ID.nl logo
Waarom moeilijk doen? Beheer je thuisserver met CasaOS
© Vatcharachai
Huis

Waarom moeilijk doen? Beheer je thuisserver met CasaOS

Met een NUC of Raspberry Pi zet je snel een thuisserver op, bijvoorbeeld door allerlei services in Docker-containers te draaien en bestanden op je netwerk te delen. CasaOS maakt dit wel heel eenvoudig dankzij een toegankelijk dashboard waarmee je diensten kunt installeren en beheren.

In dit artikel laten we zien hoe je met CasaOS een thuisserver kunt beheren:

  • Installeer CasaOS op een Raspberry Pi, NUC of Linux-systeem
  • Beheer bestanden en deel mappen
  • Installeer en draai Docker-containers vanuit de ingebouwde App Store
  • Importeer extra applicaties via third-party-appstores of Docker Compose-bestanden

Lees ook deze oplossingen voor als je thuisserver het laat afweten: De beste remedies tegen downtime van je thuisserver

Een thuisserver draaien is nog nooit zo eenvoudig geweest. Een Raspberry Pi of NUC kosten niet veel en draaien relatief energiezuinig 24/7 in je thuisnetwerk. Je installeert er een Linux-distributie op en deelt de bestanden die op de aangesloten schijf staan met je netwerk. Daarbovenop draai je dan allerlei opensource-services, bijvoorbeeld als Docker-containers. Het is een beproefd recept met mooie resultaten.

CasaOS maakt dit proces nog eenvoudiger om te realiseren. Het biedt een gebruiksvriendelijke webinterface aan waarmee je met één klik allerlei services op een Linux-server installeert. In dit artikel doen we dat op een Intel NUC met Debian 12 (codenaam Bookworm), het door CasaOS aanbevolen besturingssysteem. Raadpleeg het kader ‘Systeemeisen’ voor andere opties.

1 CasaOS installeren

In dit artikel gaan we ervan uit dat je al Debian 12, of een van de andere aanbevolen besturingssystemen, op ondersteunde hardware hebt geïnstalleerd. Je dient op je besturingssysteem ook een gewoon gebruikersaccount (zonder beheerrechten) te hebben, die het commando sudo kan uitvoeren. Raadpleeg de documentatie van je besturingssysteem voor de instructies hiervoor.

Update daarna de pakketbronnen en upgrade de geïnstalleerde pakketten:

sudo apt update && sudo apt upgrade

Daarna start je de installatie van CasaOS met de volgende regel, waarmee je het installatiescript downloadt en vervolgens met rootrechten uitvoert:

wget -qO- https://get.casaos.io | sudo bash

Het installatiescript controleert allerlei systeemvereisten en installeert ook pakketten die nodig zijn voor CasaOS. Dat kan enige tijd duren. Als alles naar behoren verloopt, krijg je op het einde in je terminalvenster het ip-adres te zien waarop de webinterface van CasaOS bereikbaar is.

Installeer CasaOS in Debian 12.

2 Eerste keer inloggen

Wanneer je dit ip-adres in je browser bezoekt, krijg je de vraag om een account aan te maken. Klik op Go, kies een gebruikersnaam en wachtwoord, en klik daarna op Create. Je ziet daarna het dashboard. Dat toont standaard de huidige datum en tijd, de systeemstatus (CPU en RAM), de gebruikte opslag, netwerkstatistieken en enkele knoppen om extra apps te installeren of te activeren.

De icoontjes linksboven geven je toegang tot je account (naam en wachtwoord aanpassen, en uitloggen), de instellingen, en de terminal en logs. De terminal laat je toe om via je browser met SSH in te loggen op de computer waarop CasaOS draait. Vul de gebruikersnaam en het bijbehorende wachtwoord in van een geldig account op de computer en klik dan op Connect om een inlogsessie te starten. Doorgaans zul je dit niet vaak nodig hebben: CasaOS is juist ontworpen om zoveel mogelijk via de gebruiksvriendelijke webinterface te gebruiken.

Via het dashboard van CasaOS heb je toegang tot allerlei apps en widgets.

3 Instellingen

Als je op het instellingenicoontje klikt, kun je een reeks algemene instellingen aanpassen. Zo kies je hier of je de zoekbalk wilt zien en welke zoekmachine je daarin gebruikt, en configureer je de taal van CasaOS (Nederlands behoort tot de opties). Ook de achtergrondafbeelding is te wijzigen naar een van de andere meegeleverde afbeeldingen of een bestand dat je zelf uploadt.

Als je bovenaan geen aanbevelingen voor apps te zien wilt krijgen, schakel dit hier dan uit. Het automatisch aankoppelen van usb-schijven die je aansluit, is hier ook uit te schakelen. Daarnaast zie je hier of je de nieuwste versie van CasaOS draait en kun je de computer herstarten of uitschakelen.

Onderaan heb je een widget met de naam Widgetinstellingen. Hier kun je de widgets met de tijd, systeemstatus, opslagstatus en netwerkstatus individueel in- en uitschakelen. De meeste van die widgets laten ook nog lichte aanpassingen toe. Klik je bijvoorbeeld op de widget met de tijd, dan schakel je over van 24- naar 12-uursnotatie. Bij Opslag en Netwerkstatus schakel je over naar een andere schijf of netwerkkaart.

De instellingen van CasaOS zijn beperkt, maar bieden de belangrijkste configuratiemogelijkheden.

Systeemeisen

CasaOS kan op diverse Linux-distributies geïnstalleerd worden. De ontwikkelaars bevelen Debian 12 aan, maar ook Ubuntu Server 20.04 en Raspberry Pi OS zijn officieel ondersteund. Vanuit de community is er bovendien ondersteuning voor Elementary 6.1 en Armbian 22.04. Als hardware-architectuur worden x86-64 (AMD64) ondersteund (bijvoorbeeld een Intel NUC of de ZimaBoard van de makers van CasaOS), en ARM64 en ARMv7 (64- en 32bit-ARM-processoren, zoals die van de Raspberry Pi).

4 Bestanden

CasaOS biedt diverse apps aan, weergegeven als tegels in het dashboard. Standaard zijn er al twee apps geïnstalleerd: App Store en Files. Als je op die laatste klikt, kom je in een interface van een bestandsbeheerder, die standaard de inhoud van de map DATA toont, die CasaOS in de Root-directory van het bestandssysteem heeft gemaakt.

Daarin zijn ook de volgende subdirectory’s gemaakt: AppData (waarin de gegevens van de containers terechtkomen), Documents, Downloads, Gallery en Media. Overigens krijg je ook gewoon toegang tot het hele bestandssysteem van je Linux-distributie via deze app: links bovenaan brengt het menu-item Root je naar de Root-directory.

In elke map kun je bovenaan op Uploaden of aanmaken klikken om een bestand of map te uploaden, of een nieuw bestand of nieuwe map aan te maken. In een lege map krijg je deze mogelijkheden ook wat zichtbaarder te zien als icoontjes in het midden van de mapweergave.

Een klik op een bestand geeft een voorvertoning, zodat je bijvoorbeeld een Word- of pdf-document rechtstreeks in je browser kunt bekijken. Uiteraard kun je de bestanden ook downloaden. Bij een map klik je op de drie puntjes rechts bovenaan en dan op Downloaden om een zip-bestand met de volledige inhoud van de map te downloaden.

De webgebaseerde bestandsbeheerder van CasaOS geeft je toegang tot het hele bestandssysteem.

5 Mappen delen

Verder maakt CasaOS het delen van mappen op het netwerk heel eenvoudig. Klik op de drie puntjes rechts bovenaan de gewenste map en kies dan Delen in het contextmenu dat verschijnt. De map wordt onmiddellijk gedeeld en je krijgt te zien via welk netwerkpad de map toegankelijk is in Verkenner (Windows) of in Finder (macOS).

