ID.nl logo
Slimme verlichting voor buiten: wat zijn je opties?
Zekerheid & gemak

Slimme verlichting voor buiten: wat zijn je opties?

Naast slimme verlichting voor binnen, hebben we natuurlijk ook slimme verlichting voor buiten. We hangen allerlei soorten lampen op in de tuin, de oprit of aan de schuur. Maar het aanbod kan best overweldigend zijn. Wat zijn nou precies je opties en waar moet je aan denken?

Sommige slimme lampen voor binnen kun je ook prima buiten gebruiken. Zeker wanneer je ze goed afschermt tegen het geweld van het weer, zoals regen en wind. Maar je doet er over het algemeen goed aan alleen buitenproducten voor in de tuin of op de oprit te gebruiken. Dergelijke slimme verlichting is namelijk beter beschermd tegen allerlei weersomstandigheden, waardoor er geen nare ongelukken kunnen gebeuren. Maar dan komen we aan bij een flinke drempel: het aanbod voor slimme verlichting voor buiten is vrij fors. Wat zijn dan precies je opties?

Slimme verlichting voor buiten

Je hebt namelijk verschillende type slimme verlichting voor buiten. Voordat we naar bestaande systemen gaan kijken, maken we eerst een kort overzicht van de beschikbare soorten.

Slimme lampen: dit zijn de standaardlampen die je wellicht al binnen gebruikt (eventueel binnen een specifiek ecosysteem). Dergelijke lampen zijn niet altijd bestand tegen weersomstandigheden; op de verpakking of de website van de fabrikant lees je of dit wel zo is.

Verlichtingsarmaturen voor buiten: dergelijke armaturen (de houders) zijn aan de buitenkant van een huis of gebouw bevestigd. Je kunt hier vaak reguliere slimme lampen in draaien, aangezien er om de lamp zelf nog een (vaak transparante) behuizing zit. Er bestaan ook varianten waarin de slimme led-lamp standaard ingebouwd zit, die meer functionaliteiten aanbiedt.

Schijnwerpers: dit soort lampen hang je ook aan de muur van een huis of schuur en moet een groot deel van een tuin of oppervlakte kunnen belichten. Vaak worden dergelijke lampen samen met (ingebouwde) camera’s verkocht voor het beveiliging van een buitenomgeving. Schijnwerpers werken op accu’s, maar worden soms ook geleverd met stekkers.

Straatverlichting: denk dan aan kleinere armaturen (met en zonder ledlampen aan boord) die je langs een pad of tuinrand plaatst, zodat je een verlichte weg creëert. Deze lampen bieden vaak geen hoge helderheid aan en zorgen meer voor sfeer in de tuin. Ook is het zo dat deze lampen vaak direct aan het stroom hangen.

Spotlampen: een spotlamp is een soort schijnwerper die de nadruk legt op een specifiek onderdeel van een tuin of oprit. Denk dan aan een mooie bloemenformatie of misschien wel de lamp boven de voordeur. Ook deze lampen zijn beschikbaar als bedraad en draadloos.

Lichtstrips: en dan komen we tot slot aan bij de lichtstrips. Dit zijn veelal decoratieve led-strips waarmee je sfeer creëert in de tuin, op het balkon of op een oprit. Meestal kun je kiezen uit veel verschillende kleuren of wittinten.

Dingen om rekening mee te houden

Wanneer je besluit voor een bepaalde soort lamp te gaan, dan zijn er nog een aantal dingen om rekening mee te houden. Wat doe je bijvoorbeeld met de verbinding en hoe zorg je voor een stabiele connectie? Veel slimme lampen voor buiten maken gebruik van wifi, waardoor je dus buiten ook voor een sterk signaal moet zorgen. Je kunt dan een buitenmodem kopen of een mesh-netwerk aanleggen. Maar je kunt ook kiezen voor smarthomeprotocollen als Zigbee of Z-Wave.

