ID.nl logo
Slecht bereik in huis? Met een wifi-mesh-systeem ben je zo weer online
© Дмитрий Майер - stock.adobe.com
Huis

Slecht bereik in huis? Met een wifi-mesh-systeem ben je zo weer online

Je router is waarschijnlijk voorzien van een prima wifi-accesspoint, maar helaas kun je in de meeste woningen geen volledig dekkend draadloos netwerk uit slechts één router halen. Kabels trekken voor accesspoints is in 2023 gelukkig niet nodig. Een wifi-mesh-systeem werkt met satellieten die je overal in huis neer kunt zetten om je draadloze dekking eenvoudig uit te breiden.

Na het lezen van dit artikel weet je waar je bij de aanschaf van een wifi-mesh-set op moet letten, zoals:

  • Dual- of triband
  • Wifi 5 of 6
  • Aantal netwerkaansluitingen

Nu je weet waar je op moet letten, kun je tot aanschaf overgaan. Wij hebben er in dit artikel een paar voor je op een rij gezet: Koopgids mesh-systemen: zo krijg je overal in huis supersnelle wifi

Meerdere nodes

Het grote voordeel van wifi-mesh-systemen is dus dat je zonder draden meerdere accesspoints kunt gebruiken. Daarom worden de systemen verkocht in sets van twee of drie stuks. Naast de router krijg je dan één of meerdere satellieten. Die losse onderdelen worden vaak nodes genoemd. Hoeveel je er nodig hebt, hangt uiteraard van je huis af. Een vuistregel in een doorsneehuis met betonnen vloeren is dat je voor de beste snelheid en dekking een node per verdieping nodig hebt. Hoewel de nodes onderling verbinding kunnen maken (de node op de eerste verdieping maakt bijvoorbeeld contact met de node op de begane grond en een node op zolder maakt contact met de node op de eerste verdieping), zorgt elke tussenstap wel voor een lagere snelheid.

In een huis met meerdere verdiepingen zul je een mesh-set vaak wel in een keten gebruiken omdat de internetverbinding op de begane grond binnenkomt en je vermoedelijk meer dekking nodig hebt op de hoger gelegen verdiepingen. Maar je hoeft drie satellieten natuurlijk niet als een keten op te stellen, je kunt bijvoorbeeld ook met de ene satelliet het netwerk boven versterken en met de andere satelliet een netwerk in je tuin verzorgen. Je kunt altijd kijken of twee stuks voor jou thuis voldoet, wellicht is het acceptabel als de snelheid op zolder wat lager is. Voor veel systemen geldt dat je ook losse satellieten kunt kopen als blijkt dat je er toch eentje extra nodig hebt. Wel is één extra losse node later aanschaffen meestal duurder dan de prijs van een node als je direct een set van drie stuks aangeschaft.

Wifi in je tuin?

Zeker voor thuiswerken handig!

Dual- of triband

De nodes van wifi-mesh-systemen maken onderling draadloos contact; die verbinding wordt ook wel draadloze backhaul genoemd. Een belangrijk onderscheid tussen wifi-mesh-systemen is te maken in de configuratie van die backhaul. Systemen zijn onder te verdelen in dualband- en triband-systemen. Triband-systemen hebben een extra radio die gebruikt wordt voor de onderlinge communicatie tussen de nodes. Hierdoor gaat deze communicatie niet af van de bandbreedte die beschikbaar is voor de clients, waardoor het systeem zowel stabieler als sneller presteert. Overigens is de derde radio niet altijd helemaal gereserveerd voor de backhaul, de benodigde bandbreedte kan afhankelijk van hoe de fabrikant ze inzet ook dynamisch over de radio’s verdeeld worden. Maar er is altijd meer bandbreedte dan op een dualband-systeem. Een dualband-systeem heeft geen extra radio: de onderlinge communicatie verloopt via dezelfde radio’s als de communicatie met de clients. Ook binnen triband-systemen zijn er weer verschillen: de extra radio kan van twee of vier spatial streams gebruikmaken, waardoor er ook binnen deze categorie prestatieverschillen zijn. Al die radio’s met hun spatial streams hebben niet alleen een prijskaartje, ze zorgen ook voor extra antennes die op een optimale manier gepositioneerd moeten worden. De topmodellen hebben daarom een relatief forse behuizing.

Wifi-standaard

Wifi-mesh-systemen zijn al een aantal jaar te koop en zijn daarom verkrijgbaar van verschillende wifi-generaties. Omdat veel apparaten zoals laptops en smartphones tegenwoordig voorzien zijn van wifi 6, raden we je aan om een systeem te kopen op basis van wifi 6. Er zijn ook nog systemen op basis van wifi 5 te koop. Die bieden minder goede prestaties, maar zijn wel de goedkoopste optie als je simpelweg op zoek bent naar een volledige dekking, zodat je in heel je huis kunt internetten. Een dualband-systeem op basis van wifi 5 met drie nodes heb je al voor 150 euro in huis. Voor een vergelijkbaar setje op basis van wifi 6 betaal je al snel 100 euro meer. De duurste tri-band-systemen zijn voorzien van wifi 6e, dat is een uitbreiding op wifi in de vorm van extra 6GHz-frequentieband. Daar heb je alleen voordeel van als je clients ook wifi 6e ondersteunen. Ook wifi 7 zal deze 6GHz-band gebruiken.

Aansluitingen

Een van de nodes van een wifi-mesh-systeem doet dienst als router. Bij sommige systemen heeft deze router meer netwerkaansluitingen dan de nodes. Let er op hoeveel netwerkaansluitingen de router heeft, want hier sluit je andere netwerkapparaten op aan. Net als bij een normale router kun je natuurlijk wel een switch aansluiten als je poorten tekort komt. Ook de nodes van vrijwel ieder wifi-mesh-systeem zijn voorzien van netwerkaansluitingen. Dat klinkt wellicht vreemd voor een draadloos systeem, maar ze zijn toch handig. Op die netwerkaansluitingen kun je gewoon bedrade apparatuur aansluiten. Een node doet hierdoor dus ook direct dienst als een draadloze switch en dat kan handig zijn in bijvoorbeeld een thuiskantoortje. Wil je dergelijke functionaliteit gebruiken, let er dan op hoeveel aansluitingen de nodes hebben. Veelvoorkomende aantallen zijn twee of vier poorten. Hoewel zeldzaam, zijn er ook wifi-systemen waarvan de nodes geen netwerkaansluitingen hebben.

Lekker (en ergonomisch) thuiswerken? Dit zijn de fijnste spullen voor je werkplek!

Multigigabit

Alle wifi-mesh-systemen (op de TP-Link Deco E4 na) hebben gigabit-netwerkaansluitingen. De duurste systemen zijn daarnaast voorzien van multigigabit-aansluitingen. Vaak gaat het dan om de WAN-aansluiting die je verbindt met het internet, soms zijn ook de LAN-aansluitingen (deels) uitgevoerd in multigigabit met een snelheid van 2,5 of zelfs 10 Gbit/s. Het gaat daarbij om de absolute topmodellen en daar betaal je een forse meerprijs voor. Je hebt er vermoedelijk weinig aan, want een internetabonnement sneller dan 1 Gbit/s zul je niet hebben. Op veel glasvezelaansluitingen kan dat technisch in de toekomst overigens wel zonder al te veel aanpassingen. Maar ook als het wel mogelijk is, heb je zo’n hoge snelheid draadloos wellicht niet nodig. Een beetje rekening houden met de toekomst bij je aanschaf is voor een langere levensduur altijd een goed idee, maar in dit geval betaal je wat ons betreft echt te veel geld voor functionaliteit die je misschien nodig hebt.

Bedrade backhaul

De netwerkaansluitingen kun je niet alleen gebruiken voor het aansluiten van andere apparaten, maar ook om de nodes zelf bedraad aan te sluiten. Want hoe snel een draadloze verbinding ook is, een bekabelde verbinding is in de praktijk nog altijd stabieler. Heb je dus toevallig een netwerkkabel naar een plek in je huis lopen, dan kun je die gebruiken voor het aansluiten van een node. Je kunt beide methoden (draadloze en bedrade backhaul) bovendien door elkaar gebruiken. Bedraad aangesloten nodes kunnen dan afhankelijk van hun positionering het signaal van een draadloze node sneller maken. Ben je van plan om een wifi-mesh-systeem volledig bedraad aan te sluiten, koop dan geen triband-systeem. Je betaalt dan namelijk voor functionaliteit die je niet nodig hebt.

Let erop dat wanneer je een bedrade backhaul wilt gebruiken, je er meestal voor moet zorgen dat de satellieten achter de router van het systeem hangt. Je kunt meestal dus niet een centrale switch gebruiken en daar alle nodes van het systeem op aansluiten. Je kunt natuurlijk wel ergens een switch achter de router van het wifi-mesh-systeem hangen. Overigens geldt deze beperking bij sommige systemen niet als je het systeem in accesspoint-modus hebt staan.

Accesspoint-modus

Vanuit de doos werkt ieder wifi-mesh-systeem als router en verzorgt het systeem routertaken zoals het uitdelen van ip-adressen, ouderlijk toezicht en een firewall. Mocht je al een andere router hebben waar je geen afscheid van wilt nemen, dan kun een wifi-mesh-systeem ook instellen in een accesspoint-modus. Alle routerfuncties worden dan uitgeschakeld en alleen het wifi-gedeelte blijft werken. Ook in de accesspoint-modus kun je een bedrade backhaul gebruiken. Een wifi-mesh-systeem laat zich dus ook inzetten als een centraal beheerd bedraad accesspoint-systeem. Voor zover wij weten kan ieder wifi-mesh-systeem – op de systemen van Google na – in accespointmodus gezet worden. Ook Googles nieuwste Nest Wifi Pro ondersteunt geen accesspoint-modus zodra je satellieten koppelt; de accesspoint-modus werkt alleen als je de routernode los gebruikt. En daar koop je vermoedelijk geen wifi-mesh-systeem voor.

Centraal beheer

Een misschien niet zo direct duidelijk voordeel van wifi-mesh-systemen is dat je meerdere accesspoints vanaf één interface instelt. Voor de introductie van wifi-mesh-systemen was centraal beheer voorbehouden aan relatief dure en lastig in te stellen zakelijke accesspoint-systemen. Dat is het grote voordeel ten opzichte van andere oplossingen die voor de introductie van dergelijke systemen thuis veel gebruikt werden om het draadloze netwerk uit te breiden. Denk aan wifi-repeaters of het hergebruiken van ouder routers als een accesspoints. Hierbij moest je op ieder apparaat afzonderlijk inloggen als je iets aan je draadloze netwerk wilde aanpassen. Bovendien moest je zelf goed opletten of je alle eigenschappen als kanaalbreedte, versleuteling en wachtwoord op alle apparaten exact hetzelfde instelde. Deed je dat niet, dan had je al snel last van een netwerk waarbij je mobiele apparaten niet alle accesspoints gebruikten.

Bij een wifi-mesh-systeem heb je daar geen last van. Alle accesspoints zijn automatisch onderdeel van hetzelfde netwerk en maken gebruik van exact dezelfde instellingen. Alle fabrikanten bieden voor het beheer van een wifi-mesh-systeem een overzichtelijke app voor zowel iOS als Android. Daarnaast hebben veel systemen ook een webinterface waarin je soms meer instellingen dan in de app vindt.

Uitbreiding router

In beginsel vervang je met een wifi-mesh-systeem ook je router. Dat is misschien niet nodig, want afhankelijk van welke router je nu hebt, zijn er mogelijk mesh-uitbreidingen verkrijgbaar. Voor bijvoorbeeld de Fritz!Box-routers, die ook door sommige internetproviders als modem-router geleverd worden, zijn mesh-uitbreidingen te koop. Een Fritz!Box wordt met een uitbreiding als de Fritz!Repeater 3000 AX een volwaardig wifi-mesh-systeem dat je vanuit een interface kunt configureren. Ook voor sommige ASUS- en Netgear-routers kun je mesh-uitbreidingen kopen.

