De rol van Section 230 in de internetcensuur-discussie

© PXimport

De rol van Section 230 in de internetcensuur-discussie

Geplaatst: 8 februari 2021 - 08:30

Aangepast: 17 november 2022 - 08:57

Laura Jenny

Trump wilde er graag vanaf. Het omstreden Section 230. Het is de communicatiewet die onder andere technologiebedrijven beschermd. De vraag is echter of deze uit 1996 daterende wet nog wel zo passend is bij de huidige wereldsituatie, nu internet een veel grotere rol in ons leven speelt.

In 1996 werd Artikel 230 van de Communications Decency Act een feit. Het internet was toen nog opkomend en er werd verwacht dat het een plek zou zijn van getrol, onfatsoenlijkheid en pesterijen. Moderatie was dus nodig, vandaar dat internetbedrijven dankzij deze regel moderators in dienst konden nemen om posts te verwijderen. Tegelijkertijd moest het internet ook een vrije plek zijn, waar volop kon worden ontwikkeld.

Het Amerikaanse ministerie van Justitie onder Trump wilde er een wetsvoorstel doorheen krijgen, waardoor Section 230 zou veranderen. Artikel 230 betekent namelijk dat techbedrijven geen verantwoordelijkheid dragen voor wat hun gebruikers op het platform plaatsen. Bovendien is het aan de techbedrijven zelf om te verwijderen wat ze willen. Dit is wat er precies staat: “Geeneen aanbieder of gebruiker van een interactieve computerdienst mag worden behandeld als een uitgever of spreker van de informatie die is gemaakt door een andere aanbieder van de informatie.”

Daarnaast is er een clausule die de platformen de ultieme macht geven. Computerdiensten kunnen alle content verwijderen die ze smerig, lustig, onzedelijk, obsceen, hevig gewelddadig, intimiderend of op een andere manier verwerpelijk vinden. Kortom, als Facebook, Twitter of Google iets verwerpelijk vinden, om wat voor reden dan ook, dan hebben deze bedrijven altijd de macht om berichten of zelfs hele gebruikersprofielen te verwijderen.

Kwestie van macht

Vooral dat laatste is iets waar Trump een hekel aan had. Regelmatig deed hij uitspraken die door bijvoorbeeld Twitter als geweld oproepend werden gezien, waarna de tweet achter een waarschuwing kwam te staan, werd verwijderd of uiteindelijk de reden was om het volledige account te verwijderen. De redenen die Trump had om te morrelen aan Section 230 zijn duidelijk. Het is nu aan president Biden om te bepalen wat ermee gaat gebeuren.

Er is echter meer wat wordt beïnvloed door Artikel 230. Zo behouden techbedrijven veel macht door zich achter de wet te kunnen verschuilen. Ze hoeven hierdoor bijvoorbeeld niet transparant te zijn over hun moderatiebeleid. Het verschaft de bedrijven een soort godenstatus. Ze kunnen immers nooit worden aangesproken op praktijken die op hun platforms plaatsvinden, ook als het gaat om wat zij zelf doen op het platform.

Aan de ene kant is die macht niet goed, aan de andere kant is het de vraag of het eerlijk is om een technologiebedrijf verantwoordelijk te maken voor de content die gebruikers plaatsen. Denk bijvoorbeeld aan iemand die illegale films of muziek plaatst. Ligt de verantwoordelijkheid bij die persoon of bij het platform waarop het geplaatst wordt? Facebook-ceo Mark Zuckerberg heeft dan ook al eens gezegd dat Facebook slechts het marktplein is waarop mensen vrij moeten zijn om zich uit te spreken. 

 

© PXimport

Hoewel Section 230 klinkt als iets wat in Amerika een politiek probleem is, heeft de regel wel degelijk invloed op ons. En zelfs zo’n beetje het hele internet. Immers zijn de meeste grote internetbedrijven gevestigd in Amerika en dienen ze aan die wetgeving te voldoen. In Nederland gebruikten er in 2020 volgens onderzoek van Newcom Research 10,4 miljoen mensen Facebook, 9,1 miljoen YouTube en 5,6 miljoen Instagram. Dit zijn stuk voor stuk bedrijven uit de Verenigde Staten die Artikel 230 volop gebruiken.

Nu is dat verschuilen achter Section 230 tot daar aan toe als het gaat om politieke uitingen van een president, maar er zijn ook heel andere situaties waarin deze bedrijven hun handen van de content af kunnen trekken. Denk aan pedofielengroepen die zich verenigen op Facebook, bedrijven die pro-nazi-producten aanbieden op Amazon en een terrorist die zijn afscheidsvideo deelt op YouTube voordat hij een bloedbad aanricht. Kinderen die elkaar pesten, volwassenen die zonder toestemming seksfoto’s van elkaar delen, enzovoort. 

Waar Artikel 230 de social mediabedrijven enorm veel macht geeft, geeft het ook de gebruikers enorm veel vrijheid. Tegelijkertijd heeft de overheid de grootste moeite om ook maar iets in de melk te kunnen brokkelen.

Wat er al gedaan wordt

Hoewel de bedrijven wel modereren, hoeft het niet. Deze ondernemingen hebben ook zoveel gebruikers, dat het onmogelijk is om alle content te controleren. Ze zouden niet kunnen bestaan als modereren op alle posts verplicht was. Kortom, het internet was absoluut niet dezelfde plek geweest zonder Section 230. Tegelijkertijd is het nu de vraag of er niet iets moet worden aangepast om de macht van de internetbedrijven in te perken. Echter heeft dat al gauw invloed op het gevoel van online vrije meningsuiting van internetgebruikers. Wat ondanks alle ellende die met Artikel 230 gepaard gaat, nog steeds belangrijker wordt gevonden.

Tegelijkertijd is er wel extra wet- en regelgeving van toepassing op Section 230. Zo hebben Twitter, Facebook, Microsoft en YouTube in 2016 besloten om de servicevoorwaarden aan te passen en te werken volgens de gedragscode van de Europese Commissie. Deze is in het leven geroepen om haatzaaien tegen te gaan. Lokaal kunnen er bovendien nog meer regels van kracht zijn. Duitsland heeft bepaald dat social media-sites binnen 24 uur na het bekend worden van haatzaaiende uitspraken op het platform, moet zorgen dat deze zijn verwijderd. Dus als een internetdienst zaken wil doen in Duitsland, dan moet het werken volgens die wet- en regelgeving.

Terug naar de Verenigde Staten. Is Section 230 nog steeds een heet hangijzer, nu Trump is vertrokken? Dat is het wel degelijk. Hoewel Biden zich nog niet in detail heeft uitgelaten over de wet, is hij er niet blij mee. Hij wil Artikel 230 in zijn geheel opheffen, want hij meent dat Facebook en Google helemaal niet meer alleen maar internetbedrijven zijn. Ze zijn meer dan dat en ze propageren willens en wetens valse informatie, meent hij. 

Biden is dus duidelijk van plan om iets met die omstreden regel te doen, maar heeft het nog niet officieel op de agenda gezet sinds hij president is geworden. Dat er nog veel gestreden gaat worden om Artikel 230, dat is duidelijk. Dat is immers al een feit sinds de wet er is.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten