ID.nl logo
18 tips voor fotograferen met je smartphone
© Reshift Digital
Huis

18 tips voor fotograferen met je smartphone

Smartphones, maar ook tablets, hebben tegenwoordig goede camera's. Je hoeft niet langer meer per se een spiegelreflexcamera te hebben dus. Om mooie foto's te maken moet je wel de basisbeginselen van fotografie onder de knie krijgen. Met deze 18 tips wordt fotograferen met je smartphone een makkie.

Tip 01: Stevige grip

Je staat er misschien niet bij stil, maar je maakt zichtbaar betere foto’s en filmpjes door je smartphone stevig vast te houden. Als je erop let, zie je dat mensen hun telefoon vaak nogal nonchalant bedienen. Ze houden het toestel bijvoorbeeld met één hand losjes vast en nemen ‘en passant’ een filmpje op of schieten een foto. De kans is erg groot dat foto’s niet helemaal scherp en filmpjes schokkerig worden, doordat het toestel een beetje beweegt tijdens de opname. Houd je smartphone daarom liefst met twee handen vast zodra je opnamen maakt, net als bij een gewoon fototoestel. Dan beweegt of trilt het toestel minimaal. Oefen daarnaast zo min mogelijk druk uit op het scherm om af te drukken, want anders duw je het toestel precies op het kritieke moment van je af. Een vluchtige aanraking is meer dan voldoende, het is immers geen fysieke knop. Ook bij minder licht krijg je direct betere foto’s en films, want dan is de camera ultragevoelig voor zelfs de lichtste beweging. 

©PXimport

Tip 02: Afdrukknop

Om een foto of film te maken, gebruik je doorgaans de virtuele afdrukknop die je op het scherm ziet, maar het kan ook anders. Bij vrijwel elke smartphone en tablet kun je hier namelijk ook de volumeknop aan de zijkant van het toestel voor gebruiken. Omdat het (anders dan bij een gewone camera) niet echt uitmaakt in welke positie je de telefoon of tablet houdt (rechtop, liggend of ondersteboven), kun je zo ook mooi kiezen welke methode je wanneer handig vindt. Als je het toestel rechtop stevig met twee handen vasthoudt (om bij weinig licht de camera zo stil mogelijk te houden), kun je vaak precies met je duim op de volumeknop aan de zijkant afdrukken. In liggende stand zit soms een van je wijsvingers bij de knop in de buurt, maar komt het ook voor dat de virtuele knop op het scherm toch handiger is. Kortom, kies per situatie de meest praktische afdruknop.

©PXimport

Tip 03: Snel paraat

Een gewone camera zet je aan en is direct klaar om foto’s te maken. Bij een smartphone of tablet fotografeer en film je via een app. Je moet dus eerst de smartphone ontgrendelen en daarna de app nog zoeken en opstarten. Als je ergens snel een foto van maken, dan kunnen die extra handelingen vervelend zijn. Gelukkig kan het sneller en makkelijker, want je kunt de camera direct vanaf het vergrendelscherm opstarten. Op een iPhone veeg je vanaf iOS-versie 10 op het vergrendelscherm naar links, zodat de camera vanaf de rechterzijde het beeld in schuift. Bij andere tablets en smartphones versleep je meestal een camerapictogram. Op sommige toestellen activeer je de camera ook met een druk op een fysieke knop.

De camera kun je direct vanaf het vergrendelscherm opstarten om nog sneller te fotograferen

-

Tip 04: Technisch goed

Bij het maken van een foto zijn er op technisch vlak grofweg twee dingen om rekening mee te houden. De foto moet scherp zijn en de belichting moet kloppen. Het mooie is dat jouw smartphone dit allemaal automatisch voor je regelt. Of althans, probeert dat zo goed mogelijk te doen. Het is en blijft een apparaat, dus blijft het belangrijk dat jij in de gaten houdt of alles wel naar wens verloopt. Waar nodig kun je ingrijpen om de automatiek te corrigeren. Dat is nu eenmaal nodig bij zowel gewone camera’s, als smartphones en tablets.

©PXimport

Tip 05: Scherpstellen

Laten we met scherpstellen beginnen. Zodra je jouw telefoon of tablet ergens op richt, zal de camera razendsnel scherpstellen. Oudere modellen hadden hier best wat tijd voor nodig, maar vooral recente toestellen zijn hier razendsnel mee. Het kan nog steeds een keertje fout gaan, dat wel. Wordt bijvoorbeeld een boom in de verte scherp, in plaats van een persoon op de voorgrond? Dit komt vooral voor als je een persoon of voorwerp wat meer aan de zijkant in beeld neemt in plaats van exact in het midden. De camera raakt dan soms in de war. Tik dan op het scherm op de persoon om het hoofdonderwerp alsnog aan te wijzen. De camera stelt nu opnieuw scherp en ditmaal wel op de goede plek.

©PXimport

Tip 06: Belichting

Tegelijk met de scherpstelling wordt ook de belichting door de camera bepaald. Zowel als je het aan de camera overlaat, als wanneer je zelf een punt op het scherm aanwijst. Vooral als de voorgrond aanzienlijk lichter of donkerder is dan de achtergrond, wil het beeld nog weleens overbelicht of onderbelicht raken. Je kunt dan ergens anders op het scherm tikken om dit te corrigeren, maar ook de scherpstelling verandert dan. Dus tik niet op een verre bergketen als je een portretfoto maakt. Beter en makkelijker is het om belichtingscompensatie te gebruiken. Daarmee maak je een foto of film naar smaak lichter of donkerder, zonder aan de scherpstelling te komen. Vaak moet je eerst op het onderwerp tikken, waarna je via een schuifbalk de helderheid aanpast. Op Android-toestellen kan het ook een optie in het cameramenu zijn.

©PXimport

Tegelijk met de scherpstelling wordt ook de belichting door de camera bepaald

-

Tip 07: Vastzetten

In bepaalde situaties kan het handig zijn de scherpstelling en belichting te vergrendelen. Bijvoorbeeld wanneer je meerdere foto’s van hetzelfde onderwerp na elkaar wilt maken, of je alvast klaarstaat omdat er straks iets in beeld komt wat je wilt vastleggen. Je wilt dan niet telkens op het scherm moeten tikken om het juiste scherp en goed belicht te krijgen. Dan is het handig dat je de scherpstelling en belichting kunt vergrendelen. Meestal doe je dat door een vinger eventjes op het scherm gedrukt te houden totdat een vergrendelingsbericht verschijnt. Vanaf dat moment kun je zorgeloos foto’s en films maken. De scherpstelling en belichting blijven al die tijd exact hetzelfde, ook als je de camera ergens anders op richt. Haal de vergrendeling dus wel weer weg zodra het licht of de afstand tot het onderwerp verandert, want anders mislukken je foto’s en films. Je doet dat door ergens op het scherm te tikken.

©PXimport

Tip 08: Continustand

Soms speelt een gebeurtenis zich echt heel snel af. Maak je dan één foto, dan pak je misschien net niet het allermooiste moment, of je grijpt er zelfs helemaal naast. Denk dan aan het fotograferen van sport, snelle auto’s, rennende dieren en kinderen … allemaal situaties waar je maar weinig reactietijd hebt. Bij veel smartphone- en tablet-camera’s schakelt de camera over naar de zogeheten burst- of continustand wanneer je de ontspanknop ingedrukt houdt. Het toestel blijft dan heel snel achter elkaar foto’s maken tot je de knop weer loslaat. Op die manier heb je een veel grotere trefkans. Je hoeft na afloop alleen de fotoreeks nog maar af te speuren naar de beste foto’s. De rest mag meteen weer weg. Op sommige apparaten moet je de functie eerst in de instellingen inschakelen.

