ID.nl logo
Glasvezel in Nederland: Zo staat het er voor
© PXimport
Huis

Glasvezel in Nederland: Zo staat het er voor

Internetproviders staken jarenlang relatief weinig moeite in het aansluiten van huishoudens en bedrijven op het razendsnelle glasvezelnetwerk. De afgelopen tijd is dat veranderd en zijn er miljardeninvesteringen aangekondigd voor de komende jaren. Hoe zit het met glasvezel in Nederland? We leggen de grootse plannen uit en gaan in op de huidige aandachtspunten én onzekerheden.

Nederland heeft zo’n acht miljoen huishoudens, waarvan inmiddels de helft is aangesloten op het glasvezelnetwerk. De vier miljoenste aansluiting werd deze zomer gerealiseerd, ruim twee jaar na het vieren van de drie miljoenste aansluiting. Dat blijkt uit data van brancheorganisatie NLConnect. Het aansluittempo is de afgelopen twee jaar flink omhoog gegaan, schrijft ook toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) in zijn Telecommonitor. In de eerste drie maanden van dit jaar zijn 202 duizend huishoudens op glasvezel aangesloten, meer dan in heel 2019 (180 duizend huishoudens). 

In 2020 kregen 500 duizend huishoudens toegang tot glasvezelinternet, dat veel hogere up- en downloadsnelheden biedt dan oudere kabelvormen als dsl (koper). Begin 2022 wordt duidelijk hoeveel huishoudens er dit jaar zijn aangesloten op glasvezel. In ieder geval veel meer dan in 2020. En bedrijven die glasvezelkabels leggen en providers voeren het tempo alleen maar op – waarover zo meer.

Open Dutch Fiber

Eén van de belangrijkste spelers bij de verdere verglazing van Nederland lijkt Open Dutch Fiber te worden, oftewel ODF. ODF is een nieuwe organisatie die in april dit jaar bekendmaakte de Nederlandse markt te betreden. Oprichters zijn Kohlberg Kravis Roberts & Co (KKR) en Deutsche Telekom Capital Partners (DTCP). KKR heeft het merendeel van de ODF-aandelen in handen. Michael Griffioen is de eerste CEO van ODF. Hij was voorheen senior FttH-manager bij T-Mobile Nederland. Jordi Nieuwenhuis en Uwe Nickl zijn de bestuurders van ODF.  Nieuwenhuis stond mede aan de wieg van glasvezelprovider Reggefiber en Nickl werkte bij een Duits glasvezelbedrijf. ODF wil de komende vijf jaar minimaal één miljoen Nederlandse huishoudens aansluiten op glasvezel en trekt hier zeker 700 miljoen euro voor uit. Het glasvezelbedrijf hanteert een open netwerk en heeft vooralsnog één (hoofd)huurder, namelijk T-Mobile.

©PXimport

Dubbele glasvezelnetwerken

Om huizen aan te sluiten op glasvezel, moet het verantwoordelijke bedrijf de straat openbreken om de glasvezelkabels in de grond te leggen. Een klus die toestemming vereist van de gemeente en korte tijd praktische hinder veroorzaakt voor omwonenden. De afgelopen jaren is gebleken dat sommige providers weinig geven om dat laatste. Zo gebeurt het regelmatig dat een pas opengebroken straat voor een tweede keer op de schop moet, omdat een andere provider ook glasvezel wil aanleggen. De provider die als eerste glasvezel heeft gelegd, is hier vaak niet blij mee. Een rechtszaak tussen T-Mobile en KPN eind vorig jaar maakt goed duidelijk waarom. 

T-Mobile had pas glasvezel aangelegd in een wijk in Den Haag, waarna KPN de straten weer openbrak om hetzelfde te doen. T-Mobile stapte naar de lokale voorzieningenrechter met het verzoek om KPN’s aanlegvergunning op te schorten. De aanleg van een tweede netwerk was volgens T-Mobile onnodig, omdat zijn netwerk open is en KPN dus capaciteit kon huren. T-Mobile stelde daarnaast dat het onderhoud aan zijn netwerk moeilijker zou worden, omdat KPN zijn kabels op die van T-Mobile zou leggen. De voorzieningenrechter ging hier niet in mee: KPN mocht doorgaan met de aanleg van het netwerk.

©PXimport

Concurrentie

Behalve T-Mobile zijn er meer providers die regelmatig botsen met KPN, dat met drie miljoen glasvezelaansluitingen veruit de grootste speler is. Zo maakte het kleinere E-Fiber begin 2020 bekend dat het toch geen glasvezel ging aanleggen in Amstelveen, nadat KPN aangaf dit ook te gaan doen. E-Fiber destijds in een verklaring: “Het is niet mogelijk om een rendabel netwerk aan te leggen met twee spelers. De aanleg van een tweede netwerk is bovendien onnodig, omdat E-Fiber een open netwerk aanlegt; alle aanbieders zijn welkom om hun diensten aan te bieden.” 