Nadelen wifi-mesh

Hoe goed wifi-mesh-systemen ook zijn, ze zijn vooral een oplossing voor situaties waarin kabels niet mogelijk zijn. Wanneer je thuis wel in staat bent om naar iedere verdieping een netwerkkabel te leggen, dan is een bedraad accesspoint-systeem vermoedelijk een betere oplossing. Een kabel is altijd betrouwbaarder dan een draadloze verbinding. Overigens ondersteunen alle wifi-mesh-systemen – zoals je eerder las – ook een bedrade backhaul. Handig voor als je naar één verdieping wel een kabel kunt trekken of voor als je ooit gaat verhuizen naar een huis waar kabels trekken wel mogelijk is.

Draadjes trekken?

Doen als het kan!

Een nadeel dat lang niet voor iedereen geldt, is dat wifi-mesh-systemen vooral op consumenten gericht zijn. De installatie en het beheer zijn eenvoudig en er kan weinig misgaan. Daar staat tegenover dat geavanceerde mogelijkheden, zoals je draadloze netwerk voor beveiligingsredenen onderverdelen in verschillende VLAN’s ontbreken. Voor geavanceerde mogelijkheden moet je nog echt bij bedraad aangesloten kleinzakelijke accesspoint-systemen zijn. Heb je daar geen behoefte aan, dan doen wifi-mesh-systemen precies wat ze beloven: jouw hele huis voorzien van een prima draadloos netwerk.

Positionering

Bij wifi geldt dat als je het accesspoint kunt zien, je doorgaans de beste verbinding hebt. Dat geldt ook voor de nodes van een wifi-mesh-systeem. Om die reden besteden fabrikanten van dergelijke systemen veel aandacht aan het ontwerp van hun systemen. Anders dan veel draadloze routers gaat het niet om futuristisch zwarte behuizingen met uitstekende antennes, maar om strak ontworpen witte behuizingen met ronde vormen. Je kunt het doorsnee mesh-systeem dan ook best op een kastje in je woonkamer zetten. Verstop de nodes dus niet in datzelfde kastje, dat zorgt echt voor slechtere prestaties.

Wanneer je een mesh-systeem over meerdere verdiepingen van je huis gebruikt, probeer dan de nodes op iedere verdieping zo dicht mogelijk bij het trapgat te zetten. Op die manier is er een beter contact en daarmee hogere snelheid mogelijk. Bij de duurdere tri-band-systemen is een zo goed mogelijke positionering minder belangrijk. Dat kan handig zijn als je geen goed plekje voor een node kan vinden.

©Netgear

▼ Volgende artikel
Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps
© Kaspars Grinvalds - stock.adobe.com
Huis

Dit zijn de 4 beste alternatieven voor Google Maps

Google Maps is een veelgebruikte navigatie-app binnen zowel Android als iOS. Veel mensen zijn inmiddels gewend aan die app en hebben geen behoefte aan alternatieven. Maar als je om je heen kijkt, zijn er genoeg kaarten-apps die de moeite waard zijn.

In dit korte overzicht zetten we vier apps in het zonnetje. Mocht je Google Maps zat zijn, of minder van Google afhankelijk willen zijn, dan kun je één van de onderstaande apps uitproberen:

  1. Here WeGo
  2. Apple Maps
  3. Waze
  4. OsmAnd

Ook interessant: Maak kennis met Waze: een slim alternatief voor Google Maps

Google Maps is inmiddels meer dan alleen een app voor het navigeren. Je kunt er eveneens informatie over je omgeving of buurt mee opzoeken, en zodoende leuke plekjes ontdekken. Ook biedt de app informatie over bijvoorbeeld files en de luchtkwaliteit. Daarnaast laten mensen er zelf recensies en foto's op achter, waardoor je nog een beter beeld krijgt van wat er in jouw omgeving gebeurt. En vergeet de Steet View-functie niet om een omgeving elders op de wereld te verkennen.

Maar dit is natuurlijk niet de enige dienst die je op deze manier op je smartphone kunt gebruiken. In dit artikel bieden we vier alternatieven voor Google Maps aan.

