeem soms zó voorzichtig dat delen van de vloer worden gemist. Bovendien ben je gebonden aan Eufy’s eigen zeepsysteem. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost wel minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. Wie iets meer wil investeren, zou de iets duurdere Dreame L50 Pro kunnen overwegen.

Plus- en minpunten
  • Verfijnd ontwerp
  • Uitschuifbare zijborstel
  • Krachtige dweilprestaties
  • Zuigkracht van hoog niveau
  • Basisstation neemt veel werk uit handen
  • Antihaarborstel onderop
  • Midrange prijs voor premium functies
  • Rijdt soms te voorzichtig
  • Komt niet overal met de dweil
  • Af en toe wat navigatieproblemen
  • Verplicht gebruik Eufy's zeepsysteem

Naast de Eufy Omni E25 heeft de fabrikant ook een duurdere variant op de markt gebracht, namelijk de E28. Nog geen jaar eerder lanceerde het merk de S1 Pro, een model dat vooral inzet op dweilprestaties. De drie robotstofzuigers delen bepaalde eigenschappen, maar verschillen op andere punten juist flink. Het is dus de moeite waard om die verschillen en overeenkomsten naast elkaar te zetten. Zeker als je overweegt een van deze autonome, dweilende modellen in huis te halen. Een interessante concurrent is bovendien Dreame L50 Pro Ultra.

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni E28

De Eufy Omni E25 beschikt over een indrukwekkende zuigkracht van 20.000 Pa. Het HydroJet-dweilsysteem reinigt actief met neerwaartse druk en reinigt zichzelf tussendoor. De DuoSpiral-borstels voorkomen dat haren vastdraaien, terwijl de uitschuifbare CornerRover-arm randen en hoeken beter meepakt. Dankzij het AI See-systeem met RGB-camera herkent de robot honderden objecten en rijdt hij daar netjes omheen. Het Omni-basisstation neemt het meeste werk uit handen: het leegt, reinigt, vult en droogt de robot automatisch en voegt schoonmaakmiddel toe. Zo blijft de E25 wekenlang zonder omkijken schoonmaken.

De Eufy Omni E28 is technisch vrijwel identiek aan de E25. Je krijgt dezelfde krachtige zuigfunctie, hetzelfde dweilsysteem, dezelfde slimme arm en obstakelherkenning. Het verschil zit in de toevoeging van een afneembare, draagbare dieptereiniger. Daarmee kun je ook handmatig moeilijk bereikbare plekken reinigen, zoals traptreden of bankkussens. Ook bij de E28 zorgt het uitgebreide Omni-basisstation voor een grotendeels onderhoudsvrij gebruik.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni S1 Pro

Daartegenover staat de Eufy Omni S1 Pro, die zich juist richt op een geavanceerde dweilervaring. Het Always Clean Mop-systeem maakt gebruik van een continu roterende dweilrol die zichzelf schoonhoudt (net als bij de E25 en E28) en die met één kilo neerwaartse druk stevig over de vloer gaat. De zuigkracht ligt met 8.000 Pa wel een stuk lager dan bij die twee modellen. Door het slanke, lage ontwerp komt de S1 Pro makkelijker onder meubels. Dat is mede te danken aan de geïntegreerde 3D MatrixEye--obstakelvermijding, die binoculair infrarood en een camera combineert voor nauwkeurige navigatie zonder LiDAR-toren (zoals op een Dreame).

Alle drie modellen maken gebruik van het Omni-basisstation, dat automatisch leegt, reinigt, vult en droogt. Welke je kiest, hangt af van je prioriteiten: de E25 biedt maximale zuigkracht en pakt randen en hoeken goed mee, de E28 voegt daar een draagbare dieptereiniger aan toe, en de S1 Pro blinkt uit in dweilen en wendbaarheid. Extra hygiëne krijg je bij de S1 Pro bovendien via Eco-Clean: een ozonreinigingssysteem in het basisstation dat het water zuivert.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Praktisch ontwerp

Het ontwerp van de Eufy Omni E25 is niet alleen gestroomlijnd, maar ook. Bovenop zitten twee knoppen waarmee je de robotstofzuiger activeert of naar de basis stuurt. Haal je de glanzende plastic kap eraf, dan krijg je toegang tot de uitneembare stofbak en afneembare watercontainer. Aangezien het basisstation deze zelf respectievelijk leegt en vult, heb je er weinig omkijken naar. Maar mocht er iets misgaan, of wil je de bakken even schoonmaken omdat je dat prettig vindt, dan kun je er dus moeiteloos bij.

Voorop zitten de camera en een led-lamp, zodat de robot ook in donker ziet waar hij heen moet. Onderop zit de uitschuifbare robotarm, samen met een antihaarborstel en de dweilrol. Die draait 180 keer per minuut en is 29 centimeter lang. Ook is daar een schraper gepositioneerd die het vuil van de rol haalt. Na controle van de waterbak zien we inderdaad dat er wat vuil in zit, dat helaas niet helemaal door het basisstation opgezogen wordt. Daarom is het handig om die bak zo nu en dan zelf even grondig schoon te maken, om nare geurtjes te voorkomen.

Installeren en go

De installatie van de Eufy Omni E25 is zo gebeurd. Je bent even bezig met uitpakken en alles een plek geven, maar het koppelen aan de – hier en daar wat knullig vertaalde – app verloopt snel. Na de eerste schoonmaakronde verschijnt er een gedetailleerde kaart van je woning. Je kunt meerdere kaarten maken voor verschillende verdiepingen, en wisselen tussen een 2D- en 3D-weergave. Binnen de app stel je no-go-zones in, markeer je zones zoals een vloerkleed, en geef je per kamer of ruimte nauwkeurige instructies.

Zodra de E25 aan het werk gaat, valt één ding op: hij lijkt soms wel dronken. Dit valt vooral op wanneer hij langs een muur rijdt. In plaats van een rechte lijn aan te houden maakt hij constant schijnbewegingen. De robot neemt een korte bocht richting de muur, wil niet botsen, rijdt terug en herhaalt dit gedrag totdat hij de hele muur heeft afgerond met datzelfde wiebelige patroon. Waarom hij dit doet, is onduidelijk. Opvallend is dat dit gedrag alleen optreedt bij muren en meubels. In open ruimtes rijdt de E25 namelijk wél strak in rechte lijnen.

Stofzuigprestaties en navigatie

Met een zuigkracht van 20.000 Pa – gelijk aan die van de veel duurdere Dreame X50 Pro – laat de Eufy Omni E25 nauwelijks iets liggen. Het maakt daarbij niet uit of het een tapijt of harde vloer betreft. Toch merkten we dat hij op een vloerkleed af en toe wat haren mist, maar daar hebben duurdere modellen ook last van. Qua geluidsniveau is de E25 niet storend aanwezig. Je hoort hem duidelijk werken, maar het is prima uit te houden als je thuis bent terwijl hij z'n ronde doet.

Omdat de Eufy Omni E25 geen LiDAR heeft, mist hij wat precisie in het inschatten van zijn omgeving. De camera geeft voldoende overzicht om botsingen grotendeels te voorkomen, maar het navigeren verloopt soms iets te voorzichtig. Daardoor stuurt hij nét te vroeg bij of laat hij een klein randje liggen. Het resultaat is dat je soms ziet waar hij wel geweest is en waar niet – bijvoorbeeld doordat er nog wat vuil ligt of de vloer op een plek droog is gebleven.

Dweilt goed, maar…

Vooral dat laatste is opvallend. Hoewel de Eufy Omni E25 de vloer netjes achterlaat, zie je altijd precies waar hij wel en niet geweest is. Dat komt door de dweilrol onderop. Die doet zijn werk goed, schraapt zichzelf schoon en drukt stevig op de vloer om ook hardnekkigere vlekken aan te pakken. Maar omdat hij niet naar buiten kan draaien – iets wat de Dreame L50 Pro wél kan – mis je altijd een deel van de vloer. We hebben dat met een foto vastgelegd ter illustratie. Het is iets om rekening mee te houden.

Tot slot het basisstation. Dat is compact en oogt modern, maar vraagt wel om een plek die een beetje centraal ligt in huis. De transparante waterbakken geven het station een eigen uitstraling, al zie je daardoor ook duidelijk het verdampte water op de bovenkant zitten. Dat maakt het geheel soms wat rommelig. Jammer is ook dat Eufy een eigen zeepsysteem gebruikt, waardoor je niet je eigen schoonmaakmiddel kunt toevoegen. Verder valt op dat het station zelf snel vies wordt op de plek waar het de stofopvangbak voor je leegt.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 kopen?

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met opvallende specificaties: een zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat het legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels uit handen neemt. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget.

Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren maakt de E25 rare schijnbewegingen, alsof hij constant kleine bochtjes maakt om niet te dicht bij de rand te komen. Dit 'dronken' patroon vertraagt niet alleen het schoonmaken, maar zorgt er ook voor dat smalle stroken langs de wanden soms worden overgeslagen. In open ruimtes rijdt hij wél strak in rechte banen, wat het verschil nog opvallender maakt.

De dweilfunctie is degelijk, maar weet de randen vaak niet goed mee te nemen. Dat heeft alles te maken met de dweilrol onderop: die kan niet naar buiten draaien, waardoor hij standaard een smalle strook langs de rand mist. Ook rijdt het systeem op sommige plekken zó voorzichtig, dat delen van de vloer simpelweg worden overgeslagen. Een ander nadeel is dat je vastzit aan Eufy's eigen zeepsysteem.

Hoewel het basisstation veel onderhoud uit handen neemt, spelen dergelijke minpunten wel mee. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. De Dreame L50 Pro is iets duurder, maar zou zomaar de meerprijs waard kunnen zijn.

▼ Volgende artikel
Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer
© Philips
Zekerheid & gemak

Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer

Op zoek naar slimme verlichting die méér doet dan alleen een kamer verlichten? De nieuwe Philips Hue Play wall washer projecteert kleurrijke lichteffecten op je muur en tilt sfeer naar een hoger niveau, ideaal voor films, muziek en ontspannen avondjes.

Een lege muur is vaak gewoon… nou ja, leeg. Praktisch misschien, maar niet echt spannend. Daar wil Philips Hue met de nieuwe Play wall washer iets aan veranderen. Deze compacte designlamp projecteert een kleurrijk lichtspel op je wand, waarmee je in één beweging sfeer aan je kamer toevoegt. Van subtiele achtergrondverlichting tot passende effecten tijdens een film of game, de wall washer is verrassend veelzijdig.

©Philips

Lavalamp 2.0: licht dat meer doet dan verlichten

De Philips Play wall washer is ontworpen om je muren tot leven te brengen. Dankzij een nieuwe techniek, ColorCast genaamd, ontstaan vloeiende kleurverlopen die echt iets doen met de ruimte. Het licht voelt rijk en dynamisch aan, alsof je muur zelf begint te ademen. Sluit je de lamp aan op je Hue-entertainmentsysteem, dan reageert het licht bovendien op wat je kijkt of luistert – of dat nu een film is, een game of je favoriete playlist.

Ook lezen: Review Philips Hue Play Gradient Lightstrip - duur, maar wel leuk

Je bepaalt zelf hoe groot het projectiegebied moet zijn: zet je de lamp dichter bij de muur, dan krijg je een strakke lichtbundel; plaats je hem verder weg, dan spreidt het effect zich breder uit. Via de Hue-app stel je alles eenvoudig in, inclusief richting, helderheid en de snelheid waarmee de kleuren worden afgewisseld.

©Philips

Designlamp met een slimme binnenkant

Wat meteen opvalt, is dat de lamp zelf geen aandacht opeist. De behuizing is strak, mat en gemaakt van aluminium – geen plastic spul dus. In zwart of wit past hij moeiteloos in een modern interieur. Het projectievenster is transparant en subtiel, zodat het vooral het licht is dat de show steelt. Daardoor ervaar je de wall washer meer als een designobject dan als tech-gadget.

De lamp werkt naadloos samen met het Hue-ecosysteem. Of je nu gebruikmaakt van een afstandsbediening, je smartphone of je stem via Siri, Alexa of Google Assistant, alles werkt zoals je mag verwachten van Hue. De wall washer is bovendien volledig compatibel met accessoires zoals de Hue HDMI Sync Box en de desktop-apps voor pc en tv.

Een vleugje AI in je verlichting

Tegelijk met de lamp lanceert Philips Hue ook zijn eerste AI-assistent. Die denkt bijvoorbeeld met je mee over de juiste sfeer. Je zegt of typt bijvoorbeeld 'gezellige avond' of 'ochtendenergie' en de assistent kiest automatisch een bijpassende lichtscène, of stelt er zelf eentje samen als er nog geen goede match is.

De AI werkt voorlopig alleen als je de Hue-app op Engels hebt staan en is beschikbaar in Nederland, België en Luxemburg. Andere landen volgen later dit jaar.

Niet goedkoop, wel doordacht

Met een prijs van 199,99 euro (en 349 euro voor een 2-pack) voor een enkele lamp is de wall washer duidelijk bedoeld als luxe toevoeging, niet als basisverlichting. Maar als je van sfeer, detail en controle houdt én je hebt al wat spullen van Philips Hue hangen, dan is dit een opvallend compleet pakket. De combinatie van slim licht, subtiel design en – nou ja, laten we het creatieve vrijheid noemen, maakt deze lamp interessant voor iedereen die meer uit z'n lege muren wil halen.

Meer informatie is te vinden op de site van Philips Hue.