ID.nl logo
Slecht bereik in huis? Met een wifi-mesh-systeem ben je zo weer online
© Дмитрий Майер - stock.adobe.com
Huis

Slecht bereik in huis? Met een wifi-mesh-systeem ben je zo weer online

Je router is waarschijnlijk voorzien van een prima wifi-accesspoint, maar helaas kun je in de meeste woningen geen volledig dekkend draadloos netwerk uit slechts één router halen. Kabels trekken voor accesspoints is in 2023 gelukkig niet nodig. Een wifi-mesh-systeem werkt met satellieten die je overal in huis neer kunt zetten om je draadloze dekking eenvoudig uit te breiden.

Na het lezen van dit artikel weet je waar je bij de aanschaf van een wifi-mesh-set op moet letten, zoals:

  • Dual- of triband
  • Wifi 5 of 6
  • Aantal netwerkaansluitingen

Nu je weet waar je op moet letten, kun je tot aanschaf overgaan. Wij hebben er in dit artikel een paar voor je op een rij gezet: Koopgids mesh-systemen: zo krijg je overal in huis supersnelle wifi

Meerdere nodes

Het grote voordeel van wifi-mesh-systemen is dus dat je zonder draden meerdere accesspoints kunt gebruiken. Daarom worden de systemen verkocht in sets van twee of drie stuks. Naast de router krijg je dan één of meerdere satellieten. Die losse onderdelen worden vaak nodes genoemd. Hoeveel je er nodig hebt, hangt uiteraard van je huis af. Een vuistregel in een doorsneehuis met betonnen vloeren is dat je voor de beste snelheid en dekking een node per verdieping nodig hebt. Hoewel de nodes onderling verbinding kunnen maken (de node op de eerste verdieping maakt bijvoorbeeld contact met de node op de begane grond en een node op zolder maakt contact met de node op de eerste verdieping), zorgt elke tussenstap wel voor een lagere snelheid.

In een huis met meerdere verdiepingen zul je een mesh-set vaak wel in een keten gebruiken omdat de internetverbinding op de begane grond binnenkomt en je vermoedelijk meer dekking nodig hebt op de hoger gelegen verdiepingen. Maar je hoeft drie satellieten natuurlijk niet als een keten op te stellen, je kunt bijvoorbeeld ook met de ene satelliet het netwerk boven versterken en met de andere satelliet een netwerk in je tuin verzorgen. Je kunt altijd kijken of twee stuks voor jou thuis voldoet, wellicht is het acceptabel als de snelheid op zolder wat lager is. Voor veel systemen geldt dat je ook losse satellieten kunt kopen als blijkt dat je er toch eentje extra nodig hebt. Wel is één extra losse node later aanschaffen meestal duurder dan de prijs van een node als je direct een set van drie stuks aangeschaft.

Je kunt op iedere verdieping van je huis een node neerzetten.

Wifi in je tuin?

Zeker voor thuiswerken handig!

Dual- of triband

De nodes van wifi-mesh-systemen maken onderling draadloos contact; die verbinding wordt ook wel draadloze backhaul genoemd. Een belangrijk onderscheid tussen wifi-mesh-systemen is te maken in de configuratie van die backhaul. Systemen zijn onder te verdelen in dualband- en triband-systemen. Triband-systemen hebben een extra radio die gebruikt wordt voor de onderlinge communicatie tussen de nodes. Hierdoor gaat deze communicatie niet af van de bandbreedte die beschikbaar is voor de clients, waardoor het systeem zowel stabieler als sneller presteert. Overigens is de derde radio niet altijd helemaal gereserveerd voor de backhaul, de benodigde bandbreedte kan afhankelijk van hoe de fabrikant ze inzet ook dynamisch over de radio’s verdeeld worden. Maar er is altijd meer bandbreedte dan op een dualband-systeem. Een dualband-systeem heeft geen extra radio: de onderlinge communicatie verloopt via dezelfde radio’s als de communicatie met de clients. Ook binnen triband-systemen zijn er weer verschillen: de extra radio kan van twee of vier spatial streams gebruikmaken, waardoor er ook binnen deze categorie prestatieverschillen zijn. Al die radio’s met hun spatial streams hebben niet alleen een prijskaartje, ze zorgen ook voor extra antennes die op een optimale manier gepositioneerd moeten worden. De topmodellen hebben daarom een relatief forse behuizing.

De nodes in een wifi-mesh-systeem maken draadloos contact met elkaar.

Wifi-standaard

Wifi-mesh-systemen zijn al een aantal jaar te koop en zijn daarom verkrijgbaar van verschillende wifi-generaties. Omdat veel apparaten zoals laptops en smartphones tegenwoordig voorzien zijn van wifi 6, raden we je aan om een systeem te kopen op basis van wifi 6. Er zijn ook nog systemen op basis van wifi 5 te koop. Die bieden minder goede prestaties, maar zijn wel de goedkoopste optie als je simpelweg op zoek bent naar een volledige dekking, zodat je in heel je huis kunt internetten. Een dualband-systeem op basis van wifi 5 met drie nodes heb je al voor 150 euro in huis. Voor een vergelijkbaar setje op basis van wifi 6 betaal je al snel 100 euro meer. De duurste tri-band-systemen zijn voorzien van wifi 6e, dat is een uitbreiding op wifi in de vorm van extra 6GHz-frequentieband. Daar heb je alleen voordeel van als je clients ook wifi 6e ondersteunen. Ook wifi 7 zal deze 6GHz-band gebruiken.

Er zijn verschillende generaties wifi-mesh-systemen te koop.

Aansluitingen

Een van de nodes van een wifi-mesh-systeem doet dienst als router. Bij sommige systemen heeft deze router meer netwerkaansluitingen dan de nodes. Let er op hoeveel netwerkaansluitingen de router heeft, want hier sluit je andere netwerkapparaten op aan. Net als bij een normale router kun je natuurlijk wel een switch aansluiten als je poorten tekort komt. Ook de nodes van vrijwel ieder wifi-mesh-systeem zijn voorzien van netwerkaansluitingen. Dat klinkt wellicht vreemd voor een draadloos systeem, maar ze zijn toch handig. Op die netwerkaansluitingen kun je gewoon bedrade apparatuur aansluiten. Een node doet hierdoor dus ook direct dienst als een draadloze switch en dat kan handig zijn in bijvoorbeeld een thuiskantoortje. Wil je dergelijke functionaliteit gebruiken, let er dan op hoeveel aansluitingen de nodes hebben. Veelvoorkomende aantallen zijn twee of vier poorten. Hoewel zeldzaam, zijn er ook wifi-systemen waarvan de nodes geen netwerkaansluitingen hebben.

Let erop hoeveel netwerkaansluitingen de nodes hebben.

Lekker (en ergonomisch) thuiswerken? Dit zijn de fijnste spullen voor je werkplek!

Multigigabit

Alle wifi-mesh-systemen (op de TP-Link Deco E4 na) hebben gigabit-netwerkaansluitingen. De duurste systemen zijn daarnaast voorzien van multigigabit-aansluitingen. Vaak gaat het dan om de WAN-aansluiting die je verbindt met het internet, soms zijn ook de LAN-aansluitingen (deels) uitgevoerd in multigigabit met een snelheid van 2,5 of zelfs 10 Gbit/s. Het gaat daarbij om de absolute topmodellen en daar betaal je een forse meerprijs voor. Je hebt er vermoedelijk weinig aan, want een internetabonnement sneller dan 1 Gbit/s zul je niet hebben. Op veel glasvezelaansluitingen kan dat technisch in de toekomst overigens wel zonder al te veel aanpassingen. Maar ook als het wel mogelijk is, heb je zo’n hoge snelheid draadloos wellicht niet nodig. Een beetje rekening houden met de toekomst bij je aanschaf is voor een langere levensduur altijd een goed idee, maar in dit geval betaal je wat ons betreft echt te veel geld voor functionaliteit die je misschien nodig hebt.