E-Fiber verwees naar een marktstudie van toezichthouder ACM, die via diverse praktijkvoorbeelden aantoonde hoe met name KPN concurrenten dwarsboomt bij het aanleggen van glasvezel. Ook de kleinere provider Freedom Internet kan hierover meepraten. Freedom heeft bij monde van directeur Anco Scholte ter Horst onlangs weer een brief naar de ACM gestuurd, vertelde hij laatst in gesprek met PCM. Freedom betaalt een inkoopprijs van 84 euro per maand aan KPN om een gigabitverbinding aan te kunnen bieden. Dat terwijl een KPN-klant 57,50 euro per maand betaalt voor diezelfde verbinding. Wie neemt er dan een abonnement via Freedom? Scholte ter Horst noemt de prijsstelling van KPN ‘van de zotte’ en stelt dat de provider ‘alle innovatie blokkeert’.

Samen glasvezel aanleggen

De ACM heeft onlangs een marktstudie gepubliceerd waarin de organisatie gemeenten aanraadt om bij interesse van meerdere glasvezelorganisaties te pleiten voor co-investering. Dat houdt in dat de concurrenten gezamenlijk één open glasvezelnetwerk financieren en (laten) aanleggen. Statistieken van de ACM maken duidelijk dat glasvezelaanbieders tot dusver welgeteld nul keer gekozen hebben voor co-investering. Wie daarom denkt dat de ACM voorstander is van regels om co-investering te verplichten, heeft het mis. 

In dezelfde marktstudie schrijft de toezichthouder namelijk dat gedwongen co-investering onwenselijk zou zijn. Meerdere glasvezelnetwerken in dezelfde straat kunnen op termijn namelijk leiden tot concurrentievoordelen voor de consument, die uit meer dan één provider kan kiezen. Dat klopt, al maakt de praktijk duidelijk dat één open netwerk ook genoeg concurrentievoordelen kan opleveren.

©PXimport

Miljardeninvesteringen

Voor de komende jaren hebben de providers – Ziggo uitgezonderd – grote plannen aangekondigd om honderdduizenden nieuwe huishoudens en bedrijfsadressen aan te sluiten op glasvezel. Plannen waar honderden miljoenen tot meer dan een miljard euro mee gemoeid zijn. Providers komen via verschillende constructies aan dat geld. Het is de moeite waard om deze constructies compact uit te leggen, omdat ze nieuw zijn, invloed hebben op de concurrentieverhoudingen en nog jaren blijven bestaan. KPN heeft begin dit jaar de handen ineengeslagen met pensioenfondsuitvoerder APG, dat belegt met het pensioengeld van zijn pensioenfonds ABP. 

KPN en APG hebben samen het bedrijf Glaspoort opgericht en hebben allebei vijftig procent van de aandelen in handen. Gezamenlijk financieren zij via Glaspoort ruim één miljard euro om KPN meer en sneller glasvezelaansluitingen te laten realiseren. De komende jaren wil KPN 225 duizend bedrijven en 750 duizend huishoudens aansluiten op het glasvezelnetwerk van Glaspoort. Dit netwerk is open voor alle providers en heeft KPN als hoofdhuurder. De oprichting van Glaspoort lag gevoelig. De ACM kreeg van meerdere providers bezorgde brieven, omdat zij bang waren dat Glaspoort hun concurrentiepositie zou verzwakken. De ACM vond die angst ongegrond. 

Ook nieuw is Open Dutch Fiber, een glasvezelbedrijf dat minimaal 700 euro miljoen euro investeert in een open netwerk waar T-Mobile de hoofdhuurder van wordt. In het kader ‘Open Dutch Fiber’ lees je meer over de organisatie. Delta op zijn beurt haalde 1,45 miljard euro op bij een consortium van banken, met optie om 600 miljoen euro meer te lenen. De provider gaat het geld gebruiken om te groeien van 900 duizend naar zo’n 2 miljoen glasvezelaansluitingen. Delta heeft een eigen netwerk dat open is voor andere providers. E-Fiber zegt regionaal de komende jaren 500 duizend nieuwe adressen te willen verglazen en hanteert ook een open netwerk.

©PXimport

Planning nog onduidelijk

De grootse plannen van de providers roepen allerlei vragen op. Want op welke dorpen en steden gaan zij zich richten, wanneer gaan ze welke wijken verglazen en gaat de straat één of meermaals open? Helaas zijn deze cruciale vragen nog niet te beantwoorden, simpelweg omdat providers de benodigde informatie nog niet gedeeld hebben. Er gaat veel aandacht uit naar hoeveel adressen zij willen aansluiten op glasvezel, maar pas later zal bekend worden om welke adressen het gaat en in welke volgorde die aan de beurt komen. De ene wijk zal ‘al’ in 2022 glasvezel krijgen, waar een andere wijk tot 2026 moet wachten.

De verglazing zal bij elke provider gefaseerd plaatsvinden, omdat het een enorme operatie is, te beginnen bij toestemming vragen aan gemeenten om straten tijdelijk open te breken. Ook moeten providers aan genoeg materialen (inclusief vele kilometers glasvezelkabels) komen, meer monteurs werven en vervolgens inplannen. Een rondgang op vacaturewebsites maakt duidelijk dat netwerkbeheerders en uitzendbureaus in heel Nederland naarstig op zoek zijn naar glasvezelmonteurs.

©PXimport

Ziggo doet minder met glasvezel

Ziggo doet als één van de grootste providers in Nederland opvallend weinig met glasvezel. Het bedrijf sluit dit jaar enkele honderden nieuwbouwhuizen aan op glasvezel, maar gebruikt coaxkabel voor de laatste aansluiting. Dit beperkt de maximale uploadsnelheid tot 1 Gbit/s en de uploadsnelheid tot 50 Mbit/s. Volgens Ziggo is deze zogeheten GigaNet-snelheid ‘genoeg’ voor consumenten, iets waar lang niet alle consumenten én concurrerende providers het mee eens zijn. Ziggo heeft het plan om in 2022 een paar duizend nieuwbouwwoningen te verglazen.  Andere nieuwbouwhuizen en bestaande huishoudens krijgen enkel een upgrade naar GigaNet, waar de straat niet voor opengebroken hoeft te worden, maar alleen een straatkast aangepast moet worden. Ziggo stelt dat al meer dan 3,4 miljoen klanten toegang hebben tot de GigaNet-snelheid. Volgend jaar moet dat voor alle klanten gelden. De provider is het afgelopen jaar zo’n 100 duizend vaste internetklanten verloren, vermoedelijk (deels) omdat zij zijn overgestapt naar een concurrent die wel glasvezel aanbiedt.

©PXimport

Steden en buitengebieden

Die nieuwe monteurs kunnen straks in het hele land aan de slag. KPN richt zich op steden en gaat met het miljard van APG ook aan de slag in buitengebieden – die voorheen niet interessant werden bevonden. T-Mobile wil via ODF vooral verglazen op grotere steden die nog zonder glasvezel zitten, om zo in een hoger tempo veel aansluitingen te realiseren. E-Fiber mikt op aansluitingen in buitengebieden en gemeentekernen. Delta Fiber heeft zijn pijlen juist weer gericht op kleinere steden zonder glasvezel. Interessant is dat partijen als Delta, ODF en E-Fiber kenbaar gemaakt hebben dat ze elkaar niet in de weg willen zitten door dubbele aansluitingen te realiseren. De directeur van T-Mobile noemde dat eerder kapitaalvernietiging, een term die E-Fiber ook aanhaalde toen het bekendmaakte dat het vanwege KPN’s plannen toch geen glasvezel ging aanleggen in Amstelveen.

Het lastige aan de voorgenomen plannen van de genoemde providers is dat ze graag vertellen hoeveel huishoudens (en bedrijfsadressen) ze willen verglazen, maar dat die plannen voor de komende vijf jaar gelden. Omdat er als gezegd veel geregeld moet worden voordat de straatstenen tijdelijk gelicht worden, gaat het nog wel even duren voordat duidelijk is wélke vele honderdduizenden adressen er wanneer en door wie verglaasd zullen worden.

Open netwerk verhuren

Vrijwel alle nieuwe glasvezelaansluitingen die gerealiseerd gaan worden, zijn open en dus toegankelijk voor concurrenten. KPN doet dat via Glaspoort, T-Mobile via ODF en Delta en E-Fiber via eigen netwerken. Een groot deel van de bestaande aansluitingen is ook open, al verschilt de mate waarin. Freedom Internet vindt dus dat KPN te veel geld vraagt om gebruik te mogen maken van zijn glasvezelnetwerk, waar een partij als E-Fiber schijnbaar gunstigere inkooptarieven vraagt voor zijn open netwerk. Andere providers kunnen ‘lijnen’, oftewel capaciteit, huren op dit open netwerk en betalen een vergoeding aan E-Fiber. Op die manier kunnen ze glasvezelabonnementen aanbieden zonder een eigen netwerk. 

Het kleinere Youfone gebruikt het E-Fiber-netwerk sinds februari om glasvezel aan te bieden. E-Fiber verhuurt zijn glasvezelnetwerk aan meer kleinere partijen, waaronder Freedom Internet, Tweak en Glasnet. Huishoudens die op het E-Fiber-glasvezelnetwerk zijn aangesloten, hebben keuze uit meerdere en tot tien aanbieders. Het voordeel voor consumenten laat zich raden: meer keuzevrijheid. De grotere keuze betekent in veel gevallen ook scherper geprijsde abonnementen of ‘gratis’ extra’s als meer tv-zenders.

©PXimport

Op naar de 10Gbit/s-glasvezel

Niet alleen het aantal glasvezelaansluitingen gaat omhoog, de techniek evolueert ook. De meeste bestaande glasvezelaansluitingen ondersteunen een internetsnelheid van 1 Gbit/s, omdat ze gebruikmaken van de GPON-techniek. De nieuwe XGS-PON-techniek gaat tot 10 Gbit/s. Delta heeft al een paar dorpen van glasvezel via XGS-PON voorzien en biedt daar sinds kort een 8Gbit/s-abonnement aan voor 67,50 euro per maand. Volgend jaar komt er ook een 10Gbit/s-abonnement. 

De provider gebruikt voor nieuwe glasvezelaansluitingen XGS-PON en gaat bestaande aansluitingen volgend jaar upgraden naar deze techniek. Zo moeten in relatief korte tijd alle Delta-glasvezelklanten toegang krijgen tot veel sneller vast internet. Met het aandachtspunt dat de provider pas eind 2022 een modem uitbrengt met een 8Gbit/s-netwerkpoort. Het ODF-netwerk, waar T-Mobile de hoofdhuurder van wordt, gaat ook 10Gbit/s-snelheden ondersteunen. De kleine provider Tweak test deze snelheid al sinds 2019, maar moet zo’n abonnement nog commercieel beschikbaar stellen.

KPN is in oktober gestart met de inzet van XGS-PON voor nieuwe glasvezelaansluitingen en wil op termijn ook bestaande aansluitingen upgraden naar deze techniek. Een voordeel van XGS-PON is dat het type aansluiting geschikt is om later nog hogere up- en downloadsnelheden door te geven, namelijk tot 25 Gbit/s. Deze standaard staat bekend als 25G-PON en wordt sinds kort in onder meer Engeland getest door Nokia en een glasvezelbedrijf. Internet met een up- en downloadsnelheid van meer dan 1 Gbit/s is vooral interessant voor veeleisende bedrijven en minder noodzakelijk voor consumenten.

Lagere prijzen?

De verdere verglazing van ons land zal de komende jaren bij honderdduizenden huishoudens zichtbaar worden omdat hun straat open- (en weer dicht-) gaat en ze daarna kunnen kiezen voor een sneller internetabonnement. Dat is een mooi gegeven, maar wat gaat dat betekenen voor de maandprijs van een internetabonnement? Providers steken honderden miljoenen euro’s in de aanleg van glasvezel. Geld dat terugverdiend moet worden. Meer geld vragen voor sneller internet ligt voor de hand, maar is geen uitgemaakte zaak. 

Uitdager Delta liet dat in augustus zien door zijn glasvezelabonnementen juist goedkoper te maken. Klanten met een 1Gbit/s-abonnement betalen sindsdien 19 euro per maand minder voor dit internetabonnement (in totaal 45 euro per maand). En klanten met een 400Mbit/s-abonnementen werden gratis geüpgraded naar het 1Gbit/s-abonnement én betalen maandelijks 2,50 euro minder. Voor zo’n 1Gbit/s-abonnement betaal je overigens bij T-Mobile maandelijks 40 euro, bij Freedom Internet 49 euro en bij KPN 57,50 euro. Met kortingen die sommige providers geven als je vaste en mobiele diensten combineert, kan die maandprijs nog een aantal euro’s lager uitvallen.

©PXimport

Meerjarenplannen

Als dit artikel één ding duidelijk maakt, is het dat providers grote plannen hebben om de komende vijf jaar meer Nederlandse adressen te verglazen. Honderdduizenden consumenten en bedrijven krijgen – eindelijk – toegang tot razendsnel vast internet. Veelal via één of meerdere open netwerken, zodat ze keuze uit meer dan één provider krijgen. Dit zal vermoedelijk leiden tot meer keuzevrijheid en dus meer concurrentie. Mogelijk resulteert dat weer in lagere abonnementsprijzen. Voor veel mensen die wachten op glasvezel, zal dat echter niet de belangrijkste vraag zijn. Zij zullen vooral benieuwd zijn wannéér ze eindelijk een glasvezelaansluiting krijgen. 

Dat is helaas nog lastig te zeggen, aangezien providers niet landelijk en voor de komende jaren communiceren wanneer ze een postcodegebied willen verglazen. Aankondigingen komen pas kort van tevoren en per wijk. Wel is er veel om naar uit te kijken en om te volgen. Zo gaan we onder meer merken of Ziggo volop blijft inzetten op zijn GigaNet met lagere snelheden of toch ook overstag gaat en voor toekomstbestendig glasvezel kiest. En zo ja, of de provider zijn achterstand op de concurrentie nog kan inhalen.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim
© Andrey Sinenkiy
Huis

Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim

Diensten als iCloud-foto’s en Google Foto’s zijn handig om je foto’s te back-uppen, beheren en delen. Alleen is de online opslagruimte beperkt. Ook je kijkt naar je privacy, zijn deze oplossingen niet altijd ideaal. Er zijn gelukkig gratis tools waarmee je bijna dezelfde ervaring hebt als bij deze online diensten. Je zet je foto’s niet in de cloud, maar gewoon op je eigen pc of NAS.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen foto's beheert, zonder afhankelijk te zijn van clouddiensten zoals Google Foto’s of iCloud:

  • Installeer Immich via Docker op je pc
    • Stel automatische ordening op basis van metadata in
    • Upload en beheer foto’s via de webinterface of mobiele app
    • Deel foto's of albums met vrienden of familie
    • Maak automatische back-ups van je smartphone
  • Gebruik Synology Photos als je een Synology-NAS bezit
    • Deel albums met andere NAS-gebruikers of via een openbare link
    • Gebruik slimme functies zoals de tijdlijn,en mensen- en objectherkenning
    • Synchroniseer je foto's automatisch via de Synology Photos-app

Vind je foto's in de cloud niet erg? Lees dan: Ode aan orde: je immense fotocollectie beheer je zo

Er is weinig mis met de gespecialiseerde cloudopslagdiensten van Apple, Google, Microsoft (OneDrive) en Dropbox. Je kunt hiermee prima foto’s bewaren en delen. De tools zijn voor dit gebruik zelfs uitstekend, maar de opslagruimte is vaak beperkt en het blijven cloudoplossingen. Je bestanden staan dus ergens anders opgeslagen.

Overweeg je een alternatief om foto’s te synchroniseren zonder cloudopslag, dan zijn er meerdere opties, zoals Nextcloud (met de Photos-app), PhotoPrism, digiKam en Piwigo. Wij zijn gecharmeerd van de opensource-dienst Immich en Synology Photos, die je specifiek voor de Synology-NAS kunt gebruiken. Beide tools bieden functies als automatische fotoback-ups, album- en gebruikersbeheer, gezichtsherkenning, tijdlijnweergave, tagging, locatiegebaseerd zoeken, delen, raw-bestanden en toegang via een webinterface. Kortom, er is weinig in de cloudoplossingen dat je bij deze gratis tools niet vindt. We maken eerst kennis met Immich (uitgesproken als het Engelse ‘image’) en daarna met Synology Photos. We focussen ons hierbij op de installatie, de initiële configuratie en het basisgebruik.

Immich

Docker-installatie

Immich wordt frequent geüpdatet en is beschikbaar voor meerdere platformen. Wij gaan aan de slag met de installatie onder Windows. Dit doen we via het gratis Docker Desktop. Docker Desktop beheert containers, een soort lichte, afgescheiden virtuele omgevingen met alle benodigde apps, services en instellingen. Installeer de app met enkele muisklikken en start deze op (de eerste keer kun je op Accept en tweemaal op Skip klikken). Minimaliseer vervolgens het venster, maar laat de app actief.

Goed om te weten: je kunt Immich via Docker ook op je NAS installeren, wat hier ook wel Container Manager (Synology) of Container Station (QNAP) genoemd. In dit artikel gaan we hier alleen niet verder op in.

Docker Desktop heb je met een paar muisklikken geïnstalleerd en opgestart.

Voorbereiding

Immich installeren we dus als Docker-container. Eerst voer je enkele voorbereidingen uit. Open de verkenner en ga naar de map Linux (onderaan). Open vervolgens de submap docker-desktop en dan Home. Maak hier een map met jouw naam en daarbinnen de submap Docker. Binnen deze docker-map maak je de map Immich-app aan. Het pad wordt dus: \\wsl.localhost\docker-desktop\home\<je_naam>\docker\immich-app.

Creëer nu twee submappen in een andere map op een schijf met genoeg opslagruimte: Library en Postgres (bijvoorbeeld C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library).

Navigeer nu in de verkenner naar de map Immich-app. Houd de Shift-toets ingedrukt, klik met rechts op een lege plek en kies PowerShell-venster hier openen. Houd de verkenner geopend en ga via deze pagina naar de downloadsite. Klik bij Get docker-compose.yml file op het documenten-pictogram (Copy), plak dit in PowerShell met Ctrl+V en druk op Enter om het yml-bestand te downloaden. Herhaal dit voor het commando bij Get .env file, zodat zowel het yml-bestand als het env-bestand in de map Immich-app staan.

Open het env-bestand in een teksteditor, bijvoorbeeld Notepad++ of Kladblok, en pas de volgende variabelen aan:

UPLOAD_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library
DB_DATA_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\postgres
TZ=Europe/Amsterdam
DB_PASSWORD=<eigen wachtwoord>

Zorg ervoor dat de paden kloppen met jouw situatie en sla het aangepaste bestand op.

Voordat je de container installeert, moet je eerst enkele variabelen aanpassen in het env-bestand.

Installatie

Alles is nu klaar om de Docker-container met Immich te draaien. Ga terug naar de map Immich-app en voer het commando docker-compose up -d uit. Dit zorgt ervoor dat alle benodigde onderdelen worden gedownload en uitgevoerd. Na enkele minuten zie je in het Docker Desktop-venster, bij Containers, dat de vier Immich-onderdelen actief zijn. Test dit direct door Localhost:2283 op de adresbalk van je browser in te vullen. Dit is de standaardpoort waarop Immich draait; dit zie je bij Immich_server in het Docker-containeroverzicht. Als het nodig is, kun je het poortnummer aanpassen in het yml-bestand. Klik in de webinterface op Aan de slag om daadwerkelijk met Immich te starten.

Je kunt de containers op elk moment stoppen en starten vanuit Docker Desktop. Dit doe je in de rubriek Containers: selecteer Immich en druk op Stop of Start.

De vier containers zijn gestart en Immich is nu bereikbaar vanuit de webinterface.

Configuratie

Je begint met het aanmaken van een beheerdersaccount. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met Registreren. Log daarna in met het opgegeven e-mailadres en wachtwoord.

Klik in het welkomstvenster op Thema, kies Licht of Donker, en ga naar Privacy. Hier kun je de kaartfunctie inschakelen (om foto’s via coördinaten op een kaart te tonen) en de versiecontrole activeren (voor het ontvangen van updates).

Ga vervolgens naar Opslagtemplate en bepaal of je fotobestanden automatisch wilt ordenen op basis van metadata. Als dit ingeschakeld is, kun je bij Voorinstelling een structuur kiezen met een sjabloon. Kies bijvoorbeeld voor {{y}}-{{MMMM}}-{{dd}}/{{filename}}. Bevestig met Klaar.

Je kunt via een sjabloon je foto’s bewaren op basis van bepaalde metadata.

Basisgebruik

Links in de webinterface zie je een venster met onderdelen als Foto’s, Verkennen, Kaart, Delen, Favorieten, Albums en Gereedschap. Open Foto’s, klik op de plusknop en selecteer de gewenste fotobestanden. De geüploade foto’s verschijnen als miniaturen in een tijdlijn. Bovenaan zie je een zoekbalk met rechts een filterknop om media te selecteren op onder meer naam, plaats, camera, datum en type. Gebruik Uploaden (rechtsboven) om extra foto’s toe te voegen.

Selecteer een of meer foto’s. Rechtsboven verschijnen meerdere knoppen, zoals Toevoegen aan favorieten (voor de rubriek Favorieten) en een menu om de selectie te downloaden, archiveren, verwijderen, de datum of locatie te wijzigen, of miniaturen en metadata te vernieuwen.

Via Toevoegen aan kun je foto’s aan een album toevoegen. Klik op +Nieuw album om een album te maken dat je terugvindt in de rubriek Albums. Gebruik Verkennen in het linkervenster om foto’s gegroepeerd te zien op tijd, locatie of – via AI – op herkenbare objecten, gezichten of thema’s, zoals berglandschappen.

De webinterface van Immich heeft wel wat weg van Google Foto’s.

Back-ups en delen

Je vindt in de webinterface ook de optie Delen. Klik hierop, voeg een beschrijving toe en eventueel een wachtwoord. Geef aan of de ontvanger foto’s mag downloaden en/of uploaden. Stel hiervoor een verloopdatum in, bijvoorbeeld over 1 dag. Klik op Link maken om een link te genereren. Deze link is mogelijk http://localhost<…>, maar je kunt dit aanpassen naar het interne ip-adres van je Immich-server, of een extern adres dat vanaf internet bereikbaar is (zie tekstkader ‘Vanaf het internet’).

Wil je media delen met specifieke personen? Klik hiervoor rechtsboven op je accountpictogram en kies Beheer. Ga naar Gebruikers, klik op Gebruiker aanmaken, vul de gegevens in en bevestig. Bij het openen van een fotoselectie of album kun je dan via de deelknop direct de gewenste gebruiker(s) selecteren, zodat de media in hun webomgeving beschikbaar zijn.

Voor Android en iOS kun je de mobiele Immich-app installeren. Vul het ip-adres van je Immich-server in en meld je aan. Tik op de upload-knop, geef Immich de nodige machtigingen en kies Selecteer om aan te geven welke fotoalbums de app moet back-uppen naar je server. Zet Albums synchroniseren aan om dit te automatiseren en bevestig met Back-up uitvoeren.

Immich is ook beschikbaar als mobiele app, wat handig is voor (automatische) mediaback-ups.

Synology Photos

Voorbereiding

We gaan uit van een Synology-NAS (Network Attached Storage) die via een webinterface toegankelijk is. Verbind via je browser met de webinterface van DSM, het Synology-besturingssysteem.

Open nu eerst het Configuratiescherm, kies Gebruiker en groep, ga naar Geavanceerd en zorg dat Gebruiker basismap inschakelen is ingeschakeld (op het gewenste volume). Bevestig met Toepassen. Open daarna de app File Station, waar je ziet dat de mappen Home en Homes (met persoonlijke submappen voor elke NAS-gebruiker) zijn aangemaakt.

Ga vervolgens naar Package Center in het hoofdmenu. Als de app Synology Photos nog niet is geïnstalleerd, zoek dan naar de naam van deze app. Klik vervolgens op Installeren en daarna op Openen. Klik rechtsboven op je profielicoon, kies Instellingen en open het tabblad Gedeelde ruimte. Schakel eventueel Gedeelde ruimte in en bevestig met Opslaan. Gedeelde media worden nu standaard opgeslagen in de map \photo.

Het is even wennen, maar je persoonlijke media en je gedeelde media belanden voortaan in de daarvoor bestemde mappen.

Gedeelde media

Als je nu foto’s met bijvoorbeeld familieleden wilt delen die toegang hebben tot je NAS, volg dan deze stappen. Ga naar Configuratiescherm / Gebruiker en groep, open het tabblad Groep en klik op Maken. Geef een groepsnaam op (bijvoorbeeld Familie) en druk op Volgende. Selecteer de gewenste leden, druk drie keer op Volgende en vink Synology Photos in de kolom Toestaan aan. Bevestig met Volgende (tweemaal) en met Voltooid.

Open vervolgens de app Synology Photos. Bij Instellingen / Gedeelde ruimte klik je op Toegangsmachtigingen instellen. Selecteer de groep (Familie) en kies Volledige toegang in de uitklapmenu’s. Bevestig met de plusknop en klik op Opslaan. Zet daarna op het tabblad Gedeelde ruimte een vinkje bij zowel Gezichtsherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte als Onderwerpherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte. Bevestig met Opslaan.

Test de instellingen door een gebruiker uit de groep aan te melden op je NAS, bijvoorbeeld via een incognito-tabblad in je browser. Zodra deze gebruiker Synology Photos opent, kan ook hij media uploaden in zowel de persoonlijke ruimte als de gedeelde ruimte. Links bovenaan in het applicatievenster kun je tussen deze ruimtes schakelen. De inhoud van deze ruimtes kun je overigens ook op bestandsniveau beheren via de overeenkomstige mappen in File Station (althans als administrator).

Als lid van de groep Familie krijgt deze gebruiker meteen ook toegang tot de gedeelde ruimte.

Basisgebruik

We laten nu zien hoe je met fotoalbums werkt. Gebruik eerst de knop Filter tonen (rechtsboven) om filters te activeren en snel de gewenste foto’s te vinden. Selecteer vervolgens een reeks foto’s; er verschijnt een rode balk. Klik hier op de plus-knop Toevoegen aan album, kies +Nieuw album, vul een naam in en druk op OK. Ga naar Albums (tweede knop) in het applicatievenster. Hier kun je foto’s opvragen volgens Recent toegevoegd, Labels en Locaties en, indien eerder ingeschakeld, volgens Mensen (gezichtsherkenning) en Onderwerpen (objectherkenning). Je albums vind je hier ook. Met de plus-knop rechtsboven kun je hier nieuwe albums maken.

Ga met de muisaanwijzer boven een album staan; er verschijnt een knop met drie puntjes. Klik op Delen. Schakel Koppeling delen in en stel bij Privacy-instellingen in of het album Privé of Openbaar is (eventueel met downloadmachtiging). Bij Privé selecteer je bij Lijst van genodigden de gewenste gebruiker(s) of groep(en) en geef je de machtigingen aan: Weergave, Downloaden of Provider (beheerder). Je kunt ook een wachtwoord en vervaldatum instellen. Kopieer de link en bevestig met Opslaan.

Klik op Delen (derde knop) in het applicatievenster en kies Fotoverzoek. Klik op Fotoverzoek maken, vul een onderwerpsregel in, selecteer een bestemmingsmap en bevestig met Verzoek maken. Je hoeft nu alleen maar de link te sturen naar de mensen van wie je graag foto’s wilt ontvangen voor je collectie.

Goed om te weten: er is ook een mobiele app voor Android en iOS van Synology Photos met de functie Photo Backup. Daarmee synchroniseer je opgeslagen foto’s en video’s.

Je kiest zelf met wie je albums deelt en met welke machtigingen je dat doet.

Vanaf het internet

Je fotocollectie, beheerd met een tool als Immich of via je Synology-NAS, is standaard niet toegankelijk voor ongeautoriseerde personen buiten je netwerk. Wil je dat dit wel kan? Dan kun je bij een Synology-NAS de ingebouwde functie QuickConnect inschakelen via het Configuratiescherm in DSM, bij Externe toegang. In de praktijk moet je alleen vaak aan de slag met technieken als poortdoorverwijzing op je router. Of je moet een VPN-server installeren zoals WireGuard, eventueel gecombineerd met een eigen hostnaam via dynamisch DNS om het probleem van een wisselend extern ip-adres te omzeilen.

We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. Binnen je eigen netwerk kun je in elk geval probleemloos je fotoalbums beheren en delen.

Ook onderweg kun je je via de mobiele app en je QuickConnect-ID aanmelden bij Synology Photos op je NAS.

▼ Volgende artikel
Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort
© Wesley Akkerman
Huis

Review Denon AH-C500W – Oordopjes schieten helaas tekort

De Denon AH-C500W-oortjes beloven vanwege de open pasvorm comfort en omgevingsbewustzijn. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een pasvorm die niet echt aansluit op de gehoorgang.

Oké
Conclusie

De Denon AH-C500W probeert met een open ontwerp een omgevingsbewuste luisterervaring te bieden, maar schiet op meerdere vlakken tekort. De pasvorm is onstabiel, de aanraakbediening irritant en het geluid – met name de bas – valt tegen. Daardoor voelt dit model vooral aan als een ongelukkig compromis.

Plus- en minpunten
  • Heel licht ontwerp
  • Heldere sound
  • Equalizer binnen de app
  • Blijven niet goed zitten
  • Audio mist duidelijke baslaag
  • Karige app

Het ontwerp van de Denon AH-C500W is volgens de fabrikant gericht op comfort; daarvoor heeft de fabrikant een zogenaamde 'open pasvorm' in het leven geroepen die niet diep in je gehoorgang zit. Hierdoor voelen de oordopjes licht aan en kun je ze lang zonder enige irritatie dragen. Bovendien blijf je goed in verbinding met je omgeving, omdat er geen ruisonderdrukking is en de dopjes zelf niets tegenhouden. Dat zijn allemaal mooie manieren van omdenken. De AH-C500W-dopjes hebben dan ook geen rubber tips die in je oren gaan en de boel afsluiten, maar vallen bij bewegingen daardoor ook makkelijk uit je oren.

De oordopjes beschikken over moderne technologie zoals bluetooth 5.3 met multipoint-connectiviteit, waardoor je met twee apparaten tegelijk kunt verbinden. De totale batterijduur bedraagt 24 uur, inclusief de oplaadcase. Dankzij de IPX4-classificatie zijn ze bestand tegen zweet en spatwater, maar gezien de vorm zijn ze niet echt geschikt voor sporters. De bediening verloopt via gevoelige aanraakoppervlakken op de oordopjes of via de gratis app. Verder hebben ze microfoons met beamforming voor heldere telefoongesprekken.

©Wesley Akkerman

Gladde oortjes

Aan de functionaliteit ligt het dus zeker niet. Denon zet daarmee in op een breed publiek. We vinden het alleen jammer dat de oortjes geen rubber tips hebben, want die helpen vaak bij het blijven zitten in de gehoorgang. We realiseren ons dat dit een persoonlijke voorkeur is; er zijn immers nog steeds mensen die liever gladde oordopjes hebben dan rubber of siliconen oortips die je dieper in je oor moet duwen. Maar als je lang haar hebt, je veel met je hoofd beweegt of de oordopjes met de hand (en niet via de app) bedient, is de kans groot dat je ze verplaatst of dat ze uit je oren vallen.

We vinden de bediening op de oortjes sowieso behoorlijk gevoelig, maar gelukkig kun je die uitschakelen via de gratis Denon Headphones-app. Dat hebben wij dan ook gedaan. We hebben ze regelmatig beter in onze oren moeten draaien, omdat ze niet bleven zitten, en hebben daardoor regelmatig onbedoeld functies geactiveerd. Bovendien beschikt de app over een vijfpunts equalizer. Heel handig, want daarmee verbeter je het geluid daadwerkelijk. Helaas kun je je eigen instellingen niet opslaan; als je terug wilt naar oude settings, dan moet je die handmatig invoeren.

©Wesley Akkerman

Het open karakter

Omdat de Denon AH-C500W een open karakter heeft, zijn ze lastig te vergelijken met oordopjes die wel beschikken over enige afsluiting. Maar dat is dan ook precies de bedoeling. Het is maar net wat je van een setje oortjes verlangt. En eerlijk is eerlijk: ze zijn zo licht dat je ze bijna niet voelt zitten. Door dit karakter klinkt de muziek heel helder, terwijl je ondertussen alles nog meekrijgt vanuit je omgeving. In het openbaar vervoer is dat een nachtmerrie, maar we denken niet dat Denon verwacht dat je ze overal gebruikt.

Verder is ons duidelijk dat de Denon AH-C500W flink wat kracht mist. Zonder equalizerinstellingen vallen de lagere tonen helemaal weg, waardoor je voornamelijk naar de vocalen en hogere segmenten luistert. Met de traditionele glimlachinstellingen van de equalizer (zie de screenshots verderop) trek je het middensegment verder weg van de audioweergave, maar geef je wel een flinke boost aan het onderste deel. Daardoor klinkt de muziek al wat aangenamer. Maar oordopjes met een betere afsluiting zullen in dit geval altijd beter klinken dan de AH-C500W.

©Wesley Akkerman

Open of gesloten?

Je zou de Denon AH-C500W daardoor beter kunnen vergelijken met oordopjes die je meer boven je gehoorgang plaatst – denk aan de Openfit 2+ van Shokz. Daar klinkt de soundstage daadwerkelijk warm, vol en gedetailleerd, en daar kunnen we de Denon-oortjes niet altijd op betrappen. Helemaal eerlijk is de vergelijking trouwens niet, omdat het producten uit twee technisch verschillende groepen zijn. Maar in onze beleving legt dit setje het af tegen oortjes met afsluiting en écht open oordoppen. Het is het net niet, zogezegd.

Daar speelt het ontwerp ook een grote rol in. De Denon AH-C500W's blijven minder goed zitten dan open modellen die je met een haakje om je oren bevestigt. Je bent ze bovendien voortdurend aan het bijdraaien om maar een goede pasvorm te vinden. Wellicht ligt dat deels aan de oren van ondergetekende, maar dat is nu eenmaal wel de ervaring. Ze doen bovendien sterk denken aan de AIrPods. En daardoor hebben we ook het idee dat Denon meer het Apple-publiek wil aanspreken. Een onbegonnen zaak, aangezien die mensen meestal al voorzien zijn.

©Wesley Akkerman

Denon AH-C500W kopen?

De Denon AH-C500W wil zichzelf met zijn open ontwerp neerzetten als een alternatieve keuze voor wie omgevingsbewust wil blijven. In de praktijk pakt dit concept echter minder goed uit. Het ontbreken van rubber oortips resulteert in een onrustige pasvorm, waardoor de oordopjes bij de minste beweging al dreigen uit te vallen. Deze constante noodzaak tot bijstellen leidt tot frustratie, mede door de overgevoelige aanraakbediening. Gelukkig kun je die via de app uitschakelen, maar dat verandert verder niets aan het idee dat ze niet echt lekker zitten.

Ook op audiogebied overtuigen de oortjes niet helemaal. Het open karakter levert een helder geluid op, maar de basweergave is ondermaats en vereist flinke aanpassingen via de equalizer, waarvan je de instellingen frustrerend genoeg niet kunt opslaan. De AH-C500W's vallen hierdoor in een lastig niemandsland: ze missen de geluidsisolatie en krachtige bas van afgesloten oordopjes en de stabiele pasvorm van échte open-ear modellen met oorhaken. Uiteindelijk voelen de oordopjes aan als een compromis dat op de belangrijkste vlakken helaas tekortschiet.