ID.nl logo
Slecht bereik in huis? Met een wifi-mesh-systeem ben je zo weer online
© Дмитрий Майер - stock.adobe.com
Huis

Slecht bereik in huis? Met een wifi-mesh-systeem ben je zo weer online

Je router is waarschijnlijk voorzien van een prima wifi-accesspoint, maar helaas kun je in de meeste woningen geen volledig dekkend draadloos netwerk uit slechts één router halen. Kabels trekken voor accesspoints is in 2023 gelukkig niet nodig. Een wifi-mesh-systeem werkt met satellieten die je overal in huis neer kunt zetten om je draadloze dekking eenvoudig uit te breiden.

Na het lezen van dit artikel weet je waar je bij de aanschaf van een wifi-mesh-set op moet letten, zoals:

  • Dual- of triband
  • Wifi 5 of 6
  • Aantal netwerkaansluitingen

Nu je weet waar je op moet letten, kun je tot aanschaf overgaan. Wij hebben er in dit artikel een paar voor je op een rij gezet: Koopgids mesh-systemen: zo krijg je overal in huis supersnelle wifi

Meerdere nodes

Het grote voordeel van wifi-mesh-systemen is dus dat je zonder draden meerdere accesspoints kunt gebruiken. Daarom worden de systemen verkocht in sets van twee of drie stuks. Naast de router krijg je dan één of meerdere satellieten. Die losse onderdelen worden vaak nodes genoemd. Hoeveel je er nodig hebt, hangt uiteraard van je huis af. Een vuistregel in een doorsneehuis met betonnen vloeren is dat je voor de beste snelheid en dekking een node per verdieping nodig hebt. Hoewel de nodes onderling verbinding kunnen maken (de node op de eerste verdieping maakt bijvoorbeeld contact met de node op de begane grond en een node op zolder maakt contact met de node op de eerste verdieping), zorgt elke tussenstap wel voor een lagere snelheid.

In een huis met meerdere verdiepingen zul je een mesh-set vaak wel in een keten gebruiken omdat de internetverbinding op de begane grond binnenkomt en je vermoedelijk meer dekking nodig hebt op de hoger gelegen verdiepingen. Maar je hoeft drie satellieten natuurlijk niet als een keten op te stellen, je kunt bijvoorbeeld ook met de ene satelliet het netwerk boven versterken en met de andere satelliet een netwerk in je tuin verzorgen. Je kunt altijd kijken of twee stuks voor jou thuis voldoet, wellicht is het acceptabel als de snelheid op zolder wat lager is. Voor veel systemen geldt dat je ook losse satellieten kunt kopen als blijkt dat je er toch eentje extra nodig hebt. Wel is één extra losse node later aanschaffen meestal duurder dan de prijs van een node als je direct een set van drie stuks aangeschaft.

Je kunt op iedere verdieping van je huis een node neerzetten.

Wifi in je tuin?

Zeker voor thuiswerken handig!

Dual- of triband

De nodes van wifi-mesh-systemen maken onderling draadloos contact; die verbinding wordt ook wel draadloze backhaul genoemd. Een belangrijk onderscheid tussen wifi-mesh-systemen is te maken in de configuratie van die backhaul. Systemen zijn onder te verdelen in dualband- en triband-systemen. Triband-systemen hebben een extra radio die gebruikt wordt voor de onderlinge communicatie tussen de nodes. Hierdoor gaat deze communicatie niet af van de bandbreedte die beschikbaar is voor de clients, waardoor het systeem zowel stabieler als sneller presteert. Overigens is de derde radio niet altijd helemaal gereserveerd voor de backhaul, de benodigde bandbreedte kan afhankelijk van hoe de fabrikant ze inzet ook dynamisch over de radio’s verdeeld worden. Maar er is altijd meer bandbreedte dan op een dualband-systeem. Een dualband-systeem heeft geen extra radio: de onderlinge communicatie verloopt via dezelfde radio’s als de communicatie met de clients. Ook binnen triband-systemen zijn er weer verschillen: de extra radio kan van twee of vier spatial streams gebruikmaken, waardoor er ook binnen deze categorie prestatieverschillen zijn. Al die radio’s met hun spatial streams hebben niet alleen een prijskaartje, ze zorgen ook voor extra antennes die op een optimale manier gepositioneerd moeten worden. De topmodellen hebben daarom een relatief forse behuizing.

De nodes in een wifi-mesh-systeem maken draadloos contact met elkaar.

Wifi-standaard

Wifi-mesh-systemen zijn al een aantal jaar te koop en zijn daarom verkrijgbaar van verschillende wifi-generaties. Omdat veel apparaten zoals laptops en smartphones tegenwoordig voorzien zijn van wifi 6, raden we je aan om een systeem te kopen op basis van wifi 6. Er zijn ook nog systemen op basis van wifi 5 te koop. Die bieden minder goede prestaties, maar zijn wel de goedkoopste optie als je simpelweg op zoek bent naar een volledige dekking, zodat je in heel je huis kunt internetten. Een dualband-systeem op basis van wifi 5 met drie nodes heb je al voor 150 euro in huis. Voor een vergelijkbaar setje op basis van wifi 6 betaal je al snel 100 euro meer. De duurste tri-band-systemen zijn voorzien van wifi 6e, dat is een uitbreiding op wifi in de vorm van extra 6GHz-frequentieband. Daar heb je alleen voordeel van als je clients ook wifi 6e ondersteunen. Ook wifi 7 zal deze 6GHz-band gebruiken.

Er zijn verschillende generaties wifi-mesh-systemen te koop.

Aansluitingen

Een van de nodes van een wifi-mesh-systeem doet dienst als router. Bij sommige systemen heeft deze router meer netwerkaansluitingen dan de nodes. Let er op hoeveel netwerkaansluitingen de router heeft, want hier sluit je andere netwerkapparaten op aan. Net als bij een normale router kun je natuurlijk wel een switch aansluiten als je poorten tekort komt. Ook de nodes van vrijwel ieder wifi-mesh-systeem zijn voorzien van netwerkaansluitingen. Dat klinkt wellicht vreemd voor een draadloos systeem, maar ze zijn toch handig. Op die netwerkaansluitingen kun je gewoon bedrade apparatuur aansluiten. Een node doet hierdoor dus ook direct dienst als een draadloze switch en dat kan handig zijn in bijvoorbeeld een thuiskantoortje. Wil je dergelijke functionaliteit gebruiken, let er dan op hoeveel aansluitingen de nodes hebben. Veelvoorkomende aantallen zijn twee of vier poorten. Hoewel zeldzaam, zijn er ook wifi-systemen waarvan de nodes geen netwerkaansluitingen hebben.

Let erop hoeveel netwerkaansluitingen de nodes hebben.

Lekker (en ergonomisch) thuiswerken? Dit zijn de fijnste spullen voor je werkplek!

Multigigabit

Alle wifi-mesh-systemen (op de TP-Link Deco E4 na) hebben gigabit-netwerkaansluitingen. De duurste systemen zijn daarnaast voorzien van multigigabit-aansluitingen. Vaak gaat het dan om de WAN-aansluiting die je verbindt met het internet, soms zijn ook de LAN-aansluitingen (deels) uitgevoerd in multigigabit met een snelheid van 2,5 of zelfs 10 Gbit/s. Het gaat daarbij om de absolute topmodellen en daar betaal je een forse meerprijs voor. Je hebt er vermoedelijk weinig aan, want een internetabonnement sneller dan 1 Gbit/s zul je niet hebben. Op veel glasvezelaansluitingen kan dat technisch in de toekomst overigens wel zonder al te veel aanpassingen. Maar ook als het wel mogelijk is, heb je zo’n hoge snelheid draadloos wellicht niet nodig. Een beetje rekening houden met de toekomst bij je aanschaf is voor een langere levensduur altijd een goed idee, maar in dit geval betaal je wat ons betreft echt te veel geld voor functionaliteit die je misschien nodig hebt.

Sommige wifi-mesh-systemen zijn voorzien van multigigabit-aansluitingen.

Bedrade backhaul

De netwerkaansluitingen kun je niet alleen gebruiken voor het aansluiten van andere apparaten, maar ook om de nodes zelf bedraad aan te sluiten. Want hoe snel een draadloze verbinding ook is, een bekabelde verbinding is in de praktijk nog altijd stabieler. Heb je dus toevallig een netwerkkabel naar een plek in je huis lopen, dan kun je die gebruiken voor het aansluiten van een node. Je kunt beide methoden (draadloze en bedrade backhaul) bovendien door elkaar gebruiken. Bedraad aangesloten nodes kunnen dan afhankelijk van hun positionering het signaal van een draadloze node sneller maken. Ben je van plan om een wifi-mesh-systeem volledig bedraad aan te sluiten, koop dan geen triband-systeem. Je betaalt dan namelijk voor functionaliteit die je niet nodig hebt.

Let erop dat wanneer je een bedrade backhaul wilt gebruiken, je er meestal voor moet zorgen dat de satellieten achter de router van het systeem hangt. Je kunt meestal dus niet een centrale switch gebruiken en daar alle nodes van het systeem op aansluiten. Je kunt natuurlijk wel ergens een switch achter de router van het wifi-mesh-systeem hangen. Overigens geldt deze beperking bij sommige systemen niet als je het systeem in accesspoint-modus hebt staan.

Een bedraad aangesloten node zal beter presteren dan een draadloos verbonden node.

Accesspoint-modus

Vanuit de doos werkt ieder wifi-mesh-systeem als router en verzorgt het systeem routertaken zoals het uitdelen van ip-adressen, ouderlijk toezicht en een firewall. Mocht je al een andere router hebben waar je geen afscheid van wilt nemen, dan kun een wifi-mesh-systeem ook instellen in een accesspoint-modus. Alle routerfuncties worden dan uitgeschakeld en alleen het wifi-gedeelte blijft werken. Ook in de accesspoint-modus kun je een bedrade backhaul gebruiken. Een wifi-mesh-systeem laat zich dus ook inzetten als een centraal beheerd bedraad accesspoint-systeem. Voor zover wij weten kan ieder wifi-mesh-systeem – op de systemen van Google na – in accespointmodus gezet worden. Ook Googles nieuwste Nest Wifi Pro ondersteunt geen accesspoint-modus zodra je satellieten koppelt; de accesspoint-modus werkt alleen als je de routernode los gebruikt. En daar koop je vermoedelijk geen wifi-mesh-systeem voor.

Vrijwel ieder wifi-mesh-systeem kun je instellen in een router- of accesspoint-modus.

Centraal beheer

Een misschien niet zo direct duidelijk voordeel van wifi-mesh-systemen is dat je meerdere accesspoints vanaf één interface instelt. Voor de introductie van wifi-mesh-systemen was centraal beheer voorbehouden aan relatief dure en lastig in te stellen zakelijke accesspoint-systemen. Dat is het grote voordeel ten opzichte van andere oplossingen die voor de introductie van dergelijke systemen thuis veel gebruikt werden om het draadloze netwerk uit te breiden. Denk aan wifi-repeaters of het hergebruiken van ouder routers als een accesspoints. Hierbij moest je op ieder apparaat afzonderlijk inloggen als je iets aan je draadloze netwerk wilde aanpassen. Bovendien moest je zelf goed opletten of je alle eigenschappen als kanaalbreedte, versleuteling en wachtwoord op alle apparaten exact hetzelfde instelde. Deed je dat niet, dan had je al snel last van een netwerk waarbij je mobiele apparaten niet alle accesspoints gebruikten.

Bij een wifi-mesh-systeem heb je daar geen last van. Alle accesspoints zijn automatisch onderdeel van hetzelfde netwerk en maken gebruik van exact dezelfde instellingen. Alle fabrikanten bieden voor het beheer van een wifi-mesh-systeem een overzichtelijke app voor zowel iOS als Android. Daarnaast hebben veel systemen ook een webinterface waarin je soms meer instellingen dan in de app vindt.

Je beheert een wifi-mesh-systeem centraal vanuit een app of webinterface.

Uitbreiding router

In beginsel vervang je met een wifi-mesh-systeem ook je router. Dat is misschien niet nodig, want afhankelijk van welke router je nu hebt, zijn er mogelijk mesh-uitbreidingen verkrijgbaar. Voor bijvoorbeeld de Fritz!Box-routers, die ook door sommige internetproviders als modem-router geleverd worden, zijn mesh-uitbreidingen te koop. Een Fritz!Box wordt met een uitbreiding als de Fritz!Repeater 3000 AX een volwaardig wifi-mesh-systeem dat je vanuit een interface kunt configureren. Ook voor sommige ASUS- en Netgear-routers kun je mesh-uitbreidingen kopen.

Routerfabrikant AVM verkoopt Fritz!Repeaters als mesh-uitbreidingen voor hun routers.

Nadelen wifi-mesh

Hoe goed wifi-mesh-systemen ook zijn, ze zijn vooral een oplossing voor situaties waarin kabels niet mogelijk zijn. Wanneer je thuis wel in staat bent om naar iedere verdieping een netwerkkabel te leggen, dan is een bedraad accesspoint-systeem vermoedelijk een betere oplossing. Een kabel is altijd betrouwbaarder dan een draadloze verbinding. Overigens ondersteunen alle wifi-mesh-systemen – zoals je eerder las – ook een bedrade backhaul. Handig voor als je naar één verdieping wel een kabel kunt trekken of voor als je ooit gaat verhuizen naar een huis waar kabels trekken wel mogelijk is.

Draadjes trekken?

Doen als het kan!

Een nadeel dat lang niet voor iedereen geldt, is dat wifi-mesh-systemen vooral op consumenten gericht zijn. De installatie en het beheer zijn eenvoudig en er kan weinig misgaan. Daar staat tegenover dat geavanceerde mogelijkheden, zoals je draadloze netwerk voor beveiligingsredenen onderverdelen in verschillende VLAN’s ontbreken. Voor geavanceerde mogelijkheden moet je nog echt bij bedraad aangesloten kleinzakelijke accesspoint-systemen zijn. Heb je daar geen behoefte aan, dan doen wifi-mesh-systemen precies wat ze beloven: jouw hele huis voorzien van een prima draadloos netwerk.

Kun je thuis netwerkkabels trekken, dan is dat al snel een stabielere oplossing dan een volledig draadloos wifi-mesh-systeem.

Positionering

Bij wifi geldt dat als je het accesspoint kunt zien, je doorgaans de beste verbinding hebt. Dat geldt ook voor de nodes van een wifi-mesh-systeem. Om die reden besteden fabrikanten van dergelijke systemen veel aandacht aan het ontwerp van hun systemen. Anders dan veel draadloze routers gaat het niet om futuristisch zwarte behuizingen met uitstekende antennes, maar om strak ontworpen witte behuizingen met ronde vormen. Je kunt het doorsnee mesh-systeem dan ook best op een kastje in je woonkamer zetten. Verstop de nodes dus niet in datzelfde kastje, dat zorgt echt voor slechtere prestaties.

Wanneer je een mesh-systeem over meerdere verdiepingen van je huis gebruikt, probeer dan de nodes op iedere verdieping zo dicht mogelijk bij het trapgat te zetten. Op die manier is er een beter contact en daarmee hogere snelheid mogelijk. Bij de duurdere tri-band-systemen is een zo goed mogelijke positionering minder belangrijk. Dat kan handig zijn als je geen goed plekje voor een node kan vinden.

©Netgear

Fabrikanten besteden aandacht aan het ontwerp van hun mesh-systemen, zodat je ze niet hoeft te verstoppen.

▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten
© RossandHelen
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je de juiste maten

Voordat je een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser aanschaft, is één ding belangrijk: de juiste maten weten. Een paar millimeter kan het verschil maken tussen een strakke keuken of een dure miskoop. Hoe meet je de nis precies op? Hoeveel ventilatieruimte is nodig? En waar moet je rekening mee houden bij aansluitingen?

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over: • Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Bij het kiezen van inbouwapparatuur voor je keuken is precisie alles. Een afwijking van slechts een paar centimeter kan ervoor zorgen dat je nieuwe koelkast, oven, of vaatwasser onmogelijk in de daarvoor bestemde ruimte past. Of het nu gaat om een inbouwkoelkast, een espressomachine of een diepe oven: een haastig genomen maat is zelden een goed idee. Laten we daarom stap voor stap kijken hoe je dit voorkomt, zodat je straks geen verrassingen tegenkomt tijdens de installatie.

Algemene meetprincipes 

Voordat je begint met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik een precieze rolmaat en een digitale schuifmaat voor de beste resultaten. Meet niet alleen de buitenkant van je keukenkasten, maar focus op de binnenafmetingen van de nis: breedte, hoogte en diepte. Houd daarnaast rekening met de benodigde ventilatieruimte, meestal 2 tot 5 centimeter aan de achter- en zijkanten. Check ook waar stopcontacten, wateraansluitingen en doorvoeren voor kabels zitten. Deze details zijn minstens zo belangrijk als de afmetingen zelf.

©Andrey Sinenkiy

Hier let je op bij een:

Inbouwkoelkast of -vriezer 

Bij koelkasten en vriezers is de nishoogte een cruciale maat, die per model sterk kan verschillen. Veelvoorkomende hoogtes zijn 88, 140 en 178 centimeter, maar er zijn uitzonderingen. Let ook goed op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme heeft doorgaans 1 tot 2 centimeter extra ruimte in de breedte nodig. Voor de diepte geldt dat 55 centimeter meestal volstaat, al kan dat oplopen tot 60 centimeter bij modellen met een ventilator aan de achterzijde.

