ID.nl logo
Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten
© xiaoliangge - stock.adobe.com
Huis

Sesam, open u! Kom alles te weten over netwerkpoorten

Een woning betreed je via een deur. Datzelfde gebeurt bij data die tussen apparaten wordt verstuurd. Alleen gaat het dan niet om deuren, maar om netwerkpoorten. Hoe werkt dat precies? Op welke manier heb jij daar als gebruiker mee te maken?

Dit artikel is voor de wat gevorderde gebruiker die álles wil weten over netwerkpoorten:

  • Poortnummers
  • Poorttypes
  • Poortcommunicatie en -verkeer
  • Poortregels
  • Portforwarding

Ook interessant: Netwerkproblemen? Analyseer ze met Wireshark

Stel je voor dat je in een gebouw met duizend deuren bent. Achter een van die deuren bevindt zich een persoon. Om snel te communiceren, open je het liefst direct de juiste deur. Bij een computer is dat vergelijkbaar, alleen heb je hierbij te maken met 65536 netwerkpoorten (2^16). Het is natuurlijk niet efficiënt als het apparaat voor elke vorm van communicatie alle poorten een voor een moet openen om de juiste ‘gesprekspartner’ te vinden. Hoe dit dan wel werkt, leggen we in dit artikel uit voor de wat gevorderde gebruiker.

Poortnummers

Als je de systeemkast van je pc opent, zie je geen 65536 netwerkpoorten. Logisch, want we hebben het niet over fysieke poorten voor bijvoorbeeld usb en ethernet. De netwerkpoorten zijn virtuele, logische constructies binnen de software en het besturingssysteem. Zo’n netwerkpoort is een punt waar de data binnenkomt of vertrekt.

Een groot aantal communicatievormen, zoals bepaalde diensten en protocollen, gebruiken zogeheten ‘well-known ports’, dit zijn vaste poortnummers. De worden beheerd door de Internet Assigned Numbers Authority (IANA) en zijn genummerd van 0 tot 1023. Bekende poortnummers zijn 20 en 21 (FTP), 25 (SMTP), 53 (DNS), 80 (http) en 443 (https).

Laten we dit eens testen. Ga naar www.id.nl en vervolgens naar https://id.nl:80. Via :80 geef je aan dat je browser verbinding met poort 80 op de webserver moet maken. Dit lukt helaas niet, want het gaat om https en niet om http. Wat wel lukt, is https://id.nl:443, omdat dit de standaardpoort voor zo’n versleutelde verbinding is.

Een https-verbinding loopt bijna altijd via poort 443.

Poorttypes

Naast de 1024 well-known ports zijn er de geregistreerde poorten (van 1024 tot 49151). Deze zijn niet vast gereserveerd, maar kunnen door softwareontwikkelaars voor hun eigen applicaties worden geregistreerd, zoals 3306 (MySQL-database) en 8080 (alternatieve http).

Tot slot zijn er ook nog de dynamische en private poorten (49152 tot 65535). Zoals je verderop kunt lezen, worden deze poortnummers dynamisch toegewezen door het besturingssysteem. Dit gebeurt wanneer een applicatie daarom verzoekt. Deze poorten worden vaak gebruikt voor tijdelijke communicatie, bijvoorbeeld bij het opzetten van een verbinding voor een e-mailapp.

Een overzicht van de poortnummers vind je via deze pagina. In deze lijst kun je navigeren en gericht zoeken naar poortnummers, servicenamen en protocollen.

Tussen de laagste, gereserveerde poortnummers bevinden zich enkele bekende protocollen.

Poortcommunicatie

Wanneer je met je pc in je thuisnetwerk naar een website surft, stuurt je webbrowser een https-verzoek naar het ip-adres van de webserver, gericht aan poort 443. Op zich is dit eenvoudig, maar in de praktijk blijkt het helaas iets ingewikkelder. Enig inzicht hierin is nuttig om bijvoorbeeld een router of firewall beter en veiliger te configureren.

