ID.nl logo
Plaatjes oppoetsen met PhotoScape X
© Reshift Digital
Huis

Plaatjes oppoetsen met PhotoScape X

Het komt zelden tot nooit voor dat je een foto schiet die direct helemaal perfect is. Gelukkig zijn er bewerkingsprogramma's om je beelden een finishing touch te geven.  PhotoScape X is zo'n tool waarmee je prima foto’s (in batch) kunt bewerken en verbeteren. En er kan nog veel meer: je kunt bijvoorbeeld een fotocollage maken, foto’s van leuke versieringen en tekst voorzien en animaties maken. Laten we beginnen met de editor.

PhotoScape bestaat al vele jaren en inmiddels zijn er zelfs twee versies beschikbaar, die beide (ook tegelijkertijd) onder Windows 10 draaien. PhotoScape 3.7 is geschikt voor Windows XP en hoger, PhotoScape X (momenteel 4.1.1) is er zowel voor Windows 10 als MacOS. Wat betreft functionaliteit ontlopen de twee elkaar weinig, maar de programma’s zien er wel totaal anders uit. PhotoScape 3.7 oogt wat ouderwets, terwijl PhotoScape X er met de zwarte interface modern en aantrekkelijk uitziet.

We gaan dus voor deze laatste (met dank aan lezer Jannes van der Laan voor deze tip). We houden het bij de gratis versie van PhotoScape X. Die heeft al talloze mogelijkheden en een opstapje naar de pro-variant is snel gebeurd, tenminste wie er 40 euro voor wil betalen. In dit artikel focussen we ons op de ingebouwde editor. 

©PXimport

Opstarten

Je vindt voor beide programma’s downloadlinks hier. De link naar PhotoScape X for Windows 10 gaat naar de Microsoft Store. Een paar muisklikken verder staat de fototool voor je klaar. Wanneer je linksboven het logoknopje indrukt, krijg je een overzicht te zien met vijftig links naar korte screencasts waarin telkens een andere functie wordt toegelicht. Nog meer screencasts (ongeveer tachtig) vind je hier.

Onmiddellijk naast het logoknopje staat het tabblad Weergave. Hiermee open je een bestandbrowser en zodra je hier een map met afbeeldingen opent, krijg je in het rechtervenster je foto’s in miniatuur te zien. Met een schuifknop onderaan regel je de weergavegrootte. Met de knopjes rechtsboven kun je uit andere weergaves kiezen.

Klik je een of meer foto’s met rechts aan dan komen meteen enkele handige opties tevoorschijn, zoals Vergroten/verkleinen, Roteren, Metagegevens (verwijderen) en Bewerken. Met deze laatste optie plaats je de foto’s in de Editor: het tabblad waarop we ons in de rest van dit artikel gaan focussen.

Verkenning

Laten we eerst de interface van de editor verkennen. Ook hier tref je de bestandsbrowser aan: de miniatuurfoto’s verschijnen onderaan en de geselecteerde foto komt in het middelste venster terecht om verder te bewerken. Via de pijlknoppen bovenaan kun je ook snel door je fotomap bladeren.

PhotoScape kan raw-foto’s weergeven en bewerken, maar kan die alleen bewaren in de klassieke formaten: jpeg, png, gif, bmp, tiff en webp. Bewerkte foto’s bewaren doe je via de knop Opslaan, rechtsonder. In dit venster kunt ook Project opslaan kiezen als je de foto later nog verder wilt bewerken.

Onderaan links vind je nog enkele knoppen terug waarmee je de fotoweergave aanpast, zoals de zoomfactor of een hulpraster. Erg handig zijn de knopjes rechtsonderaan. Zodra je een bewerking op een foto hebt uitgevoerd, kun je die hier altijd weer ongedaan maken en in een keer terugkeren naar het origineel, of snel schakelen tussen de bewerkte en de originele foto.

©PXimport

Gereedschapskist

In de meeste fotobewerkers kun je niet naast de gereedschapskist kijken. In PhotoScape zit die enigszins verborgen en komen de tools pas in beeld zodra je rechtsboven op Gereedschappen klikt. De tools Emmertje en Kloonstempel blijken voorbehouden aan de pro-versie, maar laat dat vooral de pret niet drukken. Er zijn namelijk nog vijftien andere gereedschappen waarmee je zo aan de slag kunt, zoals Snel retoucheerpenseel (met een muisklik verwijder je een onvolkomenheid), Rode ogen corrigeren en Kleur aanpassen.

We beperken ons hier als voorbeeld tot een tool waarmee je een specifiek deel scherp laat en de rest van de foto vervaagt. Open hiervoor Gereedschappen en kies Vaag. Je ziet nu vier vervagingstechnieken staan: Vaag, Vage lens, Mediaan en Bilateraal. Hiervan kun je de sterkte bepaalt met de onderste schuifknop.

Je moet nu wel nog aangeven op welke fotodelen je die vervaging wilt toepassen. Daarvoor klik je op het penseel Toevoegen (+) en nadat je de hardheid, de vorm en de grootte van het penseel hebt ingesteld, kun je het vervagingsgebied op je foto uittekenen. Fout gemaakt? Met de knop Aftrekken (-) haal je het gewraakte deel weer weg. Zet een vinkje bij Masker tonen als je dit rode vervagingsmasker permanent in beeld wilt. Ziet alles er goed uit, bevestig dan met de knop Toepassen.

©PXimport

Effecten

Elke creatieve fotobewerker voorziet natuurlijk ook in een aantal effecten en dat is bij PhotoScape X zeker niet anders. Klik bovenaan op de knop Bewerken en ga in het rechtervenster naar Effecten. Je krijgt dertig icoontjes te zien, waarvan er slechts twee aan de pro-editie zijn voorbehouden. Het effect is natuurlijk telkens anders, maar de onderliggende werking is behoorlijk gelijkwaardig, wat een en ander gebruiksvriendelijk maakt.

Zodra je een effect (zoals Kleurpotlood) selecteert, zet dit zich op de gehele foto door. Houd de knop Vergelijken even ingedrukt om de foto met en zonder effect te zien, of druk op het knopje met de twee cirkels om het verschil permanent in beeld te zien. De verticale scheidslijn laat zich altijd nog met de muis verslepen.

Om het effect te verzachten volstaat het om de schuifknop bij Hoeveelheid naar links te verplaatsen, maar je kunt het effect ook beperken tot een specifiek deel van je foto. Daarvoor klik je op het plusknopje bij Masker en kun je heel goed zelf bepalen op welk deel het effect zich mag doorzetten of juist niet. Om het masker te bepalen maak je standaard gebruik van de penseelmodus, maar er zijn nog andere maskermodi mogelijk. Daarvoor selecteer je een van de beschikbare modi, via de knopjes bovenaan. Via Maskermodus (1) bijvoorbeeld maak je dit masker snel cirkelvormig en hoef je maar de blauwe handgrepen te verslepen.

©PXimport

Nog meer effecten

Wie dacht dat PhotoScape X met de 28 exemplaren uit het effectenpaneel was uitgeteld, heeft niet goed rondgekeken. Bij Bewerken vind je namelijk nog veel meer opties, zowel bij het onderdeel Aanpassingen (22 in de gratis versie) als bij Transformaties (tien in de gratis versie).

En daarmee zijn we er nog lang niet. Via de knop Kleur, bovenaan, opent zich namelijk een venster waarin je een dozijn of wat kleureffecten kunt instellen en nog zo’n hoeveelheid extra via het knopje Meer. Ook hier kun je telkens met de inmiddels bekende maskers zelf aangeven waar deze effecten zich precies mogen doorzetten.

Over naar de knop Film, dat op zijn beurt acht rubrieken bevat. Stel, je wilt je foto’s een oude aanblik geven, zonder in dat eeuwige sepia te moeten vervallen. Dan heb je verschillende mogelijkheden, die je eventueel kunt combineren. Open de rubriek Oude foto’s en selecteer een van de vijf beschikbare effecten. Ook in de rubrieken Vuil en Extra’s vind je diverse effecten terug waarmee je je foto een wat verschenen of beschadigde aanblik geeft. Bij elk van deze effecten vind je onderaan een bedieningspaneel terug waarmee je het resultaat helemaal naar eigen hand zet.