Inbouwoven en -magnetron 

Hoewel deze toestellen op het eerste gezicht standaard lijken, kunnen de afmetingen verschillen. De nisbreedte is meestal 56 centimeter, terwijl de voorzijde van het toestel vaak 59,5 centimeter breed is. Dit zorgt ervoor dat het front mooi aansluit op de keukenkast. De hoogte is een belangrijk aandachtspunt: compacte ovens beginnen bij 45 centimeter, terwijl standaardmodellen 60 centimeter nodig hebben. Bij magnetrons is het slim om rekening te houden met bedieningspanelen die kunnen uitsteken en extra ruimte bovenin vragen.

Inbouwvaatwasser 

Bij vaatwassers draait het vooral om de hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 centimeter, maar dankzij verstelbare poten heb je hier wel wat 'bewegingsruimte'. Minstens zo belangrijk is de plinthoogte: meet van de vloer tot de onderkant van de kast en niet alleen de zichtbare plint. Vergeet ook de waterslang niet—reken op zo'n 5 centimeter extra diepte om voldoende ruimte te houden voor de aansluiting.

Inbouw-espressomachine 

Espressomachines zijn compact, maar nauwkeurig meten blijft belangrijk. De standaardbreedte ligt meestal rond de 56 centimeter, maar de diepte kan variëren. Afhankelijk van het model neemt het waterreservoir aan de achterkant 40 tot 55 centimeter in beslag. Let ook op de kleppen: bij een machine die naar voren opent, is extra ruimte nodig om koffiebonen of cups eenvoudig te vervangen.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Voorkom deze veelgemaakte fouten 

Een veelvoorkomend probleem is dat apparatuur nét niet past, ondanks zorgvuldig meten. Dit komt vaak doordat ventilatieruimte of aansluitingen over het hoofd worden gezien. Een handige tip: plak een stuk tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het toestel komt en markeer daarop de positie van stekkers en leidingen. Controleer ook of de nis waterpas is, vooral bij koelkasten met schuiflades. Een scheve ondergrond kan voor problemen zorgen, dus stel de keukenkast indien nodig bij voordat je gaat installeren.

Bij renovaties spelen vaak afwijkende maten een rol. Oudere keukens kunnen dikkere kastwanden of ongewone nisdieptes hebben. Meet daarom niet alleen de huidige situatie, maar vergelijk deze met de afmetingen van het nieuwe toestel. Twijfel je? Overweeg dan advies van een keukenexpert, zeker bij complexe combinaties zoals een oven met een ingebouwde magnetron.

En dit moet je echt altijd als laatste doen...

Het klinkt als een open deur, maar het blijft de beste garantie op succes: meet alles minimaal twee keer. Schrijf de maten op en leg ze naast de technische specificaties van het apparaat. Let daarbij op details als verstelbare poten, een uitklapbaar bedieningspaneel of deuruitsparing. Zo voorkom je dat je keukenproject verandert in een puzzel met ontbrekende stukken. Want uiteindelijk draait het erom dat alles naadloos samenvalt – letterlijk én figuurlijk.

▼ Volgende artikel
Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april
© Leika production
Huis

Dit zijn dé tuinklussen om te doen in april

Het heeft even geduurd, maar de winter is eindelijk (zo goed als) voorbij. De zomertijd is ingegaan, 's morgens vroeg hoor je de vogels weer en de zon zien we ook steeds vaker. Tijd dus om lekker veel buiten te zijn om je tuin helemaal zomerklaar te maken. Dit zijn de tuinklusjes die je in april allemaal kunt doen.

Dit doe je in april: 🌻 Planten afharden 🌻 Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten 🌻 Heggen snoeien en bemesten 🌻 Meeldauw voorkomen en bestrijden 🌻 Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

📆Handig: onze tuinkluskalender voor heel het jaar rond

Planten afharden

Planten die je in de afgelopen maanden binnen hebt gehouden, kun je nu langzaam laten wennen aan de lagere buitentemperaturen. Begin in de tweede helft van april door ze overdag buiten te zetten en 's avonds weer naar binnen te halen, bijvoorbeeld in de schuur of garage. Hoewel de lente begonnen is, kunnen de nachten nog koud zijn, zeker omdat de IJsheiligen nog niet voorbij zijn. Sommige nachten kan het zelfs nog vriezen. Geef kuipplanten een meststof met langdurige werking, zodat ze voldoende voeding hebben voor de komende maanden. Bescherm eenjarige planten, jonge gewassen en bloesembomen tegen nachtvorst met een vliesdoek.