Merk op dat CasaOS nu zonder enige authenticatie mappen op je netwerk deelt. Iedereen op je netwerk kan dus als anonieme gebruiker toegang krijgen tot de gedeelde map. De app Files toont een groen icoontje over de rechteronderhoek van het icoontje van de map om aan te duiden dat hij gedeeld is. Onder Gedeeld (helemaal linksonder van de webpagina) krijg je een overzicht van alle gedeelde mappen. Je stopt het delen met een klik op de drie puntjes bij de map en dan Delen stoppen.

CasaOS maakt bestanden op het netwerk delen heel eenvoudig.

6 App Store

Wanneer je de app Files afsluit met een klik op het kruisje helemaal rechts bovenaan, keer je terug naar het dashboard. Klik vervolgens op App Store om de applicatiewinkel van CasaOS te openen. Je krijgt hier een honderdtal apps te zien, die je eenvoudig installeert. Bovenaan loopt een slideshow van enkele aanbevolen apps.

Je kunt de hele lijst met apps doorbladeren of links bovenaan de lijst All veranderen naar een specifieke categorie waarvoor je de apps wilt zien. En ernaast kun je de apps filteren tot de door CasaOS of de community aangeboden apps. Uiteraard kun je ook eenvoudig zoeken door een naam of term uit de beschrijving in te typen in het zoekveld.

In de App Store vind je een honderdtal apps en diensten die je in CasaOS kunt installeren.

7 App installeren

Klik je op een van de apps in de lijst, dan krijg je een korte beschrijving, en een of meerdere screenshots te zien. Vaak staat er ook bij hoeveel MB geheugen de app nodig heeft. Klik op de blauwe knop Installeren om de app met de standaardconfiguratie te installeren. Op de achtergrond downloadt CasaOS dan een Docker-image van de app en installeert deze als een container op je Linux-server.

Dit gebeurt allemaal transparant op de achtergrond. Wil je meer flexibiliteit, klik dan op het pijltje-omlaag helemaal rechts in de knop Installeren en kies dan de optie Aangepaste installatie. Je krijgt nu alle mogelijke eigenschappen van de container te zien en kunt deze individueel aanpassen. Zo kun je een ander Docker-image of andere tag kiezen, en omgeleide poorten, volumes en omgevingsvariabelen configureren. Je kunt de container ook toegang tot specifieke apparaten geven, een specifieke opdracht laten uitvoeren en een limiet instellen op de hoeveelheid geheugen die de container mag innemen.

Installatie van een app start op de achtergrond een container op.

8 Apps gebruiken

Na de installatie van een app draait de software in een Docker-container en toont het dashboard van CasaOS onder App een extra icoontje. Klik hierop om de webinterface van de app in een nieuw tabblad van je browser te openen. Zowel het icoontje als de url van de webinterface zijn instellingen die via de optie Aangepaste installatie te vinden waren.

De meeste apps zullen de eerste keer vragen een account aan te maken. De container slaat zijn data overigens op in een submap van de map /DATA/AppData met de naam van de container.

Klik je op de drie puntjes rechts bovenaan van het icoontje van een geïnstalleerde app, dan open je een contextmenu met meer mogelijkheden. Zo kun je de app hier verwijderen, herstarten of afsluiten. Ook kun je controleren of er een nieuwe versie van de container beschikbaar is en deze bijwerken. En als je op Instellingen klikt, krijg je dezelfde containereigenschappen te zien als bij de optie Aangepaste installatie. Je kunt deze eigenschappen nu ook aanpassen, opslaan, en dan de container opnieuw aanmaken.

Via CasaOS pas je allerlei containerinstellingen van een app aan.

9 Containerbeheer

Als je in het contextmenu van een app op Instellingen klikt, zie je rechts bovenaan ook twee icoontjes links van het kruisje om het instellingenvenster te sluiten. Met het meest linkse icoontje open je een terminal in de container. Op deze manier kun je Linux-opdrachten in de container uitvoeren, bijvoorbeeld om problemen op te lossen. Het tabblad Logboeken daarnaast toont je de loguitvoer van de container.

Met het meest rechtse icoontje in het instellingenvenster exporteer je de huidige containerconfiguratie naar een yaml-bestand voor Docker Compose. Hiermee kun je op elke andere Linux-machine met Docker Compose de app opstarten. Eventueel moet je dan wel het pad met de data voor de container aanpassen.

