ID.nl logo
8 slimme manieren om voedselverspilling tegen te gaan
© hedgehog94 - stock.adobe.com
Energie

8 slimme manieren om voedselverspilling tegen te gaan

Voedselverspilling: we maken ons er vrijwel allemaal schuldig aan. Gemiddeld verspillen we zelfs 120 euro per persoon aan weggegooid voedsel per jaar. Niet alleen nadelig voor je portemonnee, maar ook voor de planeet. En nodig is het ook niet, want voedselverspilling tegengaan kan heel eenvoudig zijn.

Minder voedsel weggooien doe je zo:

  1. Check je voorraad
  2. Maak een planning en gebruik een boodschappenlijstje
  3. Kook op maat
  4. Bewaar slim
  5. Gebruik de vriezer
  6. Hou een wekelijkse restjesdag
  7. Zet je koelkast op 4 graden
  8. Deel met anderen

Nog minder verspillen? Probeer dan eens dit: Tijd, geld én stress besparen? Ga mealpreppen!

Wist je dat wereldwijd een derde van het geproduceerde voedsel in de prullenbak verdwijnt? Dat is niet niks, als je je bedenkt hoeveel grondstoffen, landbouwgrond, water, arbeid en energie met de productie van voedsel gemoeid gaan. Voedselverspilling heeft dan ook een aanzienlijke impact op het klimaat. Maar liefst een kwart tot een derde van de wereldwijde CO2-uitstoot is afkomstig van voedselprocessen.

Hoewel niet alleen consumenten verantwoordelijk zijn voor deze cijfers – voedselverspilling begint vaak al bij de producent: denk aan mislukte oogsten of overschotten – kun je als consument wél het verschil maken. Neem alleen al ons land: hier wordt ruim 34 kilo voedsel per persoon per jaar weggegooid, waarvan 5 kilo zelfs nog onaangeroerd in de verpakking zit. Dat komt erop neer dat we bijna 10 procent van al het voedsel dat we kopen, niet opeten.

Bewustwording

Verandering begint met bewustwording, en daar lijkt het nu net mis te gaan. 75 procent van de Nederlanders denkt namelijk minder voedsel weg te gooien dan het landelijk gemiddelde. Mensen beseffen vaak niet dat kleine beetjes weggegooid voedsel over een jaar gezien een flinke hoeveelheid kunnen vormen. En denk maar eens aan al die beetjes eten die na het avondmaal overblijven, in de pan of op je bord. Met name met kinderen in huis kook je al snel te veel.

©Seventyfour - stock.adobe.com

Voedselverspilling komt in veel gevallen door een gebrek aan overzicht in de voorraadkast, waardoor je in de supermarkt meer in je mandje of karretje gooit dan nodig. Maar ook aanbiedingen, impulsaankopen en (te) grote verpakkingen dragen eraan bij. Ook is niet iedereen ervan op de hoogte van hoe bepaalde voedingsmiddelen het best bewaard kunnen worden en is het soms lastig in te schatten hoeveel je van iets moet koken. Met de volgende tips los je dit allemaal op.

Tip 1: Check je voorraad 

Hoe vaak is het je niet overkomen: je staat op de groenteafdeling van de supermarkt en vraagt je plotseling af of er niet nog een paprika in de groentela lag. Of was dat alweer vorige week? Door zonder plan boodschappen te gaan doen, koop je vaak onnodig veel, waarvan een groot deel uiteindelijk in de prullenbak belandt. Check daarom van tevoren altijd je voorraad. Wat ligt er nog en wat moet er als eerste op? Op basis hiervan kun je een maaltijd samenstellen.

Bonustip: leg restjes eten en aangebroken verpakkingen op een vaste plek in de koelkast of voorraadkast. Op die manier voorkom je dat je voedsel over het hoofd ziet.  

Tip 2: Maak een planning en gebruik een boodschappenlijstje

Niemand heeft zin om elke dag het hoofd te moeten breken over wat er nú weer op tafel moet komen. Alleen al om die reden is het maken van een weekplanning prettig. Ook je portemonnee en het milieu hebben hier baat bij. Omdat je precies weet wat je nodig hebt, gooi je minder voedsel weg. Wanneer je hier ook nog een boodschappenlijstje bij gebruikt, is de kans op impulsaankopen minimaal. Vergeet niet op je lijstje te schrijven hoeveel je van bepaalde producten nodig hebt, anders koop je mogelijk alsnog te veel.

Niet veel boodschappen op je lijstje? Pak dan een mandje in plaats van een karretje. Zo voel je letterlijk het gewicht van de boodschappen die je meeneemt.