Rozen, bodembedekkers en zomerbollen planten

Heb je nog geen rozen of heesters geplant? Dan is dit het moment om dat alsnog te doen, zodat ze deze zomer in volle bloei staan. Is het lekker weer in april? Op zonnige dagen kun je ook heiligenbloem of lavendel in de grond zetten. Zorg er wel voor dat je eerst onkruid verwijdert en de bodem losmaakt.

Wil je borderplanten aanplanten? Begin dan met bodembedekkers. Dit is bovendien een ideaal moment om de beplanting een voedingsboost te geven met mest. Heb je in maart eenjarige, tweejarige of vaste planten binnen gezaaid? Dan kun je ze nu voorzichtig verpotten. Nog niet gezaaid? Dat kan nog steeds.

Vanaf half april is het ook een goed moment om zomerbollen te planten. Denk aan lelies, dahlia's, siergember, canna's en gladiolen. Bloembollen die meerdere jaren in de grond blijven, geef je extra voeding met organische mest en een laagje compost. Wil je direct meer kleur in de tuin? Zet dan bakken en potten vol met bloeiende planten. Die zijn nu volop verkrijgbaar bij tuincentra.

🧄🌷🧄🌷 De zomer(bollen) in je hoofd?

Kijk & kies

©Alexander Raths

Heggen en klimplanten

Haal de heggenschaar maar tevoorschijn, want dit is het moment om hagen zoals taxus, conifeer, liguster en leylandii te snoeien. Zo houd je ze in vorm en voorkom je dat ze te breed uitgroeien. Geef de hagen meteen een speciale haagmeststof en leg een laag bodembedekking, houtsnippers of mulch rondom de wortels. Dit helpt de grond vocht vast te houden in de zomer en verbetert de bodemstructuur. Bovendien remt het de groei van onkruid.

Dunne en dode takken in heesters kun je nu ook verwijderen. De hoofdtakken mag je flink terugsnoeien om de struik voller te laten groeien. Dit geldt ook voor winterjasmijn en forsythia, die na de bloei een snoeibeurt kunnen gebruiken. Winterbloeiende heide knip je eenvoudig terug met een heggenschaar. Vergeet niet om klimplanten, zoals clematis, goed vast te zetten. Het kan deze maand namelijk nog flink waaien.

Meeldauw voorkomen en bestrijden

Meeldauw is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door een schimmel. Vooral bij warm en droog weer, in combinatie met vochtige nachten door dauw, kan deze ziekte zich snel verspreiden. De schimmel laat een wit, poederachtig laagje achter op de bladeren. Dit is niet alleen lelijk, maar ook schadelijk. De schimmel dringt diep door in het plantenweefsel en onttrekt voedingsstoffen, waardoor de plant minder goed groeit. Rozen, ridderspoor, kamperfoelie, begonia's, aardbeien, tomaten, komkommers, courgette en druiven zijn extra gevoelig voor meeldauw.

Om meeldauw te voorkomen is het belangrijk om bij droog weer extra water te geven en ervoor te zorgen dat er voldoende ruimte tussen de planten blijft. Aangetaste bladeren kun je het beste meteen wegknippen en in de vuilnisbak gooien, zodat de schimmel zich niet verder verspreidt. Gooi ze niet op de composthoop! Daarnaast is het verstandig om meeldauwgevoelige planten niet te plaatsen op plekken waar eerder meeldauw heeft gezeten. Mocht een plant toch helemaal onder deze schimmel zitten, dan is een bestrijdingsmiddel de beste oplossing.

©cocci65

Het gazon: maaien, bijzaaien en bemesten

Controleer of het gazon zieke of kale plekken heeft. Wil je die direct aanpakken? Steek de aangetaste plek dan in een vierkante vorm uit en leg er een nieuw, op maat gesneden grasmat in. Opnieuw inzaaien is natuurlijk ook een optie. Vanaf nu kun je het gras weer maandelijks maaien. Lang gras langs de randen werk je bij met een grastrimmer of kantenknipper, zodat het gazon er weer strak uitziet.

Bemesting is belangrijk voor een gezond gazon. Dit doe je in de periode van maart tot en met september minstens drie keer. Heb je in maart nog niet bemest? Dan is het nu de hoogste tijd. Sluit daarnaast de buitenkraan weer aan, zodat de sproeiers in de tuin klaar zijn voor gebruik.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips