ID.nl logo
18 tips voor fotograferen met je smartphone
© Reshift Digital
Huis

18 tips voor fotograferen met je smartphone

Smartphones, maar ook tablets, hebben tegenwoordig goede camera's. Je hoeft niet langer meer per se een spiegelreflexcamera te hebben dus. Om mooie foto's te maken moet je wel de basisbeginselen van fotografie onder de knie krijgen. Met deze 18 tips wordt fotograferen met je smartphone een makkie.

Tip 01: Stevige grip

Je staat er misschien niet bij stil, maar je maakt zichtbaar betere foto’s en filmpjes door je smartphone stevig vast te houden. Als je erop let, zie je dat mensen hun telefoon vaak nogal nonchalant bedienen. Ze houden het toestel bijvoorbeeld met één hand losjes vast en nemen ‘en passant’ een filmpje op of schieten een foto. De kans is erg groot dat foto’s niet helemaal scherp en filmpjes schokkerig worden, doordat het toestel een beetje beweegt tijdens de opname. Houd je smartphone daarom liefst met twee handen vast zodra je opnamen maakt, net als bij een gewoon fototoestel. Dan beweegt of trilt het toestel minimaal. Oefen daarnaast zo min mogelijk druk uit op het scherm om af te drukken, want anders duw je het toestel precies op het kritieke moment van je af. Een vluchtige aanraking is meer dan voldoende, het is immers geen fysieke knop. Ook bij minder licht krijg je direct betere foto’s en films, want dan is de camera ultragevoelig voor zelfs de lichtste beweging. 

©PXimport

Tip 02: Afdrukknop

Om een foto of film te maken, gebruik je doorgaans de virtuele afdrukknop die je op het scherm ziet, maar het kan ook anders. Bij vrijwel elke smartphone en tablet kun je hier namelijk ook de volumeknop aan de zijkant van het toestel voor gebruiken. Omdat het (anders dan bij een gewone camera) niet echt uitmaakt in welke positie je de telefoon of tablet houdt (rechtop, liggend of ondersteboven), kun je zo ook mooi kiezen welke methode je wanneer handig vindt. Als je het toestel rechtop stevig met twee handen vasthoudt (om bij weinig licht de camera zo stil mogelijk te houden), kun je vaak precies met je duim op de volumeknop aan de zijkant afdrukken. In liggende stand zit soms een van je wijsvingers bij de knop in de buurt, maar komt het ook voor dat de virtuele knop op het scherm toch handiger is. Kortom, kies per situatie de meest praktische afdruknop.

©PXimport

Tip 03: Snel paraat

Een gewone camera zet je aan en is direct klaar om foto’s te maken. Bij een smartphone of tablet fotografeer en film je via een app. Je moet dus eerst de smartphone ontgrendelen en daarna de app nog zoeken en opstarten. Als je ergens snel een foto van maken, dan kunnen die extra handelingen vervelend zijn. Gelukkig kan het sneller en makkelijker, want je kunt de camera direct vanaf het vergrendelscherm opstarten. Op een iPhone veeg je vanaf iOS-versie 10 op het vergrendelscherm naar links, zodat de camera vanaf de rechterzijde het beeld in schuift. Bij andere tablets en smartphones versleep je meestal een camerapictogram. Op sommige toestellen activeer je de camera ook met een druk op een fysieke knop.

De camera kun je direct vanaf het vergrendelscherm opstarten om nog sneller te fotograferen

-

Tip 04: Technisch goed

Bij het maken van een foto zijn er op technisch vlak grofweg twee dingen om rekening mee te houden. De foto moet scherp zijn en de belichting moet kloppen. Het mooie is dat jouw smartphone dit allemaal automatisch voor je regelt. Of althans, probeert dat zo goed mogelijk te doen. Het is en blijft een apparaat, dus blijft het belangrijk dat jij in de gaten houdt of alles wel naar wens verloopt. Waar nodig kun je ingrijpen om de automatiek te corrigeren. Dat is nu eenmaal nodig bij zowel gewone camera’s, als smartphones en tablets.

