ID.nl logo
IBM pc verscheen 40 jaar geleden
© PXimport
Huis

IBM pc verscheen 40 jaar geleden

We schrijven het jaar 1981. Augustus, 12 augustus om precies te zijn. Toen zag een wat saai ogend beige gekleurd apparaat het levenslicht. Waarvan niemand (en fabrikant IBM als laatste) kon vermoeden dat deze allereerste pc de wereld maar liefst ten minste 40 jaar in z’n greep zou houden.

1981 was het jaar waarin heel veel gebeurde op het vlak van automatisering. De microprocessor was negen jaar eerder in 1971 op de markt gebracht. Deze Intel 4004 bleek al snel voor veel meer taken ingezet te kunnen worden dan als kloppend hart van de Busicom rekenmachine waarvoor ie oorspronkelijk was ontworpen. Intel kreeg de smaak te pakken en presenteerde in 1974 de 8080. Deze 8080 vormde de basis voor een scala aan systemen, draaiend op zo’n beetje het allereerste wijdverbreide besturingssysteem voor mini- en later microcomputers: CP/M. De Z80 van Zilog was in de basis ook een 8080 trouwens, maar dan met tal van verbeteringen aan boord. Vandaar dat na een tijdje vaker de Z80 gebruikt werd in systemen dan de oorspronkelijke 8080. Het is een beetje ‘de story of my life’ van Intel: door de geschiedenis van het bedrijf heen gingen anderen met verbeterde versies aan de haal. Dat terzijde. In juni van 1978 verscheen de eerste 16-bitter van Intel: de 8086.

De gouden jaren van de homecomputer

Eerst brak echter de homecomputer door in de jaren tachtig, allemaal 8-bitters gebaseerd op nu vermaarde CPU’s als de 6502, 6510, en de al genoemde Z80. Legendarische namen als de Commodore 64 (eerst nog de PET en VIC-20 aka ‘volkscomputer’), de Sinclair ZX80 en later Spectrum en in de tweede helft van de jaren tachtig MSX. Pas toen was het ook dat 16 bits begon door te dringen in de nogal gefragmenteerde thuiscomputerwereld. Zowel Atari als Commodore en ook Apple kwamen uit met systemen gebaseerd op de 68000 van Motorola. Feitelijk leek dat dé processor met een gouden toekomst. Intern grotendeels een 32-bitter, extern 16 bits. Hij vormde het kloppend hart van de Amiga, Atari ST en natuurlijk de oorspronkelijke Apple Macintosh. Wat die apparaten allemaal gemeen hadden met elkaar, was dat ze over een modern besturingssysteem met een grafische gebruikersinterface beschikten. Je bedient ze dus met een muis (en een toetsenbord). Iedereen die anno nu overweg kan met Windows, Linux, MacOS enzovoort voelt zich ook op die systemen snel thuis. Groot minpunt van al die systemen uit die tijd was dat ze geen van allen compatibel waren met elkaar. De software van de een draaide niet op die van de ander. MSX (maar dan alleen MSX-systemen onderling) was een uitzondering, maar kwam te laat op de markt. Die ‘eigenwijsheid’ van homecomputerfabrikanten leidde tot steeds meer ergernissen van consumenten. Ook voor hen bleek een op springen staand apparaat alleen daarom al interessant…

©PXimport

Moderne grafische besturingssystemen

Het leek eigenlijk niet meer dan logisch dat de hierboven genoemde drie de strijd om de toekomst aan zouden gaan. De oude 8-bits homecomputer – veelal tekstgebaseerd al volgde in de laatste homecomputerjaren nog Geos voor de C64, met eveneens een grafische gebruikersomgeving – leek ineens bejaard. Niemand zat nog te wachten op een systeem waar je commando’s in moest tikken om ook maar iets voor elkaar te krijgen. En toch is het allemaal heel anders gelopen. Dat had te maken met een reeks aan toevalstreffers, later gevolgd door agressief typisch jaren ’80 Amerikaanse keiharde business. Daar waar het voor thuisgebruikers (en ook bedrijven uiteindelijk) spannende en enerverende jaren van vernieuwingen waren, zijn er heel wat werknemers uit het computerwereldje van die tijd keihard onderuit en onderdoor aan gegaan. Er werd bijna geen middel geschuwd om iets door te drukken.

IBM

Toch was die werkwijze helemaal aan het begin van de jaren tachtig niet aan IBM besteed. Althans, niet als het om een voor het management relatief onbelangrijk project ging. Het bedrijf zag dat er een markt was voor homecomputers en mogelijk ook desktopsystemen in bedrijven. Serieus namen ze die ‘dreiging’ echter verre van. IBM verkocht van oudsher mainframes en eigenlijk was de algemene gedachte dat serieus werk alleen door mainframes verricht kon worden, via terminals op de werkvloer. Niemand bij IBM kon zicht toen voorstellen dat vijftien tot twintig jaar later zo ongeveer een complete mainframe in een pc-kast zou passen. Had IBM die visie wel gehad, dan was het ‘hobbyproject’ IBM pc heel anders aangepakt! Nu werd gekozen voor een 8088 cpu van Intel; niet al te duur en bruikbaar met bekende 8-bits componenten. De 8088 was namelijk gewoon een 8086 met 8 bits databus. Dat maakte het mogelijk om de kosten laag te houden en ‘off de shelf’ standaardonderdelen te gebruiken. Het resultaat was de allereerste pc, typenummer 5150.

Open architectuur, en daar is Bill Gates ook!

En toen deed IBM iets heel bijzonders: het maakte alle technische gegevens openbaar. Dat boek met richtlijnen was voor een paar dollar-tientjes voor iedere belangstellende te koop. Precies dát zorgde uiteindelijk in de jaren ’90 voor een complete doorbraak van de pc-standaard. Niet omdat het ’t beste, snelste of meest geavanceerde systeem met bijbehorend geavanceerd besturingssysteem was. Verre van zelfs! Het MS-DOS wat uiteindelijk op ‘de pc’ werd meegeleverd was op een wel heel knullige manier verworven via een zekere Bill Gates. Ja, die.

Eigenlijk wilde IBM helemaal geen nieuw besturingssysteem kopen, maar de maker van het 8-bits CP/M een 16-bits versie laten maken. Die zag dat in eerste instantie echter niet zo zitten en nam de pc ook niet al te serieus. Bill Gates en kompaan Paul Allen zagen een gat in de markt. Zij schreven tijdens de homecomputer-hausse voor vrijwel elk systeem – ongeacht merk en type – de Basic-interpreter en een rudimentair besturingssysteem dat via dat Basic verliep. Omdat de IBM pc van huis uit op diskettes (van die flexibele 5,25-inch exemplaren) gebaseerd was, moest razendsnel een DOS ofwel disk operating system ontwikkeld worden. Ze kochten daarvoor voor een habbekrats een al bestaand besturingssysteem en katten dat razendsnel om tot MS-DOS. Waarbij MS stond voor Microsoft, zoals het toen nog jonge in 1975 opgerichte bedrijfje van nerd Gates en de genoemde Paul Allen heette. En dat levert een bijzonder vervolgverhaal op dat je hier kunt lezen: de opkomst van Microsoft en de het terugkeren naar een veel bescheidener basis van IBM.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Inbouwkoelkast vervangen: dit moet je weten over afmetingen en montage
© Oleg Fedosenko
Huis

Inbouwkoelkast vervangen: dit moet je weten over afmetingen en montage

Ben je van plan een inbouwkoelkast te kopen of een bestaande te vervangen? Let dan goed op de juiste nismaten, het type scharniersysteem en de benodigde ventilatieruimte. In dit artikel lees je hoe je de juiste maat kiest, welke standaardhoogtes er zijn en hoe je voorkomt dat je nieuwe koelkast straks nét niet past.

In dit artikel lees je:
  • Welke standaard nismaten er zijn voor inbouwkoelkasten
  • Hoe je breedte, diepte en ventilatieruimte correct opmeet
  • Wat het verschil is tussen een sleepdeur en een deur-op-deur-systeem
  • Wanneer maatwerk nodig is (en hoe je dat voorkomt)
  • Hoe je bij vervanging of een nieuwe keuken kiest voor de juiste inbouwmaat

Wie op zoek is naar een nieuwe inbouwkoelkast, ontdekt al snel dat afmetingen minstens zo belangrijk zijn als inhoud, energielabel of uitstraling. Zeker als het apparaat in een bestaande nis moet passen of deel uitmaakt van een strak ontworpen keukenfront. Een kleine afwijking in maatvoering kan leiden tot frustratie, extra kosten of zelfs een keukenaanpassing. Gelukkig zijn er standaarden die houvast bieden.

De standaardhoogtes voor inbouwkoelkasten

Inbouwkoelkasten zijn er in een aantal vaste hoogtes, afgestemd op gangbare keukenkastmaten. De meest voorkomende nishoogtes zijn 88, 102, 122, 140 en 178 centimeter. Een koelkast van 88 centimeter wordt vaak gekozen in compacte keukens of onder het aanrecht. De 102 en 122 centimeter zijn net iets ruimer en bieden meer koelruimte zonder een volledige hoge kast nodig te hebben. De 140 centimeter is populair bij mensen die wel wat extra capaciteit willen, maar niet kunnen of willen overstappen naar een vloerhoge koelkast. Wie echt voldoende ruimte zoekt voor een gezin of een royale levensstijl, komt al snel uit bij de nishoogte van 178 centimeter, die geldt als de standaard voor volwaardige inbouwkoelkasten (vaak met een vriezer er direct onder). Het is goed om te weten dat de koelkast zelf altijd iets kleiner is dan de nismaat, zodat er ruimte overblijft voor ventilatie en installatie.

©rois010

Breedte, diepte en ventilatie-eisen

Naast de hoogte zijn ook de breedte en diepte van de nis van belang. In vrijwel alle gevallen gaat het om een nisbreedte van 56 tot 60 centimeter en een diepte van ongeveer 55 tot 60 centimeter. Daarmee sluiten de meeste inbouwkoelkasten mooi aan op standaard keukenkasten. Toch is het belangrijk om altijd te controleren of er voldoende ruimte is aan de achterkant en zijkanten voor luchtcirculatie, want een gebrek aan ventilatie kan de levensduur van je apparaat verkorten en het energieverbruik verhogen. De exacte marges en ventilatie-eisen staan altijd vermeld in de inbouwtekening van de fabrikant.

Let op het juiste deursysteem

Een ander aspect waar je zeker rekening mee moet houden is het type deurscharnier en bevestigingssysteem. Er zijn twee veelgebruikte manieren om de keukendeur aan de koelkastdeur te koppelen. Bij een sleepdeur schuiven beide deuren over elkaar via een glijgeleider. Bij een deur-op-deur-systeem wordt de keukendeur rechtstreeks vastgemaakt aan de koelkastdeur. Deze laatste methode is robuuster, eenvoudiger in gebruik en vaak de voorkeur bij moderne keukens. Belangrijk is dat je bij vervanging van een koelkast goed controleert welk systeem je huidige keuken gebruikt, want een sleepdeursysteem en deur-op-deur-systeem zijn niet onderling uitwisselbaar zonder aanpassingen.

©yunava1

Wanneer maatwerk nodig is

Hoewel standaardmaten veel problemen voorkomen, is maatwerk soms toch onvermijdelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval bij oudere keukens met afwijkende kastafmetingen, bij zelfbouwkeukens of designoplossingen waarbij concessies zijn gedaan op standaardisatie. Ook in kleine woningen of appartementen met schuine wanden of andere beperkingen kan het nodig zijn om af te wijken van de standaard. Soms volstaat een simpele opvulling of aanpassing, maar in andere gevallen moet een kast volledig opnieuw worden ontworpen.

Problemen voorkomen bij aankoop of vervanging

Wie verrassingen wil voorkomen bij de aanschaf van een nieuwe koelkast of bij de montage in een nieuwe keuken, doet er goed aan om alles zorgvuldig op en in te meten. Dat betekent dat je niet alleen de hoogte, breedte en diepte van de nis opneemt, maar ook rekening houdt met de ruimte voor ventilatie en het juiste type deursysteem.

Daarnaast is het verstandig om altijd de technische tekening van het apparaat te raadplegen en je goed te laten adviseren door een keuken- of witgoedspecialist. Zeker bij vervanging is het belangrijk om niet alleen naar de buitenmaten te kijken, maar ook naar de technische en functionele eigenschappen die bepalen of een apparaat probleemloos past.

Wie zich aan deze richtlijnen houdt en bewust kiest voor een standaardmaat, voorkomt gedoe, vertragingen of kostbare aanpassingen achteraf. Een koelkast op maat hoeft dus helemaal geen maatwerk te zijn, als je maar weet waar je op moet letten.

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 betaalbare digitale waterpassen met laser
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 betaalbare digitale waterpassen met laser

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt. Een paar keer per week speuren we daarom binnen een bepaald thema naar zulke deals. Deze zomer klussen? Goed gereedschap is dan onontbeerlijk. Ee digitale waterpas bijvoorbeeld, ook wel kruislijnlaser genoemd. Dankzij een duidelijke lijn van laserlicht kun je alles mooi waterpas ophangen, zetten of plaatsen.

Een digitale waterpas met laser, ook wel kruislijnlaser genoemd, helpt je om alles perfect recht of waterpas te krijgen, bijvoorbeeld bij het ophangen van een schilderij, het plaatsen van een plank of het tegelen van een muur. De ingebouwde laser projecteert een strakke lijn op de muur, zodat je grotere afstanden gemakkelijk kunt uitlijnen zonder steeds opnieuw te hoeven meten. Handig bij het klussen, verbouwen of inrichten van je huis! Wij vonden vijf betaalbare kruislijnlasers.

Kapro Prolaser 862GS

Deze Kapro Prolaser 862GS verrast met een opvallend groen laserlijn die beter zichtbaar is in fel licht, perfect voor binnen én buiten gebruik. Hij werkt tot zo’n 20 m met indrukwekkende nauwkeurigheid van ± 0,2 mm/m en een zelfnivelleringsbereik van ± 3°. Je krijgt er zelfs een mini‑statief bij, waardoor je meteen aan de slag kunt. Compact, lichtgewicht – maar gebouwd om te presteren onder uiteenlopende omstandigheden dankzij zijn IP 54‑behuizing en lange batterijduur. Een slimme keuze voor wie zowel gemak als zichtbaarheid wil tijdens precisiewerk.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,4 mm / meter
Automatische correctie: ± 3 °
Lijnzichtbaarheid: 20 meter
Stroombron: 2x AA-batterij

Parkside PKLL 7 D3

De Parkside PKLL 7 D3 is een betaalbare instapper die verrassend veel kan. Hij projecteert kruislijnen met automatische nivellering tot ± 4° en werkt tot ca. 7  meter afstand. Uniek is de mogelijkheid om de lasers onder vaste hoeken te projecteren – handig bij creatief-imaginair werk of wanneer precieze hoeken nodig zijn zonder automatisch corrigerend niveau. Hij is compact, licht en ideaal voor gebruik bij kleine klussen in huis. De nauwkeurigheid van deze kruislijnlaser is met een afwijking van 0,8 mm per meter echter wel iets minder goed, iets om rekening mee te houden.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,8 mm / meter
Automatische correctie:
Lijnzichtbaarheid: 7 meter
Stroombron: 2xAA-batterij

Makita SK105DZ

Deze Makita projecteert heldere rode lijnen tot 25 meter, ideaal voor zowel horizontale als verticale lijnprojectie. Dankzij de zelfnivellerende functie hoef je je nooit druk te maken over scheve hoeken: hij corrigeert automatisch tot zo'n 4° graden. Deze Makita werkt op en afzonderlijk te verkrijgen 12Volt CXT-accu. De nauwkeurigheid van de SK105DZ is met een afwijking van 0,3 mm per meter erg goed.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,3 mm / meter
Automatische correctie:
Lijnzichtbaarheid: 25 meter
Stroombron: Accu

Stanley STHT77502-1 Cross 90

Deze Stanley Cross 90 projecteert naast een horizontale en verticale ook nog een extra verticale lijn op exact 90°, waardoor hij ideaal is voor bijvoorbeeld tegelwerk, vloeren en het netjes uitlijnen van tussenschotten. De automatische nivellering zorgt voor een precieze uitlijning zonder gedoe. Een uitstekende keuze voor wie professioneel resultaat wil zonder poespas.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,5 mm / meter
Automatische correctie: ± 4°
Bereik: 12 meter
Stroombron: 2xAA-batterij

Bosch Universal Level 2

De Bosch Universal Level 2 biedt drie handige modi: kruislijnen met automatische nivellering, verticale lijnen met puntenfunctie of een hellingsmodus voor schuine uitlijning. Dankzij de heldere rode laserstraal en de intuïtieve bediening ervaar je snel gemak en nauwkeurigheid. Compleet geleverd inclusief batterijen en opberghoes.

Lasertype: Kruislijn, horizontaal, verticaal
Nauwkeurigheid: 0,5 mm / meter
Automatische correctie: 4 °
Lijnzichtbaarheid: 10 meter
Stroombron: 3xAA-batterij