ID.nl logo
Slimme verlichting voor buiten: wat zijn je opties?
Zekerheid & gemak

Slimme verlichting voor buiten: wat zijn je opties?

Naast slimme verlichting voor binnen, hebben we natuurlijk ook slimme verlichting voor buiten. We hangen allerlei soorten lampen op in de tuin, de oprit of aan de schuur. Maar het aanbod kan best overweldigend zijn. Wat zijn nou precies je opties en waar moet je aan denken?

Sommige slimme lampen voor binnen kun je ook prima buiten gebruiken. Zeker wanneer je ze goed afschermt tegen het geweld van het weer, zoals regen en wind. Maar je doet er over het algemeen goed aan alleen buitenproducten voor in de tuin of op de oprit te gebruiken. Dergelijke slimme verlichting is namelijk beter beschermd tegen allerlei weersomstandigheden, waardoor er geen nare ongelukken kunnen gebeuren. Maar dan komen we aan bij een flinke drempel: het aanbod voor slimme verlichting voor buiten is vrij fors. Wat zijn dan precies je opties?

Slimme verlichting voor buiten

 

Je hebt namelijk verschillende type slimme verlichting voor buiten. Voordat we naar bestaande systemen gaan kijken, maken we eerst een kort overzicht van de beschikbare soorten.

 

Slimme lampen: dit zijn de standaardlampen die je wellicht al binnen gebruikt (eventueel binnen een specifiek ecosysteem). Dergelijke lampen zijn niet altijd bestand tegen weersomstandigheden; op de verpakking of de website van de fabrikant lees je of dit wel zo is.

 

Verlichtingsarmaturen voor buiten: dergelijke armaturen (de houders) zijn aan de buitenkant van een huis of gebouw bevestigd. Je kunt hier vaak reguliere slimme lampen in draaien, aangezien er om de lamp zelf nog een (vaak transparante) behuizing zit. Er bestaan ook varianten waarin de slimme led-lamp standaard ingebouwd zit, die meer functionaliteiten aanbiedt.

 

Schijnwerpers: dit soort lampen hang je ook aan de muur van een huis of schuur en moet een groot deel van een tuin of oppervlakte kunnen belichten. Vaak worden dergelijke lampen samen met (ingebouwde) camera’s verkocht voor het beveiliging van een buitenomgeving. Schijnwerpers werken op accu’s, maar worden soms ook geleverd met stekkers.

 

Straatverlichting: denk dan aan kleinere armaturen (met en zonder ledlampen aan boord) die je langs een pad of tuinrand plaatst, zodat je een verlichte weg creëert. Deze lampen bieden vaak geen hoge helderheid aan en zorgen meer voor sfeer in de tuin. Ook is het zo dat deze lampen vaak direct aan het stroom hangen.

 

Spotlampen: een spotlamp is een soort schijnwerper die de nadruk legt op een specifiek onderdeel van een tuin of oprit. Denk dan aan een mooie bloemenformatie of misschien wel de lamp boven de voordeur. Ook deze lampen zijn beschikbaar als bedraad en draadloos.

 

Lichtstrips: en dan komen we tot slot aan bij de lichtstrips. Dit zijn veelal decoratieve led-strips waarmee je sfeer creëert in de tuin, op het balkon of op een oprit. Meestal kun je kiezen uit veel verschillende kleuren of wittinten.

Dingen om rekening mee te houden

 

Wanneer je besluit voor een bepaalde soort lamp te gaan, dan zijn er nog een aantal dingen om rekening mee te houden. Wat doe je bijvoorbeeld met de verbinding en hoe zorg je voor een stabiele connectie? Veel slimme lampen voor buiten maken gebruik van wifi, waardoor je dus buiten ook voor een sterk signaal moet zorgen. Je kunt dan een buitenmodem kopen of een mesh-netwerk aanleggen. Maar je kunt ook kiezen voor smarthomeprotocollen als Zigbee of Z-Wave.

 

De laatste keuze heb je wellicht niet helemaal zelf (bewust) in de hand. Doorgewinterde smarthome-eigenaars hebben wellicht ietwat ingewikkelde systemen geïmplementeerd waarmee ze alle onderdelen van hun huis controleren. Maar wanneer je voor een bepaald merk kiest, dan wordt de keuze vaak voor je gemaakt. Zo maakt het bekende merk Philips Hue gebruik van Zigbee. De lampen die je daarna aanschaft, ondersteunen daardoor dus ook allemaal dat specifieke protocol.

 

Om gebruik te kunnen maken van zo’n protocol, dien je tevens een hub aan te schaffen. Anders kunnen de producten geen verbinding met het internet maken. Heel vaak is het ook zo dat producten binnen het netwerk (dat kunnen ook slimme schakelaars zijn, bijvoorbeeld) het signaal stabiel houden en onderling doorsturen, waardoor je de hub dus netjes kunt wegwerken. Met een smarthomestandaard als Matter moet dit in de toekomst allemaal veel gemakkelijker worden.

 

Verder moet je er rekening mee houden dat het ene systeem het andere niet is. Het kan zijn dat bepaalde slimme lampen voor buiten Google Home, maar niet HomeKit ondersteunen (of andersom). Dit zijn twee belangrijke smarthomeplatformen die bijvoorbeeld stembediening mogelijk maken. Daarom geven we altijd de tip de productpagina’s van de slimme verlichting goed door te nemen en te letten op belangrijke steekwoorden, zodat je weet wat je precies in huis haalt.

