ID.nl logo
Weg schilderstress: zo kies je de juiste verfsoort voor jouw klus in huis
© manuta - stock.adobe.com
Gezond leven

Weg schilderstress: zo kies je de juiste verfsoort voor jouw klus in huis

Schilderen is net als je koffers pakken: je denkt dat het zo is gepiept, maar het valt altijd weer tegen. Soms zit dat 'm in je skills, maar veel vaker in de voorbereiding. En die begint bij schilderen met het uitkiezen van de juiste verf voor jouw klus. Heb je eenmaal de juiste verfsoort, dan weet je ook welke kwast of roller daarbij hoort en wanneer je een nieuwe laag mag aanbrengen. Daarom een overzicht van de verschillende soorten verf, plus tips voor duurzaam schilderen.

Voor elke klus een andere verfsoort

Dat je voor een nieuwe kleur op de muur muurverf en voor het pimpen van een houten kastje lak nodig hebt, dat is bij de meeste thuisklussers wel bekend. Maar binnen die categorieën zijn er zo veel verschillende soorten verf met elk weer een ander resultaat en specifieke manier van aanbrengen, dat we je graag meer uitleg geven. Ook handig voor die andere ‘moetjes’ in huis, zoals het schilderen van de trap, deuren en kozijnen.

Ook lezen: Kleuren kiezen voor in huis: deze trucs en tools helpen je een handje!

©Тимур Конев - stock.adobe.com

Welke soorten muurverf zijn er?

Wanneer de veranderdrang in huis niet meer te temperen is, dan is het schilderen van een muur de meest voor de hand liggende klus: je creëert een heel nieuwe sfeer en het kost je alleen een blik verf, wat gereedschap en uiteraard tijd. Je hebt keuze uit de volgende verfsoorten voor de muur:

  • Latex: dit is de ‘gewone’ muurverf die we allemaal kennen en die je in alle bouwmarkten terugvindt in de schappen. Latex is goed ademende verf, overschilderbaar en toe te passen op de meeste muren. Latex is overigens ook geschikt voor het plafond; dit is namelijk dezelfde verf als op muren.

  • Schrobvaste muurverf: op plekken in huis waar vlekken op de loer liggen, bijvoorbeeld in de keuken of de speelkamer, is het verstandig om te kiezen voor speciale afwasbare verf. In principe is elke geverfde muur met een doekje af te nemen, maar gewone verf verliest al snel zijn matheid en diepe kleur. Schrobvaste muurverf is een acryllatex en doordat hij nauwelijks vocht doorlaat, kun je 'm goed boenen. Let wel: vaak duurt het een week of twee voordat de muur echt schrobvast is, omdat de verf nog moet uitharden. Kijk uit met de blender dus die eerste tijd!

  • Badkamerverf: steeds meer mensen verkiezen een gladde muur boven tegels in de badkamer. Kies in dat geval wel voor speciale badkamerverf – een vinyllatex – die waterafstotend, vochtbestendig en schimmelwerend is. Dat is bijna altijd zijdeglans verf, omdat deze afwerking goed tegen vocht kan. Houd er rekening mee dat de verf goed moet drogen en er meestal twee tot drie lagen nodig zijn. De ruimte is daarom een aantal dagen tot een week niet te gebruiken.

  • Krijtverf: houd je van een matte, poederige en bijna fluwelen uitstraling, dan is krijtverf een goede optie voor de muren. Het is redelijk makkelijk in gebruik en je kunt het ook aanbrengen op oude en andere verflagen. De verf heeft lijm als bindmiddel en daardoor dekt hij goed. Breng krijtverf alleen aan in ruimtes met weinig risico op vlekken, zoals de slaapkamer, want de verfsoort heeft als belangrijk nadeel dat vetten en vloeistoffen makkelijk geabsorbeerd worden. 

  • Kalkverf: vaak worden de termen krijt- en kalkverf door elkaar gebruikt. Dat zal door het matte eindresultaat komen, maar het zijn verschillende verfsoorten. Kalkverf heeft als belangrijkste bestand (het zal je niet verbazen) kalk en hierdoor is de verf ademend, schimmel-, brand- en bacteriewerend, milieuvriendelijk en haalt het ook nog eens CO² uit de lucht. Al met al zorgt dat voor een hoger prijskaartje, maar hoef je geen groot schildertalent te hebben. Je brengt de verf namelijk losjes aan voor een wat ‘wolkerig’ effect.  