Op deze manier kun je de app ook naar een andere computer met CasaOS verplaatsen. Klik daar in CasaOS op App Store, vervolgens bovenaan rechts op Aangepaste installatie en daarna op het icoontje bovenaan rechts naast het kruisje. Upload je Docker Compose-bestand van de app en bevestig. Daarna worden de containereigenschappen ingevuld en kun je deze nog wijzigen voordat de container geïnstalleerd wordt.

Importeer een app in CasaOS via een Docker Compose-bestand.

10 Willekeurige containers installeren

Op dezelfde manier kun je in CasaOS willekeurige containers installeren, ook als CasaOS daarvoor geen app aanbiedt, door in de App Store bovenaan op Aangepaste installatie te klikken en dan op het importeerknopje. Als de documentatie van de software een Docker Compose-bestand beschrijft, kun je dit op dezelfde manier als in de vorige paragraaf uploaden, of de Docker Compose-code in het tekstveld plakken. En als de documentatie een Docker-opdracht beschrijft om de container te starten, plak die dan in het tekstveld van het tabblad Docker CLI.

Na een klik op Bevestigen worden alle containereigenschappen ingevuld en kun je deze nog aanpassen. Als de documentatie geen Docker Compose-code of Docker-opdracht beschrijft, vul dan al deze eigenschappen handmatig in. De belangrijkste zijn het Docker-image en de tag, die bepalen welk image er wordt uitgevoerd. Vul ook de titel in, want die wordt getoond in de lijst met apps. Na een klik op Installeren wordt de container geïnstalleerd en verschijnt hij bij je andere apps in het dashboard van CasaOS.

Kopieer en plak een Docker-opdracht om een container in CasaOS te importeren.

11 Andere appstores

Als een app niet in de officiële appstore van CasaOS beschikbaar is, betekent dat niet dat je onmiddellijk zelf een Docker-container hoeft aan te maken. CasaOS ondersteunt namelijk ook andere appstores. Open hiervoor de App Store, klik rechts bovenaan de lijst met apps op het aantal apps en kies dan Meer apps. Vul de url van de extra appstore in en klik op Toevoegen.

Deze zogenoemde third-party-appstores voor CasaOS worden door communityleden beheerd. Zo is er de Big Bear CasaOS-appstore met allerlei interessante apps, of de CasaOS LinuxServer-appstore met meer dan honderd containerimages van de populaire site LinuxServer.io.

Installeer containerimages van LinuxServer.io in CasaOS.

12 En verder

CasaOS heeft zijn beperkingen. Zo is de ondersteuning voor aangepaste netwerken voor de apps beperkt. Wil je een completer platform om containers te draaien, kies dan voor Portainer of Proxmox Virtual Environment. Maar beide oplossingen zijn ook complexer om te gebruiken.

Wat CasaOS aantrekkelijk maakt, is de gebruiksvriendelijke interface: de eenvoud waarmee je zonder dat je Linux-opdrachten hoeft in te typen allerlei diensten op een Raspberry Pi of Intel NUC kunt draaien. Bovendien ben je niet beperkt tot de apps die CasaOS aanbiedt. Je kunt zelf Docker-containers toevoegen en er bestaan meerdere third-party-appstores met extra apps.

Ook interessant: Overal toegang tot je Pi: ontdek Raspberry Pi Connect

ZimaOS

De ontwikkelaars van CasaOS werken ook aan ZimaOS, momenteel alleen nog maar beschikbaar als bètaversie. ZimaOS biedt hetzelfde gebruiksgemak als CasaOS met een dashboard en appstore, maar je installeert het als een volledig besturingssysteem in plaats van in een bestaande Linux-installatie. Het besturingssysteem is te installeren op een ZimaBoard en andere hardware van de makers, evenals op een Intel NUC of andere Intel-compatibele computer met UEFI-bootmodus. De Raspberry Pi wordt niet ondersteund.

Watch on YouTube

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!