Sommige wifi-mesh-systemen zijn voorzien van multigigabit-aansluitingen.

Bedrade backhaul

De netwerkaansluitingen kun je niet alleen gebruiken voor het aansluiten van andere apparaten, maar ook om de nodes zelf bedraad aan te sluiten. Want hoe snel een draadloze verbinding ook is, een bekabelde verbinding is in de praktijk nog altijd stabieler. Heb je dus toevallig een netwerkkabel naar een plek in je huis lopen, dan kun je die gebruiken voor het aansluiten van een node. Je kunt beide methoden (draadloze en bedrade backhaul) bovendien door elkaar gebruiken. Bedraad aangesloten nodes kunnen dan afhankelijk van hun positionering het signaal van een draadloze node sneller maken. Ben je van plan om een wifi-mesh-systeem volledig bedraad aan te sluiten, koop dan geen triband-systeem. Je betaalt dan namelijk voor functionaliteit die je niet nodig hebt.

Let erop dat wanneer je een bedrade backhaul wilt gebruiken, je er meestal voor moet zorgen dat de satellieten achter de router van het systeem hangt. Je kunt meestal dus niet een centrale switch gebruiken en daar alle nodes van het systeem op aansluiten. Je kunt natuurlijk wel ergens een switch achter de router van het wifi-mesh-systeem hangen. Overigens geldt deze beperking bij sommige systemen niet als je het systeem in accesspoint-modus hebt staan.

Een bedraad aangesloten node zal beter presteren dan een draadloos verbonden node.

Accesspoint-modus

Vanuit de doos werkt ieder wifi-mesh-systeem als router en verzorgt het systeem routertaken zoals het uitdelen van ip-adressen, ouderlijk toezicht en een firewall. Mocht je al een andere router hebben waar je geen afscheid van wilt nemen, dan kun een wifi-mesh-systeem ook instellen in een accesspoint-modus. Alle routerfuncties worden dan uitgeschakeld en alleen het wifi-gedeelte blijft werken. Ook in de accesspoint-modus kun je een bedrade backhaul gebruiken. Een wifi-mesh-systeem laat zich dus ook inzetten als een centraal beheerd bedraad accesspoint-systeem. Voor zover wij weten kan ieder wifi-mesh-systeem – op de systemen van Google na – in accespointmodus gezet worden. Ook Googles nieuwste Nest Wifi Pro ondersteunt geen accesspoint-modus zodra je satellieten koppelt; de accesspoint-modus werkt alleen als je de routernode los gebruikt. En daar koop je vermoedelijk geen wifi-mesh-systeem voor.

Vrijwel ieder wifi-mesh-systeem kun je instellen in een router- of accesspoint-modus.

Centraal beheer

Een misschien niet zo direct duidelijk voordeel van wifi-mesh-systemen is dat je meerdere accesspoints vanaf één interface instelt. Voor de introductie van wifi-mesh-systemen was centraal beheer voorbehouden aan relatief dure en lastig in te stellen zakelijke accesspoint-systemen. Dat is het grote voordeel ten opzichte van andere oplossingen die voor de introductie van dergelijke systemen thuis veel gebruikt werden om het draadloze netwerk uit te breiden. Denk aan wifi-repeaters of het hergebruiken van ouder routers als een accesspoints. Hierbij moest je op ieder apparaat afzonderlijk inloggen als je iets aan je draadloze netwerk wilde aanpassen. Bovendien moest je zelf goed opletten of je alle eigenschappen als kanaalbreedte, versleuteling en wachtwoord op alle apparaten exact hetzelfde instelde. Deed je dat niet, dan had je al snel last van een netwerk waarbij je mobiele apparaten niet alle accesspoints gebruikten.

Bij een wifi-mesh-systeem heb je daar geen last van. Alle accesspoints zijn automatisch onderdeel van hetzelfde netwerk en maken gebruik van exact dezelfde instellingen. Alle fabrikanten bieden voor het beheer van een wifi-mesh-systeem een overzichtelijke app voor zowel iOS als Android. Daarnaast hebben veel systemen ook een webinterface waarin je soms meer instellingen dan in de app vindt.

