ID.nl logo
Zo voeg je metadata toe aan je foto's
© Reshift Digital
Huis

Zo voeg je metadata toe aan je foto's

Heb je een digitale fotoverzameling die zich maar blijft uitbreiden? Weet je nog wat erop al die beelden staat? Waar zijn ze gemaakt? En wanneer dat was? Ook wanneer je foto’s of negatieven scant, is het slim om vast te leggen wat het verhaal achter de foto’s is door middel van metadata. Anders gaat die informatie misschien wel voorgoed verloren.

Maak je graag familiefoto’s of leg je dagelijkse gebeurtenissen vast? Of fotografeer je vooral tijdens uitjes en vakanties? Trek je er misschien speciaal op uit met je camera of smartphone om gericht te fotograferen als leuk tijdverdrijf? In een aantal jaren bouw je op die manier een flink fotoarchief op. Misschien scan je ook nog de stapels analoge foto’s of negatieven die van uzelf zijn of van een (overleden) familielid. Hoe ouder en unieker foto’s zijn, hoe minder mensen weten wat en wie er op deze beelden te zien zijn. En dat is zonde, want foto’s zijn zoveel meer dan alleen fraaie plaatjes. Ze tonen de familiegeschiedenis en het veranderende dagelijkse leven en straatbeeld.

Vertel het verhaal

Vandaar dat je foto’s veel waardevoller worden als je informatie over wat en wie we zien aan deze beelden toevoegt. Want je weet misschien nog wel waar we naar kijken, of kunt dat nog bij iemand navragen, maar ooit gaat het verhaal achter deze beelden voorgoed verloren. Daarom is het belangrijk dat je het op tijd vastlegt. Het mooiste is het natuurlijk als alle relevante informatie direct te zien is zodra je of iemand anders de foto’s uit je archief bekijkt.

Maar hoe krijg je dit voor elkaar? Het is zonde om het permanent op de foto te zetten met zoiets als een fotobewerker. Want dan kun je niet meer naar het originele beeld kijken. Een apart Word-document bijhouden dan? Dat is nogal omslachtig, want dan moet je dit steeds naast het scherm houden en ook precies weten naar welke foto’s je kijkt. Ook de foto’s aan het document toevoegen, is geen oplossing, want dan ontstaat een lijvig en onhandelbaar document.

De oplossing is informatie aan je foto’s toevoegen als zogeheten metadata. In een digitale foto zit namelijk veel meer dan alleen maar beeldmateriaal. Fotografeer je bijvoorbeeld met je camera of smartphone, dan zitten er verborgen velden in het fotobestand. Die vertellen je precies wanneer en met welke camera de foto’s zijn gemaakt en zelfs welke instellingen er zijn gebruikt. Al deze informatievelden worden de metadata genoemd, omdat ze de foto beschrijven.

©PXimport

Foto’s beschrijven

Het grote voordeel is dat deze metadata en dus alles wat je over je foto’s wilt vertellen, gewoon in de fotobestanden zelf zit. Alles zit netjes bij elkaar, je kunt het niet per ongeluk kwijtraken en je hoeft ook geen losse lijsten of bestanden bij te houden. Daarnaast kan deze metadata in nagenoeg elk fotoprogramma worden opgevraagd.

Wij laten zien hoe dit werkt met het gratis Windows-programma XnView Classic. Werk je met Mac of Linux, dan kun je XnView MP gebruiken. Dat is van dezelfde maker, maar werkt soms net even anders dan wij hier beschrijven.

Om XnView Classic (of MP) te downloaden op www.xnview.com blader je een stukje omlaag tot je een aantal downloadknoppen ziet. De software is gratis zolang je het niet bedrijfsmatig inzet, dus het staatje met licenties mag je laten voor wat het is. Kies bij voorkeur de standaardversie (Standard), want dan zit er onder andere een Nederlandse taalmodule in.

Blader vervolgens naar een map met foto’s en dubbelklik op een fotominiatuur of druk op Enter om hem in het groot te bekijken. Blader v met bijvoorbeeld Page up en Page down door alle foto’s in de map. Druk op F11 om een foto beeldvullend te zien. Om aan te geven wat we op een foto zien, gebruik je sneltoets Ctrl+I of kies je voor Bewerken, Metadata, IPTC-gegevens bewerken. Er verschijnt nu een venster met een aantal tabbladen, waar wij er maar twee van nodig hebben om foto’s omschrijvingen en trefwoorden te geven.

Op het tabblad Bijschrift tik je bij het veld Bijschrift een korte of wat uitgebreidere beschrijving in. Je kunt de tekst niet mooi opmaken, het gaat om platte tekst. Voeg voor een goede leesbaarheid hier en daar een extra witregel toe om de omschrijving overzichtelijk te houden. Maak bij voorkeur de regels niet langer dan ongeveer de breedte van het invoerveld. Hier kun je dus vertellen waar wij naar kijken.

©PXimport

Trefwoorden toevoegen

Vervolgens ga je naar het tabblad Trefwoorden. Hier geef je trefwoorden of labels op waarmee je je foto’s later eenvoudig kunt terugvinden. Een trefwoord kan van alles zijn en hangt vooral af van wat je belangrijk vindt om te markeren. Kijk daarom met een kritisch oog naar het beeld. Wat en wie zien we? Locaties, gebeurtenissen, namen en familierelaties zijn voor de hand liggende keuzes.

Het scheelt enorm veel tijd en moeite als je deze trefwoorden niet iedere keer opnieuw hoeft in te tikken. Dat kan door ze in een trefwoordenlijst op te nemen. Eerst tik je een nieuw trefwoord in het bovenste invoerveld aan. Klik erachter op de knop Toevoegen. Dit trefwoord komt vervolgens in het grotere tekstvak eronder te staan. Op deze manier kun je eenvoudig meerdere trefwoorden invoeren die betrekking hebben op deze specifieke foto.

Om een zojuist ingevoerd trefwoord te bewaren voor later gebruik klik je erop. Klik daarna onder het trefwoordenvak op de knop met het driehoekje dat omlaag wijst. Hiermee kopieer je dit ene trefwoord naar het onderste vak. Herhaal dit voor alle trefwoorden die je later nodig denkt te hebben.

Bij de overige foto’s tik je zo’n trefwoord dus niet nogmaals in, maar klik je erop in het onderste vak en klik je daarna op de knop met het omhoog wijzende driehoekje. Hiermee kopieer je het uit de trefwoordenlijst naar het middelste vak waarin de trefwoorden voor de huidige foto staan verzameld. Zo eenvoudig werkt het!

Zodra je via Ctrl+I een beschrijving en trefwoorden hebt ingetikt, is het tijd om dit als metadata in deze foto op te slaan. Kies hiervoor onderin het venster bij Schrijfopties voor Combineer nieuwe & huidige waarden en zet een vinkje bij Samenvoegen met huidige waarden. De overige opties gebruik je om eerder ingevoerde gegevens te wissen in plaats van uit te breiden. Klik tot slot op Schrijven en daarna op Sluiten. Hebben meerdere foto’s dezelfde trefwoorden nodig? Selecteer ze dan en voeg daarna de trefwoorden toe.

©PXimport

Beschrijving tonen

Nu moeten we de door ons ingevoerde informatie alleen nog zichtbaar maken op de foto. Ga hiervoor naar Hulpmiddelen, Opties en klik onder Bekijken op het onderdeel Volledig scherm. Zet een vinkje bij Extra info weergeven en klik in het vak eronder. Staat hier al tekst? Selecteer die dan met Ctrl+A en druk op Delete of Backspace om een leeg vak te krijgen.

Klik dan onder het vak op Invoegen en kies bij IPTC – Trefwoorden en categorieën voor het veld Trefwoorden. In het tekstvak verschijnt nu <IPTC:Keywords>. Druk twee keer op Enter om een witregel toe te voegen. Klik daarna opnieuw op Invoegen en kies ditmaal IPTC – Bijschrift voor het veld Bijschrift. Daarmee voeg je  <IPTC:Caption> toe aan het tekstvak. Tot slot mag je eventueel nog wat extra (verklarende) tekst aan dit tekstvak toevoegen, maar dat hoeft niet.

Als het goed is ziet het tekstvak er nu (ongeveer) uit zoals bij ons. Klik op Ok om alles op te slaan. Bekijk nu een foto waar je al een omschrijving en trefwoorden aan hebt toegevoegd en druk op de I-toets of kies in het menu Beeld, Extra infotonen. In de linkerbovenhoek van de foto verschijnen nu de beschrijving en trefwoorden netjes in beeld. Terwijl je van foto naar foto bladert, komt steeds de juiste informatie op het scherm te staan. Wil je het weer verbergen, zodat alleen de foto nog te zien is, druk dan opnieuw op de I-toets om alle metadata te verbergen.

©PXimport

Tooltips

Je kunt de door je in ingetikte fotogegevens ook automatisch laten tonen zodra je de muisaanwijzer eventjes boven een fotominiatuur laat zweven. Kopieer in dat geval de volledige inhoud van het tekstveld dat je daarnet bij Hulpmiddelen, Opties, Bekijken, Volledig scherm hebt gevuld (klik in het tekstveld, druk op Ctrl+A en daarna op Ctrl+C). Klik vervolgens op de verkenner, zet de optie Tooltips tonen aan, klik in het tekstveld eronder en plak hier je metadatavelden met Ctrl+V.

©PXimport

Diavoorstelling

Alle informatie die je op deze manier aan je foto’s toevoegt, kan ook met de meeste andere fotoprogramma’s worden bekeken. Je harde werk is daarmee toekomstbestendig en daar draait het natuurlijk allemaal om. Omdat XnView vooral een fotobeheerprogramma is, kun je hiermee ook gelijk je fotoverzameling inrichten en netjes bijhouden. Denk aan het maken van mappen en submappen en het verplaatsen van foto’s naar de map waarin ze het beste thuishoren.

Maak meteen een mooie diavoorstelling door een map of een aantal foto’s te selecteren (eventueel na een zoekactie) via Aanmaken, Diavoorstelling. Ditmaal zul je waarschijnlijk alleen maar van de mooie beelden willen genieten. Wil je toch liever ook alle extra informatie zien, klik dan in het optievenster van de diavoorstelling op Meer opties en plak in het tekstveld bij Extra info weergeven de metadatavelden die je zojuist hebt gekozen.

Zoeken naar foto’s

Wil je snel alle foto’s bij elkaar zien waarin een bepaald trefwoord zit, of waar een bepaald woord voorkomt in de beschrijving? Druk dan op Ctrl+F of kies Hulpmiddelen, Zoeken om het zoekvenster te openen. Zet een vinkje bij Alle velden en tik daarachter het trefwoord of zoekwoord in. Of doe dit een stukje lager bij IPTC, dat kan ook. Klik op Zoeken waarna je (na een tijdje) onderin bij Resultaten ziet hoeveel foto’s er in deze map zijn gevonden. Klik op Verkennen om alleen deze foto’s in een overzicht te tonen, of op Weergave om ze direct te bekijken. Vink Ook in submappen aan om bijvoorbeeld je volledige fotoarchief te doorzoeken.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.