ID.nl logo
Van wifi 6 naar wifi 7: upgraden of wachten?
© Prostock-studio
Huis

Van wifi 6 naar wifi 7: upgraden of wachten?

Eens in de ongeveer vijf jaar introduceren routerfabrikanten een nieuwe, snellere en betere standaard. In 2019 was dat wifi 6, met als tussenupdate wifi 6E in 2020. Nu begint in 2024 de uitrol van het fonkelnieuwe wifi 7. Wat is er precies aan verbeterd? We zetten de feiten op een rij en vertellen of het zin heeft om nu al te upgraden.

In dit artikel brengen we je op de hoogte van de stand van zaken rondom wifi 7 en onderzoeken we of het al zinvol is apparaten met die standaard in huis te halen.

  • Snelheid
  • Frequentie
  • Stoorzenders en latency
  • Geschikte apparaten
  • Upgraden?

Lees ook: Wifi 7-routers betreden de markt: dit wil je weten

We noemen het gemakshalve wifi 7, maar de eigenlijke naam is IEE 802.11be – de opvolger van IEE 802.11ax. Vroeger werd alleen die technische naam gehanteerd om verschillen tussen wifi-standaarden te duiden, maar in afgelopen jaren zijn simpelere namen met een enkel cijfer geïntroduceerd om het overzichtelijk te houden.

Wifi 7 kan theoretische snelheden halen van tussen de 1,3 en 46 gigabit per seconde (Gbit/s). Die maximale snelheid zul je nooit halen in een gemiddelde thuissituatie. Dan moet er namelijk een kleine afstand zitten tussen jouw apparaat en de router, zonder muren en andere obstakels ertussen, in een huis waar geen enkel ander draadloos signaal in de lucht hangt.

Wel is het bij elkaar een significante upgrade ten opzichte van wifi 6 en 6E, dat tussen de 574 megabit en 9,8 gigabit per seconde bereikte op maximale snelheid. Er zijn een paar manieren waarop fabrikanten die hogere snelheid weten te bereiken. Te beginnen met een eenvoudige upgrade in bandbreedte: wifi 7 zendt uit op 240 of zelfs 320 megahertz, dubbel de hoeveelheid van wat er eerder mogelijk was.

Routers gebruiken verder een zogeheten kwadratuur-amplitudemodulatie om radiogolven te verzenden, een techniek waarbij digitale data in een analoog signaal wordt vertaald. In één stukje daarvan passen normaal gesproken tien bits, maar bij wifi 7 is dat verhoogd naar twaalf bits in hetzelfde pakket. Hierdoor kan feitelijk twintig procent meer op de radiogolven tegelijkertijd worden verzonden.

©RerF - stock.adobe.com

Jarenlang was wifi 6E het snelste internet dat je in huis kon halen, maar in 2024 maken we de upgrade naar wifi 7.

Hogere, snellere frequentie

Wifi 7 gebruikt bovendien een extra radiogolf, waar bij wifi 6E ook al wat mee werd geëxperimenteerd. Je kunt namelijk via de 6GHz-band met de router verbinden. Bij radiogolven geldt: hoe hoger de frequentie, hoe sneller de verbinding en hoe hoger de capaciteit … maar ook hoe lastiger het signaal door objecten zoals muren en kasten heen komt. Routerfabrikanten adviseren daarom altijd om met 2,4 GHz te verbinden als je ver van het apparaat zit en om 5 en 6 GHz vooral te gebruiken als je in de kamer aanwezig bent.

Het betekent dat de 6GHz-band eigenlijk een nog iets betere versie is van de 5GHz-band. Wie hiermee verbindt heeft weer iets sneller internet, maar het is ook nóg belangrijker dat je in de buurt van je router blijft zitten. Ideaal voor bijvoorbeeld het downloaden van grote bestanden of om games vanuit de cloud te streamen.

Bijkomend voordeel: omdat wifi 7 en 6E nog relatief weinig gebruikt worden, is de kans klein dat de buren in je appartementencomplex op die 6GHz-band zitten. Er wordt dus minder gevochten voor plek in het draadloze spectrum, waardoor je internet onverhinderd snel kan verbinden.

©Apisit - stock.adobe.com

Hogere frequenties bieden meer bandbreedte in een kamer, maar door obstakels als muren neemt je bereik af.