GRATIS OF BETAALD? Alle apps die we in dit artikel noemen zijn gratis te gebruiken. Alleen in het geval van OsmAnd kun je eventueel kiezen voor een abonnement, met prijzen variërend van 1,82 tot 39,99 euro.

1- Here WeGo

De eerste app in dit korte lijstje is Here WeGo. Dit is een gratis te downloaden app, die in de basis hetzelfde doet als Google Maps – maar dan zonder Google. Je hebt toegang tot verschillende soorten navigatieopties, zoals wandelen, met de auto of het ov, en kunt directies opvragen die je van deur tot deur brengt. Daarnaast zijn er allerlei mogelijkheden waarmee je de reis, ongeacht het voertuig, personaliseert. Zo kun je kiezen voor de snelste of de kortste route (het verschil zit hem in snelheid) en of je in realtime omgeleid wil worden wanneer dat nodig is. Zo kan Here WeGo rekening houden met files en eventueel oponthoud. Verder zijn er twee weergavemodi: een zoals in Google Maps en een met een satellietbeeld van de omgeving.

Here WeGo is beschikbaar voor Android en iOS.

Watch on YouTube

🚲Leestip: Ga eropuit! De beste sites en apps voor wandelen en fietsen

2- Apple Maps

We kunnen het ons bijna niet voorstellen dat je dit niet weet als je een iPhone hebt, maar Apple biedt met zijn eigen kaartenapplicatie Apple Maps ook een prima alternatief voor Google Maps aan. Hoewel de software eerder onbruikbaar was, heeft de app de afgelopen jaren flinke sprongen vooruit gemaakt. Had je de app eerder afgeschreven, dan kun je je er nu aan wagen. Net zoals bij andere navigatie-applicaties heb je de keuze uit verschillende reisopties, zoals met de auto, de fiets en bijvoorbeeld een taxi. Apple Maps biedt routenavigatie, locatie delen, plaatskaarten en een interactieve 3D-weergave aan van allerlei omgevingen. Zo krijg je een beter beeld van wat er te beleven valt, of hoe er een stad, dorp of weg vormgegeven is.

Apple Maps is alleen beschikbaar voor iOS.

Watch on YouTube

3- Waze

Mocht je iemand zijn die uit het Google-ecosysteem wil stappen, of minder van Google afhankelijk wil zijn, dan is Waze wellicht niet de beste optie. Google is namelijk eigenaar van deze app. Maar voor andere gebruikers kan dit wel een goed alternatief zijn. Veel van de informatie die Waze presenteert, is namelijk afkomstig vanuit de community. Gebruikers houden andere mensen dus op de hoogte. Daardoor krijg je veel meer updates in realtime over wat er om je heen gebeurt of wanneer je eenmaal de weg op gaat. Ongelukken en dergelijke zijn daardoor geen verrassingen meer. Waze kan bovendien razendsnel andere routes aanbieden, en je kunt van tevoren aangeven dat je bepaalde wegen of gebieden wilt vermijden.

Waze is beschikbaar voor zowel Android als iOS.

Watch on YouTube

4- OsmAnd

OsmAnd is tot slot een navigatieapplicatie die volop gebruikmaakt van opensource-informatie. In dit geval gaat het om de data van OpenStreetMap. Dat is niet het enige dat dit zo'n sterke app maakt. Want OsmAnd legt voornamelijk de nadruk op offline gebruik. Zo kunnen gebruikers niet alleen hun eigen omgeving, maar ook gewoon de kaart van een volledig land offline beschikbaar maken. Dat zal de app dan ook meteen vragen op het moment dat je hem voor het eerst opent. Daardoor kun je niet alleen data besparen, ook heb je gewoon een goede kaart tot je beschikking wanneer je in een gebied bent met slecht internet. Verder is het fijn om te zien dat OsmAnd de basis op orde heeft als het gaat om de interface en navigatieopties. Alle basale functies die je mag verwachten van een kaartenapp zit in OsmAnd, dus je hoeft niets te missen.

OsmAnd is beschikbaar voor zowel Android als iOS.

Watch on YouTube

Liever een losse navigatie voor in je auto?

Voordeel: leidt je niet af met appjes en meldingen

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.