©PXimport

Tip 09: Gezichtsdetectie

Steeds vaker zit er gezichtsdetectie op een smartphone of tablet. Daarmee fotografeer en film je een stuk zorgelozer als je mensen in beeld neemt. Zodra één of meer gezichten gedetecteerd zijn, blijft de camera ze automatisch door het beeld volgen. Dus als jij de camera een beetje anders richt of iemand doet een paar stappen opzij, blijven de gedetecteerde personen al die tijd netjes scherp en goed belicht. Het is in die gevallen dan ook niet echt nodig om op het scherm te tikken om aan te geven wat het onderwerp is. Tenzij de camera er niets van bakt of er ineens een wildvreemde toerist voor die mooie berg in de verte gaat staan natuurlijk. Ook als de verkeerde persoon gedetecteerd wordt in een wat grotere groep mensen, kun je beter de juiste persoon even aantikken zodat die optimaal scherp wordt. Sommige camera’s hebben ook een lachsluiter, waarbij automatisch een foto wordt gemaakt als een lachend gezicht wordt gedetecteerd.

©PXimport

Zodra gezichten gedetecteerd zijn, blijft de camera ze automatisch volgen

-

Tip 10: Compositie

Naast technische zaken zoals belichting en scherpstelling, is ook compositie erg belangrijk. Daarmee bedoelen we hoe je iets in beeld neemt. Het is een kwestie van smaak, maar er zijn wel wat stelregels. Zo oogt een foto doorgaans prettiger als je het hoofdonderwerp niet precies in het midden plaatst. Laat bijvoorbeeld wat ruimte vrij in de kijkrichting bij een portretfoto of als in een film iemand aan het woord is. Hetzelfde geldt wanneer je een voorwerp fotografeert of een rijdende auto filmt. Fotografeer bijvoorbeeld schuin van voren en laat voor het object weer wat ruimte vrij. Als je een mooi landschap vastlegt, mag de horizon zich gerust ergens boven in het beeld bevinden. Gaat het juist om de mooie wolkenlucht of zonsondergang, dan draai je het om. Niet het beeld natuurlijk, maar dan neem je vooral veel lucht in beeld zodat het landschap een ondergeschikte rol krijgt.

Tip 11: Regel van derden

Veelgebruikte compositieregel bij zowel fotograferen als filmen is de zogenaamde regel van derden. Hierbij verdeel je het beeld via twee denkbeeldige horizontale en verticale lijnen in negen vlakken. De bedoeling is dat je het hoofdonderwerp op of in de buurt van zo’n lijn plaatst. Of nog beter, op het kruispunt van een horizontale en een verticale lijn. Om je hierbij te helpen, kunnen nagenoeg alle smartphones en tablets een raster op het scherm laten zien. Dat maakt het een stuk makkelijker om het onderwerp te positioneren. Nogmaals, je hoeft je hier echt niet strikt aan te houden. Soms staat het zelfs heel mooi om iets exact in het midden te plaatsen, met name om symmetrie te benadrukken. Denk aan een reflectie op een wateroppervlak, waardoor de bovenste en onderste helft exact elkaars spiegelbeeld zijn. Als je via de regel van derden werkt, is het extra belangrijk om op te letten of er goed scherp wordt gesteld. Camera’s zijn namelijk geneigd om het onderwerp eerst in het midden op te zoeken. Je zult dus wat vaker op het scherm moeten tikken om het juiste onderwerp aan te wijzen.

©PXimport

Tip 12: Licht is alles

De beste foto’s en films maak je bij mooi licht. Zelfs eenvoudige onderwerpen komen dan tot leven. Buiten ben je sterk afhankelijk van de zon en de weersomstandigheden. Vooral bij een lage zonnestand is het licht mooi en ontstaan indrukwekkende lange schaduwen. Vandaar dat de eerste uren na zonsopkomst en de laatste uren voor zonsondergang erg populair zijn. Binnen zijn we vaak afhankelijk van kunstlicht. Zorg dan dat het onderwerp goed in het licht staat. Gebruik dus niet het donkerste hoekje van de huiskamer, maar zoek bewust een plek op waar sfeervol licht is. Overdag kun je iemand bij een raam laten plaatsnemen, of een voorwerp op een tafeltje neerleggen. Is het zonlicht fel, schuif dan de vitrage dicht (niet de gordijnen), daarmee verzacht je het licht. Neem vervolgens ergens tussen het raam en je onderwerp plaats, dat nu mooi vanaf de voorzijde verlicht wordt en zich meer naar achteren vaak deels nog in de schaduw bevindt.

Vooral bij een lage zonnestand is het licht mooi en ontstaan indrukwekkende lange schaduwen

-

Tip 13: Niet zoomen

Op een smartphone of tablet zit een vaste groothoeklens. Dit betekent dat de camera een vrij brede blik heeft en er nogal veel tegelijk op de foto te zien is. Veel mensen zijn daarom geneigd om meteen in te zoomen, zodat het onderwerp groter in beeld komt en eventuele storende objecten in de omgeving wegvallen. Helaas is dit niet verstandig. Op een zeldzame uitzondering na, heeft een smartphone of tablet namelijk geen zoomlens, maar een lens die één vaste stand kent: groothoek. Zoom je op je telefoon of tablet dus in, dan vergroot je apparaat eigenlijk het digitale beeld zodat het lijkt of alles groter wordt. Hoe sterker je inzoomt, hoe meer beeldmateriaal er langs de randen wordt weggesneden. Het midden wordt dus alsmaar verder opgeblazen. Dit gaat ten koste van de beeldkwaliteit. Op een telefoonscherm lijkt het nog mee te vallen, maar op een televisie- of computerscherm (of als je inzoomt bij het terugkijken), blijft er nog maar weinig van de foto over. Kleuren zijn vaal, het beeld ziet er wat smoezelig uit en er zijn geen fijne details meer in te bekennen.

©PXimport

Tip 14: Voetenzoom

Als het even kan, gebruik je de zoomfunctie dus niet. Dan behoud je de allerhoogste beeldkwaliteit en kun je straks veel meer met je foto’s en films doen. Denk aan bekijken op een groot scherm of het maken van (grote) fotoafdrukken. Ga liever iets dichter bij je onderwerp staan als je dat groter in beeld wilt hebben. Kan of mag dat niet? Probeer de omgeving dan zo in beeld te brengen dat het iets aan de foto of film toevoegt en het dus niet meer stoort. De meeste mensen zijn geneigd om het hoofdonderwerp veel te groot in beeld te nemen, waardoor de context verloren gaat. Een Zwitserse koe is bijvoorbeeld gewoon maar een koe (wel met een mooie bel om de nek) als je helemaal inzoomt of te dichtbij staat. Je laat het echte vakantiegevoel pas in je foto’s en films zien als je ook de omgeving in beeld neemt. Bijvoorbeeld de alpenwei met het frisse groene gras en de kleurrijke weidebloemen, de besneeuwde toppen en het dal met het blauwe meer op de achtergrond.

©PXimport

De meeste mensen zijn geneigd om het hoofdonderwerp veel te groot in beeld te nemen

-

Tip 15: Heldere lens

Kijk ook eens zelf in de lens. Letterlijk. Wat we hiermee bedoelen, is dat het verstandig is om regelmatig de lens van de camera schoon te maken. Je hebt die telefoon of tablet namelijk de hele dag op zak of op tafel liggen, dus er verzamelt zich in een mum van tijd vuil en vettigheid op de lens. Dat zie je niet zo snel omdat de lens zo enorm klein is, maar het heeft wel nadelige invloed op foto’s. Heb je weleens een rare mist rondom verlichting of de zon gezien, of lange strepen die dwars door het beeld lopen? Dat effect wordt bijna altijd door een vettige lens veroorzaakt. Maak de lens schoon met een zacht doekje, het liefst een speciaal lesdoekje, al kan het ook met een brillendoekje of een (schoon) shirt. Niet met een stukje keukenrol, want daar kunnen houtfragmenten in zitten die de coating van de lens aantasten … en natuurlijk al helemaal nooit met iets wat schuurt.

Tip 16: Lensflare

Effecten die je niet kwijtraakt met een schone lens, ontstaan zodra je een smartphone of tablet in de richting van een lichtbron zoals de zon of een felle lamp richt. Je krijgt dan gekleurde vlekken te zien die allerlei vormen kunnen aannemen, of een kleurwaas over de complete foto. Deze verschijnselen worden lensflare genoemd. Bij gewone camera’s heb je dit minder snel, omdat vaak een flinke zonnekap wordt meegeleverd. Fotografeer of film je richting de zon of andere felle verlichting, dan helpt het enorm als je het licht met je hand of iets als een stuk karton afschermt. De flare ben je dan meteen weer kwijt. Let op: dit lukt alleen als je het licht ook echt kunt afschermen. Bijvoorbeeld bij een plafondlamp of als de zon schuin boven je staat. Overigens kan lensflare ook best mooi staan, het wordt veel gebruikt om meer sfeer in foto’s te krijgen.

©PXimport

Tip 17: Welke camera?

Telefoons en tablets hebben vrijwel altijd meerdere camera’s. De mooiste foto’s en films maak je met de camera aan de achterzijde, dus aan de niet-schermkant. Die camera biedt de meeste mogelijkheden en de hoogste beeldkwaliteit. De camera aan de voorzijde (de schermkant) is eigenlijk alleen bedoeld voor beeldbellen en het maken van selfies. Dan telt de kwaliteit minder. De resolutie is bijna altijd lager, de lens is minder lichtsterk en er zit vrijwel nooit autofocus op (de scherpstelling staat altijd vast). Je kunt dus veel beter de hoofdcamera aan de achterzijde gebruiken, al moet je dan vast enkele pogingen wagen voordat je er goed opstaat, omdat je nu niet op het scherm kunt meekijken. Je zelfportretten gaan er wel met sprongen op vooruit.

De mooiste foto’s en films maak je met de camera aan de achterzijde

-

Welke app?

In dit artikel richten we ons vooral op de mogelijkheden van de standaard camera-app die je op je iPhone of Android-telefoon vindt. Deze apps hebben echter hun beperkingen, waardoor je misschien liever een camera-applicatie van een derde partij gebruikt. Welke app moet je dan hebben? Daarover zijn de meningen verdeeld, maar wijzelf zijn erg te spreken over Open Camera voor Android. Niet zozeer als vervanging van de standaardcamera, maar eerder als aanvulling om er allerlei leuke en vooral handige camerafuncties bij te krijgen. Wil je meer lezen over Open Camera, sla dan dit artikel er eens op na. 

Tip 18: Liever zonder flits

Als het donkerder wordt, kan automatisch de flitser aanspringen. Dat is niet altijd iets om blij van te worden, want foto’s worden er vaak een stuk lelijker van. Het is een lampje dat alles op korte afstand in een (te) fel licht zet en niet verder dan enkele meters reikt. In de meeste gevallen kun je de flitser dan ook beter uitschakelen. Je foto’s houden dan meer sfeer omdat je alleen gebruikmaakt van het aanwezige licht en het koude flitslicht dit niet kan verpesten. Zonder flitser is het wel lastiger om in donkere situaties foto’s zonder bewegingsonscherpte te maken. Stevig vasthouden zoals beschreven in tip 1 helpt op een gegeven moment niet meer. Je moet nu ook steun zoeken om de camera echt goed stil te houden. Je kunt bijvoorbeeld tegen een muur leunen, of je ellebogen op een tafel, hek of laag muurtje plaatsen. Het beste werkt een ministatief met een houder waarin je smartphone past. Vervolgens kun je de volumeknop van je oordopjes als afstandsbediening gebruiken om trillingvrij te fotograferen en te filmen, of een timer instellen. Naarmate het donkerder wordt, kost het de camera wel steeds meer moeite om een goede foto te maken. Smartphones en tablets zijn helaas (nog) niet zo geschikt om in het donker te werken.

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.