Van bokeh tot geometrie

Je kunt je foto’s met PhotoScape X ook van allerlei versieringen en figuren voorzien. Als voorbeeld laten we je eerst zien hoe je bokeh toevoegt. Dat zijn wazige deeltjes in een foto, niet zelden in een bepaalde vorm. Daarna gaan we kijken hoe we allerlei geometrische figuren in een foto krijgen.

Beginnen we met bokeh. Druk daarvoor op de knop Licht en open de rubriek Bokeh. Helemaal onderaan druk je op de knop Vormen en selecteer je een geschikte vorm, waarna je met de muis boven de zestien beschikbare pictogrammen beweegt: het effect zie je telkens in je foto. Selecteer een geschikt bokehtype en pas onderaan zowel tinten, als Lichtheid, Schalen, Hoek en Verhouding naar wens aan.

Over naar de knop Invoegen, helemaal rechtsboven. Er komen nu diverse geometrische figuren tevoorschijn, zoals een pijl en een lijn en verder een vierkant (al dan niet met afgeronde hoeken) en een cirkel (al dan niet gevuld). Afhankelijk van de gekozen vorm komen er meer instellingsopties in beeld. Kies je bijvoorbeeld voor een pijl, dan kun je onder meer type, dikte, dekking, schaduw, hoek en kleur instellen. Deze laatste kun je ook zelf bepalen met behulp van een Kleurkiezer (pipet).

©PXimport

Tekst en titels

Het kan leuk zijn om af en toe een foto in je album van een korte tekst te voorzien. Daarvoor open je opnieuw Invoegen en kies je  Tekst. De modeltekst verschijnt meteen in je foto en kun je naar wens verplaatsen, schalen en roteren.

Vanuit het rechtervenster leg je nog heel wat andere opties vast, waaronder het lettertype, -kleur en -grootte, een eventuele achtergrond en schaduw. Je tekst vervormen kan net zo goed: plaats een vinkje bij Transformatie, klik op Transformeren en experimenteer naar hartenlust. Standaard zie je hier Geen staan, maar in het uitklapmenu vind je twintig mogelijke tekstfiguren terug, zoals Boog en Cirkel.

Je kunt de tekst natuurlijk ook bovenop een ander object plaatsen, bijvoorbeeld op een eerder toegevoegde rechthoek. Verdwijnt de tekst achter dat object, selecteer dan je tekst en klik in het rechtervenster op het knopje Naar voren. Het mag duidelijk zijn: PhotoScape X schreeuwt gewoon om je verbeelding. 

Deel 2

Heb je de basis van PhotoScape X onder de knie, dan kun je een stapje verder gaan. Zo kun je met de tool ook delen uit foto's halen, beelden in de batch bewerken en collages en animaties maken. In dit artikel bespreken we de meer creatieve tools van PhotoScape.

▼ Volgende artikel
Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?
© ID.nl
Huis

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het veiligste manier om je smartphone te beveiligen?

Je smartphone is tegenwoordig veel meer dan een telefoon; het is de kluis van je digitale leven. Bankzaken, privéfoto's, e-mails en locatiegegevens: het staat er allemaal op. Het goed beveiligen van die toegang is dus geen overbodige luxe. Maar kies je voor het ouderwetse wachtwoord, je vingerafdruk of toch je gezicht? Wij leggen de voor- en nadelen van elke methode naast elkaar.

De klassieker: pincode of wachtwoord

Elke telefoon vraagt erom bij het opstarten: een code. Dit is de basisbeveiliging. Zonder code kun je vaak geen gezichtsherkenning of vingerafdruk instellen. Maar is het ook de beste methode voor dagelijks gebruik?

©ID.nl

Pincode of wachtwoord: de voordelen

• Veiligheid in eigen hand

Het sterke aan een code is dat het in je hoofd zit. Maar een code als 1234 of 0000 is zo gekraakt. Maar kies je voor een langere cijferreeks? Dan is het voor iemand die je smartphone in handen krijgt digitaal gezien nagenoeg onmogelijk om de code te kraken. Voeg je ook letters toe, (zie kader), dan is dit digitaal gezien de moeilijkste methode om te kraken.

• Juridisch sterker

Een interessant weetje: in veel rechtsgebieden val je met een toegangscode onder het zwijgrecht. De politie mag je vaak niet dwingen je code af te staan. Je vinger op een scanner leggen kan in sommige situaties wel als dwangmiddel worden ingezet.

💡 Tip: Gebruik letters voor extra veiligheid

Veel mensen denken dat ze bij het vergrendelen van hun telefoon vastzitten aan een cijfercode, maar dat is niet zo. Je kunt ook kiezen voor een alfanumeriek wachtwoord (een combinatie van cijfers, letters en tekens). Dit is vele malen moeilijker te kraken dan een traditionele cijfer-pincode.

Zo stel je het in:

iPhone: Ga naar Instellingen > Face ID en toegangscode > Wijzig toegangscode. Tik vervolgens op het blauwe tekstje 'Toegangscode-opties' en kies voor 'Aangepaste alfanumerieke code'.

Android: Ga naar Instellingen > Beveiliging > Schermvergrendeling. Kies hier niet voor 'Pincode', maar voor de optie 'Wachtwoord'.

Pincode of wachtwoord: de nadelen

• Afkijken

Iemand die in de trein over je schouder meekijkt, heeft je pincode zo gezien. Ook vette vingers op het scherm kunnen je patroon verraden.

• Gemak

Tachtig keer per dag een lange code intikken gaat vervelen. Mensen kiezen daardoor vaak voor een te simpele code, en dat maakt het juist onveilig.

©ID.nl

2. Lekker snel (maar niet altijd even veilig): vingerafdrukscanner

De vingerafdrukscanner is mateloos populair vanwege het enorme gebruiksgemak: in één soepele beweging pak je je telefoon en ben je vrijwel direct binnen. Toch is het belangrijk om te weten dat de ene scanner de andere niet is en dat dit systeem zowel sterke als zwakke punten heeft.

Vingerafdrukscanner: de voordelen

• Snelheid

Het is vaak de snelste manier om je telefoon te openen, zeker als de scanner in de aan-knop verwerkt zit.

• Betrouwbaarheid (bij de juiste techniek)

Heb je een toestel met een fysieke scanner (achterop/zijkant) of een moderne ultrasone scanner (zoals in de Samsung S-serie)? Dan is de beveiliging uitstekend. Ultrasone scanners maken een 3D-map van je vinger en zijn zeer moeilijk te foppen.

Vingerafdrukscanner: de nadelen

• Natte vingers en pleisters

Heb je natte handen? Dan weigeren veel scanners dienst. Ook met een pleister om je vinger herkent de telefoon je niet. Tip: zorg daarom dat je vingerafdrukken van allebei je handen opslaat.

• Ongewenste toegang

Een klein (maar reëel) risico is dat iemand toegang krijgt terwijl je slaapt of bewusteloos bent, door voorzichtig je vinger op de scanner te leggen.

• Onveilige optische scanners

Veel budget-telefoons hebben een 'optische scanner' onder het scherm. Deze maakt een 2D-foto van je vinger. Dit is minder veilig en makkelijker te foppen dan de ultrasone varianten.

©ID.nl

Gezichtsherkenning: gemak of schijnveiligheid?

Telefoon ontgrendelen door ernaar te kijken voelt als magie. Maar pas op: hier zit de grootste valkuil voor consumenten.

Gezichtsherkenning: de voordelen

• Ultiem gemak

Je hoeft niets aan te raken. Kijken is openen. Ideaal als je bijvoorbeeld handschoenen draagt in de winter.

• Extreem veilig (alleen bij 3D)

Heb je een iPhone (FaceID) of een dure Android met 3D-sensoren? Dan worden er duizenden onzichtbare puntjes op je gezicht geprojecteerd om diepte te meten. Dit is amper te misleiden.

Gezichtsherkenning: de nadelen

• Schijnveiligheid (bij 2D)

Veel goedkopere Android-telefoons gebruiken simpelweg de selfiecamera (2D-herkenning). Dit is niet veilig. Soms is een foto van jou (van Facebook of Instagram) al genoeg om in te breken. Gebruik dit type gezichtsherkenning zeker nooit voor je bank-app.

• Toegang tijdens slaap

Als je niet oplet, kan iemand je telefoon voor je gezicht houden terwijl je slaapt om hem te ontgrendelen. Tip: Zet in de instellingen altijd de optie "Aandacht vereist" of "Ogen open" aan. Dan werkt het alleen als je echt naar het scherm kijkt.

Hoe zit het met privacy?

Een veelgehoorde zorg: "Ik wil niet dat mijn biometrische gegevens in de cloud staan." We kunnen je geruststellen. Bij moderne smartphones worden je gezicht of vinger lokaal opgeslagen in een speciale, zwaarbeveiligde chip in de telefoon (de Secure Enclave). Deze data verlaat je telefoon nooit. Er wordt ook geen foto van je vinger opgeslagen, maar een versleutelde wiskundige code. Zelfs als de servers van de fabrikant gehackt worden, liggen jouw biometrische gegevens niet op straat.

Vingerafdruk, pincode of gezichtsherkenning: wat is het best?

Wat de slimste keuze is, hangt volledig af van je toestel. Heb je een iPhone of een high-end Android-telefoon met 3D-scan? Dan kun je gerust gebruikmaken van gezichtsherkenning; dat is niet alleen snel en makkelijk, maar ook veilig. Bezit je echter een middenklasse- of budgettoestel, kies dan liever voor de vingerafdrukscanner. De gezichtsherkenning op deze modellen is namelijk vaak onveilig.

Vergeet ook de basis niet: zorg altijd voor een sterke toegangscode (liefst alfanumeriek of langer dan vier cijfers) als back-up. Start je telefoon bovendien af en toe opnieuw op. Hierdoor wordt de biometrische beveiliging tijdelijk uitgeschakeld, waardoor je telefoon op zijn veiligst is.

📱Ook interessant: Help! Ik ben het wachtwoord van mijn Apple ID vergeten


Bescherm je smartphone optimaal met een stevig telefoonhoesje.

Zo blijft je toestel in topconditie, hoe je het ook ontgrendelt!
▼ Volgende artikel
Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3
© ID.nl
Huis

Gratis en complete grafische tool: aan de slag met Gimp 3

Ben je op zoek naar goede software voor het bewerken van foto’s en andere grafische bestanden? Dan is de kans groot dat je Gimp al kent als veelzijdig alternatief voor dure grafische pakketten. Nu is er een nieuwe versie beschikbaar: Gimp 3. Hoe verhoudt deze nieuwe versie zich ten opzichte van de andere grafische programma's?

Er is lange tijd gewerkt aan versie 3 van Gimp: het team heeft er maar liefst zeven jaar aan gesleuteld. De makers, bestaande uit vrijwilligers, begonnen direct aan deze editie na de release van Gimp 2.10 in 2018. Al terug in 2020 kregen we een voorproefje van Gimp 3.0 via een ontwikkelversie, maar pas in 2025 zag de definitieve editie het daglicht. Wie overigens nu denkt dat het Gimpt-team aan het uitrusten is, heeft het mis. Op dit moment is het team namelijk alweer bezig met een volgende versie: Gimp 3.2.

Brede ondersteuning

Wat erg prettig is aan Gimp is dat het programma beschikbaar is voor verschillende platformen. Voor dit artikel bekeken we versie 3.0.4. Deze versie is er voor Windows, Linux en macOS. Zorg bij Windows voor Windows 10 of hoger en bij macOS voor versie 11 of hoger. Je vindt de nieuwste edities via www.gimp.org/downloads.

Indeling

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten . Dat is geen overbodige luxe: het programma kent een relatief grote hoeveelheid opties die je niet altijd gebruikt. Hoe je Gimp indeelt, heeft voornamelijk te maken met de acties die je ermee wilt uitvoeren, bijvoorbeeld foto’s bewerken, illustraties maken of digitale kunst maken. Om de omgeving te stroomlijnen, kun je gebruikmaken van dokbare vensters. Open het menu Vensters en kies Dokbare vensters. Bepaal vervolgens welke opties je snel toegankelijk wilt hebben. Je vindt verschillende opties, zoals de kleurenwaaier, lettertypes, lagen en penselen.

Je kunt Gimp tot in detail naar je hand zetten.