  • Tadelakt of beton ciré: deze afwerkingen worden vaak gebruikt in de badkamer, maar zijn eigenlijk geen verfsoorten. Tadelakt is Marokkaans stucwerk met een mat, krijtachtig eindresultaat en het wat stoerdere beton ciré is betonstuc die met twee componentenlak waterdicht wordt gemaakt. Voor allebei geldt dat je er als amateurklusser beter niet zelf aan kunt beginnen. Net als gewoon stucwerk is het echt een vak en een specialist weet precies hoe je dit goed aanbrengt.

©bogdanhoda

Bereid je schilderklus goed voor door eerst de muren en stopcontacten af te plakken. Dat kost tijd, maar het eindresultaat mag er zijn.

Wat voor soort verf gebruik je voor hout?

Voor het verven van hout – van kast tot kozijn – ga je aan de slag met lak. Er zijn twee soorten lak: op waterbasis (acryl) en op terpentinebasis (alkyd). Verf op terpentinebasis is sterker, maar bevat schadelijke stoffen die verdampen tijdens het schilderen. Verf op waterbasis wordt verdund met water en is daardoor beter voor het milieu en de gezondheid. De glansgraad is wel lager dan bij verf op terpentinebasis. In huis wordt aangeraden alleen acryllak te gebruiken; alkyd kan nog wel buiten worden toegepast omdat de lucht daar sneller vervliegt.

Tip: Bekijk en vergelijk de bekendste verfmerken

Mat, zijdeglans of hoogglans

Er zijn drie soorten afwerkingen voor lak met elk zijn eigen uitwerking, maar ook zijn voor- en nadelen: 

  • Matte lak: kies je voor mat, dan houd je waarschijnlijk van minimale glans en een rustig eindresultaat. Matte lak absorbeert licht, maar reflecteert nauwelijks, waardoor oneffenheden dus bijna niet te zien zijn. Ideaal voor houtwerk dat ouder en niet meer helemaal strak is en het een en ander moet worden gecamoufleerd. Matte lak is wel lastiger schoonmaken en vaak wat poreuzer. 

  • Zijdeglans zit in het midden tussen mat en hoogglans en is de meest gebruikte afwerking. Het is goed dekkend, kleurvast, afwasbaar en reflecteert zonder dat het een al te spiegelend effect heeft. Ideaal voor meubels, maar bijvoorbeeld ook voor het schilderen van kozijnen.

  • Hoogglans lak is de meest harde lak en daardoor ideaal voor hout dat tegen een stootje moet kunnen. De trappen, binnendeuren en deurkozijnen bijvoorbeeld, maar ook dat kastje in de gang waar van alles op belandt en zelfs een badkamermeubel. Hoogglans reflecteert bovendien veel licht en werkt vergrotend op de ruimte. Door het gladde oppervlak is de verf goed te reinigen, maar je ziet daarentegen wel alle oneffenheden in het hout. Goed schuren voordat je gaat schilderen dus!

©Liliia - stock.adobe.com

Kozijnen schilderen? Gebruik dan bij voorkeur hoogglans lak: je hebt er langer plezier van en hoeft dus niet na een paar jaar weer aan de bak.

Verf voor metaal en kunststof

Wil je een metalen locker of een tafel met fineerlaag een nieuwe kleur geven? Dan vereist de ondergrond meestal een andere aanpak dan de standaard muur- en meubelmetamorfoses. Tenminste, de ondergrond verdient extra aandacht: het gebruik van een primer of grondverf is hierbij van groot belang. Kies daarom altijd een primer die geschikt is voor het betreffende materiaal. Het aflakken kun je daarna met gewone matte, zijdeglans of houtlak doen. 

Een radiatior, houtkachel, barbecue of andere metalen objecten die warm worden, hebben wel een speciale hittebestendige verf nodig. Deze lak is bestand tegen extreem hoge temperaturen tot wel 650 graden Celsius. Let wel, deze verf is alleen geschikt voor de buitenkant van deze objecten.

6 tips voor duurzaam schilderen

Geen enkele verf is echt helemaal duurzaam, maar je kunt wel duurzamere keuzes maken. Wat betreft de verfsoort of het verfmerk, maar ook of schilderen echt noodzakelijk is. Een aantal tips:

  1. Is schilderen echt nodig of ziet de muur of het meubel er met een beetje bijwerken ook weer prima uit? Hardhout, metaal en kunststof hebben eigenlijk geen afwerking nodig. Sterker nog: als je eenmaal begint met het schilderen hiervan, heb je juist meer onderhoud.

  2. Ga voor kwaliteit: de samenstelling van de bestanddelen, toegevoegde pigmenten en bindmiddelen bepalen de dekkracht, duurzaamheid, kwaliteit en de manier van aanbrengen van de verf. Hoe beter de kwaliteit, des te langer je plezier hebt van het resultaat. Vaak hangt er een prijskaartje aan kwaliteit, maar uiteindelijk hoef je minder snel over te schilderen, en daar heeft het milieu ook profijt van. Check daarom altijd de dekkingsgraad; deze herken je aan het aantal m2 per liter dat op de verpakking wordt vermeld. Hoe hoger dat getal, des te beter de dekking. 

  3. Gebruik een primer die geschikt is voor het materiaal. Dan hecht de verf beter, heb je langer plezier van het resultaat en hoef je minder lagen lak aan te brengen.

  4. Let op keurmerken voor verf: die zien toe op zo min mogelijk milieubelasting door grondstoffen, schadelijke pigmenten, oplosmiddelen, vluchtige organische stoffen (VOS) en microplastics. Kies een muurverf die niet meer dan 30 gram VOS per liter bevat en houtverf met maximaal 130 gram VOS per liter. Deze informatie vind je terug op de verpakking.

  5. Gebruik altijd verf die bedoeld is voor gebruik door consumenten, want stoffen in industriële verf kunnen schadelijk zijn voor je gezondheid. Let er bij verf uit een spuitbus op dat deze niet de drijfgassen propaan, (iso-)butaan of lachgas bevat.

  6. De laatste jaren kun je steeds meer biobased verf kopen. Dat is verf die voor een groot deel met biobased grondstoffen is gemaakt (100 procent is technisch nog niet mogelijk). Wanneer je wilt weten of er biobased grondstoffen zijn gebruikt, check dan het TüV OK biobased keurmerk.

Kijk voor meer tips over verantwoord verf kiezen op Milieucentraal.nl.

©contrastwerkstatt

Hulp nodig bij het kiezen van de juiste kleur? Gebruik een kleurenkaart of een van de vele handige apps.

Deze apps helpen je met het kiezen van de juiste kleur

Weet je welke soort verf je nodig hebt? Dan volgt de tweede hobbel: het kiezen van de juiste kleur. In de bouwmarkt of bij de verfhandel kun je meestal kleurenkaarten meenemen of een monster op een groter formaat aanvragen, zodat je thuis kunt kijken of die tint op die ene muur in huis nog steeds jouw favoriet is. En toch blijkt het lastig om van dat kleine kaartje een muurgrote voorstelling te maken. Een kleuren-app kan helpen om je wél een goed beeld van het uiteindelijke resultaat te geven. We noemen er een aantal:

  • Flexa Visualizer: een gratis app voor je iPhone of Android-telefoon waarmee je de kamer kunt scannen en die aangeeft welke muur een andere kleur moet krijgen. Je kunt honderden kleuren uitproberen en ziet meteen welk effect het heeft. Ook handig: de app vindt ook de verfkleur die precies overeenkomt met de bank of een detail uit een schilderij.

  • Histor MY Color: een soortgelijke app als die van Flexa. Je kunt met deze app aan de hand van inspiratiebeelden de best matchende kleur vinden en daarna virtueel de kleur op jouw wanden toveren. De app geeft ook suggesties voor goede kleurcombinaties en helpt zo met een persoonlijk kleurpalet.

  • Paint my wall: met deze kleuren-app kun je virtueel schilderen. Zo kun je blijven uitproberen totdat je de mooiste kleurencombinatie gevonden hebt. Je 'schildert' met je vingers op de muren om ze een kleurtje te geven en gumt het zo weer uit als je per ongeluk het halve plafond hebt meegenomen. Was het in echt ook maar zo simpel! Het resultaat kun je daarna delen om te checken wat anderen van je creatie vinden.

Ook de bekende verfmerken Sikkens en Sigma hebben handige verf-apps.

▼ Volgende artikel
Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt
© Leonid Iastremskyi
Energie

Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

Veel mensen denken dat een luchtreiniger vooral nuttig is in het voorjaar en de zomer, als het pollenseizoen in …uhm volle bloei staat. Maar ook – of juist – in de herfst is zo’n apparaat een echte hulp voor een gezonder binnenklimaat in huis. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Een luchtreiniger doet meer dan alleen pollen, rook en huisstofmijt uit de lucht halen. Zeker in de herfst, als we minder ventileren, helpt hij de lucht in beweging te houden, allergenen te verminderen en de luchtkwaliteit op peil te houden. In dit artikel lees je wat er verandert zodra het kouder wordt, hoe je het effect van je luchtreiniger vergroot met slim ventileren en waar je op let bij gebruik en plaatsing voor een stabieler binnenklimaat.