De laatste keuze heb je wellicht niet helemaal zelf (bewust) in de hand. Doorgewinterde smarthome-eigenaars hebben wellicht ietwat ingewikkelde systemen geïmplementeerd waarmee ze alle onderdelen van hun huis controleren. Maar wanneer je voor een bepaald merk kiest, dan wordt de keuze vaak voor je gemaakt. Zo maakt het bekende merk Philips Hue gebruik van Zigbee. De lampen die je daarna aanschaft, ondersteunen daardoor dus ook allemaal dat specifieke protocol.

Om gebruik te kunnen maken van zo’n protocol, dien je tevens een hub aan te schaffen. Anders kunnen de producten geen verbinding met het internet maken. Heel vaak is het ook zo dat producten binnen het netwerk (dat kunnen ook slimme schakelaars zijn, bijvoorbeeld) het signaal stabiel houden en onderling doorsturen, waardoor je de hub dus netjes kunt wegwerken. Met een smarthomestandaard als Matter moet dit in de toekomst allemaal veel gemakkelijker worden.

Verder moet je er rekening mee houden dat het ene systeem het andere niet is. Het kan zijn dat bepaalde slimme lampen voor buiten Google Home, maar niet HomeKit ondersteunen (of andersom). Dit zijn twee belangrijke smarthomeplatformen die bijvoorbeeld stembediening mogelijk maken. Daarom geven we altijd de tip de productpagina’s van de slimme verlichting goed door te nemen en te letten op belangrijke steekwoorden, zodat je weet wat je precies in huis haalt.

Voordelen van slimme buitenverlichting

En dan komen we meteen bij de voordelen van slimme buitenverlichting aan. Omdat de lampen slim zijn, kun je ze bedienen via apps, afstandsbedieningen, knoppen en stembediening. Per systeem verschillen de mogelijkheden. De stembediening gaat via externe partijen, zoals Google, Apple of Amazon. Die bieden respectievelijk Google Assistent, Siri en Alexa aan. Heb je een voorkeur voor een stemassistent, check de doos dan goed om te kijken of daar ondersteuning voor is.

Daarnaast krijg je toegang tot meer slimme functies. Zo kun je lampen groeperen binnen de app van de fabrikant. Met een druk op de knop, of een commando via een stemassistent, schakel je complete groepen in en uit. Ook kun je zo wellicht een andere kleur geven (ook dit is afhankelijk van het product dat je koopt) of van verschillende wittinten voorzien. Verder kun je werken met schema’s en misschien zelfs bewegingssensoren, zodat de lampen aanspringen wanneer iemand voorbij loopt.

Verder kun je bijvoorbeeld koppeling maken met een slim beveiligingssysteem. Zoals gezegd worden er specifieke schijnwerpers verkocht waarin camera’s vaak ingebouwd zitten. Maar je kunt ook zelf een koppeling maken tussen een bepaalde camera en lamp, zodat ze samenwerken wanneer ergens beweging geregistreerd wordt. Dan heb je altijd goed zicht op de beelden die zo’n camera maakt. Ondersteunt de camera beelden in kleur? Dan zie je in de nacht altijd goed wat er gebeurt.

Slimme verlichting voor buiten: de systemen

Nu je weet welke soorten lampen er zijn en waar je zoal rekening mee moet houden, is het tijd om de bekendste systemen onder de loep te leggen. Hieronder volgt een overzicht van bestaande systemen die slimme verlichting voor buiten aanbieden. Ook plaatsen we hier relevant nieuws, tests en reviews en aanverwante achtergrondartikelen.

Philips Hue

Het bekendste merk voor slimme verlichting in het algemeen is Philips Hue. Naast een uitgebreid binnenaanbod zijn er meer dan genoeg opties voor buitenverlichting. Dit merk biedt verschillende soorten schijnwerpers, muurlampen, spotlampen en buitenarmaturen aan. Daarnaast zijn er verscheidende sokkellampen (bedoeld als padverlichting), outdoor lightstrips en nog veel meer.

De meeste producten worden aangeboden inclusief led-lamp, maar in een enkel geval moet je die los aanschaffen. Philips Hue ondersteunt zaken als IFTTT, Google Assistent en Apple HomeKit, evenals Matter. Daardoor zijn er veel dingen mogelijk qua slimme bedieningsmogelijkheden.

Innr

Het Nederlandse merk Innr timmert hard aan de weg. Wellicht heb je thuis al een lamp hier en daar hangen van dit merk. Maar wist je dat het bedrijf ook een bescheiden buitenaanbod heeft? Zo biedt de fabrikant onder meer lichtstrips en buitenspots aan, die samenwerken met de slimme verlichtingssystemen van zowel Philips Hue als Tradfri van Ikea. De drie systemen werken namelijk allemaal op basis van Zigbee, waardoor onderlinge communicatie mogelijk is.

Om optimaal van dit merk gebruik te kunnen maken, dien je een Zigbee-hub te gebruiken. Je kunt de versie van Innr kopen; maar als je er al één van Hue hebt staan, dan ben je reeds voorzien.

Twinkly

Als je het merk Twinkly naast Philips Hue legt, dan vergelijk je een dwerg met een reus – maar dat betekent niet dat Twinkly niet in bepaalde behoeften kan voorzien. Deze fabrikant richt zich met name op het aanbieden van vrolijke, sierlijke en feestelijke buitenverlichting. Denk dan aan lichtsnoeren (met gekleurde bolletjes), lichtbuizen, led-strips en kerstverlichting.

Je bedient de lampen direct via je smartphone en hebt hiervoor géén bridge nodig. Dat is best een groot voordeel, want dat scheelt in de kosten. Maar daardoor is het helaas niet mogelijk de lampen op te nemen in een bestaand systeem, zoals de eerdergenoemde merken in dit artikel.

Calex

Ook Calex is nog niet erg groot, vergeleken met de eerste twee bedrijven in dit overzicht. Maar het assortiment van deze fabrikant mag er zijn. Het aanbod is niet net zo groot als Hue, maar het biedt wel verschillende alternatieven aan. Zo is er een wandlamp voor buiten, met een ingebouwd zonnepaneel.

Ook zijn er sokkellampen en grondspots, treffen we er padverlichting en een partylichtsnoer aan en is er zelfs een slimme lantaarn voor op de grond. Om de lampen via het internet te kunnen bedienen, dien je wel een bridge aan te schaffen. Die levert Calex helaas niet standaard mee. De lampen bieden verschillende soorten kleuren aan in de app.

Goed, met deze informatie op zak kun je weloverwogen investeren in sfeervolle buitenverlichting. Bekijk hier welke slimme lampen voor buiten er bij Bol.com te koop zijn of vergelijk hier prijzen van slimme buitenverlichting op Kieskeurig.nl.

▼ Volgende artikel
Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets
Huis

Zo werkt het energielabel voor smartphones en tablets

Sinds juni 2025 is het voor fabrikanten van smartphones verplicht om een energiebabel voor hun apparaten te voeren. De consument kan aan de hand van het energielabel zien hoe energiezuinig een telefoon is, maar ook hoe makkelijk het is om de telefoon te (laten) repareren en wat het updatebeleid voor de software is. Door middel van het nieuwe energielabel kun je dus veel bewuster kiezen voor een bepaalde telefoon.

Het energielabel werd ooit bedacht om apparaten op een uniforme manier te vergelijken, los van marketingclaims. Door elk product in te delen op een schaal van A tot en met G ontstaat ruimte om echte koplopers te herkennen en achterblijvers aan te sporen. Smartphones waren nog niet eerder voorzien van een energielabel, maar hebben dat vanaf juni 2025 wel gekregen. Dat is logisch, want bij smartphones draait energie-efficiëntie niet alleen om het stopcontact, maar vooral om hoe slim hardware en software met de energie van een accu omgaan en hoeveel jaren je uit dezelfde telefoon haalt. Door die informatie eenduidig te tonen, verschuiven de argumenten over de oplaadtijd en de schermgrootte naar hoelang een telefoon meegaat en hoe makkelijk hij te repareren is.

Ter illustratie: het nieuwe energielabel voor smartphones en tablets toont de batterijduur bij gemiddeld gebruik, maar ook of hij valbestendig is en hoe makkelijk hij gerepareerd kan worden.