Wil je je volledig concentreren op het document zelf? Dan kun je de dokvensters ook (tijdelijk) uitschakelen. Kies Vensters / Dokken verbergen (en dezelfde optie om ze later weer zichtbaar te maken). Een tussenvorm is ook mogelijk, waarbij je de gedokte vensters laat zweven. Je hebt hierdoor meer vrijheid bij het optimaal inrichten van je werkomgeving. Kies voor Vensters en verwijder het vinkje bij Enkelvenstermodus.

Ben je tevreden over je eigen indeling? Dan kun je deze direct opslaan. Kies dan Bewerken / Voorkeuren / Interface / Vensterbeheer. Klik op Vensterposities nu opslaan. Standaard wordt de werkomgeving bewaard zodra je het programma afsluit (controleer of Vensterposities opslaan bij verlaten is geactiveerd).

Als je gebruikmaakt van meerdere beeldschermen, dan kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Activeer Open vensters op dezelfde beeldschermen als eerder. Heb je vensters verschoven, maar wil je snel terugkeren naar eerdere posities? Klik op Opgeslagen vensterposities terugzetten.

Handig: de aangepaste gebruikersomgeving bewaren.

Specifieke functies

Eerlijk is eerlijk: Gimp bevat een flinke hoeveelheid functies. De kans bestaat dat je een gewenste functie niet kunt vinden. In plaats van uren te zoeken, kun je de functie ook opzoeken in een overzicht. Kies Hulp / Een functie zoeken en deze uitvoeren. Typ de naam of omschrijving van de functie, bijvoorbeeld ‘lagen’.

In het zoekoverzicht toont Gimp alleen opties die met het trefwoord te maken hebben. Klik op een resultaat om de functie daadwerkelijk uit te voeren. Bij elke functie zie je ook waar deze zich in het programma bevindt, zodat je deze een volgende keer zelfstandig kunt uitvoeren.

In het zoekoverzicht kun je zoeken naar specifieke opties die je niet snel kunt vinden.

Meerdere schermen

Als je gebruikmaakt van meerdere schermen, kun je Gimp hiermee rekening laten houden. Zo kun je de vensters naar een ander scherm verplaatsen. Kies voor Beeld / Verplaatsen naar scherm. Ook kun je individuele vensters naar een ander scherm verplaatsen. Klik op het kleine pictogram rechtsboven (Tabblad configureren) en kies Verplaatsen naar scherm.

Grootte aanpassen

Je kunt op elk gewenst moment het formaat van de afbeelding aanpassen. Kies Afbeelding / Afbeelding schalen. Bepaal de gewenste breedte en hoogte in de sectie Afbeeldingsgrootte. Standaard is de eenheid millimeter, maar je kunt ook een andere eenheid kiezen. Bijvoorbeeld Pixels of Percent.

Die laatste optie is interessant als je de volledige afbeelding in één keer wilt vergroten of juist verkleinen. Standaard zijn de verhoudingen tussen breedte en hoogte aan elkaar gekoppeld. Dat is niet verplicht: klik op het pictogram van de ketting om die koppeling te verbreken. Tevreden met de nieuwe waarden? Bevestig met een klik op Schalen.

De titelbalk van de afbeelding die je hebt geopend, geeft in Gimp belangrijke informatie. Zo lees je in de titelbalk onder meer de bestandsnaam af, maar ook welke afmetingen het bestand heeft. Ook zie je hier welke kleurindeling wordt gebruikt, bijvoorbeeld RGB-kleur 8-bit, en uit hoeveel lagen de afbeelding is opgebouwd.

Je kunt zelf een afbeelding schalen.

Transformeren

Je kunt Gimp goed gebruiken om nieuw materiaal te maken, maar ook om bestaande grafische afbeeldingen aan te passen. Bijvoorbeeld door ze te roteren of bij te snijden. De meeste functies hiervoor vind je onder Gereedschap / Transformeren. Wil je bijvoorbeeld een afbeelding bijsnijden (croppen), dan kies je voor Gereedschap / Transformeren / Bijsnijden. Om een afbeelding te roteren, kies je in hetzelfde menu voor Draaien. Ook andere opties, zoals Schalen en Spiegelen, zijn ondergebracht in hetzelfde menu.

Je bent overigens niet afhankelijk van dit menu: je kunt de functies ook bereiken via de werkbalk die standaard links in het venster wordt getoond. Houd de muisaanwijzer boven een knop voor meer informatie. Veel functies hebben gedetailleerde eigenschappen. Klik je bijvoorbeeld op Penseel, dan kun je kiezen welke grootte het penseel heeft, welk inkttype en welke kleuropties worden gehanteerd. Gimp toont die eigenschappen in het venster Gereedschapsopties, direct onder de werkbalk waarop je de eerdergenoemde opties vindt.

In de linkeronderhoek vind je details van geselecteerde acties.

Geschiedenis

Alle bewerkingen die je op een afbeelding toepast, worden vastgelegd in de geschiedenis. Dit tabblad wordt standaard links in het venster getoond en vult zich naarmate je de acties toepast. Om terug te keren naar een punt in het verleden, klik je op de actie in de lijst. De geschiedenis is handig, omdat je hiermee ziet welke acties je hebt uitgevoerd en kunt experimenteren met verschillende bewerkingen.

Herstellen

Gimp houdt bij welke acties je op een document uitvoert. Dat is handig: hierdoor kun je op een later moment terugkeren naar een eerder punt en wijzigingen ongedaan maken of juist doorvoeren. Je kunt deze geschiedenis op elk moment opvragen: kies voor Bewerken / Geschiedenis ongedaan maken. Linksonder verschijnt een venster met de verschillende stappen. Selecteer nu een bewerking en klik op de knop Ongedaan maken linksonder in het venster.

Heb je een aardige set bewerkingen gemaakt, ben je tevreden en wil je schoon schip maken? Dan kun je de geschiedenis van bewerkingen ook wissen. Afhankelijk van de hoeveelheid bewerkingen kan dit geheugen vrijmaken. Klik op de (verwarrende) knop Alles wissen uit Geschiedenis ongedaan maken. Je vindt deze knop rechtsonder in het geschiedenisvenster.

De geschiedenis geeft een overzicht van de gedane bewerkingen.

Filters

Gimp heeft een volwassen verzameling filters: open hiervoor het menu Filters. Er zijn verschillende categorieën. Met sommige filters kun je afbeeldingen verbeteren, bijvoorbeeld door ruis te verwijderen. Om een afbeelding te verbeteren door deze te verscherpen, kies je Filters / Verbeteren / Verscherpen. Ook kun je een afbeelding verbeteren door deze zachter en minder kartelig te maken, via Filters / Vervagen / Gaussiaanse vervaging of Focus vervaging. Om ruis uit een afbeelding (zoals een foto) te halen, kies je Filters / Ruis.

Ook de artistieke filters zijn het bekijken waard. Kies Filters / Artistiek. Zo kun je bijvoorbeeld kiezen voor het effect van een fotokopie, maar ook voor een getekende stijl (Cartoon) of voor verfeffect (Olieverven). Verder vind je in dezelfde categorie andere kenmerkende stijlen, zoals Textieldruk en Van Gogh.

Gimp heeft een flinke verzameling filters.

Effecten

Je kunt filters gebruiken om effecten op een afbeelding toe te passen, bijvoorbeeld door de belichting van een afbeelding aan te passen of door een ‘lens flare’ (een schittering) na te bootsen. Kies Filters / Licht en schaduw. Selecteer je bijvoorbeeld Kies belichtingseffecten, dan opent een venster waarin je opties kiest. Open de tab Licht en bepaal het effect.

Ook via de andere tabbladen in hetzelfde venster, zoals Materiaal en Omgevingsprojectie, kun je de effecten naar je hand zetten. Klik op Instellingen opslaan, zodat je het profiel een volgende keer snel kunt gebruiken. 

Afbeeldingsinfo

Heb je een bestand geopend en wil je alles weten over de afmeting, resolutie, bitdiepte en andere belangrijke gegevens? Kies Afbeelding / Afbeeldingsinfo. Of nog sneller: druk op de toetscombinatie Alt+Enter. Het venster bestaat uit drie tabbladen, waarbij Eigenschappen de meeste informatie bevat. Neem ook een kijkje bij Afbeelding / Metadata / Metagegevens bekijken. Hier vind je aanvullende informatie over het document.

