ID.nl logo
Van wifi 6 naar wifi 7: upgraden of wachten?
© Prostock-studio
Huis

Van wifi 6 naar wifi 7: upgraden of wachten?

Eens in de ongeveer vijf jaar introduceren routerfabrikanten een nieuwe, snellere en betere standaard. In 2019 was dat wifi 6, met als tussenupdate wifi 6E in 2020. Nu begint in 2024 de uitrol van het fonkelnieuwe wifi 7. Wat is er precies aan verbeterd? We zetten de feiten op een rij en vertellen of het zin heeft om nu al te upgraden.

In dit artikel brengen we je op de hoogte van de stand van zaken rondom wifi 7 en onderzoeken we of het al zinvol is apparaten met die standaard in huis te halen.

  • Snelheid
  • Frequentie
  • Stoorzenders en latency
  • Geschikte apparaten
  • Upgraden?

Lees ook: Wifi 7-routers betreden de markt: dit wil je weten

We noemen het gemakshalve wifi 7, maar de eigenlijke naam is IEE 802.11be – de opvolger van IEE 802.11ax. Vroeger werd alleen die technische naam gehanteerd om verschillen tussen wifi-standaarden te duiden, maar in afgelopen jaren zijn simpelere namen met een enkel cijfer geïntroduceerd om het overzichtelijk te houden.

Wifi 7 kan theoretische snelheden halen van tussen de 1,3 en 46 gigabit per seconde (Gbit/s). Die maximale snelheid zul je nooit halen in een gemiddelde thuissituatie. Dan moet er namelijk een kleine afstand zitten tussen jouw apparaat en de router, zonder muren en andere obstakels ertussen, in een huis waar geen enkel ander draadloos signaal in de lucht hangt.

Wel is het bij elkaar een significante upgrade ten opzichte van wifi 6 en 6E, dat tussen de 574 megabit en 9,8 gigabit per seconde bereikte op maximale snelheid. Er zijn een paar manieren waarop fabrikanten die hogere snelheid weten te bereiken. Te beginnen met een eenvoudige upgrade in bandbreedte: wifi 7 zendt uit op 240 of zelfs 320 megahertz, dubbel de hoeveelheid van wat er eerder mogelijk was.

Routers gebruiken verder een zogeheten kwadratuur-amplitudemodulatie om radiogolven te verzenden, een techniek waarbij digitale data in een analoog signaal wordt vertaald. In één stukje daarvan passen normaal gesproken tien bits, maar bij wifi 7 is dat verhoogd naar twaalf bits in hetzelfde pakket. Hierdoor kan feitelijk twintig procent meer op de radiogolven tegelijkertijd worden verzonden.

©RerF - stock.adobe.com

Jarenlang was wifi 6E het snelste internet dat je in huis kon halen, maar in 2024 maken we de upgrade naar wifi 7.

Hogere, snellere frequentie

Wifi 7 gebruikt bovendien een extra radiogolf, waar bij wifi 6E ook al wat mee werd geëxperimenteerd. Je kunt namelijk via de 6GHz-band met de router verbinden. Bij radiogolven geldt: hoe hoger de frequentie, hoe sneller de verbinding en hoe hoger de capaciteit … maar ook hoe lastiger het signaal door objecten zoals muren en kasten heen komt. Routerfabrikanten adviseren daarom altijd om met 2,4 GHz te verbinden als je ver van het apparaat zit en om 5 en 6 GHz vooral te gebruiken als je in de kamer aanwezig bent.

Het betekent dat de 6GHz-band eigenlijk een nog iets betere versie is van de 5GHz-band. Wie hiermee verbindt heeft weer iets sneller internet, maar het is ook nóg belangrijker dat je in de buurt van je router blijft zitten. Ideaal voor bijvoorbeeld het downloaden van grote bestanden of om games vanuit de cloud te streamen.

Bijkomend voordeel: omdat wifi 7 en 6E nog relatief weinig gebruikt worden, is de kans klein dat de buren in je appartementencomplex op die 6GHz-band zitten. Er wordt dus minder gevochten voor plek in het draadloze spectrum, waardoor je internet onverhinderd snel kan verbinden.

©Apisit - stock.adobe.com

Hogere frequenties bieden meer bandbreedte in een kamer, maar door obstakels als muren neemt je bereik af.

Van 1 naar 46.120 megabit De eerste versie van wifi, inmiddels bekend als wifi 0, stamt alweer uit 1997 en haalde toen een maximale snelheid tussen de 1 en 2 megabit per seconde. Naar huidige maatstaven erg weinig, maar in de jaren 90 ruim voldoende om de internetsnelheid van je provider door je huis te krijgen: we hadden toen immers nog inbelmodems van 56 kilobits, oftewel 0,056 megabit.

In de jaren daarna ging het snel: wifi 1 in 1999 had een snelheid van maximaal 11 megabit, gevolgd door wifi 2 met maximaal 54 megabit in 2003. Daarbij werd ook voor het eerst de 5GHz-frequentie geïntroduceerd voor hogere snelheden met een korter bereik.

Stoorzenders en virtual reality

Stoorzenders zoals veel wifi-netwerken dezelfde flat of huizenrij is een minder groot probleem geworden. Als bij oudere wifi-standaarden een ander apparaat voor storing zorgde op een kanaal, dan werd het gebruik hiervan volledig uitgeschakeld. Een nieuwe functie zoals Flexible Channel Utilization zorgt er nu voor dat de storing wordt geïdentificeerd en weggefilterd, zodat het kanaal gewoon bruikbaar blijft. Het resultaat is sneller en stabieler internet op drukke locaties.

Het signaal wordt bij wifi 7 ook sneller en met minder zogeheten latency verzonden, waardoor nog maar één procent overblijft van de vertraging die je bij wifi 6 had. In de meeste gevallen zal dat voor doorsnee gebruik geen merkbaar verschil opleveren, omdat wifi 6 al weinig last had van latency, maar voor de opmars van virtual en augmented reality (VR en AR) is dit een belangrijke innovatie. Het moet er namelijk voor zorgen dat video beter naar een virtuele headset gestreamd kan worden: een lichte lag verstoort het gevoel daarbij volledig, want het voelt dan alsof je dronken bent en de wereld vertraagd met je meebeweegt. Virtual reality is nu nog een niche, maar verwacht wordt dat Apples nieuwe bril de markt komende jaren flink kan gaan opschudden – waarbij wifi 7 de basis legt voor een toekomstige grotere VR-streamingmarkt.

Lees ook: De nieuwste trends in wearables: van slimme ring tot VR-bril

Wifi 7 wordt gezien als een belangrijke innovatie voor virtual reality, omdat je ermee virtuele werelden zonder merkbare latency kunt streamen.

Dure routers, weinig telefoons

Wifi 7 wordt sinds begin 2024 in apparaten geïmplementeerd, al zijn het er nog niet veel. Het zijn vooral zakelijke producten, met als uitzondering twee consumentenrouters van TP-Link en Netgear. Goedkoop zijn ze niet: de mesh-router van TP-Link, de Deco BE85, wordt als dubbelpakket verkocht voor 1000 euro. De Netgear Orbi 970 kost je voor een enkele router 900 euro of 1700 euro voor een pakket met twee stuks.

Voor dat geld heb je een van de snelste consumentennetwerken die op dit moment mogelijk zijn, maar aan die hogere snelheden heb je pas echt wat als jouw andere apparaten in huis ook wifi 7 ondersteunen. Heeft je oude laptop nog een antenne met wifi 5, dan is het een beetje alsof je met een trekker op de snelweg rijdt. Je mag en kunt hard, maar de motor van je apparaat trekt dat simpelweg niet.

Er zijn nog maar weinig smartphones op de markt die nu al wifi 7 ondersteunen. Denk dan aan modellen als de Samsung Galaxy S24-serie, OnePlus 11 en 12, en Google Pixel 8 (Pro). Maar nog geen van de iPhones. Vermoedelijk komen er in de loop van dit jaar meer toestellen uit die wifi 7 ondersteunen. De meeste nieuwe telefoons worden tussen de zomer en herfst gelanceerd, dus je zult wellicht tot september moeten wachten om te upgraden naar een wifi7-smartphone.

De Orbi 970 is een van de weinige wifi7-routers voor consumenten die op dit moment wordt verkocht (900 euro).

Pc makkelijker dan laptop

Bij je laptop geldt hetzelfde: fabrikanten hebben sinds eind vorig jaar de eerste wifi7-chips en die worden beetje bij beetje in nieuwe producten geïntegreerd. Een handjevol topmodellen met wifi 7 is nu al beschikbaar. De doorsnee laptop in de winkel werkt nog met wifi 6 of 6E. Wie de overstap naar wifi 7 wil maken, kan beter even wachten tot er later dit jaar meer modellen in de winkels verschijnen.

Bezitters van een ouderwetse pc zijn het goedkoopst uit: daarin kun je een PCI-kaart prikken die ondersteuning voor wifi 7 geeft. Met prijzen tussen de 50 en 100 euro is dat aantrekkelijker in aanschaf dan een volledig nieuwe pc.

In een desktopcomputer kun je een PCI-kaart steken die je wifi7-ondersteuning geeft.

Upgraden is duur

Een volwaardige upgrade naar wifi 7 is vooralsnog een fikse investering. Je hebt een prijzige nieuwe router nodig, waarvan op dit moment nog maar een paar modellen beschikbaar zijn. En je apparaten moeten een upgrade hebben. De goedkoopste Samsung Galaxy S24 heeft bijvoorbeeld een prijs vanaf bijna 1200 euro. De Google Pixel 8 is met een kleine 600 euro wel wat betaalbaarder. De goedkoopste laptops met wifi 7 kosten op het moment van schrijven rond de 1500 euro. Tel je de aanschaf van router, smartphone en laptop bij elkaar op, dan ga je snel richting de 3000 euro.

En dan heb je alleen nog maar wifi7-snelheden voor twee apparaten: op termijn zou je ook je smart-tv, tablet en andere draadloze apparaten in huis moeten vervangen als je gebruik wilt maken van die nieuwe, snellere verbinding. Wie liefst zo snel mogelijk wil upgraden naar wifi 7 en daar ook alles uit wil halen, is nog duizenden euro’s kwijt. Maar waar je in dat geval misschien zelfs apparaten gaat upgraden die nog helemaal niet aan vervanging toe zijn, raden we dit dus af.

Nog niet nodig

Situaties waarbij wifi 7 in de praktijk echt nuttig is, moeten immers nog ontstaan. De films die je van bijvoorbeeld Netflix streamt, starten er voorlopig niet significant sneller door. Vooralsnog is wifi 7 vooral nog interessant voor gebruik binnenshuis, waar je een hoge bandbreedte wilt hebben om bijvoorbeeld rechtstreeks met je NAS te verbinden.

Het is slimmer om het andersom aan te pakken: vervang je hardware wanneer jij toe bent aan iets nieuws en houd zijdelings in de gaten welke nieuwe apparaten met wifi 7 werken. Bereik je het punt waarop meerdere apparaten in huis met de nieuwe netwerkstandaard kunnen verbinden? Dan is dat wellicht het moment om een nieuwe razendsnelle wifi7-router in huis te halen. Tegen die tijd is er meer keuze, tegen hopelijk wat lagere prijzen.

Bekabeld blijft sneller Wifi 7 is de snelste draadloze standaard die we ooit hebben gehad, maar in de praktijk blijft een ‘ouderwetse’ bekabelde verbinding nog altijd het beste. Een CAT6-kabel, de meest gangbare die je in de meeste winkels vindt, heeft een bandbreedte van 1 Gbit/s, wat ongeveer gelijk is aan de snelheid die je minimaal met wifi 7 haalt.

Een CAT7-kabel haalt zelfs maximale snelheden van 100 Gbit/s, vooropgesteld dat de afstand niet te groot is. Dat is dubbel zo hoog als de theoretische snelheid van wifi 7. Met de juiste hardware is in de toekomst die snelheid in de praktijk ook makkelijker te halen. Van storing is veel minder sprake omdat alle communicatie plaatsvindt binnen de kabel – de wifi van je buren zorgt dus niet voor gedoe.

Kabels zijn ook goedkoper: 100 meter CAT7-kabel kost ongeveer 100 euro en CAT6-kabel 70-80 euro. Maar om hogere snelheden te halen, heb je uiteraard ook weer een speciale router nodig en vooralsnog bestaan er nog geen routers die sneller gaan dan 10Git/s. En een nadeel is dat je kabels door je muren of door kabelgoten moet trekken. Iets meer gedoe, maar je hebt dan wel het snelste en betrouwbaarste netwerk.

▼ Volgende artikel
Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem

In de basis lijkt de Eufycam S4 op de eerder gelanceerde Eufycam S4 Max. Maar dit nieuwe camerasysteem biedt een groot voordeel: je hebt geen kabels nodig. Stroom krijg je via een zonnepaneeltje, terwijl de data draadloos via wifi geregeld wordt. Dat mag wat kosten: de set met twee cameramodules en de Homebase 3 kost 699 euro.

Fantastisch
Conclusie

Laten we er niet omheen draaien: de prijs is vrij fors. Maar wat ons betreft is het pakket dat wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Ook heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met ingewikkelde kabels, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

Plus- en minpunten
  • Geavanceerd dual-camerasysteem
  • Goede beeld- en geluidskwaliteit
  • Vier soorten herkenning
  • Toegankelijke applicatie
  • Geen cloudopslagdienst nodig
  • Uitgebreid, flexibel, aanpasbaar
  • Opties voor energiebeheer
  • Forse aanschafprijs

De EufyCam S4 combineert twee camera's in één behuizing voor uitgebreide buitenbeveiliging. Bovenaan zit een vaste 4K-groothoeklens (van 130 graden) die continu een breed gebied overziet. Zodra die camera een gebeurtenis detecteert, geeft hij een signaal aan de onderste camera. Dat is een pan-tilt-zoomlens (PTZ) die 360 graden kan draaien en tot 8x kan inzoomen. De PTZ-camera volgt het bewegende doelwit automatisch, waardoor de Eufycam S4 zowel een goed overzicht als gedetailleerde ingezoomde tracking biedt.

Het systeem werkt daarnaast zelfstandig via wifi, maar je kunt het ook koppelen aan de Homebase 3. Zonder HomeBase kun je de beelden lokaal opslaan op de 32 GB aan interne opslagruimte of een microSD-kaart van 256 GB. De Homebase breidt die optie uit tot 16 TB (via een los te kopen harde schijf) en is daarnaast het slimme brein dankzij Bionic Mind AI. Die lokale AI zorgt voor snelle gezichtsherkenning en onderscheidt mensen, voertuigen en huisdieren. Ook kan het de beelden van meerdere camera's aan elkaar koppelen binnen hetzelfde netwerk.

©Wesley Akkerman

Op de bovenkant kun je het zonnepaneel monteren. Achterop zit de accu, die je eruit kunt halen om op te laden.

Stroomtoevoer geen obstakel

Standaard werkt de Eufycam S4 op een accu en neemt hij alleen op bij detectie. In het pakket dat wij testen zit standaard een zonnepaneel van 5,5 watt. Als dat één uur zonlicht vangt, kan de gekoppelde camera (via het enige draadje dat je nodig hebt) een dag draaien. Je kunt het paneel direct op de camera bevestigen, maar ook om een hoekje plaatsen als daar meer zonlicht is. Daar is de kabel lang genoeg voor. Wil je 24/7 opnemen? Ook geen probleem, maar in dat geval moet je wél kabels gaan trekken. Dan moet de S4 namelijk altijd aan kunnen staan.

Het mooie aan de accu van de Eufycam S4 is dat de fabrikant die zo flexibel mogelijk inrichtte. Niet alleen kun je de camera gewoon met een normale usb-c-kabel opladen (als er even geen zonlicht is), ook kun je de batterij uit de behuizing halen. Daar zit namelijk ook een usb-c-poort op, waardoor je het systeem niet helemaal uit elkaar hoeft te halen als de accu leeg is. Ook handig: zodra de batterij achteruitgaat, kun je die dus heel gemakkelijk vervangen (tenminste, voor zolang Eufy die los aanbiedt, maar dat zal voorlopig nog wel even het geval zijn).

©Wesley Akkerman

De Homebase 3 (S380) waarmee je veel AI-functies ontgrendelt en de lokale opslag tot 16 TB kunt uitbreiden.

Indringers afschrikken

Houd er overigens rekening mee dat je de Eufycam S4 wel echt op zijn plek zult moeten monteren. Daarbij moet ook worden geboord; geen nadeel, maar wel een kanttekening. De Eufy-app leidt je daarna soepel door de installatie. Voor detectie gebruikt de camera een combinatie van radar en een passieve infraroodsensor (PIR), wat nauwkeuriger is en zelfs afstand kan meten. Om indringers af te schrikken, is de IP65-weerbestendige camera uitgerust met felle ledlampen (voor nachtzicht in kleur), een luide 105dB-sirene en rood-blauwe waarschuwingslichten.

Hoewel de Eufycam S4 automatisch werkt, kun je gelukkig ook een hoop dingen zelf aansturen via de app. Zo kun je de kantel- en draaicamera zelf met pijltjestoetsen bedienen als je iets niet vertrouwt en thuis of buitenshuis even iets wilt controleren. Ook kun je het alarm en de lampen aanzetten wanneer je dat nodig acht. Verder kun je van alles instellen via de overzichtelijke app, zoals privacyschermen, het gebied waarin de camera bewegingen meeneemt, antidiefstaldetectie, activiteitenzones en zowel energie- als videobeheer.

©Wesley Akkerman

De camera's nemen overdag en 's avonds in kleur op. In het middelste screenshot zie je de directe bediening.

Eufycam S4 kopen?

Uit onze praktijkervaring blijkt dat de Eufycam S4 precies doet wat hij belooft. Zodra er een persoon wordt geregistreerd, volgen de camera's onderop de beweging totdat die persoon uit beeld is. Dat gaat moeiteloos en geruisloos (ook niet geheel onbelangrijk). Je krijgt hier bovendien op tijd melding van en via de app kun je alle beelden in haarscherpe kwaliteit en met voldoende kleur volgen. Je moet de camera's wel wat hoger ophangen, aangezien hij stopt met volgen zodra het onderwerp binnen één meter afstand is. Doe je dat niet, dan creëer je als het ware een dode hoek.

De prijs is fors, maar wat ons betreft is het pakket dat bedrag wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Daarnaast heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met bekabeling, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

▼ Volgende artikel
Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?
© Samsung
Huis

Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?

Lifestyle-tv's zijn populair en Samsung weet dat als geen ander. The Frame, een tv die ook dienstdoet als kunstkader, is een succes. Nu ook Hisense en TCL een gelijkwaardig concept op de markt hebben, heeft de Koreaanse fabrikant een verbeterde versie klaarstaan.

Goed
Energy label
Conclusie

The Frame Pro is ideaal als stijlvolle muur-tv dankzij het matte scherm en de draadloze One Connect Box. De helderheid en kleur zijn verbeterd, maar het contrast blijft wat teleurstellen. Gamers moeten rekening houden met extra input-lag via de One Connect Box; de micro-HDMI is beter, maar minder praktisch. De tv oogt het mooist met heldere content en heeft een complete smart-omgeving. Wel is hij duidelijk duurder dan de gewone The Frame.

Plus- en minpunten
  • Mat scherm weert reflecties
  • Goede piekhelderheid, degelijk contrast
  • Slank design, verwisselbaar kader
  • Wandbeugel én voet bijgeleverd
  • Wireless One Connect Box
  • Goede beeldverwerking
  • Vijf HDMI 2.1-aansluitingen en gaming-features
  • One UI/Tizen smart-tv met zeven jaar updates
  • Apple AirPlay 2 en Google Cast
  • Ingebouwde Art Store
  • Lokale dimming levert beperkte verbetering
  • Matige geluidskwaliteit
  • Geen ondersteuning voor Dolby Vision of DTS-audio
  • Hogere input-lag via de draadloze One Connect Box
  • Prijzig
Samsung QE65LS03F The Frame Pro

Prijs: 1899 euro
Wat: Ultra HD 4K, 144 Hz, Edge QLED LCD-tv met lokale dimming
Schermformaat: 65 inch (139 cm)
Aansluitingen: 5x HDMI (5x v2.1 (48 Gbit/s), eARC, ALLM, VRR, 4K144), 2x usb, 1x usb-C, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 5 (802.11ac), wireless One Connect Box
Extra’s: HDR10, HLG, HDR10+ Adaptive, One UI Tizen 9, AirPlay 2, Google Cast, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, dual tuner, CI+-slot, NQ4 AI Gen3-processor, Art Store, verwisselbaar kader
Afmetingen: 1457 x 867 x 257 mm (incl. voet)
Gewicht: 22 kg (incl. voet)
Energieverbruik: SDR 112 kWh/1000h (F) / HDR 211 kWh/1000h (G)

Het kader aan de muur

The Frame Pro is expliciet ontworpen om aan de muur te hangen. De rug is immers helemaal vlak, en een superslanke muurbeugel is inbegrepen. Het ontwerp oogt als een minimalistisch kunstwerk, met een smal zwart frame rond het beeld. Met behulp van een magnetisch kader dat over het zwarte frame gaat, geef je de behuizing een witte of houtkleurige uitstraling. Een teakhouten kader wordt overigens meegeleverd.

Zet je de tv toch liever op een tv-meubel, dan hoef je daar geen extra spullen voor aan te schaffen; er zitten namelijk ook voetjes in de doos. De bevestiging aan het toestel is schroefloos en kan in twee posities: een hoge of lage bevestiging, zodat je eventueel een soundbar onder het scherm kunt plaatsen. De stabiliteit van de plastic voetjes laat wel iets te wensen over; bij zijdelingse druk is er duidelijk beweging merkbaar.

©Samsung

Aansluitingen

De One Connect Box is al jaren een kernonderdeel van het The Frame-concept: alle aansluitingen zitten in een externe unit, zodat er naar de tv zelf slechts één dunne kabel loopt. Bij The Frame Pro is dat idee verder doorgetrokken. De verbinding tussen de tv en de One Connect Box verloopt nu draadloos, waardoor je alleen nog een stroomkabel naar het scherm hoeft te leiden, en die laat zich doorgaans vrij gemakkelijk wegwerken. In de draadloze Connect Box vind je vier HDMI 2.1-poorten, twee usb-poorten, ethernet, wifi 5, bluetooth, een optische uitgang en een DVB-T2/C/S2-tuner met CI+-slot. Samsung claimt een draadloos bereik tot 10 meter zonder kwaliteitsverlies; in onze test ging 6 meter inderdaad probleemloos. Een stevige muur ertussen zorgde echter af en toe voor korte beelduitval.

Voor gamers is het een gemengd verhaal. De HDMI-poorten ondersteunen 4K144, ALLM en VRR (HDMI VRR, AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync compatible), en poort 3 biedt ARC/eARC. Maar de draadloze verbinding zorgt wel voor extra vertraging: in 4K60 zagen we een input-lag van zo'n 40 à 45 ms. Om dat te omzeilen heeft Samsung op de tv zelf een micro-HDMI-aansluiting geplaatst die dezelfde gamefuncties ondersteunt. Daarmee daalde de input-lag naar 13,5 ms bij 4K60 (en 8,5 ms bij 2K120). Niet heel elegant, maar wel effectief. Daarnaast zit er op de tv ook nog een usb-c-poort, bedoeld voor bijvoorbeeld een webcam.

Lees ook: Review Samsung QE55LS03B The Frame – Kunstwerk én tv

De One UI/Tizen smart-tv

Eén ding moet je Samsung nageven: ze leveren een indrukwekkende hoeveelheid functies in hun smart-tv-omgeving. Dat vereist wel een goede organisatie, maar die heeft Samsung ondertussen wel onder de knie. Het startscherm toont alles wat met tv-kijken en streaming te maken heeft. Centraal in beeld vind je de laatst gespeelde bron en aanbevelingen (uit Samsung TV Plus). Onderaan staat een rij met favoriete apps die je naar voorkeur kunt ordenen en aanpassen. Je kunt ook live-tv en HDMI-ingangen in deze rij plaatsen. Scrol verder naar beneden en je vindt rijen met aanbevelingen per app. Verwijder je een app uit de rij met favorieten, dan verdwijnt ook de rij met aanbevelingen uit die app.

Naast een erg ruim app-aanbod ondersteunt deze Samsung ook AirPlay 2 en Google Cast. Via de pictogrammen links op het startscherm kun je naar Daily+ navigeren, waar je alle functies vindt die minder met tv-kijken te maken hebben. Denk aan SmartThings (de IoT-omgeving), Workspace (allerlei functies voor computergerelateerd werk op de televisie), Philips Hue, Samsung Food en Fitness-apps. De Art-sectie bespreken we verderop.

De afstandsbediening is de vertrouwde Samsung-remote, maar deze keer in het wit. Hij is klein en eenvoudig vormgegeven, met een ingebouwde oplaadbare batterij en een fotovoltaïsch paneel aan de achterkant. Leg je hem met dat paneel naar boven, dan laadt hij vanzelf op via omgevingslicht. Voor een snellere laadbeurt is er ook een usb-c-poort aanwezig. De toetsen voelen prettig aan en hebben een lichte, precieze aanslag. Door het beperkte aantal knoppen is de bediening snel te doorgronden. De instellingenknop linksboven opent niet alleen het instellingenmenu, maar ook de kleur- en nummertoetsen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Kunst in overvloed

Om de kunstfunctie waar te maken, biedt Samsung sinds de eerste generatie van The Frame een eigen kunst-app. Navigeer op het startscherm naar links en open daar de Art-sectie. Je krijgt toegang tot meer dan 3000 kunstwerken, afkomstig uit grote musea en uiteenlopende collecties, van klassieke meesters tot moderne kunst en fotografie. Toegang tot de volledige Art Store kost 4,99 euro per maand, al zijn de eerste drie maanden gratis. Wie niet wil betalen, kan gebruikmaken van het gratis aanbod Art Streams, met elke maand dertig nieuwe werken rond een thema. Daarnaast zijn er nog andere opties: zo kun je je eigen foto's tonen met behulp van vooraf gemaakte sjablonen. The Frame Pro functioneert op die manier als een fraai digitaal fotokader. Wie iets speelsers wil, kan kiezen voor AI-gegenereerde kunst: selecteer een aantal sleutelwoorden uit een vaste lijst en de tv genereert een passend beeld.

De SmartThings-app is daarbij een handige aanvulling, vooral om door de Art Store te bladeren. Je kunt sorteren op artiest, genre, medium, kleur, museum, thema of populariteit. Via de instellingen pas je bovendien het gedrag van de Art Mode aan. Zo kun je helderheid en kleurtemperatuur finetunen en instellen hoe de tv omgaat met de ingebouwde bewegings- en lichtsensor. De Art Mode schakelt automatisch uit wanneer er geen beweging wordt gedetecteerd of het licht wegvalt. Dat is zinvol, want de Art Mode verbruikt nog steeds stroom, doorgaans tussen de 60 en 90 watt.

Mat scherm oogt als papier

Een van de grootste troeven van The Frame Pro is het matte scherm. Dat heeft twee duidelijke voordelen. Allereerst heb je nauwelijks last van reflecties. Zwakke lichtbronnen verdwijnen bijna volledig en zelfs fel of direct licht wordt sterk verzacht en uitgesmeerd. Daardoor blijft het beeld goed zichtbaar in ruimtes waar gewone tv's snel hinder ondervinden. Daarnaast versterkt het matte scherm de kunstbeleving. Het beeld oogt minder als een helder, glimmend display en meer als papier, wat vooral bij klassieke kunst heel mooi werkt. Er is wel een keerzijde: een mat scherm drukt het contrast iets. En precies daar komen we uit bij het volgende punt.