Van 1 naar 46.120 megabit De eerste versie van wifi, inmiddels bekend als wifi 0, stamt alweer uit 1997 en haalde toen een maximale snelheid tussen de 1 en 2 megabit per seconde. Naar huidige maatstaven erg weinig, maar in de jaren 90 ruim voldoende om de internetsnelheid van je provider door je huis te krijgen: we hadden toen immers nog inbelmodems van 56 kilobits, oftewel 0,056 megabit.

In de jaren daarna ging het snel: wifi 1 in 1999 had een snelheid van maximaal 11 megabit, gevolgd door wifi 2 met maximaal 54 megabit in 2003. Daarbij werd ook voor het eerst de 5GHz-frequentie geïntroduceerd voor hogere snelheden met een korter bereik.

Stoorzenders en virtual reality

Stoorzenders zoals veel wifi-netwerken dezelfde flat of huizenrij is een minder groot probleem geworden. Als bij oudere wifi-standaarden een ander apparaat voor storing zorgde op een kanaal, dan werd het gebruik hiervan volledig uitgeschakeld. Een nieuwe functie zoals Flexible Channel Utilization zorgt er nu voor dat de storing wordt geïdentificeerd en weggefilterd, zodat het kanaal gewoon bruikbaar blijft. Het resultaat is sneller en stabieler internet op drukke locaties.

Het signaal wordt bij wifi 7 ook sneller en met minder zogeheten latency verzonden, waardoor nog maar één procent overblijft van de vertraging die je bij wifi 6 had. In de meeste gevallen zal dat voor doorsnee gebruik geen merkbaar verschil opleveren, omdat wifi 6 al weinig last had van latency, maar voor de opmars van virtual en augmented reality (VR en AR) is dit een belangrijke innovatie. Het moet er namelijk voor zorgen dat video beter naar een virtuele headset gestreamd kan worden: een lichte lag verstoort het gevoel daarbij volledig, want het voelt dan alsof je dronken bent en de wereld vertraagd met je meebeweegt. Virtual reality is nu nog een niche, maar verwacht wordt dat Apples nieuwe bril de markt komende jaren flink kan gaan opschudden – waarbij wifi 7 de basis legt voor een toekomstige grotere VR-streamingmarkt.

Lees ook: De nieuwste trends in wearables: van slimme ring tot VR-bril

Wifi 7 wordt gezien als een belangrijke innovatie voor virtual reality, omdat je ermee virtuele werelden zonder merkbare latency kunt streamen.

Dure routers, weinig telefoons

Wifi 7 wordt sinds begin 2024 in apparaten geïmplementeerd, al zijn het er nog niet veel. Het zijn vooral zakelijke producten, met als uitzondering twee consumentenrouters van TP-Link en Netgear. Goedkoop zijn ze niet: de mesh-router van TP-Link, de Deco BE85, wordt als dubbelpakket verkocht voor 1000 euro. De Netgear Orbi 970 kost je voor een enkele router 900 euro of 1700 euro voor een pakket met twee stuks.

Voor dat geld heb je een van de snelste consumentennetwerken die op dit moment mogelijk zijn, maar aan die hogere snelheden heb je pas echt wat als jouw andere apparaten in huis ook wifi 7 ondersteunen. Heeft je oude laptop nog een antenne met wifi 5, dan is het een beetje alsof je met een trekker op de snelweg rijdt. Je mag en kunt hard, maar de motor van je apparaat trekt dat simpelweg niet.

Er zijn nog maar weinig smartphones op de markt die nu al wifi 7 ondersteunen. Denk dan aan modellen als de Samsung Galaxy S24-serie, OnePlus 11 en 12, en Google Pixel 8 (Pro). Maar nog geen van de iPhones. Vermoedelijk komen er in de loop van dit jaar meer toestellen uit die wifi 7 ondersteunen. De meeste nieuwe telefoons worden tussen de zomer en herfst gelanceerd, dus je zult wellicht tot september moeten wachten om te upgraden naar een wifi7-smartphone.

De Orbi 970 is een van de weinige wifi7-routers voor consumenten die op dit moment wordt verkocht (900 euro).

Pc makkelijker dan laptop

Bij je laptop geldt hetzelfde: fabrikanten hebben sinds eind vorig jaar de eerste wifi7-chips en die worden beetje bij beetje in nieuwe producten geïntegreerd. Een handjevol topmodellen met wifi 7 is nu al beschikbaar. De doorsnee laptop in de winkel werkt nog met wifi 6 of 6E. Wie de overstap naar wifi 7 wil maken, kan beter even wachten tot er later dit jaar meer modellen in de winkels verschijnen.

Bezitters van een ouderwetse pc zijn het goedkoopst uit: daarin kun je een PCI-kaart prikken die ondersteuning voor wifi 7 geeft. Met prijzen tussen de 50 en 100 euro is dat aantrekkelijker in aanschaf dan een volledig nieuwe pc.

In een desktopcomputer kun je een PCI-kaart steken die je wifi7-ondersteuning geeft.

Upgraden is duur

Een volwaardige upgrade naar wifi 7 is vooralsnog een fikse investering. Je hebt een prijzige nieuwe router nodig, waarvan op dit moment nog maar een paar modellen beschikbaar zijn. En je apparaten moeten een upgrade hebben. De goedkoopste Samsung Galaxy S24 heeft bijvoorbeeld een prijs vanaf bijna 1200 euro. De Google Pixel 8 is met een kleine 600 euro wel wat betaalbaarder. De goedkoopste laptops met wifi 7 kosten op het moment van schrijven rond de 1500 euro. Tel je de aanschaf van router, smartphone en laptop bij elkaar op, dan ga je snel richting de 3000 euro.

En dan heb je alleen nog maar wifi7-snelheden voor twee apparaten: op termijn zou je ook je smart-tv, tablet en andere draadloze apparaten in huis moeten vervangen als je gebruik wilt maken van die nieuwe, snellere verbinding. Wie liefst zo snel mogelijk wil upgraden naar wifi 7 en daar ook alles uit wil halen, is nog duizenden euro’s kwijt. Maar waar je in dat geval misschien zelfs apparaten gaat upgraden die nog helemaal niet aan vervanging toe zijn, raden we dit dus af.

Nog niet nodig

Situaties waarbij wifi 7 in de praktijk echt nuttig is, moeten immers nog ontstaan. De films die je van bijvoorbeeld Netflix streamt, starten er voorlopig niet significant sneller door. Vooralsnog is wifi 7 vooral nog interessant voor gebruik binnenshuis, waar je een hoge bandbreedte wilt hebben om bijvoorbeeld rechtstreeks met je NAS te verbinden.

Het is slimmer om het andersom aan te pakken: vervang je hardware wanneer jij toe bent aan iets nieuws en houd zijdelings in de gaten welke nieuwe apparaten met wifi 7 werken. Bereik je het punt waarop meerdere apparaten in huis met de nieuwe netwerkstandaard kunnen verbinden? Dan is dat wellicht het moment om een nieuwe razendsnelle wifi7-router in huis te halen. Tegen die tijd is er meer keuze, tegen hopelijk wat lagere prijzen.

Bekabeld blijft sneller Wifi 7 is de snelste draadloze standaard die we ooit hebben gehad, maar in de praktijk blijft een ‘ouderwetse’ bekabelde verbinding nog altijd het beste. Een CAT6-kabel, de meest gangbare die je in de meeste winkels vindt, heeft een bandbreedte van 1 Gbit/s, wat ongeveer gelijk is aan de snelheid die je minimaal met wifi 7 haalt.

Een CAT7-kabel haalt zelfs maximale snelheden van 100 Gbit/s, vooropgesteld dat de afstand niet te groot is. Dat is dubbel zo hoog als de theoretische snelheid van wifi 7. Met de juiste hardware is in de toekomst die snelheid in de praktijk ook makkelijker te halen. Van storing is veel minder sprake omdat alle communicatie plaatsvindt binnen de kabel – de wifi van je buren zorgt dus niet voor gedoe.

Kabels zijn ook goedkoper: 100 meter CAT7-kabel kost ongeveer 100 euro en CAT6-kabel 70-80 euro. Maar om hogere snelheden te halen, heb je uiteraard ook weer een speciale router nodig en vooralsnog bestaan er nog geen routers die sneller gaan dan 10Git/s. En een nadeel is dat je kabels door je muren of door kabelgoten moet trekken. Iets meer gedoe, maar je hebt dan wel het snelste en betrouwbaarste netwerk.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.