ID.nl logo
Van wifi 6 naar wifi 7: upgraden of wachten?
© Prostock-studio
Huis

Van wifi 6 naar wifi 7: upgraden of wachten?

Eens in de ongeveer vijf jaar introduceren routerfabrikanten een nieuwe, snellere en betere standaard. In 2019 was dat wifi 6, met als tussenupdate wifi 6E in 2020. Nu begint in 2024 de uitrol van het fonkelnieuwe wifi 7. Wat is er precies aan verbeterd? We zetten de feiten op een rij en vertellen of het zin heeft om nu al te upgraden.

In dit artikel brengen we je op de hoogte van de stand van zaken rondom wifi 7 en onderzoeken we of het al zinvol is apparaten met die standaard in huis te halen.

  • Snelheid
  • Frequentie
  • Stoorzenders en latency
  • Geschikte apparaten
  • Upgraden?

Lees ook: Wifi 7-routers betreden de markt: dit wil je weten

We noemen het gemakshalve wifi 7, maar de eigenlijke naam is IEE 802.11be – de opvolger van IEE 802.11ax. Vroeger werd alleen die technische naam gehanteerd om verschillen tussen wifi-standaarden te duiden, maar in afgelopen jaren zijn simpelere namen met een enkel cijfer geïntroduceerd om het overzichtelijk te houden.

Wifi 7 kan theoretische snelheden halen van tussen de 1,3 en 46 gigabit per seconde (Gbit/s). Die maximale snelheid zul je nooit halen in een gemiddelde thuissituatie. Dan moet er namelijk een kleine afstand zitten tussen jouw apparaat en de router, zonder muren en andere obstakels ertussen, in een huis waar geen enkel ander draadloos signaal in de lucht hangt.

Wel is het bij elkaar een significante upgrade ten opzichte van wifi 6 en 6E, dat tussen de 574 megabit en 9,8 gigabit per seconde bereikte op maximale snelheid. Er zijn een paar manieren waarop fabrikanten die hogere snelheid weten te bereiken. Te beginnen met een eenvoudige upgrade in bandbreedte: wifi 7 zendt uit op 240 of zelfs 320 megahertz, dubbel de hoeveelheid van wat er eerder mogelijk was.

Routers gebruiken verder een zogeheten kwadratuur-amplitudemodulatie om radiogolven te verzenden, een techniek waarbij digitale data in een analoog signaal wordt vertaald. In één stukje daarvan passen normaal gesproken tien bits, maar bij wifi 7 is dat verhoogd naar twaalf bits in hetzelfde pakket. Hierdoor kan feitelijk twintig procent meer op de radiogolven tegelijkertijd worden verzonden.

©RerF - stock.adobe.com

Jarenlang was wifi 6E het snelste internet dat je in huis kon halen, maar in 2024 maken we de upgrade naar wifi 7.

Hogere, snellere frequentie

Wifi 7 gebruikt bovendien een extra radiogolf, waar bij wifi 6E ook al wat mee werd geëxperimenteerd. Je kunt namelijk via de 6GHz-band met de router verbinden. Bij radiogolven geldt: hoe hoger de frequentie, hoe sneller de verbinding en hoe hoger de capaciteit … maar ook hoe lastiger het signaal door objecten zoals muren en kasten heen komt. Routerfabrikanten adviseren daarom altijd om met 2,4 GHz te verbinden als je ver van het apparaat zit en om 5 en 6 GHz vooral te gebruiken als je in de kamer aanwezig bent.

Het betekent dat de 6GHz-band eigenlijk een nog iets betere versie is van de 5GHz-band. Wie hiermee verbindt heeft weer iets sneller internet, maar het is ook nóg belangrijker dat je in de buurt van je router blijft zitten. Ideaal voor bijvoorbeeld het downloaden van grote bestanden of om games vanuit de cloud te streamen.

Bijkomend voordeel: omdat wifi 7 en 6E nog relatief weinig gebruikt worden, is de kans klein dat de buren in je appartementencomplex op die 6GHz-band zitten. Er wordt dus minder gevochten voor plek in het draadloze spectrum, waardoor je internet onverhinderd snel kan verbinden.

©Apisit - stock.adobe.com

Hogere frequenties bieden meer bandbreedte in een kamer, maar door obstakels als muren neemt je bereik af.