Je beheert een wifi-mesh-systeem centraal vanuit een app of webinterface.

Uitbreiding router

In beginsel vervang je met een wifi-mesh-systeem ook je router. Dat is misschien niet nodig, want afhankelijk van welke router je nu hebt, zijn er mogelijk mesh-uitbreidingen verkrijgbaar. Voor bijvoorbeeld de Fritz!Box-routers, die ook door sommige internetproviders als modem-router geleverd worden, zijn mesh-uitbreidingen te koop. Een Fritz!Box wordt met een uitbreiding als de Fritz!Repeater 3000 AX een volwaardig wifi-mesh-systeem dat je vanuit een interface kunt configureren. Ook voor sommige ASUS- en Netgear-routers kun je mesh-uitbreidingen kopen.

Routerfabrikant AVM verkoopt Fritz!Repeaters als mesh-uitbreidingen voor hun routers.

Nadelen wifi-mesh

Hoe goed wifi-mesh-systemen ook zijn, ze zijn vooral een oplossing voor situaties waarin kabels niet mogelijk zijn. Wanneer je thuis wel in staat bent om naar iedere verdieping een netwerkkabel te leggen, dan is een bedraad accesspoint-systeem vermoedelijk een betere oplossing. Een kabel is altijd betrouwbaarder dan een draadloze verbinding. Overigens ondersteunen alle wifi-mesh-systemen – zoals je eerder las – ook een bedrade backhaul. Handig voor als je naar één verdieping wel een kabel kunt trekken of voor als je ooit gaat verhuizen naar een huis waar kabels trekken wel mogelijk is.

Draadjes trekken?

Doen als het kan!

Een nadeel dat lang niet voor iedereen geldt, is dat wifi-mesh-systemen vooral op consumenten gericht zijn. De installatie en het beheer zijn eenvoudig en er kan weinig misgaan. Daar staat tegenover dat geavanceerde mogelijkheden, zoals je draadloze netwerk voor beveiligingsredenen onderverdelen in verschillende VLAN’s ontbreken. Voor geavanceerde mogelijkheden moet je nog echt bij bedraad aangesloten kleinzakelijke accesspoint-systemen zijn. Heb je daar geen behoefte aan, dan doen wifi-mesh-systemen precies wat ze beloven: jouw hele huis voorzien van een prima draadloos netwerk.

©Jeroen Boer | ID.nl

Kun je thuis netwerkkabels trekken, dan is dat al snel een stabielere oplossing dan een volledig draadloos wifi-mesh-systeem.

Positionering

Bij wifi geldt dat als je het accesspoint kunt zien, je doorgaans de beste verbinding hebt. Dat geldt ook voor de nodes van een wifi-mesh-systeem. Om die reden besteden fabrikanten van dergelijke systemen veel aandacht aan het ontwerp van hun systemen. Anders dan veel draadloze routers gaat het niet om futuristisch zwarte behuizingen met uitstekende antennes, maar om strak ontworpen witte behuizingen met ronde vormen. Je kunt het doorsnee mesh-systeem dan ook best op een kastje in je woonkamer zetten. Verstop de nodes dus niet in datzelfde kastje, dat zorgt echt voor slechtere prestaties.

Wanneer je een mesh-systeem over meerdere verdiepingen van je huis gebruikt, probeer dan de nodes op iedere verdieping zo dicht mogelijk bij het trapgat te zetten. Op die manier is er een beter contact en daarmee hogere snelheid mogelijk. Bij de duurdere tri-band-systemen is een zo goed mogelijke positionering minder belangrijk. Dat kan handig zijn als je geen goed plekje voor een node kan vinden.

©Netgear

Fabrikanten besteden aandacht aan het ontwerp van hun mesh-systemen, zodat je ze niet hoeft te verstoppen.
▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.