Wanneer je webbrowser een verzoek stuurt naar de webserver gericht aan poort 443, wijst je pc hiervoor tijdelijk een dynamische poort toe, bijvoorbeeld 62292. Dit verzoek gaat vervolgens eerst naar je router. Deze houdt normaliter een tabel bij, de Network Address Translation-tabel (NAT). Hierin staat welke interne ip-adressen en poorten zijn gekoppeld aan de externe ip-adressen en poorten. De router wijst nu op zijn beurt een externe dynamische poort toe voor deze communicatie, bijvoorbeeld 49800. Ook vervangt de router het interne ip-adres en poort (bijvoorbeeld 192.168.0.181:62292) door zijn eigen externe ip-adres en poort (bijvoorbeeld 84.192.232.207:49800). De webserver ontvangt nu het verzoek (bijvoorbeeld 54.195.223.106:443) en stuurt dit terug naar het ip-adres en poort van je router. Deze raadpleegt vervolgens de NAT-tabel en stuurt het antwoord van de server terug naar je pc met de originele bronpoort. De communicatie is geslaagd.

De communicatie van de pc via de router naar de webserver, en weer terug.

Poortverkeer

Van het hele protocol- en poortengedoe merk je als eindgebruiker gelukkig weinig. Het is vooralwebadres intikken en gaan. Wil je graag achter de schermen van het netwerkverkeer kijken, dan is Wireshark een krachtige en gratis tool die je daarvoor kunt gebruiken. We beperken ons tot een eenvoudig voorbeeld.

Installeer de tool met alle standaardinstellingen (inclusief Npcap) en start deze op. Dubbelklik op de actieve netwerkadapter, zoals Ethernet. Je zult zien dat er meteen veel netwerkverkeer wordt afgevangen. Beëindig dit met de rode stopknop.

Klik nu met rechts op een willekeurige kolomtitel, zoals Source, kies Column Preferences en druk op het plusknopje. Dubbelklik op New Column, vul de naam Bronpoort in en dubbelklik op Number. Klik op het pijlknopje en kies Source port. Herhaal dit voor Doelpoort (Destination Port). Haal eventueel de vinkjes weg bij alle overige items, behalve bij No., Source en Destination. Bevestig met OK.

Druk op de blauwe haaienvin en surf met je browser naar https://id.nl, waar je snel op een paar interne sitelinks klikt. Ga terug naar Wireshark en vul bovenaan in het filterveld ip.addr == 54.195.223.106 in. Dit zorgt ervoor dat je alleen de communicatie met de webserver van id.nl te zien krijgt. Je kunt het ip-adres van zo’n server achterhalen door op de opdrachtregel nslookup id.nl uit te voeren.

Je zult zien dat de bronpoort van je eigen pc 443 is en de bronpoort van de webserver een tijdelijk toegekend dynamisch poortnummer is. De rol van de tussenliggende NAT-router valt hier niet uit af te leiden.

De poortnummers zijn duidelijk zichtbaar, maar de router blijft buiten het gezichtsveld.

Poortregels

Wanneer je een kamer wilt binnengaan, mag de deur niet op slot zijn. In de netwerkwereld is dit vergelijkbaar. Om via een bepaalde poort te communiceren, moet deze openstaan of minstens opengaan zodra er wordt aangeklopt.

Het openen en sluiten van poorten, eventueel alleen voor specifieke ip-adressen en netwerkprotocollen, is de taak van een firewall die daarmee je netwerk beter beveiligt.

We illustreren dit met een eenvoudig experiment. Stel, we willen op onze Windows-pc het uitgaande verkeer naar alle https-webservers blokkeren.

Druk hiervoor op Windows-toets+R en voer wf.msc uit. Het venster van de Windows Firewall verschijnt. Klik links op Regels voor uitgaande verbindingen en rechts op Nieuwe regel. Selecteer Poort, druk op Volgende, kies TCP en vul bij Specifieke poorten 443 in. Druk op Volgende en selecteer De verbinding blokkeren. Druk op Volgende, laat de drie netwerktypes geselecteerd, druk nogmaals op Volgende en vul een naam voor je regel in, bijvoorbeeld Blokkeer 443. Zodra je bevestigt met Voltooien wordt je regel bovenaan toegevoegd en is deze actief, zoals je merkt na een herstart van je browser. Vanuit het rechterdeelvenster kun je de regel altijd weer Uitschakelen of Verwijderen.

In de praktijk gebeurt ook het omgekeerde. Standaard blokkeert je firewall alle binnenkomende verkeer. Als een webserver een specifieke poort in je pc wil bereiken, kan het nodig zijn dat je in de firewall die poort voor binnenkomend verkeer (van dat protocol en die webserver) openzet. In dit geval kies je Regels voor binnenkomende verbindingen en De verbinding toestaan.

Met deze firewall-regel blokkeer je de communicatie met alle https-webservers.

Van buiten naar binnen

Je weet nu al hoe je via Windows Firewall ongewenst verkeer kunt blokkeren en gewenst verkeer kunt toelaten. We hebben dit op poortniveau gedaan, maar bij het opstellen van zo’n regel kun je ook op applicatie-, adres- en/of protocolniveau werken. Vergelijkbare mogelijkheden zitten vast ook in je eigen firewall als je liever niet de ingebouwde Windows Firewall gebruikt.

Helaas zijn we er nog niet helemaal, want zoals gezegd fungeert je router altijd als verbinding voor het verkeer tussen je netwerkapparaten en het internet. Stel dat je in je netwerk een eigen server draait, zoals een bestandsserver, webserver of netwerkcamera, die je ook van buitenaf wilt bereiken. Dit kan problematisch zijn, want het apparaat waarop je service draait, heeft een intern ip-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.181) dat niet zomaar van buitenaf bereikbaar is. Je kunt wel (het externe wan-ip-adres van) je router bereiken, maar hoe weet de router dan voor welk netwerkapparaat dat binnengekomen verzoek bedoeld is? Een mogelijke uitweg is poortdoorschakeling (port forwarding). Het komt erop neer dat je je router instrueert om alle binnenkomende verkeer op een specifieke poort automatisch naar (het interne lan-ip-adres van) het gewenste apparaat door te sluizen. Hoe pak je dit aan?

Je router heeft twee netwerkingangen: een naar internet (extern ip-adres) en een naar je netwerk (intern ip-adres).

Voorbereiding portforwarding

Allereerst moet je het interne ip-adres van het betreffende netwerkapparaat kennen. Dit doe je het handigst via je router. Start je browser en voer het interne ip-adres van je router in. Dit adres lees je normaal af na het uitvoeren van het commando ipconfig op de Opdrachtprompt, bij Default Gateway (bijvoorbeeld 192.168.0.254). Je belandt nu in de webinterface van je router, waar je een lijst met interne ip-adressen van verbonden netwerkapparaten vindt, bijvoorbeeld bij DHCP Client Table of Connected Devices. Raadpleeg eventueel de routerhandleiding, en noteer het beoogde adres.

Daarnaast heb je het poortnummer nodig waarop de betreffende service bereikbaar is, evenals het gebruikte protocol, meestal tcp of soms (ook) udp. Raadpleeg hiervoor de handleiding bij de betreffende service of het apparaat.

De lijst met (ip-adressen van) enkele aangesloten apparaten op onze router.

Doorschakelen

Je hebt nu voldoende informatie om een regel voor poortdoorschakeling in te stellen op je router. Hoe je dit doet hangt af van je routertype. Op www.portforward.com/router.htm vind je instructies voor vele routers. Hieronder vind je een algemene werkwijze.

Zoek in je routerinterface naar een onderdeel als Port Forwarding of Virtual Server en klik op Add Rule. Geef je regel een naam, vul bij het juiste item het interne ip-adres van je server of apparaat in, kies het bijbehorende protocol en vul tevens het interne poortnummer in. Vaak wordt ook om een extern poortnummer gevraagd. Meestal is dit hetzelfde als het interne, maar dat hoeft niet. Bewaar je aanpassingen met Save of Apply.

Nu hoef je alleen maar de juiste applicatie te verbinden met het externe ip-adres van je router, op het ingegeven (externe) poortnummer. Dit ip-adres kom je te weten door vanaf een pc in je netwerk te surfen naar www.whatismyip.com.

Bij poortdoorschakeling kunnen er enkele complicaties optreden. Eén daarvan is dat het externe ip-adres van je router vaak dynamisch door je internetprovider wordt toegekend en dus kan veranderen. Om te vermijden dat je steeds het actuele adres moet kennen, kun je een dynamisch DNS (DDNS) gebruiken. Dit kan ook gratis, bijvoorbeeld bij NoIP, Dynu of Duck DNS.

Eenmaal de juiste plek gevonden, heb je snel een nieuwe regel toegevoegd.

Poortscan

Je begrijpt dat elke open poort een extra kwetsbaarheid in de beveiliging van je thuisnetwerk kan zijn, omdat dit een toegangspunt biedt voor potentiële aanvallers. Het is dus essentieel om alleen de hoogst noodzakelijke poorten open te zetten. Om snel de status van je netwerkpoorten te controleren, kun je een poortscan uitvoeren. Hierbij controleert een tool systematisch alle poorten op een ander apparaat.

Dit kan van binnenuit met een gratis tool als Nmap (de grafische frontend Zenmap wordt mee geïnstalleerd), maar ook van buitenaf. Dit laatste is nuttig omdat je je dan in de positie van een potentiële aanvaller plaatst. Gratis online scanners zijn onder meer Nmap Online (voor een publieke scan vul je het externe ip-adres of de DDNS-domeinnaam van je router/netwerk in) en GRC ShieldsUP!.

Bij GRC ShieldsUP! ga je als volgt te werk: klik op Proceed en kies bij voorkeur All Service Ports. De scan van de ‘laagste’ 1056 poorten start meteen. Een open poortnummer kleurt rood, een gesloten poort blauw en een stealth-poort groen. Dit laatste is iets veiliger omdat zo’n poort helemaal niet reageert op binnenkomende datapakketten, terwijl bij een blauwe poort een aanvaller weet dat er een actief systeem achter zit, alleen hij kan er niet (zomaar) binnen.

Klik op een blokje van een poortnummer voor meer (algemene) feedback. Let onder meer op poorten 22 (ssh) en 23 (telnet), omdat hackers deze graag in de gaten houden. Tref je inderdaad een of meer onverwachte open poorten aan, zoek dan in je router en op je netwerkapparaten welke services deze openingen daadwerkelijk nodig hebben. Eventueel sluit je ze af met je firewall, al dan niet tijdelijk als test.

Alle poorten in stealth (achter router en firewall).

 

▼ Volgende artikel
9 fouten die je smartphone langzamer, kwetsbaarder of onveiliger maken
© Pakorn
Huis

9 fouten die je smartphone langzamer, kwetsbaarder of onveiliger maken

Van bankzaken tot foto's, van notities tot navigatie: we kunnen geen dag meer zonder onze smartphone. Toch gaan we er vaak verrassend slordig mee om. Gevolg: onnodige slijtage, een accu die sneller leegloopt of in het ergste geval verloren data. Van verkeerd opladen tot onveilig gebruik: 9 smartphonefouten om nooit meer te maken.

Alle 9 fout:

• Altijd aan de oplader laten hangen • Geen hoesje en screenprotector gebruiken • Updates uitstellen • Onbeveiligde wifi-netwerken gebruiken • Altijd alle app-rechten accepteren • Geen back-ups maken • Niet oppassen met regen • Telefoon niet vergrendelen • Geen opslagruimte vrijmaken

Lees ook: Waarom je geregeld je smartphone moet herstarten


Zeg eens eerlijk: zou jij zonder je smartphone kunnen? Nee, wij ook niet. Een beetje extra liefde en aandacht kan dan ook nooit kwaad. Hieronder lees je met welke 9 slechte smartphone-gewoontes je het beste zo snel mogelijk stopt.

❌ 1. Altijd aan de oplader laten hangen

Veel mensen laden hun smartphone standaard 's nachts op, zodat de accu de volgende ochtend op de volle 100% zit. Praktisch, maar op lange termijn funest voor je accu. De meeste lithium-ionbatterijen slijten sneller als ze constant op maximale capaciteit blijven hangen. Ook het opladen tot 100% én blijven doorladen nadat die limiet is bereikt, versnelt die slijtage. Moderne toestellen hebben vaak een instelling om het laden automatisch te pauzeren rond 80% of pas door te gaan vlak voordat je wekker gaat. Bij deze slimme laadoptimalisatie leert het toestel je gebruikspatroon: als je bijvoorbeeld altijd om 7.00 uur opstaat, wordt je telefoon 's nachts maar tot zo'n 80% opgeladen. Pas tegen de tijd dat je doorgaans wakker wordt, laadt hij door tot 100%. Zo wordt de tijd dat de accu volledig vol is tot een minimum beperkt, wat de slijtage vermindert. Door dat soort functies slim te gebruiken en je telefoon liever tussendoor kort bij te laden, verleng je de levensduur van je batterij. 

❌ 2. Geen hoesje of screenprotector gebruiken

Hoe mooi en strak een smartphone er ook uitziet zonder hoesje, een ongeluk zit in een klein hoekje. Eén keer laten vallen op de stoep of tegelvloer is vaak genoeg voor een gebarsten scherm, beschadigde hoeken of zelfs interne schade. En krassen ontstaan al door sleutels in je jaszak of een korreltje zand op tafel. Een hoesje en een goede screenprotector kosten weinig, maar voorkomen dure reparaties. Wie zijn telefoon dagelijks intensief gebruikt, kan eigenlijk niet zonder extra bescherming.

©samuli

❌ 3. Updates steeds uitstellen

Je telefoon meldt braaf dat er een update klaarstaat, maar jij drukt op 'later'. Herkenbaar? Veel mensen stellen updates weken- of maandenlang uit. Daar kleeft een risico aan. Beveiligingsupdates dichten vaak bekende lekken waar kwaadwillenden actief misbruik van maken. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat je kwetsbaar bent voor phishing, malware of datalekken. Ook kunnen apps op een gegeven moment stoppen met goed functioneren als je besturingssysteem te ver achterloopt. Plan updates dus op een moment dat je je telefoon even niet nodig hebt – bijvoorbeeld voor het slapengaan. Zet automatische updates aan waar dat kan, zodat je er geen omkijken meer naar hebt.

❌ 4. Onbeveiligde wifi-netwerken gebruiken

Gratis wifi in de trein, het hotel of een café lijkt handig, maar is vaak slecht beveiligd. Iedereen kan erop, en in sommige gevallen zet een kwaadwillende zelfs een netwerk op dat lijkt op het officiële netwerk, maar bedoeld is om mee te kijken. Zodra jij verbinding maakt en bijvoorbeeld je e-mail of bankapp opent, kunnen je gegevens zichtbaar worden. Gebruik voor gevoelige handelingen liever mobiele data, of schakel een VPN in die je verbinding versleutelt.

❌ 5. App-rechten blindelings accepteren

Bij het installeren van een nieuwe app drukken veel mensen gedachteloos op 'Toestaan'. Toch vraagt zo'n app soms toegang tot functies die niet logisch zijn: je camera, je locatie, je microfoon of je contactpersonen, terwijl dat niks te maken heeft met wat de app doet. Sommige apps verzamelen die informatie voor reclamedoeleinden of om je gedrag te analyseren. Ga daarom na installatie altijd even naar de instellingen om te checken welke rechten zijn ingeschakeld. In de meeste gevallen kun je die per stuk uitzetten zonder dat de app minder goed werkt. Minder toegang betekent simpelweg minder risico.

❌ 6. Geen back-ups maken

Zolang je telefoon het doet, denk je er niet aan. Maar als hij crasht, gestolen wordt of uit je handen glijdt en niet meer opstart, ben je alles kwijt: foto's, gesprekken, notities, contacten. Met een automatische back-up via iCloud, Google Drive of een andere dienst voorkom je dat risico. Je kunt vaak instellen dat alleen via wifi wordt geback-upt, zodat je databundel er niet aan gaat. En het kost je geen moeite: eenmaal ingesteld gebeurt het vanzelf. Maak daarnaast af en toe een handmatige back-up op een externe schijf of computer, vooral voor belangrijke foto's of werkbestanden.

❌ 7. Je telefoon gebruiken in de regen zonder bescherming

Veel moderne smartphones zijn waterbestendig, maar dat betekent niet dat je ze zonder nadenken kunt gebruiken in de regen of op het strand. Waterdicht is iets anders dan waterbestendig: het toestel kan spatjes verdragen, maar langdurige blootstelling of indringing via openingen als de speaker of usb-poort blijft risicovol. Zeker als je belt terwijl het regent, kan in het toestel komen. Gebruik daarom bij slecht weer een waterdichte hoes of opbergzakje, en droog je telefoon goed af als hij nat is geworden. Beter voorkomen dan moeten herstellen.

©nito

❌ 8. Geen vergrendeling instellen

Een telefoon zonder beveiliging is geen goed idee. Verlies je 'm, dan krijgt de vinder direct toegang tot je foto's, berichten, e-mails en apps. Zelfs gevoelige informatie zoals bankgegevens of wachtwoorden kan zo in verkeerde handen vallen. Een simpele pincode, patroon of – nog beter – vingerafdruk of gezichtsherkenning is de eerste verdedigingslinie. Activeer ook 'Zoek mijn toestel' of 'Find My iPhone', zodat je je toestel kunt blokkeren, lokaliseren of op afstand wissen. Je merkt er tijdens dagelijks gebruik weinig van, maar in geval van verlies of diefstal ben je jezelf dankbaar dat je het hebt ingesteld.

❌ 9. Geen opslagruimte vrijmaken

Een vol geheugen maakt je telefoon trager, apps lopen vast en nieuwe foto's worden niet meer opgeslagen. Toch laten veel mensen bestanden en apps die ze niet meer gebruiken gewoon staan. Ga regelmatig door je foto's, video's en downloads. Verwijder schermafbeeldingen, dubbele foto's of TikTok-video's die je ooit opsloeg maar nooit meer bekijkt. Zet grotere bestanden over naar de cloud of naar een externe schijf. Installeer ook geen tientallen apps die je nooit opent. Een opgeruimd toestel werkt sneller, stabieler en geeft je letterlijk ruimte om nieuwe herinneringen vast te leggen.

📱 Jij bent de smart in smartphone

Je ziet: met een paar simpele aanpassingen maak je al het verschil. Door deze 9 slechte gewoontes overboord te gooien, blijft je smartphone sneller, veiliger en langer bruikbaar. Doen, dus!

Telefoonhoesje nodig?

Kies uit meer dan 300.000 exemplaren

▼ Volgende artikel
Inductiekookplaat schoonmaken? Dit is de beste manier
© Natalia
Huis

Inductiekookplaat schoonmaken? Dit is de beste manier

Koken op een inductiekookplaat wordt steeds populairder. Het schoonhouden van zo'n plaat is gelukkig niet moeilijk, maar je moet wel even weten hoe. In dit artikel lees je hoe je de kookplaat netjes houdt, zonder krassen of doffe plekken. Je krijgt tips voor dagelijkse schoonmaak, een grondige maandelijkse beurt en milieuvriendelijke manieren om vet en vlekken aan te pakken.

Dit artikel in het kort

In deze uitleg lees je stap voor stap hoe je een inductiekookplaat goed schoonhoudt. Je ontdekt wat je dagelijks kunt doen om aangekoekt vuil te voorkomen, hoe je de kookplaat eens per maand grondig aanpakt en welke middelen je daarbij het best gebruikt. Ook komen milieuvriendelijke alternatieven aan bod, net als praktische veiligheidstips en een overzicht van wat je beter wel en niet kunt doen bij het schoonmaken.

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen


Een veelgehoorde misvatting is dat een inductiekookplaat nauwelijks vuil wordt, omdat het oppervlak zelf niet warm wordt. Toch kunnen etensresten inbranden. Niet door de kookplaat zelf, maar door de bodem van een hete pan. Vooral suiker, zetmeel en vet reageren sterk op hoge temperaturen. Laat je dat vuil te lang zitten, dan kan het inbranden of aankoeken, wat niet alleen ontsierend is maar ook invloed kan hebben op de werking van de kookzones. Aangekoekte resten zorgen ervoor dat de pan minder goed contact maakt met het oppervlak, waardoor verwarmen minder vlot gaat. Bovendien is het niet hygiënisch.

Elke dag: even snel schoonmaken

Direct na het koken zet je de kookplaat uit en laat je hem afkoelen. Kijk dan of er gemorst is. Overgekookte melk, pastawater, gesmolten suiker of olie blijven vaak achter. Veeg dat weg met een vochtige microvezeldoek. Blijft er iets zitten dat je niet met een doek verwijderd krijgt, gebruik dan een speciale inductieschraper. Zet die in een lage hoek en schraap voorzichtig het aangekoekte vuil los. Doe dit altijd met beleid, zodat je het glasoppervlak niet beschadigt.

Als grove resten verwijderd zijn, maak je de kookplaat schoon met een doek en warm water met een beetje verdund afwasmiddel. Er zijn ook speciale schoonmaakmiddelen voor inductiekookplaten – die reinigen streeploos en laten vaak een dun beschermlaagje achter. Bekende merken zijn bijvoorbeeld HG of Mr. Muscle. Maak tot slot alles droog met een schone doek of een vel keukenpapier. Zo voorkom je watervlekken of strepen.