Energie en duurzaamheid

Een smartphone gaat gemiddeld gezien wel een dagje mee op een enkele acculading, afhankelijk natuurlijk van het gebruik door de eigenaar. Erg veel energie wordt er dus niet verspild, maar de grootste winst wat betreft het klimaat is vooral te behalen uit de levensduur van de smartphone en of deze makkelijk te repareren is. De EU koppelt het nieuwe energielabel aan het eco-design van de telefoon. Het label dat de telefoon krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren en is een gemiddelde van de prestaties van al deze factoren. Welk factoren dat zijn, lichten we je hieronder verder toe.

Waar vind je het nieuwe energielabel?

Wanneer je online een nieuwe telefoon koopt, vind je het algemene energielabel doorgaans bij het product zelf. Je ziet echter niet direct de andere onderdelen waarop de telefoon is beoordeeld. In een fysieke winkel is het de bedoeling dat er bij de telefoon een kaartje of bordje is geplaatst, met daarop een QR-code waarmee je direct op de juiste informatiepagina van EPREL komt.

In een webwinkel zul je meestal geen QR-code tegenkomen, maar alleen het energielabel zelf. Vaak kun je – zoals bij Mediamarkt – een productspecificatie-pdf downloaden met de extra informatie, waarin ook weer een QR-code is opgenomen, waarmee je naar de EPREL-site wordt doorgestuurd.

Levensduur accu

Het nieuwe energielabel laat zien wat de gemiddelde levensduur van de accu van de telefoon is. Dat wordt bekeken aan de hand van het aantal laadcycli: hoe vaak kan een telefoon opnieuw worden opgeladen voordat de kwaliteit van de accu achteruit gaat? Daarbij wordt een capaciteitsvermindering van 80 procent aangehouden: na hoeveel keer laden is de capaciteit tot 80 procent gedaald? Hoe hoger dit getal, des te betrouwbaarder is de accu.

Op het uitgebreide energielabel zie je hoe vaak een accu opnieuw kan worden opgeladen totdat de totale capaciteit tot 80 procent daalt.

Uithoudingsvermogen

Uiteraard wordt er ook gekeken naar de gebruiksduur van een telefoon of tablet als deze volledig is opgeladen. Door het uitvoeren van een zogeheten reallife-situatie wordt het gemiddelde gebruik van een smartphone geëmuleerd. Hoeveel uur en minuten je met de smartphone kunt werken op die enkele lading, wordt op het label getoond.

Hoelang houdt de batterij van de telefoon of accu het vol bij gemiddeld gebruik? Ook dat zie je op het energielabel terug.

Vrije val

Een van de andere eigenschappen waarop wordt getest, is de vrije val-test. Hoe snel gaat een telefoon kapot als je deze vanaf een bepaalde hoogte op een harde ondergrond laat vallen? Misschien vraag je je af wat dit met duurzaamheid te maken heeft? Nou, heel veel: als je telefoon snel kapot gaat als je hem laat vallen, moet je al snel een nieuwe. Niet heel duurzaam dus. Op het energielabel vind je de valbestendigheid tussen de A en E. Hoe lager de letter (A), des te beter kan zo'n telefoon een val overleven. De test is gebaseerd op een val van 1 meter boven een verharde ondergrond en wordt met vijf modellen van hetzelfde toestel tot wel 270 keer uitgevoerd.

Valtest vanaf 1 meter, hoe minder snel een telefoon stuk gaat, des te hoger is het label dat hij toegekend krijgt.

Elke keer dat een telefoon is gevallen, wordt gecontroleerd of het scherm nog functioneert en reageert op aanrakingen, of de camera het nog doet, of de mobiele functies als wifi en mobiel nog werken, of de telefoon kan worden opgeladen en of de audio nog goed functioneert. Barsten in het frame of het glas worden wel geaccepteerd, mits de telefoon nog veilig kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld als het glas wel gebarsten is, maar geen splinters heeft.

Hoe goed een telefoon beschermd is tegen valschade is ook onderdeel van het energielabel. Het scherm mag daarbij overigens wel gebarsten zijn, het is geen glastest.

Bescherming tegen stof of water

Ook de zogeheten IP-tests (IP = Ingression Protection, of indringbescherming) worden uitgevoerd bij de telefoons en zijn een belangrijk onderdeel van de algehele score die een telefoon krijgt. De apparaten worden getest op het binnendringen van stof en water. De waterbestendigheidstest controleert bijvoorbeeld of een smartphone bestand is tegen spatwater vanuit verschillende richtingen, zonder dat de werking of veiligheid van het toestel wordt aangetast. Hiermee wordt gegarandeerd dat een telefoon in elk geval bestand is tegen vocht, bijvoorbeeld bij het gebruik tijdens een regenbui, het morsen van vloeistof of het gebruik van natte handen.

Of een telefoon waterdicht is, wordt ook getest.

Repareerbaarheid

Een ander duurzaamheidsonderdeel waar de EU goed naar kijkt, is de repareerbaarheid van een smartphone. Dat omvat een groot aantal parameters, zoals welke onderdelen makkelijk te vervangen zijn, in hoeverre een consument bepaalde onderdelen zelf kan vervangen, en hoelang en hoe goed bepaalde onderdelen van de telefoon op voorraad zijn.

Zelf zoeken op de EPREL-site is lastig

Het zelf zoeken van gegevens van smartphones en tablets op de EPREL-site is niet heel eenvoudig. Dat komt omdat de algemene productwebsite gemaakt is om te zoeken op merk of op typenummer. Dat is prima voor wasmachines of koelkasten, die je vaak aantreft als merk+typenummer, maar bij smartphones werkt dat anders. Een model als de Samsung Galaxy S25 bijvoorbeeld zul je niet vinden met een zoekopdracht op 'S25 'of 'Galaxy S25', maar alleen op het typenummer SM-S931B. Dat typenummer wordt echter bijna nergens gecommuniceerd en is ook niet wat Samsung communiceert in bijvoorbeeld marketing-uitingen.

Ook kun je niet zoeken op EAN-code, terwijl die code juist kan worden gebruikt om een exact model van een bepaald product te kunnen vinden. Kortom: wat het zoeken van de gegevens van een smartphone betreft kan de EU nog wel wat verbeteren.

De EU wil dat smartphones langer meegaan en eenvoudiger te herstellen zijn – zowel door professionele reparateurs als (in bepaalde gevallen) door consumenten zelf. De eisen met betrekking tot repareerbaarheid blijven minimaal zeven jaar gelden na het einde van de verkoop van een model.

©WICHAN SHOP

Als het aan de EU ligt, moeten consumenten ook zelf telefoons kunnen repareren.

Een fabrikant van een smartphone moet garanties kunnen geven met betrekking tot de ondersteuning van een telefoon. Als een toestel op de Europese markt wordt uitgebracht, mag de consument verwachten dat een telefoon zeven jaar na het verschijnen van de telefoon op de markt nog steeds gerepareerd kan worden.

Onderdelen

De reparatie- of 'vervangarantie' geldt voor alle essentiële onderdelen van een smartphone of tablet, zoals de accu, camera's, externe poorten voor audio en opladen, de microfoons en luidsprekers, de knoppen en de scharnieren als het een opklapbare telefoon betreft. De fabrikant moet zelfs de schroefjes op voorraad hebben als de originele niet meer kunnen worden gebruikt.

De bovenste onderdelen kunnen door een fabrikant of een telefoonreparateur worden gerepareerd, maar de EU vindt dat ook consumenten zelf onderdelen moeten kunnen bestellen en vervangen, zoals de accu, de achterzijde, de hele beeldschermunit en de oplader. Voor die zelfrepareerbaarheid krijgt een telefoon ook een waardering van A t/m E. De fabrikant is daarnaast verplicht om aan te geven waar reserveonderdelen te verkrijgen zijn, welk gereedschap er nodig is om de reparatie te kunnen uitvoeren en waar je de benodigde handleidingen kunt vinden.

Hoelang de telefoon wordt ondersteund qua software-updates en interne onderdelen wordt ook vermeld en de telefoon krijgt hiervoor een eigen classificatie.

Reparatie-index

Telefoonfabrikanten moeten dus uitgebreide informatie geven over hoe je je smartphone kunt repareren, maar ook over de complexiteit van de reparatie. Zijn de onderdelen die je wilt vervangen bijvoorbeeld makkelijk te bereiken, of moet je eerst andere onderdelen verwijderen om erbij te kunnen? Ook dat wordt allemaal opgenomen in de uiteindelijke classificering van de telefoon: hoe minder stappen er nodig zijn, des te hoger is de score die wordt toegekend.

Hoe makkelijk is een telefoon te repareren en hoelang zijn reserve-onderdelen beschikbaar? Dat geeft dit onderdeel van het energielabel aan.

Tot slot

De Europese Unie heeft met het nieuwe energielabel voor smartphones een goede stap gezet in de richting van duurzaamheid. Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat fabrikanten meer hun best gaan doen om een zo makkelijk mogelijk te repareren telefoon uit te brengen. Deze strengere regels in de EU betekenen ook dat deze toestellen in andere landen buiten de EU makkelijker te repareren zullen zijn, omdat een telefoonfabrikant waarschijnlijk niet compleet verschillende uitvoeringen van een model smartphone gaat maken. Maar of consumenten in landen buiten de EU ook zo makkelijk zelf aan onderdelen kunnen komen, is dan nog maar de vraag; deze mate van tegemoetkoming aan of bescherming van de consument gelden vaak niet in andere landen. Fabrikanten hoeven deze informatie dus niet beschikbaar te stellen in landen buiten de EU.

▼ Volgende artikel
Stormcodes: Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?
Huis

Stormcodes: Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?

Er is vandaag storm op komst en voor grote delen van het land is zelfs code oranje afgegeven. Het KNMI geeft altijd kleurcodes bij zwaar en gevaarlijk weer, maar hoe werkt dat ook al weer?

De kleurcodes voor weerswaarschuwingen van het KNMI geven aan wat de verwachte impact is van gevaarlijk weer. Er zijn vier kleurcodes: groen, geel, oranje en rood. Iedere kleurcode heeft een specifieke betekenis.

🟢 Code groen: Staat voor normaal weer, waarbij er geen noodzaak is voor speciale waarschuwingen.

🟡 Code geel: Hiermee word je opgeroepen om extra op te letten, zeker als je van plan bent de deur uit te gaan, omdat het weer mogelijk gevaarlijk wordt. Deze code kan tot 48 uur voor het verwachte weerfenomeen worden uitgegeven.

🟠Code oranje: Duidt op extreem weer, waarbij de kans op schade, verwondingen of veel hinder zeer aanwezig is. Deze code kan 24 uur van tevoren worden afgegeven. Op dit moment wordt code oranje voor storm Benjamin uitgegeven voor Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Holland.

🔴 Code rood: Is het ernstigste weeralarm, voor extreem weer dat zo'n hevige impact kan hebben dat het de samenleving kan verstoren.

Voor elke kleurcode gelden specifieke criteria, afhankelijk van het weertype, zoals regen, sneeuw, onweer, wind, temperatuur en zicht. Bij wind wordt code geel uitgegeven als er een kans is op windstoten van meer dan 75 km per uur. Bij verwachte windstoten boven de 100 km per uur zullen zijn, wordt het code oranje. Voor vandaag worden er in de kustprovincies zelfs zeer zware windstoten tot 120 kilometer per uur verwacht!

Storm Benjamin: waarom hebben stormen eigenlijk soms een naam?

Vandaag trekt storm Benjamin over Nederland. Door het geven van namen aan stormen probeert het KNMI (net als andere meteorologische instituten in andere landen dat ook doen) mensen alert te maken op de risico’s. Dat stormen een naam krijgen, vindt 52 procent van de Nederlanders een goed idee; 30 procent vindt dat niet noodzakelijk.

©www.knmi.nl

Krijgen alle stormen een naam?

In Nederland wordt er eigenlijk alleen een naam gegeven aan stormen waarvoor code oranje of code rood wordt uitgegeven. In een enkel geval krijgt een storm ook al bij code geel een eigen naam. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer de kans groot is dat er opgeschaald moet worden naar code oranje, of omdat de storm in het Verenigd Koninkrijk is ontstaan en daar al een naam heeft gekregen. De namen voor dit jaar vindt je op de lijst Stormnamen 2025-2026.

Lees ook: Koopgids weerstations: zo vind je het beste weerstation voor thuis