Exporteren

Gimp ondersteunt een flinke hoeveelheid bestandsformaten. Standaard worden bestanden opgeslagen in xcf. Dit is de eigen bestandsindeling van Gimp. Een xcf-bestand bevat alle informatie, zoals lagen. Verder is er ondersteuning voor andere formaten. Dat is handig bij het opslaan van de bestanden.

Ben je klaar met een bestand, kies dan Bestand / Exporteren als. In het venster geef je een bestandsnaam op en bepaal je de locatie. Werp hierna een blik op Bestandstype selecteren. Kies de gewenste indeling, zoals gif-afbeelding of png-afbeelding. Het valt hierbij op dat Gimp ook exotischere grafische formaten ondersteunt, zoals Windows-pictogrammen of Windows-cursors.

Tevreden met de keuze? Bevestig met een klik op Exporteren. Afhankelijk van de keuze verschijnt een venster waarin je verregaande controle hebt over het eindresultaat. Kies je bijvoorbeeld voor jpeg, dan verschijnt het venster Afbeelding exporteren als JPEG. Via de balk Kwaliteit bepaal je de kwaliteit, en daarmee de bestandsgrootte van de afbeelding. Onder Geavanceerde instellingen kun je de afbeelding verder aanpassen, bijvoorbeeld door deze minder kartelig te maken. Onder Metadata kun je extra informatie aan de afbeelding meegeven, zoals wie de auteur van het beeld is. Maak je vaak gebruik van dezelfde instellingen, sla de set dan op als profiel via een klik op Instellingen opslaan.

Bepaal in welke bestandsindeling je de afbeelding wilt bewaren.

Xcf-bestand verkleinen

Afhankelijk van de complexiteit kan een xcf-bestand flink in omvang toenemen. Heb je behoefte aan een compactere omvang, dan kun je een betere compressie selecteren. Kies Bestand / Opslaan (XCF). In het nieuw geopende venster zet je een vinkje bij Dit XCF-bestand opslaan met betere maar tragere compressie. Houd er rekening mee dat je het bestand vervolgens alleen in de nieuwste versies van Gimp kunt gebruiken: in oudere edities kan het mogelijk niet worden ingelezen.

Standaardafbeelding

 Mogelijk werk je vaak met dezelfde soort afbeeldingen, bijvoorbeeld met dezelfde afmetingen. Je kunt tijd besparen door in Gimp deze waarden als standaard in te stellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Standaardafbeelding. Ga uit van een sjabloon, dat je eventueel nog kunt aanpassen.

Kies Sjabloon en selecteer de afmeting. Voor specifieke formaten heb je niet voldoende aan de opties in dat menu. Je kunt de afmetingen ook handmatig opgeven bij Afbeeldingsgrootte. Nog interessanter is de sectie Geavanceerde opties. Hier kun je onder meer de resolutie en een kleurprofiel bepalen, zodat je volledige controle hebt over de nieuwe afbeelding.

Bespaar tijd door een standaardafbeelding te definiëren.

Sneller werken

Grote kans dat je het grootste gedeelte van de tijd in Gimp werkt met muis of pen, maar je kunt het toetsenbord ook goed inzetten voor het uitvoeren van acties. De sneltoetsen vind je bij elke menuvermelding, maar je hoeft hiermee geen genoegen te nemen. In Gimp kun je ook eigen sneltoetsen samenstellen. Kies Bewerken / Voorkeuren / Interface. In de sectie Sneltoetsen klik je op Sneltoetsen configureren. Zoek de actie waarvoor je een sneltoets wilt maken of deze wilt aanpassen en selecteer de actie. Druk vervolgens op de toetscombinatie die je wilt toewijzen. Herhaal dit voor alle sneltoetsen die je gebruikt. Tevreden? Klik op Oké

Werken met raw-bestanden

Om met raw-bestanden in Gimp te werken, kun je gebruikmaken van externe hulp. Twee populaire uitbreidingen zijn RawTherapee (www.rawtherapee.com) en Darktable (www.darktable.org/install). Met deze uitbreidingen kun je de raw-bestanden klaarmaken en vervolgens verwerken in Gimp. Je mag beide programma’s kosteloos gebruiken.