Van 1 naar 46.120 megabit De eerste versie van wifi, inmiddels bekend als wifi 0, stamt alweer uit 1997 en haalde toen een maximale snelheid tussen de 1 en 2 megabit per seconde. Naar huidige maatstaven erg weinig, maar in de jaren 90 ruim voldoende om de internetsnelheid van je provider door je huis te krijgen: we hadden toen immers nog inbelmodems van 56 kilobits, oftewel 0,056 megabit.

In de jaren daarna ging het snel: wifi 1 in 1999 had een snelheid van maximaal 11 megabit, gevolgd door wifi 2 met maximaal 54 megabit in 2003. Daarbij werd ook voor het eerst de 5GHz-frequentie geïntroduceerd voor hogere snelheden met een korter bereik.

Stoorzenders en virtual reality

Stoorzenders zoals veel wifi-netwerken dezelfde flat of huizenrij is een minder groot probleem geworden. Als bij oudere wifi-standaarden een ander apparaat voor storing zorgde op een kanaal, dan werd het gebruik hiervan volledig uitgeschakeld. Een nieuwe functie zoals Flexible Channel Utilization zorgt er nu voor dat de storing wordt geïdentificeerd en weggefilterd, zodat het kanaal gewoon bruikbaar blijft. Het resultaat is sneller en stabieler internet op drukke locaties.

Het signaal wordt bij wifi 7 ook sneller en met minder zogeheten latency verzonden, waardoor nog maar één procent overblijft van de vertraging die je bij wifi 6 had. In de meeste gevallen zal dat voor doorsnee gebruik geen merkbaar verschil opleveren, omdat wifi 6 al weinig last had van latency, maar voor de opmars van virtual en augmented reality (VR en AR) is dit een belangrijke innovatie. Het moet er namelijk voor zorgen dat video beter naar een virtuele headset gestreamd kan worden: een lichte lag verstoort het gevoel daarbij volledig, want het voelt dan alsof je dronken bent en de wereld vertraagd met je meebeweegt. Virtual reality is nu nog een niche, maar verwacht wordt dat Apples nieuwe bril de markt komende jaren flink kan gaan opschudden – waarbij wifi 7 de basis legt voor een toekomstige grotere VR-streamingmarkt.

Lees ook: De nieuwste trends in wearables: van slimme ring tot VR-bril

Wifi 7 wordt gezien als een belangrijke innovatie voor virtual reality, omdat je ermee virtuele werelden zonder merkbare latency kunt streamen.

Dure routers, weinig telefoons

Wifi 7 wordt sinds begin 2024 in apparaten geïmplementeerd, al zijn het er nog niet veel. Het zijn vooral zakelijke producten, met als uitzondering twee consumentenrouters van TP-Link en Netgear. Goedkoop zijn ze niet: de mesh-router van TP-Link, de Deco BE85, wordt als dubbelpakket verkocht voor 1000 euro. De Netgear Orbi 970 kost je voor een enkele router 900 euro of 1700 euro voor een pakket met twee stuks.

Voor dat geld heb je een van de snelste consumentennetwerken die op dit moment mogelijk zijn, maar aan die hogere snelheden heb je pas echt wat als jouw andere apparaten in huis ook wifi 7 ondersteunen. Heeft je oude laptop nog een antenne met wifi 5, dan is het een beetje alsof je met een trekker op de snelweg rijdt. Je mag en kunt hard, maar de motor van je apparaat trekt dat simpelweg niet.

Er zijn nog maar weinig smartphones op de markt die nu al wifi 7 ondersteunen. Denk dan aan modellen als de Samsung Galaxy S24-serie, OnePlus 11 en 12, en Google Pixel 8 (Pro). Maar nog geen van de iPhones. Vermoedelijk komen er in de loop van dit jaar meer toestellen uit die wifi 7 ondersteunen. De meeste nieuwe telefoons worden tussen de zomer en herfst gelanceerd, dus je zult wellicht tot september moeten wachten om te upgraden naar een wifi7-smartphone.

De Orbi 970 is een van de weinige wifi7-routers voor consumenten die op dit moment wordt verkocht (900 euro).

Pc makkelijker dan laptop

Bij je laptop geldt hetzelfde: fabrikanten hebben sinds eind vorig jaar de eerste wifi7-chips en die worden beetje bij beetje in nieuwe producten geïntegreerd. Een handjevol topmodellen met wifi 7 is nu al beschikbaar. De doorsnee laptop in de winkel werkt nog met wifi 6 of 6E. Wie de overstap naar wifi 7 wil maken, kan beter even wachten tot er later dit jaar meer modellen in de winkels verschijnen.

Bezitters van een ouderwetse pc zijn het goedkoopst uit: daarin kun je een PCI-kaart prikken die ondersteuning voor wifi 7 geeft. Met prijzen tussen de 50 en 100 euro is dat aantrekkelijker in aanschaf dan een volledig nieuwe pc.

In een desktopcomputer kun je een PCI-kaart steken die je wifi7-ondersteuning geeft.

Upgraden is duur

Een volwaardige upgrade naar wifi 7 is vooralsnog een fikse investering. Je hebt een prijzige nieuwe router nodig, waarvan op dit moment nog maar een paar modellen beschikbaar zijn. En je apparaten moeten een upgrade hebben. De goedkoopste Samsung Galaxy S24 heeft bijvoorbeeld een prijs vanaf bijna 1200 euro. De Google Pixel 8 is met een kleine 600 euro wel wat betaalbaarder. De goedkoopste laptops met wifi 7 kosten op het moment van schrijven rond de 1500 euro. Tel je de aanschaf van router, smartphone en laptop bij elkaar op, dan ga je snel richting de 3000 euro.

En dan heb je alleen nog maar wifi7-snelheden voor twee apparaten: op termijn zou je ook je smart-tv, tablet en andere draadloze apparaten in huis moeten vervangen als je gebruik wilt maken van die nieuwe, snellere verbinding. Wie liefst zo snel mogelijk wil upgraden naar wifi 7 en daar ook alles uit wil halen, is nog duizenden euro’s kwijt. Maar waar je in dat geval misschien zelfs apparaten gaat upgraden die nog helemaal niet aan vervanging toe zijn, raden we dit dus af.

Nog niet nodig

Situaties waarbij wifi 7 in de praktijk echt nuttig is, moeten immers nog ontstaan. De films die je van bijvoorbeeld Netflix streamt, starten er voorlopig niet significant sneller door. Vooralsnog is wifi 7 vooral nog interessant voor gebruik binnenshuis, waar je een hoge bandbreedte wilt hebben om bijvoorbeeld rechtstreeks met je NAS te verbinden.

Het is slimmer om het andersom aan te pakken: vervang je hardware wanneer jij toe bent aan iets nieuws en houd zijdelings in de gaten welke nieuwe apparaten met wifi 7 werken. Bereik je het punt waarop meerdere apparaten in huis met de nieuwe netwerkstandaard kunnen verbinden? Dan is dat wellicht het moment om een nieuwe razendsnelle wifi7-router in huis te halen. Tegen die tijd is er meer keuze, tegen hopelijk wat lagere prijzen.

Bekabeld blijft sneller Wifi 7 is de snelste draadloze standaard die we ooit hebben gehad, maar in de praktijk blijft een ‘ouderwetse’ bekabelde verbinding nog altijd het beste. Een CAT6-kabel, de meest gangbare die je in de meeste winkels vindt, heeft een bandbreedte van 1 Gbit/s, wat ongeveer gelijk is aan de snelheid die je minimaal met wifi 7 haalt.

Een CAT7-kabel haalt zelfs maximale snelheden van 100 Gbit/s, vooropgesteld dat de afstand niet te groot is. Dat is dubbel zo hoog als de theoretische snelheid van wifi 7. Met de juiste hardware is in de toekomst die snelheid in de praktijk ook makkelijker te halen. Van storing is veel minder sprake omdat alle communicatie plaatsvindt binnen de kabel – de wifi van je buren zorgt dus niet voor gedoe.

Kabels zijn ook goedkoper: 100 meter CAT7-kabel kost ongeveer 100 euro en CAT6-kabel 70-80 euro. Maar om hogere snelheden te halen, heb je uiteraard ook weer een speciale router nodig en vooralsnog bestaan er nog geen routers die sneller gaan dan 10Git/s. En een nadeel is dat je kabels door je muren of door kabelgoten moet trekken. Iets meer gedoe, maar je hebt dan wel het snelste en betrouwbaarste netwerk.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.