©Samsung

Beeldkwaliteit

De meest opvallende verbetering van The Frame Pro is de overstap naar Neo QLED-achtergrondverlichting. In theorie levert dat niet alleen rijkere kleuren op dankzij de Quantum Dots, maar ook beter contrast door local dimming. In de praktijk blijkt die uitvoering echter beperkt: Samsung gebruikt edge-ledverlichting, waarbij de leds alleen langs de onderrand van het scherm zitten. De local dimming werkt daardoor alleen in 24 verticale kolommen. Dat is beduidend minder verfijnd dan echte full-array local dimming.

Het VA-paneel zelf heeft een behoorlijk eigen contrast van ongeveer 4.500:1. Maar omdat de dimming slechts in kolommen werkt, kan de tv dat contrast in testpatronen nauwelijks verbeteren. Dat zie je terug in films: de zwarte balken boven en onder het beeld blijven zichtbaar grijs, donkere scènes worden nooit echt diepzwart en heldere details – zoals sterren – kunnen plaatselijke halo's veroorzaken. Met andere woorden: op het gebied van contrast is de vooruitgang beperkt.

Op helderheid scoort de The Frame Pro wél merkbaar beter. In Filmmaker Mode (HDR) haalt hij een piek van 926 nits op een venster van 10% en ongeveer 697 nits op een volledig wit scherm. Dat is een forse stap vooruit ten opzichte van de vorige The Frame, die rond de 500 nits bleef hangen. De Quantum Dots leveren bovendien een breed kleurbereik van 94% P3. De kalibratie in Filmmaker Mode is over het algemeen uitstekend, al ogen sommige tinten wat te helder en verliezen ze daardoor nuance. Bij SDR presteert The Frame Pro eveneens goed, al kunnen rode tinten en huidkleuren soms wat flets overkomen. In zowel SDR als HDR blijft het zwartdetail wel netjes behouden. 

©Samsung

Zeer goede beeldverwerking, matige audio

The Frame Pro maakt gebruik van dezelfde rekenmodule als topmodel S95F: de NQ4 AI Gen3-processor. Die levert zichtbaar mooie resultaten, met goede deinterlacing, sterke ruisonderdrukking en nette upscaling. De bewegingsscherpte van het paneel zelf is echter wat beperkt, waardoor snelle voorwerpen soms een lichte dubbele rand krijgen. Motion interpolation werkt wel overtuigend; de processor grijpt snel en meestal correct in, zonder opvallende artefacten. De AI-modus kun je beter uitgeschakeld laten; die zorgt zelden voor een aantrekkelijk beeld.

Ondanks het slanke ontwerp heeft Samsung een 2.0.2-audiosysteem met 40 watt vermogen ingebouwd. Dat klinkt op papier aardig, maar in de praktijk ontbreekt vooral bas, waardoor muziek aan warmte en body verliest. De hoogtekanalen voegen weinig toe en het surround-effect blijft mager, zelfs met Dolby Atmos-bronnen. Voor dagelijks tv-kijken zijn de dialogen helder genoeg, maar wie ook muziek of films met impact wil horen, ontkomt eigenlijk niet aan een soundbar.

Conclusie

Als lifestyle-tv blijft The Frame Pro een aantrekkelijke keuze met een paar duidelijke troeven. Het matte scherm geeft kunst een overtuigende, bijna papieren uitstraling en houdt hinderlijke reflecties goed tegen. De draadloze One Connect Box maakt ophangen aan de muur bovendien bijzonder eenvoudig.

De stap vooruit ten opzichte van de gewone The Frame zit vooral in helderheid en kleurweergave. Het contrast blijft echter achter, en dat is jammer: een sterker zwartniveau had The Frame Pro echt naar een hoger niveau getild. Voor gamers is dit toestel ook niet ideaal: de draadloze verbinding zorgt voor merkbare input-lag. De micro-HDMI-poort op de tv zelf biedt wel een snellere optie, maar is minder praktisch.

De tv komt het best tot zijn recht met heldere beelden en kunstweergave. De kalibratie en beeldverwerking zijn uitstekend, en de Tizen-interface biedt een ruim app-aanbod, inclusief AirPlay 2 en Google Cast. Het prijskaartje blijft wel aan de hoge kant; je betaalt duidelijk extra voor de lifestyle-uitstraling.