ID.nl logo
Vijf handige navigatie-apps
© Reshift Digital
Huis

Vijf handige navigatie-apps

Met de zomervakantie in aankomst en het zonnige weer van de laatste tijd, is de kans groot dat je er lekker op uit trekt. Of dat nu te voet is of met de auto, het is fijn om ergens op de meest efficiënte manier te komen. Daar helpen navigatie-apps je bij. Google Maps ken je waarschijnlijk wel, maar er is meer moois op Android. Dit zijn onze vijf favoriete navigatie-apps.

Google Maps

We beginnen met Google Maps, want die is zo goed dat hij -ook al is hij zo bekend- niet mag ontbreken in deze lijst. De navigatie in Google Maps is goed omdat Google ten eerste regelmatig checkt of een bepaalde verkeerssituatie nog steeds is zoals het in Maps wordt weergegeven. Bovendien wordt uit de data van Maps-gebruikers gedestilleerd dat er bijvoorbeeld een ongeluk is gebeurd of een omleiding is door werkzaamheden. En ben je op een locatie waar je totaal niet bekend bent, dan kan Google Maps je ook nog vertellen waar de dichtstbijzijnde locatie is om te eten, of zelfs specifiek om ijs te eten, of juist om medicijnen te halen: Google weet het allemaal. Het voordeel aan Maps is bovendien dat je de keuze hebt uit zowel auto-, wandel-, fiets- als ov-routes én dat je kaarten offline kunt downloaden. Al heb je in dat laatste geval mogelijk niet de meest recente informatie voor je over de verkeerssituatie op dat moment. Sinds kort vertelt Google Maps je ook nog hoe hard je rijdt, waardoor je ook de snelheid waarmee je je navigatie volgt beter in de smiezen kunt houden.

©PXimport

Sygic

Soms laat Google Maps ons een beetje in de steek, en dat is vooral in drukke steden vol kleine straatjes. Sygic kan dan soelaas bieden, omdat het niet gebruikmaakt van de kaarten van Google, maar van die van TomTom. Je kunt in deze app ook kaarten offline downloaden en in tegenstelling tot de grote concurrent is het wel mogelijk om op offline kaarten al wandelend genavigeerd te worden. Er zit wel een betaald gedeelte in, maar dat zit hem vooral in de navigatie met stem (die wat minder robotisch klinkt als die van Google) en het weergeven van de maximumsnelheid. Sygic werkt erg makkelijk en de kaartweergave van de app wordt door mensen die Google Maps te druk vinden als overzichtelijker ervaren. Er is echter ook wat kritiek: de app stuurt je nog wel eens onnodig een weg op en af, maar ook Google Maps heeft daar wel eens een handje van.

©PXimport

Waze

Waze is van Google, maar het zit niet in Google Maps. De reden dat deze twee gescheiden blijven, is dat Google gebaseerd is op data, terwijl Waze helemaal draait om de input van mensen. Zie je ergens een ongeluk? Dan kun je dat doorgeven aan Waze, zodat andere gebruikers specifieke informatie hebben over de situatie op de weg. En, een groot verschil met Google Maps, is dat ook flitsers hiertoe behoren. Kortom, je kunt elkaar a la Flitsmeister op de hoogte houden van waar je potentieel een snelheidsboete oploopt. Waze is ook wat meer een assistent, want je kunt in de app invoeren hoe laat je ergens moet zijn en de app geeft je een indicatie van welk tijdstip je dan echt de deur uit moet. Je kunt je verwachte aankomsttijd ook makkelijker delen met anderen, via WhatsApp of mail. Of met jezelf, door hem via de app aan je Google Calendar toe te voegen. Waze is wel echt een automobilisten-app: voor fietsen zal je deze applicatie niet snel gebruiken.

©PXimport

TomTom

Als je het over navigatie hebt, dan komt al vrij snel TomTom op. Dit Nederlandse bedrijf werd vooral groot door fysieke navigatiesystemen voor de auto, maar het heeft ook geweldige virtuele kaarten voor je mobiel. Niet voor niets maakt het eerdergenoemde Sygic hier bijvoorbeeld gebruik van. Het grote voordeel van TomTom ten opzichte van andere kaarten, is dat hij alleen downloadt wat hij nodig heeft. Je hoeft dus alleen een Nederland-kaart te hebben als je met je auto nooit buiten ons land komt, en dat scheelt veel ruimte op je toestel. Bovendien worden ze wekelijks geüpdatet. Met de laatste update beschikt de app ook over ondersteuning voor CarPlay. Een andere handige feature is het zogenaamde moving lane guidance, waarmee je kunt zien op welke rijbaan je moet zitten om de afslag verderop te nemen - iets wat veel andere navigatie-apps missen.

©PXimport

HERE WeGo

Het heeft een wat opvallende naam, maar het is dan ook een opvallende app. HERE WeGo werd altijd gezien als de grote concurrent van Maps, afkomstig van Nokia. Het is nagenoeg dezelfde app in alle mogelijkheden. Je kunt ook hierin offline kaarten downloaden over de hele wereld, plus openbaar vervoer of met de fiets plannen. Net als bij Sygic wordt HERE WeGo vooral geroemd om zijn mooie interface, die net even wat overzichtelijker is dan die van Google. Bijzonder is daarbij dat je je eigen maps kunt maken en aanpassen, waardoor je je navigatie nog meer naar je hand kunt zetten.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen