ID.nl logo
Plaatjes oppoetsen met PhotoScape X
© Reshift Digital
Huis

Plaatjes oppoetsen met PhotoScape X

Een foto is zelden zoals je die wilt hebben. Om het beeld goed te krijgen, is er optimalisatiewerk nodig. Met PhotoScape X kun je prima foto’s (in batch) bewerken en verbeteren. En er kan nog veel meer: je kunt bijvoorbeeld een fotocollage maken, foto’s van leuke versieringen en tekst voorzien en animaties maken. Laten we beginnen met de editor.

PhotoScape bestaat al vele jaren en inmiddels zijn er zelfs twee versies beschikbaar, die beide (ook tegelijkertijd) onder Windows 10 draaien. PhotoScape 3.7 is geschikt voor Windows XP en hoger, PhotoScape X (momenteel 4.1.1) is er zowel voor Windows 10 als MacOS. Wat betreft functionaliteit ontlopen de twee elkaar weinig, maar de programma’s zien er wel totaal anders uit. PhotoScape 3.7 oogt wat ouderwets, terwijl PhotoScape X er met de zwarte interface modern en aantrekkelijk uitziet.

We gaan dus voor deze laatste (met dank aan lezer Jannes van der Laan voor deze tip). We houden het bij de gratis versie van PhotoScape X. Die heeft al talloze mogelijkheden en een opstapje naar de pro-variant is snel gebeurd, tenminste wie er 40 euro voor wil betalen. In dit artikel focussen we ons op de ingebouwde editor. 

©PXimport

Opstarten

Je vindt voor beide programma’s downloadlinks hier. De link naar PhotoScape X for Windows 10 gaat naar de Microsoft Store. Een paar muisklikken verder staat de fototool voor je klaar. Wanneer je linksboven het logoknopje indrukt, krijg je een overzicht te zien met vijftig links naar korte screencasts waarin telkens een andere functie wordt toegelicht. Nog meer screencasts (ongeveer tachtig) vind je hier.

Onmiddellijk naast het logoknopje staat het tabblad Weergave. Hiermee open je een bestandbrowser en zodra je hier een map met afbeeldingen opent, krijg je in het rechtervenster je foto’s in miniatuur te zien. Met een schuifknop onderaan regel je de weergavegrootte. Met de knopjes rechtsboven kun je uit andere weergaves kiezen.

Klik je een of meer foto’s met rechts aan dan komen meteen enkele handige opties tevoorschijn, zoals Vergroten/verkleinen, Roteren, Metagegevens (verwijderen) en Bewerken. Met deze laatste optie plaats je de foto’s in de Editor: het tabblad waarop we ons in de rest van dit artikel gaan focussen.

Verkenning

Laten we eerst de interface van de editor verkennen. Ook hier tref je de bestandsbrowser aan: de miniatuurfoto’s verschijnen onderaan en de geselecteerde foto komt in het middelste venster terecht om verder te bewerken. Via de pijlknoppen bovenaan kun je ook snel door je fotomap bladeren.

PhotoScape kan raw-foto’s weergeven en bewerken, maar kan die alleen bewaren in de klassieke formaten: jpeg, png, gif, bmp, tiff en webp. Bewerkte foto’s bewaren doe je via de knop Opslaan, rechtsonder. In dit venster kunt ook Project opslaan kiezen als je de foto later nog verder wilt bewerken.

Onderaan links vind je nog enkele knoppen terug waarmee je de fotoweergave aanpast, zoals de zoomfactor of een hulpraster. Erg handig zijn de knopjes rechtsonderaan. Zodra je een bewerking op een foto hebt uitgevoerd, kun je die hier altijd weer ongedaan maken en in een keer terugkeren naar het origineel, of snel schakelen tussen de bewerkte en de originele foto.

©PXimport

Gereedschapskist

In de meeste fotobewerkers kun je niet naast de gereedschapskist kijken. In PhotoScape zit die enigszins verborgen en komen de tools pas in beeld zodra je rechtsboven op Gereedschappen klikt. De tools Emmertje en Kloonstempel blijken voorbehouden aan de pro-versie, maar laat dat vooral de pret niet drukken. Er zijn namelijk nog vijftien andere gereedschappen waarmee je zo aan de slag kunt, zoals Snel retoucheerpenseel (met een muisklik verwijder je een onvolkomenheid), Rode ogen corrigeren en Kleur aanpassen.

We beperken ons hier als voorbeeld tot een tool waarmee je een specifiek deel scherp laat en de rest van de foto vervaagt. Open hiervoor Gereedschappen en kies Vaag. Je ziet nu vier vervagingstechnieken staan: Vaag, Vage lens, Mediaan en Bilateraal. Hiervan kun je de sterkte bepaalt met de onderste schuifknop.

Je moet nu wel nog aangeven op welke fotodelen je die vervaging wilt toepassen. Daarvoor klik je op het penseel Toevoegen (+) en nadat je de hardheid, de vorm en de grootte van het penseel hebt ingesteld, kun je het vervagingsgebied op je foto uittekenen. Fout gemaakt? Met de knop Aftrekken (-) haal je het gewraakte deel weer weg. Zet een vinkje bij Masker tonen als je dit rode vervagingsmasker permanent in beeld wilt. Ziet alles er goed uit, bevestig dan met de knop Toepassen.

©PXimport

Effecten

Elke creatieve fotobewerker voorziet natuurlijk ook in een aantal effecten en dat is bij PhotoScape X zeker niet anders. Klik bovenaan op de knop Bewerken en ga in het rechtervenster naar Effecten. Je krijgt dertig icoontjes te zien, waarvan er slechts twee aan de pro-editie zijn voorbehouden. Het effect is natuurlijk telkens anders, maar de onderliggende werking is behoorlijk gelijkwaardig, wat een en ander gebruiksvriendelijk maakt.

Zodra je een effect (zoals Kleurpotlood) selecteert, zet dit zich op de gehele foto door. Houd de knop Vergelijken even ingedrukt om de foto met en zonder effect te zien, of druk op het knopje met de twee cirkels om het verschil permanent in beeld te zien. De verticale scheidslijn laat zich altijd nog met de muis verslepen.

Om het effect te verzachten volstaat het om de schuifknop bij Hoeveelheid naar links te verplaatsen, maar je kunt het effect ook beperken tot een specifiek deel van je foto. Daarvoor klik je op het plusknopje bij Masker en kun je heel goed zelf bepalen op welk deel het effect zich mag doorzetten of juist niet. Om het masker te bepalen maak je standaard gebruik van de penseelmodus, maar er zijn nog andere maskermodi mogelijk. Daarvoor selecteer je een van de beschikbare modi, via de knopjes bovenaan. Via Maskermodus (1) bijvoorbeeld maak je dit masker snel cirkelvormig en hoef je maar de blauwe handgrepen te verslepen.

©PXimport

Nog meer effecten

Wie dacht dat PhotoScape X met de 28 exemplaren uit het effectenpaneel was uitgeteld, heeft niet goed rondgekeken. Bij Bewerken vind je namelijk nog veel meer opties, zowel bij het onderdeel Aanpassingen (22 in de gratis versie) als bij Transformaties (tien in de gratis versie).

En daarmee zijn we er nog lang niet. Via de knop Kleur, bovenaan, opent zich namelijk een venster waarin je een dozijn of wat kleureffecten kunt instellen en nog zo’n hoeveelheid extra via het knopje Meer. Ook hier kun je telkens met de inmiddels bekende maskers zelf aangeven waar deze effecten zich precies mogen doorzetten.

Over naar de knop Film, dat op zijn beurt acht rubrieken bevat. Stel, je wilt je foto’s een oude aanblik geven, zonder in dat eeuwige sepia te moeten vervallen. Dan heb je verschillende mogelijkheden, die je eventueel kunt combineren. Open de rubriek Oude foto’s en selecteer een van de vijf beschikbare effecten. Ook in de rubrieken Vuil en Extra’s vind je diverse effecten terug waarmee je je foto een wat verschenen of beschadigde aanblik geeft. Bij elk van deze effecten vind je onderaan een bedieningspaneel terug waarmee je het resultaat helemaal naar eigen hand zet.

Van bokeh tot geometrie

Je kunt je foto’s met PhotoScape X ook van allerlei versieringen en figuren voorzien. Als voorbeeld laten we je eerst zien hoe je bokeh toevoegt. Dat zijn wazige deeltjes in een foto, niet zelden in een bepaalde vorm. Daarna gaan we kijken hoe we allerlei geometrische figuren in een foto krijgen.

Beginnen we met bokeh. Druk daarvoor op de knop Licht en open de rubriek Bokeh. Helemaal onderaan druk je op de knop Vormen en selecteer je een geschikte vorm, waarna je met de muis boven de zestien beschikbare pictogrammen beweegt: het effect zie je telkens in je foto. Selecteer een geschikt bokehtype en pas onderaan zowel tinten, als Lichtheid, Schalen, Hoek en Verhouding naar wens aan.

Over naar de knop Invoegen, helemaal rechtsboven. Er komen nu diverse geometrische figuren tevoorschijn, zoals een pijl en een lijn en verder een vierkant (al dan niet met afgeronde hoeken) en een cirkel (al dan niet gevuld). Afhankelijk van de gekozen vorm komen er meer instellingsopties in beeld. Kies je bijvoorbeeld voor een pijl, dan kun je onder meer type, dikte, dekking, schaduw, hoek en kleur instellen. Deze laatste kun je ook zelf bepalen met behulp van een Kleurkiezer (pipet).

©PXimport

Tekst en titels

Het kan leuk zijn om af en toe een foto in je album van een korte tekst te voorzien. Daarvoor open je opnieuw Invoegen en kies je  Tekst. De modeltekst verschijnt meteen in je foto en kun je naar wens verplaatsen, schalen en roteren.

Vanuit het rechtervenster leg je nog heel wat andere opties vast, waaronder het lettertype, -kleur en -grootte, een eventuele achtergrond en schaduw. Je tekst vervormen kan net zo goed: plaats een vinkje bij Transformatie, klik op Transformeren en experimenteer naar hartenlust. Standaard zie je hier Geen staan, maar in het uitklapmenu vind je twintig mogelijke tekstfiguren terug, zoals Boog en Cirkel.

Je kunt de tekst natuurlijk ook bovenop een ander object plaatsen, bijvoorbeeld op een eerder toegevoegde rechthoek. Verdwijnt de tekst achter dat object, selecteer dan je tekst en klik in het rechtervenster op het knopje Naar voren. Het mag duidelijk zijn: PhotoScape X schreeuwt gewoon om je verbeelding. Veel plezier ermee!

▼ Volgende artikel
Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt
© Leonid Iastremskyi
Energie

Waarom je luchtreiniger in de herfst meer doet dan je denkt

Veel mensen denken dat een luchtreiniger vooral nuttig is in het voorjaar en de zomer, als het pollenseizoen in …uhm volle bloei staat. Maar ook – of juist – in de herfst is zo’n apparaat een echte hulp voor een gezonder binnenklimaat in huis. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel.

Dit artikel in het kort

Een luchtreiniger doet meer dan alleen pollen, rook en huisstofmijt uit de lucht halen. Zeker in de herfst, als we minder ventileren, helpt hij de lucht in beweging te houden, allergenen te verminderen en de luchtkwaliteit op peil te houden. In dit artikel lees je wat er verandert zodra het kouder wordt, hoe je het effect van je luchtreiniger vergroot met slim ventileren en waar je op let bij gebruik en plaatsing voor een stabieler binnenklimaat.

Lees ook: Schimmel in je badkamer? Zo kom je er voor eens en altijd vanaf!