©Ольга Рязанцева

Tip 3: Kook op maat

Ook als je de juiste hoeveelheden koopt, kun je nog te veel bereiden. Voedingsmiddelen als pasta en rijst zetten uit tijdens het koken en na het koken heb je dus meer dan ervoor. Weeg daarom je porties zorgvuldig af met een keukenweegschaal. Eén portie rijst staat meestal gelijk aan zo’n 75 gram (ongekookt); voor pasta is dat 100 tot 125 gram. Kant-en-klare verspakketten uit de supermarkt bieden ook uitkomst. De producten in deze pakketten zijn perfect afgewogen, waardoor je niets hoeft weg te gooien. Heb je een wat ruimer budget? Probeer dan eens een abonnement op een aanbieder van maaltijdboxen, zoals HelloFresh of Marley Spoon.

Tip 4: Bewaar slim

Het klinkt zo vanzelfsprekend: als je eten goed bewaart, gaat het langer mee. Toch weten mensen vaak niet hoe ze voedsel het beste kunnen bewaren. Wist je bijvoorbeeld dat tomaat en komkommer buiten de koelkast het langst meegaan? Hetzelfde geldt voor paprika, courgette en avocado. Zit je groente verpakt in plasticfolie? Laat ‘m er dan inzitten tot je ermee gaat koken – zo verminder je de kans op uitdroging. En zo zijn er wel meer verrassende bewaarregels. Via de Bewaarwijzer van het Voedingscentrum ontdek je snel hoe je (restjes van) voedsel slim bewaart.

Ga daarnaast niet te veel af op houdbaarheidsdata, want deze geven slechts een indicatie. Twijfel je of iets nog eetbaar is? Gebruik dan je zintuigen. Met uitzondering van vis en vlees kun je veel voedingsmiddelen na de houdbaarheidsdatum gewoon nog eten, mits ze goed ogen, ruiken en smaken. Ongekookte pasta en rijst kun je zelfs maanden na de THT-datum bewaren.  

Tip 5: Gebruik de vriezer

De vriezer is bij uitstek de plek om restjes eten en kliekjes te bewaren en dus voedselverspilling tegen te gaan. Goed nieuws: je kunt meer invriezen dan je denkt. Ook groenten en fruit kun je vaak invriezen, al moeten sommige voedingsmiddelen eerst geblancheerd of in stukken gesneden worden. Vanwege de lage temperatuur in de vriezer krijgen ziekmakende bacteriën nauwelijks de kans, waardoor eten weken of zelfs maanden meegaat.  

©BrandwayArt - stock.adobe.com

Voedingsmiddelen die je beter niet kunt invriezen, zijn gefrituurde snacks, rauwe en gekookte eieren (gebakken wel!), ongekookte aardappelen, kazen en (magere) melkproducten en groenten en fruit met een hoog vochtgehalte (denk aan sla, tomaat en komkommer). Gekookte pasta en rijst kan, maar de kwaliteit gaat wel sterk achteruit. Maak dus liever eerst alleen een (pasta)saus en kook de pasta of rijst op het moment zelf. 

Tip 6: Houd een wekelijkse restjesdag

Als je geen held bent in het kopen of koken van de juiste hoeveelheden, kan een wekelijkse restjesdag alsnog voorkomen dat je voedsel moet weggooien. Op deze dag (zondag is ideaal!) raap je alles bij elkaar wat je qua voedsel nog hebt liggen. Vervolgens tover je dit om tot een smaakvolle en originele maaltijd. Curry’s, wraps, soepen, pasta’s, salades, stoofpotjes en roerbakgerechten lenen zich hier uitstekend voor. Niet zo creatief? Op veel receptensites kun je per een of meerdere ingrediënten naar recepten zoeken. Heb je bijvoorbeeld een courgette en een tomaat over, typ dan ‘courgette tomaat’ in en voilà, een walhalla aan opties.

Tip 7: Zet je koelkast op 4 graden

Uit onderzoek van het Voedingscentrum in 2021 bleek dat destijds maar liefst één op de vier koelkasten te warm was ingesteld. En dat terwijl een koelkast op de juiste temperatuur tot wel twee keer langer voedsel kan bewaren. Bij een temperatuur van 4 graden kunnen schadelijke bacteriën zich moeilijk verspreiden en blijft voedsel het langst goed. Iets kouder mag ook, maar dan bestaat wel het risico dat producten tegen de achterwand bevriezen. Heeft je koelkast geen temperatuurdisplay? Koop dan een losse koelkastthermometer.

©Milan Ilic

Tip 8: Deel met anderen

Je kunt je kliekjes invriezen, maar je kunt er ook anderen blij mee maken. Bel bijvoorbeeld eens aan bij de buurman met een versbereide maaltijd. Of sluit je aan bij een van deze initiatieven die het delen van voedsel bevorderen. Door samen met anderen voedselverspilling tegen te gaan, creëer je een gevoel van saamhorigheid. Zo levert je duurzame gedrag je misschien zelfs wat nieuwe vrienden op.


▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.