©PXimport

Tip 05: Scherpstellen

Laten we met scherpstellen beginnen. Zodra je jouw telefoon of tablet ergens op richt, zal de camera razendsnel scherpstellen. Oudere modellen hadden hier best wat tijd voor nodig, maar vooral recente toestellen zijn hier razendsnel mee. Het kan nog steeds een keertje fout gaan, dat wel. Wordt bijvoorbeeld een boom in de verte scherp, in plaats van een persoon op de voorgrond? Dit komt vooral voor als je een persoon of voorwerp wat meer aan de zijkant in beeld neemt in plaats van exact in het midden. De camera raakt dan soms in de war. Tik dan op het scherm op de persoon om het hoofdonderwerp alsnog aan te wijzen. De camera stelt nu opnieuw scherp en ditmaal wel op de goede plek.

©PXimport

Tip 06: Belichting

Tegelijk met de scherpstelling wordt ook de belichting door de camera bepaald. Zowel als je het aan de camera overlaat, als wanneer je zelf een punt op het scherm aanwijst. Vooral als de voorgrond aanzienlijk lichter of donkerder is dan de achtergrond, wil het beeld nog weleens overbelicht of onderbelicht raken. Je kunt dan ergens anders op het scherm tikken om dit te corrigeren, maar ook de scherpstelling verandert dan. Dus tik niet op een verre bergketen als je een portretfoto maakt. Beter en makkelijker is het om belichtingscompensatie te gebruiken. Daarmee maak je een foto of film naar smaak lichter of donkerder, zonder aan de scherpstelling te komen. Vaak moet je eerst op het onderwerp tikken, waarna je via een schuifbalk de helderheid aanpast. Op Android-toestellen kan het ook een optie in het cameramenu zijn.

©PXimport

Tegelijk met de scherpstelling wordt ook de belichting door de camera bepaald

-

Tip 07: Vastzetten

In bepaalde situaties kan het handig zijn de scherpstelling en belichting te vergrendelen. Bijvoorbeeld wanneer je meerdere foto’s van hetzelfde onderwerp na elkaar wilt maken, of je alvast klaarstaat omdat er straks iets in beeld komt wat je wilt vastleggen. Je wilt dan niet telkens op het scherm moeten tikken om het juiste scherp en goed belicht te krijgen. Dan is het handig dat je de scherpstelling en belichting kunt vergrendelen. Meestal doe je dat door een vinger eventjes op het scherm gedrukt te houden totdat een vergrendelingsbericht verschijnt. Vanaf dat moment kun je zorgeloos foto’s en films maken. De scherpstelling en belichting blijven al die tijd exact hetzelfde, ook als je de camera ergens anders op richt. Haal de vergrendeling dus wel weer weg zodra het licht of de afstand tot het onderwerp verandert, want anders mislukken je foto’s en films. Je doet dat door ergens op het scherm te tikken.

©PXimport

Tip 08: Continustand

Soms speelt een gebeurtenis zich echt heel snel af. Maak je dan één foto, dan pak je misschien net niet het allermooiste moment, of je grijpt er zelfs helemaal naast. Denk dan aan het fotograferen van sport, snelle auto’s, rennende dieren en kinderen … allemaal situaties waar je maar weinig reactietijd hebt. Bij veel smartphone- en tablet-camera’s schakelt de camera over naar de zogeheten burst- of continustand wanneer je de ontspanknop ingedrukt houdt. Het toestel blijft dan heel snel achter elkaar foto’s maken tot je de knop weer loslaat. Op die manier heb je een veel grotere trefkans. Je hoeft na afloop alleen de fotoreeks nog maar af te speuren naar de beste foto’s. De rest mag meteen weer weg. Op sommige apparaten moet je de functie eerst in de instellingen inschakelen.

©PXimport

Tip 09: Gezichtsdetectie

Steeds vaker zit er gezichtsdetectie op een smartphone of tablet. Daarmee fotografeer en film je een stuk zorgelozer als je mensen in beeld neemt. Zodra één of meer gezichten gedetecteerd zijn, blijft de camera ze automatisch door het beeld volgen. Dus als jij de camera een beetje anders richt of iemand doet een paar stappen opzij, blijven de gedetecteerde personen al die tijd netjes scherp en goed belicht. Het is in die gevallen dan ook niet echt nodig om op het scherm te tikken om aan te geven wat het onderwerp is. Tenzij de camera er niets van bakt of er ineens een wildvreemde toerist voor die mooie berg in de verte gaat staan natuurlijk. Ook als de verkeerde persoon gedetecteerd wordt in een wat grotere groep mensen, kun je beter de juiste persoon even aantikken zodat die optimaal scherp wordt. Sommige camera’s hebben ook een lachsluiter, waarbij automatisch een foto wordt gemaakt als een lachend gezicht wordt gedetecteerd.

©PXimport

Zodra gezichten gedetecteerd zijn, blijft de camera ze automatisch volgen

-

Tip 10: Compositie

Naast technische zaken zoals belichting en scherpstelling, is ook compositie erg belangrijk. Daarmee bedoelen we hoe je iets in beeld neemt. Het is een kwestie van smaak, maar er zijn wel wat stelregels. Zo oogt een foto doorgaans prettiger als je het hoofdonderwerp niet precies in het midden plaatst. Laat bijvoorbeeld wat ruimte vrij in de kijkrichting bij een portretfoto of als in een film iemand aan het woord is. Hetzelfde geldt wanneer je een voorwerp fotografeert of een rijdende auto filmt. Fotografeer bijvoorbeeld schuin van voren en laat voor het object weer wat ruimte vrij. Als je een mooi landschap vastlegt, mag de horizon zich gerust ergens boven in het beeld bevinden. Gaat het juist om de mooie wolkenlucht of zonsondergang, dan draai je het om. Niet het beeld natuurlijk, maar dan neem je vooral veel lucht in beeld zodat het landschap een ondergeschikte rol krijgt.

Tip 11: Regel van derden

Veelgebruikte compositieregel bij zowel fotograferen als filmen is de zogenaamde regel van derden. Hierbij verdeel je het beeld via twee denkbeeldige horizontale en verticale lijnen in negen vlakken. De bedoeling is dat je het hoofdonderwerp op of in de buurt van zo’n lijn plaatst. Of nog beter, op het kruispunt van een horizontale en een verticale lijn. Om je hierbij te helpen, kunnen nagenoeg alle smartphones en tablets een raster op het scherm laten zien. Dat maakt het een stuk makkelijker om het onderwerp te positioneren. Nogmaals, je hoeft je hier echt niet strikt aan te houden. Soms staat het zelfs heel mooi om iets exact in het midden te plaatsen, met name om symmetrie te benadrukken. Denk aan een reflectie op een wateroppervlak, waardoor de bovenste en onderste helft exact elkaars spiegelbeeld zijn. Als je via de regel van derden werkt, is het extra belangrijk om op te letten of er goed scherp wordt gesteld. Camera’s zijn namelijk geneigd om het onderwerp eerst in het midden op te zoeken. Je zult dus wat vaker op het scherm moeten tikken om het juiste onderwerp aan te wijzen.

©PXimport

Tip 12: Licht is alles

De beste foto’s en films maak je bij mooi licht. Zelfs eenvoudige onderwerpen komen dan tot leven. Buiten ben je sterk afhankelijk van de zon en de weersomstandigheden. Vooral bij een lage zonnestand is het licht mooi en ontstaan indrukwekkende lange schaduwen. Vandaar dat de eerste uren na zonsopkomst en de laatste uren voor zonsondergang erg populair zijn. Binnen zijn we vaak afhankelijk van kunstlicht. Zorg dan dat het onderwerp goed in het licht staat. Gebruik dus niet het donkerste hoekje van de huiskamer, maar zoek bewust een plek op waar sfeervol licht is. Overdag kun je iemand bij een raam laten plaatsnemen, of een voorwerp op een tafeltje neerleggen. Is het zonlicht fel, schuif dan de vitrage dicht (niet de gordijnen), daarmee verzacht je het licht. Neem vervolgens ergens tussen het raam en je onderwerp plaats, dat nu mooi vanaf de voorzijde verlicht wordt en zich meer naar achteren vaak deels nog in de schaduw bevindt.