Open deur: minder ventilatie = minder frisse lucht

Waar in de zomer ramen en deuren openstaan, houden we in de herfst juist alles vaker dicht. Dat houdt de warmte binnen, maar doordat de lucht minder goed circuleert blijven vocht, stof en geuren langer hangen. In badkamers, keukens en woonkamers met goed sluitende kozijnen merk je dat direct: de lucht voelt wat bedompter aan en ruikt sneller muf. Een luchtreiniger helpt dat te voorkomen door fijnstof, pollen en andere kleine deeltjes actief uit de lucht te filteren. Zo blijft het binnenklimaat merkbaar frisser, ook wanneer de ramen dicht blijven.

Luchtfiltering uitgelegd

De meeste luchtreinigers gebruiken een HEPA-filter dat microscopisch kleine deeltjes opvangt. Sommige modellen combineren dat met een koolstoffilter dat geuren en vluchtige stoffen neutraliseert. Zo verdwijnt niet alleen stof, maar ook kookluchtjes en sigarettenrook sneller uit de ruimte. Een goed HEPA-filter verwijdert tot 99,97 procent van de deeltjes van 0,3 micrometer of groter, waaronder fijnstof, pollen en schimmelsporen.

Minder allergieklachten

Wie gevoelig is voor huisstofmijt of schimmelsporen, merkt dat klachten vaak toenemen in de herfst. Dat komt doordat vocht en temperatuur in huis precies de omstandigheden bieden waarin deze allergenen goed gedijen. Een luchtreiniger helpt door de lucht continu in beweging te houden en allergenen te vangen. Wat je wel moet weten: schimmelsporen worden door een filter grotendeels uit de lucht gehaald, maar de bron – vaak vochtige muren of slecht geventileerde ruimtes – moet je nog steeds aanpakken. Zonder die bronbestrijding blijft het probleem terugkomen. Een luchtreiniger helpt dus vooral bij de symptomen, niet bij de oorzaak.

De ideale stand

Laat de luchtreiniger liever langdurig op lage stand draaien dan af en toe kort op volle kracht. Zo blijft de luchtkwaliteit stabiel. Veel luchtreinigers meten zelf de luchtkwaliteit met sensoren en schakelen automatisch een tandje bij als dat nodig is. Op lage stand gebruiken ze meestal 20 tot 40 watt, vergelijkbaar met een ledlamp.

©Philips

Ventileren en luchtvochtigheid

Een luchtreiniger is geen vervanger voor ventilatie. Ventileren blijft nodig om koolstofdioxide, vocht en geur af te voeren. Wie de ramen regelmatig openzet en daarnaast een luchtreiniger laat draaien, houdt de lucht zowel vers als schoon. De luchtreiniger pakt de fijne stofdeeltjes aan, terwijl ventilatie zorgt dat nieuwe zuurstof binnenkomt.

In de herfst speelt ook de luchtvochtigheid een rol. Door de verwarming kan de lucht binnen te droog worden, en daar doet een luchtreiniger weinig aan. Wil je het binnenklimaat prettig houden, combineer hem dan met een luchtbevochtiger.

De beste plek om je luchtreiniger neer te zetten

Zet de luchtreiniger niet in een hoek, maar vrij in de kamer zodat lucht rondom het apparaat kan circuleren. In de buurt van een deur of raam werkt vaak het best. Zet hem niet op de grond, maar juist wat hoger – bijvoorbeeld op een kast of bijzettafel. Zo zuivert hij de lucht op borsthoogte (dus de hoogte waarop je lucht inademt) beter en verdeelt hij de schone lucht gelijkmatig door de ruimte.

Betere lucht, beter binnenklimaat

Een luchtreiniger is geen wondermiddel, maar wel een apparaat dat in de herfst meer doet dan veel mensen denken. Hij haalt stof, pollen en schimmelsporen uit de lucht, helpt muffe geur te voorkomen en ondersteunt de ventilatie in huis. Zeker in goed geïsoleerde woningen, waar de lucht snel stil komt te staan, merk je het verschil. De lucht voelt frisser aan, je ademt prettiger en het binnenklimaat blijft in balans – precies wat je nodig hebt in het seizoen waarin we het liefst binnen blijven.



Minder stof = een beter binnenklimaat

Heb jij al een plumeau in huis?
▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.