💡 Tip: veeg gemorste vloeistoffen direct weg, ook als je nog aan het koken bent (mits veilig). Zo voorkom je dat ze aankoeken of inbranden.

©Proxima Studio

Elke maand: grondige schoonmaakbeurt

Voor hardnekkiger vuil of doffe plekken is een maandelijkse schoonmaak handig. Een beproefde methode is een papje maken van zuiveringszout (baking soda) met een klein beetje water. Breng dit aan op de vervuilde plek, laat het een paar minuten intrekken en wrijf het daarna voorzichtig los met een zachte doek of oude tandenborstel. Spoel het oppervlak daarna goed af en droog het na.

Je kunt ook een speciale reinigingscrème gebruiken. Die is iets krachtiger dan afwasmiddel maar zacht genoeg voor glas. Volg altijd de instructies op de verpakking en vermijd middelen met schurende bestanddelen. Voor een extra glanzend resultaat kun je na afloop glasreiniger gebruiken. Spuit dit niet rechtstreeks op de kookplaat, maar op een doek. Zo voorkom je dat vloeistof in de naden loopt.

Schoonmaken met natuurlijke middelen

Liever geen chemische middelen in huis? Ook met eenvoudige huis-tuin-en-keukenoplossingen houd je een inductiekookplaat schoon. Witte natuurazijn verdund met water is prima geschikt voor het verwijderen van kalkaanslag, vooral rondom de randjes of waar waterdruppels opdrogen. Voor vetvlekken en ingebrand vuil werkt een pasta van zuiveringszout goed. Gebruik natuurlijke middelen altijd spaarzaam en spoel ze grondig af om een waas of dof laagje te voorkomen.

Let op: gebruik geen citroensap of schoonmaakazijn. Die zijn vaak te zuur en kunnen het oppervlak dof maken bij veelvuldig gebruik.

©Vladimir Zlotnik

Veilig schoonmaken: hier moet je op letten

Voordat je begint, controleer je of de kookplaat is afgekoeld. Zet hem ook altijd helemaal uit. Draag geen ringen, horloges of armbanden met scherpe randjes: die veroorzaken snel krassen als je per ongeluk het glas raakt. Gebruik zachte doeken of sponsjes, en kies liever voor microvezel dan katoen, omdat dat minder snel pluist of strepen achterlaat.

Laat geen water lopen in de buurt van de aanraakbediening of het display. De bovenlaag is meestal wel spatwaterdicht, maar bij veel vocht kunnen er alsnog storingen ontstaan. Een stoomreiniger is ongeschikt voor inductiekookplaten. De hitte en vocht kunnen elektronische onderdelen aantasten.

Wel doen/niet doen

✅ Microvezeldoek of zachte spons.
✅ Afwasmiddel (mits verdund), een mild schoonmaakmiddelen, baking soda of natuurazijn.
✅ Krabber speciaal voor inductie, onder een lage hoek
✅ Droog de kookplaat na met een schone doek of keukenpapier.

❌ Schuursponsjes (krassen!)
❌ Schurende schoonmaakmiddelen (krassen!)
❌ Onverdunde allesreiniger of afwasmiddel (te agressief en/of een vettig laagje na afloop)
❌ Soda (verkleuring van de plaat)
❌ Mesje (krassen!)
❌Water op de bedieningspanelen laten komen (het zou dan eventueel in de elektronische componenten terecht kunnen komen)
❌ Stoomreinigers (zie hierboven).

Extra tip: bescherm je kookplaat na het schoonmaken

Wil je de kookplaat niet alleen langer schoon, maar ook langer mooi houden? Dan kun je na het schoonmaken een inductiebeschermer neerleggen. Dit zijn flexibele matten of harde glasplaten die je over de kookzones legt. Ze beschermen tegen krassen en vlekken en geven de kookplaat tegelijk een verzorgde uitstraling. Je hebt ze in allerlei kleuren en prints, van neutraal zwart tot marmerlook of grafische patronen.

Heb je een nieuwe kookplaat gekocht, dan wil je natuurlijk dat hij lang meegaat en er goed blijft uitzien. Met de tips hierboven weet je precies hoe je hem schoon en in topconditie houdt – elke dag weer!