ID.nl logo
Oude nas als back-up voor nieuwe nas
© Reshift Digital
Huis

Oude nas als back-up voor nieuwe nas

Het maken van een back-up van een goedgevulde NAS kan een uitdaging zijn, zeker als je daar niet te veel naar om wilt kijken. Een oude nas als back-up gebruiken is ideaal. Een extra voordeel is dat je die elders kunt onderbrengen voor nog meer veiligheid!

Je kunt een back-up van je NAS natuurlijk naar de cloud maken, zoals we in de vorige workshop hebben behandeld. Daar zijn wel kosten aan verbonden, en de internetverbinding kan een beperkende factor zijn. Een lokale kopie naar een via usb aangesloten harde schijf is ook een mogelijkheid, maar wel wat omslachtiger. Bovendien staan de apparaten naast elkaar, wat minder veilig is. Veel praktischer is een back-up naar een tweede NAS. Dat mag best een wat ouder systeem zijn. Zelfs de oude Synology DS110j, waar we op afstand een back-up naar maken, voldoet prima als back-upbestemming en heeft evenmin moeite met een enkele harde schijf van 6 TB. Dat is veel cloudopslag voor weinig! De back-up kun je maken via je lokale netwerk, maar ook via internet, als je de NAS bijvoorbeeld bij een vriend of kennis neerzet. In deze workshop laten we zien hoe je de back-ups kunt instellen, zowel voor Synology als QNAP.

Synology naar Synology

Wil een back-up maken tussen twee modellen van Synology onderling? Op de NAS die je als back-upbestemming gaat gebruiken, installeer je dan eerst de zogeheten Hyper Backup Vault. Die kun je zien als een soort kluis voor je externe back-ups, waarmee je ook door de inhoud van die back-ups kunt bladeren. Het is handig om vooraf een gedeelde map toe te voegen, bijvoorbeeld met de naam Backup, waar je zelf toegang toe hebt naast eventuele administrators. Maak daarna ook een apart gebruikersaccount (bijvoorbeeld met de gebruikersnaam backupuser) die je alleen lees- en schrijftoegang geeft tot die gedeelde map.

Back-uptaak instellen

Op de NAS die als bron dient, open je dan Hyper Backup en maak je een nieuwe gegevensback-uptaak. Kies dan Extern NAS-apparaat als bestemming. Kies het apparaat en voer de gebruikersnaam (in ons voorbeeld backupuser) en het wachtwoord van een account op die bestemming in. Kies dan bij Gedeelde map de map waarin de back-up moet worden gemaakt, zoals de gedeelde map Backup die we zojuist hebben aangemaakt. Achter Map geef je aan welke naam de onderliggende map moet hebben waarin de back-up komt te staan. Volg dan de wizard waarin je onder meer de te back-uppen mappen en toepassingen kiest op de bron en een back-upschema. We raden je aan om ook codering aan clientzijde te gebruiken, zodat alle gegevens met een wachtwoord zijn afgeschermd zodra ze je NAS verlaten. Dat wachtwoord is ook nodig om de inhoud van de back-up te bekijken of om deze terug te zetten.

©PXimport

Gegevensback-up naar oudere Synology-NAS

Oudere modellen van Synology ondersteunen de toepassing Hyper Backup niet en je kunt hier ook niet de Hyper Back Vault op installeren. Voor deze toepassingen is namelijk minimaal DSM 6.0 nodig. Gelukkig kun je relatief eenvoudig rsync als alternatief gebruiken. Op een oudere Synology DS110j die we als back-upbestemming gebruiken, openen we hiervoor de toepassing Backup en replicatie. Onder Back-upservices schakelen we Netwerk back-up service in. Om een back-up naar die NAS te maken, maak je in Hyper Backup een back-uptaak, maar kies je in plaats van Extern NAS-apparaat voor de optie rsync.

©PXimport

Poorten doorsturen

Op de router zet je de poorten voor de netwerkback-up open. Voor Hyper Backup gaat het om tcp-poort 6281. Als je rsync gebruikt zet je poorten 22 (tcp) en 873 (tcp) open. Verwijs deze poorten door naar het interne ip-adres van de NAS. Doe hetzelfde voor poort 5001 voor beheer op afstand. Eventueel kun je dit poortnummer voor extra bescherming veranderen. Dit doe je via het configuratiescherm van DSM. Gebruik uiteraard hetzelfde poortnummer in de portforwarding.

Bij een NAS op afstand is het erg handig om gebruik te maken van Dynamic DNS

-

Verdere tips

Bij een NAS op afstand is het handig om gebruik te maken van Dynamic DNS, zodat je via een eenvoudig te onthouden adres kunt inloggen. Zorg ook dat je een gebruikersaccount hebt om op afstand in te loggen in DSM (DiskStation Manager), de beheeromgeving van Synology. Zo kun je bijvoorbeeld updates installeren en controleren of de back-up is gelukt en het volume gezond is.

Synology naar QNAP

Om een back-up van Synology naar QNAP te maken of andersom, heeft het de voorkeur om gebruik te maken van rsync. Wil je een QNAP als bestemming gebruiken, dan installeer je daarop Hybrid Backup Sync (HBS). Open dan de bewuste toepassing en ga naar Services. Hier zie je een optie om de rsync-server in te schakelen. Daarbij kun je ook een gebruikersnaam (bijvoorbeeld rsync) en wachtwoord kiezen. Klik ten slotte op Toepassen om de instellingen actief te maken. Op je Synology-NAS open je nu Hyper Backup en maak je een back-uptaak aan, waarbij je als doel de optie rsync kiest. Bij Servertype kies je voor een rsync-compatibele server. Bij Back-upmodule kies je de map waarin de back-up moet worden bewaard.

©PXimport

QNAP naar Synology

Om een back-up van je QNAP-NAS naar een Synology-NAS te maken, begin je met een paar aanpassingen op je Synology-NAS. Ga naar Configuratiescherm en kies Bestandsservices. Op het tabje rsync kun je deze service inschakelen met een vinkje bij Rsync-services inschakelen. Kies dan Toepassen. Zet een vinkje bij Gesynchroniseerde account inschakelen, klik op Gesynchroniseerde account bewerken, kies een gebruiker en vul een wachtwoord in specifiek voor rsync. Op je QNAP-NAS open je Hybrid Backup Sync en ga je naar Synchroniseren om een nieuwe synchronisatietaak in één richting te maken. Kies Externe Rsync-server als bestemming. Bij Servertype kies je daarna Rsync-compatibele server. Vul de toegangsgegevens in die je hiervoor had gekozen. Klik dan op Maken. Je kunt nu links de map op je NAS kiezen die moet worden geback-upt en rechts de map op de Synology-NAS waarin de back-up moet worden bewaard. Hierna kun je eventueel een back-upschema instellen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.