Vooral bij een lage zonnestand is het licht mooi en ontstaan indrukwekkende lange schaduwen

-

Tip 13: Niet zoomen

Op een smartphone of tablet zit een vaste groothoeklens. Dit betekent dat de camera een vrij brede blik heeft en er nogal veel tegelijk op de foto te zien is. Veel mensen zijn daarom geneigd om meteen in te zoomen, zodat het onderwerp groter in beeld komt en eventuele storende objecten in de omgeving wegvallen. Helaas is dit niet verstandig. Op een zeldzame uitzondering na, heeft een smartphone of tablet namelijk geen zoomlens, maar een lens die één vaste stand kent: groothoek. Zoom je op je telefoon of tablet dus in, dan vergroot je apparaat eigenlijk het digitale beeld zodat het lijkt of alles groter wordt. Hoe sterker je inzoomt, hoe meer beeldmateriaal er langs de randen wordt weggesneden. Het midden wordt dus alsmaar verder opgeblazen. Dit gaat ten koste van de beeldkwaliteit. Op een telefoonscherm lijkt het nog mee te vallen, maar op een televisie- of computerscherm (of als je inzoomt bij het terugkijken), blijft er nog maar weinig van de foto over. Kleuren zijn vaal, het beeld ziet er wat smoezelig uit en er zijn geen fijne details meer in te bekennen.

©PXimport

Tip 14: Voetenzoom

Als het even kan, gebruik je de zoomfunctie dus niet. Dan behoud je de allerhoogste beeldkwaliteit en kun je straks veel meer met je foto’s en films doen. Denk aan bekijken op een groot scherm of het maken van (grote) fotoafdrukken. Ga liever iets dichter bij je onderwerp staan als je dat groter in beeld wilt hebben. Kan of mag dat niet? Probeer de omgeving dan zo in beeld te brengen dat het iets aan de foto of film toevoegt en het dus niet meer stoort. De meeste mensen zijn geneigd om het hoofdonderwerp veel te groot in beeld te nemen, waardoor de context verloren gaat. Een Zwitserse koe is bijvoorbeeld gewoon maar een koe (wel met een mooie bel om de nek) als je helemaal inzoomt of te dichtbij staat. Je laat het echte vakantiegevoel pas in je foto’s en films zien als je ook de omgeving in beeld neemt. Bijvoorbeeld de alpenwei met het frisse groene gras en de kleurrijke weidebloemen, de besneeuwde toppen en het dal met het blauwe meer op de achtergrond.

©PXimport

De meeste mensen zijn geneigd om het hoofdonderwerp veel te groot in beeld te nemen

-

Tip 15: Heldere lens

Kijk ook eens zelf in de lens. Letterlijk. Wat we hiermee bedoelen, is dat het verstandig is om regelmatig de lens van de camera schoon te maken. Je hebt die telefoon of tablet namelijk de hele dag op zak of op tafel liggen, dus er verzamelt zich in een mum van tijd vuil en vettigheid op de lens. Dat zie je niet zo snel omdat de lens zo enorm klein is, maar het heeft wel nadelige invloed op foto’s. Heb je weleens een rare mist rondom verlichting of de zon gezien, of lange strepen die dwars door het beeld lopen? Dat effect wordt bijna altijd door een vettige lens veroorzaakt. Maak de lens schoon met een zacht doekje, het liefst een speciaal lesdoekje, al kan het ook met een brillendoekje of een (schoon) shirt. Niet met een stukje keukenrol, want daar kunnen houtfragmenten in zitten die de coating van de lens aantasten … en natuurlijk al helemaal nooit met iets wat schuurt.

Tip 16: Lensflare

Effecten die je niet kwijtraakt met een schone lens, ontstaan zodra je een smartphone of tablet in de richting van een lichtbron zoals de zon of een felle lamp richt. Je krijgt dan gekleurde vlekken te zien die allerlei vormen kunnen aannemen, of een kleurwaas over de complete foto. Deze verschijnselen worden lensflare genoemd. Bij gewone camera’s heb je dit minder snel, omdat vaak een flinke zonnekap wordt meegeleverd. Fotografeer of film je richting de zon of andere felle verlichting, dan helpt het enorm als je het licht met je hand of iets als een stuk karton afschermt. De flare ben je dan meteen weer kwijt. Let op: dit lukt alleen als je het licht ook echt kunt afschermen. Bijvoorbeeld bij een plafondlamp of als de zon schuin boven je staat. Overigens kan lensflare ook best mooi staan, het wordt veel gebruikt om meer sfeer in foto’s te krijgen.

©PXimport

Tip 17: Welke camera?

Telefoons en tablets hebben vrijwel altijd meerdere camera’s. De mooiste foto’s en films maak je met de camera aan de achterzijde, dus aan de niet-schermkant. Die camera biedt de meeste mogelijkheden en de hoogste beeldkwaliteit. De camera aan de voorzijde (de schermkant) is eigenlijk alleen bedoeld voor beeldbellen en het maken van selfies. Dan telt de kwaliteit minder. De resolutie is bijna altijd lager, de lens is minder lichtsterk en er zit vrijwel nooit autofocus op (de scherpstelling staat altijd vast). Je kunt dus veel beter de hoofdcamera aan de achterzijde gebruiken, al moet je dan vast enkele pogingen wagen voordat je er goed opstaat, omdat je nu niet op het scherm kunt meekijken. Je zelfportretten gaan er wel met sprongen op vooruit.

De mooiste foto’s en films maak je met de camera aan de achterzijde

-

Welke app?

In dit artikel richten we ons vooral op de mogelijkheden van de standaard camera-app die je op je iPhone of Android-telefoon vindt. Deze apps hebben echter hun beperkingen, waardoor je misschien liever een camera-applicatie van een derde partij gebruikt. Welke app moet je dan hebben? Daarover zijn de meningen verdeeld, maar wijzelf zijn erg te spreken over Open Camera voor Android. Niet zozeer als vervanging van de standaardcamera, maar eerder als aanvulling om er allerlei leuke en vooral handige camerafuncties bij te krijgen. Wil je meer lezen over Open Camera, sla dan dit artikel er eens op na. 

Tip 18: Liever zonder flits

Als het donkerder wordt, kan automatisch de flitser aanspringen. Dat is niet altijd iets om blij van te worden, want foto’s worden er vaak een stuk lelijker van. Het is een lampje dat alles op korte afstand in een (te) fel licht zet en niet verder dan enkele meters reikt. In de meeste gevallen kun je de flitser dan ook beter uitschakelen. Je foto’s houden dan meer sfeer omdat je alleen gebruikmaakt van het aanwezige licht en het koude flitslicht dit niet kan verpesten. Zonder flitser is het wel lastiger om in donkere situaties foto’s zonder bewegingsonscherpte te maken. Stevig vasthouden zoals beschreven in tip 1 helpt op een gegeven moment niet meer. Je moet nu ook steun zoeken om de camera echt goed stil te houden. Je kunt bijvoorbeeld tegen een muur leunen, of je ellebogen op een tafel, hek of laag muurtje plaatsen. Het beste werkt een ministatief met een houder waarin je smartphone past. Vervolgens kun je de volumeknop van je oordopjes als afstandsbediening gebruiken om trillingvrij te fotograferen en te filmen, of een timer instellen. Naarmate het donkerder wordt, kost het de camera wel steeds meer moeite om een goede foto te maken. Smartphones en tablets zijn helaas (nog) niet zo geschikt om in het donker te werken.

▼ Volgende artikel
Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap
© wertinio - stock.adobe.com
Huis

Vet goed verhaal: zo vervang je het filter van je afzuigkap

Zes op de tien Nederlanders vervangen nooit het filter van hun afzuigkap. Dat blijkt uit recent onderzoek van Afzuigkapwinkel.nl. Veel mensen weten niet eens dat dit nodig is. Een vervuild filter vangt vet en geur niet meer goed op. Daardoor wordt de luchtkwaliteit slechter en het risico op oververhitting of zelfs brand groter. Regelmatig vervangen dus. Hoe, dat leggen we stap voor stap uit.