Lees ook: Schimmel in je badkamer? Zo kom je er voor eens en altijd vanaf!

Open deur: minder ventilatie = minder frisse lucht

Waar in de zomer ramen en deuren openstaan, houden we in de herfst juist alles vaker dicht. Dat houdt de warmte binnen, maar doordat de lucht minder goed circuleert blijven vocht, stof en geuren langer hangen. In badkamers, keukens en woonkamers met goed sluitende kozijnen merk je dat direct: de lucht voelt wat bedompter aan en ruikt sneller muf. Een luchtreiniger helpt dat te voorkomen door fijnstof, pollen en andere kleine deeltjes actief uit de lucht te filteren. Zo blijft het binnenklimaat merkbaar frisser, ook wanneer de ramen dicht blijven.

Luchtfiltering uitgelegd

De meeste luchtreinigers gebruiken een HEPA-filter dat microscopisch kleine deeltjes opvangt. Sommige modellen combineren dat met een koolstoffilter dat geuren en vluchtige stoffen neutraliseert. Zo verdwijnt niet alleen stof, maar ook kookluchtjes en sigarettenrook sneller uit de ruimte. Een goed HEPA-filter verwijdert tot 99,97 procent van de deeltjes van 0,3 micrometer of groter, waaronder fijnstof, pollen en schimmelsporen.

Minder allergieklachten

Wie gevoelig is voor huisstofmijt of schimmelsporen, merkt dat klachten vaak toenemen in de herfst. Dat komt doordat vocht en temperatuur in huis precies de omstandigheden bieden waarin deze allergenen goed gedijen. Een luchtreiniger helpt door de lucht continu in beweging te houden en allergenen te vangen. Wat je wel moet weten: schimmelsporen worden door een filter grotendeels uit de lucht gehaald, maar de bron – vaak vochtige muren of slecht geventileerde ruimtes – moet je nog steeds aanpakken. Zonder die bronbestrijding blijft het probleem terugkomen. Een luchtreiniger helpt dus vooral bij de symptomen, niet bij de oorzaak.

De ideale stand

Laat de luchtreiniger liever langdurig op lage stand draaien dan af en toe kort op volle kracht. Zo blijft de luchtkwaliteit stabiel. Veel luchtreinigers meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren en schakelen automatisch een tandje bij als dat nodig is. Op lage stand gebruiken ze meestal 20 tot 40 watt, vergelijkbaar met een ledlamp.

©Philips

Ventileren en luchtvochtigheid

Een luchtreiniger is geen vervanger voor ventilatie. Ventileren blijft nodig om koolstofdioxide, vocht en geur af te voeren. Wie de ramen regelmatig openzet en daarnaast een luchtreiniger laat draaien, houdt de lucht zowel vers als schoon. De luchtreiniger pakt de fijne stofdeeltjes aan, terwijl ventilatie zorgt dat nieuwe zuurstof binnenkomt.

In de herfst speelt ook de luchtvochtigheid een rol. Door de verwarming kan de lucht binnen te droog worden, en daar doet een luchtreiniger weinig aan. Wil je het binnenklimaat prettig houden, combineer hem dan met een luchtbevochtiger.

De beste plek om je luchtreiniger neer te zetten

Zet de luchtreiniger niet in een hoek, maar vrij in de kamer zodat lucht rondom het apparaat kan circuleren. In de buurt van een deur of raam werkt vaak het best. Zet hem niet op de grond, maar juist wat hoger – bijvoorbeeld op een kast of bijzettafel. Zo zuivert hij de lucht op borsthoogte (dus de hoogte waarop je lucht inademt) beter en verdeelt hij de schone lucht gelijkmatig door de ruimte.

Betere lucht, beter binnenklimaat

Een luchtreiniger is geen wondermiddel, maar wel een apparaat dat in de herfst meer doet dan veel mensen denken. Hij haalt stof, pollen en schimmelsporen uit de lucht, helpt muffe geur te voorkomen en ondersteunt de ventilatie in huis. Zeker in goed geïsoleerde woningen, waar de lucht snel stil komt te staan, merk je het verschil. De lucht voelt frisser aan, je ademt prettiger en het binnenklimaat blijft in balans – precies wat je nodig hebt in het seizoen waarin we het liefst binnen blijven.



Minder stof = een beter binnenklimaat

Heb jij al een plumeau in huis?
▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.