Voordelen van slimme buitenverlichting

 

En dan komen we meteen bij de voordelen van slimme buitenverlichting aan. Omdat de lampen slim zijn, kun je ze bedienen via apps, afstandsbedieningen, knoppen en stembediening. Per systeem verschillen de mogelijkheden. De stembediening gaat via externe partijen, zoals Google, Apple of Amazon. Die bieden respectievelijk Google Assistent, Siri en Alexa aan. Heb je een voorkeur voor een stemassistent, check de doos dan goed om te kijken of daar ondersteuning voor is.

 

Daarnaast krijg je toegang tot meer slimme functies. Zo kun je lampen groeperen binnen de app van de fabrikant. Met een druk op de knop, of een commando via een stemassistent, schakel je complete groepen in en uit. Ook kun je zo wellicht een andere kleur geven (ook dit is afhankelijk van het product dat je koopt) of van verschillende wittinten voorzien. Verder kun je werken met schema’s en misschien zelfs bewegingssensoren, zodat de lampen aanspringen wanneer iemand voorbij loopt.

 

Verder kun je bijvoorbeeld koppeling maken met een slim beveiligingssysteem. Zoals gezegd worden er specifieke schijnwerpers verkocht waarin camera’s vaak ingebouwd zitten. Maar je kunt ook zelf een koppeling maken tussen een bepaalde camera en lamp, zodat ze samenwerken wanneer ergens beweging geregistreerd wordt. Dan heb je altijd goed zicht op de beelden die zo’n camera maakt. Ondersteunt de camera beelden in kleur? Dan zie je in de nacht altijd goed wat er gebeurt.

Slimme verlichting voor buiten: de systemen

 

Nu je weet welke soorten lampen er zijn en waar je zoal rekening mee moet houden, is het tijd om de bekendste systemen onder de loep te leggen. Hieronder volgt een overzicht van bestaande systemen die slimme verlichting voor buiten aanbieden. Ook plaatsen we hier relevant nieuws, tests en reviews en aanverwante achtergrondartikelen.

Philips Hue

 

Het bekendste merk voor slimme verlichting in het algemeen is Philips Hue. Naast een uitgebreid binnenaanbod zijn er meer dan genoeg opties voor buitenverlichting. Dit merk biedt verschillende soorten schijnwerpers, muurlampen, spotlampen en buitenarmaturen aan. Daarnaast zijn er verscheidende sokkellampen (bedoeld als padverlichting), outdoor lightstrips en nog veel meer.

De meeste producten worden aangeboden inclusief led-lamp, maar in een enkel geval moet je die los aanschaffen. Philips Hue ondersteunt zaken als IFTTT, Google Assistent en Apple HomeKit, evenals Matter. Daardoor zijn er veel dingen mogelijk qua slimme bedieningsmogelijkheden.

Innr

 

Het Nederlandse merk Innr timmert hard aan de weg. Wellicht heb je thuis al een lamp hier en daar hangen van dit merk. Maar wist je dat het bedrijf ook een bescheiden buitenaanbod heeft? Zo biedt de fabrikant onder meer lichtstrips en buitenspots aan, die samenwerken met de slimme verlichtingssystemen van zowel Philips Hue als Tradfri van Ikea. De drie systemen werken namelijk allemaal op basis van Zigbee, waardoor onderlinge communicatie mogelijk is.

Om optimaal van dit merk gebruik te kunnen maken, dien je een Zigbee-hub te gebruiken. Je kunt de versie van Innr kopen; maar als je er al één van Hue hebt staan, dan ben je reeds voorzien.

Twinkly

 

Als je het merk Twinkly naast Philips Hue legt, dan vergelijk je een dwerg met een reus – maar dat betekent niet dat Twinkly niet in bepaalde behoeften kan voorzien. Deze fabrikant richt zich met name op het aanbieden van vrolijke, sierlijke en feestelijke buitenverlichting. Denk dan aan lichtsnoeren (met gekleurde bolletjes), lichtbuizen, led-strips en kerstverlichting.

Je bedient de lampen direct via je smartphone en hebt hiervoor géén bridge nodig. Dat is best een groot voordeel, want dat scheelt in de kosten. Maar daardoor is het helaas niet mogelijk de lampen op te nemen in een bestaand systeem, zoals de eerdergenoemde merken in dit artikel.

Calex

 

Ook Calex is nog niet erg groot, vergeleken met de eerste twee bedrijven in dit overzicht. Maar het assortiment van deze fabrikant mag er zijn. Het aanbod is niet net zo groot als Hue, maar het biedt wel verschillende alternatieven aan. Zo is er een wandlamp voor buiten, met een ingebouwd zonnepaneel.

Ook zijn er sokkellampen en grondspots, treffen we er padverlichting en een partylichtsnoer aan en is er zelfs een slimme lantaarn voor op de grond. Om de lampen via het internet te kunnen bedienen, dien je wel een bridge aan te schaffen. Die levert Calex helaas niet standaard mee. De lampen bieden verschillende soorten kleuren aan in de app.

Goed, met deze informatie op zak kun je weloverwogen investeren in sfeervolle buitenverlichting. Bekijk hier welke slimme lampen voor buiten er bij Bol.com te koop zijn of vergelijk hier prijzen van slimme buitenverlichting op Kieskeurig.nl.

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.