In dit artikel

Een schoon filter is onmisbaar voor een goed werkende afzuigkap. In dit artikel lees je waarom regelmatig onderhoud belangrijk is, welke filters er zijn en hoe je ze stap voor stap vervangt.

Lees ook: Hoe kies je de juiste afzuigkap?

Waarom een schoon filter belangrijk is

Een afzuigkap werkt alleen goed als lucht vrij door het filter kan stromen. Zodra dat filter verzadigd raakt met vet of vuil, moet de motor harder werken en neemt de zuigkracht af. Daardoor blijven kooklucht, vocht en vetdeeltjes in huis hangen. Op termijn kan dat leiden tot schimmelvorming en een vettige aanslag op kastjes en muren. Door het filter op tijd schoon te maken of te vervangen, houd je de luchtstroming stabiel en de motor in conditie.

De verschillende filters in een afzuigkap

Elke afzuigkap bevat minstens één vetfilter. Dat zit aan de onderkant en vangt vetdeeltjes op die vrijkomen bij het koken. Bij moderne modellen wordt vaak een metalen vetfilter gebruikt, meestal van aluminium of roestvrij staal. Dat type kun je schoonmaken en hergebruiken. Oudere of goedkopere afzuigkappen hebben soms schuim- of papieren vetfilters die niet te reinigen zijn en dus regelmatig vervangen moeten worden.

Bij afzuigkappen die lucht niet naar buiten afvoeren, maar via de kap terug de keuken inblazen (recirculatie), komt er nog een extra filter bij: het koolstoffilter. Dit filter bevat actieve kool, een fijn zwart poeder dat geurmoleculen bindt. De lucht wordt door het filter gezogen, geuren blijven aan de koolstof kleven en de schone lucht stroomt weer naar buiten. Zodra de kool verzadigd raakt, neemt de werking af en komen kookgeuren weer terug in de keuken. Daarom is het belangrijk het koolstoffilter meerdere keren per jaar te vervangen.

Nieuwere afzuigkappen gebruiken soms een gecombineerd vet- en geurfilter, of zelfs een zogenoemd plasmafilter. Dat laatste werkt met elektrische ontladingen die vet- en geur­deeltjes afbreken en hoeft vrijwel nooit vervangen te worden. Dit systeem is vooral te vinden in duurdere keukens, maar wint terrein omdat het duurzamer en onderhoudsarm is.

©Maksims_Liene | fotoduets

Hoe vaak onderhoud je de filters?

De frequentie hangt af van hoe vaak en hoe vet je kookt. Wie dagelijks bakt of frituurt, moet het vetfilter elke maand schoonmaken. Reinig een metalen vetfilter in de vaatwasser op een heet programma met een normaal vaatwasmiddel. Vermijd agressieve reinigingsmiddelen, want die kunnen aluminium dof maken – dat is op zich niet schadelijk, maar vooral een kwestie van uiterlijk. Het koolstoffilter moet gemiddeld om de drie tot zes maanden vervangen worden. Wie minder kookt, kan iets langer wachten, maar wacht niet tot de zuigkracht merkbaar afneemt.

Zo vervang je het filter stap voor stap

Begin altijd met veiligheid. Zet de afzuigkap uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat de lampen even afkoelen. Verwijder daarna het oude vetfilter door de onderkant van de kap te openen of de clips los te maken. Maak meteen van de gelegenheid gebruik om de binnenzijde van de afzuigkap schoon te vegen met een sopje van warm water en ontvetter. Vet dat zich daar ophoopt, hindert de luchtstroom en kan nare geurtjes veroorzaken.

Plaats vervolgens het nieuwe filter op dezelfde plek. Zorg dat het goed aansluit en geen kieren heeft. Bij ronde koolstoffilters draai je ze vast op hun houder, terwijl vlakke filters meestal klemmen of klikken. Steek daarna de stekker weer in het stopcontact en test of de kap goed werkt. Als de luchtstroom krachtig aanvoelt en het geluid gelijkmatig is, zit alles goed gemonteerd.

©Andrii

Wanneer weet je dat het tijd is voor vervanging?

Er zijn duidelijke signalen dat het filter zijn werk niet meer doet. De afzuigkap maakt meer geluid, de zuigkracht neemt af en kooklucht blijft langer hangen. Sommige modellen hebben een lampje dat gaat branden zodra het filter aan vervanging toe is. Ruik je bij het aanzetten van de kap een muffe geur, dan is dat vaak een teken dat het vetfilter verzadigd is of dat het koolstoffilter zijn opnamecapaciteit kwijt is.

Maak er een gewoonte van

Een afzuigkapfilter hoort net zo goed op je onderhoudskalender als de batterij van je rookmelder. Noteer de vervangdatum of stel een herinnering in op je telefoon. Zo blijft het een vaste gewoonte in plaats van een klus die je telkens vergeet. Regelmatig onderhoud zorgt niet alleen voor frisse lucht, maar ook voor een langere levensduur van je afzuigkap.

Dus?

Een schone afzuigkap begint bij goed filteronderhoud. Het vetfilter houdt vet tegen, het koolstoffilter verwijdert geuren. Reinig het vetfilter maandelijks en vervang het koolstoffilter minstens twee keer per jaar. Zo blijft de lucht in je keuken fris, werkt de motor stiller en voorkom je onnodige slijtage of risico op brand.

Afzuigkapfilter nodig?

Vet veel keus
▼ Volgende artikel
Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past
© Family Veldman
Huis

Miele, Siemens, Bosch en AEG: zo kies je de wasmachine die bij je past

Je kiest een wasmachine niet op gevoel alleen. Je wilt schoon wasgoed, lage kosten per wasbeurt en een wasmachine die stil en betrouwbaar zijn werk doet. Vier namen domineren de markt: Miele, Siemens, Bosch en AEG. Alle vier sterk, maar elk met een eigen signatuur. In dit artikel ontdek de sterke punten van elk merk. Zo kun je goed vergelijken en de wasmachine kiezen die helemaal past bij jouw gezin en dagelijkse was.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Miele: voor langdurige prestaties en doseergemak

Wasmachines van Miele staan bekend om de hoge kwaliteit, nauwkeurige programma's en stille werking. Dat merk je aan het stabiele centrifugeren en een trommel die zorgvuldig met textiel omgaat. Het TwinDos-systeem neemt je dosering uit handen: twee reservoirs zorgen automatisch voor de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter. Zo voorkom je verspilling, blijft er minder schuim achter en blijven kleuren en vezels langer mooi. Heb je haast, dan is er PowerWash, dat in minder dan een uur een volle trommel schoon krijgt. SteamCare vermindert kreuk en frist gedragen kleding op zonder dat je een volledige wasbeurt hoeft te draaien. Miele koppelt deze functies aan de bekende duurzaamheid: je krijgt maar liefst 20 jaar garantie op onderdelen.

©Miele

Siemens: slimme sensoren en opfrissen zonder water

Wasmachines van Siemens delen techniek met zustermerk Bosch, maar het accent ligt op anders. Dankzij iSensoric-sensoren past de machine het programma voortdurend aan op belading en vervuiling, zodat je minder water en energie verbruikt zonder in te leveren op resultaat. Wie tijd wil besparen, gebruikt varioSpeed: programma's zijn merkbaar sneller klaar. Siemens biedt daarnaast de unieke sensoFresh-functie, waarmee je geurtjes uit kleding verwijdert met actieve zuurstof, zonder water of wasmiddel. Ideaal voor blazers, truien of sportkleding die alleen muf ruiken. Veel modellen beschikken ook over i-DOS automatische dosering en een antivlekkensysteem, zodat de was er met minimale moeite fris en schoon uitkomt.

©Siemens

Bosch: zuinig wassen met i-DOS en stabiele werking

Bij wasmachines van Bosch ligt de nadruk op gemak en efficiënt omgaan met water en wasmiddel. Belangrijk daarbij is i-DOS: je vult de reservoirs en de machine bepaalt zelf de juiste hoeveelheid wasmiddel, door met sensoren het  gewicht én de vuilgraad van je wasgoed te meten. Dat scheelt wasmiddel en zorgt ook voor de beste resultaten.. Dankzij varioPerfect kies je per wasbeurt tussen sneller of energiezuiniger draaien. Handig is ook dat je een programma kunt pauzeren om nog snel een kledingstuk toe te voegen. Staat de machine in de buurt van de woonkamer of op een houten vloer, dan zorgt het AntiVibration-ontwerp voor extra stabiliteit en minder geluid. Met ActiveWater Plus past Bosch het waterverbruik aan kleine ladingen aan, zodat je ook bij halve trommels zuinig wast.

©Bosch

AEG: zorg voor stoffen met slimme dosering en stoom

Wasmachines van AEG staan bekend om technologie die kleding langer mooi houdt. Een goed voorbeeld is AutoDose, waarbij de machine automatisch de juiste hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter doseert. ProSense past de duur en het verbruik van elk programma aan op de hoeveelheid was, zodat kleding nooit langer wordt gewassen dan nodig is. AEG wasmachines van de 8000 en 9000-serie beschikken bovendien over ÖKOMix: wasmiddel en wasverzachter worden eerst opgelost in water en pas daarna toegevoegd aan de trommel. Zo worden zelfs de meest delicate stoffen beschermd en blijven ze langer mooi. Tot slot helpt ProSteam om kreuk te verminderen en kleding op te frissen zonder volledige wasbeurt. Samen zorgen deze functies ervoor dat kleding schoner wordt, minder slijt en langer meegaat.

Bediening via een app

Bij alle vier de merken kun je de wasmachine bedienen met een app. Handig om op afstand een programma te starten, instellingen te wijzigen of een melding te krijgen zodra de was klaar is. De namen verschillen per merk: Miele@home bij Miele, Home Connect bij Bosch en Siemens, en My AEG Care bij AEG.

©Robert Rieger | Miele

Zo kies je gericht tussen deze vier merken

Begin bij je wasprofiel. Draai je veel en gevarieerd, dan ligt automatisch doseren met TwinDos (Miele), i-DOS (Bosch/Siemens) of AutoDose (AEG) voor de hand: je voorkomt verspilling en houdt resultaten stabiel. Leg je de nadruk op tijdswinst, dan bieden Siemens-functies als varioSpeed en de SpeedPerfect-opties bij Bosch uitkomst. Vind je het belangrijk dat je kleding langer mooi blijft en minder kreukt, kijk dan naar AEG met ProSense, ÖKOMix en ProSteam. Staat de wasmachine in of naast de woonkamer, let op demping en het geluidsniveau: Miele staat bekend om een stille werking, bij Bosch zorgt AntiVibration voor extra stabiliteit.

Kijk vervolgens naar de praktische kant. Het vulgewicht bepaalt hoeveel je per keer kwijt kunt: 7–8 kilo is ideaal voor kleinere huishoudens, terwijl 9–10 kilo beter past bij gezinnen of als je regelmatig beddengoed meedraait. Het toerental beïnvloedt hoe droog de was uit de trommel komt. Met 1400 toeren zit je in de meeste gevallen goed; 1600 toeren maakt wasgoed nog wat droger, al is dat niet voor elke stof geschikt. Het energielabel geeft een duidelijk beeld van het verbruik per cyclus. Hoe vaker je wast, hoe sneller een zuinige keuze zich terugverdient. Let tot slot op de programma's die jij vaak gebruikt, zoals korte wasbeurten, hygiënewas op 60 graden, speciale vlekkenprogramma's of stoomfuncties om kleding op te frissen en minder te hoeven strijken.

©Siemens

Conclusie

Miele, Bosch, Siemens en AEG leveren allemaal moderne, zuinige wasmachines met hun eigen sterke punten. De keuze hangt af van wat jij het belangrijkst vindt: automatisch doseren, een kortere programmaduur, extra stabiliteit en stilte of kleding langer mooi houden met stoom. Door je wasprofiel, capaciteit en gewenste functies te combineren, maak je snel een shortlist. Die kun je verder verfijnen door te filteren op vulgewicht, toerental en energielabel. Zo kom je uit bij de wasmachine die past bij jouw huishouden en manier van wassen.